Driedaagse fietstocht in Mallorca
Totaal: 240 km
Dag 1: donderdag 21 mei 2015
Santa Ponca - Randa
via Palma, Playa de Palma, Llucmayor, Randa, Santuari de nuestra Senorya de Cura
Serieuze tegenwind aan de kust, zonnig
_________________________________________
Twee dagen ervoor heb ik mijn gehuurde fiets al eens uitgetest tijdens een namiddagritje van 40 km in de buurt van Andratx (een paar pittige beklimmingen én leuke afdalingen). Het weer was die namiddag zonnig, maar op het eind stak er toch een flinke tegenwind op. Ik heb op die trekkingfiets daags nadien mijn eigen fietszadel + fiets-GPS gemonteerd, maar voor de rest ben ik er schoon afgebleven.
Vandaag was het zover: ik zou voor 3 dagen eens het binnenland van Mallorca verkennen en onderweg een paar keer uitslapen.
Vanuit Santa Ponca loopt er een mooi fietspad tot Palma, eerst langsheen de autoweg Ma1, daarna buigt het af naar de kust tot aan Cas Catala, een buitenwijk van Palma. Daar vind je dan aansluiting op het fietspad langsheen de baai van Palma Beach tot aan s'Arenal.
Er is weinig of geen bewegwijzering van dat fietspad; het is dus in het begin wat uitzoeken en vragen, maar daarna wijst het eigenlijk zijn eigen uit. Je moet wel goed uitkijken voor de vele paaltjes en vooral attent zijn voor Britse tegenliggers die soms eens vergeten dat in Mallorca rechts wordt gereden. De Mallorcanen zelf zijn fietsers op straat gewend en wijken voldoende uit als ze je passeren. Er wordt veel gefietst op Mallorca: veel wielertoeristen (en enkele -terroristen, maar dat zijn echt uitzonderingen), maar ook heel veel gewone fietsrecreanten zoals ik.
Op de Playa de Palma schijnt de zon in volle glorie en hier en daar zijn er al wat monokini'tjes te zien. Niemand zwemt echter in zee: daarvoor is het water in de morgen nog wat te koud.
Het rijden gaat heel vlot. Ik neem hier en daar wat foto's en voel me volop in vakantiesfeer.
Vanaf s'Arenal buig ik links af naar sa Torre, richting Llucmayor. Ik passeer het Hilton sa Torre luxehotel. Op het domein staat er een kerk en bijgebouwen (gerenoveerde oude kloosterpanden, maar ook nieuwbouw) en op de parking zie ik rijen exclusieve auto's. Zo gaat dat tegenwoordig, zelfs in een katholiek land als Spanje: geen kerkgangers meer, maar rijke hotelgasten in de kerk.
De verbindingsweg naar Llucmayor is rustig en loopt door het Mallorcaans binnenland: stenen muurtjes sluiten de percelen af. Een beetje zoals in Ierland, maar zonniger, warmer en droger.
In Llucmayor bestel ik mij in een barke een cola en daarna enkele tapas. Twee Noren komen bij mij zitten: ze zijn geboren in Finland, maar zijn eigenlijk van origine Zweden. In Finland is dat een minderheid van 5%. Voor hun werk zijn ze jaren terug verhuisd naar Noorwegen. De een is klein, heeft kromme beentjes en komt precies van tussen de rendieren gekropen. De ander ziet er uit als een Duitser; groot, blonde snor en een gezette bierbuik. Ze klagen dat hun zitvlak pijn deed en dat ze liever op de skilatten staan. Ook zij bestellen tapas. Na enige tijd gaat de Duitser de rekening betalen. Hij komt terug, we nemen afscheid en ze rijden weg. Ik kijk nog wat naar de kaart en ik ga dan ook mijn rekening vragen. Tot mijn verwondering is mijn rekening al vereffend! Die gast heeft dus zonder het goed te weten mijn tapas en drank betaald. Het barmeisje dacht dat we samen waren en heeft alles op zijn rekening gezet. Thank you, Norway. Muchas gracias, senorita!
In mijn beste Spaans vertel ik het lief meisje dat ik wil overnachten bij de paters franciscanen van Cura op de top van de heuvel en prompt begint ze te bellen voor mij. Het hotel is volgeboekt, maar er is nog een suite vrij voor 53 euro, ontbijt inbegrepen. Ik hap toe, want volgens mijn gids is het verblijf daar de moeite waard. Het klooster geeft een uniek uitzicht over heel het eiland. Bij helder weer kan je zelfs het eiland Ibiza zien liggen. Je moet er wel 300 meter voor klimmen op een kleine 5 km. ... als ge begrijpt wat ik bedoel. Stoempen, begot, zou Boonen zeggen.
Puffend en hijgend kom ik aan bij het klooster. Die franciscanen wisten in die tijd wel hun plekjes uit te kiezen! Eric (een jonge novice?) ontvangt mij vriendelijk en geeft mij een ruime suite met terras én prachtig uitzicht op de zee, het binnenland en op de bergketen Tramuntes in de verte. 't Is er superstil en het heeft in de kloostergangen voor mij iets van het lekenapostolaat op de Zandberg in Gent waar mijn tante Tie de scepter zwaaide.
Op het afgesproken uur ga ik eten in het restaurant van het klooster. Ik ben er alleen in die grote refter, maar vindt amper plaats want bijna alle tafels zijn gereserveerd voor een groep gasten.
Ik bestel een karaf Crianza wijn en een tweetal gerechten want ik heb grote honger. Ik zeg tegen de camarero dat het vandaag een historisch belangrijke dag is: AA Gent kan immers vanavond kampioen spelen en dat zou historisch zijn want in hun 115 jaar bestaan heeft de club nog nooit de titel behaalt. Hij komt nog eens terug en vraagt:"Welke ploeg?". Ik zeg hem:"Gante", hij haalt onwetend de schouders op en ietwat verwonderd gaat hij terug naar de keuken. Gante? Nog nooit van gehoord. Wacht maar...
's Avonds kan ik op Twitter de match volgen en, ja hoor, de titel is binnen! AA Gent is voor het eerst landskampioen! Ik hoor in mijn gedachten tot in Mallorca het feest in Gent losbarsten. Ikzelf doe een klein indianenpasje op mijn kamer. De berichtjes stromen binnen via Facebook. Jeroen probeert mij te bellen maar ik versta hem niet goed. Zijn stem klinkt wat schor. Ik kijk vertederd naar een doorgestuurde foto van Basje, helemaal in blauw-witte outfit.
Buiten schitteren in de verte de lichtjes van de luchthaven en van de omliggende dorpjes en steden in de laagvlakte. Voor mij schitteren ze precies wat feller dan normaal, maar daar zal de wijn wel voor iets tussen gezeten hebben.
Ik slaap in als een blok in een veel te groot tweepersoonsbed. 't Is goed geweest vandaag.
|