Wie iets koopt op krediet, weze het nu een huis of een wasmachine, realiseert vandaag een aankoop waar hij anders maanden of jaren zou moeten voor sparen. Het kan zelfs aankopen realiseren die anders misschien nooit mogelijk zouden zijn. Wie immers een huis koopt, kan het geld dat hij anders aan huur kwijt is, gebruiken voor de afbetaling. En bij een wasmachine spaar je het geld uit dat je anders kwijt bent in de wasserette. Kopen op krediet helpt dus de consument. Zolang het evenwel goed beheerd en beheerst wordt. Wie immers te veel krediet aangaat in verhouding met zijn inkomen, riskeert cumulerende en oplopende schulden, met armoede en miserie als gevolg.
In België blijkt het aantal kredietopeningen elk jaar toe te nemen. In de Centrale voor kredieten aan particulieren stonden op 30 juni 2008 niet minder dan 7.742.983 kredietovereenkomsten en 4.761.157 personen geregistreerd. Dit is een toename met respectievelijk 7,85 % en 4,08 % op anderhalf jaar tijd.
Deze cijfers hebben betrekking op leningen en verkopen op afbetaling, hypothecaire kredieten en kredietopeningen. Vooral de kredietopeningen, namelijk visakaarten en aanverwanten die door banken en winkels ter beschikking gesteld worden, zijn een potentieel zorgenkind. Zij maken 46,4 % van het totale aantal contracten uit en hebben vooral voor mensen met bescheiden inkomens vele nadelen.
Vijf factoren spelen hierin mee. In de eerste plaats worden kredietopeningen over het algemeen voor onbepaalde duur gesloten. Dat vergroot de neiging om er telkens opnieuw gebruik van te maken, ook voor niet echt noodzakelijke aankopen. Ten tweede ontbreekt er een vooraf overeengekomen afbetalingsplan, dat toelaat om de afbetalingen in het gezinsbudget te integreren en op voorhand na te gaan of deze inpassingen haalbaar zijn. Ten derde worden er maar al te vaak door kredietverstrekkers, die routinematig beginnen te handelen, hogere kredieten toegekend dan gevraagd of noodzakelijk is. Ten vierde worden deze formules gepromoot met verleidelijke, zelfs agressieve reclame, waardoor er dus vaak en vaak onnodig gebruik van wordt gemaakt. Tenslotte ligt de kostprijs van kredietopeningen over het algemeen hoger dan bij andere kredieten. Zodra de maximale kredietlijn bereikt is, wordt het dan ook heel moeilijk het aangegane krediet terug aan te zuiveren.
Een lening aangaan is dus niet zonder risico. Steeds meer mensen ondervinden problemen om hun lening af te betalen. Het aantal kredietopeningen dat op 30 juni 2008 met een betalingsachterstand is geregistreerd, is goed voor 217.674 dossiers of een stijging met meer dan 14% op nog geen vijf jaar tijd. Deze grote toename is zeer opvallend, te meer daar bij de verkopen en leningen op afbetaling en de hypothecaire kredieten in die periode het aantal betalingsachterstanden is afgenomen.
SLP heeft dit probleem in het verleden reeds meermaals aangekaart. Zo hielden we een sterk pleidooi om de rentevoet bij kredietopeningen te beperken (vandaag kan die 19% bedragen) en om de niet-bancaire kredieten (door winkels, postorderbedrijven, enzovoort) te verbieden.
Maar soms is het simpelweg noodzakelijk om over krediet te beschikken. Bijvoorbeeld om een moeilijke periode te overbruggen of om een dringende aankoop te doen. De betrokkene is dan op deze gevaarlijke kredietopeningen aangewezen, met schuldopstapeling als mogelijk gevolg. Of hij blijkt als klant niet betrouwbaar genoeg voor de banken, en wordt een lening geweigerd. Iets wat met de recente kredietcrisis wellicht steeds vaker zal voorvallen.
Om dit te vermijden is in Wallonië een pilootproject rond begeleide sociale kredieten opgestart. Dit zijn consumentenkredieten die worden toegekend aan mensen met een bescheiden inkomen. De kredieten stellen deze mensen in staat om nuttige aankopen te verrichten, die een meerwaarde opleveren voor het dagelijkse leven. Denk bijvoorbeeld aan een tweedehandswagen, een computer, huishoudtoestellen of dringende herstellingen in huis. De bedoeling is om mensen of gezinnen die in armoede leven tegen een voorkeurtarief geld te lenen en hen te begeleiden tijdens de terugbetalingsperiode.
Het project wordt gedragen door de vzw Osiris-Crédal en draagt de naam Prêt 5 sur 5. Het dient gekaderd te worden binnen een politiek van preventie van overmatige schulden. Het wil immers kredieten verlenen aan mensen die uitgesloten zijn van een bancair krediet en die benaderd worden door frauduleuze kredietorganisaties (denk aan Citibank) die hoge en gevaarlijke kredieten aanbieden.
Het begeleid sociaal krediet kan beschouwd worden als een preventiemiddel tegen overmatige schuldenlast, in die zin dat er op wordt toegezien door gespecialiseerde sociale diensten en dat het beantwoordt aan een aantal eenvoudige regels waardoor het risico op ontsporingen aanzienlijk wordt beperkt.
Aan de toekenning van een krediet zijn meerdere voorwaarden verbonden.
- Over professionele netto-beroepsinkomsten beschikken, na aftrek van de kosten van de huisvesting (huurprijs of hypothecaire vergoeding), lager dan 992 euro voor een alleenstaande en 1.353 euro voor wie samenwoont. Aan deze bedragen wordt 176 euro per kind ten laste toegevoegd, met een extra 176 euro per kind of volwassene met een handicap
- De aankoop is nuttig en noodzakelijk
- Het verkrijgen van bancair krediet is moeilijk
- Het gezin kan aan een terugbetaling voldoen
- Een andere, minder dure of meer passende oplossing, is onmogelijk
- De aanvrager laat zich begeleiden gedurende de periode van terugbetaling
Het te ontlenen bedrag ligt tussen 500 en 7.500 euro. De maximale afbetalingstermijn is afhankelijk van dit bedrag en schommelt tussen 18 en 36 maanden. Het Jaarlijks Kostenpercentage bedraagt 5%.
Het begeleid sociaal krediet werd in 2004 op bescheiden schaal opgestart en behandelde in dat eerste jaar 250 aanvragen waarvan er 56 een positieve evaluatie kregen. Zonder noemenswaardige promotie te voeren, werd dit aantal in 2007 al opgedreven tot 912 dossiers waarvan er 148 goedgekeurd werden.
Het is dus geen grootschalig instrument, maar wel een nuttig middel om gericht en selectief mensen te helpen. Het heeft alvast in Wallonië zijn deugdelijkheid bewezen. Uit een evaluatie in 2007 bleek dat 37% van de kredietnemers van mening was dat het begeleid sociaal krediet hun jobkansen had verhoogd (20% had erdoor zelfs vast werk gevonden). Voorts stipte 59% aan dat het krediet hun familiaal leven had verbeterd, vooral op het vlak van mobiliteit, en 49% merkte een verbeterde materiële welvaart. Door de begeleiding bij de terugbetaling waren alle kredietnemers zich goed bewust van de impact hiervan op het gezinsbudget, en slechts 2% van hen ondervond die impact als negatief. Tot slot stelde 69% dat het begeleid sociaal krediet hun algemeen welbevinden had verbeterd. Voor slechts 2% had het moeten afsluiten van een lening een negatief effect op het zelfbeeld.
Het begeleid sociaal krediet kan dus een nuttig instrument zijn om mensen met een bescheiden inkomen in staat te stellen nuttige aankopen te doen zonder het risico van cumulerende, niet meer af te lossen schulden. In Vlaanderen bestaat het echter nog niet. Daar wil Vlaams Volksvertegenwoordiger Els Van Weert nu verandering in brengen. Zij heeft immers een resolutie klaar waarin de Vlaamse Regering de opdracht krijgt om een proefproject rond begeleid sociaal krediet in Vlaanderen en Brussel op te starten.
Voor meer info over het sociaal krediet in Wallonië, kijk op de website van Crédal
02-02-2009, 11:53 geschreven door Els Van Weert 
|