09-10/11
Coober Pedy was een belevenis apart. De mensen hier lijken
wel een andere soort, veel rauwer en gehard. Niet moeilijk in deze
levensomstandigheden, midden in de woestijn waar water, naast het opaal, hun
kostbaarste bezit is. De zomertemperaturen lopen op tot boven de 50°C (met vorig jaar blijkbaar een
uitschieter van 63°C !!) waardoor het dus logisch is dat de helft van de stad
onder de grond gelegen is. De waarschuwingsborden voor onzichtbare mijnschachten
in het open veld staan wijd verspreid langs de kant van de weg en serieuze
stofwinden laten alles opwaaien. Met andere woorden, er hangt daar een
bijzonder sfeertje.
De Breakaways een nabij gelegen natuurfenomeen was
inderdaad echt de moeite waard met prachtige gekleurde heuvels en bergen
gelegen in wijde landschappen. Voor Fien hadden we nog een verrassing in petto
en hebben we een bezoekje gebracht aan een kangoeroe weeshuis waar ze een
piepklein kangoeroetje kon aaien. Ze vond het geweldig.
We hebben na nog een ondergronds nachtje Coober Pedy gelaten
voor wat het was en zijn we naar een eerste uitzichtspunt (het meest
noordelijke)van Lake Eyre gereden. Eén van de slechtste wegen tot nu toe maar
de beloning die we er voor kregen was fenomenaal. Lake Eyre is een enorm groot
zoutmeer dat meestal gewoon één grote zoutvlakte is. Het is maar zelden dat er
water in staat. Maar door de overstroming in Brisbane vorig jaar is het meer
vol gelopen waardoor je bij een bezoek aan het meer beloond wordt met een zéér
uitzonderlijk zicht. Maar aangezien we enorm gefascineerd zijn door zoutvlakten
was dit voor ons niet het meest ideale zicht. Het kwam ons dan ook ongelooflijk
goed uit dat het water serieus aan het wegtrekken is en dat we zo het beste van
beide werelden kregen voorgeschoteld; een zoutvlakte en verder op het gevulde
meer. Dat laatste gaf ons een zeer bizar beeld aangezien de horizon niet meer
te zien was en het water en de lucht gewoon één geheel vormde.
We hebben op deze plek het dieptepunt van onze reis beleefd
(tot 15m onder de zeespiegel) en dat je dan ook je zicht op de horizon verliest
dan ben je niet goed bezig ;-).
Het kamperen is hier geweldig met een volle maan die het
zoutmeer doet oplichten en zelfs schaduwen geeft. Wat een magisch plekje !
11-12-13/11
Na 3 lange rijdagen zijn we uiteindelijk in Birdsville
beland, een kleine stad midden in de outback. De hitte slaagt je hier weer rond
je oren, maar dat is niet anders dan de vorige dagen.
Onze ritten werden gebroken met een bezoekje aan de
zuidelijke kant van Lake Eyre (weer zéér mooi), een waterpond met veel vogels,
een zalige megahamburger in het fantastische Mulgarinna Hotel (waar we niet
geslapen hebben by the way, maar dat is een hotel gewoon gelegen in the middle
of nowhere) en een prachtig zicht op Lake Harry.
Op de Birdsville Track hadden we een serieuze creek
crossing voor de boeg, maar al goed kregen we daarbij de hulp van een kleine
ferry. Deze creek staat normaal gezien altijd droog, het was al 20 jaar geleden
dat de ferry nog in dienst was geweest. Maar door die zware overstroming vorig
jaar (in Brisbane) is al dat water de Cooper Creek in gelopen en bijna een jaar
later kan je nog steeds spreken van een zeer brede en volle rivier (op zn breedste 3km). Ik moet zeggen dat
dat wel indruk heeft gemaakt en je doet beseffen hoe erg die overstroming wel
niet geweest moet zijn.
De wegen (de Oodnadatta en de Birdsville Track) gingen van
zeer saai (letterlijk niets, maar dan ook niets te zien, knap voor een tijdje
maar op de duur heb je het er wel mee gehad) naar opwindend je weg banen door
de modder, met af een toe een emu, wat paarden en een kameel voor de
afwisseling, maar jammer genoeg heeft het saaie gedeelte de bovenhand gehad.
Neem daarbij de bakkende zon en de vliegen die je langs alle kanten aanvallen
bij elke tussenstop en je begrijpt dat het hoog tijd werd om even een rustpauze
te nemen.
We blijven dus een dagje extra in Birdsville om even de
batterijen terug op te laden (letterlijk en figuurlijk)en nog eens een goed douchke
te pakken.
Morgen rijden we nog wel even een stukje de Simpson Dessert inom
de Big Red te beklimmen en te bewonderen, de grootste rode duin, maar dat is
maar een klein ommetje vergeleken met de vorige dagen.
Daarna wordt het nog even kilometer vreten richting
Rockhampton, waar we Corneel, een vriend van ons, gaan verblijden met ons
gezelschap (hoewel verblijden,
Fien staat al helemaal te popelen om nog eens een goed gesprek te voeren
in het nederlands en meestal staat er dan geen stop meer op J . Wij kijken er in
ieder geval al naar uit! Hopelijk kunnen we daar wat genieten van een
zeebriesje en laten de vliegen er ons met rust.
14/11
De weg naar de Big Red was afgesloten omdat die nu voor
een groot stuk blank staat. We konden een alternatieve route nemen maar dat was
niet zo evident. We kregen een vlag om aan onze bull bar te binden, een kopie
met de getekende route, veel waarschuwingen (neem voldoende eten en water mee,
heb je problemen blijf bij je auto, hou je klaar voor extreme hitte, je krijgt
van ons 5 uur de tijd om hier terug te zijn (voor onze veiligheid, anders
werden er hulptroepen gestuurd),
) en nog de laatste instructies om over duinen
te rijden.
Wat een gemakkelijk ritje van 37 km zou geweest zijn, werd
nu een uitdagende route van om en bij de 60 km. Ik was er niet al te gerust in,
maar Luc was niet meer te houden en al gauw waren we op weg. De modder was soms
een grotere uitdaging dan de duinen, maar al bij al was het nog te doen. Luc
zijn ogen fonkelden de hele tijd en toen we de Little Red aankwamen, was er
geen stoppen meer aan en
14-11-2011 om 06:53
geschreven door Filuti 
|