Dag 9: dinsdag 23 juni 2015
Gien - Herry
Via Briare, Châtillon, Beaulieu, Belleville, Sancerre
84 km (612 - 696), 9.30 - 16.30
Mooi weer, helder blauwe lucht, meewind
Muziek: Mahler (bij momenten heel passend bij het landschap)
___________________________________________________
Zeer goed geslapen. Het heeft 's nachts veel geregend. Ik trek mijn vensterke open met een benepen hartje. ..joepi, een helder blauwe lucht.
In het Office de tourisme van Gien zoekt een vriendelijke mevrouw ruim een half uur een B&B voor mij langs de route. Het is dezelfde mevrouw die me vannacht in bed heeft gestopt, ik bedoel de dame van wie ik het goede adres van Anne heb door gekregen.
Bij Anne was het trouwens dik in orde voor het ontbijt. Nadat ze haar kleinste zoontje bij de buurvrouw had gebracht (en het huis voor haar alleen had ), kwam ze bij mij zitten, nieuwsgierig naar de kaarten, de foto's, ... Ze had blijkbaar niet door dat de Eurovélo langs Gien liep. Ze heeft zelfs een kopie genomen van mijn simpel afstandstabelletje in Excel. Ik krijg gezelschap van haar klein grijs poesje. Een schoon katje in wording. Kortom, in Gien kan je volgens mij geen beter adres krijgen: 45 euro voor een mooie kamer, een eerste klasse ontbijt en Anne spreekt maar liefst 3 talen. Voor een Française kan dat tellen. Maar het is vooral Anne, een eerste klasse gastvrouw. Ik hoop dat ze veel gasten mag ontvangen. Haar site is https://sites.google.com/chambredhotesgien.
Ik neem afscheid van Anne, ik krijg een bemoedigend schouderklopje van haar en ik rij verder op mijne vélo naar Herry (ik denk aan Harry, een letter verschil, maar hij zit in mijn gedachten).
Herry is een onooglijk dorpje in Midden-Frankrijk, waar er niets, maar dan ook niets meer is, behalve een vieze bakkerin die mij een pizza baguette, een apero worst en een fles Sancerre wijn verlapt.
De tocht naar Herry verloopt trouwens heel vlot. Onderweg kom je 'le pont-canal du Briare' tegen: een techisch hoogstandje van 1890. Een heus kanaal boven de rivier, de Loire. Ge moet er maar opkomen, maar het wordt nog steeds gebruikt door kleine boten en pleziervaart.
Ik heb een vlotte tocht: goede benen, meewind en een paar vervelende Hollanders doen mij een strak tempo aanhouden.
Die Afrikaners heb ik nie gezien nie. Zadelpijn? Geen goed idee, vind ik, om zonder veel fietstraining aan een tocht van 3000 km in 5 weken te beginnen. Ge moet die al in de benen hebben voor je daar aan begint, zegt mijn huisdokter en hij heeft gelijk.
Vrienden, even iets terzijde. Ik heb een moment gespeeld met het idee in mijn reisverslag een fictief gezelschap op te nemen, zo in een magisch realistische stijl, maar dat plan laat ik varen. Een reisverslag moet weergeven wat er gebeurt, althans in mijn perceptie. Maar ik beloof het aan mezelf: ik zal ooit nog eens een boek(je) schrijven (om de wintermaanden mee te vullen of wanneer ik niet meer op de fiets kan reizen) en daarbij gebruik maken van het vele materiaal uit mijn blog. Een boek schrijven mag je trouwens niet te vroeg beginnen, zei Godfried Bomans ooit. Maar wie herinnert zich die nog?
Mijn fles wijn is ondertussen hier in Herry al half leeg (of is ie nog half vol) en het is nog maar 19.00 uur. De zon gaat langzaam onder, in de verte. Ik heb zicht op de rozen van Virginie, mijn gastvrouw voor vanavond, in de tuin van Le petit hérisson. En nu ik aan Virginie denk, hoe zou het met mijn ex-collega Séverine zijn? Is ze al bevallen van haar kindje? Dat moet toch rond deze tijd zijn?
Ik ga naar binnen, anders vragen ze me nog voor een apero en begint de carrousel opnieuw. Dan wordt het teveel, ook al is het deze keer geen pelgrimstocht.
Maar neen, het zijn maar mijn gedachten. Het is hier een tof rustig plekje. Ik ga goed slapen, ik voel het.
Morgen fiets ik verder, langs de Loire. Ik zal dan voorbij Nevers geraken denk ik.
|