Deze week voelde ik mij even topkok. Juan (spreek uit Tjwen) ging mij leren chinees koken. Het zou kippensoep worden met gestoomde rijst klaargemaakt in bamboe bladeren. Voor de ingrediënten gingen we zoals het een echte topkok betaamt naar een marktje waar alles ligt uitgestald en vers van het veld komt of ter plekke de kop wordt afgeslagen (in het geval vd kip). Veel hadden we niet nodig: een halve kip, wat gedroogde paddestoelen, pijpajuintjes en natuurlijk nog wat chinese kool en de nodige verse pepers. De halve kip werd met een hakmes in een flits verhakselt in kleine stukjes en dit inclusief beenderen en zelfs de kop. De poot werd echter voorzichtig gemanicuurd en van nagels ontdaan. Thuis gekomen liet ik het koken vooral over aan Juan en binnen de 1000 seconden rook het heerlijk en stond er een chinese maaltijd op tafel. Het meest verbazende was echter wel dat je echt geen bouillion blokjes ofzo nodig hebt om een geweldig lekkere en kruidige kippensoep te maken. Voor de enige poot in de soep hebben we niet moeten vechten, die mocht zij hebben. De gestoomde rijst uit bamboe bladeren kleeft lekker en kan je dan ook met grote brokken tussen je stokjes nemen en natuurlijk even in de soja azijn (gemixt met pepers) soppen voor je hem opeet. Dit was les één in chinees koken, maar het had in de verste verte niks te zien met de belgische nummerkes 39 en 57 van de chinees.