Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Poezenstreken
Belevenissen van 2 katten en hun tweebenige dienaar
11-09-2014
24 en een half uur...
Zolang is het klein zwart spookje hier. En ze lijkt zowat het scenario van
SW te volgen, maar dan alleen een beetje sneller. Vannacht heeft ze,
vermoedelijk na grondige verkenning van haar voorlopige territorium, besloten
dat "achter de zetels" haar voorlopig toevluchtsoord wordt. Maar toen ik pas geleden in
de keuken was, hoorde ik een zeer bekend geluid dat ik toch niet onmiddellijk
kon thuisbrengen. Tot mijn euro viel: het spelen met de muis aan het elastiekje
op de kattetoren. Redelijk woest, zeker gezien haar geringe afmetingen. Het
ontstaarten en uitkleden kan ze natuurlijk niet meer doen, dat heeft SW zeer
grondig voor haar gedaan, maar blijkbaar is zo'n zwart plastieken ding ook best
tof om mee te spelen.
Toen ik even door de living moest stormde ze met haar kleine grappige
lijfje richting zetel. Maar toen ik iets vergeten bleek te zijn en twee minuten
later weer door de living moest, stormde ze wéér van de toren naar de zetel, dus
ze heeft niet echt veel tijd nodig om te bekomen van de terrible schrik die ik
haar aanjaag . En toen ik er de derde keer doorheen kwam twijfelde ze zelfs twee
seconden of ze nu gewoon op de toren zou blijven zitten of toch...Ze nam het
zekere voor het onzekere en stormde toch maar naar haar schuilplaats. En nu ik
hier zit te tikken hoor ik weer de plastieken resten van de muis tegen de toren
kletsen, dus zo heel erg vreselijk bang zal ze ondertussen niet meer zijn.
Het "niks doen" werkt dus, haar gewoon helemaal zelf op haar tempo laten
ontdooien en zien waar dat toe leidt. Vannamiddag is SW nog een keer komen
vragen om mee de woonkamer in te mogen, en weer riep hij, antwoordde zij en was
er een korte o"ntmoeting" half achter de zetel (ik zag hem nog half maar haar in
het geheel niet). Ik hoorde haar wel blazen en een beetje grommen, waarop hij
braafjes achteruit stapte en naar de keukendeur liep. Wijze jongen, dir Sir
William. Hij zal wel iets geleerd hebben uit het gekrab en geklauw van
Elvira.
Hoe zou het trouwens zijn met dat klein gestreept
meisje?
Ik heb een lange radiostilte laten vallen, ik weet het. Oh jawel, ik heb vaak gedacht dat ik de meelevers dringend op de hoogte zou moeten stellen van de poezebelevenissen hier in huis. Maar het is moeilijk geweest. Heel moeilijk. En ik heb uiteindelijk een beslissing genomen die ik een half jaar geleden ondenkbaar zou hebben gevonden. Maar het was geen leven. Niet voor Elvira, niet voor Sir Wililiam, en niet voor mij. Elvira was altijd gespannen, altijd op haar qui-vive, en Sir William moest maar één snorhaar laten zien of ze schoot in haar defensiemodus, die uiteindelijk nogal veel op een aanvalsmodus begon te gelijken. Het manneke had dan ook overal putjes en krasjes, om maar niet te spreken over de diepe sporen op zijn neus, die nog steeds niet helemaal geheeld zijn, en die misschien wel een blijvend souvenir aan Elvira's gezelschap zijn. SW begon ook een beetje een banneling te worden. Hij had zo genoeg van haar gegrom en geblaas, dat hij de tuin verkoos. Hij lag uren onder de perzikboom, en als het regende ging hij in een mandje in de veranda liggen, waar het fris en vochtig is, maar wel ver genoeg weg van Elvira's domein, de kattepaal in de woonkamer. En dan was er het pis- en kakverhaal. Van stress, of het nu angst of colère was, daar ben ik nog steeds niet achter, piste en kakte ze in de gang, op mijn yogamat, tegen de voordeur. En ze nam ook elke gelegenheid te baat om te proberen langs de voordeur de straat op te vluchten. Tegen die voordeur ligt nu een in azijn gedrenkte doek, in een zoveelste poging de pisgeur uit het hout te krijgen. Het pis- en kak kuisen, het voortdurende gebries en gekrakeel, het vraagt zoveel energie dat het niet vol te houden is. En dus heb ik, ook toen ik op reis was, de situatie van veraf en dichtbij, langs boven en langs onder, enfin, langs alle kanten bekeken. Ik heb geluisterd naar de verslagen van de katsitters, en geconcludeerd dat er maar één oplossing overbleef waar iedereen wel bij zou varen: Elvira herplaatsen. Nu is dat rap gezegd, maar...
Tja, natuurlijk mis ik dat meiske. Floddermie, aandachtzoeker, speelse Trien (enfin, met mensen spelen he, naar benen springen, in vingers happen). Gretige eter, trappelaarster die nooit teveel gepakt kon worden. Zalig, zo'n katje. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat ze goed terecht komt, bij iemand die haar alle aandacht geeft die ze nodig heeft. Maar daar vertrouw ik op. De bezielster van de organisatie waar ik mijn katjes vandaan haal wil alleen maar het beste voor de poezebeesten. Ze begreep ook meteen waar ik het over had, toen ik haar belde, en ook al wordt Elvira nu eerst weer ergens tijdelijk geplaatst, het zal wel goed komen. Ondertussen is hier een klein zwart meiske binnengekomen. Pikzwart, met hazelnootbruine oogjes. Geboren als wild katje in een kelder, die uiteindelijk toegang gaf tot een huis waar een dame met een groot hart voor poezen woont. Dus is hazelnootje daar opgevangen, een beetje tam geworden, gesteriliseerd, gechipt, en gekaraktiseerd als woeste speelvogel die niet bang is voor andere, zelfs grotere, katten. Dus hoop ik nu het beste, met een bang hart. Maar er zijn voortekenen: de dame die het pikzwarte meiske vond en bracht, heet Jozefien. En het zwarte meiske lijkt Maurits wel. Alleen wat oogkleur betreft wijkt ze af. Maar die blik, recht in mijn ogen, recht in mijn ziel, het leek even of Maurits was teruggekeerd. Alleen moet het meiske nog even wennen. Van woeste speelsheid is momenteel niks te zien. Maar goed, wie had de eerste drie weken, toen Sir William achter de zetel woonde, gedacht dat hij een enthousiaste aanhankelijke aaibare speelvogel zou worden. Ze besliste gisterenavond dat ze op de kattentoren wilde, in een van de kubusjes, veilig beschut. Daar zat ze, en ze wilde niks. Geen eten, geen drinken, en liefst ook niet te veel gestreel en zo. Dat was even wennen, na Elvira, die vanaf dag 1 de omgeving exploreerde en op elke schoot sprong die ze tegenkwam. Ik moet mij dus ook heel erg inhouden, want eigenlijk wil ik wel om de twee minuten gaan kijken of alles goed is met dat hummeltje, of ze niet toch een beetje wil eten, of misschien toch even opgepakt wil worden. Misschien voelt ze zich wat alleen, of.... En ik realiseer mij hoe moeilijk het voor Sir William is. Want ik houd hem kort nu, ik wil ten allen prijze voorkomen dat hij haar te snel afschrikt met zijn overweldigende enthousiasme. Nu moeten we ons alle twee inhouden .
Gisterenavond is hij toch twee seconden aan mijn aandacht ontsnapt, en plots hoor ik een gegrom en geblaas uit dat kubusje komen, en uit angst voor een herhaling van het Elvira-scenario ben ik wat al te luid, ik had nog nooit tegen hem geroepen, en ik zag hem ineenkrimpen, alsof hij slaag verwachtte, de arme jongen, zijn verleden zit er nog zo ingeprent. Ik verjoeg hem uit de living, en hij strompelde in een keer door naar buiten, en liet zich niet meer zien. Ik ben nog een keer of zeven gaan roepen voor ik ging slapen, en rond 4 uur vanmorgen heb ik hem nog eens met mijn hoofd door het raam geroepen, ik vreesde dat ik te bruut was geweest, en dat hij niet meer terug zou komen. Ik was dus enorm blij (mijn hart maakte echt een sprongetje) toen ik vanmorgen het luikje hoorde. Hij was terug. Alsof er niks aan de hand was, hongerig naar voedsel en naar het rituele streelnummertje dat daarbij hoort. Maar ook nieuwsgierig naar dat nieuwe hummeltje in huis, en toen ik naar de keuken wilde glippen was hij mij te slim af en stoof de woonkamer in. Het zwartje was van haar plekje gekomen, ze had iets gegeten, ze was in de kattebak geweest, en zat nu ergens verstopt. Sir William riep, en zij antwoordde. Hij riep weer, en zij antwoordde weer. Het kwam van achter de zetel. Hij stond klaar om er op af te vliegen, maar luisterde wonderwel toen ik hem zachtjes aanspoorde rustig te zijn. Na wat over en weer gemiauw is hij met mij mee naar de keuken gewandeld. Door de deur hebben ze nog een beetje met elkaar gecommuniceerd. Naderhand heb ik geprobeerd haar toe te spreken, maar wat ik ook doe, woorden, piepjes, halve miauwen, op mij antwoordt ze niet. Op zich geeft dat mij hoop, als die twee communiceren zit het er dik in dat ze met elkaar overweg gaan kunnen.
Dus voorlopig is het inhouden, inhouden inhouden, dat beestje tijd geven om te acclimatiseren. Ik vraag me af voor wie dat het moeilijkst is, voor Sir William of voor mij .
Donna Elvira. Ik vraag me af welke adelstand haar het beste zou passen. Het is echt niet normaal hoe dat mini-meisje een Jerommeke commandeert. Ik dacht tot voor kort dat ze bang was, maar wat ik daarstraks zag....
Maar eerst: het is ook een zorgenkindje natuurlijk. Al dat kak- en pis-gedoe, het leek wel alsof ik terug in het Jozefien-verhaal zat. En dat heeft mij ook eventjes beïnvloed. Ik was bang om naar de dierenarts te gaan, bang om toe te geven dat er iets aan de hand was, want op 7 maanden twee poezen moeten afgeven, het doet iets met je. Dus ik wilde de spoken verjagen en maakte mezelf wijs dat het stress was. Ze was zo bang van Sir William dat ze er diarree van kreeg en overal plaste behalve in de kattebak. Zelfs in de gietende regen op het terras. Dat was enkele dagen geleden, ik wilde haar nog bij haar schabbernak grabbelen omdat het echt geen weer was voor wie dan ook om buiten te gaan, het goot oude wijven, maar zij ging op het terras zitten, plaste en stoof dan sneller dan het licht weer naar binnen. Maar woensdag kon ik mijn ogen niet meer sluiten, ze wilde de ganse dag niet eten, gaf in de late namiddag ook nog eens over (op het bed natuurlijk, waar anders) en als top of the bill vond ik een plas voor de koelkast. Een bruine stinkende plas. Jozefien was helemaal terug. En toen wist ik dat ik iets moest ondernemen. Dus nam ik haar donderdag mee naar de dierenarts. Een geheel nieuwe ervaring: een kat in een transportmand op mijn fiets, en ik hoorde niks. geen kik. Nog niet het kleinste geluidje. Ze vindt dat dus absoluut niet erg. Ik had bij wijze van spreken de ganse dag met haar kunnen rondfietsen. Misschien vindt ze het zelfs leuk, wie zal het zeggen. Ze vertoonde althans niet de minste vorm van stress, tot de dierenarts haar begon te onderzoeken, daar was ze hoegenaamd niet van gediend. En toen hij een spuit in haar stak krabde en beet ze hem, nooit gezien zoiets. Hij vond het een goed teken dat ze zich verzette, en stelde vast dat er vuur zat in het meiske. Jaja, Elvira was de juiste naam. Stel je voor dat ik haar Truusje had genoemd, het zou echt nergens op slaan. Enfin, de dame heeft een darmontsteking, zeer waarschijnlijk veroorzaakt door darmparasieten. Wormen dus. Ook al had ik nooit een teken van wat voor worm dan ook teruggevonden in haar wijdverspreide uitwerpselen, voor de dierenarts was het zo goed als zeker. Anti-worm, en nu zou het dus snel moeten beteren. Dat doet het ook, gisterenavond en vandaag heeft ze stevig gegeten, in de kattebak gepoept -wel nog wat platjes, maar geen plassen meer- en door het huis gegaloppeerd als een veulen in een groene wei vol boterbloempjes. Ze viel mij overal aan waar ze mij maar onverhoeds kon bespringen, ze waagde zelfs een bewonderenswaardige poging om vanop de grond door de trapspijlen naar mijn benen te springen toen ik de trap opging, de poging mislukte enigszins, maar het idee en de inzet waren er. Ze was ook heel duidelijk in haar etenseisen, storm naar het aanrecht, jump erop, en dan zo'n blik van "kan-dat-nu-niet-wat-sneller-het-had hier-al-lang-moeten-staan-he". Dus het gaat duidelijk beter met haar, de wormen zullen in sneltempo aan het uitsterven zijn. (Valt zoiets trouwens onder genocide?) Maar dan hoorde ik plots gegrom, wat ongebruikelijk is, want het eten gaat doorgaans zeer goed, zij op het aanrecht, hij op de grond, ze eten en laten elkaar gerust. Tot vandaag dus. Ik loop de keuken in, gealarmeerd door haar gegrom, en verwacht iets in de zin van Sir Wiliam die op het aanrecht is gesprongen. Maar neen hoor, ik zie haar met haar neus tegen de zijne zitten, op de grond, grommend met de oren in haar nek, tot hij met zijn buik over de grond afdroop (van zijn eigenste etensbak he) en op een stoel onder de keukentafel ineengedoken ging zitten piepen. Terwijl zij smakkend zijn eten begon te verstouwen. Grr, het kleine spook.
Dus aan al wie voor haar zorgt tijdens mijn afwezigheid: laat je niet bedotten, het is dus geen angst he, zij wil gewoon de boel dirigeren. Oh, ze ziet er zo lief uit, en zo hulpeloos, en ze kan je aankijken met haar grote ogen op een manier die je ter plekke doet smelten. Ze is ook lief he, ze geeft je likjes en komt tegen je aanleggen, enfin, het is een fantastisch poezelijntje. Maar ze is niet lief voor Sir William.
Een tijdje later gaf ik hen wat stukjes gekookte kipfilet. Da's een aanrader voor katjes met darmproblemen, niks vet, niks saus, en ze zijn er gek op: gewoon kipfilet in water gooien met een beetje bouillon (in mijn geval biologische vegetarische bouillon) en dat een hele tijd laten koken zodat het zeker door en door gaar is. En dan in stukjes trekken. Ik vries daar dan ook wat van in, als lekker en gezond tussendoortje, of vervangmaal. Maar goed, ik was dus stukjes van die kipfilet aan het trekken, en Sir William, die dat al kent, was die zeer gretig aan het aanpakken. Aangezien ik nu wist dat ze eigenlijk helemaal niet bang is, en moed genoeg heeft om hem van zijn etensbak te verjagen (ik kan er nog niet van over he, ze kan minstens drie keer in hem, waar haalt ze het boude lef vandaan) vertikte ik het om toeschietelijk te zijn en haar een meter verder te voederen. Foert, ze moest het maar komen halen op 10cm. En dat deed ze dus. En dat verliep ook eventjes zeer vredig, tot er onenigheid ontstond over een op de grond gevallen stukje kip. Sir William, de immer gretige, onstuimige, enthousiaste, hapte er zonder nadenken naar, terwijl het misschien wel ietsje dichter bij haar lag (ik had toevallig geen meetlat bij). En toek, zij madame, met haar elegante witte sokjespoot. En grom, en blaas, en nog eens toek. Ja, hij klopt soms ook, dat weet ik. Maar zelden als eerste. En ik vermoed ook dat hij eigenlijk denkt nog een kitten te zijn, ook al ziet hij er zo niet meer uit, met zijn kloefers van poten en zijn gespierde lijf. Dus zijn tikje moet volgens mij gezien worden als de aanvallen van Elvira op mijn benen. Speels dus, niet bedoelt om te vechten of pijn te doen. Meestal toch. Hij gedraagt zich op veel fronten echt als een kitten, hoe hij speelt met lintjes, hoe hij in rondjes loopt, achterwaartse salto's maakt, enfin, een kitten in een wat groot uitgevallen lijf. Argeloos, zich volledig smijtend. En nu heeft hij dus een nuffige barones in huis, in een kittenlijfje, maar zich gedragend als een bazige echtgenote die alles voor zichzelf wil. En die altijd koppijn heeft als hij wil spelen. Zucht.
Bij momenten is het hilarisch, maar ik blijf te doen hebben met dat zwart wit bazeke. Al doet Elvira mij ook smelten. Bij wijlen.
In bijlage nog enkele foto(s, Elvira net voor haar eerste dakuitstap (had ik toen geweten dat ze zover weg zou gaan, ik had haar bij haar nekvel gegrabbeld in plaats van een foto te nemen), en Sir William op de terrastafel, en onder zijn geliefde boom in het gras. En een -uiteraard mislukte- toenaderingspoging.
Ik weet het, ik wéét het, het is veel te lang geleden. Het is eventjes druk
geweest met de voorbereiding en het vrijwilligen op het festivalletje in de
buurt. Maar meer nog zat ik behoorlijk in de knoei met mijn twee
kattenschatjes. Mijn hart bloedde (en bloedt soms nog) voor die lieve
enthousiaste en lang-veel-vaak gefrustreerde Sir William. Dat jongetje wil echt
niet veel, hij wil enkel een vriendje, en hij is niet eens kieskeurig, elk
gespot kattebeest is een potentieel vriendje voor hem. Helaas zijn alle kattebeesten
hier in de buurt, Madame Elvira inbegrepen, te zwaar onder de indruk van zijn
gulle enthousiasme.
Hij smeekt, hij argumenteert, hij legt zich plat op zijn buik of helemaal
op zijn rug, en nog zijn die koppigaards niet te vermurwen. En telkens ik dat
zie breekt mijn hart. En dan komt hij af, en doet zijn verhaal. Ganse monologen
steekt dat katertje af tegen mij, en hoewel ik niet alles letterlijk begrijp,
snap ik de grote lijnen wel, en dan poog ik hem maar weer op te monteren met
iets lekkers of met een in de buurt liggend lintje. En weer is hij dan Super
Enthousiast, over dat lekkers of dat speeltje. Hij is zo'n levensblije ziel, het
is echt onwaarschijnlijk.
Dus ik heb een tijdje getwijfeld over Elvira. Of zij wel het juiste katje
was om bij ons te wonen. De eerste 10 dagen leek ze zelf ook niet echt happy, ze
lag maar ergens te liggen, en geleek in het geheel niet op een levenslustige
kitten.
We weten natuurlijk niks over haar, behalve dat ze gevonden is, alleen,
buiten. Als ze mij kon vertellen wat ze heeft meegemaakt, zou dat waarschijnlijk
al veel verduidelijken. En misschien zou ik haar dan ook beter kunnen helpen om
zich op haar gemak te voelen, en om haar angst voor ons over-enthousiaste Zwart-Witje
te overwinnen.
Ik vermoed althans dat het angst is wat haar drijft.
Het was natuurlijk erg ongelukkig dat haar eerste close encounter met SW in
de kattebak plaatsvond. In de kattebak met klepje dan nog. Zij wilde zeer flink
haar behoefte gaan doen, ik stond al helemaal klaar om haar te bewieroken, want
ze was nog maar enkele uren hier, en toen kwam van nergens die enthousiasteling
aangelopen en stak zijn katerkop door dat luikje. Zij kon niet weg, en gromde,
knorde en blies. Zoals altijd kon ik hem ook toen zeer snel terugfluiten -hij is
echt ongelooflijk op dat vlak: hem zachtjes roepen of heel even aanraken, al is
het aan het tipje van zijn staart, en onmiddellijk trekt hij zich terug, met
zo'n blik van "juist ja, ik was weer eventjes te overweldigend, sorry"- maar het
kwaad was natuurlijk geschied.
Of de oorzaak nu in die kattebak-ontmoeting ligt, of ze misschien al
onprettige ervaringen met andere poezen had gehad voor ze bij ons terecht kwam,
de situatie is onprettig voor ons alle drie, en er zit eigenlijk niet echt
evolutie in. Ze kunnen behoorlijk dicht bij elkaar zijn, samen op bed (met mij
ertussen) of, tijdens het eten op en onderaan het aanrecht, zonder incidenten.
Maar er is een grens. Als die overschreden wordt is er gegrom, geknor en
geblaas. En af en toe een boksmatch. En daaraan verandert dus niks, die grens is
nog geen millimeter verlegd. Nochtans volg ik de voorschriften: laat ze elkaar
zien op veilige afstand, terwijl ze spelen of eten, zodat ze elkaar associëren
met prettige dingen, ik speel erg vaak met SW voor Elvira's neus, zodat ze ziet
dat hij echt geen kwaad in de zin heeft. Zelf is Sir William meestentijds echt
enorm, het is alsof hij helemaal begrijpt wat hij moet doen, hij houdt afstand,
gaat achteruit als ze gromt, laat zich zien maar pretendeert absoluut niet in
haar geïnteresseerd te zijn, komt bij mij om streeltjes als het hem te machtig
wordt, maar het helpt allemaal niet. Hij doet zo erg zijn best, houdt zich zo in
maar ze gaat dus niet overstag.
Hij loopt rond met een krab op zijn snoet, een geschalodderd oor, en een
ontelbaar aantal pikjes -van die één-nagel-wondjes- op zijn hoofdje en lijf. Zij
heeft welgeteld twee kleine wondjes gehad op al die tijd: eentje boven
haar rechteroogje, dat moeilijk geneest omdat ze het korstje er telkens weer
afhaalt, en een klein, ondertussen genezen, krabbetje aan haar linker heup. Dat
was van zeer in het begin, toen hij zijn zachte pootjes nog niet ontdekt had.
Want zelfs dat heeft hij gedaan: hij heeft geleerd te spelen met ingetrokken
nageltjes, ik voel het ook als hij bij het spelen mijn been raakt, of mijn arm:
hij trekt zijn klauwtjes in.
Hij heeft al veel geleerd van Elvira: hij ligt nu vaak met ons op bed, dat
deed hij voordien niet. Hij speelt met zachte pootjes, en het komt nog zeer
zelden tot geboks. En als het dat toch doet, dan is het meestal madame die de
eerste slag uitdeelt.
Scene: ik zit buiten op het terras met Elvira, de tweede keer dat ze buiten
mag, nog enkel onder mijn toezicht. Ze zit naast mijn stoel op de tegels, hij
ligt nog binnen, in de veranda, op zijn rug te kroelen en om haar aandacht te
vragen. Op een bepaald moment strekt hij al rollend op zijn rug zijn voorpoten
ietsje te ver uit naar het inzicht van La Donna, en lap, daar geeft ze hem een
tik. Hij weet niet wat hem overkomt en loopt beteuterd weg.
Het gaat niet altijd zo, soms voelt ze zich echt bedreigd en zie ik haar
ineenkrimpen en achteruit krabbelen, terwijl hij niet eens een dreigende houding
aanneemt. Wat niet wil zeggen dat hij voor haar niet bedreigend kan overkomen.
De laatste dagen zie ik een beetje evolutie bij Elviertje. Niet in haar
houding t.o.v. Sir William, maar wel in haar totale gedrag. Ze komt af nu, als
ze me hoort. Dat kan zijn als ik opsta en zij al naar beneden gelopen was, dan
komt ze terug naar boven. Als ik thuiskom toont ze blijdschap om me te zien, dan
worden mijn benen aangevallen en krijg ik beetjes en likjes waar ze maar aankan.
Ze begint zich blijkbaar toch een beetje thuis te voelen, is nieuwsgieriger,
gaat op onderzoek, ligt al eens op een van de bovenste niveautjes van het
kattenkasteel.
Vandaag mocht ze nog een keer buiten, de vierde keer denk ik, en ze heeft
het lage muurtje ontdekt, waar ze zich knus op installeerde. Helaas ging ze op
een bepaald moment ook al op onderzoek op de hoge muur (slecht voor mijn hart)
maar gelukkig kwam ze vrij snel terug. Ze viel ook de blaadjes aan die bewogen
door de wind, enfin, ze deed normale kittendingen.
Toen ze zich op dat lage muurtje had geïnstalleerd lag Sir William vlak
onder haar in het gras, zo plat als maar kon, zielige prr-tje en mieuwtjes
makend, maar het mocht alweer niet baten.
Helaas had ik mijn camera niet beneden, en kon ik SW niet mee op de foto
zetten. Haar heb ik vanuit het bureauraam nog net te stekken gekregen. Dat is
dan weer de keerzijde: met Elvira kan ik mij dingen permitteren die eigenlijk
niet kunnen met katten. Voor u verder leest: don't try this at home!! Je kan
haar eventjes alleen laten in de tuin, ze gaat er niet vandoor. In tegendeel,
anderhalve minuut na de foto stond ze naast me in het bureau. Ze loopt vanaf dag
1 hier rond, terwijl alle deuren open waren 's nachts, ze zou dus in theorie
door de luikjes naar buiten gekund hebben, maar ze bleef die eerste dagen gewoon
liggen waar je haar neerlegde, dus ik legde haar op een handdoek naast mijn
hoofdkussen, en daar lag ze 's morgens nog. Pas na enkele nachten ging ze 's
nachts al eens naar de kattebak, en knabbelde ze bij terugkeer een brokje.
Verder ging ze niet. Ook nu nog volstaat het de buitendeur toe te houden om haar
te beletten de tuin in te gaan. Ze schijnt de kattenluikjes gewoon niet op te
merken.
Zelfs als ze ontsnapt -grr, wat haat ik dat!- blijft ze rustig. Sir
William woont vijf maanden hier, en hij is nog nooit langs de voordeur buiten
geglipt. Ah neen, ik ben super alert in de gang, kijk vijf keer rond vooraleer
ik de deur openmaak.
Edoch: Donna Elvira heeft het in minder dan drie weken al twee keer gelapt.
Twee keer, dat leest u goed. De eerste keer was vorige week zondag, 27 juli. Ik
was eventjes naar de poezen komen kijken tussen twee vrijwilligersshiften op het
plein door. En ik moest dringend terug. Typisch is dat, zoiets gebeurt wanneer
je gehaast bent. Ik kijk in de gang, ik zie niemand. Ik open de deur, en zie
iets grijs gestreept voor mij wegflitsen. Waar ze zo snel vandaan kwam, ik zou
het niet kunnen zeggen. Ik panikeerde, zij niet. Ze schoot onder de geparkeerde
auto voor mijn deur, en ik zag mij weer uren plat op mijn buik op straat liggen
(herinnering aan Maurits, lang geleden) of bij mensen gaan bellen om in hun
kelder te mogen (Jozefien heeft dat een aantal keer gelapt, ze schrok van een
passerende auto en dook het eerste het beste keldergat in waar ze dan niet meer
uit raakte). Ik heb geleerd langs de straatkant te gaan, zodat, als de ontsnapte
kat van je wegloopt, ze in elk geval naar de veilige stoep loopt en niet naar de
gevaarlijke straat. Maar zelfs plat op mijn buik zag ik geen Elvira. Ik ging dan
maar voorzichtigjes terug naar het voetpad, en daar zat de dame, voor het enorme
wiel (het was een hoge auto) waardoor ik haar vanaf de straatkant inderdaad
niet kon zien. Ze keek naar mij, alsof ze zich afvroeg wat voor idiote dingen ik
allemaal aan het doen was, liet zich zonder meer benaderen en oppakken, en ik
kon haar gewoon terug binnenzetten. Ik heb nog nooit een kat geweten die zo kalm
blijft op straat. De meeste katten gaan dan in een zeer alerte overlevingsmodus,
schrikken van voorbijrijdende brommers en auto's, stoppen zich weg, laten zich
soms uren niet vermurwen om midden onder die auto uit te komen. Zoniet
Elvira.
Maandagavond lapte ze het opnieuw. Ik liet iemand uit, en voor mijn
bezoeker één stap buiten had kunnen zetten zat ze al naast de boom op het
voetpad. Ik vermoed dat het daar zeer interessant rook, want ze snuffelde dat
het een lust was. En weer liep ze niet weg (ik ben wel met een omtrekkende
beweging en heel traag en voorzichtig genaderd, weer vanaf de straatkant, zodat
ze, mocht ze willen weglopen, richting huizen zou gaan). Ze gedroeg zich niet
anders dan wanneer ik haar binnen zou oppakken, en liet zich gewillig weer
binnenzetten.
We kunnen dus concluderen dat Donna Elvira weer een zeer apart geval is,
dat ze ondertussen mijn hart gestolen heeft ondanks haar uitvallen naar Sir
William, en dat ik dus hoop en bid dat ze haar angst kan overwinnen, en het
vriendje worden waar Sir William al zo lang op wacht.
Sir William vindt het waarschijnlijk allemaal minder erg dan ik. Hij gaat
zijn gang, gaat vaak op stap, verliest zijn halsbandje, en staat dan letterlijk
verzopen kat te wezen voor het bureauraam. Dat was een goede week geleden, hij
was zo nat dat ik hem zelfs -zeer tegen zijn zin- heb afgedroogd, voor zover dat
lukte. Wie weet hoe lang hij in de gietende regen aan dat luikje aan 't prutsen
is geweest.
Vanmorgen tegen zessen stond hij weer luidkeels te miauwen voor het
bureauraam Hij heeft het helemaal door nu: als dat stomme luikje beneden niet
open wil, ga dan je keel openzetten aan dat raam, daar wordt ze wel wakker van,
en dan ben je ook knusjes binnen. Ik denk dat ik dat nog een aantal keer ga
mogen doen, slaapdronken uit mijn bed klauteren en met een half oog open aan dat
raam proberen te geraken om de Sir-die-zijn-halsbandje-verloor binnen te laten.
Ik moet ook dringend op zoek naar leuke elastiek, om nieuwe bandjes te maken.