Dag 6: zaterdag 20 juni 2015
Mesland - Beaugency
via Chaumont, Blois, Chambord, Muides, Tavers
83 km (401-484), 10.00 - 17.30
Mp3: geen
_____________________________________
Leonardo de tweede is leraar mechanica en fysica (een theoreticus dus) én onze gastheer van de chambre d'hôtes. Hij geeft ons uitgebreid uitleg over zijn project 'hoe voorkomen dat bomen hun bladeren verliezen' en over zijn boekjes waarin hij uitlegt hoe hij het gehemschrift van de echte da Vinci ontrafelde. Volgens mij is hij een groene zwever eerste klas die teveel tijd heeft en die eigenwijs zijn projecten aan de man wil brengen. Ik neem uit beleefdheid een papiertje met zijn gegevens mee.
In Blois babbel ik met Alain, een schilder die op zaterdag werkt (volgens mij is hij in 't zwart bezig). Alain is bijna op pensioen en wil daarna met een gîte beginnen. Hij is ook motard en hij reist met vrienden heel Frankrijk door. Hij wil niet dat ik een foto van hem neem. Is hij bang dat hij zou ontdekt worden of heeft hij schrik dat zijn geest in mijn gsm verdwijnt?
Voorbij Blois rij ik van de route en op een slecht stuk krijg ik op een grindweg platte band. Op een klein halfuur is de klus geklaard. Vorig jaar kostte me dat nog twee uur. Mijn cursus 'fietsherstelling' werpt zijn eerste vruchten af. Ik heb bijna gedaan als Kurt passeert. Hij assisteert mij met advies, gebaseerd op een Duvel en een Trappist van Westmalle... Hij heeft een goeie brief geschreven en gepost, zegt hij. Ik hoop het voor hem.
We komen aan in Beaugency en zoeken 'La petite maison' in de Impasse Oseille. We vragen de weg aan een vrouw uit de wijk maar die kent het straatje niet eens. We bellen Michelle, onze gastvrouw, op en die begrijpt het niet. Ze zegt dat het zever is en komt ons te voet oppikken aan het station. Het is inderdaad een paar straten verder. Onbegrijpelijk dat die trien met haar hond dat niet weet zijn. Bij Michelle is er ook een andere voisine, een kranige vriendin van 80 jaar. Michelle en haar vriendin zijn allebei weduwen. Kurt zegt dat die vriendin er is omdat ze dan met twee zijn als die venten (wij dus) komen. Het zou kunnen. Hoedanook, we worden vriendelijk ontvangen en het gastverblijf is inderdaad een klein huisje. Michelle is een vriendelijke gastvrouw die mijn vuile kleren van een week eens wil wassen. Ik moet wel zelf de was aan de wasdraad buiten ophangen. Geen probleem. Dat kan ik.
Beaugency is een charmant Frans stadje dat die avond volledig in de ban is van 'La Fête de la musique'. In heel Frankrijk is er op 21 juni heel wat te doen in alle dorpen en steden. Zo ook in Beaugency. Het is in feite een soort kermis en iedereen loopt er op zijn zomers in het centrum. De dirigent van een harmonie met veel jonge muzikantjes doet zijn uiterste best om een beetje deftige muziek te brengen. De ouders van die gastjes staan er allemaal rond en ze kijken vertederd naar hun jonge spruit. Op een ander plein zingt een Dana Winter wat oldies bij elkaar. Iedereen kent iedereen. Ik denk aan Zomergem; het is daar ook kermis (of is het een week later?). Ik zie verschillende Breugheltypes doorheen de straten struinen. Ze dragen T-shirts in gestreepte wit-beige balken over hun dikke buiken. Sommige van die forten zouden niet misstaan in een rugbyteam. Tsjoene zou met hen direct verbroederen, denk ik dan. Het is door die ambiance, de losse sfeer en het late uur dat ik een pakje Gauloises koop: bij een biertje past dat nu wel. Kurt is een beetje jaloers op mijn pakje sigaretten. Ik geef het hem als afscheid, want ik ben geen roker.
In ons klein huisje hangen een paar rieten punthoedjes uit Vietnam en ik denk aan Hilde en haar val van de fiets in Vietnam. Hopelijk komt dat allemaal goed.
Voor morgen moeten we maar 30 km rijden en dan zijn we in Orléans. De dag daarna gaat Kurt met de trein terug. Ik ga een rustdag nemen, denk ik.
|