Ondertussen zit ik in Franklin, Indiana. Het is weekend, ik heb een auto ik kan hier lezen en spreken dus niets houdt me tegen voor een aantal actieve dagen. Zaterdagochtend wordt geopend onder luide knallen van zwaar kaliber; Indiana is één van die staten waar wapenbezit zeer normaal is. Een collega neemt me mee naar een schietstand (tot 100yards) met een kleine greep uit zijn collectie: AR15, Winchester, Mauser, Colt 45, Weatherby (een grendelgeweer voor olifanten of groter), Long rifle..en een sportzak vol met de verschillende munitie. Op zo'n schietstand wordt al snel duidelijk: wapenfreaks zijn al even bezeten van hun sport als computernerds of wielertoeristen. In de namiddag ga ik naar de 'Brickyard'; dat is de naam die het snelheidsovaal van Indianapolis hier heeft omdat het vroeger geplaveid was met klinkers. 's Avonds staat gokken en paarderennen op het programma. Op de piste van Indiana Downs worden op zaterdagavond tientallen koersen gereden en elke keer kan je gokken op de winnaar (minimum inzet 2$). Deze weddingschappen moet je plaatsen bij de 'bookies' nadat je de paarden hebt geinspecteerd een een winnaar hebt gekozen. Dit alles gaat volgens een vast protocol (tussen haakjes mijn balans was op het einde van de avond 1,2$ positief). Volgende dag een bezoek aan "Brown County national park" en 's avonds naar een typisch amerikaanse 'fair' geweest. Dit is een soort boerenkermis: er worden de mooiste beesten gekozen, er is vanalles te eten onder het motto hoe vettiger hoe prettiger en er zijn activiteiten als trekker trek (tractorpulling). We waren nog maar net gezeten op de geimproviseerde tribunes met onze mond nog vol hamburger en een free refill in onze rechterhand of het werd ineens muisstil en iedereen ging staan. Ik besefte niet direct wat er gebeurde maar ging ook maar staan en toen werd door iedereen uit volle borst (zeer letterlijk bij sommige) het amerikaanse volkslied gezongen; dit kunnen wij ons toch niet voorstellen. Na dit verplichte nummer kon het mechanisch geweld worden losgelaten. Met al die activiteiten vliegt een weekend zo voorbij, en de kilo's die ik kwijt was geraakt in China vliegen er ook terug bij. In de week was er 's avonds tijd om naar een golfterein te gaan. In tegenstelling tot bij ons is dit hier geen dikke nekke bedoening en mag je direkt het veld in voor het echte werk. Op tweeënhalf uur hebben we een full size 9-hole circuit afgelegd (par 3 voor de kenners) met een gemiddelde score per hole voor mezelf van 8 à 9. Wat niet mag ontbreken in de US, is steak eten van de grill (een BBQ met deksel); formaat van deze dingen een kleine LP (de steak wel teverstaan hé). Wat me wel verbaasde was dat er maar weinig amerikanen zijn die hun steak rood - roze verkiezen (medium rare) boven de doorbakken welldone.
Vrijdag stond de terugrit naar Chicago op het programma, ik had speciaal een hele dag uitgetrokken om een beetje te kunnen relaxen. Zonder gebruik te maken van de interstates was ik van plan om eerst noordwaarts te rijden op de 31 richting Nappanee tot in het hartje van Amish land. Daarna zou ik de 12 volgen naar het westen langs het duinen nationaal park van Indiana dat grenst aan het Michigan meer. Het fantastische is dat deze wegen n iet van nummer wijzigen over grote afstanden. De 12 zou me tot in hartje Chicago brengen; al cruisend bleef ik deze maar volgen. Dit bracht me door de haven van Chicaco en door buitenwijken vol zwarten met gouden kettingen en huizen met dichtgespijkerde ramen. Hier worden de scenes opgenomen van bende-oorlogen en drive by shootings. Voor ik de stad verlaat voor de luchthaven nog snel even eten in een typische diner. Nadat de dienster een kleine 25 keer was komen vragen of alles OK was, en ik zeven free refills cola ophad en een stevige mexicaanse schotel, was het tijd om de states te verlaten.
Woensdag 8-7 vertrokken, vier dagen onderweg geweest en het is vrijdagavond 10-9? Hoe kan dit zal je zeggen, wel ik leg het uit (de foto's volgen later). Woensdagavond met de bus vretrokken naar Guilin airport en daar het vliegtuig genomen naar Shanghai. Het vliegtuig had vertraging en rond 2u 's nachts lag ik in een rond bed op Pudong airport. De volgende dag zou de vlucht naar Chicago vertrekken om 16.00 dus ik had een voormiddag de tijd om Shanghai te verkennen. De snelste manier vd luchthaven naar het stadscentrum leek mij een combinatie vd Maglev (een magneettrein die met 430 km/u raast over een betonnen rail) en de metro. Ik had een uur of 3 om de grootste winkelstraat te bekijken en naar het deel te gaan waar alle nieuwe wolkenkrabber staan. Donderdag om 16.00 vertrekken in Shanghai en aankomen na 13u vliegen om 17.00u in Chicago op donderdag! Ik ben dus over de datum grens gevlogen en de eerste keer over de stille oceaan. Technisch gesproken heb ik nu dus de wereld rondgevlogen, want waar ik nu ben was ik ook al geweest via de atlantische oceaan. Maar ik zat dus in Chicago, het plan was om op de luchthaven een auto te huren en dan te vertrekken naar Franklin, Indiana. Ik had echter alles bij behalve m'n rijbewijs want dat zou ik in China toch niet nodig hebben. Bij de autoverhuur alle smoezen geprobeerd, rijbewijs gestolen, sis kaart van Belgie afgegeven en beweerd dat een Belgisch rijbewijs er zo uit ziet (weten zij veel, ze weten Belgie nog geeneens liggen)... maar geen auto. Dan maar de hulp ingeroepen vd thuisbasis: even rijbewijs scannen en per mail naar mij sturen. Vermits het in Belgie op deze moment middernacht is moet ik een nachtje overblijven in Chicago. Dus ook hier een avond en een ochtend om ook naar de skyline te kijken. Om even snel het vergelijk te maken met Shanghai; doe mij maar een portie Chicago. In een ander Hertz kantoor deden ze niet moeilijk, even wapperen met een fotokopie met een zwarte foto en een creditcard (vooral dat) en ik kon vertrekken met een Toyota Yaris automatic. Chicago Indianapolis is ongeveer een trip van 4uur rijden over verschillende Interstates die zo kenmerkend worden aangeduid met een wapenschild met een nummer in. Onderweg ook nog wat geleerd: even nummers van interstates lopen oost-west, oneven nummers lopen noord-zuid en aan de staatsgrens begint de mijlenteller vd interstate te tellen en de afritten krijgen geen opvolgende nummers maar een nummer dat overeenkomt met het aantal mijl verwijderd vd staatsgrens. Zo zie je maar we reizen om te leren.
Dit weekend staat er een tripje op het programma dat in elke georganiseerde China reis is inbegrepen. Ook in boeken als de Lonely planet is dit een aanrader zal ik later merken. De rivier Li afvaren van Guilin naar Yangshou (deze Li is dezelfde Li die ook door Liuzhou kom). Vrijdagavond vertrokken we met onzen amerikaan naar Guilin, ongeveer 3 uur rijden over de autostrade. Het regende op die moment al twee dagen pijpestelen en er was al twijfel of alles kon doorgaan maar ja we hadden vanalles geregeld. Vrijdagavond in Guilin, tijd voor een stapje in de wereld, er was ons een trendy bar aanbevolen waar we eens een kijkje gingen nemen. Bij ons zou het niet kunnen; de Carré binnenstappen op teensletsen en binnen de 2 minuten worden aangesproken door een bende Chinese poppetjes. Achter de DJ staat een gehelmde security man mee te shaken op de beat. Verder wordt er niet veel gedanst en worden er vooral drank en dobbel spelletjes gedaan aan de verschillende tafeltjes. Het bier bestel je hier in blikjes met een minimum hoeveelheid van 3 blikken per keer. Dit kan je dan uitdrinken uit een 'shot' glas (= ne grote borrel). De volgende dag bleek er zoveel water en de nodige kleine overstromingen dat er geen boten uitvoeren. Dan maar wat rondwandelen in Guilin stad. In het stadspark gaan kijken naar een reuzepanda, hij was echter aan het slapen en kon alleen zijn achterkant op de foto plaatsen. Verder in het park: Camel hill een rotsformatie in de vorm van een kameel. Deze berg is voor de rest ook bekend omdat Bill "I did not have..." Clinton hier een speech heeft gegeven. Ook hier in de stad weer veel winkeltjes en je ziet duidelijk dat deze stad meer gewend is aan buitenlandse toeristen. In een ambachtelijk winkeltje waren ze zijderupsen aan het ontdoen van hun zijde jasje. Als ze er zo heel veel gespaard hebben dan kunnen ze daarmee een traditionele chinese jurk maken om er vrouwen in te verpakken. 's Avonds de bus naar Yangshou voor het stuk dat we normaal met de boot zouden doen. Het stuk langs de rivier heeft die wereldberoemde zichten van de bergen die uit het water oprijzen. Hier in China staat dit op het briefje van 20 Yuan. Yanshou is zo'n typisch hippie dorpje dat al jaren geleden gekoloniseerd is door reizigers van de Lonely Planet (praktisch elk café of hotel heeft een bord buitenhangen: aanbevolen door de Lonely planet). Opschriften in chinglish en uitroepen van "you buy" zijn hier normaal. Hier lopen de straten vol met backpackers die hier op adem kunnen komen van hun reis door een land waar ze analfabeet zijn. Even buiten het dorp zijn we gaan zien naar de "butterfly" cave, deze grot was zo nep dat er opstond "made in China". Zelfs de stalagmieten en tieten waren nep en gemaakt uit beton. Alleen mooi was het Indiana Jones- uitzicht van de grot met hangbrug.
Eindelijk verhuist van het hotel naar een appartement. Het is het oude appartement vh bedrijf dat ze gaan verkopen maar momenteel staat het leeg. Ik heb de beschikking over enkele slaapkamers met dubbel bed, twee badkamers, keuken, bureel, living... Allez zeker groot genoeg. De meeste deuren van de kamers die ik niet gebruik houdt ik gesloten en daar is het ongeveer 40°C heet, in de rest zet ik de airco op een graad of 27; aangenaam fris en toch niet te koud. Alleen wonen hier op appartement heeft z'n voordelen maar het grootste nadeel is wel dat je voor veel zelf moet zorgen, mijn gebarentaal gaat met rasse schreden vooruit (mijn chinees iets minder). De grote truc hier is de GSM, wie mij kent weet dat ik niet zo verknocht ben aan dit ding maar de laatste dagen verzamel ik telefoonnummers aan de lopende band: de hulplijn. Lilli is bijvoorbeeld m'n taxi-chauffeur die wat engels spreekt. 's ochtends staat ze me op te wachten, 's middags bel ik haar en komt ze me ophalen vh werk handig. Vivian is een andere hulplijn zij is leraares engels voor kindjes vd lagere school. In haar piepkleine appartement (alles bij elkaar 20m²) geeft ze soms les aan wel 10 kinderen. Als tegenprestatie voor de hulp heb ik vd week eens westers gekookt. Dat was een heel avontuur, gewapend met een woordenboek ben ik inkopen gaan doen: aardappelen, bloemkool, vlees, melk en bloem. Boter was niet te vinden in de supermarkt...Het gerecht moest dus bloemkool in witte saus met gekookt aardappelen worden. Probleem: in de keuken is er1 wok en een 2 hakmessen verder geen bestek of potten. Het kookvuur bestaat uit een afgedankte straalmotor van een MIG 21. Aardappelen en bloemkool tesamen in de wok, naverbranding op voor een minuutje en het water kookt al. Daarna de witte saus in de wok, die was gemaakt met pinda olie ipv met boter, je proefde het hard maar de chinezen vonden het lekker. Als laatste het vlees; het was een mooi steak maarja zonder messen en vorken in huis... niks aan te doen. In kleine stukjes hakken en ook in de wok. Daarna opdienen op de schoolbanken en smullen met stokjes.
Xining hoofdstad van Qinghai province is voor de volgende dagen ons hoofdkwartier. 't is niet zomaar dat we 3000 km verder naar het noord-westen zijn gevlogen maar voor het werk, getuige daarvan mijn obligate veiligheidsschoenen. Xining ligt aan de rand van het tibetaanse plateau op een hoogte van 2200m en is de vertrekplaats van de hoogste spoorlijn ter wereld naar Lhasa (stations boven de 5000m!). Als je in de stad rond wandelt is niets dat er op wijst dat je op grote hoogte bent. In Europa lopen er op deze hoogte koeien met een bel rond hun nek of oostenrijkers in lederhosen. Je zou denken enkele dagen naar de bergen voor frisse lucht maar dit is buiten de aftandse transportmiddelen gerekend. Alle vrachtvervoer groot en klein loopt hier op diesel en op deze hoogte met verminderde zuurstof roken deze motoren dat het een lieve lust is. De voorbije drie dagen nog nooit zoveel roet gegeten als nu. De ligging maakt dat deze stad ideaal is als startpunt voor onze missie, namelijk starten op grote hoogte van onze diesel compressoren. Op de rug van een truck rijden we met onze compressoren in trapjes naar 3500m, test geslaagd. Eén van de stops ligt aan de oevers van Qinghai lake, dit meer van een slordige 100km lang ligt op 3200m hoogte en hier voelen yaks en Tibetanen zich al thuis. Sommige opschriften zijn tweetalig, Tibetaans en Chinees, maar dat maakt me niet veel wijzer. Het klimaat is hier zeer hard, er valt maar 300mm water, en de helft van het jaar vriest het hier niet (de andere dus wel). De Gobi woestijn is niet veraf...
Vandaag is er met "onze" amerikaan een trip gepland naar Rongshui, dit ligt een 150km naar het noorden van Liuzhou. Rongshui zou zo'n beetje de stad zijn van een ethnische minderheid genaamd de Miao (spreek uit miauw zoals de poes). Ik wordt om 6.30u opgehaald door David de chinese driver van Mike de amerikaan om vervolgens collega Wouter op te pikken en daarna Mike zelf samen met Bingbing zijn chinese vriendin. De rit zelf is al best de moeite; rijstvelden, waterbuffels, verbluffende valleien...In Rongshui laten we de wagen achter en sluiten we ons aan bij een groep chinese toeristen voor de "standaard" toer bij de Miao. Wat we moeten verwachten probeer ik even op te maken uit de toeristische brochure die voor de verandering ook in het engels is. Ik citeer even een kort stukje dan weet je meteen hoe een typisch Miao dorpje eruit ziet: "the Miao mountain plain bamboo of lovely is so of the misty..." Je ziet van dit soort engels wordt je heel wat wijzer. We zien wel en we stappen in een busje van 8 met zijn elven en vertrekken over een klein weggetje de bergen in. Na een 20-tal minuten komen we aan bij een rivier waar we inschepen in een platbodem aangedreven door een diesel waarvan je de toeren kunt tellen. Hiermee varen we de rivier af tot aan het beruchte dorp. Ontschepen en we worden meteen meegetroond naar het middenplein van het dorp. Hier doen ze wat folkloristische dansen en worden we wat yuans lichter gemaakt, daarna mogen we aan tafel. Nog een hobby van de chinezen is mensen laten drinken. Op elke tafel stond een grote kom met rijstwijn en de glazen werden gevuld en er werd duchtig geklonken: ganbei (hunnen adfundum) tot alles leeg was. Dan zetten we de boottocht verder tot bij een klein arena. O ja, in de brochure stond nog iets van paardenvechten, hier zullen subiet waarschijnlijk twee oude knollen een kunstje opvoeren. Niets is minder waar, er worden drie paarden de arena binnengebracht: twee hengsten met muilkorf en één merrie. De paarden zijn wel iets kleiner maar het gevecht is des te heviger. Dit is geen circus, dit gaat echt hard tegen hard, met de hoeven stampen ze naar mekaars kop. Spectaculair is het als ze stijgeren en aanvallen met de voorpoten. Van hier gaat de reis terug met het busje, de chauffeur is ondertussen flink opgewarmd en gaat op een smal bergweggetje de achtervolging inzetten op een Lexus en Audi A4 die hem hadden gehinderd bij het parkeren. Deze chinese Fangio meent het ook en scheurt met ware doodsverachting en een hoop bleke passagiers de berg af. Tegen dat we in de stad kwamen was het doel bereikt: Lexus en A4 voobijgestoken en afgeschud. De volgende keer neem ik een "camino met zijspan en gordijntje"-taxi. Het avondeten gaan eens zelf klaarmaken, we kopen op een marktje anderhalve kilo steak en een halve kilo varkensvet en laten dit malen. Nog wat groenten en we hebben alles voor hamburgers op de BBQ. Op het marktje kwam ik ook nog een pakje kikkers tegen netjes samengebonden met een koordje zodat ze niet zouden wegspringen, ik begin het te geloven: chinezen eten alles op poten behalve tafels en stoelen. kunnen we aan
De belgen zijn weg dus dit weekend moet ik m'n eigen boontjes doppen. Daar m'n chinees nog wat stroef is waag ik me nog niet aan een trip buiten de stad met openbaar vervoer of taxi. De kans is groot dat ze me op de ambassade moeten komen ophalen. Dan maar een stapje in de stad. Zoals je al gezien hebt op de foto's staan hier in de stad ook zo van die typische bergen (karstgebergte). De hoogste waar ook een "telefrik" naar boven gaat is m'n doel, voor mij geen bakje maar trappen. Halverwege stonden een paar chinezen te badmingtonnen in een grot; lekker koel. Zelfs op zo'n berg met veel trappen ben je nooit alleen. Mensen komen hier trappen doen als fitness. In de namiddag naar Longtan park, dit is echt een gigantisch park dat volledig ingesloten ligt door van die karstbergen. Je kan er maar langs 2 kanten in of uit. Op sommige plekjes in het park waan je je echt in één of andere jungle waaruit van achter elke boom een VC kan springen ware het niet dat je overal chinees gekweel uit slechte speakers hoort knallen. Onvoorstelbaar hoe die chinezen aan lawaai gehecht zijn. Als je zo door de stad wandelt val je van de ene verbazing in de andere maar wat zeker opvalt is dat de straten eigenlijk wel proper zijn. Hondendrollen zijn er niet want de honden worden opgegeten, maar ook papiertjes en blikjes zie je niet en de vuilbakken zijn altijd leeg. Hoe dit komt is heel logisch; er is hier een gigantisch leger van straatvegers aan het werk. Zij kuisen de straten permanent want de mesen gooien wel degelijk alles gewoon op straat. Verder heb je mensen die selectief in de vuilbakken snuffelen. De ene haalt er alle plastic verpakkingen uit de andere het papier en karton. Op die manier verdienen zij wat geld en blijft de stad proper. Wat er aan vuilnis dan nog overblijft wordt opgehaald door allerhande vehicles (bakfietsen, stootkarren, aftandse vrachtwagens..). Zondag, in Belgie is het de baby borrel voor de olifant Kai-mook. Ik ga ook maar eens naar de zoo wandelen. Deze ligt een kilometer of 8 buiten het centrum maar ja ik moet m'n dag toch vol krijgen. Hoe verder ik van het centrum kom hoe meer het gebeurt dat hoofden zich draaien en mij volgen waarbij ze waarschijnlijk zeggen: "die bleekneus kunnen ze straks komen ophalen in de ambassade", maar gewapend met een stadsplanneke slaag ik erin om de zoo te vinden. De zoo is niet te vergelijken met deze van Antwerpen er zijn niet zoveel dieren (waarschijnlijk opgegeten). De grote dieren zoals tijgers en olifanten waar iedereen voor naar de zoo komt zitten hier niet in hun kooien maar figureren hier elke 2 uur in circus-achtige shows. Een speciaal dier is echter de zeldzame koe met zwarte vlekken!
Omdat het niet altijd over eten moet gaan, een stad met zoveel inwoners is constant in beweging en dan bedoel ik niet de mensen maar wel de gebouwen. Bij ons groeit een stad organisch vanuit het centrum naar buiten toe. De oudste gebouwen vind je in het stadscentrum en naar buiten toe wordt er uitgebreid. De chinezen hebben blijkbaar geen enkele band met het verleden en in deze stad vind je dan ook nauwelijks historische gebouwen. Zelfs gebouwen van 20 jaar oud zien er hier al aftands uit. Wanneer een gebouw is uitgeleefd wordt het platgeslagen, dan komen er wat mensen wonen onder shelters, kwestie van 's morgens goed op tijd te beginnen. Die ruimen de boel helemaal op: betonijzer sorteren met een hamerke en een beitelke en puin ruimen met een kruiwagen. Dan komt er een mooi nieuw groot gebouw op en de appartementen worden verkocht in stalletjes op de straat, en de cirkel is rond.