Ik word wakker van het gedender van de treinen dichtbij. Ik pak in zodanig dat ik vlot de overstappen in de stations kan nemen. Ik ga daarna te voet op zoek naar het 'Reisezentrum' van DB. Ik hoop dat de openingsuren kloppen met hetgeen ik op internet heb gevonden. Ik ben te vroeg, maar de uren kloppen. Ik neem in het station voor amper 3 euro een ontbijt. In het hotel kost het ontbijt 10 euro. Ik vond de kamer al duur genoeg. Teruggewandeld naar het hotel, afgerekend en weg met de fiets.
Als ik iets na 9.00 aankom in het station, staat er in het Reisezentrum een dame heel uitgebreid haar reis van oktober te plannen. Achter mij dikt de rij wachtenden aan tot wel 10 reizigers. Iedereen zucht en verliest stillekesaan zijn geduld. Er lijkt geen einde aan te komen:"Geef eens een offerte van daar naar daar" of "Als ik de kinderen meeneem, hoeveel is dan?". Ze heeft een plastic fardeken bij van wel een vinger dik en blijft maar vragen stellen ... Man, man, man. Plots draait ze zich om en zegt tegen iedereen 'Entschuldigung. Es tut mir leid' en doet weer verder. Nu, daar hebben we veel aan. Eindelijk kan ik mijn verhaal doen en de bediende werkt voor mij en mijn fiets een treinreis uit tot Aken: ik moet vijf keer overstappen en het duurt 7,5 uur. In Aken moet ik het dan maar verder vragen, zegt ze. Het kost mij 100 euro.
En dan begint het avontuur met DB (Deutsche Bahn). Wie denkt dat de Duitsers steeds op tijd hun treinen laten vertrekken, heeft het verkeerd voor. Van bij het begin is er vertraging wegens technische storingen. Tiens, ook DB heeft te lijden onder de hittegolf.
In de treinwagons is het drukkend warm en buiten stijgt de temperatuur tot zelden geziene hoogte. De airco in de wagons kan de hitte niet meer aan en geeft nauwelijks verkoeling. Het gevolg is dat iedereen zit te puffen van de warmte, de kinderen steeds lastiger worden, kranten, petjes, ... alles wordt gebruikt om zich wat koelte toe te waaien.
Mijn eerste trein heeft al 10 minuten vertraging, maar ik heb tijd genoeg om naar het andere perron te gaan. Gelukkig zijn er liften in elk station zodat ik met de zwaar beladen fiets geen trappen af moet. In Mannheim heb ik maar 10 minuten overstaptijd meer over en in mijn haast glipt mijn fiets bij het afstappen uit mijn hand. Het achterwiel knalt zwaar op de rand van het perron. Het duurt niet lang of mijn achterband loopt helemaal leeg. Platte band. Dat moest er nog bij komen. Mijn fiets moet ik stallen helemaal achteraan in de trein. Geen mogelijkheid om wat dan ook te doen aan dat wiel. Dus dan maar verder op de velg. In Keulen is de vertraging al zo groot geworden dat ik de connectie mis naar Rheydt en pas een uur later een volgende trein kan nemen. Met ruim 1 uur vertraging kom ik aan in Aken. Het is inmiddels al 18.40 uur. De warmte is ondertussen al flink gedaald en tot normale proporties herleid ttz. 25°C.
In Aken krijg ik van de loketbediende een quasi rechtstreekse lijn naar Gent Sint-Pieters én een formulier waarmee ik 25% reductie kan krijgen bij méér dan 1 uur vertraging. Ik kan haar wel omhelzen voor de bijna rechtstreekse lijn. Dat betekent dat ik thuis ben tegen 10 uur 's avonds. De reis wordt zelfs een aangenaam ritje naar huis door mijn babbel met twee Vlaamse studenten uit Kessel-Lo, bij Leuven. Jeroen en Dries moesten eigenlijk vanavond koken voor de scouts, maar ze hebben helaas zoals iedereen héél veel vertraging gehad. Waar ze in de heenreis tweeënhalf uur nodig hadden om tot in Keulen te geraken, doen ze er nu bijna het viervoudige over. Hun thuisfront kan het precies aan de telefoon niet geloven en die denken waarschijnlijk dat ze ergens blijven plakken zijn. Maar, nee hoor, ze hebben gewoon tegenslag. Beide gasten studeren aan HO Gent (Schoonmeersen): Jeroen houttechniek (alles over hout zegt hij) en Dries elektromechanica. Ze zijn naar een rockfestival Summerjam in Keulen geweest. Het rockfestival vond plaats op een eiland. Geld voor een ticket hadden ze niet en dus zijn ze er maar naartoe gezwommen! En hoe zat dat dan met de bagage? Daar hadden ze een vriend voor die als een beladen ezel met een ticket alles overbracht naar het eiland. We praten over van alles en nog wat en voor we het goed beseffen zijn we in Leuven. Ik wuif ze uit en ik beloof een goed woordje te doen op deze blog. Jeroen en Dries, bij deze dus.
Ik bel naar Hilde en leg haar de toestand uit: platte band, aankomst in Gent rond 22.00 uur. "Kom je me halen, schat, aan de kiss and ride zone met de wagen en de fietsdrager? Ja? Super. Ik zie je graag."
En zo, vrienden, ben ik thuis geraakt. Het is jammer van die platte band; ik had graag al fietsend tot thuis gereden en Hilde onaangekondigd te verrassen aan de voordeur, maar de scherpe rand aan dat perron in Mannheim heeft er anders over beslist.
Het eerste stuk van de rivierenroute Eurovélo6 zit er op: in totaal 1550 km op een drietal weken. Dat maakt een gemiddelde van een 70 km per dag. Over de route zelf kan ik het samenvatten als volgt:
1. De Loire is een wilde stroom die af en toe uit haar oevers treedt. Ze heeft haar kalm gehouden en heel veel natuurschoon en prachtige kastelen laten zien onderweg. De Loirestreek is één van de mooie regio's van Frankrijk. Niet te verwonderen dat ook de Fransen er graag fietsen;
2. De kanalen van de Bourgogne doen een beetje aan thuis. Het landschap is afwisselend en er zit meer variatie door het platteland en de wijngaarden;
3. De Doubs en de route doorheen de Franche-Comté is voor mij het meest mooie stuk, in alle opzichten: fietspad, vergezichten, gastvrijheid, .... De Doubs is inderdaad een zoete rivier met minder toeristische trekpleisters als de Loire, maar daarom niet minder mooi.
4. De Rijn is me meer tegengevallen omdat sommige delen van het fietspad doorheen puur industriegebied lopen. Andere delen van de Opper-Rijn zijn dan weer heel schilderachtig. Ligt het aan mij of aan de mensen die daar wonen, maar ik heb meer openheid en vriendelijkheid ervaren in Frankrijk als in dat deel van Duitsland. Maar het ontbijt is dan weer meer mijn goesting.
Alles bij elkaar is het een mooie, zonnige fietsreis geworden. Geen regen, veel zon, bij momenten een beetje teveel zon. Dus ook mooie foto's kunnen nemen en veel sympathieke, gastvrije mensen leren kennen. De eerste week ben ik in gezelschap geweest van mij neef Kurt. Bedankt voor de compagnie. Ben blij dat ik het heb mogen meemaken, maar ik ben ook blij terug thuis te zijn.
Ik word wakker om 7.00 en begin meteen in te pakken. Het ontbijt is om 8.00 uur. De hotelbaas heeft gisteren getennist in de hitte en is er nogal niet goed van. Het is zijn vrouw die het ontbijt heeft klaargemaakt. Hijzelf muist er met een knipoog vanonder.
Het ontbijtbuffet is uitgebreid, op zijn Duits. En bij afrekening blijkt het in de prijs te zitten. Ik kan hier niet klagen: een fris biertje als verwelkoming, een propere kamer, het restaurant heeft een goede kok, en nu nog een buffetontbijt.
Welgemutst zet ik mijn tocht verder. Voor de laatste kilometers tot aan Radolfzell. Ik schat een 50 à 60 kilometer.
Al vanaf 9 uur laat de zon zich voelen. Ik ontmoet Kelly en Byron, een jong koppel uit Nieuw Zeeland. Zij werken in Londen maar, zoals het tegenwoordig bij de jeugd gebruikelijk is, houden ze nu een time-out van een half jaar en hebben de Rijnlandroute bijna achter de rug. Geland in Zaventem en meteen gespoord naar Rotterdam. Ze zijn al een hele tijd onderweg en willen via allerlei rondtoeren eindigen in Barcelona. Kortom, zes maanden op de lappen. In mijn tijd dachten we aan trouwen, werken, sparen voor een huis, kindjes, ...
We rijden een eindje samen en houden een stop aan de Rheinwasserfall. Volgens de toeristische info de grootste en breedste waterval van Europa. Ik weet niet of dit klopt. Kelly hoort de waterval eerst. Het is inderdaad indrukwekkend: een gedruis tot en met en een schipje vaart je voor 8 euro tot aan het midden van de waterval. Bijna iedereen doet dit boottripje. We nemen wederzijds een paar prachtige foto's voor het album, de waterval als decor. Romantisch uitzicht.
Ik verlaat die twee tortelduifjes en ik fiets alleen verder. Onderweg passeer ik een kraampje met allerlei bio producten. Het is zelfbediening, ook het betalen. Er staat een bakske waar je geld kunt in stoppen. Er wordt gerekend op de eerlijkheid van de klant.
Er staat ook een waterkraan. Ik giet het inmiddels warme water uit mijn drinkflessen en vul die met fris water. Terwijl ik bezig ben, stoppen andere passanten. Het kraampje krijgt ineens veel bijval. Die groene boer gaat een goeie dag gehad hebben. Ook Kelly en Byron zie ik opnieuw en ik doe hen teken ook te tanken aan de kraan.
Ik rij weer verder en, echt waar, die Zuidafrikaantjes zijn er weer. Zoals het liedje 'Die kat kom weer', zo zijn Debbie en Patrick voor mij een steeds wederkerend gezelschap. Gisteren hebben ze in Bazel Patricks zus Mandy en diens man Chris op de luchthaven opgepikt. Samen rijden dat viertal tot aan Wenen. Met ons vieren zingen we 'My Sarie Marais'. Ik ben de enige die de tekst ken. Maar ja, ik had als cantor de eer van de Zovlast hoog te houden. Ik neem voor de laatste keer afscheid van Debbie en Patrick, want ze zullen doorrijden naar Konstanz. Ik stop in Radolfzell. Onze wegen scheiden nu voorgoed, alhoewel, je weet maar nooit in het leven. Ik heb goede herinneringen aan onze ontmoetingen. Ik zal hen de foto's doorsturen en hen volgen op hun blog Crazyguyonabike - energees.
Een korte tijd later zie ik na een stevige klim de Bodensee in de verte liggen. Enkele jaren terug ben ik met Hilde er al een weekje op vakantie geweest, we waren toen gelogeerd aa de Oostenrijkse kant. Het uitzicht van bovenaf is prachtig. Het einde van mijn tocht begint nu echt te naderen. In het voor het publiek toegankelijk Strandplatz van het voorliggende dorpje Moos neem ik een frisse duik in het water, ik zwem er wat rond, het is er heel druk. Heel veel weekend of dagjes toeristen. Ik zoek wat verder een geschikte plaats voor de fotoshoot (je weet wel, fiets met voorwiel in het water). 'Carmen und Carine wollen gerne ein Foto nehmen'. Ik leg hen kort uit wat de bedoeling is en zij vinden het 'ganz toll'. Ook in en rond Radolfzell is het zeer druk; geen kamer meer vrij natuurlijk. Na wat rondrijden en -vragen ga ik naar het station en ik neem een eerste treinticket naar Offenburg. Mijn fiets kan mee voor 5 euro per dag op de geschikte treinen. In de trein praat ik wat met Franzi en Kristian, een jong koppel. Hun 5 maand oud dochtertje Mika heeft het behoorlijk lastig met de warmte. De taken bij die twee zijn modern verdeeld: Kristian ververst het pamperke, Franzi geeft de borst.
Ik stap af in Offenburg en probeer verder door te sporen naar Düsseldorf, maar met een Intercity Express (ICE) mag en kan dit blijkbaar niet. De treinconducteur maakt mij dat op zijn zuiverste Duits duidelijk. Wist ik veel...
Het is ondertussen al half negen 's avonds en ik moet noodgedwongen een kamer gaan zoeken. Ik kom via via in hotel Sonne terecht. Ook daar geen kamer meer vrij, maar de receptioniste is zeer hulpvaardig en belt wel 10 hotels op. Ze vindt uiteindelijk voor mij nog een 'Einzelzimmer in Haus Zauberflöte', dichtbij het station. Ik hap toe, ook al is het het dubbele van de normale prijs. Ben wel benieuwd naar de kamer ... Doodop ga ik vroeg slapen, in een gigantisch bed, dat voor een einzelzimmer... er is zeker plaats voor minstens drie personen. 's Nachts word ik wakker van gekreun en geroep boven mij. Deuren die op en toe geslagen worden. Een toch wat eigenaardig hotel, vind ik. Meer wil ik er niet over kwijt.
via Inzlingen, Grenzach-Wyhlen, Rheinfelden, Bad Säckingen, Murg, Laufenburg, Waldshut-Tiengen, Küssaberg, Kaiserstühl am Rhein, Hohentengen am Hochrhein, Wil, Rafz
De klok heb ik vergeten op actief te zetten. Het is de buurvrouw boven mijn kamer die met haar kleppende schoentjes in de traphal me wakker heeft gemaakt. Ik drink twee senseo koffies en eet het overgebleven pruimpje. Dat is mijn ontbijt, voorlopig. Ik heb gisterenavond beslist om eerst naar Inzlingen te rijden en dan met de route aan te knopen. Reliëf staat niet op de kaart. ... Het wordt een steile klim naar Inzlingen: op de top 511 meter. Hijgend en puffend neem ik een foto. Ik zal thuis eens berekenen hoeveel het hellingspercentage was, maar als instinkertje op deze ochtend kan dat wel tellen. Via Rührberg een even steile en gevaarlijke afdaling langs slecht onderhouden boerenslagen. Ik mis de kruising met de route en het duurt een tijdje eer ik de bewegwijzering kan oppikken. Dit is hier in Duitsland een groot verschil met Frankrijk: la Loire à vélo en in de Franche Comté staat alles goed aangegeven. Hier moet je wel goed uitkijken en zoeken naar de route. Ik ben nu wel blij gps en kaart bij mij te hebben. Ik hou een stop in Rheinfelden om een deftig ontbijt te nemen met bruin brood, smeerkaas, vlees en honing. Een gemeentewerkman is de eerste Duitser die geïnteresseerd mij komt vragen waar ik naartoe rij.
Ook dat is een groot verschil: in Frankrijk overal een opgewekt 'Bonjour'. In deze streek kijkt men vaak stuurs en nors voor zich uit ( of is dit vooringenomenheid van mijnentwege?).
Op 61 km - het is bijna middag- stop ik aan een Grieks restaurant Athen in Laufenburg: een mooi uitzicht op een kronkelende Rijn. Aan de overkant, op nog geen 50 meter, ligt Zwitserland. Zwitserland en Duitsland: het loopt hier volledig door elkaar en geen Zoll Beamten te zien. Een brugje over en je bent zo in die Schweiz. Ik eet eens goed: pangasiusfilet met tzatziki. Sprüdelwasser verstaat de Griek niet; Wasser mit Gaz wel.
Ik ben al flink opgeschoten. Alles voorbij Waldshut-Tiengen is gewonnen om morgen tijdig in Radolfzell am Bodensee toe te komen. Daar eindigt mijn reis; ik wil zondag met de trein terug. Het liefst met een 'Wochenende Karte': 40 en je reist er heel Duitsland mee door. Ik weet niet of dit lukt met mijn fiets. Ik zie wel.
Ik blijf maar door fietsen, maar de hitte doet mij eens stoppen aan een bar, opnieuw een Griekse uitbaatster. Het lijkt wel de Griekse dag te worden. Ze vraagt 6 euro's voor 2 cola lights. Ik word buiten gezet op het terras want de Grieken houden ook hier middagpauze. Van 14.00 tot 18.00 uur. Geen wonder dat het land bijna failliet is. En ik blijf maar doorrijden onder het motto: "Alles weiter Waldhut ist Gewin". Ik stop onderweg aan zo'n publieke pomp. Het staat er al sinds 1899. Ik smijt er mijn bidon en mijn fles drinkbaar water in om af te koelen, ik steek mijn hoofd onder de kraan, ik maak mijn tropenpetje helemaal nat. Kortom, was het niet op straat, ik sprong er zo in. Maar ik ben niet in Rome en niet op de set van de film van Fellini 'La dolce vita' waar een blonde actrice in de Trevifontein springt. Maar het verfrissen doet mij echt deugd en vooral het natte tropenpetje geeft voor een tijdje veel verkoeling.
Ik kom aan in Hogentetten of zoiets. Ik stop aan het info-post-DHLdelivery-kantoor (dit is het resultaat van de bezuinigingen bij de Duitse post). Ik vraag hulp bij het zoeken naar een kamer in de buurt van Schaffhausen: de dame heeft geen enkele info of adres en wil ook niet eens bellen of kijken op internet. Ze is vriendelijk hoor, maar ze heeft gewoon geen tijd en het is bijna 17 uur. Wat een verschil met de Offices de Tourisme!
Ik puf maar verder en kijk op goed geluk naar bordjes 'Zimmer frei'. Ik begin er schoon genoeg van te krijgen en in Rafz vraag ik in een restaurant hulp. Een oudere dame verwijst mij naar Gasthof Stern waar ze me een studio voor 150 euro aanbieden. Alle andere kamers zijn verhuurd aan hoge pieten van het Zwitsers leger: die hadden iets te vieren blijkbaar. Twee Zwitserse meisjes horen mij vragen en beginnen spontaan met hun smartphone te surfen; na een paar telefoontjes heb ik via hen onderdak in een hotel op de grens in Duitsland voor 52 euro.
Carmen en Daniella zijn twee mooie maar vooral sympathieke meisjes. Ik geraak ermee aan de praat; ik moet mij niet meer haasten en ik trakteer hen voor de moeite. Een dame uit Parijs komt er nadien ook bijzitten en er volgt een plezant dooreenhaspelen van Frans, Engels en Duits. Ik geef aan Daniella en Carmen mijn blogadres. Ze vinden het leuk vermeld te worden in een reisverslag van een Vlaming op fietsreis. Enkele kilometers verder vind ik inderdaad heel gemakkelijk mijn hotel: dat hebben Carmen en Daniella goed geregeld voor mij. Danke schön!
's Avonds loop ik niet ver meer: op de teller staat 115 km. Het is genoeg geweest. Ik eet in het restaurant van het hotel 'ein Sommerteller': een kleurrijke en smaakvolle schotel, met een glas rode wijn uit de streek van Kaiserstühl. Ik neem een foto en zet die op Facebook. Mijn reis loopt op zijn eind. Binnen een paar dagen zou ik moeten thuis zijn. Maar vanavond is mijn pijp uit. Ik ga slapen.
Mijn fiets heeft de hele nacht in het chauffagelokaal gestaan. Even dacht ik dat de banden zouden wegsmelten, maar nee, mijn stalen ros staat er nog steeds goed en wel bij.
Het ontbijt in een IBIS hotel is iets beter dan F1 hotels, maar het stramien blijft ongeveer hetzelfde. Voor een kamer met airco en een ontbijt betaal je 50. In een hittegolf als deze kan je airco wel appreciëren, geloof me. In de ontbijtzaal ben ik omringd door arbeiders van de ochtendploeg en een paar werfleiders (enfin, zo lijkt het wel).
De ochtendrit is heel mooi: ik rij de Elzas binnen en er komt een mooi afwisselend landschap op me af. Het is alsof je naar een film kijkt waarvan het uitzicht als decor aan je voorbij glijdt. Je hebt zo van treinroutefilms, vergelijk het daarmee.Vanaf Montbéliard ligt de Doubs achter mij en ik volg de hele tijd het kanaal Rhône-Rhin. Ik heb ongeveer 10 km gefietst, als ik Janot ontmoet. Een wielertoerist uit de buurt, opa van 3 kleinkinderen. Zijn zoon woont voor zijn werk in Ile de Reunion. Hij ziet de kleinkinderen niet zo vaak. Hij rijdt met mij mee, zo'n 30 km. Daarna maakt hij een demi-tour terug naar huis. Hij heeft een grijze ringbaard; Ket zou zeggen dat hij lid van het Davidsfonds is.
Kort nadien komt er vanaf Valdieu een plezant stuk: je duikt via het kanaal en de tientallen sluizen de Rijnvallei in. Ik haal gemakkelijk 30 km per uur. Het fietspad is mooi geasfalteerd. Vlak vóór Mulhouse is er een wegversperring zonder signalisatie voor fietsers. De bouwvakkers willen van geen doorgang weten en sturen mij wandelen. Wat nu ? Op de kaart zie ik dat het een serieuze rondrit zou zijn als ik terug op de route wil komen. Ik besluit af te snijden en door te steken naar Kembs. Ik rij dus niet doorheen Mulhouse. Het kanaal maakt een hele lus wel met een reden hé. Het rondt een heuvel. Ik fiets over die heuvel: een klim van 5 km naar Bruebach! Het is middag en met de warmte is het niet gemakkelijk. Eenmaal op de kam krijg ik wel een schoon vergezicht over de Rijnvallei. Ik daal af en via de barrage van Kembs geraak ik in Duitsland.
Het stuk Frankrijk is definitief achter de rug; ik steek met trots mijn zesde kaart weg van het set dat Hilde mij ooit kocht op een fietsbeurs in Mechelen. Helemaal afgefietst, schat. Frankrijk van west naar oost.
Ik zit in Duitsland en dat zie ik aan de nummerplaten, de huizen, de venten met dikke bierbuiken...
Ik zoek mijn adres op, maar bij het aanbellen komt er niemand opendoen. Ik keer terug naar het centrum van Weil am Rhein en ik vraag of ze wifi connectie hebben. Dat kennen ze niet, maar ze kennen wel WLAN. Dat hebben ze wel en ik zie in mijn mails een berichtje van frau Grimmer. Ik bel haar op en binnen de 5 minuten ben ik terug aan het afgesproken adres. Frau Grimmer komt ook net toe, met haar dochter Amélie. Frau Grimmer is duidelijk in verwachting. Binnen 4 weken zal ze bevallen van een zoontje. De kamer is op de vierde verdieping. Ze zucht bij de inspanning van het trappen lopen. Potverdorie, straks koopt die hier nog hare kleine op de trappen ...gelukkig voor mij is het nog niet voor nu. Ik wens bij het afscheid haar veel succes en een schone baby, want ik betaal haar cash en ik krijg in ruil de sleutel die ik morgenvroeg bij het weggaan gewoon op de kast moet laten liggen. Ik ben blij dat ik onderdak heb en dat ik kan uitrusten van een vermoeiende rit. Buiten haalt de hitte zeker 35 graden. Ik drink de kraan zowat leeg. 's Avonds eet ik bij een Turk 'ein grosser Salat und Chicken Chips mit Reis'. Ik heb honger als een paard en ik spoel alles door met een halve liter bier.
Op de kamer heb ik plots geen wifiverbinding meer. Dus kan ik dit verslag nog niet doorsturen. Voor morgen volgt hetzelfde scenario: vroeg opstaan. Verdorie, slecht weer is iets, maar een hittegolf van enkele dagen is ook wat. Ik heb zo te zien veel te veel kleren mee. Ik sleur al de hele tijd regenkleren, twee fleeces, enz... mee, ik stop alles in plasticzakken tegen de regen. Ik had me al die moeite kunnen besparen, want behalve wat gedruppel de allereerste dag heb ik geen regen meer gehad. Moest het ne mens allemaal van op voorhand weten hé.
Om 4.45 uur ben ik wakker en spring uit bed. Hoe vlugger ik kan vertrekken, hoe minder ik in de hitte moet rijden. De alarmklok (op 5 uur ingesteld) ben ik zelfs te vroeg af. Het meeste was al ingepakt, maar ik verlies tijd omdat ik niet direct iemand vind die het poortje van de fietsstalling kan openen.Ik neem geen ontbijt, maar ik zal onderweg het broodje opeten dat ik gisteren heb gekocht.
Ik rij vlot doorheen Besançon en kom op de route door de hulp van een jogger. Die is er ook wel vroeg bij. Het fietspad naar Baumes-les-Dames is nog mooier dan dat van gisteren. De zonsopgang maakt het helemaal goed. Fietsen doorheen de Franche-Comté is echt de moeite. Het heeft veel van de 'voie verte' in de Maasvallei.
Tijdens mijn ontbijt onderweg praat ik wat met Antoine, een opa die met zijn 2 kleinkinderen aan het vissen is in de Doubs. De visjes die hij heeft gevangen, eet hij gefrituurd of gegrilld op. Met wat kruiden een delicatesse, zegt hij.
Ik rij verder want de zon begint al aardig op te komen en het is nog maar 8 uur. Tegen 9.30 uur heb ik al 70 km gefietst. Ik denk aan de collega's van Attentia: rond dat uur zitten er veel in meeting. Ik wil jullie niet jaloers maken, vrienden-Attentianen, maar ik ben toch dankbaar dat ik dit allemaal mag meemaken en nog kan doen. Dit is genieten van uw pensioen zeker?
Het is al ruim in de late voormiddag als ik Mary (uitgesproken Meerie) ontmoet. Zij is vanuit Alkmaar begin juni vertrokken met haar fiets zwaar beladen om een Nederlander op te zoeken ergens in Frankrijk ... naar aanleiding van een TV uitzending! Ze vraagt mij wat ik daarvan vind en ik zeg haar dat dit toch heel bijzonder is. Ze doet mij haar hele verhaal. Dat duurt wel even en ondertussen doet de zon haar uiterste best om er een heuse smeltpan van te maken. We rijden een poosje samen, maar in het vooruitzicht van een klim zegt ze mij 'tot ziens' en ga ik alleen verder. Ik heb haar niet meer gezien. Ze zal wel ergens haar tentje kunnen opslaan en tegen morgen haar sigaretje roken bij een kopje thee. Als ze dit bij haar thuis leest, dan hoop ik dat dit haar opmontert. Meerie, de gevoelige en zoekende fietszwerfkat uit Alkmaar.
Met de gps zoek ik mijn IBIS hotel kamer (met airco) op. Deze keer geraak ik gemakkelijk binnen. Uren later word ik wakker. Ik heb wel een erg lang middagdutje gedaan, maar ik had het precies wel nodig. Mijn benen voelen wat stram aan.
Iets na 19 uur heb ik nog een spaghetti gegeten dichtbij. Buiten blijft het warm. Op de TV lees ik dat in Parijs het warmterecord gebroken is: maar liefst 39,6 graden wordt er daar gemeten. Dat zal hier ook zo wel zijn.
Ik zet mijn alarm op 6 uur. Morgen heb ik ontbijt vanaf 6.30 uur. Met de rit naar Weil am Rhein (opnieuw 100 km) in het vooruitzicht kan ik er maar best vroeg aan beginnen. Ik kruip vroeg in bed. Wie had dat kunnen denken dat dit hete weer zo bepalend zou worden tijdens deze fietsreis? Door zo vroeg op te staan ben ik vaak op de middag op mijn bestemming van die dag. De hele namiddag en avond is wat leeg en het is buiten veel te warm om nog wat te doen. Maar liever dit dan fietsen in de hitte.
Ik ga ontbijten in de jeugdherberg van Besançon: een groot complex van 11 verdiepingen. Er is weinig volk. De dame van de keuken houdt een oogje in het zeil dat er niet teveel toespijs wordt gepakt door een groepje Duitse scholieren.
Sommige meisjes onder hen zien er al serieus verbrand uit. Ocharme, dat wordt afzien in de zon.
Daarna ga ik de toerist uithangen. Ik bespaar jullie de details. Besançon is wel een stad om eens te citytrippen voor enkele dagen. In het kort komt het hierop neer dat Besançon omringd is met wel 20 fortificaties van Vauban. Lelijke dingen die ik niet ga bezoeken. Het geboortehuis van Victor Hugo ga ik wel opzoeken: hij is hier geboren maar daar stopt het dan ook. De beroemde schrijver is er nooit meer teruggekeerd. Victor Hugo heeft wel enige tijd in België in ballingschap verbleven. Verder heb ik ook het paleis van de Granvelle bezocht: die heeft als adviseur van de hertog van Alva bij ons geen goede naam. In het museum wordt voldoende aandacht besteed aan die bloedige periode van godsdienstvervolging in onze Vlaamse streek. In het paleis is ook een leuk museum van de tijd gehuisvest. Het lijkt wel de speeltuin van mijn schoonvader Fons en mijn schoonbroer Hans. Er is een hele collectie uurwerken en horloges van vroeger en nu waarin alles uit de doeken wordt gedaan over het vertikken van onze tijd dat we hier mogen rondlopen op deze planeet. Nostalgisch is de verzameling uurwerken van LIP. Ik heb er onder andere mijn plechtigecommunie horloge zien liggen die mijn ouders kochten bij Van Hulle in de Dekenijstraat. En een wekkertje uit die tijd...
Waar is de tijd? Past hier dan niet een indiaans gezegde? Volgens mij zou het ook door Boeddha kunnen gezegd zijn...
Gisteren is slechts een herinnering.
Morgen is slechts een droom.
Maar vandaag prettig geleefd maakt van gisteren een prettige herinnering en van iedere komende dag een droom vol hoop.
Geniet daarom bewust van vandaag.
Ik heb in Besançon vooral veel kilometers gewandeld wat een goede afwisseling is met het vele fietsen. In de namiddag is de hitte komen opzetten en ik ben naar de jeugdherberg teruggekeerd. Ik heb eigenlijk niet veel gedaan wat de bedoeling is van een rustdag, toch?
De klok van mijn gsm maakt mij wakker om 6 uur. Versuft raap ik mijn spullen bijeen. Het gaat niet vlot en ik start maar om 7 uur. Als ik mijn koffie niet heb gehad ...
Ik koop une ficelle et un pain aux raisins (bij ons zeggen ze daar ne suisse tegen).
Het is de hele weg van Dole naar Besancon werkelijk heel mooi fietsen: je volgt het Canal du Rhône au Rhin en de rivier Doubs. Je spreekt dit uit als 'Doux'. Het landschap is ook helemaal anders. Veel meer bossen, andere type huizen, kabbelende beekjes en rivieren. Een beetje Ardense sfeer. Mooie meisjes ook (fietsbabes zou mijn vriend Gerrit zeggen). Eentje noemt Agathe. Eerst dacht ik Julie te zien. Agathe lijkt er wel op. Een vriendelijk blondje dat mij spontaan wilt helpen met het zoeken naar de juiste route. Ze vertelt me dat ze op weg is naar haar grootmoeder. Ik zeg haar op te letten voor de wolf. Een stralende glimlach krijg ik als antwoord. Ze wenst mij vriendelijk 'une bonne continuation'.
Om 10 uur bel ik naar de jeugdherberg van Besançon. Het is ok voor een kamer maar ik mag me maar aanmelden om 14 uur. Ik kan er al zijn op anderhalf uur. Dus ik ga eten onderweg, want ik voel de klop van de hamer.
Op een vijftal kilometer vind ik een bar-resto-hotel waar de tijd precies is blijven stilstaan. Op een bord staat met krijt slordig geschreven dat er een plat du jour is: voorgerecht vlees en groenten, hoofdgerecht vlees, daarna kaas en dessert. Meer kom je niet te weten. De hele menu is dus een verrassing. Ook de prijzen zijn onduidelijk: 14 euro denk ik. Baas en bazin zijn sympathiek. Hij vraagt: "Dorst?". Ik zeg:"Ja". Hij brengt 1 liter fris spuitwater. Als ik later vraag om een glas wijn breng hij een goedgevulde pichet rode wijn. Zij is curieus. Ik voel dat ik word gewikt en gewogen. Als ik vertel dat mijn vrouw thuis is en mij 30 dagen vrijheid geeft, zegt ze dat ik een verstandige vrouw heb en dat vrijheid geven aan de ander het geheim is van een gelukkig huwelijk. Ik voel dat ik het gewonnen heb in haar afweging. Ik heb nog maar net gedaan met het hoofdgerecht of wie stuikt daar toe? Opnieuw de Gees. Ik vraag nu op mijn beurt koeltjes:"Volgt u mij?". Een hele uitleg nu van hen en vooral een opmerking van Debbie die mij ontroerd:"We kennen mekaar nog maar 5 dagen en het is alsof we oude vrienden zijn", zegt Debbie. Ze zei het in het Afrikaans maar ik versta het wel.
We maken afspraak voor een officieel afscheid als we allemaal in Bazel zijn. Patrick zal mij een sms bericht sturen. Ze rijden verder naar Baumes-les-Dames en morgen naar Montbéliard terwijl ik een rustdag neem. Zij blijven op hun beurt dan weer enkele dagen in Bazel en pikken daar vrienden op.
Ik zoek mijn kamer op in de jeugdherberg. De kamer is beter dan in Dole. Ik heb mijn lidmaatschap bij de jeugdherberg al ruim terugverdiend. Voor 4 euro doe ik mijn wekelijkse was. Ik werk mijn blog bij. Op de kamer is het wel drukkend warm. Ik heb de zonzijde in de avond. Ik ga nog eens de stad in. Misschien vind ik een klein cafeetje in de buurt waar ze me gratis wifi geven in ruil voor een glas wijn. Morgen is het citytrippen. Ik denk niet veel te schrijven. 't Is te warm.