Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Poezenstreken
Belevenissen van 2 katten en hun tweebenige dienaar
11-09-2014
24 en een half uur...
Zolang is het klein zwart spookje hier. En ze lijkt zowat het scenario van
SW te volgen, maar dan alleen een beetje sneller. Vannacht heeft ze,
vermoedelijk na grondige verkenning van haar voorlopige territorium, besloten
dat "achter de zetels" haar voorlopig toevluchtsoord wordt. Maar toen ik pas geleden in
de keuken was, hoorde ik een zeer bekend geluid dat ik toch niet onmiddellijk
kon thuisbrengen. Tot mijn euro viel: het spelen met de muis aan het elastiekje
op de kattetoren. Redelijk woest, zeker gezien haar geringe afmetingen. Het
ontstaarten en uitkleden kan ze natuurlijk niet meer doen, dat heeft SW zeer
grondig voor haar gedaan, maar blijkbaar is zo'n zwart plastieken ding ook best
tof om mee te spelen.
Toen ik even door de living moest stormde ze met haar kleine grappige
lijfje richting zetel. Maar toen ik iets vergeten bleek te zijn en twee minuten
later weer door de living moest, stormde ze wéér van de toren naar de zetel, dus
ze heeft niet echt veel tijd nodig om te bekomen van de terrible schrik die ik
haar aanjaag . En toen ik er de derde keer doorheen kwam twijfelde ze zelfs twee
seconden of ze nu gewoon op de toren zou blijven zitten of toch...Ze nam het
zekere voor het onzekere en stormde toch maar naar haar schuilplaats. En nu ik
hier zit te tikken hoor ik weer de plastieken resten van de muis tegen de toren
kletsen, dus zo heel erg vreselijk bang zal ze ondertussen niet meer zijn.
Het "niks doen" werkt dus, haar gewoon helemaal zelf op haar tempo laten
ontdooien en zien waar dat toe leidt. Vannamiddag is SW nog een keer komen
vragen om mee de woonkamer in te mogen, en weer riep hij, antwoordde zij en was
er een korte o"ntmoeting" half achter de zetel (ik zag hem nog half maar haar in
het geheel niet). Ik hoorde haar wel blazen en een beetje grommen, waarop hij
braafjes achteruit stapte en naar de keukendeur liep. Wijze jongen, dir Sir
William. Hij zal wel iets geleerd hebben uit het gekrab en geklauw van
Elvira.
Hoe zou het trouwens zijn met dat klein gestreept
meisje?
Ik heb een lange radiostilte laten vallen, ik weet het. Oh jawel, ik heb vaak gedacht dat ik de meelevers dringend op de hoogte zou moeten stellen van de poezebelevenissen hier in huis. Maar het is moeilijk geweest. Heel moeilijk. En ik heb uiteindelijk een beslissing genomen die ik een half jaar geleden ondenkbaar zou hebben gevonden. Maar het was geen leven. Niet voor Elvira, niet voor Sir Wililiam, en niet voor mij. Elvira was altijd gespannen, altijd op haar qui-vive, en Sir William moest maar één snorhaar laten zien of ze schoot in haar defensiemodus, die uiteindelijk nogal veel op een aanvalsmodus begon te gelijken. Het manneke had dan ook overal putjes en krasjes, om maar niet te spreken over de diepe sporen op zijn neus, die nog steeds niet helemaal geheeld zijn, en die misschien wel een blijvend souvenir aan Elvira's gezelschap zijn. SW begon ook een beetje een banneling te worden. Hij had zo genoeg van haar gegrom en geblaas, dat hij de tuin verkoos. Hij lag uren onder de perzikboom, en als het regende ging hij in een mandje in de veranda liggen, waar het fris en vochtig is, maar wel ver genoeg weg van Elvira's domein, de kattepaal in de woonkamer. En dan was er het pis- en kakverhaal. Van stress, of het nu angst of colère was, daar ben ik nog steeds niet achter, piste en kakte ze in de gang, op mijn yogamat, tegen de voordeur. En ze nam ook elke gelegenheid te baat om te proberen langs de voordeur de straat op te vluchten. Tegen die voordeur ligt nu een in azijn gedrenkte doek, in een zoveelste poging de pisgeur uit het hout te krijgen. Het pis- en kak kuisen, het voortdurende gebries en gekrakeel, het vraagt zoveel energie dat het niet vol te houden is. En dus heb ik, ook toen ik op reis was, de situatie van veraf en dichtbij, langs boven en langs onder, enfin, langs alle kanten bekeken. Ik heb geluisterd naar de verslagen van de katsitters, en geconcludeerd dat er maar één oplossing overbleef waar iedereen wel bij zou varen: Elvira herplaatsen. Nu is dat rap gezegd, maar...
Tja, natuurlijk mis ik dat meiske. Floddermie, aandachtzoeker, speelse Trien (enfin, met mensen spelen he, naar benen springen, in vingers happen). Gretige eter, trappelaarster die nooit teveel gepakt kon worden. Zalig, zo'n katje. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat ze goed terecht komt, bij iemand die haar alle aandacht geeft die ze nodig heeft. Maar daar vertrouw ik op. De bezielster van de organisatie waar ik mijn katjes vandaan haal wil alleen maar het beste voor de poezebeesten. Ze begreep ook meteen waar ik het over had, toen ik haar belde, en ook al wordt Elvira nu eerst weer ergens tijdelijk geplaatst, het zal wel goed komen. Ondertussen is hier een klein zwart meiske binnengekomen. Pikzwart, met hazelnootbruine oogjes. Geboren als wild katje in een kelder, die uiteindelijk toegang gaf tot een huis waar een dame met een groot hart voor poezen woont. Dus is hazelnootje daar opgevangen, een beetje tam geworden, gesteriliseerd, gechipt, en gekaraktiseerd als woeste speelvogel die niet bang is voor andere, zelfs grotere, katten. Dus hoop ik nu het beste, met een bang hart. Maar er zijn voortekenen: de dame die het pikzwarte meiske vond en bracht, heet Jozefien. En het zwarte meiske lijkt Maurits wel. Alleen wat oogkleur betreft wijkt ze af. Maar die blik, recht in mijn ogen, recht in mijn ziel, het leek even of Maurits was teruggekeerd. Alleen moet het meiske nog even wennen. Van woeste speelsheid is momenteel niks te zien. Maar goed, wie had de eerste drie weken, toen Sir William achter de zetel woonde, gedacht dat hij een enthousiaste aanhankelijke aaibare speelvogel zou worden. Ze besliste gisterenavond dat ze op de kattentoren wilde, in een van de kubusjes, veilig beschut. Daar zat ze, en ze wilde niks. Geen eten, geen drinken, en liefst ook niet te veel gestreel en zo. Dat was even wennen, na Elvira, die vanaf dag 1 de omgeving exploreerde en op elke schoot sprong die ze tegenkwam. Ik moet mij dus ook heel erg inhouden, want eigenlijk wil ik wel om de twee minuten gaan kijken of alles goed is met dat hummeltje, of ze niet toch een beetje wil eten, of misschien toch even opgepakt wil worden. Misschien voelt ze zich wat alleen, of.... En ik realiseer mij hoe moeilijk het voor Sir William is. Want ik houd hem kort nu, ik wil ten allen prijze voorkomen dat hij haar te snel afschrikt met zijn overweldigende enthousiasme. Nu moeten we ons alle twee inhouden .
Gisterenavond is hij toch twee seconden aan mijn aandacht ontsnapt, en plots hoor ik een gegrom en geblaas uit dat kubusje komen, en uit angst voor een herhaling van het Elvira-scenario ben ik wat al te luid, ik had nog nooit tegen hem geroepen, en ik zag hem ineenkrimpen, alsof hij slaag verwachtte, de arme jongen, zijn verleden zit er nog zo ingeprent. Ik verjoeg hem uit de living, en hij strompelde in een keer door naar buiten, en liet zich niet meer zien. Ik ben nog een keer of zeven gaan roepen voor ik ging slapen, en rond 4 uur vanmorgen heb ik hem nog eens met mijn hoofd door het raam geroepen, ik vreesde dat ik te bruut was geweest, en dat hij niet meer terug zou komen. Ik was dus enorm blij (mijn hart maakte echt een sprongetje) toen ik vanmorgen het luikje hoorde. Hij was terug. Alsof er niks aan de hand was, hongerig naar voedsel en naar het rituele streelnummertje dat daarbij hoort. Maar ook nieuwsgierig naar dat nieuwe hummeltje in huis, en toen ik naar de keuken wilde glippen was hij mij te slim af en stoof de woonkamer in. Het zwartje was van haar plekje gekomen, ze had iets gegeten, ze was in de kattebak geweest, en zat nu ergens verstopt. Sir William riep, en zij antwoordde. Hij riep weer, en zij antwoordde weer. Het kwam van achter de zetel. Hij stond klaar om er op af te vliegen, maar luisterde wonderwel toen ik hem zachtjes aanspoorde rustig te zijn. Na wat over en weer gemiauw is hij met mij mee naar de keuken gewandeld. Door de deur hebben ze nog een beetje met elkaar gecommuniceerd. Naderhand heb ik geprobeerd haar toe te spreken, maar wat ik ook doe, woorden, piepjes, halve miauwen, op mij antwoordt ze niet. Op zich geeft dat mij hoop, als die twee communiceren zit het er dik in dat ze met elkaar overweg gaan kunnen.
Dus voorlopig is het inhouden, inhouden inhouden, dat beestje tijd geven om te acclimatiseren. Ik vraag me af voor wie dat het moeilijkst is, voor Sir William of voor mij .
Donna Elvira. Ik vraag me af welke adelstand haar het beste zou passen. Het is echt niet normaal hoe dat mini-meisje een Jerommeke commandeert. Ik dacht tot voor kort dat ze bang was, maar wat ik daarstraks zag....
Maar eerst: het is ook een zorgenkindje natuurlijk. Al dat kak- en pis-gedoe, het leek wel alsof ik terug in het Jozefien-verhaal zat. En dat heeft mij ook eventjes beïnvloed. Ik was bang om naar de dierenarts te gaan, bang om toe te geven dat er iets aan de hand was, want op 7 maanden twee poezen moeten afgeven, het doet iets met je. Dus ik wilde de spoken verjagen en maakte mezelf wijs dat het stress was. Ze was zo bang van Sir William dat ze er diarree van kreeg en overal plaste behalve in de kattebak. Zelfs in de gietende regen op het terras. Dat was enkele dagen geleden, ik wilde haar nog bij haar schabbernak grabbelen omdat het echt geen weer was voor wie dan ook om buiten te gaan, het goot oude wijven, maar zij ging op het terras zitten, plaste en stoof dan sneller dan het licht weer naar binnen. Maar woensdag kon ik mijn ogen niet meer sluiten, ze wilde de ganse dag niet eten, gaf in de late namiddag ook nog eens over (op het bed natuurlijk, waar anders) en als top of the bill vond ik een plas voor de koelkast. Een bruine stinkende plas. Jozefien was helemaal terug. En toen wist ik dat ik iets moest ondernemen. Dus nam ik haar donderdag mee naar de dierenarts. Een geheel nieuwe ervaring: een kat in een transportmand op mijn fiets, en ik hoorde niks. geen kik. Nog niet het kleinste geluidje. Ze vindt dat dus absoluut niet erg. Ik had bij wijze van spreken de ganse dag met haar kunnen rondfietsen. Misschien vindt ze het zelfs leuk, wie zal het zeggen. Ze vertoonde althans niet de minste vorm van stress, tot de dierenarts haar begon te onderzoeken, daar was ze hoegenaamd niet van gediend. En toen hij een spuit in haar stak krabde en beet ze hem, nooit gezien zoiets. Hij vond het een goed teken dat ze zich verzette, en stelde vast dat er vuur zat in het meiske. Jaja, Elvira was de juiste naam. Stel je voor dat ik haar Truusje had genoemd, het zou echt nergens op slaan. Enfin, de dame heeft een darmontsteking, zeer waarschijnlijk veroorzaakt door darmparasieten. Wormen dus. Ook al had ik nooit een teken van wat voor worm dan ook teruggevonden in haar wijdverspreide uitwerpselen, voor de dierenarts was het zo goed als zeker. Anti-worm, en nu zou het dus snel moeten beteren. Dat doet het ook, gisterenavond en vandaag heeft ze stevig gegeten, in de kattebak gepoept -wel nog wat platjes, maar geen plassen meer- en door het huis gegaloppeerd als een veulen in een groene wei vol boterbloempjes. Ze viel mij overal aan waar ze mij maar onverhoeds kon bespringen, ze waagde zelfs een bewonderenswaardige poging om vanop de grond door de trapspijlen naar mijn benen te springen toen ik de trap opging, de poging mislukte enigszins, maar het idee en de inzet waren er. Ze was ook heel duidelijk in haar etenseisen, storm naar het aanrecht, jump erop, en dan zo'n blik van "kan-dat-nu-niet-wat-sneller-het-had hier-al-lang-moeten-staan-he". Dus het gaat duidelijk beter met haar, de wormen zullen in sneltempo aan het uitsterven zijn. (Valt zoiets trouwens onder genocide?) Maar dan hoorde ik plots gegrom, wat ongebruikelijk is, want het eten gaat doorgaans zeer goed, zij op het aanrecht, hij op de grond, ze eten en laten elkaar gerust. Tot vandaag dus. Ik loop de keuken in, gealarmeerd door haar gegrom, en verwacht iets in de zin van Sir Wiliam die op het aanrecht is gesprongen. Maar neen hoor, ik zie haar met haar neus tegen de zijne zitten, op de grond, grommend met de oren in haar nek, tot hij met zijn buik over de grond afdroop (van zijn eigenste etensbak he) en op een stoel onder de keukentafel ineengedoken ging zitten piepen. Terwijl zij smakkend zijn eten begon te verstouwen. Grr, het kleine spook.
Dus aan al wie voor haar zorgt tijdens mijn afwezigheid: laat je niet bedotten, het is dus geen angst he, zij wil gewoon de boel dirigeren. Oh, ze ziet er zo lief uit, en zo hulpeloos, en ze kan je aankijken met haar grote ogen op een manier die je ter plekke doet smelten. Ze is ook lief he, ze geeft je likjes en komt tegen je aanleggen, enfin, het is een fantastisch poezelijntje. Maar ze is niet lief voor Sir William.
Een tijdje later gaf ik hen wat stukjes gekookte kipfilet. Da's een aanrader voor katjes met darmproblemen, niks vet, niks saus, en ze zijn er gek op: gewoon kipfilet in water gooien met een beetje bouillon (in mijn geval biologische vegetarische bouillon) en dat een hele tijd laten koken zodat het zeker door en door gaar is. En dan in stukjes trekken. Ik vries daar dan ook wat van in, als lekker en gezond tussendoortje, of vervangmaal. Maar goed, ik was dus stukjes van die kipfilet aan het trekken, en Sir William, die dat al kent, was die zeer gretig aan het aanpakken. Aangezien ik nu wist dat ze eigenlijk helemaal niet bang is, en moed genoeg heeft om hem van zijn etensbak te verjagen (ik kan er nog niet van over he, ze kan minstens drie keer in hem, waar haalt ze het boude lef vandaan) vertikte ik het om toeschietelijk te zijn en haar een meter verder te voederen. Foert, ze moest het maar komen halen op 10cm. En dat deed ze dus. En dat verliep ook eventjes zeer vredig, tot er onenigheid ontstond over een op de grond gevallen stukje kip. Sir William, de immer gretige, onstuimige, enthousiaste, hapte er zonder nadenken naar, terwijl het misschien wel ietsje dichter bij haar lag (ik had toevallig geen meetlat bij). En toek, zij madame, met haar elegante witte sokjespoot. En grom, en blaas, en nog eens toek. Ja, hij klopt soms ook, dat weet ik. Maar zelden als eerste. En ik vermoed ook dat hij eigenlijk denkt nog een kitten te zijn, ook al ziet hij er zo niet meer uit, met zijn kloefers van poten en zijn gespierde lijf. Dus zijn tikje moet volgens mij gezien worden als de aanvallen van Elvira op mijn benen. Speels dus, niet bedoelt om te vechten of pijn te doen. Meestal toch. Hij gedraagt zich op veel fronten echt als een kitten, hoe hij speelt met lintjes, hoe hij in rondjes loopt, achterwaartse salto's maakt, enfin, een kitten in een wat groot uitgevallen lijf. Argeloos, zich volledig smijtend. En nu heeft hij dus een nuffige barones in huis, in een kittenlijfje, maar zich gedragend als een bazige echtgenote die alles voor zichzelf wil. En die altijd koppijn heeft als hij wil spelen. Zucht.
Bij momenten is het hilarisch, maar ik blijf te doen hebben met dat zwart wit bazeke. Al doet Elvira mij ook smelten. Bij wijlen.
In bijlage nog enkele foto(s, Elvira net voor haar eerste dakuitstap (had ik toen geweten dat ze zover weg zou gaan, ik had haar bij haar nekvel gegrabbeld in plaats van een foto te nemen), en Sir William op de terrastafel, en onder zijn geliefde boom in het gras. En een -uiteraard mislukte- toenaderingspoging.