De vakbonden mobiliseren zaterdag massaal en terecht voor een nationale manifestatie voor het behoud van de koopkracht, die vooral voor de lage en middeninkomens ernstig onder druk staat. Het koopkrachtdebat wordt voluit gevoerd, niets te vroeg overigens.
Vaak wordt daarbij vertrokken van dezelfde vaststellingen, maar al naargelang het petje dat men op heeft, worden andere accenten gelegd. De gouverneur van de nationale bank waarschuwt voor de inflatie en voor de concurrentiekracht van de bedrijven; de vakbonden focussen op de welvaartsvastheid van de uitkeringen en op vrije loonsonderhandelingen, en herhalen het nog eens: handen af van de index.
De klassieke stellingen dus, en dat is vooral dan van vakbondszijde perfect te begrijpen. Maanden van rooms-blauw gepalaver over de regeringsvorming maakte één zaak duidelijk: elke interim of andere regering waarvan deze rooms-blauwe partijen de as zouden uitmaken, dreigt een rechts, conservatief en vooral asociaal beleid tot gevolg te hebben. De rechts-liberalen van Open VLD zouden bijvoorbeeld maar wat graag de aanval inzetten op de automatische koppeling van de lonen en de uitkeringen aan de index (nochtans een sociale verworvenheid waar ons land fier op mag zijn). Kortom geen vertrouwenwekkend klimaat, zo oordelen de vakbonden, om fundamentele discussies zoals deze over de index aan te gaan.
Aan die begrijpelijke strategie is echter ook een keerzijde verbonden: de klassieke recepten volstaan vandaag immers niet om de problemen van vooral de lagere inkomens het hoofd te bieden. Zo heeft de samenstelling van de indexkorf voor deze lagere inkomens vandaag perverse effecten. Luxeproducten uit deze korf neem nu een Porsche, citytrips of bepaalde elektronische hoogstandjes dalen vandaag immers in prijs. Dat is goed nieuws voor wie zich deze luxeproducten kan veroorloven, maar slecht nieuws voor wie omwille van een bescheiden gezinsinkomen enkel kan dromen van een citytrip naar Parijs, laat staan van de aankoop van Porsche 911. Want de prijsdalingen van deze luxeproducten uit de indexkorf neutraliseren immers in niet geringe mate de sterke prijsstijging van basisproducten uit diezelfde indexkorf als voedsel en energie. Een indexaanpassing laat daardoor langer op zich wachten, wat fundamenteel onrechtvaardig is ten aanzien van iedereen die zich bepaalde in prijs dalende luxegoederen niét kan veroorloven: de laagste en middeninkomens die net als iedereen uiteraard wél zijn aangewezen op de in prijs stijgende basisproducten zoals voedsel en energie zijn met andere woorden de dupe en zien hun koopkracht aan een sneltempo dalen.
Daarom mijn pleidooi om vanuit sociaal-progressieve hoek het debat over de index te durven aangaan. Namens spirit pleit ik voor een rechtvaardigheidsindex die beter tegemoet komt aan de actuele noden van vooral de lagere en middeninkomens in onze samenleving. Die rechtvaardigheidsindex kan uit twee componenten bestaan. Enerzijds dient zeker in tijden van stijgende prijzen voor basisproducten en dalende prijzen van luxeproducten de samenstelling van de indexkorf beter afgestemd te worden op het consumptiepatroon van de lagere en middeninkomens: een Porsche 911 of exotische reizen horen echt niet thuis in deze indexkorf, het aandeel van energie en basisvoedselproducten mag daarentegen een flink stuk toenemen.
Anderzijds herhalen we met spirit ons pleidooi om de index uit te keren in centen in plaats van procenten. Op basis van een gemiddeld loon wordt de index van procenten omgezet naar centen, met als gevolg dat de reële stijging voor de lagere inkomens groter wordt en die van de hogere inkomens procentueel kleiner. Dat laatste moet er ook voor zorgen dat het systeem betaalbaar blijft voor overheid en bedrijven.
We zijn als kleine partij niet te beroerd om toe te geven dat onze voorstellen omtrent een rechtvaardigheidsindex technisch wellicht nog onaf zijn (zo hangt wat de centenindex betreft uiteraard veel af van de hoogte van het referentie-inkomen, mogen bedrijven met proportioneel meer laaggeschoolden in dienst niet het slachtoffer worden van een centenindex, enz.).
Het is dan ook niet onze ambitie om een technisch koninklijk uitvoeringsbesluit te schrijven, maar wel om over deze rechtvaardigheidsindex een noodzakelijk debat aan te zwengelen om zo te komen tot concrete oplossingen voor prangende sociale noden van vandaag. Een debat waar vakbonden en sociaal-progressieve politieke partijen zich best samen op voorbereiden. Want vergis u niet: oranje-blauw moet dan wel tijdelijk wijken om uit de impasse te geraken die ze zelf hebben gecreëerd, de zorgwekkende maatschappelijke fundamenten ervan zijn de afgelopen maanden gelegd en worden vroeg of laat zeker van onder het stof gehaald.
14-12-2007, 15:03 geschreven door Els Van Weert 
|