Dag 64: Mont-de-Marsan - Benquet - Saint-Sever - 19 km
Als we wakker worden is Simone al vertrokken en we hebben helemaal niets gehoord. Een professionele pelgrim. We doen het rustig aan want het is vandaag een korte etappe. We gaan in het centrum zoeken naar een bakker, maar vinden die niet zo gemakkelijk. Wel veel patisserietjes, maar wie eet nu een taartje als ontbijt. We zetten ons op de weg en vinden dan toch een bakker buiten het centrum. We eten een croissant en een chocokoek + koffie. Straks gaan we naar een groot winkelcomplex net buiten de stad om nieuwe schoenen te zoeken voor Nele. We gaan via de D624, een grote en drukke toegangsweg naar Mont-de-Marsan, naar het complex dat zo'n 3 à 4 km buiten het centrum ligt. Henny, onze vrijwilligster rijdt ons voorbij en toetert eens. Nadien zien we haar op de parking van het winkelcomplex staan. Dat is dus wat ze doet. 's Morgens poetst ze de réfuge en als ze klaar is zit ze in de mobilehome tot ze weer naar de réfuge gaat om nieuwe pelgrims op te vangen. Eerst gaan we naar de Intersport, maar de keuze aan dameswandelschoenen is bedroevend. Dan proberen we de Decathlon. Die hebben een betere keuze. Nele wordt geholpen door een uiterst onvriendelijke verkoopster. Ik heb het wel gehad met de Fransen die hun zin voor commerce hebben verloren. Het principe "Klant is koning" is hier ver te vinden. Hier is een klant een lastpost. Zonder schoenen vertrekken we verder om terug op de route te geraken. Het is grijs en regenachtig. Het gaat vandaag door een variatie van bossen, weiden en akkers. Ook de hellingen ontbreken vandaag niet. Nele heeft het echt heel moeilijk vandaag. Haar voeten doen enorm zeer. Als ik haar achter mij hoor zuchten, weet ik dat ze het niet leuk vindt. Ik kan niet meer doen dan haar op te beuren, regelmatig te rusten en het ritme te verlagen. 's Namiddags stoppen we bij een stapel natte boomstammen in het bos en ik probeer haar wat te laten eten, maar ze heeft echt geen zin. We moeten nog een heel stuk doen tot in Saint Sever en ik moet haar aanmanen om verder te stappen. Om de km vraagt ze me hoe ver het nog is met een diepe zucht als ik het antwoord geef. Ik zit echt in met haar. Ik probeer zoveel mogelijk de weg in te korten door langs drukkere wegen te lopen en dat lukt vrij goed. Het laatste stuk tot Saint-Sever is wel heel stijl omhoog. We zien het stadje liggen als we nog aan de noordzijde van het riviertje "Adour" lopen en Saint-Sever torent aan heel hoog op een helling aan de andere zijde van de Adour. Dat wordt nog even puffen. Nele blijft fel achter. Uiteindelijk komen we aan bij het klooster waar pelgrims welkom zijn. Een Fransman, die goed nederlands spreekt, vangt ons op. Het is er heel netjes en we kunnen de was doen. Er is ook een fijn ingerichte keuken. Nele gaat even op bed liggen, maar valt al heel snel in een heel diepe slaap. We moeten wel nog eten, maar ze heeft echt geen zin. Ik ga naar het centrum en ga iets eten. Het doet raar, want het is de eerste keer, sinds ik met Nele wandel, dat ik alleen ben. Heel eentonig... Ik eet snel mijn gerecht op en bestel een tonijnsalade voor Nele. Misschien dat ze straks wel iets wil eten. Ik spoed me terug naar het klooster waar Nele nog altijd diep slaapt. Ik maak haar wakker en na wat aandringen komt ze mee naar de keuken. Eerst heeft ze geen zin om te eten, maar het doet me deugd als ik zie dat ze een paar hapjes eet en dan de salade toch helemaal volledig op eet. Ik maak ook nog een thee voor ons alle twee. De was had ik al gedaan en ik hang alles te drogen en dan gaan we slapen. We zien wel hoe het morgen zal gaan.