Na de bewogen dag van gisteren gaan we vandaag een bezoekje brengen aan de wereldtentoonstelling in Shanghai. Hoewel de meeste mensen hier het ons afraden wegens te druk, lange wachtrijen enzomeer ben ik toch vast van plan om er een kijkje te gaan nemen. Je weet wel been there, done that...
We mochten de driver van het bedrijf lenen en die bracht ons groepje van 5 (3 Belgen en 2 Amerikanen) naar de Expo.
We waren allemaal voorzien van een ticket en de inkom was duidelijk berekend op een massale stortvloed van mensen en vermits dat goed meeveel waren we zo binnen. Het eerste wat je overweldigt is het Chinese paviljoen. Het is immens groot(s) en overschaduwt alle andere paviljoenen. Kwestie van duidelijk te maken wie er een thuismatch speelt.
Onze strategie voor vandaag is dat we gaan naar de paviljoenen waar we niet moeten aanschuiven. België is nummer 1, met ons paspoort mochten we direct binnen via de vip ingang. Het Belgische paviljoen is samen met dat van de europese gemeenschap in één gebouw, maar de tentoonstellingen zijn wel gescheiden. Het algemene thema van deze hele expo is ecologische ontwikkeling voor de volgende decennia. De Belgische tentoonstelling sloot wel niet geheel aan bij dit thema; Hergé, de smurfen, het koningshuis ze passeren allemaal de revue. Wat die te maken hebben met ecologie weet ik niet maar eigenlijk moet wel gezegd worden dat het Belgische paviljoen wel één van de beste was wat we vandaag zouden zien. Het toonde tenminste waar België voor staat: bier, frieten met stoofvlees en chocolade en in het zuiden van de land rijden ze nog met paard en kar. Het restaurant had bijzonder veel aantrek en de chocolade nog veel meer.
Na onze Belgische lunch gingen we naar het paleis van de VS. Ook daar mochten we met de paspoorten van onze Amerikaanse gezellen binnen via de vip ingang. In het Amerikaanse paleis kregen we 2 filmpjes voorgeschoteld met een hoog yes we can gehalte en meliger dan een zak bloem. Dit moet een koude douche zijn als je voor deze 20 minuten 3uur hebt moeten aanschuiven.
De paspoorten waren op, volgende tactiek was doe u voor als iemand anders. Naast de VS lag het Canadese paviljoen dus onze Amerikanen mogen proberen een Canadees accent te imiteren. We vielen echter al snel door de mand en proberen met we onderhandelen toch binnen te komen maar dit lukte niet. Ons volgend doel was Nederland, het nederlands paviljoen zag eruit als een enorme attractie van de sinksefoor. Niet wat je van architectuur minnend Nederland gewend bent. Een eerste poging met een nederlands accent aan de vip ingang mislukte ook, maar zo snel zouden we het niet opgeven. Eerst het zweedse paleis; niet dat we Zweeds kennen maar Atlas Copco is behoorlijk zweeds en één van de sponsors. Even met wat business kaartjes zwaaien en we waren binnen. Ecologie was hier duidelijk wel het thema. Hop nu terug naar Nederland, ondertussen was de hostess aan de vip gewisseld en mochten we binnen (we hadden ons wel eerlijk als belgen voorgesteld). Dit paleis kreeg de eer het slechtste te zijn dat we hebben gezien. Oranje en nijntje (in het oranje) das alles wat me is bijgebleven.
Het duitse paviljoen zag er indrukwekkend uit, het was een kruising tussen een stealth bommenwerper en een bunker. De buitenbekleding was volledig uit een metaal gaas. Nu moesten we hier ook nog binnen geraken. Het heeft stevig wat onderhandelen gevraagd maar ook hier zijn ze gezwicht voor de vlaamse talenkennis. Binnen was het OK, met enkele mooie voorstellingen van de duitse technische suprematie (met dank aan BMW en andere bekenden).
Laatste poging om ergens binnen te komen was bij onze zuiderburen. Daar was het superdruk en aan de vip ingang stonden ook vele tientallen in een poging om binnen te komen. De hostess daar was van oosterse origine en sprak ik gewoonte getrouw direct aan in het engels met het verhaal dat we fransen waren maar dat ons paspoort op de immigratie dienst lag en dat we dus niet konden tonen dat we Frans staatsburger waren. Hmm, dat kan iedereen wel zeggen, en om ons te strikken schakelde ze over in het Frans. Een mens moet een beetje flexibel zijn en ik schakelde dus ook vlot over en dit overtuigde haar van mijn hele verhaal. Ze was gelukkig ook niet Frans van origine want anders had ze ons accent wel doorzien. Het franse paviljoen was ook wel mooi aangekleed met klimop over een metalen raster. Binnen waren het vooral sfeerbeelden van Parijs en enkele reproducties uit het louvre van Van Gogh en Gaugin. Dat gaat er altijd wel in bij de chinezen.
Na dit laatste paleis restte ons alleen nog de wandeling terug, tussen de paleizen, die nu de nacht was gevallen feestelijk verlicht werden.
Zes paleizen op één dag is sterke prestatie en tevreden keerden we huiswaarst.
Vrijdag avond was ik uitgenodigd op een house warming party en daar kwam het fenomeen Hash ter sprake. Ik moet zeggen ik had er nog nooit van gehoord maar ik hoorde dat het iets met lopen te maken heeft en was dus direct geïnteresseerd. Ik wrong me mee in de groep en na een paar hints was ik mee uitgenodigd om de volgende dag mn eerste hash mee te maken. (Wil je er zelf ook wat meer over weten : http://wuxih3.org/hash/ of http://wuxi.hash.house.harriers.over-blog.org/ ).
Om kort te gaan zijn de hashers gewoon een internationaal stelletje buitenlanders die een excuus zoeken om met elkaar eens een pintje te gaan drinken. Zoiets als al die wielertoeristen in België, die zich eerst een paar uur moeten uitsloven op de fiets om daarna zonder schuldgevoel, voor 12 uur, hun eerste Trappist naar binnen te kunnen kappen.
In plaats van te fietsen is het lopen en om er voor te zorgen dat iedereen tesamen aankomt is het een sporentocht waarbij de snelsten de sporen zoeken en dus voortdurend foutlopen. zoeken.
Zo, dat ging ik dus morgen doen.
Eens op de afspraak stond er een bus klaar om ons naar het platteland te rijden. Het was ondertussen stevig aan het regenen dus dat werd leuk. Ondanks het slechte weer kwam er toch veel volk opdagen en in totaal waren we met een 50-tal, waarvan een gedeelte hasher waren van het naburige Suzhou (toeristisch bekend voor parels en zijde).
Onderweg hadden we een kleine kopstaart aanrijding met een chinese pipo die stopt voor groen (je weet maar nooit of er iemand door het rood rijdt natuurlijk dus beter even stoppen ).
Gelukkig waren we met 2 bussen en kon iedereen in de andere bus, waardoor de bezettingsgraad steeg naar 200%.
De looptoer zelf was alles bij elkaar een goede 10km en ging over kleine single track paadjes tussen een mandarinnekesplantage (woord met hoog scrabble gehalte). Ondanks het slechte weer voelde ik mij in mijn nopjes en kon ik af en toe eens deftig doortrekken op dit cross parcours. Dus dit gedeelte was zeker voor herhaling vatbaar.
Na het lopen kwam het drinken, dit gedeelte noemen ze de circle en is eigenlijk een beetje cantus-achtig. Als nieuweling moet je natuurlijk een keer naar voren treden om je voor te stellen en een biertje te legen. Dat was ook allemaal niet zo kwaad want een getraind wielertoerist is meer gewoon dan chinees fluitjesbier.
De avond zouden we afsluiten met een diner in een chinees restaurant. Vermits we op het platteland waren werden er behoorlijk wat zaken geserveerd waar de meeste buitenlanders hun neus voor ophalen. Zoals de gebruikelijk chicken feet en de drunken prawns. Dat laatste was voor mij ook nieuw. Dit is gewoon een grote glazen schaal gevuld met levende grote garnalen (lengte 4cm) overgoten met een soort van rijstwijnazijn (2 X woordwaarde). De eerste tien minuten op tafel springen die beesten dus rustig op en neer en regelmatig kan er zelfs één ontsnappen over de rand. Smakelijk dus.
Toen de rijst eindelijk op tafel kwam werd klonk er een zucht van opluchting, maar de avond was nog niet voorbij
Bij het betalen van de rekening begonnen de problemen pas goed. Door een meningsverschil over de reservatie en een restaurant baas die al die buitenlanders eens een goede poot zou uitdraaien kwam het tot wat geroep tussen de hash-organisatie en de andere partij.
Uiteindelijk draaide het erop uit dat het keuken personeel de bus had geblokkeerd en dat wij de politie hadden gebeld.
Na 2 uur verhoren afnemen en pvs opmaken konden we eindelijk naar huis vertrekken. Het was een boeiende dag maar de volgende keer mag het ook iets minder zijn behalve dan voor het lopen.
De meesten zullen het al wel weten, ik zit terug in China, niet in Liuzhou zoals vorige keer maar in Wuxi (spreek uit als Woeshie). Om het te situeren kan je stellen dat Wuxi een gehucht is van Shanghai met een slordige vier miljoen inwoners. In dat gehucht verblijf ik in een compound gelegen in het new district. Dit is een buitenwijk van het gehucht waar veel nieuwe fabrieken staan kan je nog volgen?
De compound waar ik verblijf heeft de ronkende naam Changjiang Guo Ji, en je kan dit voorstellen als een luxe centerparcs waar allemaal dezelfde huizen kriskras door elkaar staan en gevuld zijn met mensen van alle nationaliteiten. Een buitenlander is hier dan ook geen rariteit.
Omdat het hier al heel wat meer verwesterd is zal ik jullie niet elke keer kunnen verbazen met speciale fotos of verhalen. Toch zal ik proberen om wekelijks een vleugje China te brengen.
Google earth is alvast een fantatische uitvinding, ik moet zelfs mijn luie zetel niet uit te komen om fotos te trekken van de compound. Volg gewoon de link en je weet waar op de aardbol ik ergens slaap.
Ik heb toch even de moeite genomen (vanuit die zetel hé) om het uitzicht door het raam te fotograferen.
Zoals je wel zal door hebben is alles binnen het muurke compound en daarbuiten is het krot en company.
Vandaag stop ik met een cliché: het is al laat en ik moet gaan slapen. Tot binnenkort.
Het einde van november nadert snel, dat merk ik aan de verschillende afscheidsfeestjes. Soms wordt ik thuis uitgenodigd bij collega's die dan hun beste beentje voorzetten. Op een keer kreeg ik Chongqing eten geserveerd. Een vissoep die pikant was voor gevorderden, volgens mij een mengsel van tabasco en nitroglycerine. Met gemengde gevoelens verliet ik Liuzhou en trok naar Beijing. Hier zou ik nog snel enkele highlights meepakken om dan naar huis te gaan. Het begon op vrijdagavond met highlight nummer één; gaan eten in een zeer bekend Beijing eend restaurant (Quanjude). Zij hadden sinds hun ontstaan reeds 115 miljoen eenden geroosterd. De volgende dag naar de muur in Badaling en in de namiddag de verboden stad en Tienanmen. De avond werd afgesloten met eten in een typisch Beijing hotpot restaurant. Dit was Beijing in een flits, het vliegtuig stond te wachten om mij eindelijk terug naar huis te brengen. Na 6 maanden zat dit avontuur er op voor mij, het was leuk geweest met goede en minder goede momenten, maar achteraf bekeken heb ik er geen seconde spijt van.
Vorig weekend was het hier nog bijna 30°C, nu zijn het er nog maar 8. De wind is van de week gedraaid en komt nu pal uit het noorden. Deze ijskoude wind vanuit Mongolië heeft de temperatuur hier op een week tijd laten vallen als een baksteen. Nu zal je zeggen 8 graden is toch niet zo erg, dat klopt in België waar iedereen verwarming heeft en waar men binnen gaat zitten. Hier hebben de mensen echt geen verwarming, de huizen zijn er zelfs niet op voorzien. Nergens zie je een schoorsteen voor een kacheltje. Als de mensen zich echt willen warmen maken ze een vuurtje op straat.( de kwaliteit vd foto's is wat minder want ik vind het wel gênant om dit ostentatief te fotograferen). Omdat ze zoveel kleren over elkaar aan trekken zijn de chinezen precies 10kg bijgekomen. Dit is echt de enige manier om warm te blijven als je gewoon moet stil zitten in een winkeltje of in een eetstalletje. Ook op het werk zitten we nu allemaal te werken met onze jas aan, het is binnen wel geen 8 graden maar toch maar een graad of 15. Dat is fris om achter een computer te zitten. Ik ben ondertussen ook overgeschakeld van gekoeld water naar warme thee, keuze in verschillende soorten genoeg. Op mijn appartement heb ik geluk, ik heb een achteruit versnelling aan de airconditie en ik krijg het hier dus voldoende warm. Vanavond heb ik ook even mijn schoenen laten kuisen, dat werd onderhand wel tijd want die hadden in geen weken een doos blink gezien. Nu kunnen ze gerust terug een controle van eender welke "boefer" met glans doorstaan. De dame in kwestie schrok wel toen ik een foto trok.
Deze week voelde ik mij even topkok. Juan (spreek uit Tjwen) ging mij leren chinees koken. Het zou kippensoep worden met gestoomde rijst klaargemaakt in bamboe bladeren. Voor de ingrediënten gingen we zoals het een echte topkok betaamt naar een marktje waar alles ligt uitgestald en vers van het veld komt of ter plekke de kop wordt afgeslagen (in het geval vd kip). Veel hadden we niet nodig: een halve kip, wat gedroogde paddestoelen, pijpajuintjes en natuurlijk nog wat chinese kool en de nodige verse pepers. De halve kip werd met een hakmes in een flits verhakselt in kleine stukjes en dit inclusief beenderen en zelfs de kop. De poot werd echter voorzichtig gemanicuurd en van nagels ontdaan. Thuis gekomen liet ik het koken vooral over aan Juan en binnen de 1000 seconden rook het heerlijk en stond er een chinese maaltijd op tafel. Het meest verbazende was echter wel dat je echt geen bouillion blokjes ofzo nodig hebt om een geweldig lekkere en kruidige kippensoep te maken. Voor de enige poot in de soep hebben we niet moeten vechten, die mocht zij hebben. De gestoomde rijst uit bamboe bladeren kleeft lekker en kan je dan ook met grote brokken tussen je stokjes nemen en natuurlijk even in de soja azijn (gemixt met pepers) soppen voor je hem opeet. Dit was les één in chinees koken, maar het had in de verste verte niks te zien met de belgische nummerkes 39 en 57 van de chinees.
De week in België is weeral voorbij gevlogen en ondertussen zit ik weeral in Liuzhou. Ditmaal voor het laatste deel tot eind november. Hier is nog niks veranderd; ze spreken nog allemaal chinees, maar ondertussen loopt het aantal belgen in Liutech wel drastisch terug. Deze week hebben we een afscheids diner gegeven met de 3 overblijvende belgen omdat het de laatste week was dat we hier samen zijn. Wouter heeft op 30 oktober hier z'n laatste dag gewerkt. Nicolas gaat zijn vakantie opnemen tot half december en ik vertrek dus het einde van de maand. Met ons drie hadden we de engineering en productie afdeling uitgenodigd in een restaurant. Het feest verliep volstrekt volgens het vaste chinese scenario: tegen 18.30u aan tafel en binnen de korste keren de tafel veranderen in een waar slagveld. Ondertussen wordt alles weggespoeld met bier en baijiu (= sterke drank 40° of meer). Dan beginnen de drank spelletjes waarbij er om ter hardst wordt geroepen. Het straffe is wel dat deze spelletjes allesbehalve simpel zijn, er moet snel gerekend kunnen worden en oog hand coördinatie is ook zeer belangrijk. Tegen 21.00u moet alle drank op zijn want dat is het uur dat ze allemaal hun schup afkuisen. Het enige wat rest is Van Gansenwinkel bellen om te kamer op te ruimen met een bobcat. Het was leuk geweest. Ik ging mij deze week ook nog eens wagen aan koken voor mezelf, ik had wat spaghetti meegebracht van thuis. 's Avonds na het werk (dan is het hier ook al donker) moest ik alleen nog tomaten kopen. Toen heb ik mij vergist met een vrucht (zie foto) die zeer goed op een tomaat lijkt. Het was pas toen ik ze doorsneed dat ik zag dat het geen tomaat was maar iets anders. Het was een zoetig vruchtvlees dus dat kon niet mee in de saus. Uiteindelijk is het spaghetti met een kaassaus en vlees geworden, ook nog lekker. Het grote verschil met Belgie is wel dat je in de straat kan zien welke groenten of fruit er geoogst worden. Hier alles vers en niks ingevoerd. De tijd van de lycee is voorbij en nu is het suikerriet en mandarinnekes. En zoals je kan zien is de hond hier ook nog altijd vers. Per scooter transport naar het restaurant om klaargemaakt te worden, mmm jammie!
Ondertussen zaten we dus op onze boot "Margarite Junk" tussen de eilanden. De activiteiten die ze voor ons bedacht hadden waren een bezoek aan een grot, kajakken in de zee, daarna zwemmen en de avond werd afgesloten met diner en natuurlijk karaoke... In de grot werden we rondgeleid en de gids vertelde over allerlei dingen die je kon zien in de vormen van de stalagtieten en mieten. Apen in bomen, leeuwen, schildpadden, vrouwen...Om alles te zien wat hij zag moest je al een stevige puntzak gerookt hebben. Na de grot gingen we naar de kajaks. De huisjes waar deze werden verhuurd stonden op vlotten gemaakt van bamboe en als vlotters werden grote blokken isomo (frigolit) gebruikt. De zee dreef dan ook vol met bollekes. Verschillende huisjes bij elkaar vormden echt kleine dorpjes. Na het kajakken terug naar de Margarite om te zwemmen. Daar werden we uitgedaagd om van het hoogste dek te springen, vermits het meiskes waren konden we ons niet laten doen en zijn we ook maar gesprongen (een meter of 9). Tijdens het zwemmen werden we belaagd door drijvende bootje waar je vanalles kon kopen. 's Avonds bij de karaoke is er niemand meer overboord gesprongen alhoewel dat aan mijn zangkwaliteit niet kan liggen (Assurancetourix is er niks tegen). De volgende dag nog wat tussen de eilanden gelaveerd om 's avonds terug in Hanoi te belanden. De dag erna stond een trip naar Tam coc en Hoa lu op het programma. Hoa lu is de oude hoofstad van Vietnam; zo'n 1000 jaar geleden, want in 2010 wordt 1000 jaar Hannoi gevierd. Tam coc zijn enkele grotten op een rivier en in een lange stoet bootjes wordt je over de rivier geroeid, en als de roeiers moe worden gaan ze gewoon verder door met hun voeten te roeien! Onder het motto no guts no glory hebben we de volgende dag ons leven gewaagd op een motoscooter (110cc met half automatische 4-bak en tip hiel schakeling). Het verkeer is hier zo mogelijk nog chaotischer en veel sneller dan in China. We zijn er uiteindelijk in geslaagd om zonder ongelukken een dagje rond te rijden. Oefff. Het was ondertussen de avond vd 7de oktober en de trein stond op ons te wachten om ons in omgekeerde richting terug naar het vertrouwde China te voeren.
Naar vietnam ga je met het vliegtuig, als je echter in Guangxi provincie zit kan je net zo goed de trein nemen. De reis gaat van Liuzhou naar Nanning met de bus (drie uur). In Nanning kopen we de tickets voor de trein waarbij een eerste keer ons paspoort en visum wordt gecontroleerd. Omdat de trein naar Vietnam niet elke dag rijdt zijn we één dagje later vertrokken (maar zo konden we natuurlijk wel meegenieten van de feesten). De trein vertrekt 's avonds rond 7uur en het is de bedoeling dat we aankomen in Hannoi rond 5uur in de ochtend de volgende dag. We hebben geboekt voor "softsleep"; dat wil zeggen dat je een coupé deelt met 4 bedden. In de heenreis zitten we met 7 mensen in een volledige wagon en wij hebben de hele coupé voor onszelf. In de hardsleep afdeling is het vollen bak. Als we na een uurtje even door de trein wandelen is het een ware chaos in de hardsleep: overal wordt gerookt, instant maaltijden worden gemaakt met warm water (dat is in China overal verkrijgbaar) en de chinezen kakelen er op los. Tegen middernacht naderen we de grens en onze paspoorten worden door verschillende Chinese personen gecontroleerd. Aan de grens zelf moet iedereen uit de trein met zijn bagage. Wederom controle. Allemaal terug in stappen en doorrijden naar Vietnam. Een uurtje later op Vietnamese bodem terug controle (van slapen komt dus niet veel in huis). Terug allemaal uitstappen met bagage en wederom controle, papier invullen, stempels zetten... We zijn al redelijk meurg als we terug mogen instappen en als we eindelijk kunnen gaan slapen. Om vijf uur staan we dan volledig meurg op een verlaten perron in een buitenwijk van Hannoi. Gelukkig hadden we met het hotel een regeling en er staat een taxi klaar die ons naar bed brengt. Wat later op de dag gaan we gewapend met een stadsplan op verkenning door Hannoi. Hoewel het een buurland is van China is het contrast groot. De huizen hebben er een koloniaal aandoend uiterlijk en moderne hoogbouw is volledig afwezig in het stadscentrum. Het eerste wat op onze weg ligt is een museum over de "amerikaanse oorlog" (wat zij dus de "Vietnam war" noemen). Na een bezoekje aan het museum kan je wel zien dat de Yanks zich hier niet populair hebben gemaakt. De rest vd dag volgen nog wat musea en snuiven we de sfeer van Hannoi op (letterlijk dan want het is een gekrioel van motoscooters met de nodig stank die er bij hoort). De volgende dag gaan we naar Halong Bay. Dit is een gebied uit de kust van Vietnam dat bezaaid ligt met eilanden (een kleine 2000) en op de lijst staat van de nieuwe wereld wonderen.
1 oktober 2009, de chinese volksrepubliek bestaat 60 jaar. 60 jaar is in China belangrijker dan vijftig dus dit moet een feest worden en in China zullen ze het geweten hebben. Omdat de trein naar Vietnam pas morgen vertrekt gaan we 1 oktober nog meemaken in China. Eerst uitslapen van de werkweek en daarna wat gaan rondwandelen in de stad. Het is overal druk, de winkels zijn natuurlijk allemaal open en aan sommige winkels (GSM winkels) staan de mensen in lange rijen aan te schuiven omdat er iets te winnen valt of omdat er grote kortingen zijn. In Liuzhou zijn de straten versierd met rode lampionnen en op het "people square" staan grote versieringen om het feest extra luister bij te zetten. Het top evenement overdag is zeker de militaire parade in Bejing en deze wordt dan ook op vele straathoeken geprojecteerd. Als je hier langer dan 5 minuten naar kijkt dan kan je niet anders dan een ongeloofelijk respect krijgen voor de discipline en het nationaliteitsgevoel vd Chinezen. En 's avonds zal dit nog extra in de verf gezet worden. Tegen de avond zak ik terug af naar het centrum vd stad waar we gaan eten. Het is een helse klus om er te geraken want straten zijn afgezet voor alle verkeer en alleen te voet kom je (een beetje) vooruit. Om het zo vol mensen te krijgen hebben ze nog enkele extra blikken met chinees opengetrokken want waar deze massa vandaan komt...? In het restaurant werden we opgeschrokken door enkele luide knallen, snel betalen want het vuurwerk was begonnen. In België heb je op het einde van een vuurwerk de traditionele "bloemekee", de grote finale. Hier is het één langgerekte bloemekee. Als je een chinees vuurwerk hebt gezien dan is de rest klein bier. We staan op een kilometer van waar het vuurwerk wordt afgestoken, m'n hemd flappert en mijn maag voelt de klappen van de explosies; alarmen van auto's gaan spontaan af. Dit is pas vuurwerk. Na het vuurwerk gaan we kijken in één vd bars om de vakantie goed in te zetten. De sfeer zit er goed in; Zhongguo boven!!!
Sinds ik hier een fiets heb zijn de grenzen van m'n territorium uitgebreid. Ik rijd nu dagelijks met de fiets naar het werk, dat is een dikke 10km verwijderd van het appartement, dit kost me een 35minuten. Sneller gaat misschien wel maar nu zweet ik me al te pletter. Leuk is wel dat ze hier met honderden op een electrische scooter rijden, die gaan gemiddeld tussen de 20 en 35km/u. Der is er dus altijd wel eentje met de goede snelheid om wieltje te zuigen. Dit bezorgt me dikwijls rare blikken want dat kennen ze hier echt niet. In het weekend ook al de omgeving buiten de stad verkend. De kleine weggetjes worden al snel grindpaden met aan de kant tropische begroeiing van suikerriet, bananenbomen, en veel andere dinges die ik niet ken. Nog enkele dagen en het is 1 oktober. Vanaf dan start in heel China een feestweek die zal duren tot 8 oktober en dit voor de 60ste verjaardag van de Chinese Republiek. Voor deze feestweek worden er geen risico's genomen. Enkele voorbeelden: vanaf 20 september liggen alle bedrijven met gevaarlijke activiteiten al verplicht stil, kwestie van ontploffingen of andere rampen te vermijden in de aanloop naar deze week. In opdracht van de regering heeft iedereen (inclusief ikzelf ) deze zondag 27-9 gewerkt om een dag in te halen voor deze feestweek, en dit wordt dan maar een week vooraf door de regering officieel meegedeeld, moesten ze bij ons is proberen. Als compensatie hebben we een cadeautje gekregen: Mooncake. Dat is een traditionele cake die elk jaar met het 'mid autumn' festival wordt uitgedeeld, je ziet ze hier met stapels dozen rondlopen. In de stad hier wordt alles versierd, er zijn hier al duizenden bloempotjes geplaats in de stad rond lantaarnpalen, fonteinen, bankjes...Je ziet ook meer politie in de straat, maar nog steeds ongewapend en op dezelfde slungelige manier van anders (je kan gerust door het rood rijden, terwijl er een politie op het kruispunt staat).
Stilletjesaan verdwijnen de buitenlanders en word ik verplicht om me te integreren. Ik ben al een keer gaan voetballen op zandveldje met ploegjes van 5 tegen 5. Voor de aftrap werd het veldje helemaal nat gemaakt om het stof een beetje temperen. De ploegjes bestaan uit groepjes van verschillende bedrijven die mekaar wekelijks uitdagen. Iedereen die mijn voetbal kwaliteiten kent kan de uitslag van deze week wel raden. Juist, compleet afgedroogd zo'n beetje echt belgisch voetbal dus. Wat me beter afgaat, geloof het of niet, is badmingtonnen. Als je eens deftig wil zweten dan is het klimaat hier wel juist, na zo'n voetbal matchke of badmington spel dan loopt het water gewoon van je lijf. Vorige zondag ben ik in de rivier gaan zwemmen met een chinees. In m'n enthousiasme sprong ik in het water met m'n bril.Bye bye bril, deze ligt nu ergens op de bodem van de Li. Gelukking dat dit in China gebeurt want op een zondagavond een bril kwijtraken in België wil zeggen dat je minstens tot maandag moet wachten in het beste geval. Niet zo hier, even naar de optieker (om 20.30u); montuurke kiezen, ogen testen op de oude manier met letterkes lezen en een uurke later is uwe nieuwen bril klaar. En dit voor de schappelijke prijs van 19 EUR. Een andere vorm van integratie is natuurlijk het eten en de plaatselijke gebruiken. Deze week nog 2 dagen naar Guangzhou geweest. Dat is een mega stad (15 miljoen chinezen) in het zuiden aan de zee. Daar heb ik de next level van eten bereikt: krokodil met vel en al en koppen van kleine kreeftjes (hetgeen wat wij dus weggooien). Ik was daar voor het werk om machines bij klanten te gaan bekijken. Voor er over het werk gesproken kon worden eerst thee. Deze wordt via een vast ritueel opgediend en al naar gelang wie het doet kan het een boeiende belevenis zijn om naar te kijken. De gedroogde theeblaadjes worden overgoten met kokend water en onmiddelijk wordt dit water terug afgegoten in de kleine kopjes. Dit is om de blaadjes te spoelen, de kopjes worden dan één voor één in elkaar gewassen terwijl ze worden vastgenomen met een groot metalen pincet. Als de kopjes zijn uitgewassen wordt al dit theewater gewoon weggegoten in de speciale plateau. Pas hierna kan het uiteindelijke theedrinken beginnen. Na een vermoeiende dag van hier naar ginder rijden in Guangzhou lag ik 's avond met opengesperde ogen in bed van al die liters thee. China heeft ook z'n eigen fast food keten: Kung Fu; nee geen hamburgers maar rijst en libbetjes in zoetzure saus. Er was niet veel volk maar er werd toch duchtig geslurpt en gesmakt. De laatste foto heb ik er even opgezet om de Frans jaloers te maken: in Guangzhou op bezoek op een scheepswerf waar ze veel compressoren hadden staan voor zandstralen en schilderen. Ik moet zeggen dit is wel indrukwekkend. Verspreid over een terrein van verschillende vierkante kilometer liggen overal stukken van een boot die uiteindelijk in elkaar gezet worden tot een vrachtschip. Er lag er net eentje klaar van 280m lang van 78000 ton (als ik ze goed verstaan heb). Ondertussen ben ik ook al een fiets rijker. Het is een Giant met sportief mandje aan het stuur. Dit weekend ga ik vast en zeker op fietstocht dus verslag volgt