Jozefien moest vandaag nog even mee naar de dierenarts voor een opvolging.
Ik mis mijn oude dierenarts op veel manieren, niet in het minst voor haar
tarieven. Met wat ik vandaag betaalde kon ik bij haar 2,5 visites betalen. En
bovendien mocht ik daar assistente spelen, bij bloedafname bijvoorbeeld. Nu
pakken ze dat beest op, laten mij alleen achter, en nemen in een aparte ruimte
weg van mij met 2 onbekenden bloed af. Veel stresserender lijkt mij, voor dat
poezebeest. Maar goed, ik heb weinig keuze. Ze zijn goed en super vriendelijk,
hebben alle technieken zelf in huis, en zijn per fiets bereikbaar.
Het minst goede nieuws is dat ze nog maar 3kg weegt, maar nu ze weer goed
eet en er stukken beter uitziet dan vorige week, zal ze hopelijk weer wat
aankomen. Al haar waarden zijn normaal, de ontsteking is zo goed als verdwenen,
haar nier- en leverwaarden, maar zelfs haar schildklierwaarden! En dat zou nooit
meer haalbaar zijn, normale schildklierwaarden, was gezegd. En zelfs haar anemie
is, op 1 week tijd, spectaculair verbeterd. Dus als ze goed blijft eten en haar
medicatie neemt, komt dat beter in orde dan verhoopt. Dank u universum.
Sir William maakt dagelijks vorderingen, ik tref hem soms aan op de zetel
i.p.v. erachter, wat ik heerlijk vind. Hij stormt wel nog weg als ik richting
hem beweeg, maar goed, hij zit ook overdag niet meer de ganse tijd achter zijn
zetel.
Ik heb al enkele keren de keukendeur opengelaten zodat hij Jozefien kan
zien terwijl ik haar streel of een snoepje geef, en hij blijft super
geïnteresseerd, hij wil haar benaderen, zij gromt.
Ik kan dat alleen korte momenten doen, als ik er ben en kan ingrijpen
indien nodig, want ik ben er nog steeds niet in geslaagd hem een bandje om te
doen. Het ligt klaar, met magneetje en adreskokertje, maar vooralsnog lukt het
niet. Maar ik weet ook dat hij echt geen luikjes kent: hij maakte probleemloos
de overstap van 2 kattebakken naar 1, van open bak naar overkapte bak. Maar toen
ik enkele dagen geleden eens wilde proberen of het ook lukte met het deurtje aan
de bak, ging hij er voor zitten met een air van allez, nu kan ik niet naar het
toilet. Hij probeerde zelfs niet van ertegen te duwen of zo. Hij heeft echt
geen clou. Ik heb het er dan maar direct terug afgehaald.
Hij blijft mij bestuderen, wel stilaan van steeds dichterbij, en zit zich
zichtbaar af te vragen wat hij met dat raar groot kattebeest aan moet. Gisteren
kwam hij knuffels vragen, voor mij, terwijl ik op de zetel zat. Maar naar hem
over buigen tot ik hem met mijn hand kan aanraken lukt niet, dan deinst hij
terug. Dus heb ik hem maar met zon kunststofstokje, waaraan een kattenspeeltje
hangt, gestreeld, en dat werd hogelijk gewaardeerd, met veel gespin en
rug-gerol, en op den duur beetjes en klauwtjes, zodat ik al blij was dat het een
kunststof stokje en niet mijn hand was.
Jozefien trekt zich terug in haar keuken, want nu ik haar niet in de
slaapkamer laat (echt, ik kàn niet meer, met al dat gewas en dagelijks bed afhalen en opmaken) is
dat al wat ze nog heeft, keuken en tuin. En ze vertikt het om in de woonkamer te
zijn, tenzij om heel kort bezoek te begroeten. Maar Sir Wiliam, nee, daar wil ze
nog steeds niet aan.
En hij maar piepen en smeken. En t is hem niet om mij te doen he, het is
een kattenvriendje dat hij wil. En ik blijf toch maar een tweederangs kat. Zoals
in dat nummer dat ik schreef, ik zal het erbij voegen, dan hebben jullie nog
iets om bij te glimlachen.
|