De Fransman springt al heel vroeg uit bed, eet een beetje en hop, hij is weg. Wij staan iets later op en Pieter blijft nog wat liggen. De Fransman heeft zijn vuile borden en tassen laten staan. Mooi van hem. We noemen hem "de sprinkhaan". Het is terug vrij koud vandaag. Van zodra we klaar zijn, vertrekken we. De wandeling vandaag gaat de hele tijd langs een rechte baan met veel en snel verkeer en zonder een echt voetpad. Niet echt aangenaam en dat tot in Brézy dat 10 km verwijderd ligt van Baugie. Iets verder dan Brézy lopen we ons vast op een zeer drukke weg waar we onmogelijk op kunnen wandelen. We gaan terug naar Brézy waar we in een café-restaurant een bol lekkere soep en koffie eten. Dat doet goed, want het is behoorlijk koud. Pieter komt ook aan in het cafeetje. Hij gaat vandaag niet verder, gezien hij morgen pas wil toekomen in Bourges. Wij gaan verder en nemen een asfalt landbouwweg die ons naar Saint-Solange moet brengen. Halverwege beslissen de weergoden om alle sluizen open te zetten. We zitten te midden van de velden en er is geen enkele plek om te schuilen. We wandelen dus door en zijn binnen de kortste keren kletsnat. Onderweg komen we wel enkele bomen met bankjes tegen. De plaatselijke bevolking heeft dit plekje gemaakt voor pelgrims zodat ze kunnen rusten en iets eten. Heel tof, maar gezien de regen blijven we doorwandelen. Uiteindelijk komen we aan in Sainte-Solange waar we hopen om een bar te vinden om een lekkere en warme koffie te drinken. Niets van, alles is gesloten. Wat is dit toch met Frankrijk? We gaan even schuilen onder het portaal van de kerk en we gaan even binnen. Dorpsbewoners zijn binnen de kerk aan het versieren voor de feesten van de Heilige Solange. We krijgen de hele uitleg over deze Heilige en de feesten. Maar we moeten verder. Plots komt de zon er toch door, maar dat is maar voor even. Van zodra we een veldweg inslaan, begint het weer te regenen. We blijven even schuilen onder enkele bomen, maar we vertrekken terug omdat we nog een heel traject voor de boeg hebben. We ploeteren verder door de regen, het natte gras en modderige veldwegen. Plots zien we de kathedraal van Bourges in de verte opduiken. Dat geeft het idee dat we er bijna zijn, maar we moeten toch nog een 12 km doen. Op een gegeven moment loopt onze volgweg naar Bourges dood omdat er een nieuwe autosnelweg is getrokken. We moeten een hele afstand weg van Bourges wandelen tot we bij een brugje aankomen, om dan via de andere kant van de snelweg terug naar onze volgweg te gaan. Uiteindelijk komen we in de voorsteden van Bourges. Ons wacht een lange wandeling tussen eentonige woonblokken, winkels en scholen tot we uiteindelijk bij de kathedraal in het centrum aankomen. Het oude centrum lijkt wel mooi, maar we moeten verder naar de jeugdherberg waar we gereserveerd hebben en de jeugdherberg ligt aan de andere kant van Bourges. In de jeugdherberg komen we "sprinkhaan" ook weer tegen. Het is te laat om nog te shoppen, maar we kunnen tot 23u terecht in een grill om te eten. Mis dus, alhoewel het uurrooster zegt dat de zaak open is tot 23u, was ze al gesloten om 22u. Wat is dat toch met de Fransen. We lopen het centrum in en eten in de enige zaak waar we nog iets kunnen eten, nl. een karaokebar. Na het eten het bed in.
Dag 33: Sancergues - Charentonnay - Couy - Baugy - 19,5 km
Na een ontbijtje in de plaatselijke bar vertrekken we verder richting Baugy. Eindelijk vinden we op dit traject toch af en toe een bar waar we een koffie kunnen drinken. In één van de bars komen we een andere Franse pelgrim tegen die niet veel zegt. Hij eet een kom pasta in de bar en vertrekt dan terug. Dit traject gaat voornamelijk door velden en landerijen. Er waait een frisse wind, maar de regen blijft weg. Net voor Baugy rusten we even uit bij een mooie hoeve die klaarblijkelijk ook pelgrimkamers heeft. Op een stoel staat een bord met een verwelkoming voor 2 pelgrims die hier geboekt hebben. We lopen nadien naar het gemeentehuis van Baugy waar we ontvangen worden door de burgemeester. Van hem ontvangen we de sleutel van de gite en een kaart met alle regio's en departementen van Frankrijk op. Hij vertelt ook dat hij vroeger bij de luchtdoelartillerie was en oefeningen heeft gedaan met de Belgische luchtdoelartillerie. De burgemeester zegt dat Baugy bijna het centrum van Frankrijk is. Het officiële centrum ligt enkele km verderop en werd nog door Napoleon erkend als centrum. Een buurdorp maakt nu wel aanspraak op het echte centrum wat de nodige hilarische ruzies met zich mee brengt. De gite ligt iets verderop. Het is een klein kamertje met 4 plaatsen op stapelbedden. Hier zien we Pieter terug en de Fransman van daarnet. We zitten zeer dicht op elkaar, maar dat geeft niet. We hebben een bed en een douche. De prijs is een donativo. We gaan wat inkopen doen en gaan ook nog even naar de apotheek. Mijn scheenbeen doet af en toe nog pijn, maar het wordt met de dag beter. Twee Belgische dames uit de streek van Brussel komen ook nog aankloppen voor een plekje, maar we zijn vol. Een plaatselijke vrijwilliger wil hen graag helpen om een andere plaats te vinden. Ik vraag me af of zij niet de dames waren die gereserveerd hebben in de boerderij voor Baugy. We eten in de gite een koude soep en couscous en een dessertje van platte kaas en rode vruchten. Lekker! We kruipen vrij vroeg in bed.
Na de lange etappe gisteren, besluiten we om het wat kalmer aan te doen vandaag. We willen ook nog het stadje bezichtigen. De camping ligt aan de oevers van de Loire en eindelijk komt er een waterig zonnetje door de wolken piepen. Alles is toch zo veel mooier als de zon schijnt. Het water van de Loire klotst tegen de mooie brug en er staat heel veel stroming, hoogstwaarschijnlijk door de vele regenvlagen van de laatste weken. We wandelen over de brug naar het centrum en eten Viennoises met een café au lait. Nadien bezoeken we de kathedraal en de oude stad en doen we ook nog wat inkopen voor de lunch en het avondeten en ook wat proviand voor maandag. Voor 12u moeten we de camping verlaten en we gaan terug om onze rugzak op te pikken. We willen nadien nog even het stadje in om wat te drinken vooraleer te vertrekken. We zitten op een terrasje en plots komt de accordeonspeler, die we al in Troyes en Chablis hebben gezien, liedjes spelen op het terras. Het wordt een hartelijk weerzien en we drinken samen nog een koffie. Een Marokkaanse man op het terras komt ook mee praten. Als we door moeten gaan, willen we betalen, maar de Marokkanse man staat er op om alles zelf te betalen. Een heel sympathiek gebaar. We vertrekken en gaan terug de brug over de Loire over en we gaan op stap. Het is ondertussen al 14u geworden. Het is vandaag geen uitzonderlijke wandeling. We volgen een lang stuk langs een drukke steenweg tot we een zandweg in gaan die ons richting Sancergues brengt. Daar hebben we gebeld voor het volgende verblijf "Café-Brasserie-Hôtel Aux Blasons". Het hotel is dicht, maar de eigenaar doet voor ons open. De eigenaar is zeer ziek en niet goed te been. Hij toont ons een piepklein kamertje waar je moeilijk kan in bewegen. Om op het toilet te zitten moest ik mijn rechtervoet in de douchebak zetten. En gezien de vloeren scheef staan, hebben we een een dronken gevoel. Eten doen we in de gang.
We zijn vroeg op omdat we een lange etappe voorzien hebben. Het ontbijt is voortreffelijk en we praten met een Frans koppel dat op doorreis is. Het regent weer hevig. Dus, de raincover voor de rugzak en de anorak worden weer eens uitgehaald. De weg gaat over asfaltwegen en goede zandwegen langs velden. In Arbourse is er een kleine gite Pélérin dat door het gemeentebestuur wordt beheerd. Er is een afdakje met een tafel en banken en we eten daar onze lunch. Het is bitterkoud en het blijft maar regenen. Onder het afdak doen we een poging om wat spullen te drogen, maar dit lukt niet. Iets verder in het dorp zien we man uit Namen weer. Hij eet zijn lunch in een bushokje. We stappen verder en komen we langs stille, maar mooie dorpjes. In Raveau rusten we wat op een bankje en proberen ons wat warm te houden. Dan gaat het verder door bossen en velden. In de verte zien we de autoweg, die we over moeten en daarachter La Charité sur Loire. Voor alle zekerheid bel ik de uitbater van de Camping Municipal, bij wie we gereserveerd hebben, dat we er aan komen. We moeten ons haasten, want hij sluit af om 20u. Het laatste stuk is eentonig en zwaar en we moeten nog tot aan de andere kant van La Charité. Uiteindelijk komen we toe om 19.45u en kunnen we ons installeren in een bungalowtent met bed. Heel keurig! Na de douche gaan we in de plaatselijke pizzeria iets eten.
Dag 30: Saint-Germain-des-bois - Thurigny - Cuncy-lès-Varzy - Varzy - Champlemy - 21 km
We staan redelijk vroeg op voor het ontbijt. Onze gastvrouw brengt zelfgebakken brood en zelfgemaakte confituur en de resten kaas van gisterenavond. Het ontbijt was uitgebreider dan wat we ondertussen gewoon zijn in Frankrijk. Na het ontbijt vragen we water om onze flessen te vullen en we krijgen één fles voor ons twee. Als ik haar een tweede fles vraag, krijg ik als antwoord dat de voorraad flessen water op is. Het moment van de afrekening was wel even schrikken. Naast de afgesproken prijs, die in de Njam Njam Doo Doo staat, komen er allerlei toelagen bij. De wijn aan tafel, gebruik van dit en dat + het ontbijt, dat in feite in de prijs was inbegrepen, enz. In totaal voor 97 euro voor 2 personen. Dit is dan onmiddellijk de hoogste prijs die we betaalden tijdens de hele camino. Zelf logies en hotels in Frankrijk en Spanje zijn stukken goedkoper met de luxe van lakens, handdoeken enz... We doopten de naam "Moulin du Merle" om in "Moulin de la merde". Geen aanrader dus. We zetten ons op de weg en hebben een slecht gevoel over de veel te hoge prijs. In het vervolg zullen we heel goede afspraken moeten maken. We lopen over de weg naar het volgende dorp en sluiten terug aan op de officiële weg. Het begint weer wat te regenen. De weg voert ons afwisselend over wegen, velden, bossen. Soms een aarden of stenig pad. Door het grijze, kille weer met af en toe regen is deze etappe niet de mooiste. Uiteindelijk komen we toe in Champlemy en vinden onmiddellijk de gite van Madame Marie-Noëlle Monange die op het dorpsplein ligt. We zetten de rugzakken aan de deur en drinken een pintje in het cafeetje tegenover. Een man uit Namen, die we ook al in Vézelay gezien hebben, zoekt logies in het café. We vertellen hem dat we in de gite zitten, maar hij verkiest een kamer boven het café. De prijs is nochtans gelijk. Marie-Noëlle is een grappige en hartelijke gastvrouw en laat ons snel binnen. De gite is vrij groot en straalt iets oud uit. Maar alles is tot in de puntjes verzorgd. Elke kamer heeft een toilet. In de kamer waar wij verblijven is het toilet ingebouwd in een inbouwkast wat heel grappig is. We krijgen een heerlijk avondmaal voorgeschoten, klaargemaakt door haar man met Nederlandse roots. Een leuk verblijf.
Goed geslapen bij de zustertjes. Ik was toch al vrij vroeg op, maar in de keuken zaten de andere pelgrims al aan het ontbijt. Eén voor één vertrokken ze. Pieter bleef nog een dag langer in Vézelay. We nemen het ontbijt en betalen hiervoor een donativo. Het valt op dat veel pelgrims ofwel naar Le Puy en Velay gaan of de route via Nevers nemen. Zowel Nele als ik hadden al voor ons vertrek via Bourges trekken. Het valt ook op dat de pelgrims, die verder trekken naar Santiago, de Camino Norte willen doen in plaats van de populaire Camino Frances.
Vandaag nemen we definitief afscheid van de Camino Campaniensis die ons van Rocroi naar Vézelay bracht. Vandaag zetten we onze eerste stappen op de Via Lemovicensis, de weg naar Saint-Jean-Pied-de-Port, net voor de Pyreneeën. Het is droog, maar het weer ziet er somberder uit en het is ook wat frisjes. We kopen nog snel een brood en wat toespijs voor de lunch en Nele moet ook nog iets hebben uit de apotheek. Aan het medisch centrum moet je de keuze maken tussen de weg naar Nevers en Bourges. We komen nog een Nederlandse pelgrim tegen die naar Nevers gaat. Wij kiezen Bourges en vertrekken langs de jeugdherberg en de camping. Na de camping volgen we een tijdje een asfalt weg. We moeten nog wat wennen aan de nieuwe gidsen, maar de signalisatie is toch goed. Gelukkig. We slaan al snel een bosweg in in het bos van Molay en komen via dit bos in La Maison-Dieu. We zijn nu in het departement Nièvre. Mijn scheenbeen trekt nog wat, maar het lijkt beter te gaan. De weg is mooi en we lopen langs velden en akkers. Geen wijngaarden meer. Voor vanavond hebben we gereserveerd in Moulin de Merle in Saint-Germain-Des-Bois. Al bij al is deze wandeling toch vrij zwaar en we zijn blij dat Saint-Germain in de buurt is. We lopen eerst nog door een mooi dorpje met heel oude huisjes, dan nog het veldweggetje naar beneden om uiteindelijk op de hoofdweg uit te komen. Saint-Germain is naar links en er staat een bordje met de aanduiding voor Moulin de Merle naar rechts. Dit is wel van de route weg, maar dat gebeurt wel vaker. Ver zal het niet zijn, denken we. Wij dus naar rechts over een lange en bochtige asfaltweg waar af en toe een auto voorbij raast. Aan een T-kruispunt staat geen enkele aanduiding meer. We zetten ons even neer en besluiten uiteindelijk om naar links te volgen omdat dit ons terug dichter naar de volgweg zal brengen. En ja, in de verte zien we een alleenstaand huis aan een waterloop. Dat zou de Moulin wel kunnen zijn. We stappen door een poort de oprit op naar een oud, maar uiterst charmante woning en we worden verwelkomd door Mevr Akkermans, een Nederlandse dame die deze woning heeft gekocht en er een B&B van gemaakt heeft. Ze biedt ons onmiddellijk een kan thee aan. We blijven even buiten zitten om uit te zweten en te genieten van de tuin en de omgeving. De glazen voor de thee dienden we wel bij te houden voor het avondmaal. Mijn scheenbeen doet terug pijn en ik ben blij dat ik de compressiekous kan aandoen. Dat doet echt goed. Mevr Akkermans toont ons de kamer op de zolder. De kamer is heel karig en koud. De douche en het toilet bereiken we op een andere verdieping via verschillende gangetjes. De gastvrouw verwittigt ons dat het water uit de kranen niet drinkbaar is. Als we water wensen, moeten we flessenwater vragen. Ze heeft een hele voorraad. Mevr Akkermans vertelt ons dat er ook nog een Frans jong koppeltje aanwezig is. Ze nemen ook het avondeten en ze kozen voor eend, wat een meerprijs betekent op hetgeen we hebben afgesproken. Maar goed. 's Avonds maken we kennis met het koppeltje. Ze komen uit Parijs en willen een paar dagen genieten van de rust en de natuur. Na de maaltijd kruipen we in een koude kamer en in een koud bed.
Ontbijt in het hotelletje en nadien op stap naar het centrum van Vézelay. We lopen nog wat rond in het stadje, bezoeken de basiliek en wandelen door de tuinen achter de basiliek. Luc wilde al om 12u naar huis en daarom dronken we nog iets op een terrasje dicht bij hun auto. Nele en ik gaan terug naar de basiliek en we eten lunch in de tuin achter de basiliek. Het is zonnig, maar er waait een gure wind. Er is ook een klas jongeren in de tuin aan het lunchen en de leerkracht brengt ons nog wat restjes Emmenthal. Lijken we dan zo erg op schooiers? Maar we hebben de kaas dankbaar aanvaard en ze was nog lekker op de koop toe. Na de lunch melden we ons aan in de opvang voor Pelgrims Sint-Madeleine. We worden fijn ontvangen door 2 vrijwilligers die ons onmiddellijk thee en koude dranken aanbieden. Heel attent! We kunnen in de slaapzalen overnachten (donativo) of bij de zusters mits een kleine bijdrage. We verkiezen het tweede. We vragen wat die vereniging met de 2 Duitsers is, maar daar willen de vrijwilligers niet op antwoorden. Ondertussen stromen er pelgrims toe. Vooral Fransen en Belgen, maar ook enkele Nederlanders. We ontmoeten Pieter. Hij had ook last gehad van zijn scheenbeen en vertelde me dat dit komt door de tong van de schoen die tegen het scheenbeen wrijft tijdens de afdalingen. Zijn raad: "Bind de nestels niet tot boven. Hm, dat ga ik proberen". Nele en ik schieten 's avonds nog wat foto's van een mooi verlichte basiliek. Dan is het bedtijd. Alle overige pelgrims liggen al in bed.
Ik hoopte dat het beter zou gaan met mijn scheenbeen, maar na het opstaan bleef het pijnlijk aanvoelen. Het verbeterde niet, integendeel, het wordt elke dag erger en erger. Ik wandel even door het dorpje om te zien of het gaat. Marie-Hélène stelt voor om me naar Vézelay te rijden zodat ik daar een dokter kan zien. Ik vind het een redelijk voorstel, want ik begin schrik te krijgen dat ik de tocht voortijdig zou moeten afbreken als de pijn erger wordt. Ik bespreek het voorstel met Nele. Ze is onmiddellijk akkoord dat we dit stuk met de auto doen. We vinden het wel jammer omdat de etappe naar Vézelay heel mooi is. We vertrekken met de auto voor een ritje van ongeveer 20 minuten en we worden afgezet bij het medisch centrum. Na 10 minuten wachten kon ik al een dokter zien. Ze wist niet goed wat het probleem was en schreef me antibiotica voor + een schimmelwerend poeder. Dit vond ik maar vreemd. Ik moet ook een compressiekous dragen na het wandelen en dat doet wel deugd. De rest van de dag bezoeken we Vézelay. We willen informatie vragen over het vervolg van de tocht (Vézelay - Saint-Jean-Pied-de-Port) en komen terecht bij een vereniging voor Sint-Jacobsvrienden. Het is een zeer vreemd Duits koppel die ons heel verkeerde informatie geeft. We laten ze voor wat ze zijn en gaan naar het toerismebureau waar we een Njam Njam Doo Doo kopen. Verder bezoeken we nog de basiliek en de omliggende gebouwen. Hier komen we Harry en Hennemieke terug tegen die hun intrek hebben genomen in een Air B&B. We lunchen in een bar met 2 opdieners die hun broek wel zeer laag dragen. Niet echt smakelijk als je een bilspleet ziet terwijl je een broodje eet. Het is lekker warm vandaag. Komt de lente er nu eindelijk aan. De collega's van Nele (Richard en Luc) komen een dagje op bezoek en worden verwacht rond 16u. Als ze toekomen, gaan we op een terras een Chablis drinken en 's avonds eten we samen in een klein restaurantje bij de basiliek. Nele heeft geluk met zulke toffe collega's. We nemen onze intrek in een hotelletje aan de ingang van Vézelay zodat we allemaal samen kunnen zijn.
Dag 26: Saint-Cyr-les-Collons - Restif de la Bretonne - Cravant - Accolay - Bessy-sur-Cure - Arcy-sur-Cure - 21 km
Het is een schitterende dag met veel zon. We wandelen onder de 'autoroute du soleil' door. Een mooi en afwisselend landschap. Onderweg voel ik dat de pijn aan mijn scheenbeen erger wordt. Ik maak me zorgen en bel naar mijn huisarts in België. Ook mijn vader wordt ingeschakeld om via zijn kanalen te zoeken wat die pijn kan zijn en wat ik er tegen kan doen. We stappen nadien rustig verder naar Cravant, een mooi middeleeuws dorpje dat aan de samenvloeiing van de Cure en de Yonne ligt. We drinken een koffie in een bar en kopen pizza plus clementines voor de lunch en eten het aan de fontijn in het midden van het dorp op. Mijn scheenbeen blijft pijn doen. We stappen verder naar Arcy. Eerst gaat het vanuit Cravant stijl omhoog langs een rotspad om dan weer af te zakken naar de steenweg en de Cure. We steken de steenweg over om Accolay binnen te wandelen. Bij het binnenlopen komen we voorbij een beeld uit keramiek en glas. Een werk van de pottenbakkers van Accolay. In het dorpje passeren we ook langs een kleine plezierhaven aan de oevers van de Cure. Het is ondertussen goed warm geworden en we besluiten om nog een voetbadje te nemen in de lavage van het dorp. Het koude water doet deugd voor mijn scheenbeen. Heel kleine visjes peuzelen de huidrestjes van mijn voeten. Pédicure naturelle. We vervolgen de weg in de vallei van de Cure die we tot in Arcy zullen volgen. Af en toe gaat het omhoog, de bossen in en dat geeft mooie zichten op de Cure die beneden stroomt. Via Bessy sur Cure, een oud en mooi dorp, komen we aan in Arcy. Het is een leuk dorpje en een super gastvrouw Marie-Hélène die net achter de kerk woont. Zij liep zelf de Camino vanuit Vézelay in 2010 en heeft er onvergetelijke herinneringen en vrienden aan over gehouden. Haar huisje ademt Camino. Haar huisje kocht ze na haar Camino, omdat ze het rustiger aan wilde doen. Toen wist ze niet dat het huisje op de volgweg lag naar Vézelay tot ze merkte dat er veel pelgrims aan haar deur passeerden. Wat een toeval! Door een beeldje van een ster dat nog in het huisje hing en als verwijzing naar het lot dat haar naar dit huisje heeft gebracht, noemt ze haar herberg "l'étoille". We eten een heerlijke maaltijd. Prachtige gastvrouw. Mijn scheenbeen doet nog altijd fel pijn. Hopelijk wordt dit niet erger. Ik slaap met mijn benen op dekens in de hoop dat dit een beetje zal helpen.
Het is zondag. Het regent. Na een leuk ontbijtje (nog altijd restjes) zijn we op weg voor ons volgende traject. We nemen de Départemental gezien de modder in de bossen. Het wandelen gaat goed en we doorkruisen het dorpje Collan waar niets open is. We komen voor de middag al in Chablis aan. Er is een zondagse markt met lokale producten en er is aardig wat volk op de been. We lopen wat rond op de markt en komen de accordeon-speler van Troyes terug tegen. Hij herkent ons onmiddellijk. We praten een beetje met hem en hij speelt "Santiago" als we terug weg gaan. We drinken nog een koffie in een bar. Als we weg gaan vraagt de café bazin of we aan haar willen denken als we in Santiago aankomen. We vervolgen onze weg door de wijngaarden van Chablis. Mooie uitzichten. We passeren langs typische dorpjes uit de Chablis regio, Courgis en Préhy. We nemen uitgebreid de tijd om vanuit deze dorpjes de prachtige uitzichten te bewonderen. Uiteindelijk komen we aan bij onze volgende stopplaats. We passeren langs de gemeentelijke herberg die afgesloten is. De herberg laten we links liggen om bij het logies van Madame Rada komen. Gezien het zondag is, kozen we voor haar logement omdat het avondmaal + ontbijt in de prijs zit. Madame Rada toont ons het logement en vertrekt dan. Ze moest nog op bezoek bij iemand. We nemen de tijd om ons te installeren en te wassen. Tegen 20u kunnen we eten. Madame Rada heeft het financieel moeilijk en babbelt honderduit. We eten kotelet met pasta en gaan dan slapen. Tijdens de wandeling vandaag kreeg ik regelmatig een pijnscheut aan mijn rechter scheenbeen. Hopelijk gaat dit snel voorbij.
'S morgens een heerlijk ontbijt bij Michel en Claudie. We krijgen ook nog een brioche mee voor onderweg. Vele knuffels bij het afscheid. Het heeft de hele nacht geregend en het regent nog steeds. Michel brengt ons terug naar Ervy. De boswegen liggen er vettig bij. Het eerste stuk gaat door de bossen, maar dan gaan we snel over in velden met hier en daar boerderijtjes en wijngaarden. Hier gaat het over het asfalt. We stappen even van de normale route af naar Flogny voor inkopen. Alleen in dit stadje kunnen we vandaag iets kopen. Het blijft maar regenen en we warmen ons in Flogny een beetje op in een bar. Rond de middag stopt de zware regen en begint het te miezelen. We vertrekken richting de brug over de Canal de Bourgogne en blijven een nat graspad volgen tot we aan de andere kant van het kanaal op een soort jaagpad komen. Het stopt met regen en ter hoogte van een sluis eten we onze lunch. Hier verlaten we het departement Aube (Regio Champagne) en gaan het departement Yonne (Regio Bourgondië) binnen. Na de lunch gaan we verder via het kanaal en dan naar rechts over de rivier Armançon om zo richting Roffey te gaan. Ondertussen is de zon daar. We wandelen door Roffey, een heel mooi dorpje en dan verder naar Bernouil.en dan door naar Vézanne. Op de kaart zie ik dat we een afkorting kunnen nemen naar Vézanne via een wegje tussen de akkers en een dicht bos. De kaart blijkt al wat ouder te zijn, want het wegje is ondertussen ook akker geworden. We ploegen door de akker met kilo's klei aan de schoenen. Nele laat duidelijk zien dat ze mijn alternatieve weg niet zo leuk vindt. Zelfs een verschrikte haas kan haar niet opbeuren. Uiteindelijk komen we toch toe in Vézanne waar we overnachten in een oude boerderij die gite geworden is. Eten kunnen we niet meer kopen, dus eten we restjes. We halen de rugzakken leeg en toveren toch iets op tafel.
Dag 23: Forêt-Chenu - Eaux-Puiseaux - Ervy le Chatel - 14,9 km
We slapen wat uit vandaag, want we moeten maar 15 kilometer wandelen. Het heeft geregend deze nacht. We stappen rustig tot in Ervy. Onderweg komen we een gite tegen in Hameau les Chaillots. De gite ziet er heel charmant uit, maar we hebben echter een gite van de parochie Ervy le Chatel gereserveerd dat ongeveer 3,5 km verder ligt. We stappen door tot in Ervy en drinken en Pelfort biertje op het terras in de bar "Franco Belge". De eigenaar van de bar heeft Belgische roots en heeft nog familie in België. We vergelijken de prijs van het parochiecentrum met de gite die we zijn tegen gekomen. Blijkt dat de gite in Hameau, inclusief de maaltijden, niet veel duurder is. We bellen de eigenaar van de gite en er is nog plaats. Ze komen ons in Ervy halen. De parochie gite bellen we af. We worden hartelijk ontvangen door Michel en Claudie in hun heerlijk huisje en krijgen onmiddellijk een frisse Leffe. De logeerkamer is heel netjes en het sanitair is super de luxe. Claudie vraagt ons wat we willen eten. Gezien we weinig groenten krijgen onderweg, vragen we een salade met kip. Michel wordt door zijn vriendin Claudie onmiddellijk naar de winkel gestuurd. De tafel was mooi gedekt en Michel en Claudie komen samen met ons eten. We krijgen een zelfgemaakte aperitief. Claudie vraagt ons wat we bij de andere gezinnen eten. Ik antwoord dat we tot nu toe bijna uitsluitend pasta hebben gekregen. Op dat moment springt Claudie recht, rent naar de keuken en neemt een pan van het vuur. Ze haalt rosties uit de ijskast en begint die klaar te maken voor ons. Ze had dus ook pasta voorzien. Een gênant moment. We krijgen nog hapjes en nadien de hoofdschotel met een heerlijke salade, kipfilets en rosties. En gezien we in de Bourgogne streek zijn, kon een heerlijke Bourgogne niet ontbreken. Nadien kregen we nog kaas en een dessert. Het wis een leuke avond en we babbelen veel. Michel en Claudie zijn echt sympathieke mensen. Ze ontvangen weinig pelgrims omdat in de Njam njam doo doo (het boekje met alle adressen tussen Vézelay en Saint Jean Pied Port) hun huisje niet onder Ervy staat, maar het kleine dorpje er voor. Vanaf 2016 staan ze ook onder Ervy. Voor toekomstige pelgrims: Dit adres is absoluut een aanrader.
Na het ontbijt in het ADCP gaan we terug op stap richting Auxerre via de N77. Het eerste stuk van het ADCP tot de N77 is langs drukke wegen en grote kruispunten. Ook het eerste deel van de N77 is druk. Gelukkig zijn er goede voetpaden. Hoe verder we verwijderd zijn van Troyes, hoe rustiger het wordt. Geen rijen huizen en winkelcomplexen meer. Na enkele km komen we terug op de volgweg. We wandelen langs mooie bossen en onderweg koelen we onze voeten af in een beekje. Rond half drie lunchen we in het bos. Het is zonnig en warm weer. Net voor Sommeval krijg ik een pijnscheut in de rug tijdens een afdaling.We hebben nog vier kilometer te doen tot in Forêt-Chenu. Het is een klein dorp en toch vinden we onze slaapplaats niet. We bellen de gastvrouw die ons gaat oppikken, maar blijkbaar is er een communicatiefout. We wachten en wachten tot ze ons terug belt. Nu krijgen we een goede uitleg over de plaats van het logement. Madame Labasque staat ons op te wachten in de tuin. Onze slaapplaats is een kleine chalet in de tuin van de gastvrouw Liliane. Liliane brengt ons een lekker avondmaal plus ontbijt. Liliane babbelt en babbelt er maar op los terwijl ons eten koud wordt. Jammer dat er geen wijn bij is. Liliane raadt ons aan om onze voeten te baden met zoutwater. Het zout staat klaar op een kast. Het is echt een leuk verblijf in een peperkoeken huisje.
Harry en Hennemieke vertrekken vandaag weer voor de volgende etappe. Nele en ik verzamelen al onze was om mee te nemen naar de stad. We eten eerst nog een croissant en drinken een koffie bij de bakker. We nemen de bus naar het centrum en zoeken een wassalon. Het lijkt een zonnige en warme dag te worden. We drinken nog een koffie op het terrasje en gaan ook even langs bij het toerismebureel. Nadat de was gedaan is en gedroogd bezoeken we de kathedraal en het centrum en besluiten om voor lunch een snelle menu te eten in een Indisch restaurant. Nadien halen we onze stempel in de kathedraal en wandelen we nog wat rond in het centrum. Ik stap ook nog even een Turkse kapper binnen om mijn baard wat bij te knippen. Het resultaat mocht er wel zijn. Mijn baard is nog nooit zo goed geknipt en voor weinig geld. Ik wil ook gebruik maken van de mediatheek om mijn blog verder aan te vullen. Op weg naar de mediatheek breekt plots een hevig onweer uit. Hevige regen met hagel. We rennen naar het gebouw waar we kletsnat toekomen. Ik vul de blog een beetje aan, maar het gaat langzaam. Na een uurtje stoppen we omdat we nog wat van de stad willen zien. We drinken nog iets in één van de kleine straatjes en luisteren naar een straat accordeonspeler die iets verder staat. We doen nadien nog wat inkopen voor het avondmaal en voor de lunch morgen en keren met de bus terug naar het ADCP. Het keukentje van het studentenverblijf is heel vuil. In de potten en pannen liggen nog beschimmelde etensresten. Gelukkig hebben we een kant en klare zalmsalade genomen en hoeven we niet te koken. Gelukkig maar. We eten ons avondmaal met een glaasje bubbels en een goede rode Madiranwijn. Nadien het bed in om morgen verder te trekken.
Dag 20: Savières - Barberey - Saint-Sulpice - Troyes - 17,3 km
Lekker ontbijt met appelsienenconfituur bij Madame Noble. Rond 08.45u vertrekken we. We lopen de hele tijd langs het kanaal op een asfaltweg. Het is een leuke en aangename wandeling op een jaagpad langs het kanaal Seine Nord. Er zijn veel fietsers op het pad en velen roepen "Bon voyage" of "Buen Camino". Sommigen stoppen zelfs om een praatje te maken. Nele krijgt echt last met haar voeten. We lunchen op een bankje en we verzorgen de blaren van Nele. We doen het rustig aan. Het zijn maar 17 km vandaag. Juist voor Troyes zien we een café met terras dat open is en dat is eerder een uitzondering in Frankrijk. Ze hebben daar zelfs Stella Artois. We kunnen niet weerstaan en ploffen neer op het terras. John en Eric vervoegen ons iets later. Het is een zeer warme en zonnige dag. We wandelen naar het centrum van Troyes en nemen de bus naar het A.D.C.P., een slaapplaats voor studenten. Eric en Jonathan nemen hun intrek in een pelgrimsherberg bij de kathedraal. In het ADCP komen we Harry en Hennemieke ook weer tegen. Ze slapen in hetzelfde gebouw. We eten samen in het restaurant van het A.D.C.P. Weer vroeg naar bed. Omdat we Troyes nog niet gezien hebben en omdat het een heel interessante stad lijkt, besluiten we om een rustdag in te lassen.
Na een heerlijk ontbijt met z'n allen bij Liliane zijn we vertrokken rond 09.00u. Het wordt een lange wandeling langs het kanaal 'Nord Seine'. We komen Harry en Hennemieke regelmatig tegen. In Mery-sur-Seine lunchen we en eten samen met Harry en Hennemieke op een bankje. Even later verschijnen Eric en Jonathan ook. Daar zitten we weer met ons zessen samen. Eric en Jonathan wandelen vandaag niet meer verder en gaan een plaatsje zoeken om te slapen. Harry en Hennemieke stappen vandaag flink door en willen nog verder dan Savières geraken. Ze vertrekken iets voor ons. Als we het rechte stuk kanaal volgen, zien we ze aan de andere kant lopen. In Savières zoeken we het adres van de nieuwe stopplaats. Een auto stopt en het is de dochter van de nieuwe gastvrouw die ons herkent. Ze toont ons de weg. De nummering van de huizen is heel bizar. We moeten naar nummer 1108 en we zitten bij nummer 1565. Nadien vernemen we dat de huisnummers de afstand in meters van de kerk zijn. 's Avonds weer lekker pasta gegeten en vroeg in bed. De gastvrouw, Mevr. Noble, is heel vriendelijk, maar ook zwijgzamer dan Madame Finot. Ze eet niet met ons mee. Mevr. Noble kan meerdere pelgrims logeren in een apart huisje, maar gezien we met ons tweeën zijn, krijgen we de gastenkamer in haar woning. Dan hoeft ze de verwarming en de boiler voor warm water niet aan te zetten.
Lekker ontbijt bij de nonnetjes. Nele heeft met de hond gespeeld. We vertrekken samen met Eric en John voor de volgende etappe. Het is nog fris, maar er is zon. Eerst nog wat brood gekocht voor de lunch. Het wordt een prachtige wandeling en het is mooi weer. Onderweg komen we Harry en Hennemieke, een Nederlands koppel uit Nijmegen, tegen. Zij lopen ook de hele weg naar Santiago. We lopen door mooie dorpjes en velden vol met bloeiende koolzaad. Nele zegt dat het lijkt alsof we in een schilderij wandelen. Vandaag doen we het echt langzaam en we nemen ruim de tijd om te lunchen. We zetten ons midden op een veldwegje op een heuveltop, waar we een prachtig uitzicht hebben over het uitgestrekte landschap. We nemen ruim de tijd gezien we toch gereserveerd hebben bij Madame Liliane Finot in Anglure. We komen pas rond half 6 toe. Blijkt dat de herberg vol zit. Het blijkt dat we allemaal bij Madame Finot gaan slapen. Zowel het Nederlandse koppel + Eric en Jonathan, maar Madame Finot heeft maar vier plaatsen beschikbaar. Eerst dacht ik dat er vals gespeeld was, want Eric en Jonathan hadden 's morgens nog geen slaapplaats gereserveerd. Maar geen probleem, Liliane had een foutje gemaakt bij de inschrijvingen. Haar zieke man had nog een reservering aangenomen zonder haar te verwittigen. Liliane laat zich van haar beste kant zien. Ze reorganiseert haar huisje en zorgt dat we allemaal kunnen slapen. Liliane is een vrouw van 81 die vol energie zit. Ze noemt ons "Mes pélérins" wat heel sympathiek is en ze babbelt constant over de pelgrims die bij haar overnacht hebben. We krijgen een heerlijke maaltijd die we samen nuttigen. Terwijl organiseert Liliane de reserveringen voor de volgende dag. De families die pelgrims opvangen kennen elkaar en dankzij Jean-Luc uit Sézanne, die alles goed in het oog houdt, komen ze regelmatig samen. Anglure is een mooi dorpje en Nele en ik gaan nog even een wandeling maken langs de L'Aube om de zonsondergang en nadien de prachtige sterrenhemel te bekijken. Iedereen slaapt als we terug komen.
Ontbijt, met zeer hoog religieus karakter, in de foyer. We krijgen een paternoster en briefjes met gebeden op. Hallelujah. Mooie dag. Schitterende wandeling en minder modder. We wandelen door wijngaarden, velden met koolzaad in bloei en bossen.We lassen regelmatig rustpauzes in. We zien Sézanne al snel liggen dankzij de opvallende kerk. Via de wijngaarden gaan we onder de autoweg door en dan via kleine straatjes naar het centrum. We hebben gereserveerd bij het ouderlingentehuis dat door nonnetjes wordt beheerd. We vragen de weg naar het tehuis in het toerisme bureau. Als we daar buiten komen, staat er iemand aan de overkant van de weg te zwaaien. Het blijkt Jean-Luc te zijn die verantwoordelijk is voor de regio Sézanne - Vézelay van het Jacobusgenootschap RP 51. Hij biedt ons in het café een coupe Champagne aan en geeft goede tips over de weg tot Vézelay m.b.t. de omleidingen en goede adressen om te logeren. We lopen verder naar het ouderlingen tehuis waar we hartelijk ontvangen worden door zuster overste. Een zeer hartelijke dame met veel pit. Ondertussen komen Jonathan en Eric uit Charleville-Mézieres ook toe. We krijgen een kamer en matrassen om op de grond te leggen. We douchen ons in moderne douches en wassen de kleren. 's Avonds bij het avondeten, dat we samen met de bewoners nuttigen, krijgen we nog een glaasje Champagne van zuster overste omdat het haar verjaardag was. We gaan nadien weer tijdig naar de kamer.
Luc en Irm vertrekken rechtsreeks naar Sezanne. Nele en ik hebben een korte wandeling gepland van 11 km. We gaan nog naar de markt van Montmort, een markt van vijf kraampjes en geen volk. 's Nachts had het veel geregend en daarom waren vele bospaden slecht begaanbaar door de vele modder. Het eerste stuk loopt voornamelijk over de weg, maar dan duiken we de bossen en velden in. We pauzeren op een jacht uitkijktoren en zien plots een hert. Rond 15u komen we al in Baye aan. Het regent nog altijd. We blijven even zitten aan het oude spoorweghuisje van Baye en gaan dan op zoek naar de Foyer de Charité. We worden verwelkomd door Eric. Hij biedt ons een tas thee aan, maar gezien we pas om 17u kunnen inchecken in de foyer de charité moesten we tot 17u koffie drinken in het plaatselijk café. Om 17u komen we in de foyer terecht in een zéér religieuse groep mensen. Eric leidt ons rond in de foyer met een kapel uit de 12de eeuw. Nadien werden we onmiddellijk aan het werk gezet in de keuken. 's Avonds hebben we deelgenomen aan het gebedsmoment in de kleine kapel. Dit gebedsmoment duurde één uur en was in volledige stilte. De bewoners van de Foyer lijken wel uit een sekte te komen. Nele kreeg het op haar heupen en vertrok. Ik haalde mijn yoga-technieken boven om zoveel mogelijk stil te zitten. Dit was echt niet ons ding. Nadien hebben we gegeten en afgewassen. Tijdens het eten moest ik rechts van de priester zitten en hij vroeg me natuurlijk om welke reden ik de Camino doe. We worden uitgenodigd voor de Laudes, maar hier hebben we hartelijk voor bedankt. Onze kamertjes waren niet luxueus, maar een bed, een bad en een toilet is alles wat je nodig hebt. Ik slaap heel slecht die nacht.
Dag 15: Epernay - Moussy - Monthelon - Morangis - Montmort-Lucy - 21 km
Het is wat frisjes deze morgen, maar er is wat zon. We doen eerst wat inkopen voor de lunch en drinken een koffie in een bar. Het eerste stuk, tot aan Moussy, is via een verkeersweg die naar Epernay gaat. Niet veel speciaal dus, maar vanaf Moussy wordt het weer wat landelijker. We klimmen onmiddellijk door de wijngaarden naar het kerkje van Charot. We wandelen door prachtige landschappen en wijngaarden, maar de wegen zijn door de aanhoudende regen zeer modderig. Gelukkig schijnt vandaag de zon. De champagnestreek in al zijn pracht. In de namiddag begint het terug te regenen en het is behoorlijk fris.We wandelen verder door de bossen Het weer speelt een spelletje en wisselt af van regen tot zonneschijn. We komen via een prachtig kasteel (Chateau de la Charmoye) en dan nog verder voor een 5-tal km via de weg naar Montmort-Lucy. We merken op dat er 2 pelgrims achter ons zijn verschenen. Ze lopen via dezelfde weg. We hadden gereserveerd in een logies bij Madame Herbe Catherine in Boulemouche dat ongeveer een 5-tal km van Montmort ligt. We komen in Montmort en komen voorbij een prachtig kasteel dat er nu verlaten en verwaarloosd bij ligt. Jammer, want dit gebouw heeft potentieel. Madame Herbe zou ons in het centrum komen afhalen met de auto en brengt ons 's morgens terug. De 2 pelgrims die ons volgden is een koppel uit Antwerpen. Irm en Luc, Ze hebben ook gereserveerd in dezelfde gite. Ze wandelen ook naar Santiago en doen +/- 30 km per dag.We hebben een tijdje gewacht aan de Mairie en na een uurtje werden we afgehaald. Het is een prachtige gite. Na de douche konden we de wasmachine gebruiken en nadien hebben we lekker gegeten met de gastvrouw en de gastheer met een glaasje wijn. Nadien vroeg in bed.