Deze avond ging ik een wandelingetje doen om de randen van Zámbiza wat
verder te verkennen. Ik ben steeds op zoek naar de natuur die hier zo
overweldigend zou moeten aanwezig zijn maar die verdoezeld wordt door het
straatvuil , de vuilstortingen op allerlei plaatsen langs de berghellingen, de
vele overal halfafgebouwde woningen. Overal wordt er gebouwd, de afstand tussen het dorp en het oprukkende Quito wordt steeds kleiner. En dan heb je nog de geur en het lawaai van de autos met soms ganse wolken zwarte roet (vooral de bussen in Quito!) . Elk dorp lijkt hier gelukkig wel zijn dorpsplein te hebben, en dit is vaak een verademing .
Ik bereikte de noordkant (als ik mij niet vergis , want mijn oriëntatie
is nog steeds niet perfect) en daarmee de rand die verder naar beneden gaat:
dat was een leuke ontdekking.
Ik daalde al eens af in de kloof aan de westkant waar Inge en
Saulo hun huis grenst. En enkele dagen geleden ook in de kloof aan de oostkant, die heel diep
is en waar ik het water zelfs niet kon bereiken.

|