Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Poezenstreken
Belevenissen van 2 katten en hun tweebenige dienaar
20-10-2014
Sir William en Helena
Na het zenden van vorige mail heb ik een aantal keer gedacht dat ik -letterlijk dus- te vroeg Halleluja had geroepen. Ik weet nog dat ik vorige keer zat te schrijven terwijl Helena hier wat verloren rondhing en Sir William op zijn katerlijke avondwandeling was. Toen hij daarvan terugkeerde werd er weer hevig gevochten (althans, zo zag ik dat), er werd nog wat gegromd en er werd gekrijst van pijn. Ondertussen heb ik geleerd dat het nu eenmaal twee onverbeterlijke woestelingen zijn, die allebei geen kwaad in de zin hebben en dat van elkaar weten. Ze zijn absoluut niet bang voor elkaar, ze moesten alleen stapsgewijs leren hoe ze met elkaar kunnen spelen zonder elkaar pijn te doen. Ondertussen maken pijnkreten geen deel meer uit van het normale dagelijkse leven. Heel af en toe hoor ik nog een heel kort kreetje, en weet ik: aha, hij of zij zegt nu even dat daar de grens ligt, en de andere reageert daar dan direct op. Het is hier dus harmonieus, maar niet altijd rustig. Helena is helemaal thuis, ze is ook niet meer bang van mij (jochei) maar bepaalt wel zelf wanneer het tijd is voor een aaitje of een uitgebreide knuffelsessie. Er zijn momenten waarop ze zich verontwaardigd, beledigd of geërgerd terugtrekt als ik haar in het voorbijgaan een liefkozing wil geven. Het is een apart geval, die Helena. Aan de ene kant is ze super vlug, super lenig, supersnel, en dan bedoel ik extra lenig voor een kitten, extra snel voor een kat. Ze doet waanzinnige dingen. Helena is een kat die een vlieg pakt. Andere katten proberen een vlieg te pakken en slagen daar soms in. Zij zit midden op de vloer, beslist dat ze die bromvlieg aan het raam gaat pakken, springt vanuit het midden van de kamer in één beweging op de vensterbank, gaat op haar achterpoten staan (nog steeds in diezelfde vloeiende beweging), pakt de vlieg tussen haar voorpoten en legt ze neer. De vlieg blijft liggen. Voilà , gepakt en geïmmobiliseerd in één beweging. Ze kijkt er nog even naar om zeker te zijn dat ze niet meer gaat vliegen, of eet ze (half) op, en dat was het. Ik zag het gebeuren met mijn mond open van verbazing, en dacht de eerste keer nog dat het een gelukstreffer was. Niet dus. Ik had haar Ninja kunnen noemen. Ze is echt zo snel en geruisloos als Ninjas. Soms leidt dat tot bijzonder lachwekkende toestanden. Onlangs had ze Sir William weer behoorlijk uitgedaagd, en ze hield zich op haar vlucht schuil onder het wasrek. Sir William lag onder een keukenstoel naar dat wasrek te kijken, zij zat achter een kussensloop die te drogen hing, maar hij wist haar perfect zitten, en hield zich klaar om bij de minste beweging toe te slaan. Ik stond iets verder en zag hun alle twee. Ik verlegde even mij focus naar Sir William, keek terug naar Helena en ze was weg. Gewoon helemaal verdwenen, zo snel en geruisloos dat ik niks had gemerkt, en het kon niet, want ze moest mij gepasseerd zijn, ze zat in een hoek. Nog straffer: ook Sir William had niks gemerkt. Ik zag hem daar helemaal gespannen zitten kijken naar datzelfde plekje, waar zij dus niet meer zat. Na een seconde of zeven zag ik dat hij iets in de mot begon te krijgen. Ze doet dat vaker, je ziet haar, je knippert met je ogen, en ze is helemaal ergens anders, en wel zo compleet ergens anders dat ik me afvraag hoe ze dat op die milliseconde heeft geflikt. Ze vliegt ook regelmatig door de lucht, als ze zichzelf even overschat en denkt dat ze die vlieg tegen het plafond ook wel effe kan pakken. Ze lanceert zich dan vanuit stilstand verbazingwekkend hoog de lucht in, haalt allerlei capriolen uit waarvoor ze volgens mij op kampioenschappen schoonspringen medailles zou krijgen, maar gaat dan onverbiddelijk weer naar beneden, iets waar ze soms niet op rekent, of niet op tijd rekening mee houdt, want ze heeft eens een halve dag op drie pootjes rond gesukkeld. Ik dacht toen de volgende morgen met haar naar de dierenarts te gaan, maar tegen de avond liep ze weer gewoon op alle vier haar pootjes, en bij een controle (zéér tegen haar zin, met veel gespartel en een paar halve en hele ontsnappingen) waarbij ik haar pootje helemaal bevoelde en er zachtje in kneep om vast te stellen waar het pijn deed, reageerde ze nergens met haar bekende pijnkreetje. Ik heb haar dan nog een paar dagen extra in de gaten gehouden, maar er bleek niks aan de hand. Ondanks haar lenigheid en vlugheid is het toch een brokkenpiloot, ik denk dat ze in de tijd dat ze hier is al meer heeft gebroken en omvergeworpen dan Jozefien en Maurits samen in 12 jaar. Ze is gewoon hevig, en als ze beslist dat ze NU van hier naar daar moet, dan doet ze dat gewoon. Ik zie Jozefien als kitten nog zeer verstandig oppervlakten aftasten en uitproberen met één pootje, en er pas opspringen als ze zeker was dat het haar zou houden. Dat is aan Helena niet besteed, je springt erop en merkt dan wel of het je houdt of niet. En zo niet, wat zou het, als je soepel genoeg bent om jezelf op te frommelen, uit te rekken, op te vouwen, just go with the flow. Ik had gedacht dat het onmogelijk was een poesje te vinden dat evenveel wilde spelen als Sir William. Ik had het mis. Helena wil niet evenveel spelen, ze wil méér spelen. Dus ze daagt hem voortdurend uit, en hij is degene die regelmatig moet zeggen dat het nu welletjes is geweest. Niet dat ze dat altijd ter harte neemt. Soms moet hij het wel heel erg duidelijk zeggen. Scène: Sir Wiliam staat op de radiator in de keuken te drinken uit het potje met water dat daarop staat. Natuurlijk hebben mijn katten een speciaal voor hun regelmatig met vers water gevulde schaal, plat, wijd, zodat ze er gemakkelijk van kunnen drinken. Maar die potjes op de verwarming, waar je wat moeilijker aankan en waar je hoofd amper in past, die zijn veel leuker om van te drinken. Dus hij staat daar te drinken. Helena staat op een keukenstoel -en met staan bedoel ik stààà n, op twee benen- en probeert met haar twee voorpoten Sir Williams staart te pakken. Hij trekt die natuurlijk weg, probeert zijn staart uit haar buurt te houden en drinkt verder. Zij blijft naar zijn staart graaien. Hij maakt een geluid dat zelfs ik begrijp: blijf van mijn staart. Helena gaat vrolijk door. Hij zegt haar nogmaals hem met rust te laten, maar ze is Oost-Indisch doof. Na vier of vijf waarschuwingen draait hij zich om, zodat zijn hoofd vlakbij het hare is. En bij haar voorpootjes, waarmee ze hem vrolijk op zijn hoofd titst. Hji zegt het nog één keer, en dan heft hij zijn witgesokte voorpoot. De eerste twee weken zou ik op dat moment gezegd hebben dat hij dat niet mocht doen. Want zij is zo rank en fijngebouwd, en hij heeft zulke kloefers van poten. En de lieve jongen luisterde dan ook nog naar mij he, hij stopte als ik hem dat vroeg. Want de band met Sir William is echt ongelooflijk sterk, ik had het nooit durven dromen toen hij die eerste weken doodsbang achter de zetel woonde. Maar nu ik de hele scène heb gezien vind ik dat hij bijzonder geduldig is geweest, en zij weet intussen waaraan ze begint he. Ze moet hem dan maar niet zo uitdagen. Dus zij krijgt dan een tik van die witgesokte kloefer, maar is daar niet geweldig van onder de indruk. Hij doseert ook, hij klopt niet om haar pijn te doen, maar om haar duidelijk te maken dat het nu echt welletjes is. Scène: Sir William komt terug van een toertje en wandelt over de hoge tuinmuur. Hij spring op het lagere stukje muur, en wil van daar op de stapel tuinstoelen springen, dat is zijn vaste methode om naar beneden te komen. Maar op de stapel tuinstoelen zit Juffrouw Helena hem op te wachten. Hij kijkt naar mij en piept eens zielig, help mij, ze doet het weer. Ik probeer niet in de lach te schieten. De grote stoere gespierde kater en het klein pluizig zwart monstertje. Hij zit in het hoekje dat gevormd wordt door de hoge en de lage muur, en besluit, na wat aarzeling, de stoelen dan maar over te slaan en direct op het gras te springen. Op het moment dat hij de grond raakt, waarschijnlijk zelfs vroeger, lanceert Helena zich van de stapel stoelen. Sir William verspilt geen tijd en loopt meteen door na zijn landing, terwijl zij door de lucht achter hem aanzweeft met vier wijdgespreide poten (een dubbele spagaat?). Met haar rechtervoorpoot geeft ze hem al vliegend wat tikjes op zijn achterste, en ze landt half op hem, half op de grond. Dus er worden al eens robbertjes gevochten, hoewel ik niet zeker ben of het echt vechten is. Ze hebben allebei massa's energie, en die moeten ze kwijt, en er wordt nog zelden gepiept, er wordt niet meer gegromd en al lang niet meer geblazen. Ze kunnen ook op een halve meter van elkaar liggen soezen of slapen, beiden in dezelfde zetel, samen op de massagetafel, elk op een plateautje van het kattenkasteel. En het strafste: er wordt nooit gegromd bij het eten. Ook niet als ze hun kop in hetzelfde kommetje steken. Niet dat er geen twee kommetjes staan, maar ze zijn om ter hevigst als het om eten gaat. Eigenlijk weten ze het wel hoor, dat er voor elk een portie is, maar in de eerste hevigheid van het eten ruiken na het bijna flauwgevallen zijn (ze zijn zo ongeveer altijd uitgehongerd) lijken het wel hyena's. Ze eten ook vlak naast elkaar, dat hebben ze zelf zo geregeld. Gescheiden eetplekken, zoals ik dat altijd had gedaan voor Jozefien en Maurits, en later voor Jozefien en Sir William, daar moest ik bij hen niet mee afkomen. Bij Sir William had ik dat al gemerkt, hij wilde ook altijd vlakbij Jozefien eten, maar daar was Fientje het niet mee eens. Maar Helena vond ook dat het gezelliger was samen, en dus heb ik hen hun zin gegeven. Het is schitterend om hen daar naast elkaar te zien en horen eten.
Kort samengevat: ik heb niet te vroeg Halleluja geroepen, er is harmonie maar ook veel leven in huis, Helena is een Ninja, en ik denk wel tien keer op een dag: had ik nu mijn fototoestel maar bij de hand.