Inhoud blog
  • Terug naar huis
  • Dag 114: Santiago de Compostela - Rustdag
  • Dag 113: Monto do Gozo - Santiago de Compostela - 4,4 km
  • Dag 112: Pedrouzo - Labacolla - San Marcos - Monte Do Gozo - 15,7 km
  • Dag 111: Ribadiso da Baixo - Arzua - Salceda - Santa Irene - Rua - Pedrouzo - 23 km
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Op stap naar compostela

    06-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 75: Deba - Ermita del Calvario - Ibiri Aurora - 4,5 km
    We genieten van een heerlijk ontbijtbuffet in het hostel. Dat was al lang geleden. We lopen nog wat rond in het stadje en gaan ook nog even naar het strand. Om 12u moeten we uit het hostel en we trekken met de rugzak naar het centrum van Deba. Daar zien we hordes pelgrims toestromen. We tellen er minstens 40. We eten snel iets en kopen wat mondvoorraad. Nele gaat op zoek voor postzegels, maar blijkbaar zijn die in Deba niet gemakkelijk te vinden. Vandaag doen we een korte etappe. 4,5 km de heuvels in. Daar is een nieuwe herberg op de volgweg. We verlaten Deba door over de spoorweg te gaan, dan over een voetgangersbrug over de ria. We volgen een stukje de ria richting zee en dan naar rechts een stijl pad naar boven. We zien Deba onder ons kleiner en kleiner worden en af en toe zien we de zee in de verte. Dan gaat het omhoog tot Ermita del Calvario, Een mooie kerk, maar alles is dicht, zelfs de cafétaria. We stijgen bijna 300 meter op 4 km.Op een gegeven moment bereiken we de nieuwe herberg voor pelgrims en we worden hartelijk onthaald door de gastheer. We reserveren hier ook het avondmaal en het ontbijt. De herberg vult zich al snel op met pelgrims. Amerikanen, Duitsers, Fransen, een Nieuw Zeelandse, Spanjaarden en wij. Ook de 2 aangeklede pelgrims van Zarautz komen we hier tegen. Iedereen doet zijn wasje en plasje en drinkt iets op het terras. Na het avondmaal genieten we nog van een prachtige zonsondergang. Net als alle andere pelgrims gaan we niet te laat slapen.











    06-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    05-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 74: Zarautz - Getaria - Askizu - Zumaia - Elorriaga - Deba - 21,3 km
    Iets na 6u staan we op om in te pakken. De tent is wat vochtig aan de buitenkant. Om 7u eten we samen met de jongens en meisjes van Board X een lekker ontbijt. Alles is eenvoudig. We eten rechtstaand zonder koffie, maar het brood, toespijs, yoghurt smaken geweldig. We gaan van de camping via een wandelweg/trap richting strand van Zarautz. We lopen vanop het strand met de voeten in het zeewater naar de dijk om een koffie te drinken. We komen 2 Spaanse pelgrims in volledige tenue tegen. Deze 2 mannen hebben er al veel Camino's opzitten. Nadien gaan we verder langs de kustweg met prachtige zeezichten tot in het stadje Getaria. Daar drinken we nog een koffie en eten een taartje. Het begint heerlijk warm te worden, de zon schijnt volop. We verlaten Getaria en beginnen onmiddellijk met een stijging tot het mooie dorpje Askizu met mooie gebouwen met zeezicht en een mooie kerk die jammer genoeg gesloten is. We lopen verder en beginnen aan de afdaling naar Zumaia, een prachtig havenstadje dat heel toeristisch is. Alhoewel het zondag is, zijn alle winkels en café's open. Wat een verschil met Frankrijk waar alles dicht is op zondag.We kopen tomaten en mozarella, brood, worst en kaas en eten dit op de dijk. We wandelen nadien verder en we lopen een tijdje samen met een Belgische man met Roemeense afkomst en zijn Duitse vriendin die in Brussel woont. Na een km of 2 gaat het heel stijl omhoog, gelukkig langs asfalt wegen. Er zijn veel Spanjaarden op wandel. We stijgen tot 320 meter hoogte in Elorriaga, Vroeger was dit de enige doorgang voor pelgrims en dit is nu nog altijd het geval. Nu is er een picknickplaats en er zijn veel mensen aanwezig. Hier hebben we de keuze. Ofwel nemen we de Jacobsweg die naar het schijnt heel lastig is door de stijging tot Itziar, ofwel nemen we de GR 121 die langs de kustlijn loopt. We kiezen voor het tweede en lopen de GR op. Eerst is het natuurlijk een prachtig parcours met fantastische zichten op de rotsachtige kustlijn, maar nadien krijgen we enkele stijgingen en afdalingen te verwerken die toch heel zwaar zijn met de rugzak. Gezien de kustlijn doorsneden is door baaien en ria's zakken stijgen we regelmatig tot 200 à 270 meter om dan terug te zakken tot 50 à 70 meter en dit op zeer korte afstanden van elkaar. We lopen op een gegeven moment ook verkeerd, maar na een 1,5 km toont een Spanjaard ons de juiste weg. We volgen hem, in snel tempo, tot de plaats waar we verkeerd zijn gegaan. Het is geen gemakkelijk parcours, maar wel wondermooi. Aan dit traject lijkt geen einde te komen. Telkens we terug naar beneden gaan, denken we dat Deba zal verschijnen, maar dan gaat het weer stijl naar boven. We eindigen in de buurt van Deba. We zien het kuststadje al liggen, maar het wandelpad stuurt ons terug naar boven, langs een ruine van een kapel. Dan begint een helse afdaling via een ongemakkelijk kasseienpad en vele trappen. Vrij uitgeput komen we in het centrum van Deba aan en gaan daar een pintje drinken op een terras. We hebben een hostel geboekt en wandelen er naar toe. Onderweg komen we Walter uit Brasschaat tegen. Hij slaapt in een herberg. Bij aankomst in het hostel blijkt de reservering niet in orde te zijn. De receptionist geeft ons een upgrade. We krijgen een kamer met zicht op zee inclusief ontbijt en gebruik van de Spa. En dat terwijl we een simpele kamer zonder ontbijt hadden gevraagd. Een mens mag wat geluk hebben ook. 's Avonds gaan we de stad in en eten een pelgrimsmenu in een restaurantje.













    05-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    04-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 73: San Sebastian - Orio - Zarautz - 21,1 km
    We zoeken ontbijt in San Sebastian en eten dit op op een bankje op de dijk. We zien veel pelgrims passeren. Nele zal vandaag de hele dag op sandalen lopen en zien of dit beter gaat. We stappen nog een stuk langs de dijk en dan moeten we de berg Igueldo op via trapjes en kleine asfaltwegjes. Het is nogal mistig op de berg, maar dat heeft ook zijn charmes. Tijdens de klim krijgen we wel mooie uitzichten over de Cantabrische zee. Als we in het dorpje Barrio Igueldo aankomen, zien we een waterpunt voor pelgrims dat werd aangelegd door een lokale vrijwilliger. Aan het waterpunt ontmoeten we een sympathiek Duits koppel. Ze rusten hier wat uit. Nadien gaan we ook verder en al snel komen we in de bossen op de top van de berg via zand en kei wegen die niet altijd even gemakkelijk zijn om te wandelen. We komen in het bos een bron tegen met drinkbaar water. Het gaat verder door de velden. We komen een weide tegen met Alpaca's. Er zijn ook nogal wat pelgrims op de route. We zullen hieraan moeten wennen. Wat een contrast met de rust in Frankrijk. Uiteindelijk begint de lange afdaling naar Orio via een zeer slecht begaanbaar pad. Dit gaat niet zo gemakkelijk. Nele wandelt heel langzaam en voorzichtig op haar sandalen. We gaan onder de autobaan door en passeren de Romaanse kerk van de Heilige Martinus van Tours. In dit kerkje werden in de middeleeuwen pelgrims opgevangen. Ze sliepen in het voorportaal van de kerk. Een koppel toeristen uit Californië spreekt ons aan en vraagt waarom er zoveel "backpackers" op de weg zijn. Hij was verbaasd dat hij op een Camino weg naar Santiago zat. En hij vond het helemaal geweldig dat we al helemaal uit België zijn gestapt. We lopen verder tot in het centrum van Orio en drinken iets. We bestellen ook wat Pintxos voor lunch. Nele is verbaasd dat het al 16u is ondertussen. In Orio doe ik mijn sandalen aan. Het stukje tot Zarautz wandel ik ook op sandalen. We moeten nog een kleine 10 km doen tot Zarautz. We wandelen eerst langs de Ria van Orio en dan gaat het terug stijl omhoog. Gelukkig is het nu een asfaltweg. Onderweg lopen we langs een zigeunerkamp. Via de zoon van mijn broer hebben we een plaatsje kunnen bemachtigen bij een groep jongeren uit Vlaanderen die hier een zomerkamp opslaan voor boardsurfers. Anthony, de leider, ontvangt ons met open armen en we mogen ons tentje opslaan in het kamp. We zoeken een plaatsje met uitzicht op de zee en de baai van Zarautz. We nemen een warme douche en wassen de kleren en dan rijden we met de jongeren mee naar Zarautz om een kebab te eten. Nadien lopen we nog even op het strand en drinken we een rood wijntje. We rijden terug naar het kamp en Nele en ik blijven nog op het terras van het restaurant van de camping zitten om de plaatselijke cider te proberen. Het is na 24u als we richting tent gaan en genieten nog even van het uitzicht op Zarautz by night.















    04-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    03-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 72: Irun - Jaizkibel - Pasaia - San-Sebastian - 27,6 km
    Voor 6u is er al beweging in de herberg en om klokslag 6u worden we gewekt door klaroenmuziek. Is dit het leger? Iedereen wipt uit het bed en begint aan de rugzakken te prutsen. Ik sta rustig op. Nadien krijgen we ontbijt in de herberg. We laten ons mee drijven met de massa en plots staan we om 7u op straat. Nele en ik schieten in de lach omdat we ons record net verbroken hebben. Om 7u klaar. Dat was ons in Frankrijk nooit overkomen. We hebben 2 mogelijke volgwegen. De weg langs de kust via Hondarribia of de route over de berg. We kiezen voor het laatste. De pijlen, die ons over de weg moeten leiden, zijn overschilderd. Men wil ons blijkbaar toch langs de kust laten lopen. We blijven op de weg over de berg. We komen al snel in een natuurgebied, de moerassen van Jaitzubia. Al snel begint de lange klim naar het religieuze complex van het Santuario de Guadelupe. Onderweg krijgen we een mooi uitzicht op Irun, Hondaribba en af en toe de kust. We komen heel veel pelgrims tegen en ook Walter van Brasschaat is er bij. We wandelen een tijdje verder in een rij pelgrims. Het blijft maar stijgen en af en toe dalen via een bijzonder mooi traject. Als we de toppen boven Pasaia bereiken, komen we bij een pelgrimsherberg met vlak daarachter het begin van veel trappen die ons naar Pasaia San Juan brengen. Nele heeft het blijkbaar moeilijk met naar beneden gaan. We komen in het gezellige visserstadje San Juan aan en zetten ons op een terras op het plein. De andere pelgrims kloeken samen op een ander terras. Nele laat haar tranen lopen van de pijn aan haar voeten. De trapjes naar beneden hebben haar de das omgedaan. Ik maak me zorgen. Dit is de eerste dag in Spanje en er zijn er nog heel veel te doen. Na 2 koffie's kunnen we verder. We nemen de barco (veerboot) die ons naar de andere kant van de ria brengen, nl. Pasaia de San Pedro. In San Pedro klaart het gezicht van Nele op. Er liggen sleepboten in het haventje en gezien ze zelf op een sleepboot werkt, kan ze het niet laten om deze in detail te bekijken. We gaan terug op stap, samen met Walter en een Zweedse vrouw en beginnen honderden trappen te bestijgen om bij de vuurtoren (Faro de la Plata) te geraken. Vanaf hier zijn er mooie vergezeichten over de rotsen en de zee. We besluiten om, bij een paar tafels en bankjes, onze lunch op te eten. We vervolgend de weg via een afwisselend pad van boswegen, keien, en kleine asfaltwegjes. Het is allemaal heel mooi. Nele blijft pijn voelen aan haar voeten en ik raad haar aan om op sandalen te lopen, wat ze ook doet. Het lijkt tot mijn opluchting een stuk beter te gaan. Op een gegeven moment komen we ook bij restanten van een oude Romeinse brug. We hebben geboekt in de jeugdherberg van San Sebastian. Als we uiteindelijk afdalen door een magnifiek bos komen we een herberg tegen, maar we staan er niet bij stil dat dit onze gereserveerde herberg is en we starten met een lastig stuk afdaling dat ons naar het strand van Gros bij San Sebastian. Het is ondertussen heel warm geworden en we drinken Radler op een terras aan de dijk. Ondertussen kijken we waar onze herberg ligt en stellen vast dat we ze boven op de top zijn voorbij gegaan. We hebben geen zin om de stad te verlaten om terug naar boven te klauteren en besluiten op het toerismebureau achter mogelijkheden te vragen. Daar kunnen ze ons echter niet verder helpen. Alle accomodatie in San Sebastian zit vol gezien er een Internationale conferentie bezig is in de stad. We zoeken dus iets op Booking.com en ja, er is nog een kamer voor een heel schappelijke prijs pal in het oude centrum. We krijgen een heel keurige en propere kamer. 's Avonds drinken we iets op het terras, bekijken de slaapmogelijkheden voor de volgende dagen en nadien eten we Pintxos in een wereldberoemde Pintxos bar vlak bij ons logement. We sluiten de avond af met een wandeling langs de dijk en de oude stad.













    03-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    02-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 71: Saint-Jean-Pied-de-Port - Bayonne - Hendaye - Irun - 5 km
    We pakken onze spullen en gaan dan naar het restaurant, waar we gisteren gegeten hebben, om te ontbijten. Dan gaan we terug naar de herberg en wachten op onze lift die ons naar Bayonne zal brengen. Het begint weer goed te regenen als we aan het rijden zijn. In het station van Bayonne komen we groepjes pelgrims uit verschillende landen tegen die gestrand zijn door de treinstakingen. Ze wilden 's morgens de aansluiting nemen naar Saint-Jean, maar moeten nu tot ongeveer 16u wachten op de bus. Wij zoeken uit hoe we in Hendaye kunnen geraken en besluiten om de bus te nemen die rond 14u vertrekt. We zetten ons in de cafétaria van het station. Boze treinstakers verzamelen voor het station met vlaggen en spandoeken voor een demonstratietocht door de stad. "Geef ons meer geld voor minder werk". De pelgrims kijken hen met lede ogen aan. Nele en ik gaan tegenover het station nog een kebab eten en dan stappen we de bus op. De busreis gaat langs de zee en Biaritz en ik merk hoe Nele een sprongetje maakt als ze eindelijk de zee ziet. Ze is gelukkig. Ik ook, want na 2 maanden Frankrijk wil ik eindelijk Spanje binnen stappen. Van het station van Hendaye tot de Puente de Santiago is het niet zo ver. Hier gaan we de grens over. We laten Frankrijk achter ons en beginnen aan ons Spaans avontuur. We wandelen verder tot in Irun en lopen door de stad op weg naar de herberg Péregrinos. Wat een verschil met Frankrijk. Irun bruist van leven, alle winkels en café's zijn open. Nele noemt dit het Walhalla. We gaan noch snel een stadsplan halen van Irun in het toeristenbureau en stappen dan door naar ons verblijf. De herberg bevindt zich op de eerste verdieping van een huis. We worden opgevangen door 2 vrijwilligers. De herberg is bijna vol. 50 à 60 mensen kunnen hier logeren en er zijn maar 2 douches en toilet. We krijgen een kamertje met 2 stapelbedden dat we delen met een Amerikaanse jongen en een Ierse jonge dame. Nele en ik gaan nog inkopen doen voor het avondeten en lunch voor morgen en gaan dan nog even een terrasje doen in Irun. Koken doen we met andere pelgrims in het kleine keukentje van de herberg. We komen Walter uit Brasschaat tegen die morgen zijn eerste dag gaat doen. Verder praten we nog met een Fransman die uit Vézelay is gekomen, maar via Dax naar Irun is gewandeld en een wat ouder Frans vrouwtje dat ook gaat wandelen. Om 22u moet iedereen in bed liggen en de vrijwilligers doen het licht in elke kamer uit. Net zoals op een internaat. Ik slaap deze nacht echt niet goed. 









    02-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    01-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 70: Saint-Jean-Pied-de-Port - Rustdag
    We doen weer alles rustig aan vooraleer we de stad in trekken. Vandaag gaan we de nieuwe schoenen inlopen. We komen de Australiër ook weer tegen. Hij zoekt een oplossing, want hij had een trein geboekt naar Bordeaux en aansluitend naar Parijs om daar telkens te overnachten. Zijn vliegtuig vertrekt binnen 3 dagen. Maar gezien de treinen staken, loopt alles in het honderd. We komen ook een man uit Maaseik tegen die net binnen wandelt. Hij komt ook helemaal uit België gelopen. Het is nog vrij vroeg, maar we zien nu al troepjes pelgrims binnen wandelen. Gedurende de hele dag vallen er nieuwe pelgrims binnen. Het is duidelijk te zien wie er vanaf hier start en wie niet. Sommigen lopen met nieuw materiaal, nieuwe schoenen,... Het is een internationale mengelmoes. Amerikanen, Britten, Australiers, Argentijnen, Koreanen, Duitsers, Nederlanders, Noren,... Noem maar op, ze komen van overal. We bezoeken de kathedraal en de citadel van waar we een prachtig uitzicht hebben op Vézelay. Met onze oude schoenen gaan we naar een herberg waar oude schoenen met bloemen in boven de ingangsdeur en aan de muren hangen. Jammer genoeg nemen ze geen oude schoenen meer aan. Er zit niets anders op dan ze in een vuilcontainer te gooien. We lunchen in de tuin van onze herberg en gaan nadien kijken hoe we onze reis gaan verder zetten. We moeten morgen naar Hendaye, het grenstadje tussen Frankrijk en Spanje aan de Atlantische oceaan, reizen om aansluitend Spanje binnen te stappen en onze weg, via de Camino del Norte voort te zetten. Er zijn 3 opties: Ofwel nemen we de trein naar Bayonne, of we nemen de bus, of we gaan te voet en dat is een 3 à 4 dagen extra marcheren. Ik had gehoord dat de weg naar Bayonne te voet gevaarlijk kan zijn omdat er op de volgweg al pelgrims werden beroofd en lastig gevallen. In Saint-Jean wordt dat niet bevestigd door de mensen van daar. De trein is geen optie, want het treinverkeer in  Frankrijk ligt plat door de stakingen. De bus vertrekt al iets voor 6u en dat is wel heel vroeg. Ik vraag aan Sabine, onze gastvrouw, of ze iemand kent die per toeval richting Bayonne, Biaritz of Hendaye rijdt en ja, ze duidt een man aan die morgen om 9.30u naar Bayonne rijdt. Ik bespreek dit even met Nele en we beslissen om met die man mee te rijden. 's Avonds eten we nog een pelgrimmenu en gaan dan naar bed. Gelukkig is het vandaag droog gebleven, maar het is nog altijd redelijk fris.









    01-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    31-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.69: Larceveaux - Gamarthe - Saint-Jean-le_vieux - Saint-Jean-Pied-de-port - 17,5 km
    We staan redelijk vroeg op. Het is grijs, zwaarbewolkt en het motregent. Toch zien we de Pyrénéeen heel dichtbij. Het ontbijt is redelijk. Op zijn Frans. Frans brood, confituur, koffie. Danielle geeft er wel een fruitsap en een yoghurt bij. Ze is niet meer zo nors als gisteren en ze babbelt met ons aan tafel. Het regent weer als we vertrekken. Vandaag is het onze laatste etappe in Frankrijk. We volgen via een stijl en glibberig bospad de D933 die naar Saint-Jean gaat. We zijn niet alleen op de weg. Overal zien we groepjes met rugzakken opduiken. Zelfs op de D933 zien we pelgrims stappen. Wat gaat dat zijn in Saint-Jean waar pelgrims met busladingen gedropt worden? Op een gegeven moment gaan we ook terug naar beneden en volgen de D933 tot we naar links een kleine weg ingaan in Garmarthe. Iets verder is er een stopplaats voor pelgrims. Er is koffie, thee, yoghurt, cake, melk,... Er wordt enkel een donativo gevraagd. We zitten hier met een 10-tal pelgrims bij elkaar. We maken een praatje met een man uit Sydney. Dan gaat het verder. We gaan nog langs velden. Het relief is niet meer zo stijl gezien we het dal volgen. In Saint-Jean-le-Vieux stoppen we en drinken een koffie en gaan wat eten kopen voor de lunch. Het is nog maar 4 km tot onze bestemming. We zoeken een plaats om onze lunch te vinden. Dit wordt een bankje voor de kerk van La Madeleine. Een Franse groep pelgrims krijgen hier ook hun bevoorrading. Dan gaat het verder over een niet zo boeiende weg. Tot we in Saint-Jean aankomen. We stappen door de poort Saint-Jacques en gaan dan naar het pelgrimbureau voor meer info en nieuwe stempelboekjes. We kuieren wat rond in het mooie stadje. Alles ademt "pelgrim" met de winkeltjes, de 10-tallen herbergen en de schelpen die overal hangen. We stappen naar het hostel van Sabine die we gisteren gebeld hebben en krijgen onze kamer. We verfrissen ons en gaan dan naar de post, waar mijn nieuwe paar wandelschoenen op me wachten. De oude zijn versleten. Dan gaan we kijken voor nieuwe schoenen voor Nele. In Saint-Jean zou er een fantastische winkel zijn. Ja Jos, een ramp winkel. Nele wordt geholpen door een weinig geïnteresseerde verkoopster. Hier zijn we dus niet gebleven. Uiteindelijk koopt Nele een duur paar schoenen in een toeristenboetiekje dat spullen voor pelgrims verkoopt. Het blijft nog altijd vrij fris. 's Avonds gaan we lekkere crêpes eten en dan terug naar Sabine. Er zijn ondertussen nog meer pelgrims toegekomen in het hostel. 











    31-05-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    30-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.68: Osserain - Saint-Palais - Chapelle de Soyarza - Chapelle de Harambeltz - Ostabat - Larcevaux - 24 km
    Pascal zorgt voor een schitterend ontbijt. Omdat we nog geen slaapplaats hebben voor deze avond belt hij voor ons enkele kennissen op die ook pelgrims opvangen. In Ostabat is alles al volgeboekt. Hij reserveert een plaatsje bij Danielle in Larcevaux dat iets verder ligt van Ostabat. We nemen afscheid van Pascal en verlaten Osserain via een veld en dan gaat het onmiddellijk stijl omhoog via een keien pad door het bos. Het heeft de hele nacht hevig geregend met af en toe hagel. Nu regent het nog altijd een beetje. Het pad is nat en we moeten opletten om niet uit te glijden over de gladde keien. De eerste 10 km komen we geen enkel dorp tegen. Hier en daar een boerderijtje. Door de regen zijn hele velden weggespoeld en ligt de modder op onze volgweg. We lopen regelmatig in de blubber. Net voor Saint-Palais wordt het iets vlakker. We passeren ook 2 Canadese Bailey bruggen over 2 kleine riviertjes. We wandelen Saint-Palais binnen en drinken een koffie op een terras. De jassen laten we aan want het is nog altijd koud en het blijft maar regenen. Nele loopt snel naar de winkel en koopt nog wat bananen. We stappen verder Saint-Palais uit en komen een pelgrimsherberg tegen. Daar kunnen we onder een afdak lunchen. Gelukkig maar, want het begint terug hard te regenen en er staat een koude wind. Ik ben de regen stilaan beu. We moeten de stad uit via de D8 die vrij stijl omhoog gaat. Iets verder gaan we een klein baantje in, Gibraltar noemt het, en we stijgen weer. Duidelijk dat we niet meer zo ver verwijderd zijn van de Pyrénéeen. Plots komen we aan een kruispunt, Stèle de Gibraltar. Dit is het punt waar alle Franse Pelgrim routes (Le Puy, Vézelay en Parijs) samenkomen. Het was een koddig gezicht. Pelgrims met flapperende poncho's die uit alle richtingen bleken te komen en verwoed hun kaart of GPS aan het bestuderen zijn. Het zijn allemaal Fransen die we zien. Na de Stèle volgt een heuse klim de via een stenen pad naar de Chapelle de Soyarza op de top van een heuvel voert. Voor ons en achter ons groepen pelgrims die de heuvel beklimmen. Op de top van de heuvel niets anders dan wat geïsoleerde bomen, stenen en koeien. We blijven wat van het uitzicht genieten en stappen dan verder. De weg voert ons langs een keien pad door bossen naar de Chapelle de Harambeltz en dan gaat het via een prachtige bosweg naar Ostabat. Bij momenten lijkt het alsof we in Oostenrijk zijn. Nu zitten we echt wel op een pelgrim snelweg, want overal zie je groepjes mensen met rugzakken met de schelp. We moeten eerst nog flink afdalen en dan fel stijgen om in het dorpje Ostabat aan te komen. Ostabat is een boerengat. Er zijn een paar plaatsen waar je als pelgrim kan overnachten, maar er is maar één winkeltje/bakker/café/restaurant. All in one. We drinken daar iets en kopen wat koekjes. Er lopen heel wat pelgrims rond, Het regent nog altijd. Nele en ik zetten ons verder op de weg om nog een 4 km te wandelen naar Lanceveaux. Door een misverstand met de uitleg die Pascal had gegeven, belanden we in het centrum van Lanceveaux, terwijl we dit net niet hadden moeten doen. Na een paar keer vragen en een telefoontje naar Danielle keren we terug naar de officiële volgweg en komen we uiteindelijk in de Gite "Bichta Eder". Danielle komt nogal stuurs over. We moeten alle spullen in de garage laten en dat wat we nodig hebben moet in een box. We krijgen een half uur om ons op te frissen, want dan gaan we eten. In de gite is er ook een jongen uit Quebec, Francis. Danielle heeft de kachel aangestoken omdat het zo koud is, maar die ging na een tijdje weer uit. Na het eten gaan we al snel in bed. 

















    30-05-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    29-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 67: Orthez - L'Hopital-d'Orion - Burgaronne - Sauveterre-de-Béarn - Guinarthe-Parenties - Osserain - 27 km
    Het heeft de ganse nacht gegoten. We staan redelijk vroeg op, pakken in en vertrekken. Het miezelt nog als we vertrekken. We doen eerst wat inkopen en gaan dan onze croissants eten in een café. Het gaat beter met Nele. Ze heeft er terug zin in. We stappen via de Pont Vieux over de Gave de Pau en verlaten zo het centrum van Orthez. Het regent nog altijd. Eerst lopen we door kleine straatjes met bebouwing en dan terug naar een drukke verkeersweg. Het gaat flink omhoog. Net voor de autoroute A64 volgen we een GR pad. Daar zien we voor de eerste keer in de verte de Pyrénéeen. Het laatste stukje Frankrijk dat we nog moeten doen ligt voor ons. We merken dat we de Pyrénéeen naderen. Vandaag gaat het flink bergop en bergaf. We klimmen in totaal 600 meter en we moeten 580 meter afdalen vandaag. Het parcours is heel afwisselend. Regelmatig kleine asfaltwegjes, maar ook bossen en velden staan op het menu. Er zijn niet zoveel dorpjes tussen Orthez en Osserain. Het weer doet ook raar. Het ene moment een gure en koude wind met slagregen, op het andere moment komt de zon er door en warmt het snel op. Zo stappen we door tot L'Hopital-d'Orion. We hebben honger en we willen eten, maar ondertussen begint het weer te regenen en er is niets om te schuilen. We zetten ons in een kinderspeelhuisje van de speeltuin, trekken de poncho een beetje over de openingen en proberen warm te blijven terwijl we eten. Als we terug vertrekken, gaan we even naar de kerk op nog geen 100 meter. Blijkt dat er een zaaltje is waar pelgrims kunnen schuilen en eten. Hadden we dit maar geweten. Het is te merken dat hier veel pelgrims voorbij komen. Er hangen veel Jacobsschelpen aan de muren, er staat een mooi beeld van een pelgrim vlak bij het kerkplein en de bewegwijzering is ook super. Buiten de normale schildjes en pijlen, zien we ook regelmatig de afstanden tot de volgende steden.We gaan verder door een zeer gevarieerd landschap. De rivieren en beken zijn echt gezwollen door de vele regen en de bospaden liggen er heel modderig bij. Nele wisselt haar 3 paar sokken om de voeten zo droog mogelijk te houden. Als we een steile helling opgaan via een glibberig modderpad, schuif ik uit en val. Mijn zijkant en armen hangen vol modder. In Sauveterre-de-Béarn worden we verrast door het mooie dorp met mooie uitzichten, oude huisjes, een oude brug, een mooie kerk en de vallei van de Gave d'Oloron. In de verte zien we de pyrénéeen. Alhoewel het zondag is, zijn er veel cafeetjes open. Dit dank zij de toeristen. We drinken ook iets op een terrasje. Dan stappen we verder naar de rivier en gaan de brug van de Gave d'Oloron over. Nu zijn we officieel in Baskenland. Het is nog even stappen tot we Osserain bereiken. Het is een heel klein dorpje. Mannen spelen Pelota, een oeroud Baskisch ballenspel dat een beetje op squash lijkt. Onze gastheer, Pascal, staat ons al op te wachten. Een vriendelijke, wat oudere man, die alleen leeft. Hij is erg begaan met de pelgrims, dat is duidelijk. We mogen onze was doen in het washok en Pascal helpt om de was op te hangen. Hij maakt nadien een heerlijke maaltijd klaar. De schoenen mogen in een oude wieg in de veranda drogen. 

















    29-05-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    27-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 65: Saint-Sever - Hagetmau - Orthez - 44,8 km
    Nele voelt zich belabberd. Pijn aan de voeten en stijf. Ze heeft nu ook pijn in de ellebogen en de rug. Ik ga snel wat koffiekoeken halen bij de bakker en maak koffie. We ontbijten en bespreken wat we kunnen doen. We besluiten om zeker in de voormiddag in Saint Sever te blijven en we houden de optie open om het stuk naar Hagetmau met de bus te doen. Saint-Sever is mooi met de Benedictijnenabdij die de stad een belangrijke maakten voor middeleeuwse pelgrims. We gaan naar het toerismebureel en de post en we bezoeken aansluitend de kerk. Onze rugzakken kunnen we in het toerismebureau achterlaten. We beslissen om toch maar de bus te nemen naar Hagetmau. We drinken nog een koffie en gaan dan naar de bushalte. Nele is niet echt blij met deze rit, want ze wilde graag alles uitwandelen, maar ze begrijpt ook dat het nodig is om wat te rusten. De rit naar Hagetmau duurt niet zo lang. We moeten van de bushalte nog een stukje lopen tot in het centrum. We komen een kapper tegen en ik vraag daar of ik even mijn baard kan laten doen. Geen probleem, na 10 minuutjes wordt mijn baard keurig bij gewerkt en als ik nadien vraag hoeveel ik moet betalen, zegt de kapper dat het ok is omdat we pelgrims zijn en al zo ver hebben gestapt. De zon schijnt ondertussen volle bak. We wandelen naar het centrum om informatie te vragen over pelgrimslogementen. Het bureau is natuurlijk toe. We drinken iets op een zonovergoten terras en gaan dan op zoek om iets te eten. Alles is dicht. Geen bakker, geen supermarkt, geen restaurantje,... Alles potdicht. Tot we een patisserie zaak vinden. Noodgedwongen moeten we een pruimentaart kopen als lunch. Die lag nog enkele uren later nog altijd op mijn maag. Als uiteindelijk het toerismebureau opengaat, blijkt er geen pelgrimslogement te zijn. Bussen naar Orthez, de volgende stopplaats, zijn er ook niet meer. We nemen dan maar een taxi tot Orthez. We verlaten de Landes en zijn nu in Pyrénées-Atlantiques. In Orthez gaan we naar een hotel met pelgrimstarief iets buiten de stad. Het ziet er allemaal wat vuil en oud uit, maar de uitbater is een zeer vriendelijke man en de kamer is ok. 's Avonds eten we een Kebab en natuurlijk ja... Het begint weer te gieten. We gaan vroeg naar bed.









    27-05-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    26-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 64: Mont-de-Marsan - Benquet - Saint-Sever - 19 km
    Als we wakker worden is Simone al vertrokken en we hebben helemaal niets gehoord. Een professionele pelgrim. We doen het rustig aan want het is vandaag een korte etappe. We gaan in het centrum zoeken naar een bakker, maar vinden die niet zo gemakkelijk. Wel veel patisserietjes, maar wie eet nu een taartje als ontbijt. We zetten ons op de weg en vinden dan toch een bakker buiten het centrum. We eten een croissant en een chocokoek + koffie. Straks gaan we naar een groot winkelcomplex net buiten de stad om nieuwe schoenen te zoeken voor Nele. We gaan via de D624, een grote en drukke toegangsweg naar Mont-de-Marsan, naar het complex dat zo'n 3 à 4 km buiten het centrum ligt. Henny, onze vrijwilligster rijdt ons voorbij en toetert eens. Nadien zien we haar op de parking van het winkelcomplex staan. Dat is dus wat ze doet. 's Morgens poetst ze de réfuge en als ze klaar is zit ze in de mobilehome tot ze weer naar de réfuge gaat om nieuwe pelgrims op te vangen. Eerst gaan we naar de Intersport, maar de keuze aan dameswandelschoenen is bedroevend. Dan proberen we de Decathlon. Die hebben een betere keuze. Nele wordt geholpen door een uiterst onvriendelijke verkoopster. Ik heb het wel gehad met de Fransen die hun zin voor commerce hebben verloren. Het principe "Klant is koning" is hier ver te vinden. Hier is een klant een lastpost. Zonder schoenen vertrekken we verder om terug op de route te geraken. Het is grijs en regenachtig. Het gaat vandaag door een variatie van bossen, weiden en akkers. Ook de hellingen ontbreken vandaag niet. Nele heeft het echt heel moeilijk vandaag. Haar voeten doen enorm zeer. Als ik haar achter mij hoor zuchten, weet ik dat ze het niet leuk vindt. Ik kan niet meer doen dan haar op te beuren, regelmatig te rusten en het ritme te verlagen. 's Namiddags stoppen we bij een stapel natte boomstammen in het bos en ik probeer haar wat te laten eten, maar ze heeft echt geen zin. We moeten nog een heel stuk doen tot in Saint Sever en ik moet haar aanmanen om verder te stappen. Om de km vraagt ze me hoe ver het nog is met een diepe zucht als ik het antwoord geef. Ik zit echt in met haar. Ik probeer zoveel mogelijk de weg in te korten door langs drukkere wegen te lopen en dat lukt vrij goed. Het laatste stuk tot Saint-Sever is wel heel stijl omhoog. We zien het stadje liggen als we nog aan de noordzijde van het riviertje "Adour" lopen en Saint-Sever torent aan heel hoog op een helling aan de andere zijde van de Adour. Dat wordt nog even puffen. Nele blijft fel achter. Uiteindelijk komen we aan bij het klooster waar pelgrims welkom zijn. Een Fransman, die goed nederlands spreekt, vangt ons op. Het is er heel netjes en we kunnen de was doen. Er is ook een fijn ingerichte keuken. Nele gaat even op bed liggen, maar valt al heel snel in een heel diepe slaap. We moeten wel nog eten, maar ze heeft echt geen zin. Ik ga naar het centrum en ga iets eten. Het doet raar, want het is de eerste keer, sinds ik met Nele wandel, dat ik alleen ben. Heel eentonig... Ik eet snel mijn gerecht op en bestel een tonijnsalade voor Nele. Misschien dat ze straks wel iets wil eten. Ik spoed me terug naar het klooster waar Nele nog altijd diep slaapt. Ik maak haar wakker en na wat aandringen komt ze mee naar de keuken. Eerst heeft ze geen zin om te eten, maar het doet me deugd als ik zie dat ze een paar hapjes eet en dan de salade toch helemaal volledig op eet. Ik maak ook nog een thee voor ons alle twee. De was had ik al gedaan en ik hang alles te drogen en dan gaan we slapen. We zien wel hoe het morgen zal gaan.







    26-05-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    25-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 63: Roquefort-de-Marsan - Bostens - Gailliers - Bougue - Mont-de-Marsan - 27,5 km
    Ons trio is weer snel uit bed. Omdat er toch maar 2 douches zijn, wachten we een beetje tot ze aan de ontbijttafel zitten. We zien hen nog voor ze vertrekken. Ze zouden ook naar Mont-de-Marsan gaan. Als we zelf gaan ontbijten, merken we dat het brood bijna op is. Pierre is nog naar een bakker gegaan, maar deze was gesloten. We eten dus een heel karig ontbijt. Als we vertrekken gaan we eerst de kerk binnen. Die wordt momenteel gerestaureerd. Dan gaan we verder.Het parcours vandaag gaat over vlakke asfaltwegen met bomen en veel groen, maar ook af en toe stukken mul zand waar je moeilijk op vooruit gaat. Als we het eerste dorpje na 8 km tegen komen, wacht een verrassing. Een halte pélerins waar je iets kan drinken of eten. Er is koffie, thee, fruitsap, water,... Je betaalt een donativo. Leuk om hier eventjes te schuilen, want het weer is vrij wisselvallig. De halte is een onderdeel van het kerkgebouw en daar gaan we ook binnen. Van zodra je de deur open doet begint het licht te branden en hoor je muziek op de achtergrond. Een heel mooi dorpje. Ook de volgende dorpjes zijn heel mooi. In Gailliers stoppen we en drinken iets in een café/restaurant/bakkerij met heel vriendelijke mensen. We kopen een pak New Yorkers voor bij de koffie. Nadien lunchen we op een muurtje tegenover de zaak. Twee fietsers met volledige bepakking komen voorbij en stoppen. Het is een koppel uit Karlsruhe en we babbelen een beetje. Ze zijn al op de terugweg van Santiago en rijden terug naar huis. We wandelen verder tot in Bougue, nog zo'n prachtig dorpje. Hier staat de paal dat we nog maar 970 km verwijderd zijn van Santiago. We drinken een Orangina en stappen verder. Nu begint het terug wat heuvelachtig te worden. We moeten stijl omhoog naar een weg die rechtstreeks naar Mont-de-Marsan gaat. Het is terug een oude spoorwegbedding, mooi tussen de bomen en die volgen we 9 km. Gezien dat de weg loodrecht gaat, wordt het soms een beetje eentonig. Nele bijt terug op haar tanden. Ik zie dat ze weer pijn heeft en ga langzamer wandelen. Ik babbel constant met haar en dat lijkt haar toch te verstrooien. Ze stapt dapper verder. Eénmaal in de bebouwde kom van Mont-de-Marsan is het weer saaie boel. Door voorsteden lopen is niet altijd even plezant. In het centrum wijst een man ons de weg naar de réfuge. We moeten de sleutel afhalen in een Chinese supermarkt. Henny uit Nederland is de vrijwilligster van dienst. Vrijwilliger zijn in de pelgrim réfuges is haar leven. Voor de rest leeft ze in een mobilehome. De réfuge is een oud bad complex en dat zie je nog aan het interieur. Deze réfuge, beheerd door de organisatie van de Landes is zoals alle andere heel keurig. Er is een andere pelgrim, Simone uit Duitsland. Ze is een beroepspelgrim, want ze doet dit al voor de 7de keer. Nu komt ze van Santiago en is via de Primitivo en de Camino del Norte tot hier geraakt. Ze vond het parcours in Spanje uitputtend en zwaar. Henny toont waar we heel goed tegen pelgrimtarief kunnen eten. We gaan dus naar Resto Casa en nemen een meer dan voortreffelijk pelgrimsmenu. Natuurlijk begint het weer te regenen. Als we terug in de réfuge zijn, gaan Nele en ik nog even in het voortuintje zitten. Nadien het bed in. Simone slaapt al lang. 















    25-05-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    24-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 62: Captieux - Bourriot-Bergonce - Roquefort-de-Marsan - 29 km
    We staan vroeg op, samen met de anderen. Ons trio haast zich weer naar buiten en zijn snel op stap. Ze gaan vandaag weer heel ver wandelen. 40 km of zo, ze weten het nog niet. Wij en de Nederlanders doen het rustig aan. We hebben een redelijke afstand af te leggen, maar alles is vlak. De Nederlanders gaan maar tot in Bourriot-Bergonce waar ze een gite gereserveerd hebben. Ze vragen of we daar ook willen overnachten, want er zijn 2 kamers. Wij willen echter verder stappen om op schema te blijven. Het is nog wat fris 's morgens, maar de zon is toch al van de partij. Het wordt een lange en eenzame tocht door de Landes met maar één dorpje op het traject. We moeten dus voldoende water en eten mee nemen. Bij het verlaten van Captieux komen we al snel terug op de oude spoorlijn. Dat wandelt goed en het is vlak. Maar halverwege gaat het voornamelijk over witte zandwegen tussen de pijnbomen en eiken. De Landes op en top. We lunchen op een bankje langs de weg en na een tijdje komen de Nederlanders ook al aan. Ze gaan hier ook lunchen. Wij stappen verder, want er zijn nog een pak kilometers af te leggen. Nele heeft terug heel veel pijn aan haar voeten. Ik begrijp niet hoe ze het vol houdt. Nele is een echte doorzetter. We babbelen veel onderweg en dat doodt de tijd en de kilometers. In Bourriot-Bergonce is onze enige kans om een cafeetje te vinden. En we vonden het. Jammer genoeg gesloten. Maar het is een mooi gebouwtje met een leuk overdekt terras vol bloemen. We zetten ons aan een tafeltje en kijken wat we nog in de rugzak hebben. Als we terug willen vertrekken, gaat de zaak open. We bestellen dus een biertje. De dame van het café is helemaal niet vriendelijk, maar dat is haar probleem. Wij genieten. Het laatste stuk is vrij zwaar. We moeten nog door een bos met een camping en zwemvijver en dat duurt nog even voor we de bebouwing van Roquefort-de-Marsan bereiken. Dan is het nog een heel stuk tot aan de herberg van de Societé Landaise des Amies de Saint-Jacques. In een klein straatje vinden we de réfuge. Een mooi opgeknapt plekje met moderne uitrusting. Pierre, de hospitalier en vrijwilliger, ontvangt ons met open armen. En raad eens, ja, ons trio zit hier ook al wijn te drinken. Dat waren dan een heel kleine 40 km. Nele en ik vinden hen toch opschepperig, maar goed, iedereen doet de weg zoals hij of zij wil. Pierre maakt nog avondeten voor ons. Worst met boontjes en nadien nog yoghurt en kaas en wijn. Best ok. We gaan vroeg slapen omdat het trio ook weer snel in bed ligt.















    24-05-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    23-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 61: Bazas - Pujade - Bernos - Beaulac - Londeix - Captieux - 20,6 km
    Vandaag kunnen we het rustig aan doen. Het weer ziet er ook al een beetje beter uit. Ontbijten doen we in het kasteel. Dit was tegen alle verwachtingen in toch wel best ok. We hebben al ergere ontbijten gehad in Frankrijk. Nadien inpakken. De eigenares verwittigt Nele dat ze alles moet opruimen en proper maken. Net alsof we landlopers zijn. Ik ga betalen en ze vraagt 2 euro extra voor 15 minuten wasmachine. We keken even of er recensies zijn over dit hotel. Ok, niet zo goed. We schrijven ook een negatieve beoordeling op booking.com. Onze opvolgers zijn gewaarschuwd. We wandelen Bazas in en bezoeken de kathedraal. Heel mooi! Nadien nestelen we ons op een terras, drinken een koffie en eten een grote merengue Sint Jacobsschelp. Een specialiteit van het huis. En daar zien we Hugo weer. Ik roep hem en hij komt er bij zitten. Hij heeft weer iets om over te klagen. Zijn schoenen zijn kapot en hij had er veel voor betaald en het is maandag en de schoenwinkels zijn dicht,... Tja, dat kan gebeuren. Ik ben wel verbaasd om hem hier te zien. Hij had ons verteld dat hij toch langere afstanden zou doen en toch komen we hem altijd tegen. Hij vraagt waar Pol is en we leggen uit dat hij terug in België is. Om 11.30u vertrekken we pas. Het is niet zo'n verre wandeling en een waterzonnetje begint te schijnen. We gaan in Bazas een Voie Vert op. Een schitterende spoorlijn die nu wandelweg is. Altijd rechtdoor door mooie bossen en kleine dorpjes. We komen nu wel echt in de Landes en verlaten Gironde. Vele pelgrims noemen de 2 à 3 dagen door de Landes de meest vervelende van de hele tocht. Nele en ik vinden dat de Landes wel mooi zijn. Het doet een beetje denken aan onze Kempen met de dennen en de zandgronden. Het weer is goed, maar af en toe krijgen we een regenbuitje over ons. Het wordt een hele dag van jasje uit, jasje aan. Uiteindelijk komen we dan in het stadje Captieux aan en gaan naar het gemeentehuis om de sleutel van de gite te ontvangen. De gite zit al goed vol, maar we hadden gereserveerd. Er is een ouder Nederlands koppel dat graag Nederlands praat met ons en raar maar waar, ons trio dat 40 km zou gaan doen. Toch raar dat we ze dan altijd maar weer tegen komen. Nele en ik gaan wat boodschappen doen voor de volgende dag en dan drinken we een pintje op een terras met het Nederlands koppel. Nadien eten we een pizza en drinken een rosé wijntje op een bankje voor de kerk.







    23-05-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    22-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 60: La Réole - Puybaran - Pondaurat - Savignac - Auros - Bazas - 24 km
    Het heeft de hele nacht geregend. Gelukkig zitten we hoog en droog in het sportzaal. We gaan terug naar La Réole om een winkel te zoeken om iets voor het ontbijt en de lunch te kopen. Het is zondag, we moeten dus voor de mondvoorraad zorgen. We doen onze inkopen in een lokale supermarkt die open is en nadien zoeken we een café om een koffie te drinken. Het is grijs en kil en het miezert een beetje, maar er is geen regen. We eten onze croissants met een koffie tot Pol plots aankondigt dat hij misschien beter vandaag kan stoppen en terug keert naar België. Nele en ik kijken hem met veel ongeloof aan. Ik begrijp hem wel. Hij heeft nog altijd last van de enkel, hij loopt al een tijd met natte schoenen en in La Réole is er een station. De volgende plaatsen die we gaan aandoen zijn kleinere gehuchten zonder station. Verder zijn er treinstakingen aangekondigd. Pol neemt een beslissing. Hij vertrekt en om 11u heeft hij een trein. We nemen afscheid van elkaar, want Nele en ik moeten verder. Nele kan haar emoties niet verbergen en pinkt een traan weg. We gaan weg en verlaten La Réole. We praten niet onderweg. Nele heeft het echt moeilijk nu Pol er niet meer bij is. We gaan hem missen. We volgen een eindje de Garonne. Het begint terug zachtjes te regen. De wolken in de lucht zien er verdacht donker uit. Dit voorspelt niets goed. Even voor Puybaran gaan alle regensluizen open. We rennen naar de dichtsbijzijnde schuur om te schuilen en wachten tot het grootste deel regen gevallen is. We lopen van de Garonne naar Puybaran. We moeten een wel heel steile helling op om het centrum te bereiken. We zetten de weg verder over een open vlakte en lap, de 2de zondvloed komt er aan. Er is niets, maar dan ook helemaal niets om te schuilen. De wind blaast de regen vanuit rechts tegen ons aan. Het lijkt wel een storm op de Noordzee. We ploeteren zwijgend verder. Goed dat Pol dit niet meer moet meemaken. We gaan door naar Pondaurat en gaan even een kerk binnen die open staat. De buien komen en gaan. We stappen verder langs het heel mooie dorpje Pondaurat met de mooie brug en de oude molens. We wandelen langs een brede laan door het bos en dan, als we de autobaan A62 overgaan, over velden. In Savignac vinden we nog een winkeltje dat net gaat sluiten. We kopen snel nog wat om te eten en gaan aansluitend de lunch eten onder het portaal van de kerk om toch een beetje droog te blijven. Nele had al gezien dat we niet ver van het dorpje Cadillac passeren en wil dit graag eens zien. Ik ben blij dat Nele zich stilaan erover zet dat Pol er niet meer bij is. Het dorpje Cadillac is niet veel meer dan een handvol boerderijtjes en een Cadillac hebben we niet gezien. We lopen door een boomgaard tot we terug aan de D12 komen die we enkele km moeten volgen tot Auros. In Auros was er een dorpsfeest aan de gang met een tweedehandsbeurs, maar er is weinig volk. Te veel regen en daarom blijven de mensen thuis. We drinken een koffietje uit een plastieken bekertje om toch wat op te warmen. We nemen de weg langs de kerk van Auros en Château Auros en komen terug op de drukke D12. We volgen die weg een 7 km. Op een gegeven moment moeten we naar links, maar ik zie dat de Sint Jacobsweg wel een hele omweg maakt. Als we de D12 blijven volgen, lopen we recht Bazas binnen. We beslissen om de laatste 4 km verder op de D12 te doen. Het is genoeg geweest met al die regen. We lopen Bazas binnen en gaan op zoek naar Château Saint Vincent. Een echt kasteeltje aan de rand van Bazas. We worden vrij onvriendelijk onthaald door de uitbaatster. Ze legt ons in een grote en koude slaapzaal. Zelfs de douche kon ons niet echt opwarmen. Nele trekt haar dikke jas aan en kruipt onder de dekens. Ik probeer een was te doen in de wasmachine die daar staat wat een boze reactie uitlokte van de eigenares. We maken met restjes iets klaar en gaan snel in bed.









    22-05-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    21-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 59: Saint-Ferme - Coutures - Roquebrune - Saint-Hilaire-de-la-Noaille - La Réole - 20 km
    's Morgens staan we met alle pelgrims op. Ontbijten doen we in de herberg. Iedereen maakt zich klaar en één voor één vertrekken de pelgrims voor hun volgende traject. De enkel van Pol is nog altijd fel gezwollen. Een Fransman zegt dat deze kwetsuur het einde van de tocht is voor Pol. De vrijwilligers stellen voor om Pol met de wagen naar La Réole te brengen. Ze moeten in de stad zijn om inkopen te doen voor de maaltijd van de volgende pelgrims. Nele en ik vertrekken en Pol blijft achter. François geeft nog aan hoe we het beste Saint-Ferme kunnen verlaten om terug op de weg te vallen. Het is heel zonnig en de voorspellingen zeggen dat het 32° gaat worden vandaag. Daarom is het goed dat we al om 7.45u weg zijn. Het is puur genieten vandaag. Heerlijke zon, mooi parcours, mooie uitzichten met leuke dorpjes en een kasteel,... Nele en ik doen het rustig aan. Op een gegeven moment lopen we op een smal weggetje als plots een auto achter ons toetert. We gaan opzij en zien dan François en Françoise voorbij rijden met een lachende Pol op de achterbank. Wat een koddig zicht. François deed met Pol de volgweg zodat hij ook nog wat van dit stuk van de Jacobsweg kon genieten. Heel attent. Nele en ik stappen door tot in Saint-Hilaire-de-la-Noaille en daar lunchen we aan een brugje over een beekje. Ik zie plots een grijs busje met daarin Belgische militairen voorbij rijden. Wat doen die hier? Even later stopt een auto met een dame en vraagt of we pelgrims zijn. Ze is eigenaar van een gite iets verder en stelt ons voor om bij haar koffie te drinken. Ze legt ook uit dat de weg die via haar gite gaat veel mooier en korter is dan de weg die in ons boekje staat beschreven. En als ze hoort dat we uit Belgïe komen, zegt ze dat er Belgische militairen in haar gite slapen. Ja, reden genoeg om naar haar gite te gaan. In de gite maken we kennis met militairen van het Trainingscentrum Para uit Schaffen. Ze zijn hier om sprongen te doen op het vliegveldje van La Réole. We blijven een tijdje met hen babbelen en gaan dan verder via de weg die de gastvrouw heeft aangeduid. Ondertussen is het + 30° en het is volop genieten. We hebben al zoveel regen en koud weer gehad dat we maar al te blij zijn met dit schitterende weer. Pol stuurt me een sms om te zeggen dat hij op een terrasje zit aan de spoorlijn en dat hij op ons wacht. We lopen de eerste bebouwing van La Réole binnen en gaan naar het centrum om iets te drinken. Met Pol spreken we af dat we hem gaan zien aan de camping. Het is nog altijd warm en we bouwen de tentjes op. De uitbater van de camping verwittigt ons dat er onweders code oranje worden verwacht. Hij zal om 19u de deur van de sporthal openen zodat we kunnen schuilen als het te erg zou worden. We lopen terug naar het stadje, doen de was en zoeken iets om te eten. Nele en Pol hebben super veel lol. Het begint te druppelen als we terug naar de camping willen. Af en toe krijgen we zelfs een hevigere bui over ons heen. Pol wil niet in de regen slapen en pakt zijn spullen en gaat de sporthal binnen. Nele en ik volgen. Plots trekken de wolken dicht en krijgen we een fantastische wolken en bliksem spel te zien. Het begint harder te regenen, maar we zitten droog binnen. De natte tenten hangen al te drogen. Een motorrijder komt toe en wil onder een afdak schuilen en slapen. We nodigen hem uit om ook binnen te liggen, wat hij maar al te graag aannam.









    21-05-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    20-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 58: Sainte-Foy-la-Grande - Lèves-et-Thoumeyrougues - Caplong - Pellegrue - Saint-Ferme - 27,5 km
    We staan op tijd op. Nele gaat nog naar de bakker en komt even later heel enthousiast terug. Ze heeft een bakker gevonden waar je ook kan eten. Een leuk plaatsje zegt ze. We nemen afscheid van Hugo. Hij gaat verder. We vonden Hugo een beetje vreemd omdat hij alles zo negatief bekeek. Hij vertelde van herbergen die echt smerig of slecht waren, terwijl wij dezelfde herbergen juist leuk vonden. Ook de herberg waar we samen waren vond hij niet kunnen. Wij zijn al blij als we een bed, een douche en een toilet hebben. We pakken ook in en gaan bij de bakker Viennoises  eten bij een heerlijke koffie. Als we Sainte-Foy buitenlopen, komen we op een kruispunt 3 andere pelgrims tegen. Een dame uit Koblenz, maar afkomstig van Dresden en 2 Fransmannen. Eén van de 2 sleurt een karretje mee waar zijn spullen op liggen. We wandelen een heel stuk langs een drukke baan zonder voetpad. Het is dus wel oppassen geblazen. Maar dan gaat het weer de velden in. Eerst stijl omhoog en dan door kleine mooie dorpjes die verscholen liggen tussen de wijngaarden. In Lèves-et-Thourmeyrouges komen we het trio terug tegen. Ze wandelen verder en wij gaan snel een koffie drinken in een restaurant. Daar babbelen we even met 2 koppels uit New York die een fietsvakantie houden in deze streek. Dan gaat het voor ons verder tot we in Caplong toekomen. We noemen dit dorpje al lachend Klaplong. Hier komen we Hugo weer tegen. Hij had net een lunchpauze gehad en stapt verder. Wij lunchen op een rond graspleintje voor het gemeentehuis. We stappen verder en Pol begint plots pijn te krijgen aan zijn enkel. Vooral als het bergaf gaat, zie je dat hij het lastig heeft. We stappen verder tot we in Pellegrue aankomen. De enkel van Pol is goed opgezwollen. We zoeken een apotheek en kopen een compressiekous en een Ice pack voor hem. Nadien doen we snel nog wat inkopen in een supermarkt. Pol beslist om niet verder te stappen. Hij zal proberen om naar Saint-Ferme te liften. Hij heeft zijn duim nog maar net in de lucht en er stopt al een auto. De chauffeur is een Brit die in de omgeving een huis renoveert. Hij wil Pol wel naar Saint-Ferme brengen. Nele en ik stappen verder door de wijngaarden. Ondertussen is het grijze weer opgeklaard en schijnt de zon heerlijk. Ik volg de weg nog altijd op mijn kaartje tot plots de wegwijzers voor de Jacobsroute naar rechts gaan. Dit klopt niet met de gegevens op mijn kaart en ik probeer uit te zoeken waar de weg naar rechts naar toe kan leiden. Het klopt niet. We besluiten de weg op de kaart te volgen. En dan zien we waarom we naar rechts geleid werden. Er zijn wegen bijgekomen en wegen verdwenen. De weg die wij moeten volgen loopt dood in een groot grasland met bos. Het was wat zoeken om via de nieuwe weg, die niet op mijn kaart staat, de kortste route te nemen. Uiteindelijk komen we in Saint-Ferme toe. Een mooi dorpje met een heel opvallende en imposante Benedictijner abdij. De weg naar de herberg is al aangeduid. Pol zit op de trap van de herberg op ons te wachten. Hij had heel slecht nieuws vertelde hij. Hij had de wandelstokken in de koffer van de Engelsman laten liggen. De vrijwilligers van de herberg, François en Françoise, ontvangen ons heel hartelijk met een drankje. De herberg is tip-top in orde. Er zijn veel pelgrims in de herberg. Ons trio is er ook al, Hugo is er en dan nog een Duitser op de fiets en wij. Een gezellige bende. We krijgen van de vrijwilligers een super avondmaal en vertellen er op los. Zoals het de gewoonte is in herbergen gaan we heel vroeg naar bed.













    20-05-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    19-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 57: Monfaucon - Le Fleix - Port-Sainte-Foy-et-Ponchapt - Sainte-Foy-la-Grande - 14 km
    De hele nacht heeft het gegoten. We moeten weer een natte tent inpakken. We douchen, ontbijten wat en pakken verder in. Het is kil en grijs en alles ligt er nat en modderig bij. De weg gaat eerst over een asfaltweg die door de bossen loopt, nadien gaan we kiezelwegen op. We komen terug in de wijnstreek, dus weer meer hellingen. Bij de eerste wijngaard gaat het onmiddellijk stijl omhoog in de richting van een radiomast op een beboste heuvel. Op de top rusten we wat uit en zien in de verte al de rivier de Dordogne liggen met de kerktorens en de bebouwing van Sainte-Foy-la-Grande. Maar het is nog een heel stuk. We lopen nog een heel eind door deze kleine wijnstreek en aan de mooie huizen kunnen we zien dat het geen arme streek is. Op het parcours vinden we op regelmatige afstanden Sint Jacobs versieringen en gedichten. Het gaat niet zo goed met mij. Mijn rugzak trekt scheef, mijn benen willen niet goed mee en ik heb er vandaag niet veel zin in. De afdaling naar Sainte-Foy is via een zeer smal boswegje met keien en is nogal spectaculair. We geraken alle 3 zonder te vallen beneden. Dan gaat het verder door de straatjes van Port-Sainte-Foy-et-Ponchapt dat langs de rivier Dordogne ligt. Aan de andere kant van de rivier zien we de bebouwing en de kerktoren van Sainte-Foy-la-Grande. We moeten even naar links als we de D20 oversteken en komen in een park met wandelpaden die ons naar het centrum brengen. Heel mooi dat stukje langs de rivier. Aan de brug zetten we ons neer op een terrasje en eten wat. Ondertussen schijnt de zon weer en wordt het snel warmer. We hangen onze natte spullen over de rugzak zodat ze kunnen drogen. Nele wil nog wat verder wandelen, maar ik heb geen zin om nog verder te gaan. We kijken in ons boekje of we kunnen logeren in de buurt. Er is nog plaats in een huisje dat door het hospitaal wordt beheerd. We gaan de brug over en verlaten de Dordogne en komen in de Gironde. We stappen door het oude deel van Sainte-Foy met mooie oude huizen en veel winkels. Er zijn ook al veel toeristen in de stad. We zoeken de weg naar het hospitaal en daar leggen ze uit waar het huisje, waar we overnachten, zich bevindt. Een vrijwilligerskoppel doet open en toont ons de locatie. Ze hebben vers brood mee voor ons ontbijt van morgen en uit een magazijntje mogen we eten kiezen voor 's avonds. Dat allemaal voor 6 euro p/p. Het is een klein huisje met 3 kamers, een heel klein koertje en een douche + toilet + piepklein keukentje dat op het koertje uitgeeft. We hangen onze tenten te drogen op het koertje. Even later komt er nog een andere pelgrim binnen. Hugo uit de buurt van Brussel. We gaan nog even het stadje in en 's avonds maakt Pol voor ons een heerlijke Tagliatelle.  











    19-05-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    18-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 56: Mussidan - Saint-Gery - Verrière - Port-Sainte-Foy-et-Ponchapt - Monfaucon - 24, km
    Er was een goed plan. 's Morgens bij de bakker broodjes halen voor ontbijt en wat inkopen doen voor de lunch. Alles is echter dicht. Woensdag hebben alle winkels rustdag. De avond er voor hebben we al met moeite een klein winkeltje gevonden dat open was. Dat winkeltje zou open zijn in de ochtend ook. Was de eigenaar ziek of had hij geen zin, de rolluiken bleven dicht. Wat is dat toch in Frankrijk.We horen dat er nog ergens een bakker is op ongeveer 1 km van de stad, maar volledig uit de richting voor ons. We horen ook dat er toch een klein winkeltje zou open gaan om 9u. Er zit dus niets anders op dan even te wachten, want op de volgweg van vandaag en morgen moeten we een heel stuk door een bos met weinig voorzieningen. Om 9u staan we aan de winkel en kiezen uit de heel beperkte voorraad wat we nodig hebben. In de gite eten we dan nog spek en eitjes. In de microgolf oven klaargemaakt gezien het elektrisch vuurtje bijna niet verwarmd. Willemijn is ondertussen al vertrokken. Rond 10.30u kunnen we eindelijk vertrekken. We wandelen op een mooie route en éénmaal we onder de A89 doorgaan, komen we Willemijn terug tegen. Ze rust op een brugje. Ze wandelt nog een 7 km mee en stopt daar. Nele en Willemijn lopen achterop te keuvelen, Pol en ik zitten goed voorop. We stappen door en onderweg kopen we nog 2 flessen wijn bij een lokale wijnboer. We gaan naar de camping en zetten de tenten op een perceel. Gelukkig kunnen we nog iets kopen voor ontbijt. De camping is nog niet officieel open, het is dus een beetje behelpen. Om 19u begint het weer te regenen. We wachten tot de bui voorbij is en eten dan snel iets onder een afdakje op de speeltuin. Het is heel kil. Na het douchen snel de tent in. We krijgen tijdens de nacht enkele heel stevige buien te verwerken.









    18-05-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    17-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 55: Saint-Astier - Planèze - Neuvic-sur-l'Isle - Douzillac - Saint-Louis-en-l'Isle - Sourzac - Saint Frant de Pradoux - Mussidan - 24 km
    Het loopt allemaal een beetje chaotisch bij het vertrek. We geraken maar niet op gang en ik krijg onverwacht nog een lang telefoontje van thuis.Het is pas iets voor 10u dat we kunnen vertrekken. De kasteelheer vertelde ons gisteren al dat het niet nodig is om helemaal terug naar Saint-Astier te gaan om terug op de weg te geraken. Vanuit het kasteel loopt een mooie GR die we kunnen volgen en die ons op ongeveer 7 km terug op de weg brengt. Na ons vertrek vinden we geen aanduidingen van een GR pad en volgen dus de aanwijzingen die de kasteelheer heeft gegeven, maar we merken na enige tijd dat dit niet kan kloppen. We zijn toch terug op weg naar Saint-Astier. We keren op onze stappen terug en nemen een klein boswegje met de hoop dat we een GR teken gaan zien. Bij een kruising in het bos is er het eerste teken. Even later komen we terug uit aan het kasteel, maar aan een andere ingang. We blijven de tekens volgen en we komen in een mooie streek terecht. Veel koele eiken- en dennenbossen met goed begaanbare paden en soms een lastiger keienpad. De dorpjes die we voorbij komen zijn heel mooi en stralen rust uit. We wandelen verder, bergop en bergaf, tot we uiteindelijk afdalen naar de vallei van de l'Isle. We moeten dringend eten en onze proviand is op. Het eerste stadje met winkels is in Neuvic sur l'Isle. Dat is ook onze aansluiting van de GR met de Jacobsweg. We komen voorbij een camping en zien dat er een restaurant aan verbonden is. Neuvic ligt nog een beetje verder en de Jacobsroute gaat na de camping onmiddellijk naar rechts. Daarom beslissen we om snel een dagmenu te eten in het restaurant. Het eten was heel goed, maar het duurde veel te lang en we hadden al zo veel tijd verloren. Het probleem was dat we voor 16u in Mussidan moesten zijn om de sleutel van de gite, die we gereserveerd hebben, af te halen op het gemeentehuis. Dat wordt een moeilijke. Ik bel alvast de gemeente en zeg hen dat we 16u niet gaan halen. Ik bekijk de kaart nog eens en zie dat onze weg terug de heuvels en de bossen in gaat met natuurlijk vele hellingen. We kunnen ook de vallei van de L'Isle volgen via groene wegen die gloednieuw zijn. Deze vallei is omsloten door de L'Isle en de autoweg A89. We doen dit laatste en zetten er een flinke kadans in. Nele en Pol vinden dat niet geweldig. Even voor 16u wordt ik gebeld door de gemeente met de vraag waar we zijn. Ik leg uit dat we zeker niet zullen toekomen voor 16u, maar wel tussen 16.30 en 16.45u. Dat was ok. De sleutel wordt aan de conciërge gegeven die ons zal opwachten aan de gite. In de gite is ook een Nederlandse dame, Willemijn, Ze is blij met het bezoek en begint koffie en thee te zetten voor ons. Na het douchen zoeken we een winkeltje om wat brood en toespijs te kopen. Goed gegeten buiten op het pleintje voor de herberg, onze was gedaan in een wasserette vlakbij, nog wat gewandeld door Mussidan en dan het bed in. Morgen doen we de inkopen voor ontbijt en lunch.











    17-05-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)

    Archief per week
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 28/12-03/01 2016

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs