Dag 58: Sainte-Foy-la-Grande - Lèves-et-Thoumeyrougues - Caplong - Pellegrue - Saint-Ferme - 27,5 km
We staan op tijd op. Nele gaat nog naar de bakker en komt even later heel enthousiast terug. Ze heeft een bakker gevonden waar je ook kan eten. Een leuk plaatsje zegt ze. We nemen afscheid van Hugo. Hij gaat verder. We vonden Hugo een beetje vreemd omdat hij alles zo negatief bekeek. Hij vertelde van herbergen die echt smerig of slecht waren, terwijl wij dezelfde herbergen juist leuk vonden. Ook de herberg waar we samen waren vond hij niet kunnen. Wij zijn al blij als we een bed, een douche en een toilet hebben. We pakken ook in en gaan bij de bakker Viennoises eten bij een heerlijke koffie. Als we Sainte-Foy buitenlopen, komen we op een kruispunt 3 andere pelgrims tegen. Een dame uit Koblenz, maar afkomstig van Dresden en 2 Fransmannen. Eén van de 2 sleurt een karretje mee waar zijn spullen op liggen. We wandelen een heel stuk langs een drukke baan zonder voetpad. Het is dus wel oppassen geblazen. Maar dan gaat het weer de velden in. Eerst stijl omhoog en dan door kleine mooie dorpjes die verscholen liggen tussen de wijngaarden. In Lèves-et-Thourmeyrouges komen we het trio terug tegen. Ze wandelen verder en wij gaan snel een koffie drinken in een restaurant. Daar babbelen we even met 2 koppels uit New York die een fietsvakantie houden in deze streek. Dan gaat het voor ons verder tot we in Caplong toekomen. We noemen dit dorpje al lachend Klaplong. Hier komen we Hugo weer tegen. Hij had net een lunchpauze gehad en stapt verder. Wij lunchen op een rond graspleintje voor het gemeentehuis. We stappen verder en Pol begint plots pijn te krijgen aan zijn enkel. Vooral als het bergaf gaat, zie je dat hij het lastig heeft. We stappen verder tot we in Pellegrue aankomen. De enkel van Pol is goed opgezwollen. We zoeken een apotheek en kopen een compressiekous en een Ice pack voor hem. Nadien doen we snel nog wat inkopen in een supermarkt. Pol beslist om niet verder te stappen. Hij zal proberen om naar Saint-Ferme te liften. Hij heeft zijn duim nog maar net in de lucht en er stopt al een auto. De chauffeur is een Brit die in de omgeving een huis renoveert. Hij wil Pol wel naar Saint-Ferme brengen. Nele en ik stappen verder door de wijngaarden. Ondertussen is het grijze weer opgeklaard en schijnt de zon heerlijk. Ik volg de weg nog altijd op mijn kaartje tot plots de wegwijzers voor de Jacobsroute naar rechts gaan. Dit klopt niet met de gegevens op mijn kaart en ik probeer uit te zoeken waar de weg naar rechts naar toe kan leiden. Het klopt niet. We besluiten de weg op de kaart te volgen. En dan zien we waarom we naar rechts geleid werden. Er zijn wegen bijgekomen en wegen verdwenen. De weg die wij moeten volgen loopt dood in een groot grasland met bos. Het was wat zoeken om via de nieuwe weg, die niet op mijn kaart staat, de kortste route te nemen. Uiteindelijk komen we in Saint-Ferme toe. Een mooi dorpje met een heel opvallende en imposante Benedictijner abdij. De weg naar de herberg is al aangeduid. Pol zit op de trap van de herberg op ons te wachten. Hij had heel slecht nieuws vertelde hij. Hij had de wandelstokken in de koffer van de Engelsman laten liggen. De vrijwilligers van de herberg, François en Françoise, ontvangen ons heel hartelijk met een drankje. De herberg is tip-top in orde. Er zijn veel pelgrims in de herberg. Ons trio is er ook al, Hugo is er en dan nog een Duitser op de fiets en wij. Een gezellige bende. We krijgen van de vrijwilligers een super avondmaal en vertellen er op los. Zoals het de gewoonte is in herbergen gaan we heel vroeg naar bed.
Dag 57: Monfaucon - Le Fleix - Port-Sainte-Foy-et-Ponchapt - Sainte-Foy-la-Grande - 14 km
De hele nacht heeft het gegoten. We moeten weer een natte tent inpakken. We douchen, ontbijten wat en pakken verder in. Het is kil en grijs en alles ligt er nat en modderig bij. De weg gaat eerst over een asfaltweg die door de bossen loopt, nadien gaan we kiezelwegen op. We komen terug in de wijnstreek, dus weer meer hellingen. Bij de eerste wijngaard gaat het onmiddellijk stijl omhoog in de richting van een radiomast op een beboste heuvel. Op de top rusten we wat uit en zien in de verte al de rivier de Dordogne liggen met de kerktorens en de bebouwing van Sainte-Foy-la-Grande. Maar het is nog een heel stuk. We lopen nog een heel eind door deze kleine wijnstreek en aan de mooie huizen kunnen we zien dat het geen arme streek is. Op het parcours vinden we op regelmatige afstanden Sint Jacobs versieringen en gedichten. Het gaat niet zo goed met mij. Mijn rugzak trekt scheef, mijn benen willen niet goed mee en ik heb er vandaag niet veel zin in. De afdaling naar Sainte-Foy is via een zeer smal boswegje met keien en is nogal spectaculair. We geraken alle 3 zonder te vallen beneden. Dan gaat het verder door de straatjes van Port-Sainte-Foy-et-Ponchapt dat langs de rivier Dordogne ligt. Aan de andere kant van de rivier zien we de bebouwing en de kerktoren van Sainte-Foy-la-Grande. We moeten even naar links als we de D20 oversteken en komen in een park met wandelpaden die ons naar het centrum brengen. Heel mooi dat stukje langs de rivier. Aan de brug zetten we ons neer op een terrasje en eten wat. Ondertussen schijnt de zon weer en wordt het snel warmer. We hangen onze natte spullen over de rugzak zodat ze kunnen drogen. Nele wil nog wat verder wandelen, maar ik heb geen zin om nog verder te gaan. We kijken in ons boekje of we kunnen logeren in de buurt. Er is nog plaats in een huisje dat door het hospitaal wordt beheerd. We gaan de brug over en verlaten de Dordogne en komen in de Gironde. We stappen door het oude deel van Sainte-Foy met mooie oude huizen en veel winkels. Er zijn ook al veel toeristen in de stad. We zoeken de weg naar het hospitaal en daar leggen ze uit waar het huisje, waar we overnachten, zich bevindt. Een vrijwilligerskoppel doet open en toont ons de locatie. Ze hebben vers brood mee voor ons ontbijt van morgen en uit een magazijntje mogen we eten kiezen voor 's avonds. Dat allemaal voor 6 euro p/p. Het is een klein huisje met 3 kamers, een heel klein koertje en een douche + toilet + piepklein keukentje dat op het koertje uitgeeft. We hangen onze tenten te drogen op het koertje. Even later komt er nog een andere pelgrim binnen. Hugo uit de buurt van Brussel. We gaan nog even het stadje in en 's avonds maakt Pol voor ons een heerlijke Tagliatelle.
Dag 56: Mussidan - Saint-Gery - Verrière - Port-Sainte-Foy-et-Ponchapt - Monfaucon - 24, km
Er was een goed plan. 's Morgens bij de bakker broodjes halen voor ontbijt en wat inkopen doen voor de lunch. Alles is echter dicht. Woensdag hebben alle winkels rustdag. De avond er voor hebben we al met moeite een klein winkeltje gevonden dat open was. Dat winkeltje zou open zijn in de ochtend ook. Was de eigenaar ziek of had hij geen zin, de rolluiken bleven dicht. Wat is dat toch in Frankrijk.We horen dat er nog ergens een bakker is op ongeveer 1 km van de stad, maar volledig uit de richting voor ons. We horen ook dat er toch een klein winkeltje zou open gaan om 9u. Er zit dus niets anders op dan even te wachten, want op de volgweg van vandaag en morgen moeten we een heel stuk door een bos met weinig voorzieningen. Om 9u staan we aan de winkel en kiezen uit de heel beperkte voorraad wat we nodig hebben. In de gite eten we dan nog spek en eitjes. In de microgolf oven klaargemaakt gezien het elektrisch vuurtje bijna niet verwarmd. Willemijn is ondertussen al vertrokken. Rond 10.30u kunnen we eindelijk vertrekken. We wandelen op een mooie route en éénmaal we onder de A89 doorgaan, komen we Willemijn terug tegen. Ze rust op een brugje. Ze wandelt nog een 7 km mee en stopt daar. Nele en Willemijn lopen achterop te keuvelen, Pol en ik zitten goed voorop. We stappen door en onderweg kopen we nog 2 flessen wijn bij een lokale wijnboer. We gaan naar de camping en zetten de tenten op een perceel. Gelukkig kunnen we nog iets kopen voor ontbijt. De camping is nog niet officieel open, het is dus een beetje behelpen. Om 19u begint het weer te regenen. We wachten tot de bui voorbij is en eten dan snel iets onder een afdakje op de speeltuin. Het is heel kil. Na het douchen snel de tent in. We krijgen tijdens de nacht enkele heel stevige buien te verwerken.
Dag 55: Saint-Astier - Planèze - Neuvic-sur-l'Isle - Douzillac - Saint-Louis-en-l'Isle - Sourzac - Saint Frant de Pradoux - Mussidan - 24 km
Het loopt allemaal een beetje chaotisch bij het vertrek. We geraken maar niet op gang en ik krijg onverwacht nog een lang telefoontje van thuis.Het is pas iets voor 10u dat we kunnen vertrekken. De kasteelheer vertelde ons gisteren al dat het niet nodig is om helemaal terug naar Saint-Astier te gaan om terug op de weg te geraken. Vanuit het kasteel loopt een mooie GR die we kunnen volgen en die ons op ongeveer 7 km terug op de weg brengt. Na ons vertrek vinden we geen aanduidingen van een GR pad en volgen dus de aanwijzingen die de kasteelheer heeft gegeven, maar we merken na enige tijd dat dit niet kan kloppen. We zijn toch terug op weg naar Saint-Astier. We keren op onze stappen terug en nemen een klein boswegje met de hoop dat we een GR teken gaan zien. Bij een kruising in het bos is er het eerste teken. Even later komen we terug uit aan het kasteel, maar aan een andere ingang. We blijven de tekens volgen en we komen in een mooie streek terecht. Veel koele eiken- en dennenbossen met goed begaanbare paden en soms een lastiger keienpad. De dorpjes die we voorbij komen zijn heel mooi en stralen rust uit. We wandelen verder, bergop en bergaf, tot we uiteindelijk afdalen naar de vallei van de l'Isle. We moeten dringend eten en onze proviand is op. Het eerste stadje met winkels is in Neuvic sur l'Isle. Dat is ook onze aansluiting van de GR met de Jacobsweg. We komen voorbij een camping en zien dat er een restaurant aan verbonden is. Neuvic ligt nog een beetje verder en de Jacobsroute gaat na de camping onmiddellijk naar rechts. Daarom beslissen we om snel een dagmenu te eten in het restaurant. Het eten was heel goed, maar het duurde veel te lang en we hadden al zo veel tijd verloren. Het probleem was dat we voor 16u in Mussidan moesten zijn om de sleutel van de gite, die we gereserveerd hebben, af te halen op het gemeentehuis. Dat wordt een moeilijke. Ik bel alvast de gemeente en zeg hen dat we 16u niet gaan halen. Ik bekijk de kaart nog eens en zie dat onze weg terug de heuvels en de bossen in gaat met natuurlijk vele hellingen. We kunnen ook de vallei van de L'Isle volgen via groene wegen die gloednieuw zijn. Deze vallei is omsloten door de L'Isle en de autoweg A89. We doen dit laatste en zetten er een flinke kadans in. Nele en Pol vinden dat niet geweldig. Even voor 16u wordt ik gebeld door de gemeente met de vraag waar we zijn. Ik leg uit dat we zeker niet zullen toekomen voor 16u, maar wel tussen 16.30 en 16.45u. Dat was ok. De sleutel wordt aan de conciërge gegeven die ons zal opwachten aan de gite. In de gite is ook een Nederlandse dame, Willemijn, Ze is blij met het bezoek en begint koffie en thee te zetten voor ons. Na het douchen zoeken we een winkeltje om wat brood en toespijs te kopen. Goed gegeten buiten op het pleintje voor de herberg, onze was gedaan in een wasserette vlakbij, nog wat gewandeld door Mussidan en dan het bed in. Morgen doen we de inkopen voor ontbijt en lunch.
Het is mooi weer. We nemen afscheid van Sophie en vertrekken. Het eerste stuk loopt langs de voorsteden van Périgueux en een hoofdweg met winkelcomplexen die we gedurende enkele kilometers volgen. We beslissen om deze weg te blijven volgen in plaats van de officiële weg te volgen die ons terug de heuvels in stuurt. Het is wel een drukke weg die we moeten wandelen, maar ook mooi omdat de weg de rivier L'Isle blijft volgen. Na een goede 13 km moeten we aan de abdij van Chancelade rechts in om een kleine 2 km verder een bosweg links in te slagen. We lopen nu terug in een prachtig bos en het gaat weer goed omhoog en omlaag. Op een gegeven moment zakken we terug af naar de rivier L'Isle. We blijven de weg volgen langs de L'Isle via een nieuw aangelegde Voie Vert, gebouwd met ondersteuning van de EU. Het resultaat mag er zijn. Mooie bruggen over de rivier, goed wandelbare fiets- en wandelpaden door velden en bossen. Aangenaam om te wandelen. Uiteindelijk bereiken we het stadje Saint-Astier dat wel uitgestorven lijkt. Het is wel nog een stuk naar het kasteel van Puy-Ferrat, waar we gereserveerd hebben om te overnachten. De weg naar het kasteel is niet goed aangeduid, maar we vragen de weg aan 2 dames die op een bankje zitten. Het is nog even terug een stijgende bosweg in om uiteindelijk het kasteel te bereiken. Eventjes denken we dat we verkeerd zitten. Een gigantisch kasteel met prachtige tuinen doemt voor ons op. Een bord aan de toegang tot het domein zegt dat dit een hotel is, waar de kamers +/- 100 euro voor een overnachting kosten. Hmmm. Maar het klopt. Een man op een grasmaaier komt naar ons toe en verwelkomt ons. Het is de eigenaar. Hij toont ons het kasteel met zijn prachtige, authentieke keuken en eetzaal en aansluitend toont hij ons de kamers. Het lijkt of we in de jaren 1600 zijn beland. We zijn de enige bezoekers. Gisteren was er nog een vrouwelijke pelgrim. Nadat we ons geïnstalleerd hebben doen we een rondgang in het kasteel en de tuinen. Nadien maken we een spaghetti pesto in de kasteelkeuken en eten we met kaarslicht en een goede fles wijn als koningen in de grote eetzaal. Wat een belevenis. Elke dag is een verrassing. Pelgrims betalen dus geen 100 euro dus.
Onverwacht beslissen we om een dagje in Périgueux te blijven. Périgueux is een mooi stadje en we willen toch de tijd nemen om het te bezichtigen. Voor Sophie is het geen probleem dat we een dagje extra blijven. We gaan na het ontbijt eerst naar het zondags marktje in de stad. Het weer is heerlijk. We bezoeken de stad en de kathedraal, waar we onze stempel halen, en dan doen we wat inkopen voor de lunch. De lunch nemen we bij Sophie in de tuin. We geven haar ook een doosje pralines omdat ze vandaag jarig is. Na de middag gaan we naar de Romeinse tuinen en bewonderen we de huizen in Périgueux. 's Avonds eten we een menu de jour in een restaurantje.
Deze morgen worden het spek met eitjes voor ontbijt. De ouders van Nele komen nog samen met ons ontbijten. We nemen nog afscheid van de gastheer en vertrekken dan om snel nog wat inkopen te doen voor de lunch. We gaan dan nog even voorbij de parking waar de ouders van Nele met de mobilehome staan en nemen afscheid. Ze reizen terug naar het noorden. Het is nog grijs in de ochtend, maar rond de middag schijnt de zon en het wordt lekker warm. Het is een mooie weg vandaag. 85% van de wegen gaan door schitterende bossen. We merken dat we in het zuiden komen door andere bouwstijlen van de huizen en de zuiderse planten die we meer en meer zien. Onderweg komen we ook het château de Caussade tegen. We merken snel dat we terug een grotere stad naderen. De laatste 3 km gaat langs een drukke weg met bebouwing en grote winkelcomplexen. We willen wat drinken op het terras van een groot zwemcomplex, maar dat is alleen bereikbaar als je een zwemticket hebt gekocht. We stappen door naar het centrum en ploffen neer op een mooi terras in het oude centrum. Onze gastvrouw Sophie belt ons al op om te vragen waar we blijven en ze begrijpt volkomen dat we met dit weer nog een terrasje doen. Ze legt uit hoe we best kunnen wandelen om bij haar thuis te geraken. Sophie is een zeer enthousiaste en alleenstaande dame die maar niet kan zwijgen. We noemen haar al snel "Sophie de krokodil". Ze doet alles om ons te verwennen. We spelen nog wat met haar hondje "Ella" en blijven dan nog even met Sophie praten met een heerlijke thee van verse kruiden uit de tuin. Super logement.
Vandaag is het een korte etappe, we kunnen dus langzaam aan doen. We nemen het ontbijt in het restaurant van de camping.en vertrekken dan. Nu nemen we de juiste weg naar de sportterreinen en niet meer langs de drukke weg. Dan is het terug klimmen om op het plateau te geraken. Thiviers laten we rechts van ons liggen, we hebben op dit moment niets nodig uit de winkel. Het is nog altijd regenachtig. De weg is niet echt speciaal. Een herhaling van de vorige dagen. Landwegen, weiden, bossen, kleine dorpjes. Ik heb de kaart bestudeerd en heb een manier gevonden om een kleine 5 km af te snijden. Ik doe dit vooral om de heel natte en modderige boswegen te vermijden. Ik vind een alternatief via de Napoleon route die we voor een groot stuk volgen. Deze Napoleon route loopt kaarsrecht richting zuiden en alhoewel het een grote baan is, is er heel weinig verkeer. We komen dus vrij vroeg in Sorges toe. Bij het binnenlopen van Sorges wordt het even ingewikkeld. De heel drukke N21 doorkruist Sorges en de verkeersborden tonen ons dat het centrum naar links is, maar de kaart zegt dat we langs rechts moeten. Ik verkies om de kaart te volgen en naar rechts te gaan, maar dan moeten we over de N21 geraken en dat is niet bepaald een weg om voetgangers over te laten steken. We doen het toch en lopen via een kleine weg richting van het centrum Bij het binnen lopen komen we terug het Nederlandse koppel tegen die we net voor Châlus en La Coquille ook al gezien hebben. Zij slapen in een B&B hier. Ze zijn aan het schuilen in een bushokje en de schoenen van de vrouw staan te drogen naast haar rugzak. Zij hebben blijkbaar ook last van natte voeten. We hebben honger en zoeken naar een plaats om iets te eten. Het restaurant aan de kerk is natuurlijk dicht, maar een Engelsman zegt dat er nog een keurig restaurant op de N21 ligt. Gezien dat het heel hard regent gaan we daar ook onmiddellijk naar binnen. Eerst drinken we een koffie en we vragen of we iets eenvoudig kunnen eten. De uitbater stelt een omelet met champions voor. Ho, ja, daar hadden we wel zin in. En een goede huiswijn er ook nog bij. Yes! Bij de afrekening vielen we bijna pal achterover. 66 euro voor ons drie. Nadien merken we dat we in "het" restaurant van de truffels in de Périgord zaten. Nog goed dat er champions in de omelet zat en geen truffels of we konden onmiddellijk de reis afbreken. De gite die we gereserveerd hadden ligt vlak na dit restaurant. Een heel mooi gebouwtje met alles er op en er aan. De ouders van Nele staan iets verder op een parking en zullen deze avond bij ons komen eten. Nu is het onze beurt om te koken. We gaan naar de winkel, gevolgd door de hond van de eigenaar van de gite. We werden al verwittigd dat de hond pelgrims volgt. We beginnen te koken en eten een lekkere maaltijd.
Dag 50: La Coquille - Saint-Paul-La-Roche - Thiviers - 21 km
Dat beloofd voor vandaag. Het is regenachtig gebleven. We krijgen in de gite een heerlijk ontbijt. We eten samen met het koppel Nederlanders. We gaan nog even bij de ouders van Nele langs en gaan dan in de Carrefour nog wat eten kopen en in de bank halen we nog wat geld uit de muur. Het wordt niet zo'n interessante dag en er is maar één dorpje dat we zullen tegen komen. Jammer, want het regent wel heel hard vandaag. We stappen door velden en goed begaanbare asfaltwegen via kleine gehuchtjes die wel uitgestorven lijken. We zoeken een plaatsje om beschut te kunnen lunchen, maar niets te vinden. We stoppen dus maar onder een grote boom en eten al rechtstaand ons middagmaal. Net voor Thiviers lopen we de verkeerde weg in omdat de signalisatie op dat punt uiterst dubbelzinnig is. Uiteindelijk moeten we via een graspad met hoog gras, heel fijn als het zo nat is, naar de weg die naar de camping leidt. We volgen een zeer drukke en kronkelige baan. Plots krijgen de weergoden het helemaal naar hun zin en laten de regen met bakken uit de lucht vallen. We drukken ons tegen de poort van een berghok om toch zoveel mogelijk droog te blijven tot we een gepruts aan de deur horen. De eigenaar opent de bergplaats voor ons zodat we binnen kunnen schuilen. Blijkbaar konden we iets vroege het pad inslaan langs het sportterrein om zo sneller bij de camping komen. De man vertelt ook dat er heel veel pelgrims deze druk weg nemen die ronduit heel gevaarlijk is voor voetgangers en dan ook nog eens ongeveer 1 km verder wandelen is. Dekselse signalisatie toch. Uiteindelijk komen we nat en afgekoeld bij de camping aan. De schoenen van Nele en Paul zijn volledig tot binnen nat geworden. Het zal weer wat worden om die schoenen tegen morgen droog te krijgen. We kunnen tegen pelgrimstarief een blokhut nemen en alle faciliteiten van de camping. De ouders van Nele komen iets later toe met hun mobile home. We gaan eerst wat zwemmen in het overdekte zwembad en nadien een goede douche. Eten doen we in het restaurant van de camping. De ouders van Nele trakteren. Wij betalen de drank.
Dag 49: Châlus - Firbeix - Saint-Pierre de Fugie - La Coquille - 17,3 km
We staan rond 7u op en ontbijten in het hotel. Dan wandelen we tot aan de parking waar de ouders van Nele ons aan het opwachten zijn. Nele geniet van het weerzien van haar hond Tchibo. Nele blijft even bij haar ouders en Paul en ik lopen snel naar de supermarkt om wat mondvoorraad te kopen. Vandaag neemt Nele Tchibo mee op de wandeling. Het is grijs en kil. In Firbeix is er een mooi park met pick-nick plaatsen en daar eten we onze lunch. Er staat weer een aanduiding van het aantal km tot Santiago. Nog maar 1.240 km. Nele en ik zitten over de helft. De weg gaat langs mooie bossen en vijvers. In Saint-Pierre-de Fugie zien we uit de verte een onweer op ons afkomen. We beslissen om een schuilplaats te zoeken, nu het nog kan. We vinden een houten bushokje met een bankje waar we met zn drieën plaats kunnen nemen. Gelukkig, want geen 5 minuten later krijgen we een hels onweer met stevige regenvlagen over ons heen. Tchibo rilde van de schrik. Een half uurtje later was het ergste voorbij en wandelden we verder. Het regende nog wel en dat tot we toekwamen in La Coquille. Daar hebben we een gite gereserveerd in "Maison Morain". De gite is eigendom van een heel sympathiek Amerikaans koppel uit Californië. We krijgen een kamer met 3 bedden. Er is ook nog een koppel uit Nederland aanwezig. De ouders van Nele zijn ook toe gekomen en staan op de parking voor de kerk. We aperitieven bij hen en we krijgen lekkere kip met rijst en curry en appel- en rabarbermoes. Ondertussen regent het heel hard. Na het eten gaan we terug naar ons verblijf. De gastvrouw stelt voor om onze was te doen waar we gretig op in gingen.
Dag 48: Aixe-sur-Vienne - Saint-Martin le Vieux - Flavignac - Les Cars - Lautrette - Châlus - 26 km
We douchen en pakken in en gaan aansluitend terug naar Aixe. We kopen een doos croissants en eten voor de lunch in de plaatselijke Carrefour. Dan een koffie in een bar. De uitbater vindt het niet erg dat we de croissants in de zaak eten. Dan op stap. Het is grijs en somber, maar het regent niet meer. We moeten eerst Aixe verlaten via de bebouwing, maar we zijn al snel terug op kleine asfaltwegen. Paul en Nele hebben het wat moeilijker vandaag, dus doen we het rustiger aan. We pauzeren op de trappen van de kerk van Saint-Martin le Vieux en we eten een banaan die ik bij een rondrijdend winkelbusje heb gekocht. Ondertussen is de zon teru beginnen schijnen en het warmt wat op. Net voor Le Cars gaan we het Parc Naturel Régional Périgord Limousin in. Dit gebied is een driehoek omsloten door Angoulême, Limoges en Périgueux. De wandeling loopt door bossen, zeer kleine wegen en mooie uitzichten. Uiteindelijk komen we vanuit het bos in de bebouwde kom van Châlus. Châlus is het stadje waar Richard I Leeuwenhart gewond werd door een pijl in de schouder tijdens het beleg van Châlus-Chabrol. De wonde infecteerde waardoor Richard Leeuwenhart overleed. Het kasteel van Châlus, vanwaar de pijl vertrok, overheerst het stadje Châlus. We hebben gereserveerd in het Hotel du Centre dat pelgrimstarieven voorziet. Een koppel uit Australië toont ons de weg. Het hotel wordt uitgebaat door een Brit en is heel netjes. We slapen op een kamer met 4 bedden. De ouders van Nele zijn op weg naar Châlus met de mobile-home, maar komen niet toe voor middernacht. We eten op het pleintje met de fontein voor het hotel. Dan het bed in.
Deze dag is gepland als rustdag, we moeten dus niet vroeg op. Omdat we in een gite voor pelgrims slapen, kunnen we maar één nacht blijven. We ontbijten bij de zusters, pakken in en zetten de rugzak in een zaaltje aan de ingang. We gaan eerst in de Kathedraal een stempel halen en trekken nadien Limoges in. Ik moet dringend naar de haarkapper. Gelukkig vinden we een haarkapper die open is, want het is maandag. Ik moet zelfs niet lang wachten.Nadien gaan we naar een sportwinkel waar ik een regenjasje koop. Dan wandelen we door Limoges, maar eigenlijk is dit teleurstellend. Limoges is niet zo fantastisch en bijna alle winkels zijn dicht. We eten een salade in een restaurantje in de buurt van de kathedraal en gaan dan onze rugzakken halen. Ik wil nog wat aan de Blog werken in een internet café en Paul doet ondertussen wat inkopen voor de avond. We hebben besloten om in de namiddag door te wandelen en niet te blijven. Rond 14.30u zijn we op weg naar Aixe sur Vienne waar we nog een logies gevonden hebben met een klein keukentje. We gaan ons potje zelf koken vanavond. Het verlaten van Limoges was soms een probleem omdat de signalisatie niet of slecht is aangegeven. Dank zij de App van Nele geraken we na kilometers eindelijk uit de stad. Geen leuke weg om te doen. Eens buiten de stad blijven we een drukke weg volgen, maar er is wel een leuk wandelpad gemaakt langs de weg. Het weer is ondertussen omgeslagen. Eerst grijs en kil en nadien regen. We komen toe in de grijze stad Aixe sur Vienne en steken de brug over de Vienne over. Ons logies ligt even buiten de stad en we moeten stijgen om er te geraken. Het regent ondertussen heftig. We komen uiteindelijk bij het logies aan, maar staan voor een grote poort. We bellen aan, maar niets. We bellen verschillende malen, geen beweging. Ik bel dus de vrouw op en ze zegt dat ze weet dat we er zijn, maar dat we even moeten wachten. Eindelijk schuift de tuinpoort open. Een niet zo vriendelijke dame laat ons binnen in een wel zeer keurig huisje. Arm zijn ze niet. Ze wil onmiddellijk "le réglement", wat wil zeggen dat we moeten betalen. De kamer is mooi en geschikt voor 3 personen. Het keukentje is een verwarmingselement met één pit. Potten en pannen zijn er ook bijna niet. En Paul wou net spaghetti koken. Ik ga bij de vrouw een pot bij halen + olijfolie en peper en zout. Paul doet zijn best en maakt met de beperkte middelen een heel lekkere maaltijd. Afwassen moesten we doen in de wasbak van de badkamer. We gaan vroeg naar bed.
We eten een ontbijtje in het keukentje van de gite. We nemen afscheid van Eveline en gaan dan snel nog even een winkeltje binnen om wat fruit, kaas en hesp te komen voor de lunch. Paul staat ons al op te wachten bij het standbeeld van de stier voor Restauro. Karen is al vertrokken naar België. Eerst geef ik hem officieel een Jacobsschelp die hij aan zijn rugzak moet hangen, zoals alle pelgrims. We zetten ons op weg en passeren nog de kathedraal waar net een eredienst plaats vindt. We lopen de stad uit en we komen de volgende afstandspijl tegen. Nog 1.651 km tot Santiago. We lopen de stad uit langs de weg die langs de de Vienne loopt. Dan gaat het langs grotendeels asfaltwegjes langs dorpjes en velden. Op weg vinden we één leuk café-restaurant dat open is. Heel netjes en proper en fijn verzorgd. Ik verbaas me niet dat de vrouw van het koppel, die eigenaar zijn, uit Rusland komt. We drinken een heel lekkere koffie. Dan gaat het verder tot we de Vienne terug bereiken en volgen deze langs een pad en de Botanische tuin de kathedraal. We gaan onmiddellijk naar ons logement bij Les Soeurs de Saint-François d'Assise, links van de kathedraal. We krijgen van de zuster onze kamer. Pascal en een andere Franse pelgrim zijn er ook. Na een wasje en een plasje gaan we met ons vieren iets drinken in de Irish Pub. Nadien zoeken we iets om te eten. We worden het al een beetje gewoon, maar alles dicht. Na veel omzwervingen vinden we nog een pleintje waar 2 eethuizen open zijn. We bestellen de dagmenu met slappe frietjes en een wijntje. Nadien wandelen we terug naar Les Soeurs en kunnen het niet laten om de beatles te imiteren als we een zebrapad oversteken. De kathedraal en de omgeving zijn mooi verlicht. We gaan onmiddellijk naar bed.
Dag 45: Les Billanges - Pont du Dognon - Châtenet en Dognon - Lussac - Saint-Leonard-de-Noblat - 19,8 km
Joepie, vandaag komt Paul, mijn broer, toe. Hij wandelt een 3 tal weken met me mee. Nele vroeg me al of het niet beter was dat ze een stuk alleen zou lopen zodat ik maximaal zou kunnen genieten om met mijn broer samen te zijn. Dat heb ik afgewezen. We staan rustig op en ontbijten bij Françoise. De prijs van het logement moeten we in een donativo doos leggen. Alleen de dame uit Australië is er nog. De anderen zijn al weg. We pakken in en zetten ons op weg. Om half 12 hebben we met Annelies afgesproken dat we elkaar in Châtenet en Dognon zouden treffen. Ze wandelen dan een stukje met ons mee en vertrekken dan terug naar Belgë. We gaan de D29 op en lopen via deze weg naar de brug van Dognon. Onderweg stopt een auto, het is Françoise die we amper gezien hebben, en ze wenst ons nog een goede Camino. We wandelen verder richting brug en steken die over. We zitten nu in het département Haute-Vienne. Na de brug moeten we een stijl en stenig bospad op. Boven gekomen komen we langs kleine dorpjes tot we uiteindelijk in Châtenet en Dognon aankomen. Annelies is er nog niet. We bestellen alvast iets om te drinken. Er rijden heel veel Belgische BMW motoren rond en een groep stopt aan de bar - restaurant om iets te eten. Het zijn Vlamingen van de Vlaamse BMW Motor Club die een rondreis doen in de streek. Een dame vraagt of we naar Santiago gaan. Ze heeft zelf de Camino al in stukjes gedaan en ze verwittigt ons dat het verslavend is. We zullen zien of dit bij ons ook het geval zal zijn. Uiteindelijk komt Annelies + gezin ook aan en we drinken samen iets. Zoals afgesproken wandelen ze een stuk mee, dan picknicken we ergens onderweg en dan gaan ze terug naar de auto. We vertrekken langs mooie weidse landerijen, maar vinden niet zo onmiddellijk een leuke plek om te eten. Uiteindelijk zetten we ons op een veldwegje neer. Alleen de kastanje bolsters op de grond waren niet zo leuk. Nadat de maaltijd nemen we afscheid van Annelies, Steve en Ferre en zetten we onze tocht verder langs een mooi parcours van bossen en landerijen met af en toe een piepklein dorpje, soms niet groter dan 2 à 3 huizen. In de verte zien we de kerktoren van Saint-Léonard al liggen. Het is nog even door een paar bosjes en velden als we in de stad toekomen. Er is veel volk in Saint-Léonard gezien het dit weekend de 7 jaarlijkse Ostensions feesten plaats vinden. Die feesten gaan al door in Saint-Léonard sinds 1094 BC. De hele stad is versierd met slingers en bloemen en er zijn groepen uit verschillende landen die met de processie mee doen. We gaan naar het centrum van de stad en vinden nog een plaatsje voor 2 op het overvolle terras. Iemand scherts dat ik zeker een uur zal moeten wachten om mijn eerste biertje te kunnen drinken. Ik ga dus al maar alvast binnen bestellen. Een lange rij mensen denkt hetzelfde. Ik ben verbaasd dat de cafébaas alleen is met zijn vrouw. Ze kunnen de overvloed niet aan. Ik hoor de cafébaas sakkeren over het teveel volk op zijn terras. Het duurt een lange tijd voor ik met 2 pintjes naar buiten kan stappen. Deze cafébaas geeft het beeld, dat ik al sinds Noord-Frankrijk heb, exact weer. Om één of andere reden zijn de Fransen hun zin voor ondernemen verloren. Café's en winkels die gesloten blijven, slordige café's en niet geïnteresseerde cafébazen. Die man moest toch weten dat deze feesten, die om de 7 jaar door gaan in zijn stad, vele mensen op de been brengt. Een Belgische cafébaas zou voor dit evenement toch versterking vragen? Maar goed. Naast ons zit een groep Bretoenen in de authentieke klederdracht. Het is één van de groepen die aan de processie mee doet. Ik vraag waar ze vandaan komen en ze zeggen "Locronan". Dit is het kleine kunstenaarsdorpje in de buurt van Douarnenez dat ik zo goed ken. Ik vraag hen of ze iets willen spelen voor mij en ja, de spelers gaan het plein op en spelen Bretoense volksliedjes. De dansers vervoegen hen en beginnen te dansen. Mijn geluk kon niet meer op. En het kostte me maar 2 pintjes voor de muzikanten. Nele en ik gaan op zoek naar ons logement. Plots hoor ik mijn naam roepen. Een dame wuift naar mij. Het blijkt de gastvrouw Eveline te zijn. Haar huisje staat pal in het centrum. Wat een geluk. We installeren ons in een uiterst charmant verblijf en douchen ons. Paul belt me en vraagt waar we nu zijn. Hij is in Limoges en komt vanavond met Karen met ons eten. Ik kijk er echt naar uit! Ik en Nele halen wat slecht weer spullen en dingen die ik niet meer echt nodig heb uit de rugzak om met Karen mee te geven naar België. We ontmoeten elkaar op een terrasje bij het toerisme bureau, drinken een pintje en gaan dan eten in de Restauro. Paul vertrekt met Karen terug naar Limoges. Morgen om half 9 zal hij terug zijn om met ons verder te wandelen. Nele en ik gaan nog even wandelen in een mooi verlicht Saint-Léonard. Dan terug naar de gite.
Dag 44: Marsac - Arrènes - Saint Goussaud - Châtelus le Marcheix - Les Billanges - 23,7 km
We checken uit in de camping en gaan dan naar het centrum van Marsac om wat eten en ontbijt te kopen. De enige bar in het dorp is dicht, dus, we eten ons ontbijt op een bankje. Het is terug heel zonnig. We zetten ons op stap langs de hoofdweg van Marsac en gaan dan, buiten Marsac, een stijle helling omhoog die ons weer in de bossen en de akkers en weiden brengt. Wat we niet hadden verwacht was dat het stijl omhoog zou blijven gaan voor de volgende 6 km. Van +/- 348 meter (Marsac) tot 694 meter (Saint Goussaud). Een goede voorbereiding voor wat nog moet komen in Spanje. Vrij uitgeput komen we aan de top en dan is het nog een beetje omhoog tot aan de kerk. Tegenover de kerk is er een gezellig café-restaurantje waar we iets drinken. Het cafeetje ziet er echt gezellig en proper uit. Helemaal anders dan de kleine bars in Franse dorpjes die over het algemeen wat onverzorgd en vuil overkomen. Als we met de café baas praten, blijkt hij een Engelsman te zijn. Engelsen doen blijkbaar meer moeite om hun café in orde te houden. De Engelsman toont ons verschillende varianten om de weg te vervolgen. We kiezen om de snelste weg naar Les Billanges te nemen. We komen langs typische kleine dorpjes die door bossen van elkaar gescheiden zijn. Het is heel rustig onderweg. Kleine riviertjes en kastanjebomen. Op een bepaald moment loopt er een salamander over de weg. Gezien er geen water in de omgeving te zien is en omdat de salamder over de weg loopt waar auto's voorbij komen, nemen we hem mee om hem naar een veiliger oord te brengen. Salamander Rescue! Na een km of 3 komen we in een volledig vervallen dorpje en daar kunnen we hem in een slootje zetten. We komen onderweg ook nog een wegwijzer tegen die ons zegt dat we nog maar 1.678 km tot Santiago moeten doen. We stappen verder tot ongeveer een 5 km voor Les Billanges. Daar hebben we met Annelies afgesproken. Ze wil met haar gezin dit laatste stuk met ons mee wandelen. Als we in Les Billanges toekomen drinken we eerst een goede pint op een terras met een nogal onbeleefde café bazin en dan gaan we op zoek naar ons logement "Chez Françoise". De gite is een oude boerderij die door een kunstenares is omgebouwd tot gite. Overal staan kunstwerkjes van haar. Een heel knusse gite met heel veel kleine spulletjes die het een wat rommelige indruk geven. Maar het is gezellig. Pascal uit Charleroi is er ook, samen met 2 kwieke Nederlandse zussen van om en bij de 80 jaar en een Australische uit Brisbane die de GR paden van Vézelay tot Saint-Jean-dePied-de-Port loopt. We blijven niet te lang hangen omdat we in Saint Léonard de Noblat iets gaan eten in restaurant Restauro. In Saint-Léonard komen we ook Ruphert weer tegen die daar in de gite slaapt. Na het eten brengt Annelies ons terug naar Les Billanges.
Ruphert, Pascal en Romain zijn om 7u al weg. Wij doen vandaag een niet te lange etappe en het volgende logement is gereserveerd, dus voor ons geen haast. We ontbijten samen met Marie-Hélène die juist terug komt van haar werk. Ze werkt als vrijwilligster bij de opvang van oudjes. Het is een heerlijk ontbijt. Niet alleen brood met confituur, maar ook granen, yoghurt en fruitsap. We vertrekken terug naar de stad en doen inkopen in de Carrefour. We hebben niet alleen eten nodig, maar ook nog zonnecrème, zeep en tandpasta. Om 10u zijn we op weg. Het is een zonnige en warme dag en de tocht gaat langs mooie bossen en velden, riviertjes en vijvers. We hebben een reservering gemaakt in de Camping Municipal van Marsac waar we in een yurt slapen. Een yurt is een tent die gebruikt werd door de nomaden in de koude steppen van Centraal-Azië. De camping is nog niet open op deze tijd van het jaar, maar pelgrims kunnen er wel overnachten, indien tijdig gereserveerd. Tegen de late namiddag zijn we op onze bestemming en bellen de verantwoordelijke voor de camping die komt open doen. Een hele camping voor ons alleen. Het sanitair wordt open gedaan voor ons, maar de boiler wordt niet speciaal geactiveerd voor ons. We moeten dus koud douchen, maar dat is niet echt een probleem. Vandaag komt ook Annelies met haar man en zoontje op bezoek. Annelies is een schoolvriendin van Nele en ze zijn altijd vrienden gebleven. Ze komen iets later toe op de camping en we gaan dan iets eten in een restaurantje in Saint-Etienne-de-Fursac, een dorpje verderop. Het restaurant is een Italiaans restaurant, uitgebaat door een Brit. Het wordt een leuke avond.
Douche, inpakken, water bijvullen, ontbijten. Elke dag dezelfde routine. We deponeren de sleutel van het complex in de brievenbus nadat we afwas hebben gedaan en alles hebben afgesloten en zetten ons terug op de weg. Het lijkt terug een mooie en zonnige dag te worden. We moeten eerst terug op de volgweg geraken, dus het wordt wat kaartlezen. Na wat stijgen en dalen bereinek we een bosweg, doorwaden een beekje en komen dan in de velden terecht. Hier lopen we eventjes verkeerd, maar de App, die Nele gedownload heeft op haar I-Phone, brengt ons snel weer op het goede spoor. Via een overwoekerd pad met haarspeldbochten kunnen we weer verder. We verlaten nu het département Indre en stappen de grens over van het département Creuse. We wandelen Crozant binnen en passeren de burcht. Hier houden we eventjes halt om nog wat reserveringen voor de volgende dagen te bespreken. We wandelen verder het dorp uit via een mooi en rotsig bos met rechts van ons het riviertje La Sedelle met leuke watervalletjes. De dame van de slaapplaats in Chamblon verwittigde ons dat er tussen Chamblon en La Souterraine geen bars, restaurants of geldautomaten waren. In Saint-Germain-Beaupré is wel een postkantoor waar er eventueel geld kan afgehaald worden en en misschien een café. We hebben dringend cash geld nodig en we noemen ons al lachend "Les pauvres pélérins". Via landbouwwegen komen we in Saint-Germain en we zoeken onmiddellijk de post op. Gesloten natuurlijk. Iets verder zien we een plakkaat aan een huis met bar op. Gesloten natuurlijk en gezien de toestand van het huis al geruime tijd. Hier staan we dan. Geen geld, geen eten en we moeten nog een hele weg afleggen. We lopen het dorp uit en in een zijstraatje, op het gras, halen we alles wat er nog te eten is uit de rugzak. Een dame -, die in de tuin aan het werk is, komt naar ons om een babbeltje te slaan. Ze vraagt of we koffie willen en daar konden we echt niet nee op zeggen. Even later komt ze met een volle thermos koffie en tassen aandraven. Nele kan een paar huizen verder gebruik maken van het toilet. Dat is dus opgelost. Na "merci beaucoup" gezegd te hebben, zetten we de weg verder. De landschappen en dorpjes die we nu tegen komen, zijn het best te vergelijken met onze Voerstreek, Weiden afgemaakt met hagen, akkerlanden daar tussen en regelmatig stijgen en dalen. In Saint-Agnant-de-versillat nemen we een wegje vlak na het kerkhof. Het is geen gemakkelijk wegje. Het gaat stijl omhoog over een stenig en glad, modderig pad tot we boven terug de landbouwwegen op gaan. Na enige tijd verlaten we onze landbouwweg en zitten we terug op drukke wegen. De voorsteden van La Souterraine. Dicht bij het centrum zien we de eerste bankautomaat waar we terug wat geld kunnen afhalen. We zijn dus geen "pauvres" meer. We lopen rechtstreeks naar de kerk in het centrum en worden er opgevangen door een vrijwilliger die een standje heeft van de Camino. Hier komen we Pascal uit Charleroi tegen.en even later zien we ook Romain terug. Zij zitten in dezelfde herberg die wij gereserveerd hebben. We drinken nog een pintje in een cafeetje en gaan dan samen naar de gite van Hélène, een super gastvrouw. In de gite maken we ook kennis met een Brusselse Duitser, Ruphert, die nog voor de Europese Commissie heeft gewerkt. Hélène toont ons de kamers en sanitair en begint dan het avondmaal te koken. Als we allen samen in haar tuintje zitten, biedt ze ons een aperitief aan. Het avondmaal is super lekker. We blijven nadien nog wat na kletsen en gaan dan naar bed.
Dag 41: Argenton sur Creuse - Le Pèchereau - Le Menoux - Barrage de le roche Bat l'Aigue - Chocats - Gargilesse - Cuzion - Chamblon - 25,5 km
We gaan er van uit dat alle winkels open zullen zijn in deze redelijke grote stad. We drinken dus snel een koffie in de bar van het hotel en gaan nadien op zoek naar een winkel om wat inkopen te doen. Mis poes, alle winkels, buiten één bakker, zijn dicht. Dit is niet de eerste keer dat dit ons overkomt in Frankrijk. We halen een brood bij de bakker en gaan dan op stap. We vragen aan voorbijgangers of er toevallig winkels zijn in de buurt. 3 km buiten Argenton is er een Carrefour. We stappen er naar toe en kopen wat eten voor ons ontbijt + lunch. Ons ontbijt eten we aan de oever van de Creuse in een park dat tegenover de Carrefour ligt. We vervolgen onze weg via de D48 en dat gedurende een aantal km. Dan volgen we een wegje langs de Creuse en drinken een koffie in een restaurant. De weg langs de Creuse is mooi en er staan ook mooie huizen. Op een bepaald moment moeten we een pad in met een vrij wankel brugje. Langs de Creuse komen we een Fransman en een Amerikaanse uit Texas tegen. Ze doen de weg omgekeerd. Van Saint-Jean-de-Pied-de-Port naar Vézelay. Ze verwittigen ons dat we aan de stuwdam een zeer stijl, stenig en glad boswegje moeten nemen. Dit is meer dan waar. De stuwdam is geweldig en we trekken een paar foto's en dan gaat het stijl omhoog, het bos in. Het lijkt wel een elfenbos. We beklimmen het kronkelige pad tot we boven in een klein dorpje aankomen. We wandelen verder langs bossen en velden en plots komen we aan een plekje, dat speciaal voor pelgrims is gemaakt. Er staan een paar bankjes onder de bomen en er is een kistje aan een boom met een boek waar we een boodschap kunnen achterlaten. Het is leuk om de namen Luc en Irm en Harry en Hennemieke terug te vinden. Ze zijn dus ook hiet even gestopt. Dan gaat het verder, terug het dal in, om in Gargilesse te komen. Gargilesse is de plaats waar de twee wegen van de Limovicensis (variant Bourges en Nevers) terug bij elkaar komen. In Vézelay namen veel pelgrims de Nevers route en ik dacht dat we meer pelgrims zouden zien, maar dit is niet het geval. We doen een terrasje in dit uitzonderlijk mooi dorpje en drinken een Rosé. De eigenaar van de zaak is een jonge Gentenaar. Nadien gaan we iets verder aan een brugje over de Creuse onze lunch eten. Dan moeten we verder, want we moeten voor half 5 op onze volgende bestemming zijn. We wandelen door schitterende bossen die vol staan met daslook in bloei. We blijven de Creuse volgen tot de dam van Eguson. De weg loopt naar Eguson, maar wij moeten na de dam onmiddellijk naar links om naar Chamblon te gaan voor ons logement. Het begint met een lange beklimming. We komen terug in heel leuke dorpjes met mooie huisjes. Nele wilt zo'n huisje wel, maar dan wel met een zwembad. Na enkele km beginnen we dan de afdaling naar Chamblon, een toeristisch stadje aan het stuwmeer van Eguson. We melden ons, iets te laat, aan bij de Base de Plein Air, een complex waar scholen of sportgroepen naar toe kunnen voor watersporten. Het centrum ligt vlak aan het water bij een aanlegsteiger met bootjes. We krijgen de sleutel van de dame, die een beetje op ons heeft moeten wachten. We mochten in de vele kamers een plaats zoeken om te slapen, want wij zijn de enige gasten. De dame leidt ons rond en laat ons de wasmachines en de grootkeuken zien. We konden wat spullen uit de ijskast nemen als we dat wilden. En het ontbijt stond ook al klaar voor de volgende ochtend. Een mooie afsluiter van deze geweldige dag. Voor naar bed te gaan, genieten we buiten nog van het prachtige uitzicht aan het meer en van de ondergaande zon.
Vandaag weer een rustige dag. 's Morgens is het nog fris, maar de zon is volop van de partij. We ontbijten nog bij de gastfamilie en vertrekken dan naar de dorpskern van Velles om wat inkopen te doen. We lopen even via de départemental, maar al gauw worden we kleinere wegen, die via mooie dorpjes voeren, ingestuurd. Onderweg komen we een jonge Franse pelgrim tegen, Romain, die vanuit Dyon naar Vézelay is getrokken en naar Saint-Jean-de Pied-de Port gaat. We wandelen een tijdje samen. We eten een beetje aan de rand van een weg bij een riviertje La Bouzanne. Om 15.30u komen we al in Argenton aan. Het is nu heel warm geworden en we drinken een pintje op het terras. Toevallig zitten we op geen 100 meter van het hotelletje dat we geboekt hebben. 's Avonds maken we nog een wandeling langs La Creuse en het ouder stadsgedeelte. Zeer mooi. We eten iets in het restaurant van het hotel.
Het is nog een beetje grijs in de ochtend, maar het regent niet meer. We eten een ontbijt in de gite en brengen de sleutel terug naar het toerismebureau. Het is 1 mei en het toerismebureau is dicht. De sleutel moeten we in de brievenbus gooien. We doen nog geen inkopen in Déols alhoewel er enkele winkeltjes toch open zijn. We gaan er van uit dat we grotere winkels zullen vinden in de grote stad Châteauroux. Déols is eigenlijk een voorstadje van Châteauroux en daarom gaat het in de ochtend langs de bebouwde kom. Alles is heel rustig in de stad. In Châteauroux drinken we een koffie in de enige bar die open is. De zon begint eindelijk te schijnen en het wordt gezellig warm. We zetten ons terug op weg en vinden aan de uitgang van de stad een groot winkelcomplex, maar tot onze grote verbazing is alles potdicht. Zelfs Fransen, die nog snel inkopen willen doen, moeten met lege handen naar huis. Een vrouw die ook nog inkopen wilde doen, ziet ons en vraagt of ze kan helpen. Ze wil gerust wat rondrijden om een winkel te vinden die open is. Nele en Steven rijden met haar mee. Ik blijf bij de rugzakken. Na lange tijd zijn Nele en Steven terug. Ze hebben een winkeltje met regionale producten gevonden die toch nog open was. Nele heeft wat kaas en ham gekocht zodat we toch nog kunnen lunchen. We vertrekken en zitten al gauw in de kleine dorpjes rond Châteauroux. Het is een mooie wandeling door weiden en bossen. Net voor Velles moeten we door een prachtig bos. (Bois du Druides). We eten onze lunch op een bankje. Er staan veel meiklokjes in het bos. Na de lunch gaan we door het bos via een asfaltweg richting zuid. De weg lijkt wel een massagraf van meikevers. Er vliegen ook veel meikevers rond. Als we uit het bos komen, komen we enkele km verder een riviertje tegen. We moeten toch wachten tot 17u vooraleer we in de logementen kunnen, dus, er is geen haast. We zetten ons even neer aan het water. In Velles gaat Steven naar de réfuge pélérin, wij hebben gereserveerd bij een familie die avondmaal + ontbijt aanbiedt. Alle winkels en bars zijn dicht in Velles, we gaan dus naar de gastfamilie. Goede ontvangst + goed avondmaal op basis van linzen en Kasslerham.