Ik heb goed geslapen in mijn bungalowke op de camping. In feite is dat een goed alternatief voor een B&B. Voor dezelfde prijs beschik je over een kitchenette en kan je zelf eens kokerellen. Je hebt een ijskast en zelfs een diepvries: dus koele dranken en ijsblokjes voor de apero. Wat moet een mens meer hebben?
Bij het opstaan zie ik genoeg muggenbeten op mijn benen om een zalfke uit mijn apotheekzakje te halen. Gisterenavond zullen die beestjes zich als vampieren op mij hebben gestort en gulzig mijn bloed hebben gedronken. No big deal, denk je dan, maar ik reageer er wel een 'beetje' allergisch op. Een schoon zicht is het niet en ik ga er geen foto van op Facebook postensturen. Jullie zouden teveel lol hebben.
Na controle van het sympathiek mam'zelleke van de camping ben ik terug aangezet, richting Digoin. Ik heb er al een kamer gereserveerd via booking.com.
Een petit-déjeuner in een bar doet me deugd en ik koop en passant anderhalve liter water en wat fruit. De zon is heel vroeg van de partij en het warmt vlug op.
Ik volg het Canal du Nivernais: leuk fietsen daar, zo leuk dat ik vergeet op tijd af te slaan en ik heel wat meer kilometers aan mijn been heb. Ik ging het eens kalm aandoen...
Op de kaart werk ik een alternatieve route uit en met behulp van mijn gps rij ik zoals vorig jaar gewoon op de wegen, van dorp naar dorp.
Het is echt warm en ik smelt bijna weg op de fiets. In een dorpje zet ik me binnen in het café om wat te bekomen: ze hebben er airco. Er is geen kat meer te zien op straat, zo warm is het.
Vlak vóór Digoin heb ik een leuke ontmoeting met Montero. Hij draagt een petje van Portugal en hij praat honderduit over zijn 5 kinderen en 12 kleinkinderen. Montero is een echte family-man. Zijn kinderen wonen allemaal in de buurt en hij denkt er niet aan om terug te keren naar Portugal, ook al heeft hij er een huis waar hij in de zomer naar toe gaat. De hele familie komt daar dan op vakantie. Ik vertel hem van mijn blog en hij lacht wanneer ik hem zeg dat ik voor de lol zal schrijven dat hij de nonkel is van David (een ex-collega van mij), maar dat David het nog niet weet. Hij heeft gevoel voor humor, die Montero.
Het grappigste komt nog: op het ogenblik dat Montero telefoon krijgt van zijn vrouw, zie ik plots op het kanaal een plezierbootje passeren met op het dek een schoon meisje in bikini. Met een knipoog doe ik Montero teken dat hij eens moet kijken en met pretoogjes kijkt hij al telefonerend naar het schoon meisje en hij steekt zijn duim op naar mij ... Mannen onder mekaar hé.
Ik zwaai hem afscheid en vind iets later de hotelkamer die ik heb geboekt. Het heeft alles wat ik nodig heb, maar daar stopt het dan. Ik ga iets eten: une assiette charolaise met een pichet rode wijn uit de Maçonnais. Het duo Gee kom ik er ook tegen.
Ik voel de vermoeidheid opkomen. Ik moet binnenkort maar eens een rustdag inbouwen. Net als vorig jaar heb ik meer last van de warmte dan van de kilometers. Hilde zegt me 's avonds aan de telefoon dat het in Vlaanderen tot 30 graden gaat worden. Een hittegolf dus over heel West-Europa. Dat wordt dan nog meer puffen! Ik kruip vroeg in bed en ik slaap comme un bébé.
Vooraf: Séverine is inderdaad vorige week bevallen van een lief meisje Romée. Proficiat! Ik ben dat te weten gekomen via Facebook. Séverine heeft daar de eerste foto's gepost.
Ik heb goed geslapen bij Virginie ttz in de chambre d'hôtes van Virginie. Zij is gedienstig, maar ze is ook afstandelijk. Ze laat je met rust. Als je iets nodig hebt, dan heb je een belletje en dan komt ze af.
Van uitzicht heeft ze veel van het lief van mister Bean. Ge weet wel, die blonde met een antiek brilletje op haar neus, het haar in een dot, ouderwets gekleed als een seute en die in een bepaalde act met haar achterste tegen een rivaal van Bean stoot en dan Bean die zich tussen die twee wringt...
Mijn Virginie heeft zelfs een stemmetje van 'kweet nie, maar allè'. Maar zij is goudeerlijk: gisteren was het 45, vandaag 40. Zo staat het ook vermeld op het papiertje dat in de kamer hangt.
Ik verlaat Herry redelijk vroeg en ik fiets maar door want ik ben eigenlijk niet tot in Beffes geraakt en ik heb dus gisteren minder kilometers gedaan dan gedacht. Beffes is zo klein dat er zelfs geen aanduiding naar toe is. Bestaat het dorpje Beffes wel? Volgens de kaart wel. Beffes doet mij aan mijn vriend Petriek denken die er wel een heel plastische definitie op na houdt. Ge moet het hem maar eens vragen...
Ik koop een stuk 'paté de la campagne' in Marseilles sur Loire en een ficelle. Ik verlies er ruim een half uur; twee zuurpruim-francaises kopen vóór mij de helft van de slagerij op. Maar de vrouw van de slager is wel blij met die grote aankoop. Misschien is het wel voor een dorpsfeest? Of willen ze hun diepvries aanvullen?
Wat verder lokt een slimme winkelierster elke voorbijrijdende cyclotoerist met wat zeteltjes en tafeltjes in een hoekje, vlakbij haar winkeltje. Dat heeft alles wat een passant als ik nodig heeft. Ik ontmoet er François van Lyon, een etnoloog. Hij bestudeert de samenleving van rurale groepen in Bulgarije. Zijn tent is vannacht nat geworden en dat ligt nu te drogen op het trottoir. Van hem hoor ik dat er een camping in Decize is die bungalows verhuurt. Ik wil dat wel eens proberen. Ik heb in feite alles mee behalve een tent. Voor 40 heb ik zo'n klein huisje voor mij alleen. Het doet mij aan vroeger denken, aan ons huisje aan zee. Er zou ook een goede wifi-verbinding zijn. Dus ik hap toe.
Het blijft heel warm. Na een deugddoende douche ga ik om boodschappen. In een Intermarché koop ik het nodige voor vanavond: het wordt een flinke portie paella met een tafelwijntje.
Ik installeer mij op het terras van mijn bungalow en nog geen 50 meter verder zie ik Patrick Gee, de Zuidafrikaner, uit zijn tentje kruipen. Hij neemt van mij een foto dat ik prompt op Facebook zet. Nu we toch dicht bij elkaar logeren, nodig ik hem en Debbie uit voor een glas wijn. Na hun restaurant komen ze af. Ik heb niet veel in de aanbieding maar het wordt een gezellige avond waarin veel verteld wordt over hoe het leven in Zuid-Afrika is, over Vlaanderen en nog veel meer. Het is kwart voor elf en al donker eer die twee naar hun tent trekken. Het zijn vriendelijke en open minded mensen.
Ik krijg veel reacties binnen op mijn foto op Facebook. Bedankt hé.
Zeer goed geslapen. Het heeft 's nachts veel geregend. Ik trek mijn vensterke open met een benepen hartje. ..joepi, een helder blauwe lucht.
In het Office de tourisme van Gien zoekt een vriendelijke mevrouw ruim een half uur een B&B voor mij langs de route. Het is dezelfde mevrouw die me vannacht in bed heeft gestopt, ik bedoel de dame van wie ik het goede adres van Anne heb door gekregen.
Bij Anne was het trouwens dik in orde voor het ontbijt. Nadat ze haar kleinste zoontje bij de buurvrouw had gebracht (en het huis voor haar alleen had ), kwam ze bij mij zitten, nieuwsgierig naar de kaarten, de foto's, ... Ze had blijkbaar niet door dat de Eurovélo langs Gien liep. Ze heeft zelfs een kopie genomen van mijn simpel afstandstabelletje in Excel. Ik krijg gezelschap van haar klein grijs poesje. Een schoon katje in wording. Kortom, in Gien kan je volgens mij geen beter adres krijgen: 45 euro voor een mooie kamer, een eerste klasse ontbijt en Anne spreekt maar liefst 3 talen. Voor een Française kan dat tellen. Maar het is vooral Anne, een eerste klasse gastvrouw. Ik hoop dat ze veel gasten mag ontvangen. Haar site is https://sites.google.com/chambredhotesgien.
Ik neem afscheid van Anne, ik krijg een bemoedigend schouderklopje van haar en ik rij verder op mijne vélo naar Herry (ik denk aan Harry, een letter verschil, maar hij zit in mijn gedachten).
Herry is een onooglijk dorpje in Midden-Frankrijk, waar er niets, maar dan ook niets meer is, behalve een vieze bakkerin die mij een pizza baguette, een apero worst en een fles Sancerre wijn verlapt.
De tocht naar Herry verloopt trouwens heel vlot. Onderweg kom je 'le pont-canal du Briare' tegen: een techisch hoogstandje van 1890. Een heus kanaal boven de rivier, de Loire. Ge moet er maar opkomen, maar het wordt nog steeds gebruikt door kleine boten en pleziervaart.
Ik heb een vlotte tocht: goede benen, meewind en een paar vervelende Hollanders doen mij een strak tempo aanhouden.
Die Afrikaners heb ik nie gezien nie. Zadelpijn? Geen goed idee, vind ik, om zonder veel fietstraining aan een tocht van 3000 km in 5 weken te beginnen. Ge moet die al in de benen hebben voor je daar aan begint, zegt mijn huisdokter en hij heeft gelijk.
Vrienden, even iets terzijde. Ik heb een moment gespeeld met het idee in mijn reisverslag een fictief gezelschap op te nemen, zo in een magisch realistische stijl, maar dat plan laat ik varen. Een reisverslag moet weergeven wat er gebeurt, althans in mijn perceptie. Maar ik beloof het aan mezelf: ik zal ooit nog eens een boek(je) schrijven (om de wintermaanden mee te vullen of wanneer ik niet meer op de fiets kan reizen) en daarbij gebruik maken van het vele materiaal uit mijn blog. Een boek schrijven mag je trouwens niet te vroeg beginnen, zei Godfried Bomans ooit. Maar wie herinnert zich die nog?
Mijn fles wijn is ondertussen hier in Herry al half leeg (of is ie nog half vol) en het is nog maar 19.00 uur. De zon gaat langzaam onder, in de verte. Ik heb zicht op de rozen van Virginie, mijn gastvrouw voor vanavond, in de tuin van Le petit hérisson. En nu ik aan Virginie denk, hoe zou het met mijn ex-collega Séverine zijn? Is ze al bevallen van haar kindje? Dat moet toch rond deze tijd zijn?
Ik ga naar binnen, anders vragen ze me nog voor een apero en begint de carrousel opnieuw. Dan wordt het teveel, ook al is het deze keer geen pelgrimstocht.
Maar neen, het zijn maar mijn gedachten. Het is hier een tof rustig plekje. Ik ga goed slapen, ik voel het.
Morgen fiets ik verder, langs de Loire. Ik zal dan voorbij Nevers geraken denk ik.
via Jargeau, Châteauneuf, Germingy-des-Prés, Saint-Benoit, Sully
93 km (519-612), 9.30-17.00
Bewolkt, meewind, regenbuien 's avonds
___________________________________________
Ik heb dus maar matig geslapen. Waarschijnlijk iets teveel gegeten, denk ik. En Kurt heeft in de ochtend nog geen klein beetje doorgesnurkt. Ook genoeg gegeten? Jullie herkennen het wel: de pot verwijt de ketel ....
We ontbijten in een bar in het centrum. Het Office de tourisme is dicht en de kathedraal daarnaast ook. We kunnen niet veel doen en we keren terug naar het hotel. We pakken in en we nemen aan het hotel afscheid. Ik geef het cadeautje voor Hilde aan Kurt, zonder briefje. Weinig romantisch, vindt Kurt, maar ik zal Hilde wel een passend sms'ke sturen.
Ik bezoek nog vlug de kathedraal van Orléans en vind daarna vlot aansluiting op 'La Loire à vélo'. De wind zit in de rug en ik trap flink door, tot soms 30 km/uur. Ik haal zo een koppel Zuidafrikaners in: Patrick en Debbie Gee zijn van de oostkust van Zuid-Afrika. Ze fietsen 5 weken richting Wenen. Ze hebben ook een blog waar ze foto's en een klein verslagje op posten. Crazyguyonabike, zo noemt hun systeem. Ze zijn geland in Parijs en hebben dan de trein genomen naar Nantes. Met de fiets zijn ze naar de startplaats Saint-Brevin-les-Pins gereden. Ik vertel hen van mijn foto (je weet wel, achterwiel in het water) en vinden dat een crazy idea. Het zijn sympathieke mensen. Het is leuk met hen te praten: zij in het Afrikaans en ik het Vlaams. En we begrijpen elkaar!
Mijn tempo ligt wat te hoog voor de Gees en ze laten me verder fietsen. Ik wil vooral profiteren van de meewind. Ik zal ze nog wel zien want ze stoppen ook in Gien. Later kom ik inderdaad in Gien Patrick aan de camping tegen: ze hebben wat last van zadelpijn, zegt hij. Ik zeg bijna dat ik Debbie wel wil masseren, maar ik hou me op tijd in.
Na 40 km rijden hou ik pauze: een rustige picknick met zicht op de Loire. Nu Kurt op de trein naar Saint Brevin zit en ik op mijn eentje verder fiets, voel ik me stilaan weer op mezelf terugplooien. De trip samen met Kurt was OK, maar alleen fietsen heeft ook pluspunten: eigen tempo, je eigen zin doen in eten, slapen, ... en er is ook verschil in interesses, wat maar normaal is.
Tijdens mijn picknick passeert een dakloze mij en hij vraagt me geld. Hij zegt dat hij honger heeft en ik geef hem een stuk kaas, brood en een appel (ben voorzichtig hé Hilde). Een beetje teleurgesteld gaat hij verder. Het is precies de dag van de daklozen: deze morgen heb ik in een park van Orléans een slaapplaats van een dakloze gezien, weggestoken in de struiken. Ik denk aan huize Triest. Ook hier, vrienden, is er armoede. Geen dak boven het hoofd hebben is toch schrijnend in een welvaart zoals de onze.
Ik bezoek de kerk van Germingy-des-Prés: een juweeltje. Het is nog uit de tijd van Karel de Grote. Wat verder staat het klooster van Fleury, in Saint-Benoît. Daar ligt de Heilige Benedictus, stichter van de Benedictijnen, in een crypte begraven.
Ik boek in Saint-Benoit met de hulp van een charmant françaiseke van het Office de tourisme een kamer in Gien, nog 40 km verder.
De wind zit nog altijd goed in de rug; het gaat vlot vooruit. Ik kom in Gien een uur te vroeg aan.
Anne is een sympathieke gastvrouw en de kamer valt echt mee. Ze doet dit nog maar een jaar en haar B&B is nog niet zo gekend. Dus, vrienden, dit is een goed adres. Warm aanbevolen.
Na een spaghetti bij een Italiaan in de buurt en een beetje werken op mijn blog kruip ik in bed. Morgen probeer ik te boeken in het dorpje Beffes ....
Het ontbijt is maar kleintjes in 'La petite maison': brood, abrikozenconfituur en een kommetje kersen. Ik heb er wel goede verbinding en ik werk wat op de blog. Het is 9.45 voor ik het goed besef. En we moeten er weg om 10.00 uur. Ik raap snel al mijn spullen bijeen, ook die van de wasdraad. Stel je voor dat ik mijn onderbroek achterlaat.
De fietstocht is leuk om doen. Ik rij constant méér dan 20 km/uur. Ik heb wonderwel goede benen, na een avondje uit. Ik rij meteen door naar Orléans waar ik bij de prachtige kathedraal in een bar-restaurant een salade met eendeborst eet. Zo heb ik wat 'plaats' voor een meer uitgebreide menu 's avonds. Het zal nodig zijn, vrees ik, want het is Kurt zijn laatste dag.
Na de salade surf ik wat op internet en ik boek een hotelkamer, niet ver van het centrum en dichtbij het station. Voor een redelijke prijs: 54 euro.
Appart'city is vorig jaar benoemd tot beste hotel prijs/kwaliteit in Orléans. Het zal dan toch niet voor de ontvangst zijn. Dat soort hotels werkt met toegangscodes; bij aankomst is mijn code (nog) niet gevalideerd en ik moet buiten wachten. Uiteindelijk word ik binnen gelaten en verder geholpen door een ADHD-gevoelige receptionist. De kamer blijkt een studio te zijn: kitchenette, microgolf, ...
Ik plak er mijn kapotte binnenband, maar bij controle vertoont de band nog scheurtjes. Heeft het dan nog zin? Ik dump die binnenband, want ik krijg de reserveband van Kurt: hij heeft de binnenband morgen niet meer nodig. Een binnenband voor een pakje sigaretten...
Er is geen wifi op de kamer; dus kan ik ook geen verslag maken. Sorry mannen, ge gaat een beetje geduld moeten hebben.
's Avonds gaan we de stad in. Orléans is qua grootte een beetje als Gent. Hun 'Fêtes de la musique' lijken wat op de Gentse feesten. Ergens in een 'Donkersteeg' eet ik een Franse versie van een brochette géante. De spie met de stukken vlees hangt aan een haak op een staander. Brochette géante, de stichters van de senioren weten waarover ik het heb....
Er volgt dan nog een kaasschotel en een tarte tatin als dessert. Kortom, we eten nog eens goed, met alles erop en eraan. Het is de laatste dag voor Kurt en ik vier mee. Ik slaap niet zoveel. Zoveel eten 's avonds is niet goed voor mijn nachtrust.
Leonardo de tweede is leraar mechanica en fysica (een theoreticus dus) én onze gastheer van de chambre d'hôtes. Hij geeft ons uitgebreid uitleg over zijn project 'hoe voorkomen dat bomen hun bladeren verliezen' en over zijn boekjes waarin hij uitlegt hoe hij het gehemschrift van de echte da Vinci ontrafelde. Volgens mij is hij een groene zwever eerste klas die teveel tijd heeft en die eigenwijs zijn projecten aan de man wil brengen. Ik neem uit beleefdheid een papiertje met zijn gegevens mee.
In Blois babbel ik met Alain, een schilder die op zaterdag werkt (volgens mij is hij in 't zwart bezig). Alain is bijna op pensioen en wil daarna met een gîte beginnen. Hij is ook motard en hij reist met vrienden heel Frankrijk door. Hij wil niet dat ik een foto van hem neem. Is hij bang dat hij zou ontdekt worden of heeft hij schrik dat zijn geest in mijn gsm verdwijnt?
Voorbij Blois rij ik van de route en op een slecht stuk krijg ik op een grindweg platte band. Op een klein halfuur is de klus geklaard. Vorig jaar kostte me dat nog twee uur. Mijn cursus 'fietsherstelling' werpt zijn eerste vruchten af. Ik heb bijna gedaan als Kurt passeert. Hij assisteert mij met advies, gebaseerd op een Duvel en een Trappist van Westmalle... Hij heeft een goeie brief geschreven en gepost, zegt hij. Ik hoop het voor hem.
We komen aan in Beaugency en zoeken 'La petite maison' in de Impasse Oseille. We vragen de weg aan een vrouw uit de wijk maar die kent het straatje niet eens. We bellen Michelle, onze gastvrouw, op en die begrijpt het niet. Ze zegt dat het zever is en komt ons te voet oppikken aan het station. Het is inderdaad een paar straten verder. Onbegrijpelijk dat die trien met haar hond dat niet weet zijn. Bij Michelle is er ook een andere voisine, een kranige vriendin van 80 jaar. Michelle en haar vriendin zijn allebei weduwen. Kurt zegt dat die vriendin er is omdat ze dan met twee zijn als die venten (wij dus) komen. Het zou kunnen. Hoedanook, we worden vriendelijk ontvangen en het gastverblijf is inderdaad een klein huisje. Michelle is een vriendelijke gastvrouw die mijn vuile kleren van een week eens wil wassen. Ik moet wel zelf de was aan de wasdraad buiten ophangen. Geen probleem. Dat kan ik.
Beaugency is een charmant Frans stadje dat die avond volledig in de ban is van 'La Fête de la musique'. In heel Frankrijk is er op 21 juni heel wat te doen in alle dorpen en steden. Zo ook in Beaugency. Het is in feite een soort kermis en iedereen loopt er op zijn zomers in het centrum. De dirigent van een harmonie met veel jonge muzikantjes doet zijn uiterste best om een beetje deftige muziek te brengen. De ouders van die gastjes staan er allemaal rond en ze kijken vertederd naar hun jonge spruit. Op een ander plein zingt een Dana Winter wat oldies bij elkaar. Iedereen kent iedereen. Ik denk aan Zomergem; het is daar ook kermis (of is het een week later?). Ik zie verschillende Breugheltypes doorheen de straten struinen. Ze dragen T-shirts in gestreepte wit-beige balken over hun dikke buiken. Sommige van die forten zouden niet misstaan in een rugbyteam. Tsjoene zou met hen direct verbroederen, denk ik dan. Het is door die ambiance, de losse sfeer en het late uur dat ik een pakje Gauloises koop: bij een biertje past dat nu wel. Kurt is een beetje jaloers op mijn pakje sigaretten. Ik geef het hem als afscheid, want ik ben geen roker.
In ons klein huisje hangen een paar rieten punthoedjes uit Vietnam en ik denk aan Hilde en haar val van de fiets in Vietnam. Hopelijk komt dat allemaal goed.
Voor morgen moeten we maar 30 km rijden en dan zijn we in Orléans. De dag daarna gaat Kurt met de trein terug. Ik ga een rustdag nemen, denk ik.
Ben al om 7.00 wakker. In de veranda werk ik mijn blog bij. Alleen op die plek heb ik Wifi-connectie. Ik neem afscheid van Bernard en Françoise. Ik reserveer opnieuw via internet een B&B in Mesland, ongeveer 5 km van de route af.
Met Kurt spreek ik af in Mesland tegen 18.00 daar te zijn. Elk fietst zijn tempo en stopt wanneer hij wilt. Ik heb hier geen probleem mee. Ik ben gewoon van alleen te fietsen en ook Kurt heeft het liefst zo.
Via een mooi fietspad kom ik deze keer vlot tot in het centrum van Tours. Vorig jaar heb ik er een baaldag gehad: rugzakje zoek, snikheet, geen slaping, geen tijd om de kathedraal te bezoeken...
Nu is alles goed: ik bezoek de kathedraal, ik neem de foto's die ik vorig jaar wou nemen. Ik zal die opnemen in mijn presentatie voor het VLAS (Vlaamse actieve senioren) van Zomergem ergens in oktober. Op een even vlotte manier rij ik Tours uit. Mijn 'zwarte beest Tours' is getemd.
Over de middag eet ik een pizza 'une reine': ik denk aan ons Mathilde en Filip (of is het Philippe?).
Over de route 'La Loire à vélo' valt niets op aan te merken: De Fransen hebben kosten noch moeite gespaard om de route aantrekkelijk en toegankelijk te maken voor een breed publiek. In augustus (de vakantieperiode van de Fransen) kan het er dan behoorlijk druk zijn. Hele families met kinderen fietsen stukken van de route af. Je kan bijna niet verloren rijden. De bewegwijzering is heel duidelijk en héél frequent. Kaarten en gps heb je in feite niet nodig. Je rijdt afwisselend op grind of asfalt. Enig minpunt is het feit dat het pad soms niet meer is dan een sentier. Bij regen verandert dat dan in modder, maar daar heb ik dit jaar geen last van gehad.
In Amboise is er een marktje; ze verkopen er streekproducten. De marktventers zijn verkleed in middeleeuwse klederdracht. Wat verder zorgen volksdansers muziek voor een passende animatie. Het kasteel van Amboise dient als decor. Het is er gezellig. Ik koop een klein cadeautje voor Hilde; Kurt wilt dat binnen enkele dagen meenemen naar huis.
Ik bezoek in Amboise ook het pand waar Leonardo da Vinci zijn laatste jaren heeft geleefd. Kortom, ik verlies veel tijd en na een vermoeiende rit door de wijngaarden kom ik pas om half zeven aan in het 'Domaine de prieuré'. De ingang is een klein poortje naast de kerk. Er is geen table d'hôte besproken en er is geen restaurant open. In een café kunnen we alleen frieten met mayonaise eten. Deze Vlaamse maaltijd spoelen we door met een eerste fles rode wijn. Een dronken Christophe komt erbij zitten. Wat later arriveert er een groepje uit Lille. Een blond, kortgerokt meisje showt haar vele tatoeages: op elke bil heeft ze een blauwe vlinder en op haar kuiten nog andere versiersels. Laat dat eens oud worden. 't Zal een schoon zicht geven. Morgen is het 'Fête de la musique' in Frankrijk en Christophe geraakt in hogere sferen. Zonder ons iets te vragen brengt hij ons al een derde fles. We gaan op tijd naar bed. Om erger te voorkomen...
Christian van 'Le petit hureau' heeft voor ons een goed ontbijt klaargemaakt. Zijn biologische wijn van gisteren was ook goed: we hadden geen koppijn bij het opstaan.
Kurt wil Chinon bezoeken, ik heb dat jaren terug al bezocht. We keren de rollen om. Via internet zoek ik iets in Betheray en we boeken meteen, maar we mogen er pas om 18.00 uur zijn. Dit wordt een rustige fietsdag. Voor mij komt dat goed uit. De klim gisteren heeft mijn knie geen deugd gedaan. Ik zal vandaag wat meer stops inlassen. Ik passeer de camping waar Hilde en ik in een cabane hebben geslapen. De slechte weersomstandigheden deden ons toen vroeger naar huis gaan. Nu is het hier stralend zomerweer.
Ik pin onderweg cash geld: in Frankrijk kost een dagelijks verblijf in de betere chambre d'hôtes tot gauw 50 euro/pp., als je kunt boeken voor twee. Single kost het nog meer.
En mijn scheerborstel heeft het na 30 jaar laten afweten. Net als bij zijn baasje valt zijn haar uit. Ik moet uitkijken naar scheerschuim. Anders loop ik er binnen enkele dagen erbij als een voyou.
"Hihi, je rijdt ook met een Koga", hoor ik plotseling achter mij. Koos, een Zeeuw, fietst al 24 jaar en heeft al overal geweest (Polen, Noorwegen, Oostenrijk, noem maar op). Koos geeft mij een wat zonderlinge indruk: zijn lang wit haar en dito lange baard benadrukken dat nog meer. Na een tijdje heb ik schoon genoeg van zijn onnozele opmerkingen over de Belgen en ik laat hem verder rijden.
Enkele minuten later komt Kurt langs. Het kasteel van Montsoreau (hoezo, hij ging toch naar Chinon?) is hem niet meegevallen. Hij bestelt hem op een terras andouillette met puree. Mijn maag kan dat niet verdragen, maar voor hem is dat een delicatesse.
En dan begint die rit doorheen de wolken donderbeestjes. Man, is dat ambetant. Ze kruipen tot in uw neusgaten. Ook het weer slaat precies wat om: onweerswolken dreigen in de verte. Ik zoek in Brehemont een schuilplaats bij een frisse cola light, maar de regen komt er niet echt door. Het blijft drukkend warm. Ik kom aan de bewuste brug in Savonnière. Op de kaart van Kurt stond die brug; op mijn kaart niet. Nu goed, we kunnen nu via die brug gemakkelijk tot bij onze chambre d'hôtes geraken. Iets later arriveert ook Kurt. Hij heeft zojuist een koerske gedaan met een groepje wielertoeristen, zegt hij, en ze zelfs even uit het wiel gereden. Hij was wel daarna bekaf. Zijn glorie was van korte duur, maar het was voor hem toch een leuk moment. Vooral de nijdige reactie van één van die wielertoeristen zal hem bijblijven.
Terwijl we genieten van een Affligem zeg ik nog:" Kijk, die madam draagt een voile over haar kleren om weg te steken hoe dik ze wel is". 't Is toch wel onze gastvrouw voor vanavond zeker! Ze verstaat gelukkig geen Nederlands. Kurt denkt zelfs dat ze zat is en vreest voor zijn avondeten. Hij heeft alweer honger?! Man, die kan eten.
In deB&B maken we kennis met Françoise en Bernard. Die rijden met de tandem stroomafwaarts. Een sportief stel, afkomstig van Duinkerken, allebei op pensioen. De tandem is een Cannondale van Amerikaanse makelij. Om de linkertrappers gelijk te houden heeft Françoise ze verbonden met een witte elastiek. Een prima idee. Als ze goed doortrappen halen ze 50 km/uur. Na het avondeten blijf ik met die twee nog wat babbelen. Het wordt een gezellige avond bij een glas wijn.
Ik heb in het begin wat gesnurk, zegt Kurt. Ik wil het deze keer geloven.
Die Annie is een zotte konte. Bij het ontbijt zegt ze de reïncarnatie te zijn van onze Jan van Eyck (Lam Gods) en een uurtje later zegt ze dat ze in een vorig leven ook nog een 'chef indienne' is geweest...
Nu, dat doet niets af van haar onthaal en logies. Die zijn dik in orde. Tijdens het ontbijt zegt Kurt tegen mij dat we toch maar met ons gat in de boter zijn gevallen. Die Annie wil natuurlijk weten wat hij zegt en na vertaling vindt onze gastvrouw dat het een 'erotisch gezegde' is. Ik wens Kurt veel succes, niet luidop natuurlijk. Annie is ook een goe jonk. Ik mag van haar een uur langer op internet bezig zijn en dus kan ik mijn blog eindelijk eens bijwerken.
Alles zet zich in gang zoals gisteren: Kurt is zoals gewoonlijk veel vlugger klaar met inpakken en ik heb van mijn kant altijd van alles bij elkaar te zoeken. Mijn dagelijkse medicamenten zijn deze keer zoek.
Dus Kurt vertrekt veel vroeger dan ik. Wij spreken af dat we mekaar zien in de buurt van Saumur. Hij zal daar slaping zoeken.
Sinds gisteren heb ik aan mijn fiets iets vervelendst voor: bij elke trap op het rechterpedaal hoor ik een tik (of meerdere tiks). Gisteren kreeg ik het op mijn heupen, maar ik kon het niet verhelpen.
Vandaag ben ik dan maar in mezelf melodietjes beginnen verzinnen op het ritme dat mij door de fiets wordt aangeboden. Soms zijn het 2 tikjes (mars), of 3 tikjes (wals), of nog meer. Het is een spelletje met mijn fiets.
Deze morgen passeer ik twee keer een Nieuw-Zeelands koppel Jeannette en Filip. Ze zijn naar eigen zeggen beginners op de fiets. Bij hellingen lopen ze inderdaad naast hun fiets. Fietsen in Nieuw-Zeeland is moeilijk; er zijn geen fietspaden zoals bij ons en dus zijn ze veel minder gewoon van op de fiets te zitten.
Ik heb ook vandaag weer van die nostalgische momenten: ik picknick op hetzelfde bankje als twee jaar geleden toen ik met Hilde langs de Loire fietste. Nu is Hilde er deze keer niet bij en ik mis haar wel.
Maar de Loire is nog niets veranderd. Net als twee jaar terug kwaken de kikkers op dat plekje dat het een lieve lust is.
Iets later heb ik een babbel met Paul. We staan te kletsen onder een hoge spar, van wel 300 jaar oud, zegt hij. Paul heeft een goedlachs gezicht en lijkt met zijn snor een beetje op Obelix. Hij is 80 jaar, maar hij ziet er maar 65 uit. Dat vindt hij supèr. Ik moet verder; anders stond ik er nog. "Alors, bon voyage", zegt hij, en hij gaat kersen trekken in zijn tuintje. Ik denk aan papa en de kerselaar...
Kurt stuurt mij een adres door. Deze keer verblijven we in 'Le petit hureau', iets voorbij Saumur. Mijn gps zoekt mij de kortste weg. Het leidt me via een heel steile klim langsheen het bekende kasteel van Saumur. Er volgt dan een aartsgevaarlijke afdaling tussen de wijngaarden. Trillend op mijn benen kom ik aan de B&B. 85 km op de teller.
's Avonds eten we elk een meeneempizza bij een fles rode Anjouwijn. We hebben goed geslapen.
Onze Poitiers-gast heeft vannacht liggen ijlen. Hij zou onder andere gezegd hebben: "Ça sera trembler les murs!".
Volgens Kurt had hij het over mijn gesnurk, maar ik zou Kurt niet zo maar geloven. Sinds ik vermagerd ben en aan sport doe, snurk ik niet meer tenzij ik wat gedronken heb.
Hoedanook, ik ben al wakker om 6 uur en ben vroeg gaan ontbijten. Op de kamer is het niet aangenaam: de vier heren op mijn kamer liggen nog onder elkaar gezellig verder te snurken in een vunzig geurtje. Ik krijg er hoofdpijn van.
Als we 's avonds aankomen bij onze volgende B&B, horen we dat de vorige nacht in Nantes een hevige brand zou gewoed hebben in de kathedraal van Nantes. Van die catastrofe hebben we niets opgemerkt.
Zoals afgesproken rijdt Kurt al meteen door. Ik ga het Jules Vernemuseum bezoeken.
Het huis van Jules heb ik gezien, maar het is toch wel gesloten zeker. Elke dinsdag in de periode van september tot eind juni. Potverdorie, dat is een tegenvaller. Ik neem een foto van het standbeeld van kapitein Nemo (20.000 mijlen onder zee) als 'troostprijs' en ik luister met een half oor naar een vrouwelijke gids die buiten uitleg staat te geven aan een groep gepensioneerden. Volgens haar zou Verne nooit verre reizen hebben gemaakt. Integendeel, hij is steeds in Nantes gebleven en dus alle verhalen hebben geschreven in dat huis. Toch formidabel dat een mens zoveel fantasie kan opbrengen op een kamer met uitzicht op de Loire.
Ik ben teruggewandeld en onderweg met bewondering gekeken naar de gigantische mechanische namaakolifant van 'Les machines de l'île'. Ik ben ook nog vlug eens binnengelopen in het kasteel van de Hertogen van Bretagne. Hier is het edict van Nantes afgekondigd door koning Hendrik IV op 13 april 1598. Het edict beloofde 'eeuwigdurende en onherroepelijke tolerantie' aan de protestanten. Frankrijk is in de Renaissance verscheurd geweest door bloedige godsdienstoorlogen. Het edict was blijkbaar nodig om de gruwel te doen stoppen. Ook in Gent is een dergelijke pacificatie voorgelezen op de trappen van het stadhuis, maar die pacificatie van Gent heeft maar een aantal jaren stand gehouden. Dan is Granvelle gekomen als adviseur van de hertog van Alva (zie mijn rustdag in Besançon) en was het gedaan met de vrede, met onder andere een massale uittocht van Antwerpen tot gevolg, richting Nederland, richting Haarlem. Om 12 uur ben ik beginnen rijden richting Angers. Het weer is schitterend en net als vorig jaar heb ik onderweg op mijn fiets geluisterd naar muziek. Vanaf Oudon herken ik enkele plekjes waar Hilde en ik twee jaar geleden ook al gefietst hebben.
Een rare combinatie (muziek van mijn fietstocht doorheen Frankrijk noord-zuid en beelden van Frankrijk west-oost) doet mij denken aan Johan Daisne, de vader van het magisch realisme, de vrijgelovige van Gent en aan zijn boek 'Baratzeartea'.
Literatuur liefhebbers onder jullie kennen dat.
We overnachten in 'La maison des mariniers': een zeer gezellig chambre d'hôtes, van Anne De more. Zij is gefascineerd door Jan van Eyck en het Lam Gods. Na een lekker avondeten slapen we helemaal door tot 7 uur de volgende dag.
Ik word wakker om 6 uur. Redelijk goed geslapen. Het ontbijt is om 8 uur. Om de tijd te doden bewerk ik in bed de tekst van gisteren. Dat loopt niet zo gemakkelijk. Ik tik op een klein uitschuifbaar azertyklavier, maar ik krijg op het scherm van mijn smartphone qwerty-resultaat. Gek eigenlijk want ik heb het ooit gekocht om precies te kunnen tikken op azerty wijze. In het begin gaf dit geen probleem, maar er is iets veranderd op mijn smartphone en ik krijg het maar niet opgelost. Eén of ander applicatie die niet meer naar behoren werkt en, voilà, ge hebt het zitten. Een gepensioneerde zoals ik lost dat dan op op volgende manier: ik heb een zestal toetsen overplakt en het klavier aangepast aan qwerty. Het is nog even wennen, maar het lukt steeds beter.
Het ontbijt was op zijn Frans: brood en confituur. Weinig om op te rijden. Dat hebben we gisteravond gehad.
We rijden van Corsept eerst terug naar het startpunt van de Eurovélo 6. Ik wil daar per sé een foto nemen met mijn fiets in zee ttz. mijn achterwiel in het water richting oost, richting Zwarte Zee. Bedoeling is om het omgekeerde te doen als ik aankom in Roemenië, dus met mijn voorwiel in de Zwarte Zee en dan later die twee foto's te fotoshoppen tot één foto .... dat gaat een speciaal effect geven, toch? Het idee alleen al.
Dus ik sta met mijn voeten in de Atlantische Oceaan en Kurt als fotograaf houdt zijn voeten op het droge. Ik sta erop met mijn hand schuin naar omhoog. Het heeft wat van een nazigroet, maar na het fotoshoppen zal er een V-teken te zien zijn.
Jaja, ik heb zo van die gedachten hé.
"En we zijn vertrokken", zou Jeroen Meus zeggen. Om 10 uur zijn we definitief gestart met het grote avontuur.
Het fietsen gaat heel goed: het parcours is vlak en we halen een redelijk tempo. Iets voor de middag kopen we belegde broodjes. Om de 20 km stoppen we even, voor een koffie of een frisdrank. Ik neem weinig foto's; het blijft de hele dag bewolkt maar regenen doet het niet.
La Loire is hier heel breed en voorbij Le Pellerin nemen we een overzet, 'un bac' zeggen de Fransen. De bordjes van 'la Loire à vélo' geven twee routes aan. Kurt wou op het bootje zitten... We hadden het beter niet gedaan.
In Nantes hebben we flink wat rondgetoerd om de jeugdherberg te vinden.
De kamer van de jeugdherberg ruikt onfris, naar zweetvoeten. Een zwerver van Poitiers heeft zijn rugzak achtergelaten. Ook in Frankrijk bezoeken daklozen blijkbaar jeugdherbergen. We slapen die nacht met vijf op de kamer. We hebben vergeten vragen naar een kamer voor twee personen.
Tegen 17.00 uur zijn we Nantes gaan verkennen. Nantes is een mooie stad met veel historische gebouwen uit de tijd toen het de hoofdstad van Bretagne was. Jules is er geboren en in zijn geboortehuis is er een museum. Morgen wil ik het bezoeken. Toen ik kind was heb ik heel wat boeken van hem gelezen (20.000 mijlen onder zee, Michael Strogoff, de kinderen van kapitein Grant, ...) en ik wil eens weten wie de mens Jules Verne was.
In de oude stad eten we lekker Italiaans (voor mij nogal pikant). Terug in de jeugdherberg heb ik goede internetverbinding op de mezzanine en kan ik wat bloggen.
Om 22.00 uur lig ik al in bed. Er is een rit van 80 km gepland. Kurt speelt verkenner: hij zal voorop rijden en een B&B zoeken.
Ik blijf morgen nog wat hangen in Nantes. We vinden het alle twee niet erg om apart te fietsen.
Om iets vóór 9 uur komt Kurt mij ophalen met zijn stevige Volvo v70. Hij is de chauffeur van dienst en hij doet dat voortreffelijk. Hij is ook de enige die kan rijden.
Ik heb te weinig geslapen: vannacht schoot het mij plots te binnen dat ik mijn gps nog moest opladen met de geschikte kaarten en de tracks tot aan de Bodensee... tot 1 uur heeft dat opladen geduurd. Goe bezig...
Rond 5 uur in de ochtend werd ik opnieuw wakker:"Heb ik wel alles mee?" en maar draaien en maar keren.
Dus is het veiliger dat ik niet rij met een auto die ik daarenboven niet zo goed ken.
Onderweg naar de monding van de Loire geven de plaatsnaamborden langs de autosnelweg flashbacks van vroegere reizen.
Bij Parijs denk ik bijvoorbeeld aan de daguitstap met de seniorenbende vorig jaar, vooral aan die afsluiter in het cabaret 'Le Lapin Agile': veel Frans gezang, een straf drankje en slaperige ogen bij de meesten van ons.
Chartres doet mij denken aan mijn pelgrimage naar Compostella. Ik vertel Kurt over de gastvrije Nathalie, hoe zij spontaan mijn kleren waste en droogde na de twee stortbuien die dag en over haar 'gebedsoratoire' op zolder.
We passeren Tours: wat een baaldag toen! Tours ligt op onze route. Ik neem me voor revanche te nemen op de stad en de foto's te nemen die ik vorig jaar heb gemist.
We komen zonder veel tijdverlies aan in Saint-Brévin-les-Pins en vinden snel het startpunt voor morgen. Op een twee meter hoog infobord lezen we:
Saint-Brevin-les-Pins. Ville étape vélo. Eurovélo 6. De l'Atlantique à la Mer Noir. Saint-Brevin (Ville de départ) km 0 > Constanta (Roumanie) km 3.653.
Er staan nog andere trajecten vermeld: Saint-Brevin > Cuffy 860 km, Hendaye > Roscoff 1250 km (Vélodyssée) en Vendéé > Morbihan (Vélocéan).
Saint-Brevin is terecht une ville étape vélo!
Na wat rondvragen vinden we onderdak in de B&B 'le manoir de l'espérance' in Corsept. Kurt vindt er ook een bewaakte parking voor zijn auto. Over 10 dagen zal hij die komen halen met de trein. In plaats van 'la Loire à vélo' wordt het dan voor hem 'la Loire à train'. Terugkeren is mijn ding niet, toch niet na 10 dagen. Ik kies voor de weg vooruit. Ich fahre nach Deutschland!
Het avondeten in de B&B is heel lekker: een Bretoense koek met zalm, gekonfijte eend met verse pasta en groenten, als dessert moelleux au chocolat sauce anglaise. En natuurlijk ook een glaasje rode wijn.
Alles werd klaargemaakt en geserveerd door Marie, een vriendelijke maar ook heel zorgzame gastvrouw. Marie ziet er wat moe uit. Gisteren had ze zeven wielertoeristen en een groep ongeregeld (neen, niet de senioren) ontvangen voor een verjaardagsfeest. Bakske vol dus. Komen daar dan op haar (vrije?) zondagavond twee Vlamingen om logement vragen. .. Op haar 67ste blijft ze er even vriendelijk bij. Ze heeft van verschillende instanties kwaliteitslabels gekregen en die wil ze behouden.
Ik ga vroeg slapen. Buiten blijft het regenen. Marie zegt dat het morgen weer beter gaat worden. Met die positieve gedachte sluit ik mijn vaderdag af.
Morgen begint de reis naar de Zwarte Zee in drie jaargangen. Dit jaar wordt het een tocht van ongeveer 1500 km. Het klinkt veel maar een Chinese wijsgeer zei ooit: "Elke grote reis begint met een eerste stap".
Het ontbijt in Hostal Calma is basic, no more no less. Het koppel Athena en Karl zorgt ondertussen voor een vlotte Engelse babbel. Hij is Hamburger en zij Amerikaanse.
Uit het gesprek maak ik op dat Karls vader ooit ook actief was in de gemeentepolitiek. Hij zou de rechterhand geweest zijn van ex-bondskanselier Helmut Schmitt en toen vervangend burgemeester van de stad.
Karl spreekt wat verbitterd over die periode en ik vraag niet verder.
Voor wie niet veeleisend is, is hostal Calma een goede plaats om te logeren voor één nacht., maar ik zou er toch geen week willen verblijven.
Ik vertrek tegen 9.00 uur richting haven sa Pollença. Ik passeer het ommuurd stadje Alcudia. De baai van Pollença is een kopie van die van Alcudia. Het natuurpark daar is kleiner dan s'Albuferra.
Ik heb het gezien, maar vandaag wil ik naar het appartement in Santa Panca. Dus begin ik westwaarts te rijden, eerst richting Pollença en daarna Campanet.
De zon komt goed opzetten, maar dreigend onweer drijft me verder over de andere kant van de kaart, richting Moscari en Selva. Wielertoeristen komen hier niet en ik rij een hele tijd alleen.
Ik heb goeie benen en ga steeds maar door, naar Lloseta en ik negeer alle pijltjes naar Alaro. Een beklimming van 10 % spreekt mij nu niet aan.
Na een lange rit stop ik in Santa Maria del Cami, waar ik een middelgrote tapas bestel. Voor slechts 6 eet ik een tapas om u tegen te zeggen: lekkere albondigas, smaakvolle pescados y mariscos, en een flink stuk tortilla (volgens Montignac een bom energie). Ik voel mij er inderdaad helemaal doorvallen en na een half uur rust krijg ik opnieuw een boost om ditmaal door te fietsen tot aan Palma stad (linea recta via Ma 13A).
Ik ga nu pijlsnel naar beneden (ik klop mijn snelheidsrecord van Mallorca aan 53,6 km/uur). In Palma aangekomen rijd ik door de stad tot aan de zee.
Eenmaal daar aangekomen is het een fluitje van een cent, ik keer terug langs het fietspad en vroeger dan verwacht kom ik na 240 km aan in Santa Ponca.
Fijngesneden jamon smelt op de tong en met een paar San Miguels en een glas Tempranillo smaakt dit super.
Ondertussen lees ik de speciale editie over AA Gent. Het moet daar in Gent nogal wat geweest zijn; de foto's in de krant spreken voor zich.
Tja, Anderlecht en Club Brugge pakken er dit jaar toch naast. AA Gent verovert zijn plaats naast de andere toppers. Wie had dat durven dromen?
Driedaagse fietstocht kriskras door Mallorca - dag 2
Dag 2: vrijdag 22 mei 2015
Randa - Haven van Alcudia
via Lloret de Vista Alegre, Sineu, Llubi, sa Pobla, s' Abuferra
Mooi en warm weer, zonnig
_________________________________________
Ik word wakker in mijn suitekamer rond 7.00 u. Ik doe het venster open van mijn terras. Buiten schijnt de zon al volop, geen wolkje aan de lucht. En wat hoor ik? Het lijkt wel op zingen en bidden. Inderdaad, in de binnentuin van het klooster staat een groepje van een 30-tal gepensioneerden, in kring te psalmodiëren en gelijk een litanie te bidden. Zij zijn blijkbaar op retraite. Hun bezinning past hier wel. Het zijn zeker geen Spanjaarden. Teveel blonde mensen. Noren misschien?
Ik zie ze later terug aan de ontbijttafel. Sommige onder hen groeten mij met een vriendelijk knikje. Ik zie er met mijn grijze baard misschien wel een bejaarde pater franciscaan uit.
Ik neem snel voor die meute mijn ontbijt (Het leven is aan de rappe, hé. Zo heb ik het geleerd op het college).
Het ontbijt is trouwens héél uitgebreid. Voor de prijs van 8 alles erop en eraan: zachtgekookte eitjes, vers fruitsap, tot en met lekkere 'pielekes' jamon de serrano.
Rond 9.00 uur geef ik de sleutel af aan de receptie en beloof ik Eric dat ik hun kloosterhotel zal aanbevelen bij mijn vrienden. Bij deze is dat dan gebeurd.
Een langzame afdaling terug tot aan Randa, want het wegdek is hier en daar in zeer slechte staat. Daarna volgt er een leuke rit tot aan Sineu.
Het platteland van Mallorca is typisch Spaans. Het doet mij een beetje denken aan de Meseta vlakte in Castilla y Léon, maar dan met muurtjes en hier en daar een boomgaard van appelsienen en citroenen. De boerenbuiten. Het is er rustig en stil. Er is op deze weg zo goed als geen verkeer.
In Sineu stop ik even en drink een 'zumo de naranja': een groot glas versgeperst appelsiensap en ge krijgt er nog een appelsien in stukjes gesneden bij.
Een rustige afdaling naar Llubi en sa Pobla. Daar is het een beetje zoeken naar de Ma 3433: een drukke weg richting het natuurpark s' Albuferra. Een verzilt gebied met zeer veel water- en zangvogels. Mijn schoonbroer Jan zou zich hier zeker thuis voelen.
Ik ben er ietwat onorthodox door gefietst: bagage eraf, fiets over het hekken, ... en dat twee keer, maar het was wel de moeite waard.
In een kijkhut vind ik een vogelspotter, zo ene met een verrekijker en een kanon van een lens op zijn fototoestel. Hij houdt zijn trekkershoed op, ook al is het er stikdonker in de hut. Zonder die hoed op zou hij waarschijnlijk herkend worden door de vogels die hij aan het bespioneren is...
Ik zeg hem stillekes goeiedag. Hij grijnst, maar ik ben duidelijk niet zo welkom. De vogelspotter zit liever alleen. Als ik weg ga, komt er net een groep van 6 Duitsers aan en ik gebaar hen enthousiast ook eens in de kijkhut te gaan kijken. Een leuke boel straks. Ik grijns nu ook als ik wegrij.
Iets na 14.00 u kom ik aan in de haven van Alcudia en vind via de dienst toerisme vlot onderdak voor een heel redelijke prijs: 30 voor kamer en ontbijt in Hostal Calma.
Na de obligate douche ga ik de haven verkennen. Ik loop maar wat rond langs de haven, ik eet een hartelijke "pizza 4 stagione"in een Italiaans restaurant.
Ik wandel verder en aan het strand aangekomen doe ik mijn sandalen uit en ga pootjebaden in een ondergaande zon, langs de rand van het golvende, heldere water, enkele kilometers ver. Hoe lang is dat niet geleden? Ik denk terug aan de tijd van Blankenberge, waar we een vakantiehuisje hadden (ons 'Jagersheem') en ik met mijn papa hand in hand met onze voeten in het water liep. Een gelukzalig gevoel.
Ik slaap slecht in: pas tegen klokslag 24 uur stopt de beatmuziek buiten. Eén of andere politieke partij sluit haar campagne af met een dansfeest voor haar fans. Ik hoor in de verte een toespraak (van hun kopman?).
Zondag hebben de Spanjaarden regionale parlement- en gemeenteraadsverkiezingen. De alom aanwezige conservatieve Partido Popular zou wel eens een flinke pandoering kunnen krijgen.
De socialistische PSOE heeft als slogan:"Tenemos una cita con el cambio" of "We hebben een afspraak met de verandering". Later lees ik in de krant "El Pais" van maandag dat links overal wint; vooral Podemos slaat goed aan.
De grote verliezers zijn de conservatieven. De Spanjaard heeft dus - zoals de Vlaming - gekozen voor 'de kracht van verandering'; de ene links, de andere rechts. Dat is goed: soms gaat de slinger eens de ene kant op, dan weer de andere.
Driedaagse fietstocht kriskras door Mallorca - dag 1
Driedaagse fietstocht in Mallorca
Totaal: 240 km
Dag 1: donderdag 21 mei 2015
Santa Ponca - Randa
via Palma, Playa de Palma, Llucmayor, Randa, Santuari de nuestra Senorya de Cura
Serieuze tegenwind aan de kust, zonnig
_________________________________________
Twee dagen ervoor heb ik mijn gehuurde fiets al eens uitgetest tijdens een namiddagritje van 40 km in de buurt van Andratx (een paar pittige beklimmingen én leuke afdalingen). Het weer was die namiddag zonnig, maar op het eind stak er toch een flinke tegenwind op. Ik heb op die trekkingfiets daags nadien mijn eigen fietszadel + fiets-GPS gemonteerd, maar voor de rest ben ik er schoon afgebleven.
Vandaag was het zover: ik zou voor 3 dagen eens het binnenland van Mallorca verkennen en onderweg een paar keer uitslapen.
Vanuit Santa Ponca loopt er een mooi fietspad tot Palma, eerst langsheen de autoweg Ma1, daarna buigt het af naar de kust tot aan Cas Catala, een buitenwijk van Palma. Daar vind je dan aansluiting op het fietspad langsheen de baai van Palma Beach tot aan s'Arenal.
Er is weinig of geen bewegwijzering van dat fietspad; het is dus in het begin wat uitzoeken en vragen, maar daarna wijst het eigenlijk zijn eigen uit. Je moet wel goed uitkijken voor de vele paaltjes en vooral attent zijn voor Britse tegenliggers die soms eens vergeten dat in Mallorca rechts wordt gereden. De Mallorcanen zelf zijn fietsers op straat gewend en wijken voldoende uit als ze je passeren. Er wordt veel gefietst op Mallorca: veel wielertoeristen (en enkele -terroristen, maar dat zijn echt uitzonderingen), maar ook heel veel gewone fietsrecreanten zoals ik.
Op de Playa de Palma schijnt de zon in volle glorie en hier en daar zijn er al wat monokini'tjes te zien. Niemand zwemt echter in zee: daarvoor is het water in de morgen nog wat te koud.
Het rijden gaat heel vlot. Ik neem hier en daar wat foto's en voel me volop in vakantiesfeer.
Vanaf s'Arenal buig ik links af naar sa Torre, richting Llucmayor. Ik passeer het Hilton sa Torre luxehotel. Op het domein staat er een kerk en bijgebouwen (gerenoveerde oude kloosterpanden, maar ook nieuwbouw) en op de parking zie ik rijen exclusieve auto's. Zo gaat dat tegenwoordig, zelfs in een katholiek land als Spanje: geen kerkgangers meer, maar rijke hotelgasten in de kerk.
De verbindingsweg naar Llucmayor is rustig en loopt door het Mallorcaans binnenland: stenen muurtjes sluiten de percelen af. Een beetje zoals in Ierland, maar zonniger, warmer en droger.
In Llucmayor bestel ik mij in een barke een cola en daarna enkele tapas. Twee Noren komen bij mij zitten: ze zijn geboren in Finland, maar zijn eigenlijk van origine Zweden. In Finland is dat een minderheid van 5%. Voor hun werk zijn ze jaren terug verhuisd naar Noorwegen. De een is klein, heeft kromme beentjes en komt precies van tussen de rendieren gekropen. De ander ziet er uit als een Duitser; groot, blonde snor en een gezette bierbuik. Ze klagen dat hun zitvlak pijn deed en dat ze liever op de skilatten staan. Ook zij bestellen tapas. Na enige tijd gaat de Duitser de rekening betalen. Hij komt terug, we nemen afscheid en ze rijden weg. Ik kijk nog wat naar de kaart en ik ga dan ook mijn rekening vragen. Tot mijn verwondering is mijn rekening al vereffend! Die gast heeft dus zonder het goed te weten mijn tapas en drank betaald. Het barmeisje dacht dat we samen waren en heeft alles op zijn rekening gezet. Thank you, Norway. Muchas gracias, senorita!
In mijn beste Spaans vertel ik het lief meisje dat ik wil overnachten bij de paters franciscanen van Cura op de top van de heuvel en prompt begint ze te bellen voor mij. Het hotel is volgeboekt, maar er is nog een suite vrij voor 53 euro, ontbijt inbegrepen. Ik hap toe, want volgens mijn gids is het verblijf daar de moeite waard. Het klooster geeft een uniek uitzicht over heel het eiland. Bij helder weer kan je zelfs het eiland Ibiza zien liggen. Je moet er wel 300 meter voor klimmen op een kleine 5 km. ... als ge begrijpt wat ik bedoel. Stoempen, begot, zou Boonen zeggen.
Puffend en hijgend kom ik aan bij het klooster. Die franciscanen wisten in die tijd wel hun plekjes uit te kiezen! Eric (een jonge novice?) ontvangt mij vriendelijk en geeft mij een ruime suite met terras én prachtig uitzicht op de zee, het binnenland en op de bergketen Tramuntes in de verte. 't Is er superstil en het heeft in de kloostergangen voor mij iets van het lekenapostolaat op de Zandberg in Gent waar mijn tante Tie de scepter zwaaide.
Op het afgesproken uur ga ik eten in het restaurant van het klooster. Ik ben er alleen in die grote refter, maar vindt amper plaats want bijna alle tafels zijn gereserveerd voor een groep gasten.
Ik bestel een karaf Crianza wijn en een tweetal gerechten want ik heb grote honger. Ik zeg tegen de camarero dat het vandaag een historisch belangrijke dag is: AA Gent kan immers vanavond kampioen spelen en dat zou historisch zijn want in hun 115 jaar bestaan heeft de club nog nooit de titel behaalt. Hij komt nog eens terug en vraagt:"Welke ploeg?". Ik zeg hem:"Gante", hij haalt onwetend de schouders op en ietwat verwonderd gaat hij terug naar de keuken. Gante? Nog nooit van gehoord. Wacht maar...
's Avonds kan ik op Twitter de match volgen en, ja hoor, de titel is binnen! AA Gent is voor het eerst landskampioen! Ik hoor in mijn gedachten tot in Mallorca het feest in Gent losbarsten. Ikzelf doe een klein indianenpasje op mijn kamer. De berichtjes stromen binnen via Facebook. Jeroen probeert mij te bellen maar ik versta hem niet goed. Zijn stem klinkt wat schor. Ik kijk vertederd naar een doorgestuurde foto van Basje, helemaal in blauw-witte outfit.
Buiten schitteren in de verte de lichtjes van de luchthaven en van de omliggende dorpjes en steden in de laagvlakte. Voor mij schitteren ze precies wat feller dan normaal, maar daar zal de wijn wel voor iets tussen gezeten hebben.
Ik slaap in als een blok in een veel te groot tweepersoonsbed. 't Is goed geweest vandaag.
Doornik - Zomergem (de omgekeerde fietsroute van de dag ervoor)
78 km, 9.00 - 14.10
Droog, stevige tegenwind, bewolkt
____________________________________
Ik doe de terugtocht alleen want Kurt is met de trein van 8.30 u. teruggekeerd. Hij leeft het leven van een 'kleine' zelfstandige en dat is druk. De klanten wachten en verwachten een goede service in de winkel. Plicht roept in Lovendegem.
Ons ontbijt in de jeugdherberg was lekker én bijzonder: met ons zat ook een groep blinden aan tafel. Ze deden een meerdaagse fietstocht met tandem. Gevolg: wel 30 tandems op de binnenkoer.
Onze slechtzienden konden dit doen dankzij de onbaatzuchtige inzet van hun individuele begeleiding. Mooi vrijwilligerswerk.
Het had de hele nacht geregend en de onweersdreiging bleef later op de dag aanhouden, maar ik heb het op mijn terugweg droog kunnen houden. Ik had wel de wind stevig op kop. Ik ging minder vlot vooruit.
Om 9 uur was ik vertrekkensklaar. Ik wou wel eens weten hoelang ik ononderbroken kon doorfietsen. En dat lukte behoorlijk: drie uur, tot 12 uur. Een korte picnic aan het station in Waregem.
Ik kreeg het daar koud en fietste dan maar door tot thuis. Daar wachtte een warm bad. Ik zat vroeg in bed.
Maar deze tweedaagse gaf mij een goed gevoel. Nu nog de fiets naar Godefroot voor nazicht en nieuwe buiten- en binnenbanden. Ook de remmen wat aanspannen en de versnellingen wat bijstellen.
Ik nam me voor straks op reis nog wat te trainen in Mallorca, gelijk de echten
Via Deinze, Zulte, Waregem, Zwevegem, Deerlijk, Spiere Helkijn, Warcoing
78 km, 9.00 - 14.20
Droog weer, lichte meewind, zon af en toe
____________________________________________
Kurt komt mij 's morgens oppikken. Hij heeft al 6 km gefietst en hij voelt het nu al in de benen, zegt hij. Hij heeft ook een leuke verrassing bij: de vervolgkaarten van de Eurovéloroute - deel 2.
De boodschap is duidelijk: nonkel Mark, achter Bazel komt er nog een uitdaging, tot aan Boedapest. Ik zie dat wel zitten. Ben nog nooit in Hongarije geweest en Boedapest schijnt een schone stad te zijn. Waarom niet? Maar het zal voor volgend jaar zijn.
De rit naar Doornik verloopt goed en de regen dreigt wel, maar valt niet. Het begint pas te druppelen als we al in Doornik aankomen.
Onderweg houden we een picnic in Deerlijk, aan de buste van de Vlaamse priester-dichter Hugo Verriest. Boterhammetjes met ei, met kaas of met preparé. Met dank aan tante Hilde.
Ergens tussen Deinze en Waregem hoor ik ineens mijn naam roepen. Warempel, Philippe R. heeft vlug een spurtje aangetrokken en heeft als getrainde wielertoerist mij vlug ingehaald. Philippe is een reisgezel die ik in Vietnam hebben leren kennen. In september moeten we eens afspreken zodat Hilde en ik kunnen horen hoe de rest van de reis in Vietnam is verlopen.
Kurt en ik kunnen nog niet direct in de jeugdherberg en we keren even terug naar het Doornikse, middeleeuwse belfort (opgericht in 1199 en daarmee het oudste belfort van België, zeggen ze).
Op een terrasje luisteren we naar een goede jazzband. De muzikanten zijn al van redelijke leeftijd, maar brengen wel in het druilige Doornik een swingende sfeer.
Rond 16.00 installeren we ons in de jeugdherberg voor 68 , ontbijt inbegrepen. Onze kamer is sober, bijna spartaans. Maar voor ons voldoende.
We zakken voor de tweede keer naar het centrum Doornik. De innerlijke mens moet versterkt worden, hé.
In de '4 Saisons' proeven we Vlaamse Westmalle en Waalse Chimay als aperitief. Op advies van de 'vader' van de jeugdherberg eten we in het restaurant 'Le Beffroi'. Kurt houdt het bij een tagliatelli carbonara. Ik bestel mij Jambon grillée frites salade. Ik krijg een joekel van een beenhesp. Qualité/prix voor mij dik in orde.
We nemen nog een afzakkertje in het café 'Le Dragon': rooie zetels voor 1 rooie rakker. In Doornik is Demotte van de PS burgemeester ...
Kortom, we slapen meteen. De eerste 'testdag' is goed verlopen.
Voorbereiding testrit naar Doornik en fietsreis Atlantische kust - Bodensee
Dag vrienden,
de laatste dagen ben ik druk bezig geweest met het bijeenzoeken van allerlei fietsbagage en alles in fietstassen te stoppen. De Eurovélo 6 (4440 km) - eerste deel (1700 km) komt eraan!
In juni start ik vanaf de Atlantische kust en fiets ik door tot ergens aan de Bodensee (= een meer aan de grens Duitsland-Zwitserland). Ik voorzie een maand 'en route' te zijn.Vorig jaar ben ik voor mijn tocht naar Compostella 40 dagen van huis weg geweest, rustdagen en wachttijden inbegrepen. De tocht naar de Bodensee is minder ver; ik schat een kleine 1700 km. Ik zie wel hoever ik geraak. Maar een goede voorbereiding is en blijft noodzakelijk.
Die voorbereiding verloopt vlotter dan ik dacht. Ik heb op het eind van mijn tocht vorig jaar foto's van al mijn bagage genomen: ik had toen niet veel meer te doen dan te wachten op mijn vliegtuig en daarenboven zond ik voor het eerst fiets én bagage met UPS terug naar huis. Ik wou toen wel controleren of alle bagage netjes en volledig aan huis zou worden afgeleverd. UPS heeft deze zending perfect uitgevoerd: op enkele dagen tijd werden fiets en bagage van Santiago netjes verpakt aan huis in Zomergem gebracht. Kostprijs: 100.
Aan de hand van die foto's heb ik nu alles kunnen reconstrueren en ben ik zo goed als klaar om een eerste testrit te doen naar Doornik. Heen en terug: 160 km op 2 dagen. Ik zal slapen in de jeugdherberg daar in Doornik.
Enig verschil met vorig jaar is het feit dat ik deze keer niet alleen rij: mijn neef Kurt wou met mij meerijden en ik heb toegezegd. Hij zal mij enkele weken vergezellen langsheen de Loire en de Doubs. Het is een beetje afwachten wat het zal worden; we hebben nog nooit samen gefietst. Goede afspraken maken goede vrienden: op onze trip naar Doornik hebben we tijd zat om één en ander af te spreken.
Tot slot nog dit: als jullie willen, geef de url-link door aan al diegenen die mij willen volgen op mijn fietsreis.