Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.
Op avontuur in Australië
met ons gezinnetje op pad
05-12-2011
Auto en kerst perikelen in Yeppoon
03-05/12
Een rustig weekendje in Yeppoon doorgebracht om oa onze
laatste weken te plannen. We hadden ook afspraak op maandag om onze auto te
laten nakijken dus daar moesten we ook op wachten.
Trouwens van laten wachten kennen ze alles van hier in de
garage van Yeppoon. Om 8u s morgens moest de auto binnen zijn met de
mededeling dat hij rond de middag wel klaar zou zijn. Even verder op ligt er
een kleine shoppingcenter waar we onze wachtuurtjes nuttig zouden besteden door
onze kerstcadeautjes te kopen (ja, ja, we zijn er vroeg bij, maar Fien was niet
meer te houden met al de kerstversiering die hier al hangt). Maar die paar
uurtjes werden meerdere uren en pas rond 16u30 kregen we het verlossende
telefoontje dat we de auto mochten komen ophalen. We konden nergens heen
aangezien we wel wat uit het centrum lagen en dus hebben we een behoorlijk
saaie dag kunnen doorbrengen in shoppingcenter waar weinig te beleven valt.
Maar goed, onze auto heeft onze laatste breakdown blijkbaar
toch goed doorstaan dus kunnen nu we zonder problemen verder rijden. We moeten
nog wel eens een garage opzoeken om tegen het einde onze remblokken achteraan
te laten vervangen wat wel een tegenvaller is maar niet abnormaal natuurlijk na
ongeveer 20000 km. Maar goed een auto willen verkopen met versleten remblokken
zal niet zo veel succes hebben dus moeten we nog maar eens even door die zure
appel heen bijten.
En nu we het toch over de auto en kerst hebben; we kunnen
met trots ;-) aankondigen dat wij nu in het bezit zijn van de enige echte
KERSTAUTO !!!! Gouden ballen, gouden slingers en kerstmutsen, onze auto
glittert en blinkt binnenin dat het geen naam heeft. Tja als je geen kerstboom
kunt zetten en je hebt een kleuter bij die wanhopig graag echt kerst wil vieren
dan moet je je fantasie maar wat gebruiken.
Morgen rijden we naar Mon Repos, een schildpad conservatie park,
om hopelijk s avonds schildpadden te kunnen zien die aan land komen om hun
eitjes te leggen. We kijken er alvast naar uit !
Ons tentje
heeft nog maar eens goed werk geleverd deze nacht want hij heeft weer een
behoorlijke onweersbui met de daarbij horende hoosbuien perfect doorstaan. We
sliepen echt op een campsite met een view. De tent uitstappen, hoofdje draaien
en je kreeg een magnifiek zicht op de onderliggende vallei met de beboste
bergen er rond en de optrekkende wolken zwevend daartussen. Je kunt op een
slechtere plek ontwaken.
Luc had het
schitterende idee om een kleine wandeling te maken in Eungella NP om onze dag
goed te beginnen. Dit is een heel andere kant van Australië, zeer groen, met
veel regenwouden en bossen.
De bossen
spreken me erg aan om in te gaan wandelen, de regenwouden iets minder daar ik
tijdens vorige reizen in de jungle een fobie heb gekweekt voor één van de meest
irritante én enge junglebewoners naar mijn mening: de bloedzuigers.
Je kan
perfect in een regenwoud gaan wandelen en er geen enkele zien maar dan moet je
je wandeling juist timen (hoe droger, hoe beter). En dat hebben we dus
duidelijk niet gedaan
Mijn ergste
vrees werd al snel waar gemaakt toen Fien de opmerking maakte: wat heb jij
daar een raar beestje op je broek! Ja, lap, het was zover. Slik . Luc heeft het
er af gehaald en dan maar verder wandelen. Ontspannen was er niet meer bij,
ingespannen naar de benen en voeten kijken des te meer. Nog een aantal
bloedzuigers verder met mijn kreten van afschuw wegslikkend (wil Fien niet
opzadelen met dezelfde fobie), hebben we maar besloten dat ik de wandeling in
een sneller tempo zou afleggen en dat Luc en Fien op hun tempo zouden
achterkomen. Op die manier heb ik mijn loopconditie dan nog maar eens getest en
ben ik op een sneltempo de jungle uitgelopen.
Zéér
irrationeel zon angst, maar daarvoor heet het dan ook een fobie. Pffffff .
Bij
aankomst hadden zowel Luc als ik nog zon onwelkome bezoeker in onze schoen en
raar maar waar, Fien bleek volledig gevrijwaard te zijn dachten we.
We hebben
op een picknickplaatske onze lunch genuttigd en dan even de schoenen terug aan
om naar de auto te wandelen. Fien was nog even aan het sukkelen met haar
bottinnekes toen ineens de rustige opmerking kwam: kijk , weer zon raar
beestje en dat gaat niet weg de bloedzuiger op haar vinger tonend. Blijkbaar
had er zich nog wel één stiekem in haar schoen genesteld ! We zijn geen van
drie gebeten, dus Fien weet ook niet wat die beestjes eigenlijk doen. We willen
dat ook zo lang mogelijk zo houden, want anders denk ik dat ze geen stap meer in
een bos wil zetten.
02/11
We hebben
deze nacht op een ongelooflijk goed uitgeruste gratis kampplaatske geslapen,
gelegen aan een mooi waterpoel met zeer veel vogeltjes (en véél kangoeroes maar
die waren zeer schuw waardoor we ze maar in de verte hebben gezien).We maakten al snel kennis met 4 jonge
Australiërs op trot met hun puppy rottweiler en Fien had de tijd van haar leven
met het dollen met dit speelse beestje.
Vrolijk en
wel werd de auto terug ingeladen om ons richting Blyfield NP te begeven, vlakbij
Yeppoon, de woonplaats van Steffi en Corneel. We hadden het plan opgevat om in
Blyfield een nachtje te blijven en zien of we daarna nog even in Yeppoon konden
verblijven.
Acht
kilometer verder werd er serieus roet in ons eten gegooid toen we een vreemd
geratel hoorde en er plotseling een verdacht schroeigeurtje onze neus
binnendrong. Zo snel mogelijk werd de auto aan de kant gezet (gelukkig zaten we
direct aan een restarea) en bij het stoppen kwam de rook uit de motorkap. Geen
goed nieuws !!!!
De koelvloeistof
bleek volledig weg te zijn en de vrees kwam op dat we de motor opgesmoord
hadden. Het indicatiemetertje van de koeling had niks aangegeven waardoor we
dus te laat hadden ingegrepen. Djuuu toch!!!!
De RAC werd
opgebeld (de wegenwacht) en die zouden anderhalfuur later arriveren met als
mededeling dat ze de auto waarschijnlijk zouden moeten slepen. Een anderhalf
uur is lang als er alleen maar worst case scenarios door je hoofd gaan, dat
kan ik je verzekeren.
Maar goed,
om een lang verhaal kort te maken, de mens kwam er na een anderhalf uur aan,
kapte liters en liters water in de radiator (dat er op een gegeven moment
vanonder weer uitstroomde) en startte de motor waardoor er plots enorm veel
water de lucht inspoot. Duidelijk dus, er was een darmpje gesprongen en al ons
water was er daardoor uit gelopen met alle gevolgen van dien. Maar goed, die
kerel had waarschijnlijk een tijdje in Afrika gewoond want na een kwartiertje
kullen heeft hij het probleem kunnen verhelpen en konden we weer op pad. We
moesten wel de motor in de gaten houden omdat hij niet zeker was of hij geen
schade had opgelopen. Maar we zijn zonder verdere brokken in Yeppoon geraakt en
wij hebben ineens dan maar een afspraak gemaakt voor een klein onderhoud om
alles nog eens te laten nakijken.
Ik denk dat
we veel geluk gehad hebben, anders had het een serieus kostenplaatje kunnen
worden.
Op dit moment nemen we eigenlijk een beetje vakantie in onze
reis. Onze dagen worden regelmatig gevuld met plonzen in een zwembad, springen
op trampolinekussens, een marktje afstruinen, beetje shoppen én kangoeroetjes
kijken.
We zitten nu in Cape Hillsborough, een plek dat vooral
bekend staat om zijn kangoeroes die op het strand komen.We hadden gehoord bij zonsop- en
ondergang, maar ter plekke bleek het alleen maar bij alleen zonsopgang te zijn.
Dus om het spektakel niet te missen, moesten we zeer vroeg uit de veren. De dag
er voor kregen we al een voorproefje van 3 kangoeroes en 4 wallabies (waarvan
eentje met een kleintje in haar buidel) die gewoon hier op de campsite aan het
smullen waren van het groene gras. Echt schitterend! Bij de kangoeroes kon je ontzettend
dicht bij komen, de wallabies waren wat schuwer. Fien vond het natuurlijk
allemaal geweldig en prompt werd de kangoeroe tot haar lievelingsdier gedoopt.
Ze was helemaal in haar nopjes toen ze zelf begon te springen als een kangoeroe
en zon beest haar van wat dichterbij kwam bestuderen.
De ochtend op het strand werd nog stukken beter door de
prachtige omgeving en de nieuwsgierigheid van de roekes. De eerste keer als
zon beest direct naar jou komt afgesprongen heb je het er echt niet mee, maar
eens je door hebt dat ze gewoon nieuwsgierig zijn en komen snuffelen, is het
echt wel een fijne ervaring.
Zo fijn dat we maar ineens besloten hebben om hier nog een
dag langer te blijven, zodat we vanavond en morgenvroeg nog van dit prachtig
wildleven kunnen genieten.
We hebben van op afstand ook mogen genieten van een wallabie
waarvan het kleintje uit de buidel kwam, wat rondsprong en daarna gezellig
terug in mamas buidel dook. Vooral dat laatste was echt prachtig om te zien !
Het voordeel van het rustig aan te doen en veel in de buurt
van een zwembad te zitten is dat je dus veel gaat zwemmen waardoor we Fien al
heel wat drempels hebben kunnen laten overwinnen in verband met water. Het is
nu al zelfs zover gekomen dat ze helemaal zelf in het diepe, zonder hulpmiddelen,
van de ene persoon naar de andere zwemt! Het is wel met de hondjesslag
techniek en haar kopje onder water, maar ze geraakt vooruit! Volgende stap is
de ademhalingstechniek, anders zal ze niet echt ver geraken, maar we doen het
beetje bij beetje. Het is nu een echte waterrat die met geen stokken meer uit
het water te krijgen is!
30/11
Een dag met enkele hoogtepunten: prachtige zichten van
kangoeroes en wallabies op het strand, Fien die van de kant in het diepe
springt en naar ons toe zwemt en de zeldzame platypus van redelijk dichtbij en
langdurig kunnen bewonderen in Eugenella NP. Kortom weer een dag om niet meer
te vergeten !
Welkom aan de oostkust van Australië
!! De sfeer die wie hier ervaren aan de Whitsunday kust is compleet
anders dan we tot hiertoe meegemaakt hebben. Hoewel het hier
vermoedelijk massaal veel drukker kan zijn, hangt hier een behoorlijk
toeristisch sfeertje, vooral gericht op de jongere reizigers die op
zoek zijn naar kicks, partys en zien en gezien worden.
Je leest het al, iets wat niet echt ons
ding is.
Komende van de westkust en de outback,
waar we vooral gezinnen, oudere mensen, de eenzame avonturier of vaak
zelfs helemaal niemand gezien hebben, is dit wel even wennen.
Maar goed, we zitten nu vlakbij het
befaamde Great Barrier Reef en met de Whitsunday eilanden als
background. Je kan op slechtere plekken zitten.
Het is afwegen wat we willen en kunnen
doen, want we hadden al gehoord dat het snorkelen (hoe vreemd het ook
mag klinken) niet echt geweldig is en dat je het Reef best vanuit de
lucht kunt zien. Je kan ook allerlei dure cruises doen, naar chique
resorts gaan, allerlei tourtjes doen naar de eilanden, je laten
afzetten op een eiland en er kamperen,
Maar je raadt het al, het kost allemaal
veel geld, dus keuzes moeten gemaakt worden.
De hoofdreden dat we naar hier zijn
gekomen is om het Reef vanuit de lucht te kunnen zien en dat hebben
we dan ook op het programma staan voor morgen. Hopelijk wil het weer
ook wat mee, want het is hier behoorlijk bewolkt en mistig op
momenten.
De temperaturen liggen wel wat lager
dan in de outback, maar de tropische luchtvochtigheid doet ons
behoorlijk zweten. Dat hebben we vooral mogen merken op ons
wandelingetje naar Mount Rooper waar we na een half uurtje drijfnat
van het zweet waren. Door de mistige zichten was het op zich geen
fantastische wandeling maar we hebben wel het geluk gehad dat er 3
reuzehagedissen op verschillende momenten ons pad kruisten en we hen
van redelijk kort bij konden bewonderen. Indrukwekkend !
We hebben nadien een duikje kunnen
nemen in de Lagoon, een kunstmatige pool gevuld met zeewater,
ideaal voor af te koelen met al deze tropische temperaturen.
25-26/11
Schitterend vluchtje gehad over de
Whitsunday Islands en het Great Barrier Reef !!!!!
Een vliegtuigje voor 7 passagiers, af
en toe wat zon en een prikkelende nieuwsgierigheid, meer heeft ne
hier mens niet nodig (buiten geld natuurlijk !).
De eilanden waren zeer mooi vanuit de
lucht met als hoogtepunt Whitehaven Beach met prachtige witte
stranden en immense uitlopers. Maar dan hadden we het beste nog niet
gehad. Het Reef was ongelooflijk, maar dan ook ongelooflijk mooi. De
kleuren, de schakeringen, de vormen, het was immens prachtig ! En
we hadden geluk dat de zon er boven scheen waardoor alles nog veel
mooier uitkwam.
De vlucht van een uurtje was veel te
kort en zeker het gedeelte over het Reef. Maar we hebben er intens
van genoten en bij onze hoogtepunten zetten van alles wat we in ons
leven tot hier toe gezien hebben.
Fien is na 10 minuten vliegen op mijn
schoot in slaap gevallen en is pas wakker geworden toen de wielen de
grond terug raakten. Zwemmen in de lagoon maakt meer indruk op haar
dan één van de meest magnifieke natuurwonders .
Na nog een lange 2 dagritten (1400 km) kwamen we
uiteindelijk aan in Rockhampton (Yeppoon) waar we verwelkomd werden door
Corneel en Steffi (en eindelijk eens niet door vliegen) in hun prachtig
stulpje, gelegen op een hoge helling van een heuvel.
Een zalig verkoelend zeebriesje waaide ons toe toen we de
auto uitstapten en de zichten waren prachtig. Een echt huis met een view waar
we ons al snel thuis voelden.
Het deed ons echt deugd om een huisje tot ons beschikking te
hebben en veel meer dan wat reorganiseren van de auto, een waske, uitgebreid
baden (in geval van Fien dan toch, 2,5 uur in bad zitten was niet
uitzonderlijk), plannen voor de komende maanden en relaxen kwam niet aan de
orde. De avonden werden opgevuld met gezellige babbels om daarna in een zaling
bedje te kruipen. Een echte verademing na 3 maanden in onze tent te kruipen.
Corneel is de trotse eigenaar van een prachtige zeilboot en
we zijn dan ook een weekendje gaan varen met het bezoek aan enkele eilandjes.
De heen tocht was nogal turbulentin onze ogen met schommelende golven en een zeilboot die serieus naar
één kant helde met de nodige misselijkheid als gevolg (Fien ging met volle moed
in de kajuit kleuren, maar na 5 minuten hebben we ze er terug uitgehaald,
lijkbleek en met de zweetdruppels plakkend op haar gezichtje). Maar met de wind
in onze haren en het zicht op de eilanden was(met blik op oneindig op de horizon voor de misselijkheid
onder controle te houden) was het toch een zeer fijn tochtje te noemen en Fien
was zo relaxed dat ze als een blok in slaap viel en pas 2 uur later wakker
werd.
Door het zelfvertrouwen en de ervaring die Corneel
uitstraalden tijdens het besturen van de boot voelden we ons allemaal al snel
op ons gemak ook al was de hellende boot iets waar ik me normaal gezien niet
echt comfortabel op zou voelen.
Na een 5-tal uren varen werd het anker uitgegooid in een
prachtig azuurblauw baaitje gelegen aan Humpy Island en gingen we met een
piepklein bootje aan wal. We maakten er een mooie wandeling met magistrale
zichten op de baaien en de andere eilanden. Het eiland had alles wat je van een
tropisch eiland verwacht; palmbomen, witte stranden en prachtig azuurblauw water.
Na de wandeling duurde het dan ook niet lang of Fien sprong het onweerstaanbare
water in met kleren en al en ze was er amper terug uit te krijgen.
We werden nog getrakteerd op een mooie zonsondergang
vooraleer we ons terug naar de boot begaven waar we de nacht hebben
doorgebracht. Het nachtje werd een ervaring op zich, niet door de schommelende
bewegingen op het klotsende water, wel door het schuiven over het koraal en het
raken van de zandbodem bij laag tij. De boot heeft het goed gehouden maar
Corneel heeft geen oog dicht gedaan vooraleer het opkomende tij de boot zijn
verankerde vrijheid teruggaf.
Na nog een bezoek een Great Keppel Island (wederom prachtig
mooi, wel een stuk meer toeristisch dan Humpy) konden we in alle rust
terugvaren naar het vasteland. Met de wind in onze rug was de terugtocht een
stuk rustiger en relaxter en was het 100% genieten geblazen.
Morgen gaan we terug op pad, maar het is moeilijk om ons los
te rukken van het comfort en de luxe die we nu ervaren. Maar de grove planning
is gemaakt en de auto staat in de startblokken dus tijd om te vertrekken. We
begeven ons naar de Whitsunday Islands om daar te genieten van de prachtige
zichten en rustgevende stranden (jammer genoeg kunnen we wel niet in het water
aangezien het seizoen van de stingers is begonnen en gaan zwemmen tussen
levensbedreigende kwallen is nu niet iets waar ik op sta te springen.
Blijkbaar is er iets misgelopen met het vorige berichtje en was deze nog niet volledig af. Bij deze de volledige tekst van 14/11. Ik voeg er ook nog een correctie van Corneel aan toe in verband met de overstromingen en het water in Lake Eyre. Blijkbaar hadden we verkeerde info gekregen en we willen het correct houden he. Waarvoor dank aan Corneel.
14/11
De weg naar de 'Big Red' was afgesloten omdat die nu voor een groot stuk blank staat. We konden een alternatieve route nemen maar dat was niet zo evident. We kregen een vlag om aan onze bull bar te binden, een kopie met de getekende route, veel waarschuwingen (neem voldoende eten en water mee, heb je problemen blijf bij je auto, hou je klaar voor extreme hitte, je krijgt van ons 5 uur de tijd om hier terug te zijn (voor onze veiligheid, anders werden er hulptroepen gestuurd),...) en nog de laatste instructies om over duinen te rijden.
Wat een gemakkelijk ritje van 37 km zou geweest zijn, werd nu een uitdagende route van om en bij de 60 km. Ik was er niet al te gerust in, maar Luc was niet meer te houden en al gauw waren we op weg. De modder was soms een grotere uitdaging dan de duinen, maar al bij al leek het nog te doen. Luc zijn ogen fonkelden de hele tijd en toen we de 'Little Red' aankwamen, was er geen stoppen meer aan en moesten we en zouden we naar boven rijden. Na 2 pogingen stonden we boven en werden we getrakteerd op magistrale zichten over de duinen, vlaktes en de waterplas.
Iets verder op was dan de 'Big Red' en daar had hij 3 pogingen voor nodig maar ook hier stonden we dan uiteindelijk boven. En wederom was het gewoonweg prachtig.
De terugweg verliep vlotjes en we waren een 15 tal km verwijderd van Birdsville, toen we relaxed achteruit gingen zitten met het gedacht dat we het zwaarste achter de rug zouden hebben gehad. Maar niks was minder waar, want even afgeleid en de verkeerde kant van de weg kiezen en lap daar stonden we vast in de modder. Muurvast, we konden geen kant meer uit. Oplossing: kalm blijven, platte stenen zoeken, graven in de modder met de handjes en uiteindelijk de banden wat platter zetten. Zo zijn we uiteindelijk dan na 3 kwartier ploeteren er uit geraakt en konden we opgelucht onze weg verder zetten. Fien heeft van al de commotie niks gemerkt want die lag rustig te slapen. Zelf zijn we wel trots op elkaar dat we het zo goed hebben aangepakt, we zijn een echt team !! En dat onder een temperatuurtje van 42°C !
Correctie overstroming:
...het water in Lake Eyre en de overstromingen in Brisbane (en Rockhampton) hebben niks met elkaar te maken...Het water van de overstromingen in Brisbane en Rocky ging recht naar de zee (ongeveer 40km verder), nadat ze eerder wat schade hadden aangericht in de steden. Het is moeilijk te vatten maar het water in Lake Eyre komt van nog verder, helemaal van het noorden van Queensland waar ze dit jaar Cycloon Yasi hadden...gigantische regenval en ook het jaar ervoor waren er veel overstromingen in het noorden...in normale gevalen stroomt dat water dan naar zee...maar daar dus niet in dit geval, via een netwerk van vele rivieren (channel country) honderden kilometers lang...het duurt weken vooraleer het water totbij het meer toekomt...
Coober Pedy was een belevenis apart. De mensen hier lijken
wel een andere soort, veel rauwer en gehard. Niet moeilijk in deze
levensomstandigheden, midden in de woestijn waar water, naast het opaal, hun
kostbaarste bezit is. De zomertemperaturen lopenop tot boven de 50°C (met vorig jaar blijkbaar een
uitschieter van 63°C !!) waardoor het dus logisch is dat de helft van de stad
onder de grond gelegen is. De waarschuwingsborden voor onzichtbare mijnschachten
in het open veld staan wijd verspreid langs de kant van de weg en serieuze
stofwinden laten alles opwaaien. Met andere woorden, er hangt daar een
bijzonder sfeertje.
De Breakaways een nabij gelegen natuurfenomeen was
inderdaad echt de moeite waard met prachtige gekleurde heuvels en bergen
gelegen in wijde landschappen. Voor Fien hadden we nog een verrassing in petto
en hebben we een bezoekje gebracht aan een kangoeroe weeshuis waar ze een
piepklein kangoeroetje kon aaien. Ze vond het geweldig.
We hebben na nog een ondergronds nachtje Coober Pedy gelaten
voor wat het was en zijn we naar een eerste uitzichtspunt (het meest
noordelijke)van Lake Eyre gereden. Eén van de slechtste wegen tot nu toe maar
de beloning die we er voor kregen was fenomenaal. Lake Eyre is een enorm groot
zoutmeer dat meestal gewoon één grote zoutvlakte is. Het is maar zelden dat er
water in staat. Maar door de overstroming in Brisbane vorig jaar is het meer
vol gelopen waardoor je bij een bezoek aan het meer beloond wordt met een zéér
uitzonderlijk zicht. Maar aangezien we enorm gefascineerd zijn door zoutvlakten
was dit voor ons niet het meest ideale zicht. Het kwam ons dan ook ongelooflijk
goed uit dat het water serieus aan het wegtrekken is en dat we zo het beste van
beide werelden kregen voorgeschoteld; een zoutvlakte en verder op het gevulde
meer. Dat laatste gaf ons een zeer bizar beeld aangezien de horizon niet meer
te zien was en het water en de lucht gewoon één geheel vormde.
We hebben op deze plek het dieptepunt van onze reis beleefd
(tot 15m onder de zeespiegel) en dat je dan ook je zicht op de horizon verliest
dan ben je niet goed bezig ;-).
Het kamperen is hier geweldig met een volle maan die het
zoutmeer doet oplichten en zelfs schaduwen geeft. Wat een magisch plekje !
11-12-13/11
Na 3 lange rijdagen zijn we uiteindelijk in Birdsville
beland, een kleine stad midden in de outback. De hitte slaagt je hier weer rond
je oren, maar dat is niet anders dan de vorige dagen.
Onze ritten werden gebroken met een bezoekje aan de
zuidelijke kant van Lake Eyre (weer zéér mooi), een waterpond met veel vogels,
een zalige megahamburger in het fantastische Mulgarinna Hotel (waar we niet
geslapen hebben by the way, maar dat is een hotel gewoon gelegen in the middle
of nowhere) en een prachtig zicht op Lake Harry.
Op de Birdsville Track hadden we een serieuze creek
crossing voor de boeg, maar al goed kregen we daarbij de hulp van een kleine
ferry. Deze creek staat normaal gezien altijd droog, het was al 20 jaar geleden
dat de ferry nog in dienst was geweest. Maar door die zware overstroming vorig
jaar (in Brisbane) is al dat water de Cooper Creek in gelopen en bijna een jaar
later kan je nog steeds spreken van een zeer brede en volle rivier(op zn breedste 3km). Ik moet zeggen dat
dat wel indruk heeft gemaakt en je doet beseffen hoe erg die overstroming wel
niet geweest moet zijn.
De wegen (de Oodnadatta en de Birdsville Track) gingen van
zeer saai (letterlijk niets, maar dan ook niets te zien, knap voor een tijdje
maar op de duur heb je het er wel mee gehad) naar opwindend je weg banen door
de modder, met af een toe een emu, wat paarden en een kameel voor de
afwisseling, maar jammer genoeg heeft het saaie gedeelte de bovenhand gehad.
Neem daarbij de bakkende zon en de vliegen die je langs alle kanten aanvallen
bij elke tussenstop en je begrijpt dat het hoog tijd werd om even een rustpauze
te nemen.
We blijven dus een dagje extra in Birdsville om even de
batterijen terug op te laden (letterlijk en figuurlijk)en nog eens een goed douchke
te pakken.
Morgen rijden we nog wel even een stukje de Simpson Dessert inom
de Big Red te beklimmen en te bewonderen, de grootste rode duin, maar dat is
maar een klein ommetje vergeleken met de vorige dagen.
Daarna wordt het nog even kilometer vreten richting
Rockhampton, waar we Corneel, een vriend van ons, gaan verblijden met ons
gezelschap (hoewel verblijden,Fien staat al helemaal te popelen om nog eens een goed gesprek te voeren
in het nederlands en meestal staat er dan geen stop meer op J. Wij kijken er in
ieder geval al naar uit! Hopelijk kunnen we daar wat genieten van een
zeebriesje en laten de vliegen er ons met rust.
14/11
De weg naar de Big Red was afgesloten omdat die nu voor
een groot stuk blank staat. We konden een alternatieve route nemen maar dat was
niet zo evident. We kregen een vlag om aan onze bull bar te binden, een kopie
met de getekende route, veel waarschuwingen (neem voldoende eten en water mee,
heb je problemen blijf bij je auto, hou je klaar voor extreme hitte, je krijgt
van ons 5 uur de tijd om hier terug te zijn (voor onze veiligheid, anders
werden er hulptroepen gestuurd), ) en nog de laatste instructies om over duinen
te rijden.
Wat een gemakkelijk ritje van 37 km zou geweest zijn, werd
nu een uitdagende route van om en bij de 60 km. Ik was er niet al te gerust in,
maar Luc was niet meer te houden en al gauw waren we op weg. De modder was soms
een grotere uitdaging dan de duinen, maar al bij al was het nog te doen. Luc
zijn ogen fonkelden de hele tijd en toen we de Little Red aankwamen, was er
geen stoppen meer aan en
De Old Andado Track was niet echt wat we er van hadden
verwacht hadden. De belofte van een mini Simpson Dessert met zandduinen die we
over moesten werd niet echt ingelost.
Maar het was niet omdat hij niet aan onze verwachtingen
voldeed dat hijop een andere
manier echt wel de moeite was.
Het begin was een beetje saai te noemen maar toen kwam het
volledige niets. Een enorme lege vlakte waar een weg door loopt en in de verste
verte niets te zien. Magnifiek ! En toen kwamen de duinen in zicht.Het waren geen kale duinen, ze waren
redelijk begroeit. Maar hun toppen staken er majestueus rood er boven uit en
dat was toch wel prachtig te noemen. Zeker toen we besloten om de auto aan de
kant te zetten en er eentje te beklimmen, werden we beloond met een prachtig
stukje natuur. Rode duinen, artistiek gevormd door de wind met aan weerszijde
vlakke landschappen. Het was op zn minst indrukwekkend te noemen.Het was een lange dagrit met als
einddoel de Old Andado, een verlaten Homestead in echt middle of nowhere waar
we ons tentje konden opslaan voor de nacht.
De Homestead is de eigendom van Molly een oude dame die er
niet meer woont, maar het heeft achtergelaten net alsof ze pas gisteren buiten
gewandeld is. Je kon gewoon in haar huis rondwandelen en van kamer tot kamer
lopen. De webben en het stof waren het bewijs dat deze woonst al een tijdje
niet meer in gebruik is, maar de bedden waren netjes opgedekt en de
voorraadkasten nog volledig gevuld. De antiqiteiten zouden zo in een museum
passen maar ze werden aangevuld door modern comfort zoals een broodmachine.
Echt zalig om er in rond te wandelen en ook Fien kreeg er niet genoeg van. Voor
haar leek het wel een poppenhuis in het groot.
We konden het toch niet laten om nog eens een duin op te
klauteren en Fien vond het gewoon super om deze mooie rode natuurwonderen te
beklimmen. Zo super dat ze ze wel van héél nabij wilde bewonderen. Wij vinden
het niet leuker om van zon duin in volle vaart naar beneden te hollen en we
wilden dit Fien ook wel eens laten doen. Luc deed het voor en met de camera in
aanslag stonden we klaar om dit op de gevoelige plaat vast te leggen. We waren
wel één ding vergeten te zeggen blijkbaar: dat je je evenwicht naar achter
moest leggen. Ze ging dus in volle vaart naar beneden om dan met haar buik plat
naar voor in het zand te crashen. We hadden dus letterlijk een zandvrouwtje in
ons midden. Ze kon er niet mee lachen, maar wij moesten toch even onze lach
inhouden toen we dat rode gezandstraalde snoetje zagen.
Maar na een kleine opknapbeurt konden we weer verder en tot
onze grote verbazing had ze geen schrik opgepakt en rende ze met Luc mee de
duinen af. Zonder accidenten deze keer.
Ons volgende stadium was Mount Dare, 100 km verwijderd van
Old Andado. Een korte rit vergeleken met de dag er voor maar dat was buiten de
variatie in landschappen gerekend. Eerst bleven de duinen nog even in zicht om
dan plaats te maken voor een prachtig moeras met veel vogels om vervolgens het
grote niets weer in te duiken om daarna, hoe vreemd het ook mag klinken, we
plotseling door een soort bos aan het rijden waren. Regelmatig werden de
landschappen doorspekt met grote kale klei vlaktes en de weg varieerde van
eindeloos recht tot smal, bochtig en kronkelend een plezier voor de 4x4
chauffeur blijkbaar. Een magnifieke rit dus die naar meer smaakt.
06-07/11
We vervolgde ons weg richting Oodnadatta met een omweg via
de Dailhousie Springs, een warmwatermeer waarin je blijkbaar zalig kon zwemmen.
De weg er naar toe was redelijke rough road met veel
stenen en zéér modderige, glibberige plassen waar je beter langs dan door kon
rijden. Eén keer moesten we er wel half door en met de linkerkant op het droge
en de rechterkant door de plas beleefden we even een spannend moment toen de
banden hun grip verloren en de auto begon weg te schuiven. Maar dankzij Luc
zijn stuurvaardigheid zijn we niet vast gereden en konden we onze weg verder
zetten, de eerst 5 minuten met gierende adrenaline in ons lijf welteverstaan.
Niet dat het zon een drama zou zijn geweest, maar vast rijden in een vettige
plas water om dan 1 of 2 dagen te moeten wachten op hulp is niet direct iets
waar je op zit te wachten.
Dailhousie Springs waren leuk om te zien en voor warm water
liefhebbers een must, maar als het 36°C buiten is dan heb ik niet zoveel zin om
in een bad van 38°C te duiken. Dus zal dat eens voor een andere keer zijn.
De weg daarna werd er niet beter op en de plassen volgden
elkaar op. De natuur onderweg was met momenten wonderbaarlijk mooi en deed ons
op een gegeven denken aan de hoogvlaktes in Chili en Bolivië. Ook oneindige
leegtes passeerden ons oog en een indrukwekkende kleipan kregen we er als bonus
boven op. Maar het was een lange rit en vermoeid hebben we onze onze tent op een indrukwekkend mooi
verlaten kleipan neergepoot.
De volgende stop was de Painted Dessert en zoals de naam het
beloofd, het was een kleurrijk schouwspel. Bergen in allerlei schakeringen
rood, oranje, geel en wit, een plek dat je tot inspiratie brengt. Wel geen
plekje schaduw te vinden (en geloof me, het is hier zéér warm) dus zijn we 13
km verder gereden naar een Homestead om daar de namiddag zwetend in de schaduw
door te brengen. We brachten de tijd gezellig pratend door met onze naaste kampeerders
en Fien vond het zalig onder de koude douche. Maar lang mocht die pret voor
haar niet duren want we werden gewaarschuwd voor een familie Redback Spiders
die zich in de douche en toiletcabines bevonden. Een behoorlijk gevaarlijk
spinnetje, als je er niet op tijd bij bent, kan je aan een beet sterven. De
dame nam me mee op pad en prompt sloeg ze met haar slets 4 van die aardige
beestjes dood. Mijn ogen groot wordende en een prop weg slikkende nam ik een
kletsnatte, vragende Fien uit de douche (de dame ging nog eerst even de
handdoek uitschudden voor het geval dat, slik) en het toilet en de douche
werden enkel nog uit pure noodzaak met de nodige argusogen betreden. En daar
betaald ne mens dan $20 voor !
08/11
Een warm ochtendwandelingetje door de magistraal mooie
Painted Dessert en daarna verder naar Coober Pedy, een mijnstadje dat vooral
bekend staat voor zijn opaal.
De weg er naar toe was met momenten behoorlijk saai, maar op
een gegeven moment waanden we ons in een andere wereld toen we door de befaamde
Moon Plains reden. De naam zegt het zelf, we waanden ons even in
niemandsland. Niets maar dan echt niets was er te zien en hoe vreemd dat dat
ook mag klinken, dat was de moeite ! Voor de filmliefhebbers onder ons, de
bekende Mad Max films zijn hier opgenomen.
We hebben ons gesetteld in een ondergrondse camping (!) wat
wel ongelooflijk deugd doet met de hoge dagtemperaturen die ons omgeven. Coober
Pedy staat heel erg bekend voor zijn ondergrondse huizen omdat de temperaturen
in de zomer (overdag) behoorlijk kunnen oplopen en in de winter (s nachts)
onder het vriespunt kunnen gaan. Onder de grond wordt een constante aangename
temperatuur van een 25°C behouden wat in deze omstandigheden gewoonweg ideaal
is.
En dan vinden ze een ondergrondse camping uit, waar wij nu
volop van kunnen genieten. Morgen gaan het stadje en zijn omgeving verkennen
maar nu gaan we eerst genieten van een zalige nacht onder de grond.
Alice
Springs had nog een verrassing voor ons in petto: het kon er koud en zeer nat
zijn ! We hadden wel eens een regenbuitje verwacht en dat het s nachts koud
kon worden, dat wisten we ook al. Maar nu moesten de truien terug gezocht
worden en de regenjassen bovengehaald. Hoe snel het kan gaan van oncomfortabel
warm, en snakken naar wat koudere temperaturen, tot oncomfortable koud en nat
en je echt niet meer begrijpt waarom je het persé kouder wilde hebben J.
De route
werd uitgestippeld (het wordt een serieuze outback tour), de inkopen gedaan en
de auto terug georganiseerd. Het werd het moment om afscheid te nemen van onze
vriendin en reiscompaantje Annemie die zich richting Adelaide begeeft om dan
met een vriendin verder te reizen.
Maandag
hadden we heel de dag en nacht regen op ons dak, dinsdag droogde het op en
woensdag waren we van plan verder te trekken. Maar, verantwoordelijke reizigers
dat we zijn, belden we, nadat we afscheid genomen hadden van Annemie, voor een
update over de staat van de Old Andado Track, de weg die we eerst gaan inslaan.
De mens vertelde ons dat de weg er glibberig en nat bij lag en dat we best nog
2 daagjes wachtten voor we er ons op begaven.
We wilden
geen onnodige risicos nemen en hebben naar de man zijn raad geluisterd waardoor
we twee dagen later dan gepland Alice Springs verlaten. Het gaf ons nog een
extra dagje met Annemie die zich nog een dagje bij ons heeft gevoegd.
Onze laatste dag bij Uluru leverde een
magistrale zonsopgang op, maar de rest van de dag was grijs en bewolkt. Van de
zonsondergang hadden we dus dan ook niet al te veel verwachtingen, maar hoewel
het fel rood kleuren van de rots uitbleef werden we toch getrakteerd op
spectaculaire beelden. Donder en bliksem vulden de lucht en dat met zicht op
Uluru, weer eens iets helemaal anders.
Zonder het te weten hadden we een illegaal mee
in onze koffer zitten wat bij het openen van de kofferbak wel even schrikken
was. Gelukkigging het om een
klein onschuldig muisje en al snel liep het beestje weer de vrije natuur in. De
tent opzetten was deze keer geen sinecure want een serieuze stormwind deed de
tent al kanten opwaaien (we zaten op een gratis camping, 25 km van de officiële
camping van Uluru, waar je maar 24u mag blijven staan, dus elke ochtend in het
donker tentje opbreken en elke avond in het donker tentje weer opzetten. Het is
bush kamperen zonder enige faciliteiten). We hadden gehoopt op een rustige
nacht en eindelijk eens wat langer slapen, maar dat was buiten de wind en de
lek in onze luchtmatras gerekend, waardoor we 2 keer de tent uit konden om onze
matras weer op te blazen.
Onze volgende stop was Rainbow Valley, naar
horen zeggen een prachtige rotsformatie die schitterend kleurt bij
zonsondergang. Naar mijn bescheiden mening eerder een rots gedeeltelijk in puin
die zijn gloriedagen eeuwen geleden had. Maar we werden toch getrakteerd op een
kleine zonsondergang (tussen de wolken door) en zagen we een glimp van hoe het
kleuren van de rots zou kunnen zijn. En dat was toch wel de moeite. Trouwens de
vliegen waren hier ook de moeite en echt vreselijk irritant. We hebben het
ondertussen wel gehad met die beesten.
Onze laatste stopplaats voor we Alice Springs
terug indoken was Chambers Pillar, weer een bijzonder rotsformatie in de vorm
van een pilaar met de nodige historiek er achter.
De weg er naar toe (een 4x4 weg) was magnifiek
en kronkelde zich tussen prachtige landschappen. De lucht zorgde voor de nodige
dramatiek (wolkeloze luchten liggen al een paar dagen achter ons) en het eerste
zicht op Chambers Pillar was indrukwekkend. Het bleef te bewolkt voor een mooie
zonsondergang maar het zitten onder zachte regendruppeltjes aan ons eigen
kampvuur maakte veel goed. s Ochtends werden onze eigen geurtjes verdoezeld
(meer dan een week bush kamperen, ik kan je verzekeren dat je er dan niet al te
netjes meer uit ziet) door de gerookte kampvuur geur en we konden allemaal nog
eens opgelucht ademhalen J. De mieren maakte ons hier het leven wat moeilijk (je kon gewoon geen
2 seconden op dezelfde plek blijven staan of je had een boel van die kleine
miertjes op je voeten en eten was nog een grotere ramp, elke poging tot eten
leverde de nodige invasie van deze kleine beestjes op) waardoor we de volgende
ochtend niet te lang bleven hangen en ons terug richting Alice Springs begaven.
Een prachtig draakje (soort hagedis) zoekend naar een zeldzaam zonnestraaltje
lag te zonnebaden op de weg en liet zich onverstoorbaar langs alle kanten
fotograferen. Fien haar opmerking was schitterend: Dat is precies een
abornigal, die heeft ook allemaal van die kleuren en stippen op zijn rug en
toen het beest al de aandacht beu werd en de bosjes in liep zie je wel dat hij
een abornigal is, hij loopt zelfs zoals een abornigal danst J.
De laatste 12 km op de dirt road was er
blijkbaar te veel aan en een of ander projectiel scheurde onze achterband open
waardoor we onze eerste lekke band konden vervangen.
De enige die er ongelooflijk happy onder was,
was ons Fien die stond te dansen op de verlaten weg. Hoe vervelend het ook was,
ik kon er de charme wel van inzien: de vuile jeep aan de kant van de weg, een
kapotte band, een ongelooflijke dramatische lucht en een klein figuurtje
dansend op een eindeloze weg.
Minder charmant zal de rekening achteraf zijn L
Nu zitten we dus in Alice Springs, een
ongelooflijke koude bewolkte regenachtige dag, niet te doen. Ik schat rond de
18 a 20 °C, voor ons dus heel koud. Fien vroeg deze morgen zelfs naar
handschoenen. Ik denk dat wij thuis nog een heel koude winter voor de boeg gaan
hebben.
De komende dagen trekken we terug de verlaten
outback in. Dus reken er maar op dat het terug een tijdje gaat duren voor je
iets van ons gaat horen.
We gaan via de Old Andado Track naar Mount
Dare om van daaruit via de Oodnadatta Track de Birdsville Track te doen om ons
dan richting Rockhampton te begeven, de beschaafde wereld terug in.