Hope for the Horn of Africa
For peace and cooperation
For peace and cooperation in the Horn of Africa
12-04-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TPLF Tigrayaanse militieleden zetten een scene “Eritreeërs verminken vrouwen…” in elkaar

TPLF Tigrayaanse militieleden zetten een scene “Eritreeërs verminken vrouwen…” in elkaar

Awasa Guardian (AG) 10 april 2021 [i]

Terwijl Tigrayaanse militieleden voorbereidingen troffen om een scène te filmen waarin Eritrese soldaten werden geënsceneerd die vrouwenborsten verminkten, gingen de vluchtelingen-gijzelaars die als acteurs werden die gedwongen werden zich te verkleden in Eritrese legeruniformen, in december op de vlucht.

Zij vertelden hun verhaal aan Europese migrantenvoorvechtster Dr Natalia Paszkiewicz.

De Pools-Europese antropologe Dr. Natalia Paszkiewicz is een bekende naam onder de tienduizenden Eritrese vluchtelingen die sinds 2002 de grens overstaken naar de noordelijke Tigray regio van Ethiopië. Zij staat kritisch ten overstaan van het het bewind in Eritrea en is expert op het gebied van de migratie vanuit Eritrea. Zij kent al jaren de benarde situatie van deze immigranten en pleit voor de hervestiging van deze asielzoekers.

Sinds de oorlog in Tigray in november uitbrak en nadat het plaatselijke Tigrayan People's Liberation Front (TPLF) een gecoördineerde opstand tegen de Ethiopische regering had gevoerd[ii], zijn de verslagen van Dr. Paszkiewicz een van de meest betrouwbare bronnen van informatie geweest. In de afgelopen weken heeft zij getuigenissen opgetekend van verschillende vluchtelingen uit het kamp van Hitsats dat werd beschoten door plaatselijke Tigrayaanse milities en dorpsbewoners die aan het TPLF gelieerd zijn.

Alhoewel bekend is dat de Eritrese regering zich verzet tegen deze kampen, die een magneet zijn geworden voor haar dissidenten, zijn deze Eritrese vluchtelingen sinds het uitbreken van de oorlog verwikkeld geraakt in het midden in het conflict tussen beide partijen. Velen van hen zijn reeds omgekomen. Toen het TPLF de nederlaag leed tegen de Ethiopische strijdkrachten en hun Eritrese bondgenoten, verzonnen de wanhopige Tigray-strijders samenzweringstheorieën en beschuldigden de onschuldige Eritrese vluchtelingen "Shabiya" te zijn en schoten brutaal hen neer, aldus Dr. Paszkiewicz.

Haar laatste verslag van de gebeurtenissen doet echter nog meer vragen opgeroepen over hoe de talrijke “zelf-beschuldigende” video's, die door het Ethiopische federale leger zouden zijn gefilmd en die op mysterieuze wijze in handen zijn gekomen van TPLF-mediakanalen zoals Tigray Media House (TMH), die deze later hebben doorgestuurd naar CNN en andere westerse media.

Volgens het relaas van Dr. Paszkiewicz over een andere groep vluchtelingen die het kamp Hitsats ontvluchtten, gijzelden de plaatselijke Tigray milities een groep van 40 vluchtelingen. “Vervolgens selecteerden zij 10 vluchtelingen en zeiden dat zij Eritrese legeruniformen moesten aandoen. Daarna gaven de militieleden hen “messen en zeiden hen de borsten van vrouwen uit de groep af te snijden.”

 “Terwijl de (TPLF) militiemannen voorbereidingen troffen om de scène met hun mobiele telefoons te filmen, brak er een gevecht uit met een andere vluchteling die probeerde te ontsnappen. Anderen maakten van deze gelegenheid gebruik om te ontsnappen. Sommigen werden gedood. Op dat moment werd de jongen met wie ik sprak in zijn handen geschoten”, aldus Dr. Paszkiewicz, die een foto liet zien van de neergeschoten vluchteling-getuige.

Dit onafhankelijke verslag over lokale milities die banden hebben met de TPLF en een Eritrees legeruniform gebruiken voor sabotagedoeleinden, bevestigt eerdere berichten over de productie door het TPLF van uniformen voor het Ethiopische en Eritrese leger in haar textielfabriek in Almeda[iii] sinds medio 2020. Dit is echter de eerste onafhankelijke bevestiging van het gebruik van video-opnameapparatuur door de TPLF om wreedheden te ensceneren - of in dit geval wreedheden te begaan - in een poging om de Ethiopische en Eritrese regeringstroepen te criminaliseren.

Critici van het huidig ongeloofwaardig “onderzoek” over de gebeurtenissen in Tigray door Westerse organisaties, zeggen dat deze laatste onthulling wel eens een van de meest schadelijke bewijzen zou kunnen zijn die de mediaverhalen over “misdaden tegen de menselijkheid” door Ethiopische en Eritrese strijdkrachten weerleggen.

Awasa Guardian (AG) kan de onafhankelijk niet verifiëren of alle video's van vermeende wreedheden in Tigray die door westerse media en rechtenorganisaties zijn gebruikt op een vergelijkbare manier zijn vervaardigd. CNN en andere media hebben echter ook toegegeven dat ook zij niet in staat zijn te verifiëren of de daders van de gruweldaden inderdaad Ethiopische en Eritrese troepen zijn, zoals beweerd door de mediabronnen van de TPLF, die de video's onder meer aan de Soedanese journalist Nima Elbagir van CNN hebben verstrekt.

Dit is echter niet de eerste keer dat Nima Elbagir en andere journalisten van CNN (die  ver van Tigray verslag uitbrengen)  ervan worden beschuldigd gemanipuleerde informatie te gebruiken die uitsluitend afkomstig is van pro-TPLF Tigrayaanse bronnen in Soedan. Jemal Countess, journalist bij Getty Images, heeft bewijsmateriaal verzameld waaruit blijkt dat Amhara-vluchtelingen die naar Soedan waren gevlucht als gevolg van het bloedbad in Mai Kadra[iv], werden gedwongen terug te keren naar Ethiopië toen TPLF-strijders later Soedan binnentrokken. Dit heeft critici doen twijfelen aan de betrouwbaarheid van de bronnen in Soedan die veel van de pro-TPLF alternatieve verslagen over Tigray leveren die door westerse media en mensenrechtenorganisaties worden overgenomen.

Verkracht en in de greppel gegooid

Uit het, door Dr. Paszkiewicz verzameld, bewijsmateriaal bleek dat de wreedheid van de Tigray milities niet beperkt bleef tot de kampen, aangezien overlevende Eritrese vluchtelingen uit de kampen herhaaldelijk te maken kregen met nog meer TPLF-milities toen zij probeerden uit Tigray weg te komen. Duizenden vluchtelingen die uit hun kampen waren verdreven, reisden in talrijke en vaak geïsoleerde kleine groepen om de Tigray-grens over te steken naar de veilige Amhara-regio. Bij één incident werden overlevenden van een eerdere aanval door TPLF-strijders geconfronteerd met de agressie van de ene Tigray militie na de andere. Volgens Dr. Paszkiewicz hebben overlevenden werden vrouwen op wrede wijze “verkracht” en vervolgens geëxecuteerd door de TPLF-milities.

De Tigraya militie “verzamelde ook andere vluchtelingen, in totaal 80, in een goudzoekersput. Vervolgens gooiden ze handgranaten in de greppel, waarbij sommigen omkwamen en anderen gewond raakten maar het niet overleefden door gebrek aan medische hulp.”

“De man die ik sprak moest zich een weg naar buiten banen om de dode lichamen te verwijderen die hem in de greppel omringden,” zei Dr Paszkiewicz, eraan toevoegend dat hij ongeveer 30 minuten wachtte totdat de militie vertrok.

Het is onbekend of deze Tigrayaanse (TPLF) militie deze dode lichamen ook heeft gefotografeerd of gefilmd om te gebruiken voor propagandadoeleinden tegen de Ethiopische en Eritrese regeringen.
Bronnen van Awasa Guardian (AG) kunnen echter bevestigen dat een TPLF TV- satelliet gelieerde mediakanalen van de TPLF-diaspora media herhaaldelijk hebben uitgezonden om hun publiek in Tigray te leren over hoe anti-Ethiopië regering propaganda moeten en hoe ze moesten omgaan met buitenlandse journalisten en die journalisten ontmoeten. Sinds de Ethiopische regering in 2021 het oorlogsgebied in Tigray openstelde voor internationale mediajournalisten, heeft Addis Abeba naar verluidt geprobeerd, maar meestal gefaald, om deze aan de TPLF gelieerde satellietkanalen die van buitenaf uitzenden, te storen.

De directeur van World Peace Foundation (WPF) brengt hulde aan het TPLF

AG heeft ook eerder bericht over het gebrek aan de geloofwaardig van deze pro-TPLF media en activisten die westerse media overstelpen met “Tigray Genocide” verhalen zonder bewijzen te leveren. Critici hebben ook gewezen op de belangenvermenging en de onbetrouwbare relaties met buitenlandse politieke analisten die al sinds de jaren negentig aan de TPLF verbonden zijn, waaronder Martin Plaut en Alex De Waal, die werd ingehuurd als directeur van de World Peace Foundation (WPF).
Sinds het uitbreken van de oorlog in Tigray heeft Alex de Waal rechtstreeks van de leiders van de TPLF afkomstige propaganda over genomen en meer dan 25 artikelen ter verdediging van de TPLF in diverse westerse media gepubliceerd. In zijn meest bizarre artikel schreef de WPF-directeur een eerbetoon aan een gevallen TPLF-leider, Seyoum Mesfin, die in oktober 2020 de schandelijke belofte had gedaan om “Ethiopië in Syrië te veranderen”

Recentelijk hebben verschillende pro-TPLF Tigrayanen in de diaspora ook dure lobbyisten ingehuurd in de Verenigde Staten om “alternatieve informatie” over Tigray naar buiten te brengen; waaronder een in Virginia gevestigde Tigrayaanse organisatie. Andere pro-TPLF groepen hebben ook tienduizenden dollars betaald voor advertenties in de westerse media.

Critici hebben de miljoenen dollars die door de diaspora van Tigray zijn verkwist om de TPLF te helpen, dan ook snel vergeleken met de miljoenen dollars die door Ethiopiërs zijn ingezameld om hulp te bieden aan Tigray[v] - inclusief donaties van Ethiopische regionale besturen in het hele land alsook van beroemde Amharas en artiesten als “The Weekend”.

Voorstanders van de reactie van Addis Abeba op de opstand van de TPLF zeggen dat de Tigray-activisten, die onlangs meer dan 2 miljoen dollar hebben ingezameld voor de rebellen, niet willen dat de humanitaire crisis verbetert omdat het voortbestaan van de TPLF afhangt van een verslechtering van de situatie; terwijl de Nobelprijswinnaar premier Abiy Ahmed daarentegen wil dat de omstandigheden normaal worden voor het imago van zijn regering.
Er zijn beschuldigingen dat Tigray-milities bussen en vrachtwagens voor humanitaire hulp in hinderlagen te hebben gelokt en hebben buitgemaakt voor eigen doeleinden. Tigrayaanse interim-functionarissen[vi] hebben ter plaatse bevestigd dat TPLF-opstandelingen opzettelijk de routes voor voedselhulp blokkeerden en hebben zij de internationale gemeenschap gevraagd deze onwettige daden te veroordelen, in plaats van het verhaal van TPLF-opstandelingen te verspreiden.

Historici van de Hoorn van Afrika hebben opgemerkt dat, hoewel de kansen deze keer tegen hen zijn, de strategieën die de TPLF vandaag gebruikt, een spiegelbeeld zijn van de Tigrayaanse opstand van de jaren '80. Volgens de BBC en andere media hebben verschillende voormalige leden van de TPLF en klokkenluiders onthuld hoe TPLF-strijders toen scenes in elkaar hebben gezet met acteurs om de Westerse hulpverleners te bedriegen. Deze explosieve verslagen onthulden dat tot 95% van het geld dat was ingezameld voor de hongersnood in de jaren '80 door de leiders van de TPLF werd gestolen, wat leidde tot de dood van honderdduizenden van hun eigen mensen - etnische Tigrayanen. Daarom zijn veel onafhankelijke waarnemers van mening dat de internationale gemeenschap de opstandelingen van de TPLF moet veroordelen, van wie de leiders aangemoedigd zijn door het succes van hun propagandacampagne in de westerse media, om de humanitaire crisis en het aantal doden in Tigray te verminderen.

http://awasaguardian.com/index.php/2021/04/10/report-refugees-in-tigray-dressed-up-to-stage-eritreans-cutting-breasts/?fbclid=IwAR047sJfPPvIBmaLi_gjnW91zhPaQmfPnJWUAVGd0a3O1iMdB3Vvur6BB9I

 [i] De voetnoten en de vet aanduidingen zijn van de vertaler (Eritrea Tour – 12 april)

[ii] Op 4 november 2020 voerden TPLF-eenheden een aanval uit tegen kazernes en wapenopslagplaatsen van het Ethiopische leger in Tigray, waarbij soldaten werden gedood of gevangengenomen en de opslagplaatsen werden geplunderd. De centrale regering kon deze separatistische opstand niet aanvaarden en sloeg de TPLF-opstand neer. Voor de ellende die volgde zijn in de eerste plaats het TPLF verantwoordelijk.

[iii] Dit bedrijf werd tijdens de oorlog in Tigray verwoest.

[iv] Kort na het begin van de herovering van Tigray door de Ethiopische troepen organiseerden een jongere militie van het TPLF een slachtpartij in de (vooral) Amhaarse stad Mai Kadra. Amnesty en het Rode Kruis verzamelden daarover voldoende bewijzen (getuigen en beeldmateriaal) en wezen het TPL als schuldige aan. Hetgeen het Westen snel in twijfel trok tot op de dag van vandaag.

[v] Deze massale steun voor de slachtoffers in Tigray van het conflict, veroorzaakt door het TPLF, is niet zo vanzelfsprekend want het TPLF en hun aanhangers in Tigray zijn gehaat in Ethiopië omwille van de dictatuur die ze uitoefende vanaf 1991 tot de lente van 2018 vanuit Addis-Abeba en recent vanuit Tigray.

[vi] Na de val van het TPLF-regime in Tigray werd een voorlopige regering samengesteld en functionarissen aangeduid vanuit Addis totdat nieuwe verkiezingen kunnen waren georganiseerd in Tigray.

12-04-2021 om 15:46 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
10-04-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vergissing van de Atlantlantische gemeenschap tov Ethopië

De vergissing van de Atlantische gemeenschap ten aanzien van Ethiopië

Contraproductieve verklaringen en een beleid gesteund op weinig data van de EU en de VS in het Tigray-conflict

 Jon Abbink

 Centrum Afrikaanse Studies Leiden, Universiteit Leiden - Nederland

ASC, Werkdocument 150/ 2021

 Originele Engelse versie:https://www.ascleiden.nl/news/atlantic-community-mistake-ethiopia-counter-productive-statements-and-data-poor-policies-eu-and

 Inhoudsopgave

 Samenvatting

 1. Het conflict in Tigray en de strijd om de waarheid

2. De noodzaak van geïnformeerde beslissingen

3. Reacties van de internationale gemeenschap

3.1 De EU

3.2 De VS

3.3 De VN

4. Sociale mediaoorlog en versluiering van cyberspace

5. Analyse van (des)informatie

6. Terug naar het beleid: het idee van dialoog en onderhandelingen

7. Wegen vooruit

 

 

Samenvatting[1]

 De wereldwijde mediadiscussie en beleidsreacties op het gewapende conflict in de regio Tigray in Ethiopië dat begon op 3-4 november 2020 door de TPLF (Tigray Peoples Liberation Front) die de regionale regering van Tigray vormt, worden gekenmerkt door vooringenomenheid, onvolledigheid, gebrek aan begrip van de context, goedgelovigheid en een vijandige houding tegen de federale regering. Het Het conflict, uitgelokt door een onaangekondigde en verraderlijke nachtelijke aanval van TPLF-troepen op troepen van het federale leger gestationeerd in Tigray om de regio te beschermen, was het resultaat van misplaatste machtszucht van de TPLF, en het opvoeren van de spanning met de federale Ethiopische regering.

De aanval van 3-4 november leidde tot een grootscheepse reactie van het federale leger. Vijf dagen na de aanval van het TPLF, op 9 november 2021, werden meer dan 800 Amhaars-sprekende burgers van de stad Mai Kadra in West-Tigray op gruwelijke wijze gedood door aan de TPLF gelieerde troepen en milities - een klassiek geval van etnische zuivering. De daders vluchtten meestal naar Soedanese vluchtelingenkampen. Deze twee gebeurtenissen – de aanval van 4 november en de etnische zuivering - waren bepalende dramatische momenten in de oorlog.

 Het conflict leidde tot de nederlaag van de TPLF-troepen met de inname van de regionale hoofdstad Mekele op 28 november 2020. De TPLF-leiding sloeg op de vlucht.  Veel toonaangevende westerse media en nieuwswebsites richtten zich op de nasleep en de gevolgen van de gevechten in de regio Tigray en haar bevolking, waarbij de sympathie gemakkelijk werd verlegd naar de vermeende underdog (de TPLF). Dit werd gevolgd door inderhaast geschreven verklaringen van buitenlandse beleidsmakers in kringen van de EU, de VS en de VN, wat leidde tot een verhaal waarbij essentiële details van de context, de aard van de tegenstanders en de redenen van het conflict terzijde werden geschoven.

Deze woordvoerders van de Atlantische gemeenschap begonnen de federale Ethiopische regering te beschuldigen en eisten allerlei maatregelen van haar. Opvallend was dat de internationale gemeenschap aandrong op onbeperkte en volledige toegang voor humanitaire hulp om hongersnood te voorkomen, en eiste een stopzetting van alle vijandelijkheden. Maar ondertussen leverde zij zelf niet veel hulp en eiste dat de federale regering haar eisen inwilligde voordat er echt hulp zou komen. Een deel van de internationale media, verschillende academische medewerkers en onderzoekers die de toegang tot hun locaties geblokkeerd zagen, en diverse TPLF- medewerkers in diverse internationale organisaties bleven het vuur aanpoken. Daarnaast was er het digitale activisme en de productie van fake news door pro-TPLF personen in Ethiopië en vooral in de Tigrayse diaspora in het Westen.

 Dit alles heeft geleid tot ernstige misvattingen en oneerlijke vooringenomenheid van de kant van de Atlantische landen en de VN ten opzichte van Ethiopië. Daardoor kwamen integriteit, evenwicht en een juist zicht op oorzaken en gevolgen in het gedrang, wat leidde tot een beleid dat leek op chantage met ontwikkelingshulp en het schijnheilig de les lezen spellen aan een kwetsbaar Afrikaans ontwikkelingsland met een laag inkomen. Daarbij werden de gedetailleerde persverklaringen, de verslagen en toelichtingen van

Ethiopische partijen, waaronder de regering en de hervormingsgezinde premier Abiy Ahmed, stelselmatig veronachtzaamd of in twijfel getrokken. Daarentegen worden de verklaringen en internationale boodschappen van de TPLF en hun voorstanders, gekenmerkt door een hoge mate van onbetrouwbaarheid, overdrijving en zeer vaak niet op waarheid berustend, kritiekloos gebruikt. Aan de hand van een aantal sprekende voorbeelden wordt in dit artikel het bovenstaande proces beschreven, het Atlantische discours en enkele van zijn fouten en verkeerde veronderstellingen geanalyseerd. Het pleit daarbij voor een meer evenwichtige, kritische benadering van de onvolledige berichtgeving en opzettelijk verkeerde informatie uit twijfelachtige bronnen, zodat de media en Atlantische beleidsmakers een meer verantwoordelijke aanpak ontwikkelen.

 De mondiale discussie en de politieke antwoorden op het gewapende conflict in de regio Tigray, in Ethiopië, die op 3 en 4 november 2020 begonnen is door de regionale regering van Tigray (geleid door de partij TPLF – Tigray Peoples Liberation Front), zijn gekenmerkt door onvolledigheden, een gebrek aan inzicht in de context, een verwrongen houding tegenover de federale regering. Het conflict, uitgelokt door een opzettelijke nachtelijke aanval van Tigray-soldaten op de troepen van het Federale Leger die in Tigré gestationeerd zijn om de regio te beschermen, was het resultaat van een machtspolitiek die door de TPLF slecht werd ingeschat en de spanningen met de federale regering in Ethiopië deed oplopen.

 Vrij direct na de reactie van het federale leger werden vijf uur na de aanval van de TPLF, meer dan 800 Amhara inwoners in de stad Mai Kadra in het westen van Tigray op 9 november 2021, door strijdkrachten en milities (gelieerd aan de TPLF) op een afschuwelijke manier vermoord.

Deze twee gebeurtenissen - de aanval van 4 november op het Ethiopische leger in Tigray en deze etnische zuivering in Mai Kadra waren de cruciale momenten van de oorlog - leidde tot de nederlaag van de troepen van de TPLF op 28 november 2020 met de inname van de controle over de hoofdstad van de regio Mekele en het vertrek van de leiders van de TPLF.

Een groot aantal media en websites in het westen concentreren op de gevolgen van de gevechten en de gevolgen van deze gebeurtenissen in de regio Tigray en zijn bevolking, waarbij de sympathie zich gemakkelijk kan verplaatsen naar de verliezers (TPLF). Dat heeft geleid tot snelle verklaringen vanuit de kringen van de EU, de VS en de ONU.

Zij legden verklaringen af waarin de belangrijkste details van de context, de aard van de tegenstanders en de redenen voor het conflict op de achtergrond zijn geplaatst. Deze woordvoerders van de Atlantische gemeenschap hielden niet op met de federale regering van Ethiopië te blameren en allerlei maatregelen van haar te eisen

 Het is het goed om op te merken dat de internationale gemeenschap die altijd een onbeperkte en volledige toegang voor humanitaire hulp eisten alsook het stopzetten van alle vijandelijkheden, tegelijk geen enkele hulp leverde tenzij dat de federale regering haar bevelen opvolgt. Een deel van de mondiale pers, verschillende universitairen, en hun onderzoekscentra blijven het TPLF steunen.

Verschillende internationale organisaties blijven het conflict aanwakkeren aan de zijde van TPLF diaspora-activisten, die fake news en dubieuze rapporten blijven verspreiden. Dit alles heeft geleid tot ernstige misvattingen en oneerlijke vooroordelen van de kant van de Atlantische landen en de Verenigde Naties jegens Ethiopië, waardoor de integriteit, het evenwicht en de stabiliteit van het land in gevaar zijn gebracht. Hun kijk op de oorzaken en de gevolgen, alsmede hun beleid lijkt op een chantage met de ontwikkelingshulp en een schijnheilige retoriek tegenover een arm en kwetsbaar Afrikaans ontwikkelingsland.

De gedetailleerde persverklaringen en toelichtingen van Ethiopië, met inbegrip van de hervormingsgezinde regering en van premier Abiy Ahmed, worden regelmatig over het hoofd gezien of in twijfel getrokken.

Daarentegen zijn de internationale verklaringen en boodschappen van het TPLF gekenmerkt door een hoge mate van onbetrouwbaarheid, overdrijving en vaak een gebrek aan waarheidsgetrouwe inhoud. Deze worden kritiekloos overgenomen.

Aan de hand van een aantal onthullende voorbeelden, beschrijft dit artikel het bovengenoemde proces en analyseert het opkomende Atlantische discours en duidt het enkele van zijn fouten en verkeerde veronderstellingen aan.

Het artikel pleit dus voor een meer evenwichtige en kritische benadering van de onvolledige berichtgeving en de verkeerde informatie vanwege het TPLF, zodat de media en de Atlantische politiek een meer verantwoord beleid zouden voeren

 

 Analyse van de vergissing van de Atlantische Gemeenschap met betrekking tot Ethiopië

 1. Het conflict in Tigray en de strijd om de waarheid

 De strijd om waarheidsgetrouwe en verantwoordelijke verslagen over het dramatische conflict in de regio Tigray (Noord-Ethiopië) gaat door, en het is niet eenvoudig om een en ander in perspectief te krijgen. Na tientallen jaren onderzoek  in Ethiopië, had ik nooit gedacht dat ik dit soort essay nog zou moeten schrijven over desinformatie en verklaringen niet gestoeld op voldoende feiten, die nu wereldwijd gemaakt worden Maar deze dagen zien we een aantal verrassende verslagen in de internationale fora en media over deze kwestie. Ik beperk mij hier tot de recente reacties van de Atlantische partners, de EU en de VS (waarbij het V.K. grotendeels de lijn van de VS volgt), die verondersteld worden belangrijke politieke en ontwikkelingspartners van Ethiopië te zijn, maar die snel één kant lijken te kiezen - die van de oorlogszuchtige verklaringen. Enkele aanvullende opmerkingen worden gemaakt over de aanpak van de VN.

Het conflict in Tigray was tragisch en bloedig, maar onvermijdelijk na de nachtelijke aanval van 3 november 2020 door de opstandige leiders van het Tigray Volksbevrijdingsfront (TPLF) [2]in de legerbasis van het Noordelijk Commando (zie hieronder), waar zich meer dan de helft van de totale Ethiopisch militaire uitrusting en legervoorraden bevonden.

 De strijd om de waarheid over wat er gebeurd is en wie er schuld aan had begon onmiddellijk, waarbij de wereldwijde media en de aanhangers van het Tigray-regime de TPLF in de rol van underdog en slachtoffer plaatsten. Een dergelijk verhaal is niet nieuw in de media, die kijken naar de dagelijkse gebeurtenissen en niet naar de bredere context en voorgeschiedenis van conflicten. Maar dat internationale machten als de EU en de VS dit voorbeeld volgen en hun beleid op een dergelijk verhaal baseren, is opmerkelijker. Deze internationale machten lijken vaak hun huiswerk niet te maken en (re)produceren ongecontroleerde informatie over het conflict, over de aard van het TPL- leiderschap en produceren alleen beschuldigende verhalen tegen de federale regering. Er zijn inderdaad aan verschillende kanten misstanden gepleegd, maar dan wel meer aan de kant van de TPLF-strijdkrachten dan aan die van het federale leger of van de Eritrese troepen (die deelnamen maar volgens de Ethiopische regering onuitgenodigd naar Tigray kwamen, zoals de Ethiopische generaal Belay Seyoum opmerkte. [3])

 Premier Abiy bevestigde hun aanwezigheid en rol in zijn toespraak tot het parlement op 23 maart 2021.[4]

In het algemeen is een kritische houding nodig bij het beoordelen van alle uitspraken, ook die van de Ethiopische regering. Maar de regering en haar lokale media kunnen ter verantwoording worden geroepen om hun officiële verklaringen en gepubliceerde informatie. Zij leveren altijd dergelijke verklaringen en informatie.

De westerse media en regeringen doen er verkeerd aan deze verklaringen te negeren of te bagatelliseren. En ten tweede, we hebben hier niet te maken met het regime van het TPLF en de EPRDF- regering van vóór hun val in de lente van 2018. Het gaat hier om verklaringen van TPLF-restanten, van diaspora-ondersteunende groepen en pro-TPLF-aanhangers op het internet. Deze worden helaas niet goed onderzocht, maar worden door de meeste media kritiekloos overgenomen.

De bedoelingen van de TPLF om het gewapende conflict te beginnen werden ook verzwegen door de buitenlandse commentatoren. Het TPLF wilde het federale leger in Tigray verslagen en alle buitgemaakte wapens gebruiken om op te rukken naar Addis Abeba en er een staatsgreep te plegen. De internationale media leggen de schuld voor het conflict vaak bij de Ethiopische federale regering, en zetten het land weer neer als een eeuwig ondemocratisch, onderontwikkeld gebied met lage normen [5] en conflictgevoelig. Maar dat is onjuist. Deze oorlog werd de federale regering opgedrongen. Tijdens de gevechten verwachtten de media (eisten zelfs) dat alles wat gebeurde openbaar gemaakt moest worden. Wat onmogelijk is. De automatische verdenking dat het Ethiopische leger systematisch zijn macht zou misbruiken zoals onder het vorige regime was onjuist.

In Ethiopië is in de afgelopen drie jaar een ongekend proces van politieke hervorming op gang gekomen en heeft het federale leger grote stappen gezet in de richting van normalisatie en eenheid. Met betrekking tot de misbruiken van het leger in dit conflict, zei de Ethiopische premier Abiy op 21 maart 2021 ook: .... de verantwoordelijkheden en disciplinaire lacunes zullen via de geëigende kanalen worden aangepakt.[6]

Hij herhaalde dit in een toespraak in het parlement op 23 maart van dit jaar[7], waarbij hij ook zei dat ...net zoals wij geen schendingen door Ethiopische troepen accepteren, accepteren wij geen enkele vorm van schendingen door Eritrese troepen.

Voor de internationale media en ngo's is nauwkeurigheid in de berichtgeving van vitaal belang, ook voor de beleidsvorming. Maar daar is weinig van te merken.

2. De noodzaak van geïnformeerde beslissingen

Slecht geïnformeerde besluitvorming op basis van geruchten, onbewezen bewijsvoering en overhaaste standpunten vormt een verdere bedreiging voor de geloofwaardigheid van de buitenlandse beleidsvorming van de Atlantische mogendheden. Zoals Robert Prince ook onlangs in een commentaarstuk suggereerde.[8]

Dat hebben we gezien in het geval van Libië, en van Syrië, en toen het Rusland van Poetin de Krim annexeerde en zich bemoeide met Oekraïne (met inbegrip van mogelijke steun bij het neerhalen van vlucht MH17).

Die mogendheden toonden geen besluitvaardigheid, geen politiek wil, geen geostrategische visie op langere termijn. Het beleid van de EU en VS en die andere landen die recentelijk Ethiopië in de VN probeerden te framen (in de Veiligheidsraad en de Mensenrechtencommissie) neemt een groot risico van verdere destabilisatie van Ethiopië, zoals gebeurde bij bovengenoemde landen.  Premier Abiy Ahmed had ongetwijfeld gelijk toen hij opmerkte dat veel buitenlanders lijken te streven naar de ontmanteling van Ethiopië.[9]

Dat Egypte, met zijn egocentrische visie op de kwestie van de GERD-dam, dreigt en intimideert, en waarschijnlijk ook training en steun levert aan bepaalde krachten om Ethiopië te destabiliseren is bekend[10], maar dat buitenlandse donorlanden uit het Westen geneigd zijn om steeds weer vraagtekens te plaatsen bij het Ethiopische leiderschap en aanpak in deze kwestie, dat is opmerkelijk. Zij handelen te veel op basis van selectieve (des)informatie en met een visie op korte termijn. Zij handelen met weinig belangstelling voor of inschatting van de context en de politieke psychologie van Ethiopië, dat een uiterst complex land is. Indien ten gevolge van deze nutteloze verklaringen (zie hieronder) de reeds aan Ethiopië toegezegde steun wordt herzien of ingehouden, steun die reeds aan Ethiopië is toegezegd, dan zullen allen – de EU, de VS en Ethiopië – daarbij verliezen. Dat zet hun politieke relatie met het land op lange termijn op de helling. Het slechtst denkbare scenario is om op initiatief van EU-commissaris Urpilainen en van Ierland in de VN-Veiligheidsraad, directe sancties op te leggen.[11]

Dit werd voorlopig afgewend, zoals blijkt uit de verklaring van 11 maart 2021. Maar dat de EU bereid was zo ver te gaan, voorspelt niet veel goeds.

Uiteindelijk zou zo'n negatieve koers van de EU en de VS ook betekenen dat Ethiopië geleidelijk zal opschuiven in de richting van nauwere banden met Rusland en China - nog een Pyrrusoverwinning voor de betweterige Westerse machten.[12]

We moeten ophouden met sancties, met het land de les te spellen zonder bewijzen, met straffen en chantage. Wat nodig is, is serieuze samenwerking met de Ethiopische regering onder premier Abiy Ahmed, die voor enorme uitdagingen staat, die hem dwingen soms moeilijke en onpopulaire beslissingen te nemen. Maar zijn koers moet worden gesteund, hoewel natuurlijk kritisch. Als een grondige hervormer met een reeds respectabele staat van dienst van juridische en politieke vernieuwing, die worstelt met de erbarmelijke erfenis van een 27 jaar lang door de TPLF gedomineerd Ethiopië, dat opgezadeld zit met en opgelegde etnisch-nationalistische verdeeldheid en de fall-out van een zeer scheef economisch beleid dat een fabelachtig rijke etno-klasse aan de top heeft gecreëerd en vele anderen gemarginaliseerd.

Het TPLF-EPRDF-regime heeft inderdaad veel gedaan voor het land in de afgelopen decennia, maar het heeft ook een negatieve erfenis in het sociale weefsel van het land achtergelaten. De regering van premier Abiy Ahmed en zijn administratie, met een groot aantal hooggekwalificeerde en toegewijde professionele mensen, heeft geprobeerd om de negatieve gevolgen te verhelpen, door een beroep te doen op samenwerking, synergie en economische hervormingen en investeringen. Het is echter de vraag of het Ethiopische volk in het algemeen, verdeeld als het is na decennia van TPLF-beleid, dit helemaal kan waarmaken.

De internationale gemeenschap blijft maar herhalen dat onbeperkte toegang tot heel Tigray moet worden gegeven voor hun hulp en daarom heeft zij lang gewacht om zijn  volledige samenwerking met de federale regering uit te spreken. Tot zeer onlangs werd bijna 70% van alle humanitaire hulp aan Tigray [13] verstrekt door de Ethiopische regering die haar eigen voorraden aansprak. Volgens de UNOCHA hadden al voor het conflict begon, ongeveer 950.000 mensen in Tigray dringend humanitaire noodhulp nodig [14]en zaten al circa 1,8 miljoen mensen al jaren in het voedselprogramma, het resultaat van 27 jaar TPLF-beleid.

Slechts ongeveer 30% van de noodhulp werd verstrekt door de internationale donorgemeenschap, waarvan een groot deel door het Wereldvoedselprogramma. De directeur van het Wereldvoedselprogramma, David Beasley, had op 25 februari 2021 het fatsoen om de Ethiopische regering geluk te wensen voor haar inspanningen[15].

Nogmaals, de voortdurende kritiek en het gedraal van de EU, de VS en anderen, bewijst dat ze nog steeds geloof echten aan de hardnekkige desinformatie, vooringenomenheid of misschien enige hypocrisie, die niemand helpen, en zeker niet de bevolking van Tigray. Tot medio maart 2021 werd de roep om volledige humanitaire toegang nog met een saaie, zo niet misselijkmakende regelmaat, kennelijk gebruikt als politiek instrument, maar is nu misschien niet meer relevant, omdat vertegenwoordigers van 35 buitenlandse hulporganisaties medio maart van die toegang genoten, verleend door de regering. Deze internationale hulptoegang kan niet ongeregistreerd en onbeperkt zijn vanwege: a) veiligheidskwesties, en b) het feit dat sommigen ervan werden verdacht ex-TPLFaanhangers en TPLF-functionarissen te helpen het gebied te verlaten. In december 2020 werden enkele VN voertuigen ook beschuldigd van het doorbreken van officiële controleposten.[16]

Overigens was de eerste toegang al verleend door de Ethiopische regering op 2 december 2020[17]. Maar toen vonden de hulporganisaties dat niet voldoende - zij wilden volledige vrijheid van (ongecontroleerde) activiteiten en waren niet geneigd de Ethiopische soevereiniteit te respecteren. Wat ook de moeite waard is om weten, en opnieuw de aanhoudende alarmerende verhalen van de EU, de VN en de VS weerlegt, is dat de meeste ziekenhuizen in Tigray alweer operationeel zijn en dat het gezondheidspersoneel hun salaris ontvangen (hoewel zij ernstig worden gehinderd door een gebrek aan faciliteiten en voldoende personeel).

De Ethiopische autoriteiten, niet de hulporganisaties, hebben hiertoe het initiatief genomen.[18]

3. Reacties van de internationale gemeenschap

Als we kijken naar de reacties van de EU, de VS en de VN op het gewapende conflict tot nu toe, zien we zagen we vele onbezonnen uitingen van diepe bezorgdheid. En zoals in elke oorlog is er reden voor bezorgdheid. Onschuldige mensen zijn midden de gewelddadige gevechten terechtgekomen, waarbij burgers werden mishandeld en gedood. Maar zoals opgemerkt, de bezorgdheid van de internationale gemeenschap lijkt selectief en sterk gericht tegen de federale regering. Dat is geen gezonde basis voor een beleidsreactie. Hieronder zal ik een aantal reacties en besluiten van de internationale gemeenschap aanhalen om aan te geven wat ik bedoel met overhaaste, ongeïnformeerde en misleide reacties.

3.1 De EU

Eerst de EU. Reeds op 16 december 2020 [19]kondigde Brussel aan dat het zo'n € 90 miljoen euro aan hulp aan Ethiopië zou uitstellen omdat het geen volledige humanitaire toegang krijgt tot Tigray, zonder na te gaan wie de oorlog begon en wie  de ellende veroorzaakte. Op 16 februari 2021 was er een verrassende oproep van de EU-Commissaris voor internationale partnerschappen, mevrouw Jutta Urpilainen [20]om een 'gecoördineerd antwoord' te geven en om te na te gaan of hulp en leningen aan Ethiopië niet moeten worden bevroren en geblokkeerd door alle donoren. 

Het is een ongekende oproep, door sommigen gezien als chantage.[21]

Meer recentelijk, op 11 maart 2021, besloot de EU Ethiopië opnieuw te berispen, met het dreigement verdere ontwikkelingshulp te blokkeren en het land te straffen voor vermeende mensenrechtenschendingen tijdens de militaire operaties tegen de TPLF in Tigray, waaronder de bewering dat de regeringstroepen zich tijdens het conflict tegen de burgers hadden misdragen. De hardste verwijten gingen naar de aanwezigheid van Eritrese troepen en de doden die die veroorzaakten.

De resolutie van de EU was bedoeld om de Ethiopische federale Ethiopische federale regering te dwingen in te gaan op bijkomende verzoeken om onbeperkte en open toegang voor alle beloofde buitenlandse humanitaire hulp. De discussie hierover op 11 maart 2021 in Brussel leidde tot een verklaring van bezorgdheid: De Raad is uiterst bezorgd over de talrijke getuigenissen over mogelijke oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, standrechtelijke executies en andere ernstige schendingen en misbruiken van de mensenrechten. De EU roept erbij  op deze acties onmiddellijk te beëindigen en de daders voor de rechter te brengen (hun eigen vetgedrukt[22])  waarbij de Ethiopische federale regering opnieuw met name genoemd werd.

Op 11 maart 2021 spraken de EU-topmensen dus nog steeds over mogelijke sancties vanwege ... Ethiopische autoriteiten en anderen die humanitaire hulp belemmeren[23].

Hieruit bleek dat zij een voorkeur hadden voor bepaalde nieuwsbronnen en niet in staat waren van de situatie ter plaatse in te schatten.

Zij erkenden niet de - weliswaar ontoereikende - hulp die reeds werd geboden door de federale regering en het Ethiopische volk. De EU en diverse humanitaire hulporganisaties wilden blijkbaar eerst Ethiopië in de beklaagdenbank zetten alvorens hun hulpverlening uit te breiden.

Op 22 maart 2021 volgde er nog een verklaring van de Hoge Vertegenwoordiger van de EU voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, Josep Borrell. Die zei dat de EU  ...bereid is alle instrumenten van ons buitenlands beleid in te zetten tegen degenen die verantwoordelijk zijn voor schendingen van de mensenrechten, in het gewapende conflict in de regionale staat Tigray, en dat dit geldt voor alle partijen in het conflict. Hij zei ook dat de EU ... humanitaire toegang tot de regio wil en een onafhankelijk onderzoek naar schendingen van de mensenrechten en dat de Eritrese troepen moeten worden teruggetrokken. [24]

Dit is echter niet aan de EU om te eisen of te beslissen, maar aan de Ethiopische regering, in haar eigen tempo en tijd. Op 26 maart 2021 kondigde premier Abiy Ahmed een voorstel aan voor de terugtrekking van Eritrese troepen.[25]

3.2 De VS

Ten tweede de VS.

Op 27 februari 2021 gaf de nieuwe Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Anthony Blinken een verklaring af onder de titel “Gruweldaden in de Tigray Regio” [26]waarin de VS zich ..ernstig bezorgd toont over de gerapporteerde wreedheden en de algemeen verslechterende situatie in de Tigray regio van Ethiopië”. Het was een  tekst met veel fantasie , waarin alle schuld werd gelegd bij de federale Ethiopische strijdkrachten, bij  de Eritrese legereenheden en de strijdkrachten van de Amhara regio. Er was niets mis met de voormalige strijdkrachten van de TPLF en hun sympathisanten, die druk bezig waren geweest met het opnieuw saboteren van de herstelde elektriciteitsleidingen[27], de regeringskantoren en de ICT-infrastructuur, die voedselhulp probeerden te verstoren, en chauffeurs van hulpkaravanen en universiteitsstudenten van Tigray vermoordden.[28].

De bronnen van deze informatie waren niet gecheckt. Misschien had hij een bizar redactioneel commentaar van de Washington Post van 27 januari 2021 gelezen, waarin stond dat het federale leger van Ethiopië was begonnen aan een invasie van de regionale staat Tigray[29].

Binnen de Amerikaanse regering lijkt er nog geen geheel duidelijke lijn te zijn ten aanzien van Ethiopië. De onlangs aangeduide Amerikaanse ambassadeur in Addis Abeba, mevrouw Geeta Pasi, lijkt kritischer te staan tegenover de TPLF en zijn staat van dienst[30], terwijl de VS-ambassadeur bij de VN mevrouw Linda Greenfield-Thomas[31] dezelfde houding heeft als minister Blinken - alles wijten aan de Federale regering.

Een tweede opmerking in de toespraak van minister Blinken van 27 februari 2021, en zeer verrassend voor een minister van Buitenlandse Zaken van de VS, was de oproep tot terugtrekking van de speciale Amhara-troepen. Die oproep werd herhaald in de toespraak van VS-VN-vertegenwoordiger Linda Greenfield-Thomas op 4 maart, [32] en waarschijnlijk overgenomen uit de media, zoals de New York Times (9 december 2020 en 26 februari 2021).     

Ook dit volgt op de uitlatingen van pro-TPLF bronnen, mensenrechtenrapporten en zelfs recente memo’s van de International Crisis Group, waarin de “gruweldaden van de Amhara-troepen” worden gepresenteerd als feiten[33].

Daarnaast lijkt het ook zo te zijn dat sommige pro-TPLF mensen die vroeger actief waren in de Clinton- en Obama-administraties, de VS-regering adviseren, zoals Susan Rice, die bekend staat om haar goede banden met het voormalige TPLF-regime en die in de fout ging met haar allereerste tweet uit 2021 over Ethiopië[34].

Zij en de nog niet goed geïnformeerde veiligheidsadviseur Jake Sullivan, en de altijd misleidende voormalige assistent-staatssecretaris voor Afrika Herman J. Cohen [35] hebben volgens veel ernstige waarnemers, gedurende verscheidene decennia enorme schade aan Ethiopië heeft toegebracht.

De rol van de Amhara-troepen (uit de aangrenzende Amhara-regio) en hun specifieke aanwezigheid is een zeer complexe zaak, maar niet geheel vreemd. De zaak heeft een voorgeschiedenis die minister Blinken en zijn collega’s wellicht niet kennen.

Het volstaat hier slechts drie punten te noemen:

a) de Amhara-troepen, die ressorteren onder de veiligheidstroepen van de Amhara-regio en uiteindelijk rapporteren aan de federale veiligheidsstructuur, kwamen het federale leger te hulp toen het federale leger op 3-4 november 2020 zonder waarschuwing werd aangevallen en in de begindagen in de minderheid was. De strijdkrachten van de regio Amhara hielpen het tij te keren en levens te redden. Men kan deze strijdkrachten niet verwijten dat zij door hun leven op te offeren, hebben geholpen om een gewapende nationale opstand te bedwingen.

b) De steden Gondar en Bahir Dar in de Amhara-regio werden aangevallen met raketten van de TPLF op 13 en 20 november 2020, ruim voor de val van Mekele, en

c) de Amhara-strijdkrachten zijn actief in gebieden die ten onrechte door Tigray werden geannexeerd op bevel van de toenmalige door de TPLF gedomineerde Ethiopische regering in 1991-1992. Zij werden van de regio Gondar (nu Amhara) afgescheiden, hoofdzakelijk om economische redenen - de landbouwgronden werden gebruikt voor de productie van handelsgewassen, zoals de politicoloog Mehdi Labzaé heeft aangetoond[36].

Het ging om Wolqait, Kafta-Humera (grenzend aan Soedan), Tsegede en Tsellemt. Historisch gezien waren deze regio’s (aan de overkant van de Täkkäze rivier van Tigray) geen deel uit van de regio Tigray.

De inwoners identificeerden zich ook niet als behorend tot of zijnde Tigray, ondanks een aanzienlijke mate van tweetaligheid en kennis van Amhaars en Tigrinya (Een soortgelijke kwestie deed zich voor in verband met de status van de regio Alamata, in zuidelijk Tigray).

Het regime van de TPLF heeft in de afgelopen 27 jaar met geweld de demografie en het karakter van deze gebieden veranderd, soms met grove misstanden[37].

De status van de vier gebieden zal waarschijnlijk onderwerp zijn van onderhandelingen en constitutioneel overleg na de stabilisering van Tigray en de komende Ethiopische parlementsverkiezingen van juni 2021, en de oorspronkelijke bewoners zullen daarbij een krachtige stem hebben. Paradoxaal genoeg kan de aanwezigheid van de Amhara-troepen in deze gebieden wellicht bijgedragen tot het voorkomen van nieuwe bloedbaden zoals die van november 2020 in Mai Kadra, die een dramatische, beslissende gebeurtenis was.

Het is enigszins begrijpelijk dat de Amhara-troepen zich hier niet zomaar zullen terugtrekken. Afgezien daarvan is het de vraag of hun aanwezigheid daar een oorzaak is van de instabiliteit in Tigray of van humanitaire problemen, zoals minister Blinken leek te suggereren. Bovendien, zoals premier Abiy in zijn parlementaire toespraak van 23 maart 2021 opmerkte: De Ethiopische regering is niet  gemachtigd om te zeggen in welke VS-staten de VS-troepen moeten worden ingezet. Evenzo kan de Amerikaanse regering geen commentaar geven op de inzet van troepen binnen Ethiopië.

Op 10 maart 2021 gaf minister Blinken een 'getuigenis' voor de Commissie Buitenlandse Zaken en benadrukte de noodzaak om de etnische zuivering in de regio Tigray te stoppen, gebaseerd op informatie uit een Amerikaans 'geheim rapport'. Maar dit zogenaamde geheime rapport over het vermeende geweld waarnaar minister Blinken verwijst, is veel minder betrouwbaar dan beweerd[38].

Het is verontrustend dat een topman van het buitenlands beleid als Blinken op basis hiervan een beleidsreactie formuleert. Op 18 maart 2021 heeft hij echter - eindelijk - aangekondigd dat de VS Ethiopië $ 52 miljoen extra aan humanitaire hulp voor Tigray zal voorzien, waarmee het totaal toegezegde Amerikaanse hulpbedrag op $ 153 miljoen komt[39].

De begeleidende verklaring bedierf het echter, door te zeggen  dat.... “de situatie zal verergeren zonder een politieke oplossing”. Dit introduceert een ander element.

Wat betekent dat? Een grote stap in de richting van een politieke oplossing is al gezet: de verwijdering van het TPLF-regime in Mekele en de geleidelijke normalisering van de politiek in Tigray via een overgangsregering die door de Tigrayanen wordt gedragen en via toekomstige verkiezingen.

Eind maart 2021 had de speciale gezant van VS-president Biden, senator Chris Coons, een ontmoeting met de Ethiopische leiders en stelde voor ...snel over te gaan tot een volledige politieke dialoog over de toekomstige politieke structuur van Tigray[40].

Dit idee van een politieke dialoog lijkt een standaardzin in het diplomatieke jargon te zijn, maar in deze context is het niet duidelijk wat het betekent. Men kan er zeker van zijn dat de Ethiopische regering en het grote publiek nooit zullen instemmen met een dialoog met het overwonnen TPLF of zijn resterende leiders na de sabotage en misdaden die zij begaan blijken te hebben.

 3.3 De VN

 In de Veiligheidsraad van de VN werd het conflict voor het eerst aan de orde gesteld tijdens een vergadering op 24 november 2020.

Daar ...benadrukten de leden het belang van de-escalatie van het conflict, spraken bezorgdheid over de gevolgen van de gevechten voor de burgerbevolking, en benadrukten hun steun voor regionale betrokkenheid om het conflict op te lossen[41].

Leuk en aardig, maar nogmaals, geen woord over de nachtelijke aanval van de TPLF Tigray regering op de federale legereenheden, over hun afslachting van honderden slapende soldaten en de mishandeling van velen, over hun vernietiging van de communicatie-infrastructuur van de regio Tigray  vlak voor de aanval, of over de massale diefstal van alle federaal zwaar legermaterieel van het Noordelijk Commando - daden van oorlog en verraad, zoals er nooit voorheen een was geweest. De opportunistische opmerkingen van de VN over humanitaire problemen gingen ook in de daaropvolgende maanden door, maar er kwam geen erkenning dat ze grotendeels veroorzaakt waren door deze acties van de TPLF. En ze klonken weinig overtuigend omdat de context niet in aanmerking werd genomen. Evenmin kwam er een woord van medeleven van de VN en andere wereldspelers voor de federale soldaten die lafhartig gedood werden in een niet-gevechtssituatie, noch over de enorme schade die aangericht werd, noch voor de burgers die gedood werden (waaronder een boerenfamilie in Debareq) bij de willekeurige raketaanvallen door de strijdkrachten van de TPLF op de steden Gondar en Bahir Dar (regio Amhara) op 13 en 20 november 2020[42].

Deze steden leden ook miljoenen dollars schade.

 De Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, Michele Bachelet, voegde spoedig haar stem aan het koor toe. Al in november en op 22 december 2020 had haar bureau al gewaarschuwd [43] en in de tweede verklaring zei zij: “We hebben beschuldigingen ontvangen over schendingen van het internationaal humanitair recht en de mensenrechten, waaronder artillerieaanvallen op bevolkte gebieden, het opzettelijk bedreigen van burgers, standrechtelijke executies en grootschalige plunderingen.” Ja, maar de TPLF-aanval van 3-4 november 2020 en de daaropvolgende mishandelingen werden nooit genoemd.

De verklaring gaat als volgt verder: “Ook al beginnen de telefoonlijnen in sommige gebieden hersteld te worden, toch maakt het verbreken van de communicatielijnen die op 3 november begon, en de beperkingen tot de toegang ons ernstig bezorgd dat de situatie van de mensenrechten en de humanitaire toestand nog ernstiger is dan gevreesd”. Daarbij gaan ze volledig voorbij aan het feit dat het de TPLF was die zelf de communicatie storing veroorzaakt had door de elektriciteitsleidingen en de internetverbindingen te vernielen. Zij noemde wel de massamoorden van 9 november 2020 in Mai Kadra (hoewel ze sprak van vermeende moorden), maar maakte onmiddellijk de nietszeggende opmerking: “Het is essentieel dat er onderzoek wordt gedaan naar beschuldigingen van mensenrechtenschendingen  zowel tegen Amharanen als tegen Tigrayanen”.[44]

 Meer over Mai Kadra - een etnische zuiveringsoperatie waarbij meer dan 800 mensen werden vermoord – verder in het artikel.

 Op 4 maart 2021 volgde een andere verklaring van het kantoor van Bachelet[45], waarin staat: “Diep verontrustende berichten over seksueel en gender gerelateerd  geweld, standrechtelijke executies, wijdverspreide vernieling en plundering van openbare en particuliere eigendommen door alle partijen blijven ons bereiken, evenals berichten over aanhoudende gevechten in Tigray in het bijzonder.” Maar niet al deze berichten, waarin meestal niet de TPLF, maar federale en Eritrese strijdkrachten worden genoemd, zijn allemaal even goed onderbouwd wat betreft aard, bronnen en betrouwbaarheid.

De Ethiopische regering heeft verklaard dat al deze gevallen moeten worden onderzocht.[46]

Het is overigens niet duidelijk of andere daders dan strijdkrachten betrokken zijn, bijvoorbeeld vrijgelaten criminelen.

10-04-2021 om 14:11 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
07-04-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het TPLF Strategieën van bedrog.
Het TPLF

Strategieën van bedrog, een herinnering door Ivo Strecker

2/4/21

Preambule

De repercussies van het militaire conflict dat op 4 november 2020 uitbrak tussen het Tigray Peoples' Liberation Front (TPLF) en de Ethiopische Nationale Defensiemacht in de regio Tigray zijn zo ontmoedigend, en de zoektocht naar de oorzaken zo veelomvattend, dat ik denk dat het tijd is om de lange geschiedenis van het TPLF van bedrog in herinnering te brengen. Ik hoop dat dit zowel het Ethiopische als het internationale publiek zal helpen om beter te begrijpen wat er op dit moment in Ethiopië gebeurt. Wat ik hier probeer is het begin in herinnering te brengen van de lange geschiedenis van bedrog die de TPLF-beweging heeft opgebouwd sinds tenminste 1991, toen zij de macht overnam - een geschiedenis die wij als academici gedeeltelijk hebben meegemaakt en meegemaakt. De stemmen en beoordelingen die ik hieronder presenteer zijn afkomstig van drie vooraanstaande Ethiopische antropologen: Een van hen - Dr. Makonnen Bishaw - was afdelingshoofd van de Universiteit van Addis Abeba, en twee van hen - Dr. Fekadu Gedamu en Dr. Negasso Gidada - waren soms president van de Ethiopische staat.

Inleiding

In 1989 nodigde Dr. Makonnen Bishaw mij - en anderen - uit om een studie en onderwijs (MA) programma in sociale antropologie te helpen lanceren. Het zou de eerste in zijn soort zijn in Ethiopië.

Kort na de val van het Derg-regime in mei 1991, ging onze MA-groep in drie auto's op excursie naar Zuid-Ethiopië. Ik had vier studenten in mijn doorgewinterde Land Rover. Tegen de tijd dat we de hooglanden van Kambata en Hadiya hadden doorkruist, begonnen we openlijker met elkaar te praten dan voorheen. Ik stelde hen een onderwerp voor dat me na aan het hart lag.

"Toen ik in Duitsland opgroeide, zei ik, hadden de geallieerden mijn land juist bevrijd van het onmenselijke bewind van de NAZIS, zoals de TPLF jullie nu heeft bevrijd van het stalinistische bewind van de DERG. Uit de nieuwe Ethiopische grondwet kan ik opmaken dat de TPLF zal helpen een nieuwe Federale Republiek Ethiopië tot stand te brengen, net zoals de Geallieerde Strijdkrachten hebben geholpen een nieuwe Bondsrepubliek Duitsland tot stand te brengen. Is dat niet geweldig?"

Deze opmerking werd beantwoord met stilte en een verbijsterde glimlach, totdat een van de studenten vroeg,

"Weet je niet dat dit alles is om de buitenlandse donateurs en supporters van Ethiopië te misleiden?" Toen ik mijn ongeloof had uitgesproken, legden ze het uit:

De strijders van vandaag uit Tigray kunnen de "Zonen van Yohannes" genoemd worden, want net zoals in het midden van de negentiende eeuw keizer Yohannes IV het uitgestrekte land ten zuiden van Tigray gebruikte om op ivoor, leeuwenhuiden en slaven te jagen, is de TPLF nu gekomen om over ditzelfde grondgebied te heersen en het uit te buiten. Aan het eind van de 19e eeuw veroverden de legers van keizer Menelik II "Groot Ethiopië", dat later onder het bewind van keizer Haile Selassie in de 20e eeuw werd geconsolideerd. Menelik en Haile Selassie werden gezien als "Amhara", en sinds de opkomst van de Amhara hebben de elites van Tigray hen hun dominantie misgund. Zij vonden dat Tigray, met zijn oude Axumitische tempels en paleizen, opnieuw over heel Ethiopië moest heersen.

Voorbeelden van bedrog

Mijn eerste voorbeelden komen uit interviews met Dr. Makonnen Bishaw, die in april 1993 werden gepubliceerd in een informeel document getiteld "Addis Abeba Universiteit in staat van beleg". In het voorwoord vroeg ik,

"Wie zijn de docenten die op Goede Vrijdag, 9 april 1993, van de Addis Abeba Universiteit werden ontslagen? Wat zijn hun academische carrières, hun functies aan de universiteit, hun activiteiten als burgers van Ethiopië, hun huidige onderwijs- en onderzoeksactiviteiten, en bovenal, wat zijn hun politieke opvattingen die mogelijk hebben geleid tot hun plotselinge ontslag van de universiteit? Zodra ik hoorde van het ontslag - op staande voet - van meer dan veertig van mijn gewaardeerde collega's, voelde ik de behoefte om deze vragen te beantwoorden. Daarom besloot ik naar hen te gaan luisteren. Misschien was mijn luisteren ook bedoeld om mijn solidariteit te betuigen met de docenten die goede vrienden waren geworden, gedurende de afgelopen drie jaar dat ik aan de Addis Abeba Universiteit had lesgegeven. En het was een uiting van mijn geloof in "internationale democratie". Daarmee bedoel ik het soort van wereldwijd gedeelde overeenstemming over hoe de regels en maxima van de democratische praktijk eruit zien. Deze regels en stelregels zijn ook rechten, zelfs plichten, en ze kunnen niet beperkt blijven tot een enkel domein."

Makonnen had veel te zeggen over de misleiding-strategie van de TPLF. Daarom citeer ik hem hier uitvoerig, want hij behandelt drie verschillende maar verwante onderwerpen.

De discriminatie van het Comité voor Vrede en Verzoening.

"Toen ik in de VS verbleef, bleef ik lid van de Ethiopische Studentenbond van Noord-Amerika. Ik was secretaris van een van de afdelingen van die unie aan de oostkust en dit was een tijd waarin mensen in de studentenbeweging vonden dat het tijd was voor velen van ons om terug te keren naar het land en actief betrokken te zijn bij de radicale veranderingen die volgens ons in het land plaatsvonden.

Een groot aantal van ons keerde dus terug en wat we in Ethiopië aantroffen was een zeer verhit debat over de toekomstige richting van het land in termen van ideologie en politieke en economische richting enzovoort. Een paar maanden na mijn terugkeer riep de Derg (1974-1991) het Ethiopische socialisme uit, en velen van ons voerden op dat moment aan dat een militair regime dat voornamelijk uit onderofficieren bestond, niet in staat zou zijn het socialistische programma werkelijk uit te voeren. Ook dit kwam voort uit wat wij beschouwden als een marxistische klassenanalyse, en velen van ons bleven kritisch staan tegenover de Derg.

Toen begon de Derg met de onderdrukking van de oppositie, een zeer wrede onderdrukking, waarbij de jongeren en de hoogst opgeleiden werden gedood. Velen ontvluchtten het land en nog velen werden in de gevangenis gestopt. Gedurende het grootste deel van de Derg-periode werden velen van ons dusdanig geterroriseerd dat we niet langer een actieve, kritische rol konden spelen. Maar ik denk dat de oppositie en de kritiek onderhuids sudderden, en tegen het einde van de Derg-periode begon de universiteit zich opnieuw te activeren en haar kritiek tegen de Derg en zijn beleid op te voeren.

Slechts enkele maanden voor de val van de Derg (1991) werd op de campus van Sidist Kilo een internationale conferentie voor Ethiopische studies gehouden, waar op basis van een door professor Mesfin Wolde-Mariam gepresenteerde uiteenzetting, mensen die de conferentie hadden bijgewoond en met name zijn presentatie, besloten een comité te vormen dat later "Comité voor vrede en verzoening" werd genoemd.

Dit was een tijd waarin chaos leek te dreigen in het land en met name in Addis Abeba. De Derg was op verschillende fronten aan het verliezen, was de strijd met de bevrijdingsbewegingen aan het verliezen, en onze onmiddellijke zorg werd er een van er echt voor te zorgen dat er geen bloedvergieten zou plaatsvinden in Addis. We waren bang dat het leger dat Mengistu en zijn collega's bewaakte, een laatste gevecht zou leveren, en dat zou in Addis zijn. Wij dachten dat het dringend noodzakelijk was ervoor te zorgen dat de verschillende strijdende groepen zich zouden verenigen en een dergelijke gewapende confrontatie, waarbij ons iets vergelijkbaars als in Mogadishu te wachten zou staan, te vermijden.

Wij deden een beroep op alle groepen om bijeen te komen, de wapens neer te leggen, hun geschillen bij te leggen en misschien een overgangsregering te vormen. Wij stelden voor dat een raad van oudsten het meest geschikt zou zijn om tijdelijk het roer over te nemen en ervoor te zorgen dat er een vreedzame overgang zou komen. Ik was toevallig lid van dat comité dat vlak voor de val van de Derg werd opgericht, en veel van onze collega's, vrienden en familieleden waren echt bang omdat zij wisten waartoe Mengistu in staat was. Zij waren bang dat ons leven op het spel stond en dat Mengistu ons misschien in zijn laatste wanhoop zou elimineren zoals hij in het verleden had gedaan. Want in feite waren onze eisen of aanbevelingen dat Mengistu zou aftreden.

Maar interessant genoeg dachten de EPRDF en de verschillende bevrijdingsfronten die tegen de Derg streden, dat wij in feite opriepen tot verlenging van het leven van de stervende Derg, dat wij een raad van oudsten aanraadden wanneer zij klaar waren om de macht over te nemen. Ze dachten dat we in feite de Derg steunden of achter hem stonden. Dat is ver bezijden de waarheid, en ik weet zeker dat zijzelf, de leiders van de EPRDF of van de overgangsregering dit wisten.

Ik denk dat het toen hun bedoeling was om het soort aanbevelingen dat van deze commissie en soortgelijke andere commissies buiten het land kwam, echt af te zwakken, zodat deze aanbevelingen niet bij het publiek in de smaak zouden vallen. En de makkelijkste manier was om ons te beschuldigen of ons te betrekken bij de Derg."

Manipulatie van de Ethiopische Nationale Conferentie.

"Toen de EPRDF-soldaten in mei 1991 Addis binnentrokken, stelden ze een voorlopige regering samen, die ongeveer een maand standhield. Tegen het einde van de maand riepen ze op tot een nationale conferentie, zoals ze hadden beloofd. Toevallig zou de universiteit aan deze nationale conferentie deelnemen en zij vroegen ons twee vertegenwoordigers te kiezen om naar deze nationale conferentie, de conferentie van juli, te gaan. Het was niet echt de universiteit alleen, maar docenten uit het hele hoger onderwijs die via de media werden opgeroepen om naar de hoofdcampus van de universiteit van Addis Abeba te komen en hun vertegenwoordigers te kiezen.

Degenen die in Addis en in de omgeving van Addis waren, verzamelden zich op de hoofdcampus en na een lang debat en discussie werden twee vertegenwoordigers gekozen, van wie er één actief zou deelnemen aan de nationale conferentie en de tweede als waarnemer zou fungeren. Ik was een van die twee personen, professor Asrat [Woldeyes] was de andere. Hij kreeg het hoogste aantal stemmen, dus werd hij verkozen om als actieve deelnemer deel te nemen, terwijl ik als waarnemer zou fungeren. Dus woonde ik die conferentie bij.

Onmiddellijk na die conferentie nodigde President Meles Zenawi ons, mijzelf, Prof. Mesfin Wolde-Mariam en Prof. Andreas Eshete, die uit de Verenigde Staten was gekomen om de conferentie als waarnemer bij te wonen, uit voor een paneldiscussie over de media, tv en radio, waar we het algemene proces van de nationale conferentie bespraken, het democratische karakter ervan en de specifieke bepalingen van het handvest dat door de nationale conferentie was aangenomen. En dat was een interessante paneldiscussie waarin sommigen van ons enkele van onze bedenkingen uitten over specifieke bepalingen en met name onze verwachtingen uitspraken over wat de voorlopige regering onmiddellijk na de conferentie zou doen.

Naar mijn mening, die ik in die paneldiscussie tot uitdrukking bracht, was ik door verklaringen van president Meles tot de overtuiging gekomen dat geen van de deelnemers aan de nationale conferentie een bepaalde achterban vertegenwoordigde, dat zij niet echt rechtstreeks door het Ethiopische volk waren gekozen om hen op die nationale conferentie te vertegenwoordigen, en dat het handvest dat door die conferentie zou worden aangenomen, daarom niet echt een handvest kon worden genoemd dat door het Ethiopische volk was aangenomen. De legitimiteit kan dus alleen worden ontleend aan het publiek, dat het handvest voor een open en eerlijke discussie aan het publiek voorlegt, en dat wijzigingen en suggesties van het publiek zoveel mogelijk in het definitieve handvest verwerkt worden.

Tijdens die paneldiscussie met president Meles en andere collega's heb ik dus duidelijk willen maken dat dit in feite essentieel was, dat niemand van ons werkelijk het Ethiopische volk vertegenwoordigde.

Wij hebben misschien onze mening gegeven over sommige bepalingen van het handvest, met name over de kwestie van de nationale zelfbeschikking van de verschillende nationaliteiten in het land, maar wij vonden dat deze kwestie, evenals andere bepalingen van het handvest, openlijk moest worden besproken en bediscussieerd door het publiek, om te voorkomen dat er groepen zouden ontstaan die zich zelfs tegen het handvest zouden verzetten. En ik hoopte dat dit werkelijk het proces zou zijn waar we doorheen zouden gaan tijdens de overgangsperiode...: "Mijn kritiek op de conferentie bracht ik naar voren in een van mijn interviews met een van de nieuwsbladen. Het handvest werd veel te snel door de conferentie gejaagd. In feite moet het handvest al zijn voorbereid door de EPRDF en misschien door haar ondersteunende bevrijdingsgroepen, en het werd stukje bij beetje aan de deelnemers gepresenteerd. In feite kregen velen van ons die deelnamen, inclusief degenen die actief deelnamen aan de discussies, nooit echt een agenda voor de discussie van elke dag totdat we daadwerkelijk bijeenkwamen in de conferentiezaal. Sommige papers die besproken zouden worden, werden midden in de nacht onder onze hotelkamerdeuren door gegooid, en velen van ons kregen die papers pas 's morgens toen we onze kamers verlieten. Er was dus niet echt genoeg tijd voor de deelnemers om samen te komen en tijdens de koffiepauzes of zelfs voor de opening van de vergaderingen de verschillende kwesties te bespreken die op de conferentie aan de orde zouden komen.

En tijdens de besprekingen zelf bleek dat sommige groepen sommige kwesties van tevoren hadden besproken en met een gevormd standpunt de vergaderingen binnenkwamen, hetgeen alles was wat nodig was om de vergadering in kwestie te overhaasten en te laten stemmen zonder voldoende discussie. Dit werd herhaaldelijk gedaan door de voorzitter, die de voorzitter van de voorlopige regering was en nu ook de voorzitter van de overgangsregering is. Dit werd dus zeer vakkundig en manipulatief gedaan en het handvest werd in zekere zin aangenomen zonder zeer ingrijpende wijzigingen.

Tijdens een van de besprekingen was de vertegenwoordiger van de instellingen voor hoger onderwijs, prof. Asrat Woldeyes, de enige die opstond en debatteerde over deze kritieke kwestie van zelfbeschikking van nationaliteiten, waaronder ook de Eritrese kwestie viel, namelijk het Eritrese referendum. En daarom denk ik dat Prof. Asrat tot op de dag van vandaag het mikpunt is van politieke aanvallen.

Na de nationale conferentie en onze paneldiscussie met president Meles, veranderde de voorlopige regering zichzelf bijna van de ene op de andere dag in de overgangsregering, die verondersteld werd twee jaar te duren, aan het einde waarvan nationale verkiezingen zouden worden gehouden.

Het kabinet werd geïnstalleerd, en op dat moment kreeg ik het gevoel dat de huidige leiders van de Ethiopische regering zich niet echt inzetten voor wat zij hadden beloofd. Zij hielden zich niet aan hun woord, vooral niet tijdens de conferentie en de paneldiscussie, waar president Meles er herhaaldelijk op had gewezen dat de deelnemers aan de conferentie geen vertegenwoordigers van het Ethiopische volk waren en dat daarom hun besluiten, het handvest dat zij zouden hebben aangenomen, ter openbare discussie zouden worden voorgelegd, en dat pas daarna, volgens onze verwachting, de overgangsregering zou worden gevormd, - wat nooit is gebeurd.

In feite werden enkele dagen later ministers benoemd en werd de voorlopige regering omgevormd tot een overgangsregering. Op dat moment begonnen sommigen van ons hun bezwaren te uiten, hun kritiek dat deze overgangsregering werd opgelegd, dat zij niet echt representatief was, dat het publiek niet de kans kreeg deel te nemen aan de goedkeuring van het handvest dat de basis zou vormen voor het bestuur van de overgangsregering, ook al was het maar voor twee jaar.

Wij waren van mening dat dit noodzakelijk was en dat het mogelijk was binnen de tijd die voor het publiek beschikbaar was om erover te discussiëren. Misschien zouden niet alle Ethiopiërs daartoe in staat zijn geweest, maar er had in ieder geval een poging kunnen worden gedaan.

De structuur was er al. De Derg had basis-comités, verenigingen van stedelingen, verenigingen van boeren op het platteland, en die structuren hadden kunnen worden gebruikt om het publiek inspraak te geven in de bepalingen van het handvest, en zelfs in de selectie van de raad van afgevaardigden.

Interessant was dat de deelnemers aan de nationale conferentie net als de voorlopige regering voor die twee jaar werden omgevormd tot vertegenwoordigers van het volk. We zullen zien of die raad van afgevaardigden na twee jaar al dan niet zal veranderen, maar hoe dan ook, de manier waarop dit is gebeurd, was in onze ogen oneerlijk en uiterst manipulatief. Het is een onderschatting van de intelligentie van het Ethiopische volk, en wij vonden het in hoge mate een voortzetting van de tactieken en strategieën van de Derg.

Toen ben ik naar buiten getreden en heb ik mijn mening kenbaar gemaakt via een van de onafhankelijke nieuwsmagazines, waarin ik betoogde dat noch de raad van afgevaardigden noch het handvest echt het resultaat waren van participatie door het volk, en dat ze daarom niet echt Ethiopisch zijn in die zin, dat ze zijn opgelegd, net zoals de Derg zijn wil oplegde aan het volk. Dit was gewoon een andere schijnbaar democratische manier om de wil van de machthebbers op te leggen."

Valse belofte van autonomie voor de Universiteit van Addis Abeba.

"Wat de nieuwe verordening doet, is de vrije banden die de universiteit zou kunnen aanknopen met zowel gouvernementele als niet-gouvernementele instellingen die zij relevant acht voor haar onderwijs-, leer- en onderzoeksactiviteiten, werkelijk beperken. Het nieuwe bestuur vernauwt niet alleen deze contacten, de grotere schade zit misschien in de nog grotere controle die het bestuur zal creëren, groter dan wat er heerste tijdens de periode van de Derg. Het is een zeer directe link met het kabinet van de eerste minister, en het kabinet van de eerste minister zou zeer gemakkelijk controle kunnen krijgen over wat er op de universiteit gebeurt.

Wat interessant is, is om terug te gaan naar vijf maanden geleden. Toen kregen de universiteitsambtenaren te horen, en dit werd gemeld in de senaat, door de toenmalige president van de universiteit, dat de regering erop stond dat de universiteit haar eigen handvest zou ontwikkelen, dat het van essentieel belang was dat de universiteit haar onafhankelijkheid, haar autonomie zou verwerven, omdat dit een instelling is waar vrije discussies, vrij onderzoek, onderwijs en leren moeten plaatsvinden, en dat de universiteit, om dit te bereiken, onmiddellijk haar handvest zou moeten formuleren, haar handvest zou moeten ontwikkelen en het ter goedkeuring aan de regering zou moeten voorleggen.

Toevallig was ik een van de mensen die actief betrokken was bij het opstellen van dat handvest. Het ontwerp-voorstel van dat handvest werd verspreid onder het personeel in alle campussen voor discussie en commentaar en suggesties. Nadat deze waren verzameld, heeft de senaat een reeks besprekingen gevoerd waarbij veel van de aanbevelingen van de verschillende faculteiten werden overgenomen die volgens de senaat de universiteit het soort autonomie zouden geven dat zij nodig heeft om haar activiteiten in vrijheid te kunnen ontplooien. Er werd een handvest opgesteld, en het doel van dat handvest was vast te stellen wat voor soort regels en regulering, wat voor soort structuur, binnen de middelen die beschikbaar zijn, echt dat soort atmosfeer voor wetenschappelijk onderzoek zou bevorderen. Op basis daarvan hebben wij dus de structuur van de universiteit vastgesteld, die opnieuw het bestuur, de senaat, de academische commissie van de faculteiten enzovoort, en de verschillende functionarissen van de universiteit omvatte.

In het debat in de senaat kwam een interessante vraag aan de orde: hoe autonoom moet deze universiteit zijn, rekening houdend met het feit dat onze maatschappij een ontwikkelingsmaatschappij is, een van de armste ter wereld. Dat zij zich niet echt kan losmaken van regeringsplannen, beleid enzovoort. Zij kan niet voorbijgaan aan haar verantwoordelijkheden en aan de steun die de universiteit aan deze verantwoordelijkheden van de regering kan geven. Bovendien is dit een universiteit die bijna volledig door de regering wordt gefinancierd, en daarom voerden mensen aan dat het echt niet rationeel is om een volledige autonomie te verwachten. Als de regering de middelen verschaft en van ons verwacht dat wij een bepaalde rol spelen, dan moeten wij het soort band erkennen dat tussen de universiteit en de regering moet bestaan.

Dit argument werd door de meerderheid van de Senaatsleden gedeeld, en de band die volgens de senaat tussen de regering en de universiteit moet bestaan, moest tot uiting komen in de samenstelling van het bestuur. Wij wilden niet het risico lopen van een situatie zoals die bestond tijdens de Derg- en de Haile Selassie-periode, toen het bestuur bijna volledig werd gedomineerd door regeringsambtenaren die de universiteit rechtstreeks wilden besturen. Wij hebben getracht dit te voorkomen en zoveel mogelijk te beperken door het aantal regeringsambtenaren dat lid zou zijn van de raad te beperken, en in plaats daarvan de deelneming van de universitaire gemeenschap in de raad te verhogen door te voorzien in het lidmaatschap van een aantal echt hooggeplaatste academici die reeds lange tijd aan de universiteit verbonden zijn. En we voorzagen in de verkiezing van deze mensen door de universitaire gemeenschap.

Op het niveau van de senaat hebben we er natuurlijk op aangedrongen dat er geen externe ambtenaren in de senaat hoefden te zetelen, omdat de senaat zich hoofdzakelijk bezighield met de dagelijkse of jaarlijkse activiteiten van de universiteit. Een ander punt: op het niveau van het bestuur voorzagen wij ook in het lidmaatschap van niet-gouvernementele instellingen zoals de kamer van koophandel, waarvan wij dachten dat zij een belangrijke rol zouden kunnen spelen bij de ontwikkeling van de universiteit.

Op verschillende niveaus probeerden wij er dus voor te zorgen dat de universitaire gemeenschap een redelijke mate van autonomie en onafhankelijkheid zou genieten. In feite dachten wij dat, aangezien het initiatief van de regering was uitgegaan, de indruk bestond dat zij de repressie van vorige regeringen niet wilde herhalen en dat de universiteit, zodra zij een grotere autonomie en onafhankelijkheid had gekregen, een veel betere, creatieve rol zou spelen bij het verlenen van de kritische steun die de regering echt nodig heeft.

Maar we hadden nooit vermoed dat er iets zou gebeuren zoals we nu hebben meegemaakt. Dus stelden we het handvest op en legden het in zowel het Engels als het Amhaars voor aan de minister van onderwijs, die ons verzekerde dat het zou worden voorgelegd aan de regering en in feite spoedig zou worden goedgekeurd als een proclamatie van de raad van afgevaardigden, misschien met enkele kleine wijzigingen die zij misschien zouden voorstellen.

Wij waren dus verbaasd dat de studentendemonstratie een fundamentele overtuiging kon veranderen zoals wij dachten dat die bestond in de hoofden van de leiders van de regering, en dat wij nu zelfs verder terug zijn dan ten tijde van de Derg of zelfs ten tijde van Haile Selassie, in die zin dat wat de overgangsregering nu lijkt te willen doen, is volledige controle hebben over wat er op de universiteit gebeurt. Dat is althans wat de nieuwe verordening nu doet."

Een bedrieglijk federaal systeem

Gesprek met Dr. Fekadu Gedamu, vice-president van Ethiopië (1992)

Fekadu had net als ik sociale antropologie gestudeerd aan de London School of Economics, en net als Makonnen Bishaw was hij ooit hoofd van het departement sociale antropologie en sociale administratie aan de universiteit van Addis Abeba. Nu was hij vice-voorzitter van de Ethiopische Overgangsraad geworden en woonde hij in een hoog gebouw tegenover het stadion, waar ik hem af en toe opzocht. Aangezien wij in de loop der jaren goede vrienden waren geworden, voelde ik mij vrij om hem schijnbaar lastige vragen te stellen, gezien het feit dat hij nu een hoge positie binnen de regering bekleedde.

Toen ik hem vertelde dat Alula Pankhurst en ik op dit ogenblik een seminarie aan het organiseren waren over de problemen van een nieuwe federale orde in Ethiopië, zuchtte hij en vertelde hij me hoe bezorgd hij was over de slinkse koers die de TPLF aan het volgen was. Hij was zelf een politicus uit Gurage en hij en zijn vrienden uit andere regio's van het zuiden (Kambata, Hadiya, Wolaitta, Gamo-Gofa, Maji, enz.) hadden alarm geslagen toen de kwestie van een nieuwe federale orde van Ethiopië ter sprake kwam. "Als we eenmaal in vele kleine staatjes zijn opgedeeld", zeiden ze tegen elkaar, "moeten we een zuidelijke alliantie vormen die in sterkte gelijk is aan andere mogelijke allianties, vooral die van de Oromo, en ook die van de machtige noordelijke staten Tigray en Amhara."

"Toen de TPLF van dit plan hoorde", zei Fekadu, "gingen zij al snel over tot de implementatie van slechts één staat, die zij de naam 'Southern Nations, Nationalities and People's Region (SNNPR)' gaven. Ze hebben hetzelfde gedaan met de verschillende regio's die voornamelijk worden bewoond door Oromo-sprekende volkeren. Nu hebben zij dus twee staten gecreëerd die - gezien de bestaande infrastructuur - te uitgestrekt en te log zijn om zich van onderaf goed te organiseren, maar die bij uitstek geschikt zijn om van bovenaf te worden geregeerd. Wat een tegenslag! Zo zie je maar dat we binnenkort weer een keizerlijk bewind krijgen, alleen in vermomming en onder een andere naam." Toen ik Fekadu's klaagzang beantwoordde met het argument dat hij de juiste man was om deze rampzalige koers van zijn TPLF-collega's te veranderen, lachte hij en zei: "dus je wilt me de volgende keer in de gevangenis bezoeken?"

Verontschuldiging voor het misleiden van het Ethiopische publiek.

Dr. Negasso Gidada, president van Ethiopië 1995 - 2001

Net als Makonnen en Fekadu was Negasso een sociaal antropoloog die ik goed kende, en die mij in zijn tijd als voorzitter van de Partij voor Democratie en Rechtvaardigheid (2009 - 2013) af en toe bezocht in mijn chalet boven Bela op de Entoto bergen, waar we meestal koetjes en kalfjes deden in een poging onze teleurstelling over de Ethiopische politiek te vergeten.

Na Negasso's dood in 2019 schreef Dr. Sophia Thubauville van het Frobenius Instituut in Frankfurt/Main een overlijdensbericht dat datzelfde jaar werd gepubliceerd in het antropologische tijdschrift Paideuma. Het is zeer onthullend en geeft een voorbeeld van authentieke teleurstelling en afkeuring van de slinkse wegen die de politiek van de TPLF kenmerkten. Sophia begint met het vertellen over Negasso's jeugd, studies in het buitenland in Duitsland, en terugkeer naar Ethiopië na de val van de DERG. Vanaf hier citeer ik haar uitvoerig:

"Terug in Ethiopië werd politiek uiteindelijk Negasso's hoofdberoep. Hij werd lid van het centraal comité van de OPDO en werd benoemd tot eerste minister van Arbeid en Sociale Zaken en later tot minister van Informatie. Onder deze overgangsregering werd hij ook lid van de kiescommissie en voorzitter van de constitutionele commissie. Bij het opstellen van de nieuwe grondwet liet hij zich onder meer leiden door de Duitse grondwet, het Grundgesetz.

Aan het einde van deze overgangsfase kwamen alle bij de EPRDF aangesloten partijen overeen één presidentskandidaat voor te dragen ... Negasso liet zich vanwege zijn loyaliteit aan zijn partij overhalen zich kandidaat te stellen, werd vervolgens gekozen en werd op 22 augustus 1995 president. Negasso werd niet alleen een ietwat onwillig maar ook onconventioneel staatshoofd ... (en) Negasso ontdekte al snel dat er een kloof bestond tussen EPRDF-dogma en praktijk: Terwijl de EPRDF zich een linkse coalitie noemde, voerde premier Meles Zenawi een politiek van het zuiverste kapitalisme. Negasso besloot daarom zijn ambt neer te leggen toen zijn termijn op 8 oktober 2001 afliep. Nog voor die tijd was hij uit zowel de OPDO als de EPRDF gezet.

Negasso was nu de ex-president van een steeds autoritairder wordende staat. Hij was nog jong genoeg om politiek actief te worden. Om hem daarvan te weerhouden, werd onmiddellijk een proclamatie opgesteld waarin werd bepaald dat een voormalige president die zich in de politiek mengt, alle voordelen verliest die de regering hem biedt. Dit weerhield Negasso er echter niet van en in 2005 werd hij als onafhankelijke kandidaat voor het kiesdistrict Dembi Dolo gekozen bij de verkiezingen voor het Huis van Volksvertegenwoordigers....

Tijdens zijn periode in de oppositie schijnt het voor Negasso belangrijk te zijn geweest zich te verontschuldigen voor daden die tijdens zijn ambtstermijn als president hadden plaatsgevonden. Tijdens een Oromo-mensenrechtenconferentie aan de Universiteit van Minnesota in 2007 bood hij de verbannen Oromo zijn verontschuldigingen aan voor regeringsbesluiten die hij tijdens zijn presidentschap had gesteund en nam hij de verantwoordelijkheid op zich voor mensenrechtenschendingen die in die tijd waren begaan, vooral tegen Oromo.

In november 2009, toen hij aankondigde dat hij lid was geworden van de Partij voor Eenheid voor Democratie en Rechtvaardigheid, vroeg hij de Ethiopiërs ook officieel om vergiffenis voor het feit dat hij hen had wijsgemaakt dat de huidige grondwet van Ethiopië in 1995 op democratische wijze en met de volledige instemming van alle politieke partijen was geratificeerd. De tekortkomingen van de grondwet, niet alleen het proces van de ratificatie, maar ook onopgeloste controverses over bijvoorbeeld de vorm van het federalisme en de kwestie van de soevereiniteit, lijken in zijn latere jaren zijn grootste zorgen te zijn geweest. Hij liet geen gelegenheid voorbij gaan om zich voor dergelijke fouten te verontschuldigen en, zoals in het geval van de grondwet, te pleiten voor verandering en meer in het algemeen voor een democratische overgang in Ethiopië."

Naschrift

Na deze kritische stemmen uit het verleden te hebben gegeven, eindig ik nu met twee voorbeelden van hoe de huidige TPLF-leiders nog steeds niet op vrede uit zijn, maar integendeel de bevolking van Tigray misleiden door te denken dat zij "zegevierend" zullen zijn in een strijd die zij onmogelijk kunnen winnen.

Getachew Reda, woordvoerder van het Tigray Command Centre, verkondigde: Iedere Tigrayaan, of hij nu een geweer draagt of niet, zal zich zelfs met speren en messen verdedigen (25.11.2020).

Debretsion Gebremichael, leider van de TPLF, deed de volgende oproepen (ingekort) [30 januari 2021]:

“Aan onze meest gewaardeerde boeren: Ik roep u op uw kinderen te sturen, zoals u in het verleden zo dapper hebt gedaan, om u aan te sluiten bij de strijd tegen de binnenvallende vijandelijke troepen. Aan onze mensen in steden en dorpen in vijandelijk gebied: Blijf weerstand bieden en steun onze strijd moedig. Jullie hebben de vijanden bewezen dat jullie je nooit onder dwang zullen onderwerpen aan de invasiemacht, koste wat het kost. Aan onze Tigray Defence Forces: ga door met onze strijd voor een rechtvaardige zaak. Ik twijfel niet aan de uitkomst. Jullie zullen zegevieren! Aan de jeugd van Tigray: Jullie zijn ontzagwekkend. Ik roep jullie allemaal op om je aan te sluiten bij de strijd. Aan de vrouwen van Tigray: Ik roep jullie op om je zonen en dochters naar de strijd te sturen”

HET ZOU ZEKER BETER ZIJN OM DE GEWONE MENSEN VAN TIGRAY EEN KANS TE GEVEN OM WEER AANSLUITING TE VINDEN BIJ DE REST VAN ETHIOPIË IN PLAATS VAN HEN OP TE ROEPEN OM TE VECHTEN!

Steunbetuigingen

Jon Abbink: Het is geweldig dat u dit verslag van de gesprekken met Makonnen, Fekadu en Negasso heeft bijgehouden! Ik waardeer uw initiatief om dit waardevolle verslag van gebeurtenissen en discussies uit het verleden bekend te maken. Uw tekst helpt om enkele van de donkerdere antecedenten van de huidige crisis te begrijpen.

Alula Pankhurst: Het kan zijn dat dit soort bijdragen kan helpen om dingen naar buiten te brengen, en uiteindelijk helend kan zijn als het een opmaat kan zijn naar waarheids- en verzoeningsbenaderingen.

Marco Bassi: Op deze manier kunnen we laten zien hoe de huidige crisis is geworteld in de praktijken uit het verleden.

https://ypfdj.org/tplf-strategies-of-deceit-a-reminder-by-ivo-strecker/

 

07-04-2021 om 13:34 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.L'erreur de la communauté atlantique concernant l'Éthiopie

L'erreur de la communauté atlantique concernant l'Éthiopie

Déclarations contre-productives et politiques pauvres en données de l'UE et des États-Unis dans le conflit du Tigré

Jon Abbink

Centre d'études africaines Université de Leiden - Pays-Bas
ASC, Document de travail 150/ 2021

Table des matières

1. Le conflit du Tigré et la lutte pour la vérité

2. La nécessité de prendre des décisions en connaissance de cause

3. 3. Réponses de la communauté internationale

3.1 L'UE

3.2 Les États-Unis

3.3 L'ONU

4. La guerre des médias sociaux et l'obscurcissement du cyberespace

5. Analyse des informations (erronées)

6. Revenir à la politique : l'idée de dialogue et de négociation

7. Les pistes à suivre

Analyse de l'erreur de la Communauté Atlantique concernant l'Ethiopie

1. Le conflit au Tigré et la bataille pour la vérité

La lutte pour obtenir des comptes rendus véridiques et responsables du conflit dramatique de 2020-2021 dans la région du Tigré, dans le nord de l'Éthiopie, se poursuit, et ce n'est pas un mince effort que d'obtenir une certaine perspective. Après avoir passé des décennies à faire des recherches en Éthiopie, je n'aurais jamais pensé devoir écrire ce genre d'essai sur la désinformation et les déclarations pauvres en données qui sont faites dans le monde entier. Mais ces jours-ci, nous voyons des rapports surprenants dans les forums internationaux et les médias sur cette question. Je me limite ici aux récentes réactions des partenaires atlantiques, l'UE et les États-Unis (le Royaume-Uni adoptant largement la ligne américaine), qui sont censés être d'importants partenaires politiques et de développement de l'Éthiopie, mais qui semblent prompts à prendre un parti - celui des déclarations bellicistes. Quelques commentaires supplémentaires sont faits sur l'approche de l'ONU.

Le conflit au Tigré a été tragique et sanglant, mais inévitable après l'attaque nocturne du 3 novembre 2020 par les chefs insurgés du Front populaire de libération du Tigré[i] (TPLF) (2) dans la base militaire du Commandement Nord (voir ci-dessous), où se trouvaient plus de la moitié de l'équipement militaire total et des fournitures de l'armée éthiopienne.

La bataille pour la vérité sur ce qui s'est passé et sur les coupables a commencé immédiatement, les médias internationaux et les partisans du régime du Tigré donnant au TPLF le rôle d'outsider et de victime. Ce type de récit n'est pas nouveau dans les médias, qui s'intéressent aux événements quotidiens et non au contexte plus large et à l'histoire passée des conflits. Mais que des puissances internationales comme l'UE et les États-Unis suivent le mouvement en fondant leurs politiques sur un tel récit est plus remarquable. Ces puissances internationales ne semblent souvent pas faire leurs devoirs et (re)produisent des informations non vérifiées sur le conflit, sur la nature des dirigeants du TPLF et ne produisent que des histoires accusatrices contre le gouvernement fédéral. Il y a effectivement eu des abus de plusieurs côtés, mais plus du côté des forces du TPLF que du côté de l'armée fédérale ou des troupes érythréennes (qui ont participé mais, selon le gouvernement éthiopien, sont venues au Tigré sans y être invitées, comme l'a fait remarquer le général éthiopien Belay Seyoum. (3) 

Le Premier ministre Abiy a confirmé leur présence et leur rôle dans son discours au parlement le 23 mars 2021. (4) 

En général, une attitude critique est nécessaire pour évaluer toutes les déclarations, y compris celles du gouvernement éthiopien. Mais le gouvernement et ses médias locaux peuvent être tenus responsables de leurs déclarations officielles et des informations publiées. Ils fournissent toujours de telles déclarations et informations.

Les médias et les gouvernements occidentaux ont tort d'ignorer ou de minimiser ces déclarations. Et deuxièmement, nous ne traitons pas ici du régime du gouvernement du TPLF et de l'EPRDF avant leur chute au printemps 2018. Il s'agit de déclarations faites par les vestiges du TPLF, par les groupes de soutien de la diaspora et par les partisans du TPLF sur Internet. Ceux-ci, malheureusement, ne font pas l'objet de recherches approfondies mais sont adoptés sans critique par la plupart des médias.

L'intention du TPLF de déclencher le conflit armé a également été ignorée par les commentateurs étrangers. Le TPLF voulait utiliser l'armée fédérale du Tigré et tous les armements capturés pour avancer vers Addis-Abeba et y organiser un coup d'État. Les médias mondiaux rejettent souvent la responsabilité du conflit sur le gouvernement fédéral éthiopien.

Le gouvernement fédéral éthiopien a de nouveau qualifié le pays de perpétuellement antidémocratique, sous-développé, aux normes peu élevées (5) et sujet aux conflits. Mais c'est incorrect. Cette guerre a été imposée au gouvernement fédéral. Pendant les combats, les médias mondiaux s'attendaient (voire exigeaient) que tout ce qui se passait soit rendu public. Ce qui est impossible. Le soupçon automatique que l'armée éthiopienne abuserait systématiquement de son pouvoir comme sous le régime précédent était faux.

En Éthiopie, un processus de réforme politique sans précédent a été engagé au cours des trois dernières années et l'armée fédérale a fait de grands pas vers la normalisation et l'unité. En ce qui concerne l'utilisation abusive de l'armée dans ce conflit, le Premier ministre éthiopien Abiy a également déclaré le 21 mars 2021 : ..... les responsabilités et les écarts disciplinaires seront traités par les voies appropriées.(6) 

Il a réitéré ces propos lors d'un discours au Parlement le 23 mars de cette année (7), en déclarant également que " de même que nous n'acceptons pas les violations commises par les troupes éthiopiennes, nous n'acceptons aucune sorte de violation de la part des troupes érythréennes ".

Pour les médias mondiaux et les ONG, l'exactitude des rapports est vitale, y compris pour l'élaboration des politiques. Mais il y a peu de preuves de cela.

2. La nécessité de prendre des décisions en connaissance de cause

Les décisions mal informées, fondées sur des rumeurs, des preuves non prouvées et des jugements hâtifs, menacent davantage la crédibilité de la politique étrangère des puissances atlantiques. Comme l'a également suggéré Robert Prince dans un commentaire récent. (8) 

Nous l'avons vu en ce qui concerne la Libye, la Syrie et le président russe Poutine lorsqu'il a annexé la Crimée et s'est ingéré en Ukraine (y compris en soutenant éventuellement la chute du vol MH17).

Ces puissances n'ont aucune volonté politique, aucune vision géostratégique à long terme. La politique de l'UE et des États-Unis, ainsi que celle des autres pays qui ont récemment tenté d'encadrer l'Éthiopie au sein des Nations unies (le Conseil de sécurité et la Commission des droits de l'homme), risque fort de déstabiliser davantage l'Éthiopie, de la même manière que les pays susmentionnés. Le Premier ministre Abiy Ahmed avait sans doute raison lorsqu'il a noté que de nombreux étrangers semblent chercher à démanteler l'Éthiopie.  (9)

Le fait que l'Égypte, avec son point de vue égocentrique sur la question du barrage GERD, utilise la menace et l'intimidation, et probablement la formation et le soutien de certaines forces pour déstabiliser l'Éthiopie est bien connu (10), mais le fait que les pays donateurs occidentaux tendent à soutenir cette tendance à toujours remettre en question le leadership et l'approche éthiopiens sur cette question est remarquable. Ils agissent trop souvent sur la base d'une (dés)information sélective et d'horizons temporels à court terme, sans s'intéresser ou évaluer le contexte et la psychologie politique de l'Éthiopie, qui est un pays extrêmement complexe. Si, à la suite de ces déclarations peu encourageantes (voir ci-dessous), l'aide déjà promise à l'Éthiopie est révisée ou si l'on maintient l'aide déjà engagée en faveur de l'Éthiopie, alors tous - l'UE, les États-Unis et l'Éthiopie - seront perdants ; il s'agirait de leur relation politique et de développement à long terme avec le pays. Le pire scénario est d'imposer des sanctions directes à l'initiative du commissaire européen Urpilainen et de l'Irlande au Conseil de sécurité de l'ONU. (11)  

Cette situation a été évitée pour le moment, comme le montre la déclaration du 11 mars 2021. Mais que l'UE soit prête à aller aussi loin n'est pas de bon augure.

En fin de compte, une telle orientation négative de l'UE et des États-Unis signifierait également que l'Éthiopie se rapprochera progressivement de la Russie et de la Chine - une autre victoire à la Pyrrhus pour les puissances occidentales pédantes. (12) 

Ce qu'il faut, ce ne sont pas des sanctions, des leçons indiscutables, des punitions et des aides...

Chantage, mais coopération sérieuse avec le gouvernement éthiopien dirigé par le Premier ministre Abiy Ahmed, qui doit faire face à d'énormes défis, l'obligeant à prendre des décisions parfois difficiles et impopulaires. Mais son parcours doit être soutenu, bien sûr de manière critique. En tant que réformateur complet, avec un palmarès déjà respectable en matière d'innovation juridique et politique, il est aux prises avec l'héritage misérable de 27 ans d'Éthiopie dominée par le TPLF, marquée par des divisions ethniques-nationalistes imposées et les retombées de politiques économiques hautement biaisées qui ont créé une classe ethnique fabuleusement riche au sommet et marginalisé de nombreuses autres personnes.

Le régime du TPLF-EPRDF[ii] a effectivement fait beaucoup pour le pays au cours des dernières décennies, mais il a également fait un travail négatif dans le tissu social du pays. Le gouvernement du Premier ministre Abiy Ahmed et l'administration civile, qui compte un grand nombre de professionnels hautement qualifiés et dévoués, ont tenté de remédier aux effets négatifs, en faisant appel à la coopération, à la synergie, aux réformes économiques et aux investissements. Toutefois, il reste à voir si le peuple éthiopien dans son ensemble, divisé comme il l'est déjà après des décennies de politiques du TPLF, peut pleinement tenir ses promesses.

La communauté internationale ne cesse de répéter que son aide doit avoir un accès illimité à l'ensemble du Tigré. Elle a donc attendu longtemps avant de s'exprimer et de coopérer pleinement avec le gouvernement fédéral. Jusqu'à très récemment, près de 70 % de toute l'aide humanitaire destinée au Tigré (13) était  au lendemain du conflit a été fournie par le gouvernement éthiopien qui a puisé dans ses propres stocks. Selon l'UNOCHA, avant le début du conflit, environ 950 000 personnes dans le Tigré avaient un besoin urgent d'aide humanitaire (14) et environ 1,8 million de personnes bénéficiaient du programme de filet de sécurité alimentaire depuis des années - le fruit de 27 années de développement du TPLF).

Seuls 30 % environ ont été fournis par la communauté internationale des donateurs, dont une grande partie par le Programme alimentaire mondial. Le directeur du Programme alimentaire mondial, David Beasley, a eu la décence, le 25 février 2021, de féliciter le gouvernement éthiopien pour ses efforts (15) .

Une fois de plus, les critiques et les tergiversations constantes de l'UE, des États-Unis et d'autres pays sont la preuve qu'ils croient à une désinformation persistante, à un parti pris ou peut-être à une certaine hypocrisie, qui n'aident personne, et encore moins la population du Tigré. Jusqu'à la mi-mars 2021, l'appel à un accès humanitaire complet était encore utilisé avec une régularité ennuyeuse, voire nauséabonde, apparemment comme un outil politique, mais il n'est peut-être plus d'actualité, puisque les représentants de 35 organisations d'aide étrangères ont bénéficié de cet accès, accordé par le gouvernement, à la mi-mars. L'accès de l'aide internationale ne peut se faire sans enregistrement et sans restriction en raison : a) des problèmes de sécurité, et b) du fait que certains étaient soupçonnés d'aider les anciens partisans du TPLF et les fonctionnaires du TPLF à quitter la région. En décembre 2020, certains véhicules de l'ONU ont également été accusés d'avoir franchi des postes de contrôle officiels.(16) 

D'ailleurs, l'accès initial avait déjà été accordé par le gouvernement éthiopien le 2 décembre 2020 (17).

Mais les agences d'aide ont estimé que cela ne suffisait pas - elles voulaient une liberté totale d'activités (non contrôlées) et n'étaient pas enclines à respecter la souveraineté éthiopienne. Il convient également de savoir, et de réfuter une fois de plus les récits alarmistes constants de l'UE, des Nations unies et des États-Unis, que la plupart des hôpitaux du Tigré sont déjà de nouveau opérationnels et que le personnel de santé reçoit ses salaires (bien qu'il soit gravement gêné par le manque d'installations et de personnel suffisant).

Cette initiative a été prise par les autorités éthiopiennes, et non par les agences d'aide.(18) 

 3. Reactions de la communauté internationale

Si l'on considère les réactions de l'UE, des États-Unis et de l'ONU au conflit armé jusqu'à présent, nous avons vu des expressions fréquentes et irréfléchies de profonde inquiétude. Et comme dans toute guerre, il y a des raisons de s'inquiéter. Des personnes innocentes ont été prises au milieu de violents combats, des civils ayant été agressés et tués. Mais comme on l'a vu, la préoccupation de la communauté internationale semble sélective et fortement dirigée contre le gouvernement fédéral. Ce n'est pas une base saine pour une réponse politique. Je présente ci-dessous une documentation sur les réponses et les décisions de la communauté internationale afin d'indiquer ce que j'entends par réponses hâtives, non informées et malavisées.

3.1 L'UE

D'abord l'UE. Dès le 16 décembre 2020 (19), Bruxelles a annoncé qu'elle reporterait une aide de 90 millions d'euros à l'Éthiopie pour son incapacité à fournir un accès humanitaire complet au Tigré, mais en ignorant qui a commencé la guerre et qui a causé la misère. Le 16 février 2021, un appel surprenant a été lancé par la commissaire européenne chargée des partenariats internationaux, Mme Jutta Urpilainen (20), pour lancer une réponse coordonnée afin de déterminer si l'aide et les prêts à l'Éthiopie doivent être gelés et bloqués par tous les donateurs.

Il s'agit d'un appel sans précédent, considéré par certains comme un chantage.(21) 

Plus récemment, le 11 mars 2021, l'UE a décidé de réprimander à nouveau l'Éthiopie, menaçant de bloquer toute nouvelle aide au développement et de la punir pour les violations présumées des droits de l'homme commises lors des opérations militaires contre le TPLF au Tigré, notamment l'allégation selon laquelle les forces gouvernementales se seraient mal comportées à l'égard des civils pendant le conflit

La résolution de l'UE avait pour but de forcer le gouvernement fédéral éthiopien à répondre à des demandes supplémentaires d'accès libre et sans restriction à toute l'aide humanitaire étrangère promise. La discussion à Bruxelles le 11 mars 2021 a abouti à une déclaration de préoccupation : Le Conseil est extrêmement préoccupé par les nombreux témoignages de possibles crimes de guerre et crimes contre l'humanité, d'exécutions extrajudiciaires et d'autres violations et abus graves des droits de l'homme. L'UE demande qu'il soit mis fin immédiatement à ces actions et que les auteurs soient traduits en justice (leurs propres termes sont en gras) (22), en désignant une nouvelle fois le gouvernement fédéral éthiopien.

Ainsi, le 11 mars 2021, les participants au sommet de l'UE discutaient encore des possibilités d'action de l'UE.des sanctions en raison de ... Les autorités éthiopiennes et autres font obstacle à l'aide humanitaire (23) .

Cela montre qu'ils privilégient certaines sources d'information et sont incapables d'évaluer la situation sur le terrain.

Ils n'ont pas reconnu l'aide, bien qu'insuffisante, déjà fournie par le gouvernement fédéral et le peuple éthiopien. L'UE et les différentes agences d'aide humanitaire voulaient apparemment mettre l'Éthiopie sur le banc des accusés avant de lui fournir une quelconque aide.

Le 22 mars 2021, le haut représentant de l'UE pour les affaires étrangères et la politique de sécurité, Josep Borrell, a fait une belle déclaration, affirmant que l'UE ... est prête à utiliser tous les instruments de sa politique étrangère contre les responsables de violations des droits de l'homme, dans le cadre du conflit armé en cours dans l'État régional du Tigré, et que cela s'applique à toutes les parties au conflit. Il a poursuivi en disant que l'UE ... veut un accès humanitaire à la région, nous voulons une enquête indépendante sur les violations des droits de l'homme et nous voulons le retrait des troupes érythréennes. (24) 

Toutefois, ce n'est pas à l'UE d'exiger ou de décider, mais au gouvernement éthiopien, à son propre rythme et en temps voulu. Le 26 mars 2021, le Premier ministre Abiy Ahmed a annoncé une proposition de retrait des troupes érythréennes.(25)  

3.2 Les États-Unis

Deuxièmement, les États-Unis.

Le 27 février 2021, le nouveau secrétaire d'État américain, Anthony Blinken, a publié une déclaration intitulée Atrocités dans la région du Tigré en Éthiopie (26), dans laquelle les États-Unis se déclarent ... profondément préoccupés par les atrocités signalées et par la détérioration générale de la situation dans la région du Tigré en Éthiopie. Il s'agissait d'un texte quelque peu fantaisiste, rejetant toute la responsabilité sur les forces armées fédérales éthiopiennes et sur les unités de l'armée érythréenne et les forces régionales amhara. Il n'y avait rien à reprocher aux anciennes forces du TPLF et à leurs sympathisants, qui s'étaient occupés de saboter à nouveau les lignes électriques réparées (27) ,

Des bureaux gouvernementaux et des infrastructures de TIC, ont tenté de perturber l'aide alimentaire et ont aidé les conducteurs de caravanes de secours et les étudiants universitaires du Tigré(28) .

L'évaluation des sources de ces informations n'était pas claire. Peut-être qu'un étrange éditorial du Washington Post du 27 janvier 2021, affirmant que l'armée fédérale éthiopienne avait commencé une invasion de l'État régional du Tigré, l'a influencé (29) .

Au sein du gouvernement américain, il ne semble pas encore y avoir de ligne entièrement claire sur l'Éthiopie. L'ambassadrice américaine récemment nommée à Addis-Abeba, Mme Geeta Pasi, semble être plus critique à l'égard du TPLF et de son bilan. (30) 

Alors que l'épouse de l'ambassadeur américain aux Nations unies, Linda Greenfield-Thomas (31 ans), a la même attitude que le ministre Blinken - rejetant la faute sur le gouvernement fédéral.

Un deuxième commentaire dans le discours du secrétaire Blinken du 27 février 2021, très surprenant pour un secrétaire d'État américain, était l'appel au retrait des forces spéciales Amhara. Cet appel a été répété dans le discours de la représentante des États-Unis auprès des Nations unies, Linda Greenfield-Thomas, le 4 mars (32), et repris par les médias, comme le New York Times (9 décembre 2020 et 26 février 2021). Une fois encore, cela fait suite aux déclarations de sources pro-TPLF, aux rapports sur les droits de l'homme et même aux mémos récents de l'International Crisis Group, qui présentent les atrocités des forces amhara comme des faits (33) .

En outre, il semble également que certaines personnes pro-TPLF qui ont été actives dans les administrations Clinton et Obama conseillent le gouvernement américain, comme Susan Rice, connue pour ses liens étroits avec l'ancien régime du TPLF et qui a mal tourné avec son tout premier tweet de 2021 sur l'Éthiopie (34) .

Elle et le conseiller en sécurité Jake Sullivan, pas encore bien informé, et l'ancien secrétaire d'État adjoint pour l'Afrique Herman J. Cohen (35), toujours mal inspiré, ont, selon de nombreux observateurs sérieux, causé d'énormes dommages à l'Éthiopie pendant plusieurs décennies. Le rôle des troupes Amhara (de la région voisine d'Amhara) et leur présence spécifique est un cas très complexe, mais pas entièrement étrange. L'affaire a une histoire dont le ministre Blinken et ses collègues ne sont peut-être pas conscients.

Il suffira ici de mentionner seulement trois points trois points :

(a) les forces amhara, qui appartiennent aux forces de sécurité de la région d'Amhara et relèvent en dernier ressort de la structure de sécurité fédérale, sont venues en aide à l'armée fédérale lorsque celle-ci a été attaquée sans avertissement les 3 et 4 novembre 2020 et dépassée en nombre par le TPLF dans les premiers jours. Les forces armées de la région d'Amhara ont contribué à renverser la vapeur et à sauver des vies. On ne peut pas reprocher à ces forces d'avoir contribué, en sacrifiant leur vie, à étouffer un soulèvement national armé.

b) Gondar et Bahir Dar, dans la région d'Amhara, ont été attaqués par des missiles du TPLF les 13 et 20 novembre 2020, bien avant la chute de Mekele ; et

c) Les forces amhara opèrent dans des zones qui ont été annexées à tort par le Tigré sur ordre du gouvernement éthiopien alors dominé par le TPLF en 1991-1992. Ils ont été séparés de la région de Gondar (aujourd'hui Amhara) principalement pour des raisons économiques - les terres agricoles étaient utilisées pour la production de cultures de rente, comme l'a démontré le politologue Mehdi Labzaé (36) .

 

Il s'agissait de Wolqait, KaftaHumera (à la frontière du Soudan), Tsegede et Tsellemt. Historiquement, ces régions (situées de l'autre côté de la rivière Täkkäze par rapport au Tigré) ne faisaient pas partie de la région du Tigré. Les habitants ne se sont pas non plus identifiés comme appartenant au Tigré, malgré un degré considérable de bilinguisme et de connaissance de l'amharique et du tigrinya (une question similaire s'est posée en ce qui concerne le statut de la région d'Alamata, dans le sud du Tigré).

Le régime du TPLF a modifié par la force la démographie et le caractère de ces zones au cours des 27 dernières années, parfois en commettant des abus flagrants (37) .

Le statut de ces quatre zones fera probablement l'objet de négociations et de consultations constitutionnelles après la stabilisation du Tigré et les prochaines élections parlementaires éthiopiennes de juin 2021, et les habitants d'origine exigeront d'être entendus. Paradoxalement, la présence des forces Amhara dans ces zones a peut-être contribué à empêcher de nouveaux massacres comme celui de Mai Kadra en novembre 2020, qui a été un événement dramatique et décisif.

Il est quelque peu compréhensible que les forces Amhara ne se retireront pas simplement ici.

En outre, on peut se demander si leur présence sur place est une cause de l'instabilité du Tigré ou des problèmes humanitaires, comme semble le suggérer le ministre Blinken. En outre, comme l'a noté le Premier ministre Abiy dans son discours parlementaire du 23 mars 2021 : Le gouvernement éthiopien n'est pas habilité à dire dans quels États américains déployer les troupes américaines. De même, le

Le gouvernement américain ne peut pas commenter le déploiement de troupes en Éthiopie.

Le 10 mars 2021, le secrétaire Blinken a témoigné devant la commission des affaires étrangères de la Chambre des représentants et a souligné la nécessité de mettre fin au nettoyage ethnique dans la région du Tigré, sur la base d'informations provenant d'un rapport secret américain. Mais ce soi-disant rapport secret sur les violences alléguées auquel se réfère le ministre Blinken est beaucoup moins fiable qu'annoncé (38) .

Il est inquiétant qu'un haut responsable de la politique étrangère comme Blinken

formule une réponse politique sur cette base.

Le 18 mars 2021, cependant, il a - enfin - annoncé que les États-Unis allaient donner à l'Éthiopie 52 millions de dollars supplémentaires en aide humanitaire pour le Tigré, portant le montant total de l'aide américaine promise à 153 millions de dollars (39) .

Le communiqué qui l'accompagnait a toutefois gâché l'événement en déclarant : ..... la situation va s'aggraver sans solution politique. Cela introduit un autre élément.

Qu'est-ce que cela signifie ? Une étape importante vers une solution politique a déjà été franchie : le retrait du régime du TPLF à Mekele et la normalisation progressive de l'espace politique du Tigré par le biais d'un gouvernement de transition soutenu par les Tigréens et de futures élections.

Fin mars 2021, l'envoyé spécial du président américain Biden, le sénateur Chris Coons, a rencontré les dirigeants éthiopiens et a proposé ...de passer rapidement à un dialogue politique complet sur la future structure politique du Tigré (40) .

 

Cette idée de dialogue politique semble être une expression standard du jargon diplomatique, mais dans ce contexte, sa signification n'est pas claire. On peut être sûr que le gouvernement éthiopien et l'opinion publique n'accepteront jamais de dialoguer avec le TPLF vaincu ou avec les dirigeants restants après les sabotages et les actes de violence.

3.3 L'ONU

Au Conseil de sécurité de l'ONU, le conflit a été évoqué pour la première fois lors d'une réunion le 24 novembre 2020.

Les membres ont souligné l'importance d'une désescalade du conflit, ont exprimé leur inquiétude quant à l'impact des combats sur la population civile et ont souligné leur soutien à un engagement régional pour résoudre le conflit.

C'est bien, mais là encore, pas un mot sur l'attaque nocturne du gouvernement TPLF du Tigré contre des unités de l'armée fédérale, sur le massacre de centaines de soldats endormis et les mauvais traitements infligés à un grand nombre d'entre eux, sur la destruction de l'infrastructure de communication de la région du Tigré juste avant l'attaque, ou sur le vol massif de tous les équipements lourds de l'armée fédérale au commandement du Nord - des actes de guerre et de trahison, s'il en est.

Les commentaires opportunistes de l'ONU sur les problèmes humanitaires se sont poursuivis dans les mois qui ont suivi, mais sans reconnaître qu'ils étaient en grande partie causés par ces actes du TPLF, et cela ne semblait pas convaincant sans tenir compte du contexte de ce conflit. Pas un mot de sympathie de l'ONU et des autres acteurs mondiaux pour les soldats fédéraux, qui ont été lâchement tués dans des situations de non-combat et pour les énormes dommages causés, ni pour les civils tués (y compris une famille d'agriculteurs à Debareq) lors des attaques à la roquette non provoquées des forces du TPLF sur les villes de Gondar et de Bahir Dar (région d'Amhara) les 13 et 20 novembre 2020 (42) .

Ces villes ont également subi des millions de dollars de dégâts.

Le haut- commissaire des Nations unies aux droits de l'homme, Michele Bachelet, a rapidement ajouté sa voix au chœur. Déjà en novembre et le 22 décembre 2020, son bureau a fait des déclarations d'avertissement (43) et dans la deuxième déclaration elle a dit : Nous avons reçu des allégations de violations du droit humanitaire international et des droits de l'homme, notamment des attaques d'artillerie sur des zones peuplées, le ciblage délibéré de civils, des exécutions extrajudiciaires et des pillages généralisés. Oui, mais l'attaque du TPLF des 3-4 novembre 2020 et les mauvais traitements qui ont suivi n'ont jamais été mentionnés.

La déclaration poursuit : Bien que les lignes téléphoniques commencent à être rétablies dans certaines zones, la coupure des communications qui a débuté le 3 novembre et les restrictions d'accès font craindre que la situation humanitaire et des droits de l'homme soit encore plus grave qu'on ne le craignait, sans compter que c'est le TPLF lui-même qui a provoqué la coupure des communications en détruisant les lignes électriques et les connexions Internet. Elle a mentionné les massacres de masse du 9 novembre 2020 à Mai Kadra (bien que dans la déclaration comme allégué), mais immédiatement suivi par le commentaire sans signification : Il est essentiel que les allégations de violations des droits de l'homme à cet endroit contre les Amharans et les Tigréens fassent l'objet d'une enquête.(44)  

Plus d'informations sur Mai Kadra - une opération de nettoyage ethnique dans laquelle plus de 800 personnes ont été tuées ci-dessous.

Une autre déclaration du bureau de Mme Bachelet a suivi le 4 mars 2021 (45) : " Nous continuons à recevoir des informations profondément troublantes sur les violences sexuelles et sexistes, les exécutions extrajudiciaires, la destruction et le pillage généralisés des biens publics et privés par toutes les parties, ainsi que sur la poursuite des combats dans le Tigré en particulier. Cependant, ces rapports, dont la plupart n'impliquent pas le TPLF, mais les forces fédérales et érythréennes, ne sont pas tous fondés en termes de nature, de sources et de fiabilité.

Le gouvernement éthiopien a déclaré que tous ces cas devaient faire l'objet d'une enquête. (46) 

Il n'est pas clair si des auteurs autres que les forces armées sont impliqués, par exemple des criminels libérés. (47) 

Le rapport de la Commission éthiopienne des droits de l'homme du 10 février 2021 fait état de 108 cas de viols en deux mois ; le Bureau des affaires féminines de la région de Tigray a signalé que 524 cas signalés entre novembre 2020 et février 2021 pour la seule ville de Mekele, Adigrat et environs (48) .

Il a également été fait état de mauvais traitements et d'enlèvements de réfugiés (érythréens) dans les quatre camps du nord du Tigré.

S'il y a certainement eu des irrégularités (notamment avant que l'armée fédérale ne prenne le contrôle de la région, les autorités du TPLF n'ayant pas traité correctement les réfugiés et ayant construit deux camps trop près de la frontière, selon les normes du droit international), il n'y a pas eu de meurtre de masse ni de rapatriement forcé massif ; le 30 janvier 2021, le HCR a dû réfuter des allégations antérieures selon lesquelles des réfugiés avaient été renvoyés de force en Érythrée (49) .

Un mémo du PNUD du 16 février 2021 adressé au Secrétaire général des Nations unies (50) appelle à reconnaître que la responsabilité principale du conflit armé incombe au TPLF, car l'attaque des 3 et 4 novembre serait un " acte de guerre partout dans le monde, qui déclenche généralement une réponse militaire pour défendre une nation ". Il a également noté que le ... La communauté internationale n'a pas réagi aux provocations du Tigré au cours des deux dernières années, notamment à son opposition aux réformes gouvernementales et à son refus d'engager des pourparlers politiques (51) avec le gouvernement. (ibid.). Il s'agissait sans doute d'une position plus équilibrée. Cependant, les points de vue du secrétaire général des Nations unies, A. Guterres, et de son coordinateur en chef de l'aide, Mark Lowcock, s'alignent toujours sur le courant dominant crédule : les affirmations selon lesquelles il y a ... est une campagne orchestrée de nettoyage ethnique dans certaines parties du Tigré, de nombreux témoins rapportant que des soldats érythréens et des milices amhara en sont responsables.(52) 

4. Guerre dans les médias sociaux et obscurcissement sur Internet

Ce sont les sujets de préoccupation et d'accusation des partenaires atlantiques et de l'ONU. Toutes ces déclarations des Nations unies et du bloc atlantique tendent à faire porter la responsabilité principale sur le gouvernement fédéral éthiopien, les troupes érythréennes et les forces amhara, et non sur le TPLF. Malheureusement, les récits sont souvent inexacts et fondés sur un manque d'informations et d'évaluations solides, et sont souvent l'écho de voix pro-TPLF. Ils citent volontiers des témoins peu fiables et malhonnêtes et fournissent des évaluations incorrectes du contexte et des faits du conflit sur le terrain. La question de la présence de l'armée érythréenne, des pillages, etc. est difficile et doit faire l'objet d'une enquête approfondie.

(Toutefois, les plaintes des pro-TPLF concernant l'implication des Erythréens semblent aujourd'hui quelque peu ambiguës car, en mai 1991, les troupes du Front populaire de libération de l'Erythrée, qui ont ensuite formé le gouvernement de l'Erythrée indépendante, ont joué un rôle très important dans la prise d'Addis-Abeba par le TPLF - alors qu'ils étaient alliés).

Comme indiqué, un rôle important dans les guerres médiatiques a été joué par les activistes, les journalistes et les universitaires du TPLF (53) : ils se sont engagés à diffuser, avec un certain succès, un récit sur le conflit absolvant le TPLF de sa responsabilité dans le déclenchement des combats et de tout abus, tel que le massacre de Mai Kadra du 9 novembre 2020. Les partisans du TPLF et la cyber-armée sont pleins de ressources, beaucoup d'entre eux produisant des mots et des faits librement, sous des pseudonymes comme Mistir Sew (= homme mystérieux) et autres. Comme nous l'avons vu, certains universitaires non éthiopiens ont avalé sans critique les témoignages alarmants des habitants affiliés au TPLF (54), bien que les développements ultérieurs n'aient pratiquement rien confirmé. Sur les sites Internet pro-TPLF, Tigrai Media House, et par le biais de DigitalWoyane, le bras de propagande des médias sociaux du TPLF et de ses sympathisants, des instructions sur la manière de tromper les étrangers par la désinformation ont circulé (55) .

Un certain Alula Solomon, de Tigrai Media House, est également connu. Ses informations ne sont presque jamais fiables - et ont plutôt le caractère d'une incitation.

Il y a même un hashtag bizarre #TigrayGenocide...(56) (57)

Étonnamment, ces pro-TPF du cyberespace ont raisonnablement réussi, du moins à court terme, à convaincre certains universitaires naïfs et les gens de la presse occidentale. Le problème est simplement que l'on ne peut se fier à rien de ce qui émane de ces sources sans un examen approfondi.  (58)

Par exemple, il y a eu de faux rapports sur la chute d'un avion de guerre éthiopien, sur des victoires au combat et sur des massacres qui n'ont pas eu lieu.

Les médias et les décideurs politiques, qui se sentent concernés par la population du Tigré, se concentrent non pas sur les causes, mais sur les problèmes résultant de ces actes de guerre du TPLF, exagérant ainsi les nouvelles histoires de mauvais traitements, de famine imminente et de massacres dans tout le Tigré,

de préférence parmi des civils innocents. Il s'agit de rejeter la responsabilité du TPLF sur le gouvernement fédéral du Premier ministre Abiy Ahmed. Mais comme nous l'avons vu, ce gouvernement n'a pas eu d'autre choix que de réagir le 4 novembre 2020, et il a déployé des efforts sérieux et coûteux pour réparer les dégâts et ressusciter le Tigré grâce à des flux d'aide importants (59), des missions d'enquête et la reconstruction des infrastructures et de la vie communautaire (voir la déclaration sur les opérations relatives à l'État de droit dans le Tigré via ce lien/note) (60)

Entre-temps, des batailles acharnées dans les médias sociaux et sur les sites internet et des allégations qui prennent des semaines à démêler.

Le fait que les médias et les décideurs occidentaux prennent souvent ces informations pour la vérité et rejettent la faute sur le gouvernement fédéral éthiopien et les Érythréens est inquiétant et s'apparente à une nouvelle série d'hypocrisies pour faire la leçon à un pays africain en crise. Il est bon de s'inquiéter sincèrement des droits de l'homme et des éventuels crimes de guerre, mais l'attitude sous-jacente consistant à faire la leçon à un pays africain en développement est déplacée. L'Europe, également, avec sa propre approche faible et inférieure aux normes des réfugiés et des demandeurs d'asile qui arrivent sur ses côtes (pensez à ceux dans les camps sur les îles grecques) et son approche infructueuse de la Libye post-Kadhafi.

La Libye a de nouveau recours à l'autoritarisme dans le cas de l'Éthiopie, comme l'illustrent J. Borrell (61) et J. Urpilainen (voir ci-dessus).

En ce qui concerne l'Éthiopie, ils n'ont pas procédé à une évaluation comparative approfondie des faits sur le terrain et de leur contexte, et minimisent ou ignorent systématiquement les déclarations et explications du gouvernement fédéral éthiopien. Mais ce n'est pas un gouvernement comme l'était celui du TPLF-EPRDF. Ce dernier était connu pour sa répression et sa tromperie permanentes (dès sa création en 1991, comme l'a récemment démontré le professeur Ivo Strecker (62) .

Le gouvernement actuel est différent. Il n'est pas nécessaire de croire toutes ses déclarations ou toutes ses déclarations, mais ce qui est certain, c'est que le gouvernement du Premier ministre Abiy Ahmed se caractérise par le programme de réformes établi en 2018-19 et lance un appel à la population pour forger une nouvelle culture politique : loin de l'autoritarisme et des récriminations, marques de fabrique de l'ancien régime du TPLF.

La critique de l'approche adoptée par le gouvernement d'Addis-Abeba et l'actuel gouvernement intérimaire du Tigré est une attitude erronée, voire néo-colonialiste. Il est remarquable que la presse internationale reprenne régulièrement ces critiques. Le chef du gouvernement intérimaire, le Dr Mulu Nega, a récemment fait remarquer que, bien qu'ils aient donné un accès total aux correspondants des agences de presse étrangères pour qu'ils puissent se rendre n'importe où dans le Tigré, ceux-ci ne demandent pas d'interviews ou d'informations à l'administration régionale du Tigré impliquée dans les travaux de réhabilitation et de secours. Ils préfèrent suivre uniquement les listes de contacts qu'ils ont reçues à l'étranger, probablement de réseaux pro-TPLF et d'autres critiques professionnels du gouvernement fédéral éthiopien (63) .

Ils recherchent principalement les mauvaises nouvelles. Auparavant, M. Muluberhan Haile, administrateur du Tigré du Nord, a noté des choses similaires dans des interviews intéressantes (64).

Ici, l'attitude de la presse étrangère semble souvent peu différente de celle de l'auteur britannique Evelyn Waugh dans les années 1930 dans ses reportages et son livre sur l'Éthiopie, largement condamnés comme arrogants et racistes (65) .

Les pays occidentaux, comme les États-Unis, ont également exercé des pressions excessives sur les pays africains voisins pour qu'ils se joignent à eux au Conseil de sécurité des Nations unies afin de mettre l'Éthiopie sur le banc des accusés.

Il convient de noter que le président américain Joe Biden a récemment téléphoné au président kenyan Uhuru Kenyatta au sujet du conflit en Éthiopie, mais pas au Premier ministre Abiy Ahmed.

Toutefois, le 21 mars, l'envoyé spécial du sénateur américain Chris Coons, dépêché personnellement par le président Biden, a entamé des pourparlers avec les dirigeants éthiopiens à Addis-Abeba, d'abord avec le ministre des Affaires étrangères et vice-premier ministre Demeqe Mekonnen, puis, le 26 mars 2021, avec le premier ministre Abiy.

Au cours de cette conversation, le sénateur Coons a évoqué l'idée bizarre d'un cessez-le-feu unilatéral" - comme si deux pays souverains se combattaient. Bien sûr, cette idée a été rejetée par le Premier ministre Abiy. (66)

Ce que nous avons appris dans cette crise, c'est que la presse mondiale ne se so

07-04-2021 om 09:02 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
01-02-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Martin Plaut: Een trietige TPLF “aanhanger”, die wedijvert met de “Comical Ali” en nazipropaganda leider Goebbels
Klik op de afbeelding om de link te volgen

  Martin Plaut: Een triestige TPLF aanhanger, die wedijvert met de    Comical  Ali   en nazipropaganda leider Goebbels

24 januari 2021

 De beruchte Irakees Mohammed Saeed al-Sahhaf[i], beter bekend als “Comical Ali”, en nazi-Duitser Joseph Goebbels worden herinnerd als twee de slechtste leugenaars uit de geschiedenis.

Hun canon is eenvoudig maar gevaarlijk: Als je moet liegen, blijf dan liegen totdat van de waarheid niets overblijft.

Martin Plaut, een voormalige Afrika-correspondent van de BBC die zich nu voordoet als een fellow aan het Institute for Strategic Studies, lijkt erop te rekenen dat hij deze legendarische leugenaars kan evenaren, zo niet overtreffen, door Ethiopië te kwellen en te belasteren.

(…) Plaut schijnt zijn ziel en zogenaamd beroep, te verkopen aan de beste buitenlandse bieder. Hij kan schelden als een ingehuurde huurling.

Deze "kerel" blijft de TPLF-clan trouw door vandaag Ethiopië te blijven aanvallen en te demoniseren, alsook door onophoudelijk verhalen te verzinnen na het uitbreken van het conflict.
In dit artikel analyseer ik een aantal van zijn buitensporige verzinsels, leugens en insinuaties op basis van zijn "Situation Report" webpagina en geef ik daar kort commentaar bij.

Een vloedstroom van leugens

Plaut is de spreekbuis van de TPLF-coalitie geworden, ter vervanging van haar dwaze propagandist, Getachew Reda, die eenvoudig verdween toen de operatie intensiever werd en de troepen van de coalitie werden vernietigd.

Er verschenen belachelijke verslagen op website, vol verzinsels, onwaarheid, overdrijving en manipulatie.

Zoals volgende berichten:

Drones worden ingezet op doelen in Tigray, wat wijst op mogelijke betrokkenheid van de VAE vanaf de militaire basis in Assab[ii].

Een luchtaanval in Mekelle vandaag, 19 november 2020. Eerder vandaag, om 12.41 uur (06.41 uur plaatselijke tijd), heeft de luchtmacht van Abiy een bombardement uitgevoerd in de stad Mekelle, waarbij burgers het doelwit waren. De bron heeft een van de doelgebieden bezocht (bron uit Mekelle).

Volgens niet-geverifieerde berichten zouden Eritrese troepen (en hun officieren) aan het Tsorona-front zijn overgelopen naar Tigray.

De universiteit van Mekelle is getroffen door een inslag van een vliegtuigbom. Naar verluidt zijn 50 studenten gewond (middag om 12.41 uur op 19 november) en er zijn beelden gezien van de interim-voorzitter van de universiteit, Fetien Abay, die de studenten bezoekt.

De Tigray Defence Force (TDF) beweert duizenden ENDF[iii] en Eritrese soldaten, georganiseerd in 18 divisies in drie fronten (namelijk Adwa, Idagahamus en Ray-Mokoni, te hebben aangevallen en vernietigd.

Hier volgt een ander schandelijk in elkaar geflanst verhaal op 9 januari 2021.

De Maryam Tsiyon kerk is aangevallen. Honderden mensen die zich schuilhielden in de kerk werden naar buiten gebracht en op het plein ervoor doodgeschoten. Het aantal doden zou 750 bedragen. (09 januari 2021)

Het bloedbad op de orthodoxe Maryam Tsiyon kerk in Aksum waarbij 750 mensen werden gedood, vond half december plaats. Mensen die zich schuilhielden in de kerk werden naar buiten gebracht en op het plein ervoor doodgeschoten. De Maryam Tsion-kerk is een heilige plaats waar de Ark van het Verbond staat. Een getuige verklaart dat hij ‘nog nooit zo'n mate van onmenselijkheid heeft gezien’.(10 januari 2021)

De sociale media worden momenteel gek van een andere zot en hardvochtig verhaal verzonnen. Hij schreef op zijn website Situatie Rapport.

Er zijn veel meldingen van verkrachting in Mekelle en elders. Er is ook een video opgedoken van een ENDF-commandant die toegeeft [sic] dat de verkrachtingen in Mekelle plaatsvinden. De commandant zegt dat dit in tijden van conflict te verwachten was, maar dat het niet meer zou mogen gebeuren nu de stad goed onder de controle van de federale regering staat.

Religie en verkrachting: de nieuwe trucs

Ik wil het hebben over het nepverhaal over de kerk dat Plaut onlangs in de sociale media heeft weten te gieten. Dit is een wrede truc om een misdaadvergelijking te creëren met de 750 ongewapende burgers, voornamelijk Amhara's, die in My-Kadra zijn afgeslacht door de vluchtende troepen van de TPLF-coalitie. Plaut probeert de gruwelijke misdaden van zijn dierbare meesters in de doofpot te stoppen.

Plaut verwart, brengt in verwarring en misleidt de wereld door op slinkse wijze met emotionele en godsdienstige kwesties te gooien met de bedoeling de spanning te doen escaleren. Het is trouwens bekend dat de TPLF-clan gebedshuizen heeft gebruikt als commandocentra en legerdepots in de hoop aan een aanval te ontkomen. Er zijn videobeelden waarop te zien is hoe bewoners dit grote taboe afkeuren, ook uit angst voor een mogelijk doelwit van het leger. Zij werden echter onderdrukt door de troepen van, die beloofden hun wat wapens aan te bieden die zij kunnen verkopen.

Verkrachting is de nieuwe valse truc die Plaut uithaalt. Deze truc heeft meerdere bedoelingen, niet alleen om de glansrijke overwinning van de Ethiopische defensiemacht te ondermijnen, maar ook om haar aanzien op het continent en internationaal te bezoedelen. Onnodig te zeggen dat de strijdkrachten een onberispelijke staat van dienst hebben in alle landen en missies waar zij dapper hebben gediend.

Zeker is dat verkrachting al lang voor het conflict in de regio een ernstige sociale probleem was in Tigray. Een officieel verzoek om een openbaar protest van een betrokken instantie snel te onderzoeken werd afgewezen door de vorige regering in Tigray. Welnu, het opzettelijk vrijlaten van zo'n 10.000 criminelen uit gevangenissen - terwijl de troepen van de TPLF op de vlucht sloegen - kan de situatie alleen maar verergeren. Toch deinst Plaut er niet voor terug een smet te werpen op het leger, die zijn hooggewaardeerde meesters in de pan hakte. (…)

Plaut een voormalig BBC Afrika-correspondent en analist tweette over de gevangenneming van Sebhat Nega, de Godfather van de verderfelijke TPLF, op 10 januari 2021 het volgende: Ik heb 24 uur aan een stuk non-stop gehuild in mijn kamer. Een zeer trieste dag voor ons allemaal. Chief Sibhat Nega, u zult gemist worden!. Tot zover de integriteit, objectiviteit en onafhankelijkheid van deze kerel!

Conclusie

We zijn getuige van de ontketening van boze en harteloze krachten, aangestuurd door betaalde agenten, oplichters en provocateurs, zoals Martin Plaut, Alex de Wall en Kjetil Tronvoll, om Ethiopië op het wereldtoneel te demoniseren. Ethiopië is er nog niet aan toe gekomen deze gevaarlijke trend op een zinvolle manier aan te pakken. Op zijn zachtst gezegd heeft de Ethiopische regering niet de nodige doortastendheid aan de dag gelegd om deze gecoördineerde aanval op wereldschaal af te slaan.

Het is dus van het grootste belang dat Ethiopische onderdanen en vrienden, vooral die in de landen waar deze agenten en bedriegers gevestigd zijn, zich organiseren om de confrontatie met hen aan te gaan, onder meer door protestacties bij hun organisaties te houden, hen te ontmaskeren bij hun collega's en onder de studenten. Alsook om  hun lezingen en seminars te boycotten.

Het behoeft geen betoog dat het verdedigen van Ethiopië's nationale belangen niet alleen aan de regering moet worden overgelaten. Ethiopiërs thuis en in de diaspora - en hun vrienden - moeten hen steunen - ijverig, systematisch en zonder te twijfelen.

https://borkena.com/2021/01/24/martin-plaut-a-contemptuous-fellow-rivalling-comical-ali-nazis-goebbels/



[i] Muhammad, een voormalige Iraakse diplomaat en politicus, wereldfaam verwierf met zijn theatrale dagelijkse briefings vol leugens en verzinsels tijdens de invasie van Irak in 2003. Op een bepaald moment, terwijl Bagdad aan het vallen was en artillerievuur van dichtbij te horen was, vertelde hij de media dat Irak de door de VS geleide coalitie aan het verslaan was.

 

[ii] Assab, is de tweede grootste haven van Eritrea na Massawa.

 

[iii] Het Ethiopisch nationaal leger.

01-02-2021 om 16:51 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
27-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tijd speelt in het nadeel van de onruststokers in de Hoorn van Afrika
Klik op de afbeelding om de link te volgen

  De tijd speelt in het nadeel van de onruststokers in de Hoorn van Afrika
  zegt Professor Mohamed Hassan

   Addis Ababa, 26 januari, 2021, Girmachew Gashaw




 “Ethiopiërs moeten hun eenheid en samenwerking verder versterken om de Hoorn van Afrika te helpen ontwikkelen door de bron van gesponsorde conflicten op te drogen”, zei Professor Mohamed Hassen, een politiek analist en speciaal adviseur van de president van de deelstaat Somali[i]  (in Ethiopië).

“Als we eendrachtig samenwerken, zullen we grote ideeën kunnen ontwikkelen die de Hoorn zullen veranderen. Toen de TPLF-junta[ii]  aan de macht was, hebben sommige onruststokers in de regio de junta gesteund om conflicten te orkestreren. Na de ineenstorting van de TPLF waren ze het noorden kwijt door de eensgezindheid en de samenwerking van de Ethiopiërs bij een operatie die na 15 dagen het recht opnieuw herstelden. Vervolgens hebben zij bij de Europese Unie en anderen gelobbyd om de hulp aan Ethiopië te verbieden in plaats van het herstel en de rust in Tigray te ondersteunen”, zei hij.

Prof. Mohamed Hassen zei verder: “Het Ethiopische volk en de Ethiopische jeugd moeten begrijpen dat er organisaties zijn die in naam van ‘de hulpverlening’ chaos veroorzaken om hun eigen politieke doel te bereiken. We moeten ons werkelijk inzetten om de vrede in de Hoorn te verwezenlijken en banen te scheppen voor de jeugd door ernstig rekening te houden met bovengenoemde poging.”

Hij zei ook dat: “Er moet een beleid worden gevoerd dat vertrouwenwekkende maatregelen moet nemen. Alle landen in de regio moeten hun werkterrein verbreden en een beleid ontwikkelen om een nieuw politiek platform te creëren waar onze kinderen van zullen kunnen genieten”.

Hij zei verder: “Haat en politieke samenzwering helpen ons niet om ons als soevereine staat staande te houden. Sommige mensen, met name de jeugd, verspreiden nog steeds ‘fake news’ dat de conflicten tussen mensen opdrijft in plaats van de spanningen weg te nemen en in harmonie te leven”.

“Ik roep de jeugd op om niet langer met vuur te spelen en een platform te creëren om met de mensen van Tigray te discussiëren en een nieuwe politieke basis op te bouwen. In plaats van een nieuwe cyclus van conflicten, moeten we ons concentreren op het aanpakken van de langdurige sociaaleconomische problemen.”

“Als we het nieuwe Ethiopië willen opbouwen, moeten we aan de gehele Hoorn denken. We moeten een platform creëren dat de mensen in staat stelt om samen te overleggen, aan de slag te gaan, samen te werken enz. Om dit te realiseren gebeuren, moeten we ons eerst tot de jeugd richten.”

The Ethiopian Herald 26 januari/2021

https://www.press.et/english/?p=29005&fbclid=IwAR3DWAJGcNBjk62l7zZoh7fc8wO2xf7aKj3lyzyHPuG5Sja4R9XOEg5OzG4#

[i] Ethiopië is onderverdeeld in negen, op etniciteit gebaseerde regio's of staten (en twee bestuurlijk onafhankelijke). (Bron: wikipedia.nl)

[ii] Het TPLF - Tigray People's Liberation Front, oefende een dictatoriale macht uit in Ethiopië van 1991 tot de lente van 2018. Haar politiek, gesteund door het VS-imperialisme, was gebaseerd op verdeeldheid, haat, repressie en oorlog.

Toen de TPLF- kliek werd verdreven keerde ze terug naar haar thuisbasis Tigray, een arme streek in het noorden van Ethiopië waar slecht 6% van de inwoners van Ethiopië wonen. Het TPLF nam een deel van de nationale schatkist en de wapens mee naar het noorden. Het TPLF wilde Tigray afscheuren van Ethiopië. Begin november 2020 organiseerden de TPLF-separatisten een aanval op het Ethiopisch leger. Als reactie viel het leger Tigray binnen om op 14 dagen tijd de separatisten van het TPLF uit schakelen.

27-01-2021 om 15:50 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Tags:Ethiopië, Tigray, Mohamed Hassan
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Le temps ne fait pas le jeu des agitateurs de la Corne de l'Afrique
Klik op de afbeelding om de link te volgen

  Le temps ne fait pas le jeu des agitateurs de la Corne de l'Afrique

  Déclare le professeur Mohamed Hassan

  Addis-Abeba, le 26 janvier 2021 ; Girmachew Gashaw




"Les Éthiopiens doivent renforcer davantage leur unité et leur coopération pour contribuer au développement de la Corne de l'Afrique en tarissant la source des conflits parrainés", a déclaré le professeur Mohamed Hassen, analyste politique et conseiller spécial du président de l'État somalien[i] (en Éthiopie).

"Si nous travaillons ensemble à l'unisson, nous serons en mesure de développer de grandes idées qui changeront la Corne. Lorsque la junte du TPLF[ii] était au pouvoir, certains agitateurs de la région soutenaient la junte afin d'orchestrer les conflits. Après l'effondrement du TPLF, ils avaient perdu le nord en raison de l'unité et de la coopération des Éthiopiens lors d'une opération qui a permis de rétablir la justice après 15 jours. Ils ont ensuite fait pression sur l'Union européenne et d'autres lobbys en vue d'interdire l'aide à l'Ethiopie au lieu de soutenir le redressement et la paix au Tigré", a-t-il déclaré.

Le professeur Mohamed Hassen a ajouté : "Le peuple et la jeunesse éthiopiens doivent comprendre qu'il existe des organisations qui créent le chaos au nom de l'"aide" pour atteindre leur propre objectif politique. Nous devrions vraiment travailler à la paix dans la Corne et créer des emplois pour les jeunes en envisageant sérieusement la tentative ci-dessus".

Il a également dit: "Il doit y avoir une politique de renforcement de la confiance. Tous les pays de la région doivent élargir leur champ d'action et développer des politiques afin de créer une nouvelle plate-forme politique dont nos enfants pourront profiter".

Il a ajouté : "La haine et la conspiration politique ne nous aident pas à nous présenter comme un État souverain. Certaines personnes, en particulier les jeunes, continuent de diffuser de "fausses nouvelles" qui intensifient les conflits entre les personnes au lieu de désamorcer les tensions et de vivre en harmonie".

"J'appelle les jeunes à cesser de jouer avec le feu et à créer une plateforme pour discuter avec les habitants du Tigré et construire une nouvelle base politique. Au lieu d'un nouveau cycle de conflits, nous devrions nous concentrer sur la résolution des problèmes socio-économiques de longue date".

"Si nous voulons construire la nouvelle Éthiopie, nous devons penser à toute la Corne. Nous devons créer une plate-forme qui permette aux gens de se consulter, de se lancer, de travailler ensemble, etc. Pour cela, nous devons d'abord aller vers les jeunes".

The Ethiopian Herald 26 janvier/2021

https://www.press.et/english/?p=29005&fbclid=IwAR3DWAJGcNBjk62l7zZoh7fc8wO2xf7aKj3lyzyHPuG5Sja4R9XOEg5OzG4#

.

 



[i] L'Éthiopie est divisée en neuf régions ou États fondés sur l'ethnicité (et deux villes administrativement). (Source : wikipedia.co.uk)

 

[ii] Le TPLF - Tigray People's Liberation Front, a exercé un pouvoir dictatorial en Ethiopie de 1991 jusqu'au printemps 2018. Sa politique, soutenue par l'impérialisme américain, était basée sur la division, la haine, la répression et la guerre.

Lorsque la clique du TPLF a été évincée, elle est retournée à sa base d'origine, le Tigré, une région pauvre du nord de l'Éthiopie qui n'abrite que 6 % de la population éthiopienne. Le TPLF a emporté une partie du trésor national et des armes avec lui au nord. Le TPLF voulait arracher le Tigré à l'Ethiopie. Au début du mois de novembre 2020, les séparatistes du TPLF ont organisé une attaque contre l'armée éthiopienne. En réponse, l'armée a envahi le Tigré pour éliminer les séparatistes du TPLF en 14 jours.

27-01-2021 om 00:00 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
24-12-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.THE EPLF AND ITS RELATIONS WITH DEMOCRATIC MOVEMENTS IN ETHIOPIA [i] - 1985
Klik op de afbeelding om de link te volgen

THE EPLF AND ITS RELATIONS WITH DEMOCRATIC MOVEMENTS IN ETHIOPIA


- 1985

 

Ethiopia's rulers regard Eritrea as a territory that must remain under their occupation at any cost. As long as this outlook prevails in Addis Ababa, Eritrean independence, peace and stability may not be guaranteed, even after the military defeat of the Ethiopian army in the hands of the Eritrean revolution. Unreconciled to the 'loss' of Eritrea, the regime in Addis Ababa will rearm itself to continue the war of aggression, thereby depriving the Eritrean people of the peace and security that are essential for successful national reconstruction. Therefore, the overthrow of the expansionist Addis Ababa regime and its replacement by a popular and democratic state are essential for a lasting solution of the Eritrean case and the establishment of peace and good neighbourliness in the Horn of Africa.

Conscious of this interrelationship and convinced that the Eritrean Revolution is an integral part of the peoples' struggles throughout the world, the Eritrean People's Liberation Front (EPLF) has, while leading the Eritrean national struggle, forged links and fully cooperated with Ethiopian organizations capable of setting up a democratic alternative to the Dergue's military regime. For the EPLF, this cooperation is not based on the belief that 'the enemy of my enemy is my friend', but rather on the firm conviction that total independence for Eritrea and the emergence of a progressive government with popular support in Ethiopia are inseparable goals. Hence, the front encourages and assists those organizations and movements that push towards this goal while, at the same time, criticizes and opposes those forces and tendencies that harm the cause and push its attainment further away.

But which are the programmes and political lines that advance the peoples' struggles in Eritrea and Ethiopia and bring the day of liberation and peace closer? And which are those that hamper the cause? How can the past ten years' experience of the democratic movements in Ethiopia and their relationship with the EPLF be assessed? To provide satisfactory answers to these questions, Ethiopia's problems and their solutions must be analysed properly.

Ethiopia is a multi-national state. Apart from the exploiting classes, the masses of all nationalities have been deprived of basic rights and the fruits of their labour. This picture is complicated, however by national oppression which affects all nationalities, except the Amharas. These nationalities - Oromo, Tigray,Somali, Afar, Sidama, etc. - have been deprived of their lands and denied the right to determine their destiny, to participate as equals in the political life of the country and to develop their languages and cultures.

National oppression - this powerful weapon of the ruling classes - is, however, a double edged sword, which harms not only the subject nationalities but the masses  of the oppressor nationality as well. Among Amhara toilers - regardless of how poor they may be - it fosters contempt for the oppressed nationalities, while among the Oromo, Tigray, Somali and Afar masses, it arouses deep hatred not only for the Ainhara rulers but also for Amhara workers and peasants. Moreover, it induces the oppressed nationalities to regard each other with contempt and hatred. The ruling classes fan these feelings of mutual suspicion and scorn as they pit the masses of all nationalities, who have the same interests, against one another and enable the rulers to consolidate their power and perpetuate their exploitation.

The task of combating this evil and dangerous policy and forging solidarity and unity among the different nationalities falls on Ethiopian progressives. Many of them, however, have pushed the interest of the people aside and, instead of striving to eliminate the feelings of resentment and enmity induced by national oppression, have utilized them to advance their sectarian interests.

Soon after Haile Selassie's autocratic regime fell in 1974 under the joint pressures of the Ethiopian people's spontaneous uprising and the Eritrean Revolution, multinational organizations capable of gaining wide support and influence among the people had emerged in Ethiopia. Among other mistakes, however, these organizations could not get rid of their Amhara, great national chauvinism. Slighting the question of nationalities, they characterized all movements fighting for the rights of oppressed nationalities as 'petty-bourgeois, reactionary and antiproletarian'. Moreover, they did not only refuse to cooperate with these national movements, but considering them principal enemies, waged propaganda and agitational campaigns against them; besides rendering direct or indirect assistance to the Dergue's liquidationist wars against the oppressed nationalities, they directed their arms to fight the naitonal movements.

On the other hand, the nationality movements which gained more popularity in the post 1974 period, and whose fight was and remains just, could not free themselves from a narrow outlook. Instead of striving to overcome the suspicion and hatred that their peoples harboured for oppressed Amharas and Amhara progressives, they worked to deepen these feelings. The thinking that all Amharas, no matter how progressive they claimed to be, were 'Neftegnas'- i.e. people imbued with a settler - colonial mentality - and that joint work with them was impossible became dominant in these organizations. To them the national struggle became paramount and secession the ultimate goal. And from these followed the policy of not allowing multinational movements or other national movements to work in the 'national territory'.

As a result of the incorrect handling of the question by both the national and multinational movements, the interests of particular organizations and nationalities were deemed paramount in lieu of the interests of all nationalities and the whole people. In due course, this led to harmful rivalry and spiteful competition, culminating in internecine war. As a result, the unity of the oppressed peoples, whom the ruling classes had pitted against each other, and the establishment of a united front of organizations, which, if they had pooled their resources could have become a formidable force and succeeded in overthrowing what was then a shaky regime, could not materialize. Thus the revolutions in Eritrea and Ethiopia were setback. Today, in Ethiopia, there is no multi-national organization with a broad base among the masses. And overall, the national movement is weak. On the other hand, after 10 years of dictatorial military rule and the starvation of one million people to death, the anti-popular character of the Dergue's regime has become obvious. The objective conditions are favourable for the escalation of armed struggle. If the Ethiopian peoples are not going to miss the opportunity to establish a democratic state for the second time however, the mistakes of the first period must be corrected. All Ethiopian progressives must develop a clear common understanding of the question of nationalities and its correct solution as well as the necessity of a united front and the basis of its formations.

Unity Based on Equality or Secession?

Leaving aside the especial case of Western Somalia which was ceded to Ethiopia by Britain in the forties of this century, the borders of modern Ethiopia took shape towards the end of the century when Menelik, having emerged victorious over his feudal rivals, rapidly and greatly expanded the Southern and Western frontiers of his kingdom. Prior to this, in the territories of the oppressed nationalities, there were feudal principalities which fought against each other and with those of the Amharas, but there were no economically cohesive and clearly demarcated independent states of the Oromos, Tigrayans, Afars or others. Hence among Ethiopia's oppressed nationalities there can be no hankering for a return to a formerly non-existent independent status, no nostalgia for an independent state. The demand for secession, therefore, has no historical basis.

Ethiopia's oppressed nationalities are not economically cohesive entities, either. And although the chauvinist policies of Ethiopia's ruling classes have hurt them economically and perpetuated their underdevelopment, secession from multinational Ethiopia, especially once a democratic state that guarantees the political, economic and social equality of nationalities is set up, will damage rather than help the economic development of the oppressed nationalities. There is, thus, no economic basis for the demand for a separate state.

Another factor that could include the separation of an oppressed nationality from a central state is the sharpening of the national antagonism to the extent that it makes it impossible for two nationalities to live together.

While it is true that national oppression has, in the particular conditions of Ethiopia, aroused bitterness and resentment, it has not rendered impossible the establishment of an equal and harmonious relationship among nationalities once oppression has been eliminated. Furthermore, the feelings of resentment and mutual distrust among nationalities will fade in the process of the joint political and armed struggle that is necessary for the establishment of a democratic state that upholds the right of self-determination.

To sum up, once a progressive state is set up in Ethiopia and the system of national domination and oppression gives way to one based on the equal rights of all nationalities, there would be no historical, economic or other factors that would make the demand for secession correct and justifiable from the standpoint of the interests of the masses. On the other hand, secession is impossible as long as a repressive regime holds sway in Addis Ababa because Ethiopia's ruling classes will fight the demand for separation to the very end.

To argue that secession is an incorrect and impractical solution in the particular conditions of Ethiopia, however, does not imply a rejection of the right to political independence, which is included in the right to self-determination. Some questions are solved on the basis of secession; others on the basis of unity with equality. In both cases, the right to self-determination is upheld. But a speciflc problem demands a specific solution.

(Likewise) on the question of Ethiopian nationalities, what is at stake is not the principle of the right to self-determination in general but the particular destinies of particular peoples. And in this specific case, historical, economic and other factors show that the only correct solution is unity based on equality. Agreement of views on this crucial question would play a major role in removing the hurdles that obstructed the advance of the Ethiopian revolution in the past stage. But there is another question which needs to be clarified and properly answered and that is the concept of nationalities and the national question itself.

The Question of Nationalities in Ethiopia

The question of nationalities is a question of the destiny, political destiny in the first place, of peoples who inhabit the same geographical area and have economic ties as well as a common language and culture. It is the struggle for the right of self-determination of a particular nationality. It is different from the question of 'nations' (in the wider use of the term) or colonies in the sense that here the people fight not for the rights of individual nationalities but for the right of the whole people who, in the majority of cases, are composed of various nationalities. The question of 'nations' (again in the wider use of the term) and colonies is defamed by the boundaries of the country in question, while the question of nationalities is not fettered by the administrative boundaries within the concerned multi-national state.

Let's give some examples. In Ethiopia, the Oromo people live in several of the country's adjoining administrative regions. These boundaries, however, have no influence on their struggle. The Oromos of the administrative regions of Wollega and Sidamo do not fight as Wollegans or Sidamans but they and the rest of the Oromos fight as one people for the rights of their nationality. On the other hand, the fact that Oromos live in the administrative region of Sidamo does not allow them to declare the whole region their territory and prevent other oppressed nationalities living there - Sidamas in this particular example - from organizing their national movements and fighting for their liberation. Similarly, the Afar people who live in Wollo and Tigray have the right to struggle not as Wolloans and Tigrayans but as Afars and for the rights of their nationality. And the people of Tigray who have stood up to regain their national rights should not begrudge the same right to another oppressed people.

This has nothing to do with the giving away of 'one's territory'. But it calls for respect for the rights of others in as much as one demands respect for one's rights. This would serve as a basis for forging the unity of the oppressed which scares the enemy and brings the day of liberation much closer. Moreover, the frontiers of the nationalities do not coincide with the administrative boundaries of regions and provinces drawn by the Addis Ababa regime for administrative and other reasons which do not take the interests of the nationalities into account.

 

Experience in different parts of Ethiopia has shown that to delineate a nationality's territory on the basis of this administrative boundaries or by extending them further is counter-productive. It is a harmful measure based on a narrow outlook and ends up frustrating the unity of the oppressed which is essential for -victory. It leads to territorial disputes among national movements, to preventing other oppressed nationality movements from setting up independent organizations and launching armed struggle in the areas that you consider your 'territory', to disallowing multinational movements - which by their character must work actively throughout the country - to organize in the given nationality's territory.

If the common and final aim is unity based on equality, however, there is no need for this scramble as the territories which are objects of dispute belong to a single country, to a single people. Surely, there is no need to attempt now to extend the frontiers of one's nationality, if tomorrow all nationalities are going to live together as citizens of one country. Moreover, the boundaries of nationalities should not be drawn today and unilaterally, but with the participation and consent of all nationalities after the setting up of a democratic Ethiopia which respects the right to self-administration. Here, the case of the nationalities which have been divided up by the international boundaries of Ethiopia and its neighbours can be raised. For if the Afars of Tigray and Wollo, unimpeded by the boundaries that separate them into two administrative regions, have the right to press their cause as a single people, what is there to prevent them from calling on the Afars living beyond Ethiopia's borders in Eritrea and Djibouti to join them? If the Oromos in Ethiopia's different administrative regions have the right to organize a single national movement, why can't the Oromos in Kenya join them?

It is true that the boundaries of Ethiopia and its neighbours - Eritrea, Djibouti, Kenya, Somalia and the Sudan, - like those of the rest of the African countries, were drawn up on the basis of the capital and power of the European colonizers and did not take national composition and destiny into account. As a result, many nationalities were divided up and now live in two or more countries.

On the other hand, the colonial powers broke down nationality and tribal barriers within the colonial boundaries and gave rise to the colonized peoples political and economic unity and a national consciousness. This, in turn, gave rise to movements that struggle, not for the rights of individual nationalities, but for the national independence and social progress of multi-national peoples. Therefore, Eritreans struggle not as Tigrignas, Tigres, Afars, Sahos, etc., but all Eritrean nine nationalities as a single people; and the same goes for the people of Kenya who fought as Kenyans and not as Kikuyus, Luos, Oromos or others. Here, the Afars of Djibouti and Eritrea join hands with the peoples of Djibouti and Eritrea; the Kenyan Oromos with the rest of the Kenyan people.

The Sudanese Nuers cast their lots with the Sudanese people and their brothers in Ethiopia with Ethiopians. Similarly, the Tigre people of Eritrea fight as Eritreans, while those across the border in the Sudan partake in Sudanese affairs. Once the separate national identity of a multi-national people is recognized, it is unacceptable to demand from without that certain of the nationalities join hands with you. Clearly, a country's internal administrative boundaries are qualitatively different from the international boundaries that were drawn up by the colonial powers and which, in the course of a long historical, political and economic process, became the basis for united national struggles.

The Question of a United Front

Such a clear understanding of the nature of the question of nationalities and its resolution is a precondition for the formation of a united front of all national and multi-national organizations in Ethiopia. If the nature of the question is well understood and the goal of unity based on equality clearly stated, every national organization will be encouraged to mobilize its people for the common goal; multinational organizations will be free to work in the areas where they will be most effective, regardless of which nationality lives there; and national and multinational organizations will fight side by side and assist each other. This will create optimum conditions for the united front to draw up a nation-wide strategy and deploy its forces in the areas where it can deal the heaviest blow to the Addis Ababa regime.

A united force that would work in such a mature and effective manner would create a new and optimistic spirit of struggle throughout Ethiopia. Moreover, it would enable the front to speak with a single and weighty voice on behalf of the Ethiopian people, isolate the Dergue internationally and gain broad recognition and support. While it is true that external support and influence do not constitute the decisive factor in any popular struggle, the formation of a democratic alternative to the Dergue capable of gaining intonational recognition would play a major role in speeding up the Ethiopian people's victory, as the military junta in Addis Ababa would not be able to stand long without the massive external help that is propping it up.

On the other hand, as the unproductive attempts of the past stage have confirmed, a united front that is not based on unanimity of views on the nature of the question of nationalities and its solution is bound to be an ineffective and short-lived instrument, one in which each organisation jockeys for its sectarian interests. An agreement to join hands against the common foe cannot form a solid basis for genuine and active cooperation if there is disagreement on the basic and burning issues of the day. Joint work is unthinkable as long as territorial disputes are not settled, as long as one organization fights for secession while another opposes it.

As long as the united front is not linked by a common aspiration which makes the sacrificing of sectional and group interests worth-while, each organization will strive to grow and gain influence at the expense of another. Since the United Front attempts to mobilize the masses for diametrically opposed aims - secession and unity - each organization will work to isolate its rival from the people by political and propaganda campaigns and by raising the exclusivist issue of the 'lands and boundaries of nationalities'. In Ethiopia where the question of nationalities is very sensitive, such disagreements inevitably lead to violence and internecine war.

In short, a united front organization in Ethiopia must have as its main aim the establishment of a democratic state which would bring to fruition the unity of equal nationalities, if it is to succeed in correctly handling the complex class-nationality relations in the country and lead the people to victory. The rights of nationalities in the new democratic state and the relations between the central government and the administrative organs of the nationalities must be clearly spelled out and the organizations that constitute the United Front must accept them and fight for their implementation. Taking into account the concrete conditions of Ethiopia and the problems of gaining regional and international recognition, it is clear that any united front which falls short of these requirements and is divided on the decisive issues will remain inoperative and, in the long run, harm the struggle of the peoples of Ethiopia.

Another issue which is closely linked with the aims of the United Front is the question of membership. An indisputable criterion for membership is opposition to the Dergue's regime and to Soviet intervention in the affairs of the Eritrean and Ethiopian peoples. However, will organizations which meet this requirement but are the orderlies of Western imperialism and dream of reviving the feudal relations which have been weakened over the past 10 years of struggle be allowed to join the United Front? Will the Front open its doors to groups which imperialism has organized, sustained and armed and is now getting ready to infiltrate into Ethiopia?

In the present conditions of Ethiopia, are there any groups, except those who have already declared their anti-imperialist stand, which oppose the Dergue and Soviet intervention but are not in the service of U.S. imperialism? And is it possible that such groups can exist? The answer to all these questions is a definite 'no'!

The groups that draw their swords at the Dergue and Soviet intervention but bow to western imperialism are precisely those whom imperialism has been sustaining, those who still carry the smell of the overthrown autocratic regime. It is obvious that these forces have no place in the United Front, and if that is the case, it must be clearly stated in the criteria for membership that those who can participate in the United Front must be opposed not only to the Addis Ababa military regime and the Soviet union's pro-Dergue stance but also to feudal exploitation, imperialism and all forms of foreign domination.

Apart from the above-mentioned crucial issues which have a direct and immediate bearing on the progress of the Ethiopian revolution and, indirectly on the Eritrean revolution, the EPLF considers all other issues - the question of the 'Social imperialist' nature of the Soviet Union, for instance - as secondary. One thing is beyond dispute: there must be unwavering opposition to the Soviet Union's liquidationist stand and aggressive role in the region and a demonstrated readiness to confront its military intervention. It is also reasonable to propose that the internal and external policies of the Soviet Union be discussed by organizations and their cadres with the aim of bring differing views on the subject closer.

However, it is totally incorrect to suggest that Ethiopian organizations and the EPLF be divided into antagonistic groups on the basis of their answer to the question of whether capitalism has been restored in the Soviet Union, a controversy which has not been resolved by revolutionary forces who seek to derive lessons from the experience of the socialist camp for their struggles for progressive societies.

To argue that 'it is strategic to differentiate friend from enemy on a world scale', to declare that 'whoever considers the Soviet Union an imperialist power is with us' and 'whoever doesn't call the Soviet Union imperialist is against us' and, on that basis, to malign organizations that have courageously fought Soviet military intervention and condemned its anti-liberation movement stance in this region and other continents as defenders, apologists and puppets of the Soviet Union and group them in the ranks of the enemies is wrong. Once you dub an organisation an enemy, you are bound to conduct propaganda campaigns and mass mobilization efforts against it, strive to limit its influence and strength and conspire against it. These inevitably lead to the straining of relations between organizations and peoples and then to open conflict.

This is what experience has shown. In many Western and Third World countries, this type of outlook and thinking has resulted in the fragmentation of groups and the fizzling out of revolutionary movements which, if they had remained united, could have achieved much. For all these reasons, the 'Social imperialist' nature of the Soviet Union should not be a touchstone that divides Ethiopian organizations and the EPLF into two antagonistic camps.

The Eritrean People's Liberation Front has come forward to give its forthright views on the basic questions and tasks of the Ethiopian revolution because it is convinced that the destiny of the Eritrean and Ethiopian peoples is closely linked. The Front believes that for the advance of the Eritrean revolution, cooperation with the struggle of the Ethiopian people comes second only to the capability of the Eritrean people and that, for the Ethiopian revolution, the most important external factor is the Eritrean people's struggle. It works carefully, patiently and seriously to broaden and deepen its relations with democratic Ethiopian organizations and reinforce the solidarity of the two peoples. The EPLF puts the importance of the formation of a solid alliance between the two revolutions above any of its diplomatic activities. At the same time, it expects from Ethiopia's democratic movements of similar stand and an equal sense of responsibility.

Source: ADULIS, vol 1. no. 11, May 1985
Adulis is a monthly magazine published by the Central Bureau of Foreign Relations of the EPLF, available from them at 42 rue Lebour, 93100 Montreuil, France.


 

24-12-2020 om 10:17 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET EPLF EN HAAR BETREKKINGEN MET DE DEMOCRATISCHE BEWEGINGEN IN ETHIOPIË – 1985
Klik op de afbeelding om de link te volgen

HET EPLF EN HAAR BETREKKINGEN MET DE DEMOCRATISCHE BEWEGINGEN IN ETHIOPIË


1985


De heersers van Ethiopië beschouwen Eritrea als een gebied dat koste wat het kost onder hun bezetting moet blijven. Zolang dit idee in Addis Abeba blijft bestaan, is de onafhankelijkheid van Eritrea niet gegarandeerd, zelfs niet na de militaire nederlaag van het Ethiopische leger dankzij de Eritrese revolutie. Het regime in Addis Abeba, dat niet verdwijnt door het ‘verlies’ van Eritrea, zal zich opnieuw bewapenen om de agressieoorlog voort te zetten, waardoor het Eritrese volk de vrede en veiligheid wordt ontnomen die essentieel zijn voor een succesvolle nationale wederopbouw. Daarom zijn de omverwerping van het expansionistische regime in Addis Abeba en de vervanging ervan door een populaire en democratische staat essentieel voor een duurzame oplossing voor Eritrea en de vestiging van vrede en samenwerking nabuurschap in de Hoorn van Afrika.

Het Eritrese Volksbevrijdingsfront (EPLF), dat zich bewust is van deze onderlinge relatie en ervan overtuigd is dat de Eritrese Revolutie een integraal onderdeel is van de strijd van de volkeren in de hele wereld, heeft het EPLF, terwijl het de Eritrese nationale strijd leidde, banden gesmeed en volledig samengewerkt met Ethiopische organisaties die in staat zijn om een democratisch alternatief voor het militaire regime van de DERG op te zetten. Voor de EPLF is deze samenwerking niet gebaseerd op de overtuiging dat ‘de vijand van mijn vijand mijn vriend is’, maar op de vaste overtuiging dat totale onafhankelijkheid voor Eritrea en de opkomst van een progressieve regering met steun van de bevolking in Ethiopië onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Vandaar dat het front de organisaties en bewegingen die dit doel nastreven aanmoedigt en bijstaat, terwijl het tegelijkertijd de krachten en tendensen bekritiseert en tegenwerkt die de zaak schaden en het bereiken ervan verder wegduwen.

Maar welke programma’s en politieke lijn bevorderen de strijd van de volkeren in Eritrea en Ethiopië en brengen de dag van de bevrijding en de vrede dichterbij? En welke zijn de programma’s en politieke lijnen die de strijd van de volkeren in Eritrea en Ethiopië bevorderen en de dag van de bevrijding en vrede dichterbij brengen? Hoe kan de ervaring van de afgelopen tien jaar met de democratische bewegingen in Ethiopië en hun relatie met de EPLF worden beoordeeld? Om een bevredigend antwoord op deze vragen te kunnen geven, moeten de problemen van Ethiopië en hun oplossingen goed worden geanalyseerd.

Ethiopië is een multinationale staat. Afgezien van de uitbuitende klassen zijn de massa’s van alle nationaliteiten beroofd van basisrechten en de vruchten van hun arbeid. Dit beeld wordt echter gecompliceerd door de nationale onderdrukking die alle nationaliteiten treft, behalve de Amharas. Deze nationaliteiten - Oromo, Tigray, Somalisch, Afar, Sidama, enz. - zijn beroofd van hun land en werden het recht ontzegd om hun lot te bepalen, om als gelijken deel te nemen aan het politieke leven van het land en om hun talen en culturen te ontwikkelen.

De nationale onderdrukking - dit machtige wapen van de heersende klassen - is echter een tweesnijdend zwaard, dat niet alleen de onderdanen, maar ook de massa’s van de onderdrukkersnationaliteit schaadt. Onder de Amhara-arbeiders - hoe armzalig ze ook mogen zijn - leeft de minachting voor de onderdrukte nationaliteiten, terwijl het onder de Oromo-, Tigray-, Somalische en Afar-massa’s diepe haat opwekt, niet alleen voor de Amhara-heersers, maar ook voor de Amhara-arbeiders en -boeren. Bovendien zet het de onderdrukte nationaliteiten ertoe aan elkaar met minachting en haat te bekijken. De heersende klassen zijn voorstanders van deze gevoelens van wederzijds wantrouwen en minachting, omdat ze de massa’s van alle nationaliteiten, die dezelfde belangen hebben, tegen elkaar opzetten en de heersers in staat stellen hun macht te consolideren en hun uitbuiting te bestendigen.

Het is de taak van de Ethiopische progressieven om dit kwaadaardige en gevaarlijke beleid te bestrijden en solidariteit en eenheid tussen de verschillende nationaliteiten te smeden. Velen van hen hebben echter het belang van het volk terzijde geschoven en hebben, in plaats van te streven naar het opheffen van de gevoelens van wrok en vijandschap die door de nationale onderdrukking worden opgewekt, deze gevoelens gebruikt om hun sektarische belangen te bevorderen.

Kort nadat het autocratische regime van Haile Selassie in 1974 viel onder de gezamenlijke druk van de spontane opstand van het Ethiopische volk en de Eritrese Revolutie, waren er in Ethiopië multinationale organisaties ontstaan die in staat waren om brede steun en invloed onder het volk te verwerven. Deze organisaties konden zich echter niet ontdoen van hun Amhara chauvinisme. Wat de kwestie van de nationaliteiten betreft, kenmerkten ze alle bewegingen die strijden voor de rechten van onderdrukte nationaliteiten als ‘kleinburgerlijk, reactionair en anti-proletarisch’. Bovendien weigerden ze niet alleen samen te werken met deze nationale bewegingen, maar beschouwden ze deze als hun belangrijkste vijanden, voerden ze propaganda en campagnes tegen hen; naast het verlenen van directe of indirecte hulp aan de oorlogen van de DERG tegen de onderdrukte nationaliteiten, richtten ze hun wapens op de strijd tegen de nationale bewegingen.

Aan de andere kant konden de nationaliteitenbewegingen die in de periode na 1974 aan populariteit wonnen en waarvan de strijd rechtvaardig was en blijft, zich niet bevrijden van een bekrompen blik. In plaats van te streven naar het overwinnen van de achterdocht en de haat die hun volk koesterde tegen de Amhara, werkten ze aan het verdiepen van deze gevoelens. De gedachte dat alle Amhara hoe progressief ze ook beweerden te zijn, ‘Neftegnas’ waren - d.w.z. mensen doordrenkt met een koloniale mentaliteit - en dat gezamenlijk werk met hen onmogelijk was, werd dominant in deze organisaties. De nationale strijd werd voor hen het allerbelangrijkste en de afscheiding het ultieme doel. Daaruit volgde het beleid om multinationale bewegingen of andere nationale bewegingen niet te laten werken aan de ‘nationale eenheid over geheel het land’.

Als gevolg van de onjuiste beoordeling van de vraag naar ‘nationale eenheid’ door zowel de nationale als de multinationale bewegingen, werden de belangen van bepaalde organisaties en nationaliteiten vooropgesteld in plaats van de belangen van alle nationaliteiten en het hele volk. Dit leidde te zijner tijd tot schadelijke rivaliteit en haatdragende concurrentie, met als hoogtepunt een interne oorlog. Het gevolg was dat de eenheid van de onderdrukte volkeren, die de heersende klassen tegen elkaar hadden opgezet, en de oprichting van een verenigd front van organisaties, die, als ze hun middelen hadden gebundeld, een geduchte kracht hadden kunnen worden en erin waren geslaagd om dat wat toen een wankel regime was, omver te werpen, niet kon worden verwezenlijkt. De revoluties in Eritrea en Ethiopië waren dus een tegenslag. Vandaag de dag bestaat er in Ethiopië geen multinationale organisatie met een brede basis onder de massa. En over het algemeen is de nationale beweging zwak. Aan de andere kant is na 10 jaar dictatoriaal militair bewind en de uithongering van een miljoen mensen, het anti-populaire karakter van het regime van de DERG duidelijk geworden. De objectieve omstandigheden zijn gunstig voor het opdrijven van de gewapende strijd. Als de Ethiopische volkeren echter niet de kans willen missen om een democratische staat te vestigen, moeten de fouten van de eerste periode worden rechtgezet. Alle Ethiopische progressieven moeten een duidelijk gemeenschappelijk begrip ontwikkelen van het vraagstuk van de nationaliteiten en de juiste oplossing daarvan, evenals van de noodzaak van een verenigd front en de basis van zijn formaties.

Eenheid gebaseerd op gelijkheid of afscheiding?

Afgezien van het bijzondere geval van West-Somalië, dat in de jaren veertig van deze eeuw door Groot-Brittannië aan Ethiopië werd afgestaan, kregen de grenzen van het moderne Ethiopië tegen het einde van de eeuw gestalte toen Menelik, na de overwinning op zijn feodale rivalen, de zuidelijke en westelijke grenzen van zijn koninkrijk snel en sterk uitbreidde. Daarvoor waren er op het grondgebied van de onderdrukte nationaliteiten feodale vorstendommen die tegen elkaar en tegen die van de Amhara vochten, maar er waren geen economisch samenhangende en duidelijk afgebakende onafhankelijke staten van de Oromos, Tigrayans, Afars of anderen. Daarom kan er onder de onderdrukte nationaliteiten van Ethiopië geen verlangen bestaan naar een terugkeer naar een voorheen onbestaande onafhankelijke status, geen nostalgie naar een onafhankelijke staat. De eis tot afscheiding heeft dus geen historische basis.

De onderdrukte nationaliteiten van Ethiopië zijn ook geen economisch samenhangende entiteiten. Hoewel het chauvinistische beleid van de heersende klassen van Ethiopië hen economisch heeft geschaad en hun onderontwikkeling heeft bestendigd, zal de afscheiding van multinationaal Ethiopië, vooral indien er een democratische staat wordt opgericht die de politieke, economische en sociale gelijkheid van de nationaliteiten garandeert, de economische ontwikkeling van de onderdrukte nationaliteiten eerder schaden dan bevorderen. Er is dus geen economische basis voor de eis naar een aparte staat.

Een andere factor die de afscheiding van een onderdrukte nationaliteit van een centrale staat zou kunnen bevorderen, is de verscherping van de nationale tegenstellingen zodat het onmogelijk wordt voor twee nationaliteiten om samen te leven.

Hoewel het waar is dat de nationale onderdrukking in de bijzondere omstandigheden van Ethiopië bitterheid en wrok heeft opgewekt, is het niet onmogelijk om een gelijkwaardige en harmonieuze relatie tussen de nationaliteiten tot stand te brengen zodra de onderdrukking is opgeheven. Bovendien zullen de gevoelens van wrok en wederzijds wantrouwen tussen de nationaliteiten vervagen in het proces van de gezamenlijke politieke en gewapende strijd die nodig is voor de vestiging van een democratische staat die het zelfbeschikkingsrecht verdedigt.

Kortom, als er eenmaal een progressieve staat in Ethiopië is gevestigd en het systeem van nationale overheersing en onderdrukking plaats maakt voor een systeem dat gebaseerd is op de gelijke rechten van alle nationaliteiten, zullen er geen historische, economische of andere factoren zijn die de eis tot afscheiding gerechtvaardigd maken vanuit het oogpunt van de belangen van de massa. Anderzijds is afscheiding onmogelijk zolang er in Addis Abeba een repressief regime heerst, omdat de heersende klassen van Ethiopië de eis tot afscheiding tot het einde toe zullen bekampen.

Het argument dat afscheiding een onjuiste en onpraktische oplossing is in de specifieke omstandigheden van Ethiopië, betekent echter niet dat het recht op politieke onafhankelijkheid, dat deel uitmaakt van het recht op zelfbeschikking, wordt verworpen. Sommige kwesties worden opgelost op basis van afscheiding, andere op basis van eenheid en gelijkheid. In beide gevallen wordt het recht op zelfbeschikking gehandhaafd. Maar een specifiek probleem vraagt om een specifieke oplossing.

Wat betreft de kwestie van de Ethiopische nationaliteiten gaat het niet om het principe van het recht op zelfbeschikking in het algemeen, maar om de bijzondere lotsbestemming van bepaalde volkeren. En in dit specifieke geval tonen historische, economische en andere factoren aan dat de enige juiste oplossing eenheid op basis van gelijkheid is. Overeenstemming over deze cruciale kwestie zou een belangrijke rol spelen bij het wegnemen van de hindernissen die de opmars van de Ethiopische revolutie in het verleden in de weg hebben gestaan. Maar er is nog een andere vraag die moet worden opgehelderd en naar behoren moet worden beantwoord en dat is het concept van de nationaliteiten en de nationale vraag zelf.

De kwestie van de nationaliteiten in Ethiopië

De kwestie van de nationaliteiten is een kwestie van het lot, in de eerste plaats het politieke lot, van volkeren die in hetzelfde geografische gebied wonen en economische banden hebben, evenals een gemeenschappelijke taal en cultuur. Het is de strijd voor het zelfbeschikkingsrecht van een bepaalde nationaliteit. Het is anders dan de kwestie van ‘naties’ (in het bredere gebruik van de term) of kolonies, in die zin dat het volk hier niet strijdt voor de rechten van individuen, maar voor het recht van het hele volk, dat in de meeste gevallen uit verschillende nationaliteiten bestaat. De kwestie van de ‘naties’ (ook in het bredere gebruik van de term) en kolonies wordt belemmerd door de grenzen van het land in kwestie, terwijl de kwestie van de nationaliteiten niet wordt belemmerd door de administratieve grenzen binnen de betreffende multinationale staat.

Laten we enkele voorbeelden geven. In Ethiopië woont het Oromo-volk in verschillende aanpalende administratieve regio’s van het land. Deze grenzen hebben echter geen invloed op hun strijd. De Oromos van de administratieve regio’s Wollega en Sidamo vechten niet als Wollegans of Sidamans, maar zij en de rest van de Oromos vechten als één volk voor de rechten van hun nationaliteit. Aan de andere kant staat het feit dat de Oromos in de administratieve regio Sidamo wonen hen niet toe om de hele regio tot hun grondgebied te verklaren en te beletten dat andere onderdrukte nationaliteiten die daar wonen - Sidama’s in dit specifieke voorbeeld - hun nationale bewegingen organiseren en voor hun bevrijding strijden. Evenzo hebben de Afariërs die in Wollo en Tigray wonen het recht om niet als Wolloans en Tigrayans te strijden, maar als Afars en voor de rechten van hun nationaliteit. En het volk van Tigray dat opstaat om zijn nationale rechten te herwinnen, mag dat recht niet aan een ander onderdrukt volk ontnemen.

Dit heeft niets te maken met het weggeven van ‘eigen grondgebied’. Maar het roept wel op tot respect voor de rechten van anderen, net zoals men respect voor zijn rechten eist. Dit zou als basis dienen voor het smeden van de eenheid van de onderdrukten, wat de vijand bang maakt en de dag van de bevrijding veel dichterbij brengt. Bovendien vallen de grenzen van de nationaliteiten niet samen met de administratieve grenzen van regio’s en provincies die door het Addis Abeba-regime worden getrokken om administratieve en andere redenen die geen rekening houden met de belangen van de nationaliteiten.

De ervaring in verschillende delen van Ethiopië heeft geleerd dat het contraproductief is om het grondgebied van een nationaliteit af te bakenen op basis van deze administratieve grenzen of door deze verder uit te breiden. Het is een schadelijke maatregel die gebaseerd is op een beperkte visie en die de eenheid van de onderdrukten, die essentieel is voor de overwinning, frustreert. Het leidt tot territoriale geschillen tussen nationale bewegingen, verhindert dat andere onderdrukte nationaliteitsbewegingen onafhankelijke organisaties oprichten en een gewapende strijd beginnen in de gebieden die u als uw "grondgebied" beschouwt, en staat multinationale bewegingen - die door hun karakter actief moeten werken in het hele land - niet toe om zich te organiseren op het grondgebied van de betreffende nationaliteit.

Als het gemeenschappelijke en uiteindelijke doel; eenheid op basis van gelijkheid is, is er geen behoefte aan deze strijd, aangezien de gebieden die het voorwerp van een geschil zijn, tot één land, tot één volk behoren. Het is toch niet nodig om nu te proberen de grenzen van de eigen nationaliteit te verleggen, als morgen alle nationaliteiten als burgers van één land gaan samenleven. Bovendien moeten de grenzen van de nationaliteiten vandaag niet eenzijdig worden getrokken, maar met de deelname en instemming van alle nationaliteiten na de oprichting van een democratisch Ethiopië dat het recht op zelfbestuur eerbiedigt. Hier kan het geval van de nationaliteiten die door de internationale grenzen van Ethiopië en zijn buurlanden zijn verdeeld, aan de orde worden gesteld. Want als de Afars van Tigray en Wollo, ongehinderd door de grenzen die hen in twee bestuurlijke regio’s scheiden, het recht hebben om als één volk hun zaak te bepleiten, wat weerhoudt hen er dan van om de Afars die buiten de grenzen van Ethiopië in Eritrea en Djibouti wonen, op te roepen om zich bij hen aan te sluiten? Als de Oromos in de verschillende administratieve regio’s van Ethiopië het recht hebben om één enkele nationale beweging te organiseren, waarom kunnen de Oromos in Kenia zich dan niet bij hen aansluiten?

Het is waar dat de grenzen van Ethiopië en zijn buurlanden - Eritrea, Djibouti, Kenia, Somalië en Soedan - net als die van de andere Afrikaanse landen zijn opgelegd door   de Europese kolonisatoren die geen rekening hielden met de nationale samenstelling en het lot. Als gevolg daarvan werden veel nationaliteiten verdeeld en wonen ze nu in twee of meer landen.

Aan de andere kant braken de koloniale mogendheden de nationaliteits- en stammenbarrières binnen de koloniale grenzen af en gaven ze de mogelijkheid aan de gekoloniseerde volkeren om te ijveren voor politieke en economische eenheid en een nationaal bewustzijn te ontwikkelen. Dit gaf op zijn beurt aanleiding tot bewegingen die strijden maar voor de nationale onafhankelijkheid en sociale vooruitgang van multinationale volkeren. Daarom strijden de Eritreeërs niet als Tigrignas, Tigres, Afars, Sahos, etc., maar alle Eritrese negen nationaliteiten als één volk; en hetzelfde geldt voor de mensen in Kenia die vochten als Kenianen en niet als Kikuyus, Luos, Oromos of anderen. De Afars van Djibouti en Eritrea slaan hier de handen ineen met de volkeren van Djibouti en Eritrea; de Keniaanse Oromos met de rest van het Keniaanse volk.

De Soedanese Nuers verbinden hun lot met dat van het Soedanese volk. Ook het Tigre-volk van Eritrea vecht als Eritreeërs, terwijl de Eritreeërs over de grens in Soedan deelnemen aan strijd in Soedan. Als de aparte nationale identiteit van een multinationaal volk eenmaal is erkend, is het onaanvaardbaar om van buitenaf te eisen dat bepaalde nationaliteiten zich bij u aansluiten. Het is duidelijk dat de interne administratieve grenzen van een land kwalitatief verschillen van de internationale grenzen die door de koloniale mogendheden zijn opgesteld en die in de loop van een lang historisch, politiek en economisch proces de basis zijn geworden voor een verenigde nationale strijd.

De kwestie van een verenigd front

Een dergelijk duidelijk begrip van de aard van de kwestie van de nationaliteiten en de oplossing ervan is een voorwaarde voor de vorming van een verenigd front van alle nationale en multinationale organisaties in Ethiopië. Als de aard van de kwestie goed wordt begrepen en het doel van eenheid op basis van gelijkheid duidelijk wordt gesteld, zal elke nationale organisatie worden aangemoedigd om haar mensen te mobiliseren voor het gemeenschappelijke doel; multinationale organisaties zullen vrij zijn om te werken op de gebieden waar zij het meest effectief zullen zijn, ongeacht de nationaliteit die daar woont; en nationale en multinationale organisaties zullen zij aan zij strijden en elkaar bijstaan. Dit zal optimale voorwaarden scheppen voor het verenigde front om een nationale strategie op te stellen en haar strijdkrachten in te zetten in de gebieden waar zij de zwaarste klap op het Addis Abeba-regime kan opvangen.

Een verenigde troepenmacht die op zo’n volwassen en effectieve manier zou werken, zou in heel Ethiopië een nieuwe en optimistische strijdlust creëren. Bovendien zou het front hierdoor in staat zijn om met één krachtige stem namens het Ethiopische volk te spreken, de DERG internationaal te isoleren en brede erkenning en steun te krijgen. Hoewel het waar is dat steun en invloed van buitenaf niet de doorslaggevende factor vormen in een eventuele volksstrijd, zou de vorming van een democratisch alternatief voor de DERG dat in staat is om internationale erkenning te krijgen, een belangrijke rol spelen bij het versnellen van de overwinning van het Ethiopische volk, aangezien de militaire junta in Addis Abeba niet lang zou kunnen standhouden zonder de massale hulp van buitenaf die het land overeind houdt.

Aan de andere kant, zoals de onproductieve pogingen in het verleden hebben bevestigd, is een verenigd front dat niet gebaseerd is op eensgezindheid over de aard van de nationaliteitenkwestie en de oplossing ervan een ondoeltreffend en kortstondig is, waarbij elke organisatie vertrekt van haar sektarische belangen. Een akkoord om de handen ineen te slaan tegen de gemeenschappelijke vijand kan geen solide basis vormen voor echte en actieve samenwerking als er onenigheid bestaat over de fundamentele en brandende kwesties van de dag. Gezamenlijk werk is ondenkbaar zolang territoriale geschillen niet worden beslecht, zolang de ene organisatie vecht voor afscheiding en de andere zich ertegen verzet.

Zolang het verenigde front niet verbonden is door een gemeenschappelijk streven dat de bekrompen groepsbelangen vernietigd, zal elke organisatie ernaar streven om te groeien en invloed te krijgen ten koste van een andere. Aangezien het Verenigd Front probeert de massa’s te mobiliseren voor diametraal tegenovergestelde doelen - afscheiding en eenheid - zal elke organisatie zich inzetten om haar rivaal van het volk te isoleren door politieke en propagandacampagnes en door de eenzijdig ‘de eis van het eigen land en de eigen grenzen van de nationaliteiten’ aan de orde te stellen. In Ethiopië, waar de kwestie van de nationaliteiten zeer gevoelig ligt, leiden dergelijke meningsverschillen onvermijdelijk tot geweld en een interne oorlog.

Kortom, een verenigde frontorganisatie in Ethiopië moet als hoofddoel hebben een democratische staat te vestigen die de eenheid van gelijke nationaliteiten tot stand brengt, wil zij erin slagen de complexe betrekkingen tussen de klassen en de nationaliteiten in het land correct aan te pakken en het volk naar de overwinning te leiden. De rechten van de nationaliteiten in de nieuwe democratische staat en de betrekkingen tussen de centrale regering en de bestuursorganen van de nationaliteiten moeten duidelijk worden omschreven en de organisaties die het Verenigd Front vormen moeten deze rechten aanvaarden en de uitvoering ervan bevorderen. Rekening houdend met de concrete omstandigheden in Ethiopië en de problemen om regionale en internationale erkenning te krijgen, is het duidelijk dat elk verenigd front dat niet aan deze eisen voldoet en verdeeld is over de beslissende kwesties, verlamd zal blijven en op de lange termijn de strijd van de volkeren van Ethiopië zal schaden.

Een andere kwestie die nauw verband houdt met de doelstellingen van het Verenigd Front is de kwestie van het lidmaatschap. Een onbetwistbaar criterium voor het lidmaatschap is het verzet tegen het regime van de DERG en tegen de interventie van de Sovjet-Unie in de aangelegenheden van het Eritrese en Ethiopische volk. Zullen organisaties die aan deze eis voldoen, maar die het Westerse imperialisme gunstig gezind zijn, zich bij het Verenigd Front mogen aansluiten? Zal het Front zijn deuren openen voor groepen die door het imperialisme zijn georganiseerd, in stand gehouden en bewapend en die zich nu klaar maken om in Ethiopië te infiltreren?

Vandaag zijn er in Ethiopië groepen die zich verzetten tegen de DERG en de Sovjetinterventie, maar in dienst staan van het Amerikaanse imperialisme? Is het mogelijk dat dergelijke groepen kunnen blijven bestaan? Het antwoord op al deze vragen is een duidelijk ‘nee’!

De groepen die ten strijde trekken tegen de DERG en de Sovjetinterventie maar buigen voor het westerse imperialisme zijn juist degenen die het imperialisme in stand hebben gehouden, degenen die nog heimwee hebben naar het omvergeworpen autocratische regime dragen. Het is duidelijk dat deze krachten geen plaats hebben in het Verenigd Front. Indien toch het geval is, moet in de lidmaatschapscriteria duidelijk worden vermeld dat degenen die aan het Verenigd Front kunnen deelnemen, niet alleen tegen het militaire regime van Addis Abeba en het pro-DERG-standpunt van de Sovjet-Unie moeten strijden, maar ook tegen feodale uitbuiting, imperialisme en alle vormen van buitenlandse overheersing moeten vechten.

Afgezien van de bovengenoemde cruciale kwesties die rechtstreeks en onmiddellijk van invloed zijn op het verloop van de Ethiopische revolutie en, indirect, op de Eritrese revolutie, beschouwt het EPLF alle andere kwesties - bijvoorbeeld de kwestie van het "sociaal-imperialistische" karakter van de Sovjet-Unie - als ondergeschikt. Eén ding staat buiten kijf: er moet een standvastig verzet komen tegen de ondermijning en de agressieve rol van de Sovjet-Unie in de regio. Men bereidheid zijn de militaire interventie van de Sovjet-Unie aan te pakken. De kwestie van het interne en externe beleid van de Sovjet-Unie kan worden besproken door organisaties en hun kaders, met als doel de verschillende standpunten over dit onderwerp dichter bij elkaar te brengen.

Het is echter volstrekt onjuist te suggereren dat Ethiopische organisaties en het EPLF in vijandige groepen zijn verdeeld op basis van hun antwoord op de vraag of het kapitalisme in de Sovjet-Unie is hersteld, een controverse die niet is opgelost door revolutionaire krachten die lering proberen te trekken uit de ervaringen van het socialistische kamp voor hun strijd voor progressieve samenlevingen.

Om te stellen dat "het van strategisch belang is om vrienden te onderscheiden van vijanden op wereldniveau", om te verklaren dat "wie de Sovjet-Unie als een imperialistische macht beschouwt, is bij ons" en "wie de Sovjet-Unie niet imperialistisch noemt, is tegen ons" en om anderzijds organisaties die de militaire interventie van de Sovjet-Unie moedig hebben bestreden veroordelen als verdedigers, apologen en marionetten van de Sovjet-Unie. Als je een organisatie eenmaal als “vijand” brandmerkt, ben je verplicht om propagandacampagnes en massale mobilisatie-inspanningen tegen haar te voeren, haar invloed en kracht te beperken en tegen haar samen te spannen. Dit leidt onvermijdelijk tot gespannen verhoudingen tussen organisaties en volkeren en vervolgens tot openlijke conflicten.

Dit is wat de ervaring heeft geleerd. In veel westerse en derdewereldlanden heeft deze manier van kijken en denken geresulteerd in de versnippering van groepen en de versplintering van revolutionaire bewegingen die, als ze verenigd waren gebleven, veel hadden kunnen bereiken. Om al deze redenen mag het ‘sociaal-imperialistische’ karakter van de Sovjet-Unie geen toetssteen zijn die Ethiopische organisaties en de EPLF in twee antagonistische kampen verdeelt.

Het Eritrese Volksbevrijdingsfront heeft zich uitgesproken over de fundamentele vragen en taken van de Ethiopische revolutie, omdat het ervan overtuigd is dat het lot van het Eritrese en het Ethiopische volk nauw met elkaar verbonden is. Het Front is van mening dat voor de vooruitgang van de Eritrese revolutie de samenwerking met de strijd van het Ethiopische volk op de tweede plaats komt, en dat voor de Ethiopische revolutie de strijd van het Eritrese volk de belangrijkste externe factor is. Zij werkt zorgvuldig, geduldig en serieus aan het verbreden en verdiepen van haar betrekkingen met democratische Ethiopische organisaties en het versterken van de solidariteit tussen de twee volkeren. Het EPLF stelt het belang van de vorming van een solide alliantie tussen de twee revoluties boven elk van haar diplomatieke activiteiten. Tegelijkertijd verwacht zij van de democratische bewegingen in Ethiopië een soortgelijke houding en een gelijk verantwoordelijkheidsgevoel.

24-12-2020 om 10:08 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
23-12-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.L'Organisation internationale pour les migrations (OIM) fournit une assistance aux réfugiés du Tigré
Klik op de afbeelding om de link te volgen

L'Organisation internationale pour les migrations (OIM) fournit une assistance aux réfugiés du Tigré

Addis Standard, 18 décembre 2020



Les réfugiés internes et les communautés touchées ont un besoin urgent d'aide humanitaire et de soutien après des semaines de conflit dans l'État régional du Tigré, dans le nord de l'Éthiopie.  

L'organisation des opérations d'aide dans la région voisine d'Amhara fait suite à l'accord pour un accès humanitaire sans entrave conclu entre les Nations unies et le gouvernement éthiopien et à la première évaluation conjointe inter-agences.  

La plupart des personnes déplacées qui cherchent aujourd'hui refuge dans les camps de réfugiés sont des femmes et des enfants qui ont été forcés de fuir sans pouvoir emporter leurs biens. Ils ont maintenant un besoin urgent d'abris d'urgence et de produits non alimentaires. L'Organisation internationale pour les migrations (OIM) a lancé des opérations de secours pour aider ces populations dans le besoin. 

Au Northmhara, l'OIM a fourni aux réfugiés du Tigré des abris d'urgence et des articles non alimentaires - y compris des couvertures et des jerrycans. Au Tigré, l'OIM a commencé à fournir une assistance en terme d'eau, d'assainissement et d'hygiène (WASH). Les besoins d'aide sont en cours d'évaluation dans dix districts des régions d'Afar et d'Amhara qui accueillent actuellement des réfugiés. 

"L'OIM est prête à accroître son aide aux endroits et aux populations touchés par la crise dans le nord de l'Éthiopie, à mesure que d'autres régions touchées par la crise deviennent accessibles", a déclaré David Preux, le coordinateur d'urgence de l'OIM pour la gestion des crises dans le nord de l'Éthiopie. 

L'organisation a également fourni des services de transport d'eau et d'assainissement aux réfugiés du camp de Kebero Meda à Gondar, l'un des endroits identifiés par la structure de suivi des déplacements (DTM) de l'OIM comme étant un lieu d'accueil des réfugiés du Tigré. Des activités similaires seront organisées à mesure que l'accès à d'autres zones sera assuré.   

Les équipes de l'OIM travaillent également avec les autorités locales pour rendre les camps de réfugiés habitables et fournir des infrastructures collectives.

Celles-ci offriront des conditions de vie sûres et dignes ainsi que les règles de distance physique nécessaires pour prévenir la propagation de COVID-19. Des bureaux de plaintes ont été mis en place pour identifier les responsables de la misère de la population.

En outre, l'OIM a ouvert un nouveau bureau et un entrepôt où les équipes de l'OIM à Gondar collecteront des fournitures pour aider les nouvelles personnes déplacées du Tigré à Amhara. L'OIM dirige les activités de WASH, pour la santé ainsi que la gestion sur le terrain, en collaboration avec les organisations de secours catholique. 

D'autres évaluations de la situation sont prévues dans les prochains jours pour d'autres régions autour et à l'intérieur du Tigré. Ces évaluations visent à fournir un premier aperçu plus détaillé des besoins et des lacunes humanitaires sur le terrain. 

Déjà avant le conflit, l'OIM avait compté un peu plus de 100 000 personnes déplacées sur les 229 réfugiés de la région du Tigré. Les organismes d'aide reprendront bientôt la collecte de données dans la plupart des régions du nord de l'Éthiopie. 

"Les opérations d'aide nous permettront de faciliter une réponse coordonnée et renforcée et donc d'identifier les besoins et la localisation des personnes déplacées afin que tous les partenaires pouvant mieux soutenir toutes les populations touchées par la crise, y compris les réfugiés et les rapatriés", a ajouté M. Preux de l'OIM. 

La plupart des réfugiés se sont installés dans leurs communautés à proximité de leur propre région. Certains ont été hébergés dans des lieux collectifs. L'OIM est en train d'identifier ces lieux en attendant la construction de camps de réfugiés.

L'équipe fournit également une expertise technique en vue de soutenir le plan de relogement de la Commission nationale de gestion des risques de catastrophes (NDRMC) pour les personnes déplacées qui sont actuellement logées dans des conditions de surpeuplement et qui n'ont qu'un accès limité aux services de base. 

En outre, l'Ethiopie reçoit régulièrement un grand nombre de rapatriés des pays de transit et de destination, en particulier le long de la route orientale entre la Corne de l'Afrique et les Etats du Golfe.  Plus de 2 000 migrants éthiopiens du Tigré sont retournés en Éthiopie entre septembre et novembre 2020. Depuis 2017, et avec le début de la pandémie COVID-19, 30 % de tous les rapatriés en Éthiopie viennent du Tigré.  

https://addisstandard.com/news-iom-partners-provide-relief-to-people-affected-by-the-crisis-in-northern-ethiopia/

 

 


23-12-2020 om 16:14 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.L'Organisation internationale pour les migrations (OIM) fournit une assistance aux réfugiés du Tigré

L'Organisation internationale pour les migrations (OIM) fournit une assistance aux réfugiés du Tigré

Addis Standard, 18 décembre 2020

Les réfugiés internes et les communautés touchées ont un besoin urgent d'aide humanitaire et de soutien après des semaines de conflit dans l'État régional du Tigré, dans le nord de l'Éthiopie.  

L'organisation des opérations d'aide dans la région voisine d'Amhara fait suite à l'accord pour un accès humanitaire sans entrave conclu entre les Nations unies et le gouvernement éthiopien et à la première évaluation conjointe inter-agences.  

La plupart des personnes déplacées qui cherchent aujourd'hui refuge dans les camps de réfugiés sont des femmes et des enfants qui ont été forcés de fuir sans pouvoir emporter leurs biens. Ils ont maintenant un besoin urgent d'abris d'urgence et de produits non alimentaires. L'Organisation internationale pour les migrations (OIM) a lancé des opérations de secours pour aider ces populations dans le besoin. 

Au Northmhara, l'OIM a fourni aux réfugiés du Tigré des abris d'urgence et des articles non alimentaires - y compris des couvertures et des jerrycans. Au Tigré, l'OIM a commencé à fournir une assistance Aen termes d'eau, d'assainissement et d'hygiène (WASH). Les besoins d'aide sont en cours d'évaluation dans dix districts des régions d'Afar et d'Amhara qui accueillent actuellement des réfugiés. 

"L'OIM est prête à accroître son aide aux endroits et aux populations touchés par la crise dans le nord de l'Éthiopie, à mesure que d'autres régions touchées par la crise deviennent accessibles", a déclaré David Preux, le coordinateur d'urgence de l'OIM pour la gestion des crises dans le nord de l'Éthiopie. 

L'organisation a également fourni des services de transport d'eau et d'assainissement aux réfugiés du camp de Kebero Meda à Gondar, l'un des endroits identifiés par la structure de suivi des déplacements (DTM) de l'OIM comme étant un lieu d'accueil des réfugiés du Tigré. Des activités similaires seront organisées à mesure que l'accès à d'autres zones sera assuré.   

Les équipes de l'OIM travaillent également avec les autorités locales pour rendre les camps de réfugiés habitables et fournir des infrastructures collectives.

Celles-ci offriront des conditions de vie sûres et dignes ainsi que les règles de distance physique nécessaires pour prévenir la propagation de COVID-19. Des bureaux de plaintes ont été mis en place pour identifier les responsables de la misère de la population.

En outre, l'OIM a ouvert un nouveau bureau et un entrepôt où les équipes de l'OIM à Gondar collecteront des fournitures pour aider les nouvelles personnes déplacées du Tigré à Amhara. L'OIM dirige les activités de WASH, pour la santé ainsi que la gestion sur le terrain, en collaboration avec les organisations de secours catholique. 

D'autres évaluations de la situation sont prévues dans les prochains jours pour d'autres régions autour et à l'intérieur du Tigré. Ces évaluations visent à fournir un premier aperçu plus détaillé des besoins et des lacunes humanitaires sur le terrain. 

Déjà avant le conflit, l'OIM avait compté un peu plus de 100 000 personnes déplacées sur les 229 réfugiés de la région du Tigré. Les organismes d'aide reprendront bientôt la collecte de données dans la plupart des régions du nord de l'Éthiopie. 

"Les opérations d'aide nous permettront de faciliter une réponse coordonnée et renforcée et donc d'identifier les besoins et la localisation des personnes déplacées afin que tous les partenaires pouvant mieux soutenir toutes les populations touchées par la crise, y compris les réfugiés et les rapatriés", a ajouté M. Preux de l'OIM. 

La plupart des réfugiés se sont installés dans leurs communautés à proximité de leur propre région. Certains ont été hébergés dans des lieux collectifs. L'OIM est en train d'identifier ces lieux en attendant la construction de camps de réfugiés.

L'équipe fournit également une expertise technique en vue de soutenir le plan de relogement de la Commission nationale de gestion des risques de catastrophes (NDRMC) pour les personnes déplacées qui sont actuellement logées dans des conditions de surpeuplement et qui n'ont qu'un accès limité aux services de base. 

En outre, l'Ethiopie reçoit régulièrement un grand nombre de rapatriés des pays de transit et de destination, en particulier le long de la route orientale entre la Corne de l'Afrique et les Etats du Golfe.  Plus de 2 000 migrants éthiopiens du Tigré sont retournés en Éthiopie entre septembre et novembre 2020. Depuis 2017, et avec le début de la pandémie COVID-19, 30 % de tous les rapatriés en Éthiopie viennent du Tigré.  

https://addisstandard.com/news-iom-partners-provide-relief-to-people-affected-by-the-crisis-in-northern-ethiopia/

 

 

23-12-2020 om 16:11 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) bieden hulp aan de vluchtelingen uit Tigray
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) bieden hulp aan de vluchtelingen uit Tigray

Addis Standard, 18 december 2020


De binnenlandse vluchtelingen en de getroffen gemeenschappen hebben na het wekenlange conflict in de regionale staat Tigray in het noorden van Ethiopië dringend behoefte aan humanitaire hulp en steun.  

De organisatie van de hulpoperaties in de nabijgelegen Amhara regio volgt op de overeenkomst voor onbelemmerde humanitaire toegang die tussen de Verenigde Naties en de regering van Ethiopië werd bereikt, en op de eerste gezamenlijke eerste evaluatie tussen de verschillende instanties.  

De meeste ontheemden die nu hun toevlucht zoeken in vluchtelingen kampen zijn vrouwen en kinderen die gedwongen werden te vluchten zonder hun bezittingen te kunnen meenemen. Zij hebben nu dringend behoefte aan noodopvang en niet-voedingsmiddelen. De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) is begonnen met de hulpoperaties om deze bevolkingsgroepen in nood bij te staan. 

In Noord-Amhara heeft IOM noodopvang en non-food artikelen - waaronder dekens en jerrycans - verstrekt aan vluchtelingen uit Tigray. Het IOM is begonnen met het leveren van hulp in Tigray wat betreft water, sanitaire voorzieningen en hygiëne (WASH). In tien districten in de regio's Afar en Amhara waar momenteel vluchtelingen worden ondergebracht, worden de behoefte aan hulp geëvalueerd. 

“IOM staat klaar om de hulp aan door de crisis getroffen locaties en bevolkingsgroepen in Noord-Ethiopië op te schalen naarmate meer door de crisis getroffen gebieden bereikbaar worden”, aldus David Preux, de IOM noodcoördinator voor het crisis-beheer in Noord-Ethiopië. 

De organisatie heeft ook diensten op het gebied van watertransport en sanitaire voorzieningen verleend aan de vluchtelingen in het Kebero Meda-kamp in Gondar, een van de locaties die door de Displacement Tracking Matrix (DTM) van IOM zijn in kaart gebracht als vluchtoord voor vluchtelingen uit Tigray. Soortgelijke activiteiten zullen worden aangepakt naarmate de toegang tot meer gebieden wordt beveiligd.   

IOM-teams werken ook samen met lokale overheden om vluchtelingen kampen bewoonbaar te maken en te voorzien van gemeenschappelijke infrastructuren.
Deze zullen zorgen voor veilige en waardige leefomstandigheden en eveneens de nodige fysieke afstand-regels kunnen garanderen, die nodig zijn om de verspreiding van COVID-19 te voorkomen. Er klachten bureaus opgericht om de verantwoordelijken voor de miserie van de bevolking op te sporen.

Daarnaast heeft het IOM een nieuw kantoor en een magazijn geopend waar IOM-teams in Gondar voorraden zullen ophalen om nieuwe ontheemden uit Tigray in Amhara te ondersteunen. Het IOM leidt de WASH-, gezondheids- en terreinbeheeractiviteiten in dit gebied, in samenwerking met de Katholieke Hulpverleningsorganisaties. 

In de komende dagen zijn verdere evaluaties van de toestand gepland voor andere regio's rond en binnen Tigray. Deze evaluaties zijn bedoeld om een eerste, meer gedetailleerd inzicht te krijgen in de humanitaire behoeften en lacunes ter plaatse. 

Al voor het conflict telde het IOM reeds iets meer dan 100.000 binnenlandse ontheemden op 229 vluchtelingen oorden in de regio Tigray. De hulporganisaties zullen binnenkort het verzamelen van gegevens in de meeste delen van de grotere Noord-Ethiopische regio hervatten. 

“De hulpoperaties zullen ons in staat stellen om een gecoördineerde en versterkte respons te vergemakkelijken en om aldus de behoeften en de locatie van ontheemden vast te leggen, zodat alle partners alle door de crisis getroffen bevolkingsgroepen, met inbegrip van vluchtelingen en teruggekeerde migranten, beter kunnen ondersteunen”, voegde Preux van het IOM eraan toe. 

De meeste vluchtelingen zijn verhuisd naar hun gemeenschappen in de buurt van hun eigen gebied. Sommige zijn ondergebracht in collectieve locaties. Hert IOM spoort deze locaties op in afwachting van de bouw van vluchtelingen kampen.

Het team biedt ook technische expertise aan ter ondersteuning van het verhuisplan van de National Disaster Risk Management Commission (NDRMC) voor intern ontheemden die momenteel worden ondergebracht in overvolle omstandigheden met beperkte toegang tot basisdiensten. 

Bovendien ontvangt Ethiopië regelmatig grote aantallen repatrianten uit transit- en bestemmingslanden, met name langs de oostelijke route tussen de Hoorn van Afrika en de Golfstaten.  Meer dan 2.000 Ethiopische migranten die afkomstig zijn uit Tigray zijn tussen september en november 2020 naar Ethiopië teruggekeerd. Sinds 2017, en door het begin van de COVID-19 pandemie, is 30 procent van alle repatrianten naar Ethiopië afkomstig uit Tigray.   (…)

https://addisstandard.com/news-iom-partners-provide-relief-to-people-affected-by-the-crisis-in-northern-ethiopia/

 

23-12-2020 om 12:16 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Tags:Hoorn van Afrika, Ethiopië, Tigray, hulp
13-12-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het TPLF moet verboden en vervolgd worden
Klik op de afbeelding om de link te volgen





Het TPLF moet verboden en vervolgd worden

Door Worku Aberra

Nu de militaire operatie tegen de opstand van het TPLF met succes is afgerond, moet Ethiopië een democratische orde in gang zetten die vrij is van de overblijfselen van het TPLF. De eerste opdracht bij de oprichting van het nieuwe Ethiopië is het verbieden van het TPLF als terroristische organisatie. De regering heeft de wettelijke, morele en politieke verplichting om het TPLF te verbieden vanwege haar terrorisme, oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en schending van de grondwet.

(…) Tijdens zijn machtsperiode, beoefende het TPLF het terrorisme. De premier erkende in 2018 dat de EPRDF[i]-regering, een door het TPLF gedomineerde regering, een terroristische staat was. Hij verontschuldigde zich bij het Ethiopische volk voor de wreedheden van het TPLF.

(…) Premier Abiy Ahmed vertelde het parlement op 30 november dat het TPLF vanaf 2016 tot nu toe heeft deelgenomen aan alle 113 conflicten in Ethiopië laats gevonden, waarvan de meeste terreurdaden waren, en dat zij de mislukte rebellie tegen de regering heeft geënsceneerd.

Het TPLF is militair verslagen, maar heeft gezworen de gewapende confrontatie voort te zetten door zijn toevlucht te nemen tot terrorisme. In de komende weken en maanden, wanneer het leger zijn controle over Tigray versoepelt, zal het TPLF hoogstwaarschijnlijk burgers, instellingen en infrastructuur in Tigray en elders in Ethiopië als doelwit nemen. Een organisatie met zo'n afschuwelijke geschiedenis van terrorisme verdient het om verboden te worden.

Het is onduidelijk waarom de regering aarzelt om het TPLF tot een terroristische organisatie te verklaren. Het bewijs is nochtans overtuigend. Parlementsleden hebben geëist dat het TPLF tot terroristische organisatie wordt uitgeroepen en dat haar leiders voor het gerecht worden gebracht, individueel of collectief, voor alle misdaden die het TPLF tegen het Ethiopische volk heeft begaan.

De regering moet werk maken het uitroepen van het TPLF tot terroristische organisatie. Het kan zijn dat zij de voormalige leden van het TPLF wil beschermen die nog steeds in de regering zitten of nu actief zijn in de “Welvaartspartij”[ii], waarvan sommigen worden beschuldigd van het leiden van de voorlopige regering in Tigray, die personen moeten de gevolgen van hun acties onder ogen zien.

De regering moet ook bezorgd zijn over andere voormalige of huidige regeringsfunctionarissen, op regionaal of nationaal niveau, die mogelijkerwijs terroristische daden hebben gepleegd of vergemakkelijkt. Indien dergelijke personen bestaan, dienen zij zich tot de rechtbank te verantwoorden. Welke politieke berekeningen de regering ook overweegt, het is geen excuus voor haar terughoudendheid om het TPLF tot een terroristische organisatie te verklaren. Als dat niet gebeurt, is er sprake van ernstig plichtsverzuim.

%%%FOTO1%%% 

Het uitroepen van het TPLF tot terroristische organisatie zal haar aanzien bij de internationale gemeenschap verzwakken, voorkomen dat zij haar geroofde financiële middelen die in en buiten Ethiopië zijn verstopt, gebruikt, haar verhinderen om legaal deel te nemen aan de politieke aangelegenheden van Ethiopië en haar steun aan Tigray en de rest van Ethiopië beteugelen.

De verraderlijke wet van het TPLF

Voordat de oorlog begon, hoopte Mesfin Seyoum, een van de oprichters en huidige leiders van het TPLF, op 1 november vast dat buitenlandse regeringen Ethiopië zouden binnenvallen als Eritrea zou ingrijpen in het dreigende gewapende conflict tussen het TPLF en de Ethiopische regering, en dat Ethiopië een ander Libië, Syrië of Jemen zou worden.  Hij garandeerde buitenlandse interventie, maar zijn zekerheid roept een aantal vragen op.

Waarom was hij zo zeker van buitenlandse interventie in Ethiopië? Heeft het TPLF ingestemd met buitenlandse inmenging, mogelijk samen met de Egyptische regering? We weten het antwoord vooralsnog niet. We komen misschien de waarheid te weten in de toekomst, maar elke politieke organisatie die zich bereid heeft verklaard om met een buitenlandse indringer samen te werken, pleegt een verraderlijke daad en moet worden verboden.

De mislukte opstand van het TPLF heeft Ethiopië aan de rand van een burgeroorlog gebracht. Het TPLF probeerde het Ethiopische leger (ENDF) te vernietigen. Als het plan om de ENDF te vernietigen was gelukt, zou het Ethiopië kwetsbaar zijn geweest voor buitenlandse agressie. Het was ook in strijd met de huidige grondwet van Ethiopië, een grondwet die door het TPLF zelf is geschreven.

(…)

Artikel 9.3 van de grondwet luidt: "Het is verboden om de macht van de staat over te nemen op een andere wijze dan die welke in de grondwet is voorzien". Verder stelt artikel 31: "Organisaties die in strijd met de toepasselijke wetten zijn opgericht, of die de grondwettelijke orde illegaal ondermijnen, of die dergelijke activiteiten bevorderen, zijn verboden".

Het doel van de mislukte opstand van het TPLF was om de huidige regering te vervangen door een voorlopige regering. Door de opstand te organiseren heeft het TPLF de grondwet geschonden en moet het daarom verboden worden.  Dat is wat haar eigen wet voorschrijft.

Alle politieke systemen, democratisch of niet-democratisch, verdedigen zich tegen politieke groeperingen die geweld gebrruiken om hun doel te bereiken: zij verbieden dergelijke groeperingen. Democratieën respecteren de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vereniging, maar verwerpen geweld als middel om politieke doelen te bereiken. In Spanje is de separatistische Baskische partij “Euskadi Ta Askatasuna” (ETA) verboden. In Canada is het “Front de libération du Québec” (FLQ) verboden.  De ontluikende democratie van Ethiopië moet zich in de toekomst verdedigen tegen een aanval van het TPLF, door het TPLF te verbieden.

Er zijn voldoende aanwijzingen dat het TPLF oorlogsmisdaden heeft gepleegd. Uit berichten in de media blijkt dat het TPLF met geweld minderjarige kinderen en ouderen heeft gerekruteerd om te vechten in het gewapende conflict. De jeugdorganisatie van het TPLF heeft volgens de Ethiopische Mensenrechtenraad 600 burgers afgeslacht in Mai Kadra. Overlevenden vertellen verhalen over hoe het TPLF de soldaten die ze 'gevangen' hebben genomen tijdens haar nachtelijke aanval op de bases van het Northern Command hebben geëxecuteerd. Er zijn massagraven van TPLF-slachtoffers ontdekt in Humera, Mai Kadra en andere plaatsen.  Het gewelddadig inzetten van kindsoldaten, het afslachten van burgers en het executeren van gevangengenomen soldaten zijn oorlogsmisdaden. Een politieke groepering die oorlogsmisdaden heeft begaan, moet buiten de wet worden gesteld.

Het TPLF zet al meer dan 40 jaar aan tot haat tegen de Amharas. Geen enkele regering in de geschiedenis heeft zo'n gecoördineerde haatpropaganda tegen een etnische groepering gevoerd als het TPLF tegen de Amhara's. Het TPLF heeft de Amhara's in haar programma, in haar politieke discours, in al haar pracht en praal als "chauvinisten" verguisd.(…)

Het TPLF heeft ook genocide en misdaden tegen de menselijkheid gepleegd. Er zijn aanwijzingen dat het TPLF op bedrieglijke wijze Amhara vrouwen heeft gesteriliseerd en ontwikkelingsprojecten heeft misbruikt. Het TPLF heeft de deportatie van miljoenen Amhara's, Gedeos, Oromos, Somaliërs en andere Ethiopiërs gepland en uitgevoerd. Een politieke groepering die aanzet tot haat tegen een etnische groepering en die genocidale daden heeft gepleegd, moet worden verboden.

Een onafhankelijk internationaal onderzoek

Hoewel het Ethiopische volk de wreedheden van het TPLF kent, is de internationale gemeenschap zich nauwelijks bewust van de misdaden van het TPLF dankzij het propagandawerk van haar aanhangers in de westerse media, de academische wereld en de denktanks; en de inspanningen van haar lobbyisten om de houding van NGO's, westerse regeringen en multilaterale organisaties ten gunste van het TPLF te beïnvloeden.

De regering zou multilaterale mensenrechtenorganisaties zoals de Afrikaanse Commissie voor de rechten van de mens en de volkeren, Amnesty International, de Europese Commissie voor de rechten van de mens, Human Rights Watch en de VN-Commissie voor de rechten van de mens moeten uitnodigen om de misdaden van het TPLF te onderzoeken. Een uitgebreid internationaal onderzoek zal de wereld laten zien wat de misdaden van het TPLF zijn en waarom het TPLF het verdient om te worden verboden.

Aberra Worku is hoogleraar economie aan het Dawson College in Montreal, Canada. Hij studeerde af in ontwikkelingseconomie aan de McGill University; momenteel doet hij onderzoek naar kinderarbeid in Ethiopië.

http://www.madote.com/2020/12/ethiopia-post-tplf-part-i-militarily.html

 



[i] De zogenaamde eenheidsregering onder controle van het TPLF.

[ii] De eenheidspartij die de premier oprichtte na het verdwijnen van het TPL uit de regering. Het TPLF in zijn geheel verwierp die partij en haar regering maar sommige TPLF-figuren verschuilden zich in de nieuwe partij en regering.

13-12-2020 om 14:29 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
27-11-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mohamed Hassan: « Il n’y a pas de guerre civile en Éthiopie »

Mohamed Hassan: « Il n' y a pas de guerre civile en Éthiopie »

Interview par Grégoire Lalieu- Ivestig’Action, 19 novembre 2020

 

Un conflit ravage la région du Tigré en Éthiopie depuis plusieurs semaines. Certains parlent même de guerre civile. Comment le Premier ministre, Abiy Ahmed, qui avait reçu le Prix Nobel de la Paix s’est-il retrouvé à faire la guerre? Qui sont ceux qui contestent son pouvoir? Quelles répercussions pour la Corne de l’Afrique ? Ancien diplomate éthiopien, Mohamed Hassan (La stratégie du chaos – Jihad made in USA) nous explique les enjeux de ce conflit.

Question : Des mouvements populaires et une révolution pacifique ont mis fin à la dictature du Front de libération du peuple du Tigré (TPLF) en Éthiopie, il y a deux ans. Dictature qui avait été dirigée d’une main de fer par Meles Zenawi durant de longues années[1]. En 2018, Abiy Ahmed était porté au pouvoir. Le nouveau Premier ministre reconnaissait les partis d’opposition et signait un accord de paix historique avec les voisins d’Érythrée. Abiy Ahmed obtenait même le Prix Nobel de la Paix pour ces démarches. Mais depuis quelques semaines, des combats opposent les forces du FLPT à l’armée nationale. Certains observateurs parlent même d’une guerre civile. Comment l’Éthiopie, qui semblait avoir retrouvé la paix après une histoire mouvementée, a-t-elle sombré à nouveau dans la violence ?

Après avoir dominé l’Éthiopie pendant 27 ans, le TPLF a été chassé du pouvoir. Il a refusé la main tendue par le Premier ministre qui a réuni tous les mouvements politiques autour de la table pour construire un nouvel avenir en Ethiopie, et il s’est replié dans le Tigré. Avec l’argent qu’ils avaient volé, en tentant de saboter l’autorité du gouvernement central et en essayant de provoquer des conflits ethniques, les responsables du TPLF ont voulu reprendre le pouvoir. Ils ont ainsi attaqué une base de l’armée nationale dans le Tigré pour voler des armes et lancer une offensive vers Addis-Abeba, dans le but de destituer le Premier ministre. C’est ce qui a provoqué la guerre actuelle. Mais le TPLF est vaincu. Il est encerclé dans la capitale du Tigré, Mekelle, et n’a d’autres choix que de se rendre.

Question : L’Éthiopie est un grand pays multiethnique. Comment un groupe minoritaire comme le TPLF a-t-il pu tenir les rênes du pouvoir si longtemps?

Mohamed : La domination du TPLF reposait sur cinq piliers.

Ils avaient tout d’abord créé une fausse organisation, le Front démocratique révolutionnaire du peuple éthiopien (FDRPE) qui était censé associer les Amharas et les Oromos, groupes majoritaires, ainsi que les peuples du Sud. En réalité, le FDRPE était dominé par le TPLF, ça lui permettait d’avancer couvert.

Le deuxième pilier, c’est le fédéralisme. Le TPLF a organisé un faux fédéralisme qui leur a permis d’appliquer la célèbre stratégie du « diviser pour régner ».

Le système était chapeauté par le ministre du Fédéralisme qui était membre du bureau politique du TPLF.Les services de renseignement constituent le troisième pilier. Ils étaient également dirigés par un responsable du TPLF. Et 20% des agents du renseignement étaient issus de la minorité Tigré, ce qui ne représente pas du tout la démographie en Éthiopie. Ces services disposaient en outre du budget le plus important du pays.

Dans la même veine, le TPLF se reposait sur l’armée, le quatrième pilier. La plupart des officiers étaient des Tigrés. Enfin, le cinquième pilier s’appuyait sur le contrôle de l’économie. L’Éthiopie était une néo-colonie dont les richesses étaient pillées par les multinationales. En tant que bourgeoisie compradore, le TPLF s’en mettait plein les poches au passage. Mais il ne développait rien pour répondre aux besoins de la population qui était extrêmement pauvre. 

Question : Tout cela explique les soulèvements qui ont conduit au reversement du TPLF. Mais comment le gouvernement a-t-il pu mettre fin à cette domination qui semblait bien ancrée, notamment dans les services de renseignements et l’armée ?

Mohamed : Le TPLF avait instauré un véritable régime d’apartheid en Éthiopie, mais leur pouvoir a fondu comme neige au soleil à partir de 2017. Certes, il dominait la direction de l’appareil de sécurité. Mais le TPLF est minoritaire et la majorité des membres de ces services appartenait à d’autres ethnies. Quand il y a eu des soulèvements populaires, ces membres ont refusé d’obéir plus longtemps aux ordres du TPLF. Ils refusaient de réprimer leurs frères ou leurs enfants qui se soulevaient.

Question :Le TPLF s’est alors retranché dans la région du Tigré, mais il n’avait manifestement pas renoncé au pouvoir. S’il ne peut pas reprendre Addis-Abeba, pourrait-il chercher la sécession ?

Mohamed : Le TPLF a une double stratégie. D’abord, organiser la « longue marche vers le Tigré » où il a pris le pouvoir et de là, déstabiliser le pays. Les bandits du TPLF comptaient sur leur argent, leurs armes et les tensions ethniques pour déstabiliser le gouvernement et reprendre le pouvoir. Ils sont en train d’échouer.

Le TPLF a aussi une stratégie à long terme : créer un grand Tigré indépendant. Mais la région est enclavée, il leur faut un accès à la mer.

C’est pourquoi ils ont toujours voulu faire la guerre à l’Érythrée, ils voulaient récupérer un accès aux côtes de la mer Rouge.Ils voudraient déclencher un nouveau conflit avec leurs voisins, mais c’est un rêve impossible. Les pays occidentaux qui les ont soutenus si longtemps dans leur terreur et dans leurs guerres ne les soutiendront pas cette fois-ci. Le TPLF est condamné. Les médias occidentaux et les groupes de réflexion prétendant qu’il y a une guerre civile en Éthiopie essaient en fait de sauver une organisation criminelle. Cette organisation doit être dissoute et ses responsables doivent se rendre pour répondre de leurs actes devant la justice.

Question : Le TPLF dispose-t-il d’une base sociale importante dans la région du Tigré ?

Mohamed : Même pas. Pendant les 27 années où ils étaient au pouvoir, les responsables du TPLF se sont enrichis personnellement. Ils ont placé leur argent dans des paradis fiscaux, mais n’ont pratiquement rien investi dans la région du Tigré. Ils n’ont même pas été capables d’alimenter la capitale Mekelle en eau potable ! Le TPLF a perdu depuis longtemps ses liens avec les masses, il ne représente pas le peuple du Tigré. C’est un gang criminel dirigé par une poignée d’individus. En Éthiopie, tout le monde le sait ! L’ensemble de la population éthiopienne veut traduire le TPLF en justice. Ce conflit, ce n’est pas une vendetta ni une guerre entre le Tigré et le reste de l’Éthiopie. C’est une guerre contre des bandits qui ont volé le pays.

Question : Y a-t-il dans ce conflit une intervention des puissances impérialistes qui ont soutenu la dictature du TPLF pendant de longues années ?

Mohamed : Pas pour l’instant. Les impérialistes savent que les peuples et les gouvernements de la Corne de l’Afrique sont unis contre le TPLF. Dans la région, il jouait le rôle de gendarme pour les puissances néocoloniales. Il a ainsi envoyé des troupes de « maintien de la paix » dans plusieurs pays. Le TPLF a notamment tué 16.000 Somaliens. Il est détesté dans la région et les gouvernements de la Corne de l’Afrique soutiennent Abiy pour faire reculer ce cancer. Le Soudan qui a récemment connu un changement de gouvernement coopère avec le Premier ministre éthiopien. Tout comme l’Érythrée. Un nouvel avenir peut commencer, sans le TPLF et les ingérences des puissances impérialistes.

Question : L’accord de paix passé avec l’Érythrée est effectivement historique. L’Érythrée avait arraché son indépendance à l’Éthiopie après 30 ans de lutte. C’était en 1991. Mais depuis, des conflits éclataient souvent entre les deux frères ennemis.

Mohamed : La guerre avec l’Érythrée n’avait pas lieu d’être. Ce conflit était artificiellement entretenu par le TPLF lorsqu’il était au pouvoir en Éthiopie. Ce faux conflit lui permettait de détourner l’attention des véritables problèmes sociaux, économiques et politiques que rencontrait le peuple éthiopien. La guerre a aussi servi de tremplin au TPLF pour devenir la puissance dominante dans la Corne de l’Afrique, avec le soutien des impérialistes. Pour les puissances néocoloniales, le TPLF était un client idéal. Ce groupe marginal, représentant une minorité de 6% de la population, avait besoin du soutien des impérialistes pour se maintenir au pouvoir. Et les impérialistes pouvaient en retour se réjouir d’avoir dans cette région stratégique un serviteur prêt à déstabiliser la Corne de l’Afrique et à briser les relations entre les peuples.

Question :Il semble que la tendance s’est inversée. Il y a quelques années, lorsque le TPLF était encore au pouvoir, vous nous expliquiez que la Corne de l’Afrique avait tout pour réussir si elle parvenait à se libérer des chaines de l’impérialisme : elle est stratégiquement située en face du Golfe et en bordure de l’Océan indien, elle dispose de nombreuses ressources et de capacités agricoles importantes, elle peut également compter sur une large population active…

Mohamed C’est exact. La Corne de l’Afrique, c’est près de 130 millions de personnes et de nombreuses ressources.

Au cours des 80 dernières années, la région n’a pas pu se développer correctement, car elle était dominée par les puissances impérialistes et leurs agents qui appliquaient la stratégie coloniale du diviser pour régner en exploitant les différences ethniques et religieuses.Mais tous les peuples de la Corne de l’Afrique ont des liens historiques, culturels et sociaux entre eux. En coopérant, les gouvernements de la région peuvent sensiblement améliorer le quotidien de ces peuples. C’est ce qui est en train de se passer, un nouveau départ est possible pour la Corne de l’Afrique.

 Source: Investig’Action

 

27-11-2020 om 12:03 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
23-11-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mohamed Hassan: "Er is geen burgeroorlog in Ethiopië."
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Mohamed Hassan: "Er is geen burgeroorlog in Ethiopië."

Interview van Grégoire Lalieu ( Investig’Action) met Mohamed Hassan
Het interview werd via Zoom opgenomen op 19 november 2020

In de noordelijke Tigray regio van Ethiopië woedt al enkele weken een conflict. Sommigen spreken zelfs van een burgeroorlog. Hoe is premier Abiy Ahmed, die de Nobelprijs voor de Vrede heeft gekregen, in de oorlog verzeild geraakt? Wie zijn de mensen die zijn macht in twijfel trekken? Wat zijn de gevolgen voor de Hoorn van Afrika? Voormalig Ethiopisch diplomaat, Mohamed Hassan (La stratégie du chaos - Jihad made in USA) legt uit wat er in dit conflict op het spel staat.

Vraag: Volksbewegingen en een vreedzame revolutie maakten twee jaar geleden een einde aan de dictatuur van het Tigray People's Liberation Front (TPLF) in Ethiopië. Een dictatuur die jarenlang met ijzeren vuist werd geleid door Meles Zenawi. In 2018 kwam Abiy Ahmed aan de macht. De nieuwe premier erkende de oppositiepartijen en ondertekende een historisch vredesakkoord met de buurlanden van Eritrea. Abiy Ahmed kreeg zelfs de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn inspanningen. Maar de afgelopen weken (nvdr: sinds 4 november 2020) is de strijd losgebarsten tussen de FLPT-troepen en het nationale leger. Sommige waarnemers spreken zelfs van een burgeroorlog. Hoe is Ethiopië, dat na een bewogen geschiedenis de vrede leek te hebben herwonnen, weer in geweld vervallen?

Mohamed: Dit is geen burgeroorlog. De TFLP-troepen die in 2018 werden omvergeworpen, vielen de Ethiopische regering aan in een poging de macht terug te winnen. Maar de leden van de TPLF vertegenwoordigen niet het volk van Tigray, het is een minderheidsgroep die alleen zijn eigen belangen verdedigt.

Na 27 jaar Ethiopië te hebben gedomineerd, werd de TPLF van de macht verdreven. Het weigerde de uitgestoken hand van de premier die alle politieke bewegingen wilde overtuigen om aan een nieuwe toekomst te bouwen in Ethiopië. Het TPL trok zich terug naar haar vroegere thuisbasis Tigray. Met het geld dat ze hadden gestolen, door te proberen het gezag van de centrale regering te saboteren en door te proberen etnische conflicten uit te lokken, wilden de leiders van de TPLF de macht terugwinnen. Ze vielen een nationale legerbasis in Tigray aan om wapens te stelen en een offensief te lanceren in de richting van Addis Abeba met als doel de premier te verwijderen. Dat is wat tot de huidige oorlog heeft geleid. Maar het TPLF is verslagen. Het is zo goed als volledig omsingeld in de hoofdstad van Tigray, Mekelle, en heeft geen andere keuze dan zich over te geven.

Ethiopië is een groot multi-etnisch land. Hoe kon een minderheidsgroep als de PFLT zo lang de touwtjes in handen houden?

Mohamed: De dominantie van het TPLF was gebaseerd op vijf pijlers.
Ten eerste hadden ze een neporganisatie in het leven geroepen, het Ethiopische Revolutionaire Democratische Volksfront (EPRDF), waarbij de Amharas en Oromos, meerderheidsgroepen, maar ook de volkeren van het Zuiden betrokken hebben. In werkelijkheid werd de EPRDF gedomineerd door het TPLF, dat het mogelijk maakte zich te beschermen achter het EPRDF-scherm.
De tweede pijler is het federalisme.
Het TPLF organiseerde een vals federalisme dat hen in staat stelde de beroemde "verdeel en heers"-strategie toe te passen. Het systeem werd geleid door de minister van Federalisme, die lid was van het politieke bureau van het TPLF.
De derde pijler is de inlichtingendienst. Het werd ook geleid door een ambtenaar van het TPLF. 20% van de agenten van de inlichtingendienst waren afkomstig uit de Tigray-minderheid, wat buiten verhoudingen was met de omvang van de bevolking van Tigray (6%) in Ethiopië. De inlichtingendiensten hadden ook het grootste budget van het land.
In dezelfde geest vertrouwde het TPLF op het leger, de vierde pijler. De meeste officieren kwamen uit Tigray.
Ten slotte was de vijfde pijler gebaseerd hun greep op de economie.
Ethiopië was een neo-kolonie waarvan de rijkdom door de multinationals werd geplunderd. Als comprador bourgeoisie was het TPLF bezig haar zakken te vullen. Maar het heeft niets ontwikkeld om te voldoen aan de behoeften van de bevolking, die extreem arm bleef in Ethiopië. 

Vraag: Dit alles verklaart de opstanden in 2017 en begin 2018 die tot de nederlaag van het TPLF hebben geleid. Maar hoe heeft de regering een einde kunnen maken aan deze overheersing die zich goed leek te hebben verankerd, met name in de inlichtingendiensten en het leger?

Het TPLF had in Ethiopië een echt apartheidsregime gevestigd, maar hun macht smolt vanaf 2017 weg als sneeuw voor de zon. Het heeft zeker de leiding van het veiligheidsapparaat gedomineerd. Maar het TPLF vertegenwoordigde een minderheid. Maar de meerderheid van haar staatsstructuren behoorde tot andere etnische groepen. Toen de volksopstanden begonnen, weigerden deze mensen de bevelen van de TPLF nog langer op te volgen. Ze weigerden hun broers of kinderen die opstonden te onderdrukken.

Het TPLF trok zich vervolgens terug in de Tigray, maar wilde duidelijk geen afstand doen van de macht. Als het Addis Abeba niet kan heroveren, dan kan het TPLF Tigray proberen afscheiden van het land. Dat was hun berekening.

Het TPLF heeft een tweeledige strategie. Ten eerste, “de lange mars naar Tigray” organiseren waar het de macht nam en van daaruit het land begon destabiliseren. Het TPLF-bandieten vertrouwden op hun geld, hun wapens en de etnische spanningen om de regering te ontwrichten en de macht terug te veroverden.
Ze hebben verloren!

De TPLF heeft ook een lange termijnstrategie: het creëren van een grote onafhankelijke Tigray. Maar de regio grenst niet aan de zee. Tigray heeft een toegang tot de zee nodig. Daarom hebben de TPLF-bandieten altijd al oorlog willen voeren met Eritrea, ze wilden weer toegang krijgen tot de Rode Zeekust. Ze willen graag een nieuw conflict met hun buren beginnen, maar het is een onmogelijke droom.

De westerse landen die hen zo lang hebben gesteund in hun terreur en oorlogen zullen hen deze keer niet steunen. Het TPLF is gedoemd. Westerse media en denktanks die beweren dat er een burgeroorlog in Ethiopië is, proberen in feite een criminele organisatie te redden. Deze organisatie moet worden ontbonden door de regering van Ethiopië en de verantwoordelijken moeten zich overgeven en voor het gerecht worden gebracht.

Vraag: Heeft de TPLF een belangrijke sociale basis in de Tigray regio?

Zelfs dat niet. In de loop van hun 27 jaar aan de macht is heeft het leiderschap van het TPLF zich verrijkt. De TPLF-dieven hebben dat geld naar belastingparadijzen gesluisd maar investeerden vrijwel niets in de Tigray regio. Ze hebben de hoofdstad Mekelle niet eens van drinkwater kunnen voorzien!
Het TPLF heeft al lang zijn banden met de massa verloren, het vertegenwoordigt het volk van Tigray niet. Het is een criminele bende die geleid wordt door een handvol individuen. Iedereen in Ethiopië weet dat! De hele bevolking van Ethiopië wil het TPLF voor het gerecht brengen. Dit conflict is geen vendetta of een oorlog tussen Tigray en de rest van Ethiopië. Het is een oorlog tegen bandieten die het land hebben beroofd.

Vraag: Wordt er in dit conflict ingegrepen door de imperialistische mogendheden die de dictatuur van het TPLF jarenlang hebben gesteund?

Niet op dit moment. De imperialisten weten dat de volkeren en regeringen van de Hoorn van Afrika verenigd zijn tegen het TPLF. In de regio fungeerde het als een gendarme voor de neokoloniale machten. Het stuurde dus "vredestroepen" naar verschillende landen. Het TPLF heeft onder meer 16.000 Somaliërs gedood. Hij wordt gehaat in de regio en de regeringen in de Hoorn van Afrika steunen Abiy om hem ten val te brengen. Soedan, dat onlangs van regering is veranderd, werkt samen met de Ethiopische premier. Dat doet ook Eritrea. Een nieuwe toekomst kan beginnen, zonder het TPLF en de inmenging van de imperialistische mogendheden.

Het vredesakkoord met Eritrea is inderdaad historisch. Eritrea had zijn onafhankelijkheid van Ethiopië gewonnen na 30 jaar strijd. Dat was in 1991. Sindsdien waren er echter vaak conflicten (nvdr: 1998-2000-2018) uitgebroken tussen de twee vijandige broers.

De oorlog met Eritrea was niet nodig. Dit conflict werd kunstmatig aangewakkerd door het TPLF toen het aan de macht was in Ethiopië. Door dit valse conflict kon de aandacht worden afgeleid van de echte sociale, economische en politieke problemen waar het Ethiopische volk mee te maken heeft. De oorlog diende ook als springplank voor het TPLF om de dominante macht in de Hoorn van Afrika te worden, met de steun van de imperialisten. Voor de neokoloniale machthebbers was het TPLF een ideale knecht. Deze marginale groep, die een minderheid van 6% van de bevolking vertegenwoordigt, had de steun van de imperialisten nodig om aan de macht te blijven. De imperialisten konden zich op hun beurt verheugen over het feit dat zij in deze strategische regio een dienaar hebben die bereid is de Hoorn van Afrika te destabiliseren en de betrekkingen tussen de volkeren te verbreken.

Vraag: Het lijkt erop dat de trend is omgedraaid. Enkele jaren geleden, toen het TPLF nog aan de macht was, legde u ons uit dat de Hoorn van Afrika alles had wat het nodig had om te slagen als het zich wist te bevrijden van de ketenen van het imperialisme: het is strategisch gelegen aan de Rode Zee en Indische Oceaan, het heeft veel hulpbronnen en een aanzienlijke agrarische capaciteit, het heeft ook een grote werkende bevolking....

Mohamed: Dat klopt. De Hoorn van Afrika herbergt bijna 130 miljoen mensen en veel grondstoffen. In de afgelopen tachtig jaar heeft het gebied zich niet goed kunnen ontwikkelen, omdat het werd gedomineerd door imperialistische mogendheden en hun agenten, die de koloniale strategie van verdeel en heers toepasten door gebruik te maken van etnische en religieuze verschillen. Alle volkeren van de Hoorn van Afrika hebben echter historische, culturele en sociale banden met elkaar. Door samen te werken kunnen de regeringen van de regio het dagelijks leven van deze volkeren aanzienlijk verbeteren. Dit is wat er gebeurt - een nieuw begin is mogelijk voor de Hoorn van Afrika.

Bron: https://www.investigaction.net/fr/mohamed-hassan-il-ny-a-pas-de-guerre-civile-en-ethiopie/

 

23-11-2020 om 14:39 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Tags:Hoorn van Afrika, Ethiopië, Eritrea
22-11-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ethiopië op een kruispunt (3/3) : de apartheid van Zenawi

De recente geschiedenis van Ethiopië in drie delen

Ethiopië op een kruispunt (3/3) : de apartheid van Zenawi

10 oktober 2016

MOHAMED HASSAN door GREGOIRE LALIEU (Investig’Action)

Feyisa Lilesa, de atlete die een zilveren medaille won in voor de marathon, tijdens de Olympische spelen in Rio, bracht Ethiopië voor de camera’s met volgende woorden: “Als je over democratie spreekt dan wordt je gedood. Wanneer ik naar Ethiopië terugkeer zullen ze me misschien doden of gevangennemen”. Zij trok de aandacht van de camera’s omdat zij haar handen boven het hoofd kruiste toen ze over de eindmeet liep.

Zo berichtte zij over de fel onderdrukte protestbewegingen tegen het regime in Ethiopië, die al meer dan een jaar duren. Hoe komt het dat Ethiopië opnieuw in een dictatuur terecht kwam na dat het zich bevrijd had van Selassié en Mengistu ? De hongersnood teistert nog steeds velen: is dit te wijten aan het klimaat of  aan het programma dat rijke landbouwgronden verhuurt aan de multinationals van de agro-business en zo de rijkdommen van het land uitverkoopt ? 

 

Is Meles Zenawi wel degelijk de bewonderenswaardige Afrikaans leider  die zich ingezet heeft “om de  miljoenen Ethiopiërs uit de armoede te halen, dankzij zijn beleid voor voedselvoorziening” zoals Obama zegt ? Waarom stort een miljardair uit Saudi-Arabië, afkomstig uit Ethiopië, twee miljoen dollar aan de Clinton- stichting ?

 

In dit laatste hoofdstuk analyseert Mohamed Hassan de inzet van een crisis die het gezicht van Ethiopië radicaal zou kunnen veranderen. Hij roept op tot eenheid tussen de progressieve krachten in Ethiopië om het land te behoeden voor een implosie.

 

Kolonel Mengistu  wordt afgezet in 1991, na 17 jaar  het land geleid te hebben.  Het TPLF (het Volksbevrijdingsfront van Tigre) heeft een belangrijk aandeel gehad in de val van de dictator toen het samen met de Eritreeërs het DERG leger versloeg. Het TPLF eiste nadien de onafhankelijkheid op van Tigre. Maar als Mengsitu vlucht , installeert Meles Zenawi, leider van het TPLF zich in Addis-Abeba de hoofdstad van Ethiopië. Waarom ?

 

Eric Hobsbawm, een Brits historicus publiceerde een interessante studie over het banditisme (1) Hij maakt vooreerst een onderscheid tussen de bandieten behorend tot de onderwereld en het sociaal banditisme dat “een principiële uitdaging is  voor de bestaande orde van de klassenmaatschappij en voor haar politieke werking, welke ook de overeenkomsten mogen zijn die het in de praktijk met de twee vertoont.” Hobsbawm voegt eraan toe dat deze bandieten  “de waarden en verwachtingen van de boeren  delen en als vogelvrijverklaarden en rebellen over het algemeen gevoelig zijn voor deze revolutionaire bewegingen”. OP basis van vele voorbeelden stelt de auteur dat de bandieten en de revolutionairen in vele opzichten gelijkaardig zijn.  Maar er is een fundamenteel verschil met de sociale bandieten zegt Hobsbawm: in tegenstelling tot de revolutionairen hebben de sociale bandieten geen maatschappelijk project”. Ik haal dit aan omdat in Ethiopië Zenawi en het TPLF geen revolutionairen maar bandieten zijn.

 

Nochtans hadden ze sterk geëngageerd discours.

Maar hun jargon moest vooral dienen om de grote leegte van hun project te maskeren. Zenawi’s idee was eenvoudig:  eerst de hoofdstad Addis-Abeba innemen en dan een referendum over de onafhankelijkheid van Tigre organiseren.  Maar wie zou zoiets aanvaard hebben ? Zeker niet de internationale gemeenschap en nog minder de OAE (Organisatie voor Afrikaanse Eenheid)  die vasthield aan het strikte respect van de grenzen om een implosie van Afrika te voorkomen. Op theoretisch vlak was Zenawi’s idee eenvoudig, maar praktisch niet realiseerbaar. Een andere reden waarom hij van gedacht veranderde was de steun van de VS.  Zenawi, de rebel van Tigre, kon de leiding nemen van geheel Ethiopië  eerder dan de onafhankelijkheid van zijn regio bekomen. En Washington steunde de eerste keuze.

 

Hoe ontstond de relatie van Zenawi met de VS ?

Mengistu werd gesteund door de Sovjet-Unie. Dus Washington interesseerde zich voor de protestbewegingen tegen deze belangrijkste Russische bondgenoot in Afrika. Zo heeft het TPLF veel contacten gelegd met het Westen en in ’t bijzonder met de VS. De aanwezige NGO’s hebben dat werk vergemakkelijkt. Onder een humanitaire dekmantel werkten zij vooral in het maquis en konden zo als verbindingskanalen tussen de Tigre rebellen en  de VS functioneren. Zo zou Zenawi één van zijn beste vriendinnen ontmoeten: Hayle Smith. Zij werkte voor één van de NGO die in de Tigre guerrilla aanwezig was. Onlangs benoemde Obama haar als het hoofd van het VS Agentschap voor de Internationale Ontwikkeling (USAID).  Officieel heeft deze organisatie de taak om de armen te helpen, de democratie te verdedigen en hulp te bieden aan de slachtoffers van natuurrampen. In feit werkt de USAID  samen met de CIA en het VS Ministerie aan een reeks vuile operaties. Zo was die organisatie in Venezuela actief tijdens de staatgreep tegen Hugo Chavez in 2002.  Het verwonderde me helemaal niet dat die beste vriendin Hayle aan het hoofd van deze organisatie stond.

 

Waarom mikten de VS op het TPLF dat toch maoïstisch was en later pro-Albanees ?

Eind de jaren 80 lag het Mengistu regime op apegapen.  Dit pseudo-marxistisch regime was de belangrijkste Afrikaanse bondgenoot van de Sovjet-Unie. Hij had grote delen van de Ethiopische economie genationaliseerd , terwijl Selassié het land had geopend voor de multinationals.  De val van de DERG creëerde nieuwe kansen voor de VS om Ethiopië in hun invloedssfeer te krijgen. Maar dan moesten ze wel op het juiste paard wedden na de val van Mengistu.

 

In het eerste deel van het interview toonden we hoe de VS een ideaal bondgenoot had gevonden in Selassie. Een jong regent, heel zelfvoldaan, die fel tekortschoot wat politiek analyse betreft.  Met een dergelijk leider lagen de mogelijkheden open voor de VS om hun belangen te behartigen. Zij hadden het bij het juiste eind. De parenthese met de DERG had de Amerikaans-Ethiopische relaties op een laag pitje gezet. Maar met Zenawi kreeg de VS opnieuw kansen. De TPLF kaders hadden immers geen grondige kennis van Ethiopië en zijn verschillende regio’s. Hun pseudo-marxistisch discours moest hun schrijnend tekort aan perspectief verbergen. Ze eisten veel maar hadden geen noemenswaardige projecten. Hun verwijten aan Amerika  klonken vals  hun begrip van de wereld was ondermaats. Eigenlijk waren de bandieten van het TPLF windhanen die alles slikten. Zo veranderen ze van de ene marxistische stroming in de andere. Indien Ben-Laden  een delegatie naar Zenawi had gestuurd, dan zou het TPLF misschien wel een christelijke Al-Qaida afdeling geworden zijn. Hun lichtzinnigheid en hun onstandvastigheid maakten van hen manipuleerbare marionetten van het VS imperialisme. Weer zal de VS niet ontgoocheld zijn.

 

Zenawi neemt dus de macht in Ethiopië maar zonder echt maatschappelijk project.  Zijn er dan toch veranderingen ?

De belangrijkste verandering was de wijziging van de staatsstructuur. Onder de dekmantel van het EPRDF, een coalitie  van het Democratisch Revolutionair Volksfront van Ethiopië,  heeft het TPLF het etnisch federalisme in Ethiopië ingevoerd. We zagen hoe het centralisme en het Amhara chauvinisme van de DERG  tot enorme protestbewegingen leidde die een etnische basis hadden.  Het TPLF wijzigde deze structuren en deelde het land op in negen regionale staten met elk een relatieve autonomie.

 

Dat was natuurlijk een complexe opdracht. Het land telt vele nationaliteiten die je niet kan vasthouden in vast afgebakende gebieden. Delen van de bevolking verplaatsten zich en er waren interetnische huwelijken, dat vergemakkelijkte de zaken niet. Hoe dan ook, creëerde een speciale commissie negen regio’s, de ‘kilils’. Deze commissie was verbonden met het instituut voor de nationaliteiten, opgericht door Mengistu,. De taal was het beslissend criterium. Die opdeling zou onvermijdelijk tot conflicten leiden. Maar aanvankelijk werden die problemen opzij geschoven.

 

Hoe keken de verschillende nationaliteiten tegen deze federale staat aan ?

Eerder positief, alvast in het begin. Onder de DERG was de gelijkheid van nationaliteiten een vrome wens gebleven. Ethiopië kende trouwens sinds zijn eenmaking enkel sterk gecentraliseerde  machten. En jawel, de nieuwe grondwet van het TPLF stipuleerde: “Alle soevereine macht ligt bij de Natie, de Nationaliteiten en Volkeren van Ethiopië.” Elke regio werd uitgenodigd zijn eigen vertegenwoordigers te kiezen en op zijn grondgebied eigen regeringen te in stalleren. Deze decentralisatie  bood mogelijkheden voor de gediplomeerden die in de periferie leefden. De staatsadministratie werd een eldorado voor deze relatief gevormde jongeren die nooit hadden gehoopt op de sociale ladder omhoog te klimmen  onder de gemonopoliseerde macht van de Amhara elite.

 

Maar de hervorming botste op enkele obstakels.  Vooreerst was het soms voldoende  om te kunnen lezen en schrijven om zich van de anderen te onderscheiden en bij de overheid te werken. Zo kwamen in bepaalde regio’s personen op belangrijke posten die echter onbekwaam waren.  Dit schaadde vanzelfsprekend de werking van het administratief apparaat. Ook ontstonden hier en daar clan rivaliteiten en deed corruptie haar intrede. Er was duidelijk een kloof tussen de theorie en de praktijk. Hiermee bedoel ik dat het TPLF in de feiten niet van plan was de macht eerlijk te delen met de gefedereerde entiteiten. Zoals  historicus John Markakis het terecht opmerkt, is de financiering een goede graadmeter voor de decentralisering van de macht. “Onder de vorige regimes was de financiering heel gecentraliseerd. Ongeveer 80% van de staatsinkomsten werden door Addis-Abeba opgeslorpt. Het geld was afkomstig van belastingen op de buitenlandse handel en ook op de binnenlandse productie werden indirecte bijdragen geïnd.(..) De verhouding tussen het centrale gezag en de provincies is niet gewijzigd. Integendeel, ze werd nog onevenwichtiger. De cijfers van 1995 bewijzen dat de centrale regering 83,7% van alle nationale inkomsten ontving en 91.13%  van het geheel van de inkomsten die onder meer de buitenlandse hulp bevatten. Dit, terwijl de kilils (plaatselijke regeringen) de lasten voor de dienstverlening aan de bevolking , gezondheid en onderwijs inbegrepen, moeten dragen. Ongeveer de helft van de uitgaven van de kilils (gewone en buitengewone)  zijn bestemd voor sociale dienstverlening. De uitgaven van de centrale regering voor de sociale dienstverlening bedragen hier niet eens 10%. Zodoende kunnen de kilils nog niet eens de helft van hun gewone uitgaven betalen en helemaal niets voor hun buitengewone uitgaven vanuit hun eigen inkomstenbronnen. Ze blijven dus sterk afhankelijk van de subsidies van Addis-Abeba.(2)

 

Het federalisme was dus geen garantie voor de democratie in Ethiopië ?

Vooreerst is het federalisme geen mirakel remedie die men kan toepassen op eender welk land in crisis. Het federalisme groeit doorheen een historisch proces. Dat heeft niks te zien met taal, het is een factor van eenmaking. De geschiedenis leert dat jonge federaties hebben versterkt nadat de verschillende entiteiten zich hebben verenigd om sterker te staan. Maar in omgekeerde richting zijn de resultaten niet zo overtuigend. Als je het federalisme toepast in een eengemaakte staat om die te verdelen en als je dat ook nog doet op een taalbasis zal het proces op een mislukking uitlopen. Het Belgische voorbeeld spreekt boekdelen. Het federalisme heeft er  het institutionele landschap aanzienlijk complexer gemaakt. België telt  meer dan 60 ministers voor 11 miljoen inwoners. Dat is enorm! En het is niet omdat er zoveel ministers zijn dat het land beter functioneert. Integendeel, het wordt eerder ingewikkelder. Zo bijvoorbeeld de COP21, daar heeft België zich belachelijk gemaakt  want de vier ministers van leefmilieu  konden geen voorakkoord bereiken vooraleer ze deelnamen aan de Parijse Conferentie. De Vlamingen vonden dat het compromis in hun nadeel was.  Het federalisme  heeft helemaal niet geholpen om de communautaire problemen op te lossen. Veertig jaar na de opdeling van het land spreekt men regelmatig over het uiteenspatten van het land.

 

België-Ethiopië: één strijd ?

Ethiopië heeft eveneens het federalisme ingevoerd op taalbasis. Maar het land heeft niet dezelfde problemen als België. Mengistu weigerde de gelijkheid van nationaliteiten in te voeren omdat hij dat als een dreiging zag voor de eenheid van het land. Het TPLF van zijn kant heeft het gelijkheidsprincipe geïntegreerd en paste het toe doorheen het federalisme. Maar het federalisme van Zenawi kan zo worden samengevat: er ligt een dikke kip op tafel, ik neem er de beste stukken van en de rest is voor jullie. Dat gebeurde na de val van Mengistu. In naam van het federalisme zegde het TPLF aan de verschillende nationaliteiten: “Ga terug naar jullie regio. Wijzelf gaan naar Addis-Abeba om de beste stukken van de Ethiopische kip op te eten”. Dat is een vorm van omgekeerd kolonialisme.

 

Na Selassie en Mengistu komt er in Ethiopië weer een dictatuur ?

Ondanks de mooie toespraken werd een façade democratie geïnstalleerd na de militaire dictatuur. Theoretisch moest elkeen zijn zeg kunnen doen en moest de macht verdeeld worden.  Maar in de feiten  legde het TPLF onder de dekmantel van het EPRDF zijn wil op . Zo bepaalde de grondwet dat een referendum kon worden georganiseerd over de zelfbeschikking indien 51% verkozenen van het regionale parlement  erom vroegen.  Zo gebeurde in het Somalisch parlement. Maar toen de somali een aanvraag voor het referendum indiende arresteerde het TPLF  een groot deel van de Somalische parlementairen. Deze regio zou niet onafhankelijk worden. Het voorbeeld van de Omoro spreekt eveneens boekdelen. Zij vormen met 35% van de totale bevolking  de belangrijkste etnie. Maar hun geshciedenis is nogal speciaal. Hoewel ze een meerderheid vormden werden zij steeds gemarginaliseerd door het centraal gezag. Het historisch ontbreken van een gevoel van nationalisme en van een culturele samenhang helpt de groep niet om zijn demografisch gewicht in de weegschaal te leggen.

“In de mate dat de Oromo pastoors zich gingen verspreiden, nieuwe gebieden  verwerven en zich mengen onder de overwonnenen, laten zij hun tradities voor wat ze zijn , nemen afstand van mekaar en onderhouden enkel sporadische contacten met hun geboorteland. Maar het huidige Borana en enkele stammen blijven  trouw aan de oude tradities. Ze zullen christen of moslims worden opgesplitst in koninkrijken en gesegmenteerde samenlevingen.(3)

Wantrouwde het TPLF de Oromo sterk ?

 Ja, want het demografisch gewicht is een bedreiging voor een minderheidsregering zoals die van het TPLF.  Temeer omdat de onderdrukking door het centraal gezag en het nationalisme groeiden. De Oromo hadden hun eenheidsfront tegen de DERG, het OLF.  Een beweging waarvoor Zenawi een tegengewicht vormde door de oprichting van het OPDO , de Democratische Organisatie van het Oromo volk. Maar OLF zit in het hart van de bevolking. Het OPDO wordt door velen terecht beschouwd als een instrument van het TPLF.

In 1992 hadden er verkiezingen plaats  en Zenawi wist heel goed dat het OLF deze zou winnen. Hij heeft dus ingegrepen en het OLF aan de kant gezet. Nu is het OLF verbannen.

Het federalisme in Ethiopië diende dus niet om een democratische vertegenwoordiging van alle nationaliteiten te bekomen maar was in feite een machtsinstrument in handen van Zenawi ?

Juist. Je het oude koloniale gezegde: verdeel en heers.  Zenawi heeft hetzelfde toegepast in Ethiopië  Hij deed er alles aan om het gevoel van behoren tot de Ethiopische nationaliteit  te ondermijnen en het volk te verdelen. Zo bijvoorbeeld  maakte, de Democratische beweging van de Ethiopische Volkeren (EPDM) deel uit van de regerende coalitie het EPRDF en waarvan vooral vroegere revolutionaire studenten lid waren.  Bij de verkiezingen van 1995 zei Zenawi hen hun naam te veranderen en een Amhara organisatie te worden.  De EPDM kaders protesteerden want ze voelden zich op de eerste plaats Ethiopiërs. Maar Zenawi forceerde hen.  He EPDM werd de Nationale democratische Amharabeweging(ANDM).  Zij die geen Amhara waren werden naar hun vroegere regio teruggezonden met de opdracht daar  nieuwe etnische organisaties op te richten.

Zenawi was aan de macht van 1995 tot aan zijn dood in 2005. Zijn partij behaalde altijd fantastische resultaten die grote vragen opriepen.  Waarom maakte de VS, die zich als de kampioen van de democratie in de wereld voorstelt van Ethiopië een strategische bondgenoot ? Keken ze de andere kant op voor de dictatoriale trekken van Zenawi omdat het erop aankwam de stabiliteit in Hoorn van Afrika te waarborgen?

Libië was een stabiel land vooraleer de NATO er een gewapende opstand in het oosten van het land steunde. Sindsdien verdrinkt het land in een chaos.  In feite is de stabiliteit van de zuidelijke regio  niet een echte doelstelling van de VS. Stabiliteit beschermt je niet tegen de VS bommenwerpers.  En het is evenmin voor de stabiliteit dat de VS de ogen dichtknijpt op de ontsporing van hun bondgenoten, zelfs al zijn het echte dictators.  Als je een lijst zou maken van de landen die de VS ondersteunt zal je merken dat de stabiliteit en democratie  geen voorwaarden zijn in de relaties met de rest van de wereld. Saudi-Arabië en Qatar  zijn dictaturen maar ze behoren tot de dichte vriendenkring van de VS. Het Chili van Allende  of het Venezuela  van Chavez waren democratieën  maar dat belette de CIA niet om er staatsgrepen te organiseren. Israël is een bron van instabiliteit in het Midden-Oosten maar Obama zegt: “Israël is één van onze sterkste bondgenoten”. De VS heeft verder nog landen kapotgemaakt  zoals Irak, Afghanistan en Syrië. Zo creëerden ze chaos in de regio wat een uitstekend terrein was voor de groei van  terroristengroepen.  Ook de stabiliteit in de Hoorn van Afrika interesseert he niet echt. Het imperialisme heeft voor problemen gezorgd in Soedan, wat tot de splitsing van het land leidde. Ook verhinderde de VS de heropbouw van Somalië, want ze mandateerden het Ethiopisch leger gaven om de Somalische shebab te bestrijden. uiteindelijk  zoekt Washington  Eritrea te destabiliseren via sancties want dit land heeft het ‘nadeel’ de plannen van het FMI en de Wereldbank te weigeren.

Als  noch de democratie, noch de stabiliteit het doel zijn van de diplomatieke betrekkingen van het VS beleid, wat dan wel ?

De economische belangen zijn het belangrijkste. Je wordt vriend van de VS als  jouw beleid is afgestemd op de Amerikaanse politiek en hun belangen verdedigt. Je land openen voor multinationals, alles privatiseren en uw kapitaal in Westerse banken beleggen, is het recept bij uitstek om een VS vriend te worden met een toespraak van Obama bij je begrafenis als toetje.

Wel, bij de begrafenis van Zenawi was het van Obama’s kant één ode aan Zenawi “Eerste Minister Meles verdient het om erkend te worden als iemand die zijn leven wijdde aan de ontwikkeling van Ethiopië en aan de verbetering van het lot van de armen.  Ik ontmoette in mei de heer Meles tijdens een G8 top  en ik herinnerde me mijn persoonlijke bewondering  voor zijn plan om miljoenen Ethiopiërs uit de armoede te helpen, dank zij zijn grote actie ter verdediging van de voedselvoorziening”. (4) Op economisch vlak had Zenawi inderdaad volledige voldoening gegeven aan zijn bondgenoot de VS.

De economische strategie van het TPLF veranderd dikwijls.  Oorspronkelijk was de beweging  aanhanger van een maoïstische lijn en later van een Albanese.  Maar in de jaren 90 veranderden zij het geweer van schouder  en voerden het concept “revolutionaire democratie” in. Zij wilden een brede basis opbouwen onder de boeren. Toen hadden Zenawi en zijn organisatie een totale desinteresse voor de grote steden zoals Addis-Abeba, die zij beschouwden als gebieden van chauvinistische Amhara en nationalistische Oromo. Zij meenden dat de stedelingen hen nooit zouden begrijpen. Dus, dan beter werken met de boeren.

Deze verandering was ook de start voor een toenadering van Ethiopië tot het Westen. Het TPLF verliet stilletjes die schrikwekkende marxistisch-leninistische principes om respectabeler te worden. Je kan dit terugvinden in een document van het EPRDF van 1993 waar duidelijk uitgelegd wordt: “ Er zijn twee fundamentele redenen waarom het noch nodig noch gewenst is, in ons programma te stellen dat de rechten van de volkeren volledig zullen worden gerespecteerd en dat deze van de onderdrukkers zullen afgeschaft worden.  Vooreerst is zo’n benadering onaanvaardbaar  in de ogen van de westerse democratieën en ze zou leiden tot het verzet van het imperialisme. De tweede reden is dat het mogelijk is de democratische rechten en de mensenrechten te eerbiedigen zonder alle rechten van de onderdrukkers af te schaffen.

 

Wat wilde het TPLF bereiken met deze nieuwe revolutionaire democratie

Het TPLF nam de ideeën van de DERG over maar formuleerde ze anders. Hun doelstellingen waren: 1. Ontwikkeling van de landbouw, de belangrijkste economische sector. 2. De landbouwoverschotten verkopen. 3. Kapitalen en vreemde deviezen accumuleren 4. Kopen wat het land nodig had.

Maar het TPLF had ook zijn eigen regionale agenda. Ze wilden de extreem arme Tigre regio industrialiseren. Daar was niks. Maar aangezien zij de macht hadden  konden zij investeringen aantrekken om de regio te ontwikkelen en de industrie te voorzien van grondstoffen die ut de rest van het land werden gehaald. Zo zou Tigre een welvarende regio worden die de andere Ethiopische markten zou overheersen.

Maar dat werkte niet. Vooreerst behandelden de machthebbers de boeren als een homogene klasse, terwijl er in het land grote verschillen waren. Evenmin als Selassie en de DERG slaagde het TPLF er in om de landbouwproductie van de grond te krijgen. Ook ontbraken de nodige gespecialiseerde ingenieurs en bekwaam personeel om de industrie te ontwikkelen.

De revolutionaire democratie van het TPLF pakte geen verf . Veranderde het TPLF dan het geweer van schouder ?

Het TPLF veroorzaakte problemen . De economische elite van Tigre wilde Ethiopië overheersen maar ze vielen van de ene ontgoocheling in de andere.  Zij maakten van Eritrea een zondebok. Sinds deze oude kolonie onafhankelijk werd door haar strijd aan de zijde van het TPLF tegen Mengistu werd er een vrijhandelszone geïnstalleerd tussen de twee landen. Een bladzijde was omgedraaid en iedereen dacht dat de relaties tussen beide landen zouden verbeteren. Maar volgens de elite van Tigre was deze vrijhandelszone nadelig voor Ethiopië want Eritrea was industrieel beter ontwikkeld.

Het TPLF begon een propagandaoorlog tegen Eritrea en zijn leiders en kwam het tot een oorlog in 1998 met een grenskwestie als inzet.  Het conflict eindigde twee jaar later met de  akkoorden van Algerije. Een internationale commissie hakt e de knoop door ivm het grensgeschil. Eritrea aanvaardde onmiddellijk het bereikte compromis . De erkenning door Ethiopië sleepte echter lange tijd aan. Hoe dan ook, de spanning tussen de twee landen bleef voelbaar. In juni 2016 deden zich botsingen voor.

 

Dit voortdurend conflict met Eritrea bewijst dat het TPLF onbekwaam is om een tegenstelling democratisch op te lossen. Zij zoeken eerder de confrontatie dan de dialoog. En dat is ook binnen het TPLF het geval.  Eind de jaren 90 ontstond er een revolte in die partij.  Leden van het politiek bureau probeerden Zenawi af te zetten. Zij leidden zelfs het land van 1998 tot 2001. Maar Zenawi kreeg terug de bovenhand en zette de opstandelingen gevangen en verstevigde zijn autoriteit. Maar de partij was in crisis. Op dat moment nam Zenawi een nieuwe ideologie aan: de “Development State”.

Weer een mislukking ?

Voor Ethiopië wzl, ja. Voor de bankrekeningen van de TPLF leiders niet. De democratische revolutie was niet gelukt want de landbouwhervorming mislukte.  Dus pakte Zenawi de gronden aan in plaats van zijn inspanningen bij de boeren te vergroten. Ethiopië is een groot land met rijke landbouwgronden. De regering ging de gronden verhuren aan de privébedrijven  voor louter commerciële doeleinden.

 

Dat was dan het einde van de landbouwpolitiek van de DERG..?

Aanvankelijk beweerde het TPLF een landbouwpolitiek te voeren op dezelfde basis als de DERG. Mengistu had een einde gemaakt aan de privileges  van de grondbezitters door gronden aan kleine boeren toe te kennen.  Deze landbouwpolitiek werd hernomen in de Grondwet van 1995. Maar er werd een nieuwe clausule toegevoegd: vanaf heden kon de staat gronden onteigenen in functie van het algemeen belang. Op het eind van de jaren 90 begon Zenawi de boeren van hun grond te verjagen en zette een uitgebreid programma van verhuring van landbouwgrond in aan een zeer lage intrest, met bijhorende vrijstelling van belasting en een hele rits directe en indirecte belastingvoordelen.

 

Met zo’n aantrekkelijke voordelen zijn de landbouwgronden van Ethiopië  een nieuw eldorado geworden voor de multinationale agro-business. Vooral bedrijven uit Maleisië, China, India of Turkije zijn hier bijzonder actief. Israël is ook present Evenals  internationale Westerse bedrijven die agro-brandstof produceren.  Zo zijn er meer dan duizend buitenlandse investeerders verspreid over het Ethiopische platteland. Mohammed al-Amoudi, half Ethiopiër, half Saudi, is een van de belangrijkste. Hij is de rijke eigenaar van de Saudi Star, een bedrijf dat gemandateerd is door de Saudische monarchie voor de rijstteelt, bestemd voor de export naar Saudi-Arabië. De huurcontracten gaan over een wijzigbare periode van 25 tot 45 jaar. Aanvankelijk konden de regio’s onderhandelen over deze contracten met de privé investeerders. Maar naderhand nam de regering het heft volledig zelf in handen.  Alvast een teken dat het etno-federalisme  een lege doos was.

 

Normaal moet zo’n huurcontract over gronden gaan zonder eigenaar.  Dit beleid zou normaal gezien de landbouw moeten moderniseren terwijl het voor Ethiopië kapitalen, vreemde deviezen en technologie oplevert om het land te ontwikkelen. De regio’s delen hier dan ook in mee.  Dat is toch een goed idee ?.

Ga dat eens uitleggen aan de dorpsbewoners van  Amhara, van Gambella of de Ogaden regio. Zij ondergaan de misbruiken van het leger en de privé milities  die waken over de veiligheid van de  grote boerderijen van privé bedrijven.  Deze huurlingen maken de buurt ‘veilig’ voor de investeerders en verwijderen indien nodig het verzet. Zo zijn er strafexpedities in de dorpen met bijhorende verkrachtingen  en soms moorden.

Zouden de dorpelingen niet herplaatst worden in betere omstandigheden ?

 Het programma van herlokalisering van het TPLF was zo mogelijk  nog slechter dan dat van de DERG. De militaire junta had geprobeerd  om de bewoners, bedreigd door de hongersnood te herlokaliseren en de dorpen waar het verzet groeide, leeg te maken. De operatie werd met misdadig geweld uitgevoerd, heel wat families overleefden de  tocht niet. Maar de DERG had wel de infrastructuur laten aanleggen om deze mensen op te vangen. Maar met het TPLF is het erger gesteld. Het gecorrumpeerde regime eigende zich de gelden voor die delokalisering toe en onteigende de boeren.  Zij laten de boeren, die de landen bewerkten om zichzelf en hun familie in leven te houden, aan hun lot over.

 

Het Oakland Institute verzamelde enkele veelzeggende getuigenissen (6)

 

“De beloften van de regering voor voedsel en andere sociale diensten werden niet uitgevoerd”, vertrouwt een boer uit Gambella me toe. “Dus gaan we terug naar onze oude boerderijen. Het geld voor scholen en klinieken kwam er evenmin. Geen enkel medicament kwam terecht in de oude klinieken. De regering ontvangt geld van de verhuurders maar het werd niet naar de gemeenschappen doorgestort. “. Een andere boer uit de regio getuigt over Karuturi, een Indische multinational. “Ons dorp is één van de armste van de streek.  Achter onze hutten waren er bossen waar we fruit, olie en medicamenten vonden.  In de Karite boom groeit  fruit dat geschikt is als voedsel en voor olie. Toen Karuturi zich hier vestigde, hebben ze de bossen achter ons gekapt zodat we alles verloren.  In Karuturi is het hard werken voor en karig loon.  Het werk begint om 8 uur ’s morgens en duurt tot zeer laat, met slechts één uur pauze ertussen. De werkers klaagden en vroegen een loonsverhoging maar niks verandert.  Vele kinderen verlieten de school. Het bedrijf werft kinderen aan om te werken in het veld. (…) Ze zegden ons “Nu zullen we meer doen: scholen bouwen, gezondheidszorg voorzien, alles wat je wil”. Nu zijn we vijf jaar later en er gebeurde niks. De vroegere vice-president had gezegd: “als iemand klachten heeft tegen hen, dan nemen we ze gevangen”.  (…) Na de oogst mogen de dorpelingen zelfs de restjes niet rapen. Die worden gewoon verbrand. Hun boerderijen worden door het Ethiopische leger beschermd.  Ons vee gaat er grazen maar het mag niet. En aangezien het vee er toch graasde, hebben ze het veld bespoten met giftige chemische producten. Meer dan twintig dieren stierven. We weten dat ons vee zal sterven maar we hebben geen alternatief.(…).

Nu komen veel investeerders uit het buitenland en van de hoogvlakten. Wij kennen ze helemaal niet. Maar we weten dat als het aantal investeerders vermeerdert ook onze problemen toenemen.  Zij nemen de grond en de bossen weg waarvan wij leven.”

 

Men spreekt ook over moorden en etnische zuiveringen…

De Amhara waren het slachtoffer van deze moorddadige politiek, vooral in het zuiden van het land. Deze tragedie werden onder de mat geveegd, maar de demografische statistieken doen storende vragen rijzen. Volgens het centraal agentschap voor de statistiek bedraagt het aantal Amhara dat in Ethiopië leeft minder dan 2,7 miljoen. Voor de andere nationaliteiten zijn de berekeningen correct. Sommige hebben zelfs de verwachtingen overstegen. Maar voor de Amhara is er een verschil dat moeilijk uit te leggen is. Velen in Ethiopië  beginnen zich af te vragen waar dan die 2,7 miljoen Amhara gebleven zijn. Er werden immers moorden gesignaleerd  tegen de Anuak in Gambella  in 2003. Sindsdien vluchtten duizenden naar veiliger oorden in Soedan of Kenya, buurlanden.

Vreselijke verhalen doen de ronde over kinderen die hun ouders zagen vermoorden. De regering antwoordde dat het ‘gefabriceerde’ bewijzen waren en dat de massamoord werd aangewakkerd en door Anuak  leden zelf waren gepleegd. Een vluchteling die zich in Kenia vestigde getuigt: “De Anuak vertrokken na de moorden in 2003 2004. Sommigen bleven om hun gronden te beschermen. Delokalisering is moeilijk. Ik werd verplaatst van de grond waar mijn voorouders leefden. Ik werd hergevestigd  in een nieuwe plaats die onvruchtbaar was. Om de mensen te doen geloven in de delokalisering zeggen ze dat er een betere toegang tot sociale diensten zou zijn. Maar dat is nooit gebeurd. Mensen sterven aan hun ziektes. Tijdens de delokalisering, geleid werd door de militairen werden er ook moorden gepleegd. Mensen werden huis gemarteld gefolterd en geslagen [..]. De mensen verkozen om te vertrekken en bij hun gevluchte familieleden te gaan wonen in Kenia [...] Wij komen van vruchtbare gronden. Wij woonden naast rivieren waar een vis was. Nu duwen ze ons in de woestijn terwijl vreemde bedrijven onze akkers bebouwen."

 

In 2007 ondernam het TPLF etnische zuivering tegen de volkeren van de Ogaden, de dorpen Fik, Qoreh, Gode, Degehabur en Wardheer. Tijdens die moorddadige raids hebben de troepen van Zinawe duizenden boeren vermoord en vertrouwen verkracht. Ziedaar het verdoken gezicht van het programma voor verhuring van gronden. Het programma pept de economische groei op en wordt door heel wat economisten bewonderd. Net zoals president Obama die de inspanningen van Zenawi loofde "om  de miljoenen Ethiopiërs uit de armoede te halen." Dat is een schande.

Welke was de impact van het Development State model op de Ethiopische economie ?

In feite wilde het TPLF van de Tigre regio het Singapore van Afrika maken. De regering hield niet op te privatiseren om buitenlandse investeerders aan te trekken. En de economische groei ging effectief pijlsnel vooruit. Maar aangezien de TPLF bandieten geen enkele visie hebben om het land te ontwikkelen, ondervonden de Ethiopiërs zelf geen enkel positief gevolg. Wat wel gebeurde is dat de corruptie een fenomenale omvang nam. Leden en kennissen van de regering kochten bedrijven voor een habbekrats. In Addis Abeba de lanceerden de generaals zich in de vastgoedsector. Zij bouwden mooie gebouwen en residentiële verblijven met zwembad en tennis veld. Maar als je hun loonfiche bekijkt en de waarde van die gebouwen kent, dan klopt dat niet! Eigenlijk was het Development State programma een zakkenvullersprogramma voor de TPLF bonzen, zo snel en zoveel mogelijk. Want zij weten allemaal dat hun plannen mislukt zijn en dat de ontevredenheid onder de bevolking voortdurend groeit. Terwijl de dictatuur overal aan het kraken is, is  de persoonlijke verrijking nog alles wat overblijft voor deze bandieten.

 

De economische groei en de investeringen van de multinationals in de landbouw hebben niet belet dat de hongersnood opnieuw toesloeg in Ethiopië. In april 2016 lanceerde de UNO een oproep voor schenkingen tot 500.000.000 dollar om de Ethiopische bevolking te helpen. Tien miljoen personen hingen af van de voedselhulp waaronder 400.000 kinderen die al op de rand van de ernstige ondervoeding zaten. Heel wat analisten duiden El Nino als oorzaak aan, die zorgde drie jaar  voor enorme lange droogtes.

 

Maar dat is wind die El-Niño! Als het TPLF in 1999 de macht overnam hadden zij van de voedselvoorziening een prioritaire doelstelling kunnen maken. Zij hadden kunnen investeren in de modernisering van de landbouw, in de ontwikkeling van infrastructuur in de landelijke regio’s, in efficiënte irrigatiesystemen en in de voedselopslag. In plaats daarvan hebben ze de beste gronden verkocht aan de multinationals die hun productie uitvoeren terwijl de Ethiopiërs omkomen van honger. Dat is niet El Nino die verantwoordelijk is. Dit is het TPLF dat Ethiopië doodt. Droogte is een natuurlijk fenomeen maar niet de hongersnood !

 

Men spreekt nu van het Ethiopische mirakel gezien de enorme economische groei gedurende de laatste jaren. Maar toch blijft het land bij de laatsten in het klassement wat betref de menselijke ontwikkeling de 176e plaats. De ontwikkelingshulp is nochtans verdubbeld sinds 2004 en bedraagt $ 3,8 miljard het laatste jaar. Dat maakt van Ethiopië het vijfde land in de wereld wat ontwikkelingshulp betreft, toch een eigenaardig contrast niet?

De NGO’s zijn talrijk in Ethiopië. Kan hun werk de catastrofale toestand  beperken?

Ethiopië is totaal afhankelijk geworden van de NGO's. Maar hun doeltreffendheid is heel relatief. John Markakis legt uit waarom: “In het begin van de jaren 2000 gingen de belangrijkste financieringsmechanismen zoals de Wereldbank, het USAID of het FAO zich interesseren in de traditionele methodes van de boeren nomaden. Met “het elan van een bekeerde” begonnen ze hen te verdedigen omwille van milieufactoren en van de uitputting van de gronden. Deze belangrijke organismen begonnen heel wat programma's te financieren. De NGO's schoten als paddenstoelen uit de grond. Maar uiteindelijk behaalden ze weinig resultaat.  “Een karakteristieke eigenschap van de NGO's is het gebrek aan duurzaamheid”, zo noteert John Markakis. Hun hele discours staat bol van concepten over het verzekeren van de " duurzaamheid", “ het collectief bezit", "de verzelfstandiging van de rechthebbenden", de “participatieve projecten" en nog andere zaken die lieten vermoeden dat de gemeenschappen en de plaatselijke regeringen in staat waren om de projecten te onderhouden na hun vertrek. Niet tegenstaande de nadruk op de intensieve handarbeid die gepaard gaat met de intermediaire technologieën, overstijgen de onderhoudskosten voor een gemiddeld NGO project de middelen en de technische en financiële capaciteiten van de gemeenschappen en de plaatselijke regeringen. Deze projecten hebben een beperkte levensduur. Zij vallen in het water eenmaal de geldkraan wordt dichtgedraaid." [7 ].

 

Men kan zich verder ook afvragen waarom het nodig is dat Westerse NGO's onophoudelijk in Afrika neerstrijken om dergelijke taken te doen in plaats van de plaatselijke regeringen en staten. Het Afrikaanse continent is het rijkste van de wereld. Waarom moeten we dan op te buitenlandse weldoeners rekenen om scholen, klinieken en waterputten te bouwen? Elders vervullen de bevoegde overheden deze taken. Is het omdat het de Afrikaanse landen aan middelen ontbreekt? Nee. Integendeel, het is een continent dat vol rijkdommen zit. Maar sinds eeuwen werden zij eronder gehouden door de imperialistische machten. Wat een ironie! De rijkdommen van Afrika vertrekken naar het Westen en in ruil zendt het Westen hier NGO's om die arme Afrikanen te helpen. Het wordt de hoogste tijd dat Afrikanen soeverein hun rijkdommen beheren.

Corruptie, armoede, hongersnood en moorden .De Ethiopische regering zal zeker niet iedereen gelukkig maken. Hoe is de oppositie georganiseerd?

Het is een moeilijke zaak. Het TPLF gebruikt ontwikkelingsgeld om lokale autoriteiten om te kopen en de repressie te versterken. De toestand is verschrikkelijk, daardoor hebben de protestbewegingen te kampen met enorme problemen. In april 2001 bijvoorbeeld betoogden duizenden studenten in de hoofdstad Addis-Abeba. En de onterfden hebben de massabeweging gevolgd. De betoging is ontaard in rebellie is en de politie schoot tientallen personen neer, honderden werden gekwetst. Vele duizenden werden gearresteerd waaronder  studenten, leraars en oppositieleden. Zenawi kreeg ook meer middelen om het protest te onderdrukken na 11 september. Zo kon Ethiopië zich na de aanslag op de World Trade Centre profileren als een beheerd partner in de strijd tegen het terrorisme in de hoorn van Afrika. De militaire hulp van de VS aan Ethiopië verhoogde 17 maal tussen 2001 en 2004. Het erkentelijk in Ethiopië trad op als onderaannemer om Somalië binnen te vallen om de islam-rebellen te bestrijden. Het TPLF stemde eveneens in met d

22-11-2020 om 12:48 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ethiopië op een kruispunt (2/3): de militaire dictatuur van Mengistu

De recente geschiedenis van Ethiopië in drie delen

Ethiopië op een kruispunt (2/3): de militaire dictatuur van Mengistu

10 oktober 2016

MOHAMED HASSAN door GREGOIRE LALIEU (Investig’Action)

Voorbij de mythen verborg het rijk van Haile Selassie een vreselijke realiteit voor de meeste Ethiopiërs. Onder leiding van een grote volksbeweging, wierpen jonge legerofficieren in 1974 de keizer omver. Mengistu werd de nieuwe sterke man van Ethiopië, maar bleek niet in staat om aan de aspiraties van het volk te voldoen. Hoe heeft de revolutie het land in een militaire dictatuur veranderd? Waarom bleven de Ethiopiërs veroordeeld tot ellende, met als hoogtepunt de dramatische hongersnood van 1984? Waarom wilden BHL en Glucksmann Ethiopië niet helpen, terwijl Michael Jackson en de sterren van de wereld giften voor de slachtoffers inzamelden? In dit tweede deel van ons interview onderzoekt Mohamed Hassan de tegenstrijdigheden van de militaire dictatuur van Derg. Hij onthult ook het ontstaan van de TPLF, de politieke organisatie die Mengistu heeft opgevolgd en die zich al meer dan twintig jaar aan de macht houdt. Op zondag 9 oktober heeft de TPLF, terwijl de opstand door het hele land rommelde, de noodtoestand uitgeroepen.

Geconfronteerd met een groeiende opstand heeft Hailé Sélassié de aanzet gegeven tot hervormingen en een jonge minister-president benoemd. Het is duidelijk dat deze paar veranderingen niet hebben geholpen om de dingen te kalmeren. Waarom hebben ze dat niet gedaan?

De Ethiopiërs werden niet langer voor de gek gehouden. De ministers konden niet langer de rol van zekering spelen, deze techniek had geleefd. En de laatste hervormingen die de keizer en zijn jonge premier als rook en spiegels lanceerden, konden de fatale realiteit die Ethiopië nooit echt had gemoderniseerd, niet verbergen. De aristocratie leefde nog op de rug van de boeren, terwijl de industrie slechts ongeveer 60.000 mensen in dienst had en slechts 15% van het BNP voor haar rekening nam. 70% van de investeringen kwam uit het buitenland. Tegelijkertijd was de bevolking in de grote steden geëxplodeerd. Tussen de jaren vijftig en zeventig is het aantal inwoners van Addis Abeba gestegen van 300.000 naar 700.000, terwijl ook andere provinciesteden in omvang zijn verdubbeld. Maar de economie had geen gelijke tred gehouden, zodat de werkloosheid in de steden tot 50% kon oplopen [1].

Toen Sélassié de pers en de debatten vrijer maakte, werd het niet rustig. Integendeel, de spanningen werden nog groter. De Ethiopiërs waren niet langer verlegen om alle slechte dingen te zeggen die ze dachten over de keizer en zijn feodale regime. In deze context zijn twee civiele partijen ontstaan, met hun wortels in de studentenbeweging. De jongere generatie was gegroepeerd in de Ethiopische Volkspartij (EPRP), terwijl de oudere generatie actief was in de Pan-Ethiopische Socialistische Beweging (MEISON). Beide formaties deelden dezelfde ideeën over de gelijkheid van nationaliteiten. Ze waren ook overtuigd van de noodzaak om de steun van de boeren te winnen door middel van landhervorming. Dan zou het mogelijk zijn om een belangrijke sociale basis te creëren voor een democratische nationale revolutie.

Als het EPRP en het MEISON dezelfde ideeën en hetzelfde strijdplan deelden, waarom hebben ze dan hun krachten niet gebundeld?

De twee partijen waren het niet eens over de rol van het leger. Voor de jonge EPRP-leden, voornamelijk kleinburgers uit de steden, kon de revolutie alleen worden uitgevoerd in een democratische staat waar de macht aan de burgers zou worden toevertrouwd. Aan de andere kant geloofde de oude garde van de MEISON dat er op het leger moest worden vertrouwd, door gebruik te maken van de klassenstrijdigheden die door deze beter georganiseerde instelling liepen. Het MEISON wilde dus de eisen van de kleine officieren om de regering omver te werpen ondersteunen. Deze partij had in feite de theorie van de Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov overgenomen. Hij beweerde dat in Afrika de revolutionaire intelligentsia en de revolutionaire officieren een socialistische staat konden opbouwen als ze hun krachten bundelden.

Had de MEISON de juiste keuze gemaakt? Het zijn inderdaad legerofficieren die de keizer ten val zullen brengen.

Helaas was het niet zo eenvoudig. Zowel het EPRP als de MEISON kampeerden op hun posities. In plaats van de discussies voort te zetten en te proberen een nieuwe aanpak te ontwikkelen die iedereen tevreden had kunnen stellen op basis van hun vele samenkomsten, begonnen de leden van beide partijen elkaar te vermoorden. Letterlijk! Het was een gruwelijke strijd. Bijna 1200 jonge revolutionairen verloren het leven door dit conflict tussen twee partijen die nog steeds slechts bewegingen waren onder leiding van kleinburgerlijke leden. Het EPRP en het MEISON streefden ernaar om massapartijen te worden door het ontwikkelen van een sociale basis onder boeren en arbeiders. Maar ze hebben gefaald door hun meningsverschillen.

De revolutionaire officieren maakten van deze situatie gebruik om de macht te grijpen en de Derg te installeren, wat "militair comité" betekent met betrekking tot de comités van soldaten die naar de keizer waren gestuurd. De nieuwe sterke man van Ethiopië was luitenant-kolonel Mengistu Haile Mariam. Aanvankelijk steunde hij de onderdrukking van MEISON-leden die vijandig stonden tegenover een alliantie tussen burgers en militairen. Maar hij keerde zich toen ook tegen de EPRP-kaders die de revolutionaire officieren hadden gesteund. Mengistu was niet van plan om de macht te delen. Dus organiseerde hij een grote alfabetiseringscampagne op het platteland. De studenten zouden de ambassadeurs van de Ethiopische revolutie bij de boeren zijn. Ze moesten hen leren lezen en schrijven, en de revolutionaire boodschap op het platteland prediken. In werkelijkheid was het hoofddoel van de operatie om de studenten uit de buurt van de hoofdstad te houden, zodat ze de nieuwe regering niet zouden uitdagen. De CELU, de belangrijkste Ethiopische vakbond, had samen met de studentenbeweging campagne gevoerd om Selassie ten val te brengen. Toen Mengistu probeerde deze jonge revolutionairen uit de weg te ruimen, protesteerde de vakbond door op te roepen tot een algemene staking. Het mocht niet baten. De luitenant-kolonel liet onmiddellijk de belangrijkste leiders van de CELU arresteren.

Welke veranderingen heeft de Derg in Ethiopië teweeggebracht?

De Derg-functionarissen beweerden marxistisch te zijn, zoals de belangrijkste revolutionaire bewegingen in het land in die tijd. Toen de Derg aan de macht kwam, lanceerde het een grote golf van nationalisaties. De belangrijkste industrieën werden overgenomen door de staat. Voor bepaalde sectoren, zoals de mijnexploratie en de bouw, werden partnerschappen met de particuliere sector aangegaan. Ten slotte zijn sommige delen van de economie volledig privé gebleven, zoals het vervoer en de kleinschalige productie.

Maar de belangrijkste uitdaging was de landbouw. De Derg begon een radicale verandering door het toepassen van de slogan van de Chinese communisten die tijdens de Ethiopische protesten weerklonk: land voor degenen die het verbouwen. In 1975 startte Mengistu een grote landbouwhervorming. De grond werd tot staatseigendom verklaard zonder enige compensatie voor de landeigenaren. Er werden boerencoöperaties opgericht en de grond werd verdeeld onder degenen die er geen hadden, met een limiet voor de grootte van het bedrijf. Ook de verkoop en verhuur van grond was verboden. De landbouwhervorming had een grote impact, vooral in het zuiden van het land waar de uitbuiting van de boeren veel harder was. Door de onteigening van de grootgrondbezitters heeft de landbouwhervorming ook de fundamenten van het oude regime ondermijnd en zo de macht van de Derg geconsolideerd.

Hebben deze hervormingen de levensomstandigheden van de Ethiopiërs verbeterd?

Niet echt. De analyse van de Derg was niet helemaal verkeerd en kwam deels tegemoet aan de wensen van de mensen. Maar de onhandigheid van de regering, haar autoritarisme, haar onwetendheid over alle Ethiopische bijzonderheden en het gebrek aan dialoog maakten de uitvoering van de hervormingen vruchteloos. Laten we het voorbeeld van de landhervorming nemen. Het was absoluut noodzakelijk, en het idee om land toe te wijzen aan boeren was een uitstekend idee. Maar al snel na de inwerkingtreding heeft de Derg het belastingstelsel herzien met vergoedingen voor het gebruik van landbouwgrond en een inkomstenbelasting. De tarieven waren aanvankelijk zeer laag, maar namen geleidelijk aan toe. De boeren waren ook verplicht hun productie te verkopen aan een overheidsagentschap met door de staat vastgestelde prijzen.

Viel de boeren na de aristocratie van het oude regime en zijn rijke landeigenaren onder een nieuwe vorm van uitbuiting?

Terwijl de landbouw de belangrijkste economische sector was, wilde de Derg het landbouwinkomen verhogen om overschotten te genereren die de staat in staat zouden stellen te kopen wat hij niet had. Dit zou de Derg in staat hebben gesteld te investeren in de ontwikkeling van andere economische sectoren en het land te moderniseren. Maar de belastingheffing, zoals die werd toegepast, had een averechts effect. De boeren produceerden minder en consumeerden meer van de vruchten van hun arbeid, omdat ze geen stimulans hadden om veel van hun werk aan de staat over te dragen. Dit gevoel van de boeren werd geaccentueerd door de vele ambtenaren en overheidsorganen die deelnamen aan de keten. Ze werden gezien als parasieten. Als gevolg daarvan is de landbouwproductie niet op gang gekomen zoals de Derg had gehoopt. En Mengistu was woedend: "Alleen datgene produceren wat nodig is voor de eigen familie, weigeren om gewassen op de markt te brengen tot de prijzen stijgen, vrijwillig minder produceren om de prijzen op te drijven, dit alles is een manifestatie van individualistische en antisocialistische houdingen". [2]

De revolutionaire bewegingen stelden dat het nodig was om de steun van de boeren te winnen om een massapartij te ontwikkelen. Heeft Mengistu gefaald?

Ja, het was een mislukking. De boeren hadden zich ontdaan van de parasieten van het oude regime, maar de nieuwe tussenpersonen waren in opkomst. Dat was heel erg mijn perceptie. "Je denkt misschien dat we lui zijn," vat een koffieboer samen. Dat zijn we niet. Kijk hoe hard we werken, en we zijn klaar om harder te werken. Maar hoe meer we produceren, hoe groter de eetlust van degenen die op onze kosten leven. "[3] De regering had boerenorganisaties opgericht die werden geleid door ambtenaren. In sommige gebieden waren ze een broeinest van protest geworden. De boeren lieten daar hun grieven horen. Zij eisten de eliminatie van nutteloze tussenpersonen in de landbouwketen en een betere controle van hun productie. Mengistu luisterde niet naar hen, hij nam wraak door de oproerkraaiers te arresteren. Samen met de onderdrukking van de vakbonden en de studenten laat deze aflevering zien hoe de Derg zich heeft geïnstalleerd in de militaire dictatuur in plaats van te vertrouwen op de massa.

In plaats van de hoop van de regering op productie te vervullen, zijn de problemen van de landbouwsector met de hongersnood van 1984 tragisch geworden. Een van de ergste in Ethiopië. Volgens de belangrijkste schattingen zijn er bijna 500.000 slachtoffers gevallen.

Mengistu had niet meer excuses dan Selassie. Droogte is een natuurlijke factor, geen hongersnood. Ik was in België toen het gebeurde. Ik herinner me dat mensen het voedsel in een supermarkt verzamelden en naar Ethiopië stuurden. Ik had met ze gepraat en in hun manden had ik producten gevonden die afkomstig waren uit... Ethiopië! In feite heeft dit grote land veel middelen en heeft het alle capaciteit om zijn mensen te voeden. Maar er zijn altijd veel obstakels geweest op de weg naar voedselzekerheid. Allereerst de topografie van het land. Ethiopië wordt doorkruist door steile bergen en diepe dalen. Veel ontdekkingsreizigers hebben getuigd van de complexiteit van de Ethiopische landschappen. Wegen en andere communicatiemiddelen zijn daarom moeilijk vast te stellen, wat ernstige gevolgen heeft voor de handel, de landbouw en de ontwikkeling van diensten voor de bevolking.

Maar dit obstakel is niet onmogelijk te overwinnen. Helaas zijn de opeenvolgende regimes niet opgewassen tegen de uitdaging. Het was onmogelijk in het feodale Ethiopië van Selassie. Onder de militaire dictatuur van de Derg was dat niet mogelijk. Mengistu ging door zonder voldoende reflectie en dialoog. Hij wilde marxistische theorieën toepassen die elders worden gebruikt zonder rekening te houden met Ethiopische bijzonderheden. Maar marxisme is geen handboek dat je tot op de letter moet volgen om te slagen. Het is een analytisch raster, een hulpmiddel dat je moet aanpassen aan de plaats en de tijd. En zoals bij elk gereedschap is het belangrijkste hoe je het gebruikt. Met een hamer kan ik een huis bouwen of de schedel van mijn buurman breken. Dus het probleem is niet de hamer, maar de persoon die het handvat vasthoudt.

Het is duidelijk dat de marxistische theorieën niet de enige zijn die in Ethiopië naar voren zijn gekomen. Ook de projecten van de Wereldbank zijn in die tijd geflopt.

Ja, dat klopt. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw hebben deskundigen van de Wereldbank geprobeerd projecten te ontwikkelen om de voedselcrises te boven te komen. Zonder succes. Het begon met de hongersnood van 1972. Westerse experts kwamen op het idee om herders op de vlakte te verbinden met markten in de bergen. Maar ze hadden geen goede kennis van het gebied en hadden wegen aangelegd die geen rekening hielden met de wegen die de herders gewoonlijk gebruikten. Het was een verspilling omdat de nieuwe wegen nooit werden gebruikt.

In de jaren tachtig hield de Wereldbank vast aan haar fout, zoals historicus John Markakis uitlegt: "Met het ranchmodel van de ontwikkelde landen in gedachten hadden de plannen een uniform ontwerp voor alle gebieden, waarbij aanzienlijke verschillen in milieu, productiepatronen, sociale structuren en culturen werden genegeerd. Het feit dat ontwikkelingsinterventies gericht waren op vee in plaats van op mensen was een ander probleem, omdat ze er niet in geslaagd waren om de kennis van de lokale bevolking te integreren en hen te betrekken bij de inspanning. (...) Toch is Addis Abeba afhankelijk geworden van geïmporteerde kant-en-klare modellen, en het is niet moeilijk te begrijpen waarom. Het heeft tot taak de bureaucratie te verzorgen die de omvang van de aan de projecten toegewezen middelen absorbeert. Uit het eindverslag van de Wereldbank over weide-ontwikkelingsprojecten (1976-84) bleek dat 60% van de middelen naar de administratie ging". [4]

Veel kunstenaars waren tijdens de hongersnood in Ethiopië gemobiliseerd.

 

Dat heeft ertoe geleid dat sommige mensen de voedselvoorziening naar Ethiopië willen afsluiten? De hongersnood van 1984 had een grote golf van solidariteit in het Westen teweeggebracht. Michael Jackson en zijn vrienden hebben miljoenen dollars opgehaald met het liedje We are the World. In Groot-Brittannië bracht Bob Geldof Mick Jagger, Freddy Mercury, Annie Lennox en vele anderen samen. In Frankrijk volgde Renaud de beweging met een line-up van lokale kunstenaars. Maar tegen het tij van deze mobilisatie heeft Artsen zonder Grenzen de Ethiopische regering en haar plan om de hongerlijdende boeren te gaan onderdrukken, veroordeeld. Sommige intellectuelen zoals Bernard-Henri Lévy en André Glucksman wezen op Mengistu's marxistische en pro-Sovjet-gezindheid en vroegen Ethiopië zelfs om de hulp af te snijden. In Silence, on tue, schreef Glucksmann dat Ethiopië "de nieuwe pion is (...) die de USSR in Afrika oprukt voor de beslissende oorlog tegen Zuid-Afrika. Als dit laatste witte en "imperialistische" bolwerk eenmaal is geëlimineerd, zal Afrika rijp zijn om volledig over te gaan in het Sovjet-kamp.

Het idee was om dorpen te bouwen in de vruchtbare gronden van het zuiden en de boeren die te lijden hadden van de droogte in de droge gronden van het noorden te vestigen. En dit idee was niet helemaal dom in het abstracte. In feite hebben de Verenigde Naties het project gesteund. Maar de Derg ging zonder veel onderscheid en met extreme brutaliteit weer aan het werk. Kort voor de examenperiode werden duizenden studenten en docenten naar de provincie gestuurd om in recordtijd huizen te bouwen, hoewel ze zich niet echt op hun gemak voelden met schoppen en cement. Bovendien werden veel boeren tegen hun wil ontheemd. De reis was vooral moeilijk voor deze families die al honger hadden. De infrastructuur was niet klaar toen ze aankwamen. En hun lichamen kregen te maken met nieuwe ziekten toen ze van de ene regio naar de andere verhuisden. Het villaregistratieprogramma was dus een mislukking en resulteerde in tienduizenden doden. Toen de bouw van de laatste dorpen in het begin van de jaren negentig werd voltooid, keerden de meeste ontheemden na de droogte terug naar hun thuisland.

Dus de kritiek was gegrond?

Het probleem is dat sommige reactionaire verenigingen en intellectuelen de kwestie hebben aangegrepen om midden in de Koude Oorlog een politieke agenda te voeren. De trend is ontstaan tijdens de Biafranoorlog (1967-1970). Men realiseerde zich dat in de ogen van de publieke opinie de uitspraken van humanitairen meer symbolisch gewicht in de schaal leggen dan die van ministers of generaals. Ze werden daarom uitgebuit om humanitaire crises en mensenrechtenschendingen aan de kaak te stellen, of die nu bewezen of vermeend zijn. Allemaal steevast gericht tegen hetzelfde kamp, inclusief het communistische blok. "Om de publieke opinie te waarschuwen, hebben we de politici geconfronteerd met hun verantwoordelijkheden, we hebben ze gedwongen in te grijpen om de slachting te stoppen", legde Claude Malhuret, voormalig voorzitter van AZG, later uit over de oorlog in Afghanistan (1979-1989).

Dit voorbeeld is veelzeggend. Er werd beweerd dat Sovjetschurken Afghanistan waren binnengevallen. De mujaheddin verdedigden hun land en AZG stond aan hun zijde. In werkelijkheid had AZG grote moeite om met deze rebellen samen te werken. Maar AZG pronkt er niet mee en richt zijn daverende veroordelingen alleen op de Sovjets. AZG zal de waarheid verbergen: het was de CIA die een interventie van de USSR uitlokte door de mujaheddin te financieren en te bewapenen om een met Moskou geallieerde Afghaanse regering te destabiliseren. Voormalig CIA-directeur Robert Gates en Witte Huis-adviseur Zbigniew Brzezinski zullen dit bevestigen. Bovendien zal deze door de Verenigde Staten uitgelokte en door AZG verdedigde oorlog rampzalige gevolgen hebben. Eind jaren zeventig was er hoop in Afghanistan. Na de CIA-operatie stortte het land zich in een burgeroorlog, baarde het Al-Qaeda en zag het land van de Taliban, vóór de invasie van Bush in 2001. In feite hebben we vandaag de dag nog steeds te lijden onder de gevolgen van de Afghaanse operatie.

 

En in Ethiopië, wat was de agenda van deze vreemde mensen?

De humanitaire hulp veranderde in een Trojaans paard voor het recht op inmenging en de zachte macht van de Verenigde Staten. Mengistu's pro-Sovjet Ethiopië ontsnapte niet aan het fenomeen en de hongersnood bood sommige reactionaire intellectuelen de kans om het communisme nog harder aan te pakken. Bernard-Henri Lévy had het een paar jaar eerder al geprobeerd aan het hoofd van een humanitair konvooi in Cambodja om de hongerende bevolking te hulp te komen. Geflankeerd door een armada van journalisten werd het konvooi aan de grens teruggedraaid. Later bleek dat er in Cambodja op dat moment geen sprake was van hongersnood, maar de verslagen zaten tenminste in de doos.

In Ethiopië daarentegen was de hongersnood zeer reëel. Glucksman en Lévy hebben uiteraard niet nagelaten een oorzakelijk verband te leggen tussen de marxistische theorieën van de Derg en de hongersnood, door er niet aan te herinneren dat de plaag zich al in de tijd van Menelik en Selassie had voorgedaan. De Witte Ridders hadden de donoren ook beschuldigd van het in stand houden van een corrupte dictatuur, tot groot ongeluk van de Ethiopiërs. Maar betekende dit het uitschakelen van de hulpkraan? De hongertol zou nog rampzaliger zijn geweest. Het valt nog te bezien hoeveel levens Glucksman en Levy bereid waren op te offeren om de Derg te zien vallen. Gelukkig hebben internationale organisaties hun werk in Ethiopië voortgezet, waarbij ze soms probeerden de keuzes van Mengistu te beïnvloeden. Zonder al te veel succes moet het gezegd worden.

De kwestie van de boeren stond centraal in de demonstraties die tot de val van Selassie hebben geleid. Maar het antwoord van de Derg op deze fundamentele kwestie eindigde in een dramatische mislukking. Laten we eens kijken naar een andere belangrijke eis van de revolutionaire beweging: gelijkheid van nationaliteiten in Ethiopië. Welke oplossingen heeft Mengistu voor dit netelige probleem aangedragen?

In dit opzicht is er tijdens de militaire dictatuur aanzienlijke vooruitgang geboekt. Toen Mengistu aan de macht kwam, beloofde hij dat Ethiopië een plurinationale staat zou worden. "Geen enkele nationaliteit zal de anderen domineren." ...had de president een toespraak gehouden. Concreet gezien probeerden degenen die niet Amhara waren niet langer hun afkomst te verbergen, zoals ze dat in het verleden wel hadden gedaan. De islam kon uit de kast komen en zijn volgelingen werden voor het eerst in de geschiedenis van het land erkend als echte Ethiopiërs. Drie moslimfeestdagen werden erkend als nationale feestdagen. Dit lijkt misschien anekdotisch. Maar als je denkt dat bepaalde keizers hebben geprobeerd de islam in Ethiopië uit te roeien, dan getuigt deze nieuwe kalender van een radicale mentaliteitsverandering.

Mengistu had ook een Institute of Nationalities opgericht dat geografen, etnologen, economen en een hele reeks andere specialisten samenbracht. Ze voerden enquêtes en peilingen uit, bestudeerden oude manuscripten en spraken met dorpsbewoners over het hele land. Het doel was om te zien hoe elke etnische groep in Ethiopië leefde.

Meer dan een eeuw na de oprichting van een gecentraliseerd rijk dat een voorbode was van het moderne Ethiopië, kenden de Ethiopiërs elkaar nog steeds niet?

Hoe zouden ze dat kunnen? Historisch gezien stond de topografie en het gebrek aan communicatiemiddelen een goede kennis van de gemeenschappen die dit uitgestrekte land bevolkten in de weg. Maar vooral, van Tewodoros tot Selassie via Menelik, heeft geen enkele keizer zich echt verdiept in de vraag. Ze hadden hun eigen visie op de nationale identiteit en alle Ethiopiërs moesten in de mal passen. Je ziet dat er tussen de feodale keizers van Ethiopië en sommige westerse politici vandaag de dag niet veel verschil is. Deze mensen zijn achterlijk. (Gelach)

Mengistu richtte dus dit Institute of Nationalities op, maar het liep mis vanwege Somalië. Het historische Somalië werd door de koloniale mogendheden willekeurig in stukken gehakt. In 1959 werd Somalië onafhankelijk door de fusie van Brits en Italiaans Somalië. Maar stukken historisch Somalië bleven in de buurlanden Kenia, Djibouti en Ethiopië. In feite vertegenwoordigen de vijf takken van de ster op de Somalische vlag de vijf delen van dit historische Somalië. Met het aannemen van dit symbool wilde de Somalische regering een signaal afgeven dat twee delen van Somalië zijn herenigd, maar dat er nog drie ontbreken. Een grote Somalische gemeenschap woont in het zuidoosten van Ethiopië, met name in de regio Ogaden. Zozeer zelfs dat Mengistu in 1978 een militair offensief van zijn Somalische buurman, Siad Barre, die deze regio wilde annexeren, moest afweren. Voor Mengistu was Ethiopië inderdaad een plurinationale staat, maar niets kon zijn eenheid of integriteit in twijfel trekken. Slechts enkele jaren na de Ogadenoorlog bevestigden deskundigen van het Institute of Nationalities alle theorieën over historisch Somalië in hun studie. Op een bepaalde manier bewijzen deze deskundigen dat het Ogadense volk tot op zekere hoogte gelijk heeft aan zijn Somalische buurman.

Hoe reageerde Mengistu?

Hij heeft het experiment van het instituut kortgesloten. In ieder geval had de gelijkheid van nationaliteiten nooit bereikt kunnen worden in Mengistu's Ethiopië. Deze kwestie kan alleen op democratische basis worden opgelost. Onder de militaire dictatuur konden de verschillende etnische groepen zich echter vrijelijk kleden, hun naam behouden en hun eigen taal spreken. Maar uiteindelijk moesten ze allemaal hetzelfde zeggen en de luitenant-kolonel niet tegenspreken. Hoe kunnen we de gelijkheid van de burgers onder deze voorwaarden garanderen? Bovendien, terwijl de verschillende etnische groepen in de staat vertegenwoordigd waren, werd de Derg in de praktijk nog steeds gedomineerd door een minderheid van Amhara, waar de meerderheid van de revolutionaire officieren vandaan kwam.

Ten slotte had de gelijkheid van nationaliteiten nooit bereikt kunnen worden zonder een antwoord te geven op het Eritrese probleem. Maar Mengistu was nog onverzettelijker dan zijn voorgangers. Onder de militaire dictatuur nam het leger het grootste deel van de nationale begroting op. Na het afweren van de Somalische invasie en met aanzienlijke militaire hulp van de Sovjet-Unie geloofde Mengistu dat hij het Eritrese verzet kon verslaan. In 1982, na de repatriëring naar Ethiopië van alle ambtenaren die in de voormalige Italiaanse kolonie werkten, startte de dictator de Red Star-campagne. 120.000 soldaten werden gemobiliseerd met een dubbel doel: het Eritrese Volksbevrijdingsfront (EPLF) te verslaan en Eritrea weer op te bouwen als onderdeel van Ethiopië.

Nogmaals, Mengistu's onderneming eindigde in een mislukking. Waarom is het mislukt?

De Ethiopiërs waren talrijker en beter uitgerust. Maar ze hadden geen motivatie. Ze gehoorzaamden alleen maar aan de bevelen van een dictator die hamerde op de ondeelbaarheid van Ethiopië, terwijl degenen die de geweren droegen geen rechten hadden en onderworpen waren aan het Amhara-chauvinisme. Aan de andere kant worstelden de Eritreeërs na tientallen jaren van onrechtvaardigheid voor onafhankelijkheid. De Red Star-campagne deed hen pijn. Maar de EPLF trok zich terug, toonde geduld en bouwde zichzelf weer op. Het kon rekenen op de steun van de bevolking omdat de verzetsstrijders in de gecontroleerde gebieden scholen en ziekenhuizen bouwden. Ze hielpen de boeren in hun werk. Het was dus niet alleen een beweging die vocht voor onafhankelijkheid, het was letterlijk een heel volk met een sociaal project.

Na een tactische terugtrekking hervatte de EPLF de guerrillaoorlog. Mobiele en flexibele eenheden lanceerden bliksemaanvallen op Ethiopische troepen. Na elke overwinning zouden de EPLF-soldaten de wapens van hun vijand terughalen. De Eritreeërs bouwden zo geleidelijk aan een leger op met moderne apparatuur. Uiteindelijk hadden ze zelfs tanks! En na dertig jaar strijd - de langste nationale bevrijdingsstrijd in Afrika - kregen de Eritreeërs hun onafhankelijkheid. Mengistu was op de vlucht naar Zimbabwe. Dat was in 1991.

De Eritreeërs hebben meer dan 30 jaar moeten vechten om onafhankelijk te worden.

De Eritreeërs waren niet de enige die tegen Mengistu vochten. Hoe was de oppositie in Ethiopië georganiseerd?

De Derg was er niet in geslaagd om in Ethiopië een gelijke nationaliteit te bereiken. Als gevolg daarvan hadden zich overal in het land op etnische basis verzetsbewegingen ontwikkeld. Er was het Tigray People's Liberation Front (TPLF), het Oromo Liberation Front (OLF), het Somalische Aboo Liberation Front (SALF) en het Afar Liberation Front (AFLF). Al deze groepen voerden een gewapende strijd tegen de centrale regering om onafhankelijkheid voor hun regio te verkrijgen. Maar, alleen, geen van hen was in staat om de overhand te krijgen over het Derg leger. Er waren echter verschillende elementen die de balans zouden doen doorslaan.

Ten eerste was Mengistu volledig afhankelijk geworden van de militaire hulp van de Sovjet-Unie. In de jaren tachtig van de vorige eeuw was de USSR actief in Afghanistan en de Ethiopische kwestie was geen prioriteit. De Sovjet-Unie werd ook ondermijnd door een reeks interne problemen. Gorbatsjov lanceerde Perestroika in 1985 in een poging om de dag te redden. Maar deze hervormingen konden de ineenstorting van het Sovjetblok niet voorkomen. Dus tegen het einde van de jaren tachtig zag de militaire dictatuur van Derg haar belangrijkste steun verdampen. In maart 1989 probeerden Ethiopische legersoldaten Mengistu omver te werpen. Een van de eisen was opnieuw de opening van de onderhandelingen met de Eritreeërs. De verschillende offensieven van Mengistu waren er niet in geslaagd het verzet van de EPLF te overwinnen en de Ethiopische soldaten waren uitgeput door het conflict. Mengistu slaagde erin de poging tot staatsgreep te onderdrukken, maar kwam er verzwakt uit. Net als Gorbatsjov heeft hij hervormingen in gang gezet om het leven van een regime te verlengen dat op hol geslagen was. Na het nationaliseren van alles, begon Mengistu alles te liberaliseren.

Welke gevolgen hebben de hervormingen gehad?

Geen enkele impact. Het regime was al gedoemd toen de Derg de hervormingen in gang zette. De coup de grâce kwam als gevolg van een groot offensief van de Tigray Tigers van de TPLF in 1991.  In zekere zin heeft deze beweging met de Eritreeërs van de EPLF een gemeenschappelijke zaak gemaakt om Mengistu omver te werpen. Ze waren buren en de kaders van de twee organisaties hadden gemeenschappelijke wortels. De Derg had niet veel aandacht besteed aan de opstand van de TPLF, omdat hij dacht dat hij een EPLF-verslaving niet zou overleven. Maar de Eritreeërs versloegen Mengistu's leger op hun land en boden een koninklijke weg aan de TPLF in Ethiopië.

De relatie tussen deze twee verzetsbewegingen is echter niet altijd even gelukkig geweest. Dit is te danken aan de zeer hechte mentaliteit van de TPLF-leiding. Ze zijn er nooit in geslaagd om hun interne tegenstrijdigheden op te lossen door middel van discussies, maar ze hebben wel geopereerd door putsches binnen de partij. Bovendien werden de oprichters ontslagen door een jonge generatie, waaronder een zekere Meles Zenawi. Met een marxistisch-leninistische neiging volgde de TPLF vervolgens de lijn van Mao. Toen de jongeren de leiding van de beweging overnamen, gaf een Britse man hen een boek van een pro-Albanese groep en begonnen ze de lijn van Enver Hoxha te volgen. In een klinkend congres in 1985 veroordeelde de TPLF-kaders Mao dus. In hun ogen was hij een revisionist. Zenawi en zijn bende hebben ook China, de Sovjet-Unie en de VS over één kam geschoren: alle imperialistische machten! Dit verraadde een diep misverstand over de aard van het imperialisme en de leegte van hun politieke analyse. Het was Lenin die deze aard het beste begreep en liet zien hoe het kapitalisme tot het imperialisme leidde, aangezien de grote kapitalistische mogendheden de wereld onder elkaar probeerden te verdelen om het kapitaal te exporteren dat hun economieën noodzakelijkerwijs moesten vergaren. Hoewel de Sovjet-Unie wellicht fouten heeft gemaakt in haar buitenlands beleid, met name door Mengistu te steunen, heeft het gelijkgesteld met de VS een theoretische zwakte laten zien.

 Wat was de visie van de TPLF?

Voor hen had het chauvinisme van Amhara zoveel haat opgewekt tussen de verschillende nationaliteiten in Ethiopië dat de enige manier voor de Tigrayans om democratie te bereiken het verkrijgen van onafhankelijkheid voor hun regio was. EPRP-afgevaardigden waren aanwezig op het congres van 1985. Vergeet niet dat deze beweging had deelgenomen aan de demonstraties om Selassie ten val te brengen. Maar het weigerde de macht over te dragen aan het leger, dus de Derg verdrongen het zwaar. Het zette de gewapende strijd tijdens de jaren van de Mengistu-dictatuur voort met zeer beperkte strijdkrachten. De EPRP, vertegenwoordigd op het TPLF-congres van 1985, verzette zich tegen deze Tigrayan-beweging, die beweerde de voorhoede te zijn van het verzet tegen Mengistu. Je bent een etnische organisatie en je eist de onafhankelijkheid van je regio," zei de EPRP-afgevaardigde. Hoe kun je dan de voorhoede zijn van het Ethiopische verzet? We vertegenwoordigen niet één etnische groep, we vechten voor alle Ethiopiërs. Het is aan jou om je bij onze strijd aan te sluiten. »

Maar de jonge kaderleden van de TPLF wilden niets horen. Hun enge visie was bovendien het onderwerp van onenigheid met de Eritreeërs van de EPLF. Na vele pogingen tot inmenging tijdens hun onafhankelijkheidsstrijd waren de Eritreeërs niet gewend zich te bemoeien met de zaken van andere organisaties. Zij maakten echter een uitzondering in 1985, na het TPLF-congres, toen zij een lang document publiceerden over de Eritrese onafhankelijkheid en de Ethiopische democratische bewegingen. De tekst ging terug naar de oprichting van Ethiopië, analyseerde de verschillende tegenstrijdigheden die door het land liepen en maakte een inventarisatie van de organisaties die actief zijn in het verzet. De EPLF was het ermee eens dat er een ernstig probleem van nationaliteiten in Ethiopië was. Maar het geloofde dat deze uitdaging kon worden aangegaan door middel van een klassenstrijd in een democratisch Ethiopië.

De TPLF was het hier niet mee eens?

Nogmaals, hij wilde niet luisteren. De TPLF produceerde ook een document: "Our Differences with the EPLF", waarin het vroeg hoe Eritreeërs Tigray konden vertellen wat ze moesten doen. Voor de TPLF was dit een onaanvaardbare inval. De leiders van de Tigray waren er in principe van overtuigd dat in Ethiopië het probleem van de nationaliteiten belangrijker was dan dat van de economie en de sociale klassen. Voor hen konden de verschillende etnische groepen niet samenleven. Ze hielden daarom vast aan de onafhankelijkheid van hun regio en namen afstand van hun kameraden in Eritrea.

Maar het was inderdaad een TPLF-offensief op de hoofdstad Addis Abeba dat Mengistu in 1991 deed vluchten. Waarom hebben de Tigrayans eindelijk hun regio verlaten?

In de jaren tachtig, toen de Derg zich op Eritrea concentreerde, werd de TPLF militair sterker. Het heeft ook een belangrijke sociale basis opgebouwd in Tigray. Maar het besefte ook dat de onafhankelijkheid van de regio niet mogelijk zou zijn zonder de omverwerping van Mengistu. De luitenant-kolonel zou onmiddellijk de oorlog hebben verklaard aan deze onafhankelijke Republiek Tigray. Zenawi en zijn kliek kwamen daarom op het idee om Addis Abeba in te nemen, zodat ze vervolgens een referendum konden houden dat hun regio onafhankelijk zou maken.

Om de hoofdstad te kunnen innemen, moest de TPLF zich echter verzoenen met de Eritreeërs en de gewapende strijd coördineren. Ze hadden ook bondgenoten nodig in Ethiopië en hun focus lag logischerwijs op de belangrijkste etnische groep van het land, de Oromo. De TPLF had geen goede relaties met het Oromo Liberation Front (OLF). Hun analyses van elkaar waren te verschillend. De Tigrayans creëerden daarom hun eigen Oromo-beweging. De Oromo People's Democratic Organization (OPDO) werd opgericht, bestaande uit Oromo-soldaten uit de Derg die door de TPLF gevangen waren genomen. De TPLF had ook voormalige EPRP-leden die een nieuwe partij hadden opgericht, de Ethiopische Democratische Volksbeweging (EPDM), in de buurt van Tigray. Met deze verschillende organisaties zou Zenawi een coalitie vormen, het Ethiopische Volks Revolutionaire Democratische Front (EPRDF).

Het was deze EPRDF-coalitie die 100% van de zetels in de parlementsverkiezingen van 2015 won?

Precies. Deze coalitie is aan de macht sinds de val van Mengistu in 1991. Maar achter deze organisatie trekt de TPLF aan de touwtjes. In feite, toen de val van de Derg op handen was, marcheerde Zenawi naar Addis Abeba. Maar om de hoofdstad in te nemen, kon hij zich niet presenteren als een Tigrayan rebel. Hij had een trouwjurk nodig. Die jurk was de EPRDF. Een dictator viel weer in Ethiopië. Maar de problemen van het land waren nog lang niet opgelost.

Bron: Investig'Action

 

Opmerkingen:

1] Gérard Prunier, L'Ethiopie contemporaine, Editions Karthala, 2007.

John Markakis, Ethiopië. The Last Two Frontiers, James Currey, 2011

3] Jacques Bureau, Ethiopië. Un drame impérial et rouge, Editions Ramsay, 1987.

4] John Markakis, Ibid.

 

22-11-2020 om 12:44 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ethiopië op een kruispunt (1/3): het Rijk van Keizer Selassie

De recente geschiedenis van Ethiopië in drie delen

Ethiopië op een kruispunt (1/3): het Rijk van Keizer Selassie

29 september 2016

Mohamed Hassan en Gregoire Lalieu

Reeds meer dan een jaar dagen de studenten, ondanks de politiekogels, de Ethiopische regering uit. Maar de westerse kanselarijen, steeds op de bres om overal in de wereld de democratie te promoten,  geven hier niet thuis. “Ethiopië brandt” vertelt ons Mohamed Hassan, onze specialist van de Hoorn van Afrika, gewezen Ethiopisch diplomaat. Voor hem zijn de dagen van de Ethiopische regering geteld.  De val van het regime biedt aan de democraten de kans om een echte democratische staat op te bouwen. Maar het land kan evengoed imploderen door zijn vele interne etnische tegenstellingen. Ethiopië staat op een kruispunt.  Nadat hij ons meenam doorheen het Midden-Oosten en Oost-Europa in zijn boeken “Strategie van de chaos” en “Jihad made in USA”, neemt Mohamed ons mee naar zijn land, Ethiopië. In dit eerste deel behandelt hij het keizerrijk van Haile Selassie. Welke realiteit zit verscholen achter deze mythe van “koning der koningen” ? Waarom werd dit land, het enige dat niet werd gekoloniseerd, uiteindelijk een karikatuur van een neo-kolonie ? Waarom wilde Mohamed Hassan als kind zijn naam veranderen ? We volgen Mohamed in een keizerrijk dat heel wat dromen heeft gevoed….

U zegt dat Ethiopië brandt in een algemeen klimaat van onverschilligheid. Waarom trek je aan de alarmbel ?

Momenteel leidt het Volksbevrijdingsfront van Tigré (TPLF) de huidige regeringscoalitie. De repressie is wreed, maar ondanks de honderden doden breidt het verzet zich over het land uit als een lopend vuurtje. He TPLF leidt het land sinds 1991. Via een coalitie met het  Revolutionair Ethiopisch Democratisch Volksfront (EPRDF), haalde deze partij alle zetels in het parlement binnen bij de laatste verkiezingen. Maar het volk heeft meer dan genoeg van deze dictatuur, van het gebrek aan vrijheid en vooral van de bar slechte levensomstandigheden. De corrupte TPLF leiders van dit mooie land houden uitverkoop van de ‘s lands rijkdommen en laten de mensen verhongeren.  De toestand is explosief. De eerste betogingen vertrokken van de OROMO regio en breidden zich uit naar de Amhara regio. Later barstte de volkswoede los in de hoofdstad Addis-Abeba. Eerste Minister Mariam Dessalegn liet internet afsluiten en gaf de politie de toelating  om “met alle mogelijke middelen” de betogingen “die de eenheid van het land bedreigen” te onderdrukken. Professor Getachew Metaferia van de Morgan State Universiteit (VS) omschrijft de toestand als volgt:  "Er is geen enkele grondige discussie of dialoog met het volk.. De frustraties nemen voortdurend toe. Ik denk niet dat een terugkeer naar een normale toestand kan.” (1)

Is de val van de regering van het tweede meest bevolkte Afrikaans land imminent ?

Haar dagen zijn alvast geteld. De Oromo en de Amhara verwijten het TPLF dat ze de macht monopoliseren, alhoewel de Tigré slechts 6% van het volk vertegenwoordigen. De regering heeft de kaart van de etnische verdeeldheid getrokken om haar positie te verstevigen. En de Tigré gemeenschap  is zelf het slachtoffer, want het zijn enkel de bevoorrechte, gecorrumpeerde TPLF leiders die van die toestand profiteren. De mogelijke val van de regering betekent een kans maar eveneens een gevaar voor Ethiopië. Het land kende enkel dictaturen, maar er is nu een kans om een echte democratische staat op te bouwen waar de burgers dezelfde rechten genieten en de rijkdom dient om de basisbehoeften van de bevolking te voldoen. Maar het is een zware uitdaging. Het TPLF installeerde immers een etnisch federalisme, waardoor de strijdbewegingen berusten op een communautaire basis. Een implosie van het land is dus reëel.

 

 

 

Indien de oppositiepartijen hun krachten weten te bundelen op een democratische basis kan Ethiopië een paradijs op aarde  worden. Indien ze mislukken zou Ethiopië wel van de kaart kunnen verdwijnen.

Veel straatproteest, een regering die op de manifestanten laat schieten, de politieke opposanten in de gevangenis, internet afgesloten, hardere repressie… Dat lijkt me een context die doet denken aan de « Arabische lente ». Nochtans zwijgen de media. En de kanselarijen zijn terughoudend om de democratie in dit land te verdedigen. Waarom ?

Misschien waren de journalisten te zeer bezet door burkini verhalen en de Olympische Spelen. Ofwel wachten ze tot de persdiensten van de NATO een standpunt publiceren. Dat wordt lang wachten want de VS is niet van plan om de democratische krachten in Ethiopië te steunen zoals ze beweerden dit te doen in Lybië en Syrië. De verhouding tussen de VS en Addis-Abeba is historisch, met hoogtes en laagtes. Ethiopië is het eerste land waar Amerika voet aan wal zette in Afrika, dit op een moment dat het continent gekoloniseerd was door de Europese landen. Het land is dus een strategische bondgenoot voor het VS imperialisme. De TPLF regering speelt gendarme voor de VS in de hoorn van Afrika. Ze kwam militair tussen in landen die de VS niet goed gezind waren zoals Somalië, Eritrea of Soedan. Jammer genoeg voor hem, maar Obama heeft geen “plan B” om een regering te helpen die op apegapen ligt. Dit was wel het geval in Egypte en Tunesië waar de VS zich wilden ontdoen van de machtshebbers. Zo ziet men de echte motieven van de VS: in hen vijandige staten steunen ze de “revoluties”, maar bij hun bondgenoten helpen ze zelfs de ergste dictators. Het nut van de huidige TPLF regering en het ontbreken van een alternatief  verklaren de terughoudende houding van Obama. Zo toont Ethiopië de echte motieven van de VS. Je zal merken dat  het in de hen vijandige landen is dat de VS de “revoluties” ondersteunt. Wat hun bondgenoten betreft, zij passen zich aan de ergste dictators aan.

Vorig jaar haalde de huidige coalitie een stevige overwinning bij de verkiezingen.  Het EPRDF haalde alle zetels binnen. Hoe verklaart u dat dan ?

Die verkiezingen hadden geen enkele inzet. Ze dienden enkel om de heerschappij van het TPLF te formaliseren, maar niemand gelooft er in. Vroeger was het TPLF een onafhankelijkheidspartij, zij zijn afkomstig van de noordelijke regio van Ethiopië, aan de grens met Soedan en Eritrea. Zij namen deel aan de omverwerping van de militaire junta in 1991. Hun leider, Meles Zenawi heerste met ijzeren hand over het hele land en stierf in 2012.  De verkiezingen moesten de nieuwe premier Haile Mariam Dessalegn in zijn functie als opvolger bevestigen. Het groteske verkiezingsresultaat is het gevolg van  de repressie tegen politieke opposanten en de boycot van een deel van de oppositie. Het EPRDF is slechts een spookcoalitie die de greep van een minderheid op het hele land moet toedekken.

Je kan zeggen dat het TPLF de lessen trok uit de verkiezingen van 2005. Onder druk van zijn Westerse partners was het TPLF verplicht om een min of meer democratisch gezicht op te zetten en hield zich min of meer eerlijk aan het verkiezingsspel. Resultaat: het TPLF verloor. De machtshebbers hadden de deur op een kier gezet, maar de wind kwam zo fel binnenwaaien dat het huis dreigde in te storten. In naam van de nationale verzoening verpletterde het TPLF het verzet. De VS en de EU keken oogluikend toe. De opposanten, de werkelijke winnaars van de verkiezingen, werden gevangengenomen of verbannen.  Een nieuwe politieke partij zag het licht “Ginbot 7” of “7 mei” als herinnering aan die trieste verkiezingsdag op 7 mei 2005. Deze partij werd opgericht door de slachtoffers van die verkiezingen die hun lessen trokken uit deze bittere ervaring. Aangezien het regime zijn onkunde niet wil erkennen en van westerse steun geniet om de opposanten te vervolgen, is er langs democratische weg geen enkele verandering mogelijk in Ethiopië. Ginbot 7 heeft zich verbonden met het patriottisch Volksfront dat de gewapende strijd voert. Met 2005 voor ogen wilden de machthebbers geen risico lopen.  Het EPRFD heeft het verkiezingssysteem naar zijn hand gezet en behaalde 99,6% in 2010 en 100% in 2015.

De score van 7 mei 2015 zou elke dictator ter wereld doen watertanden. Maar de reactie van de EU is op zijn minst dubbelzinnig: in een communiqué verwijst zij heel voorzichtig naar de arrestatie  van journalisten en politieke tegenstanders en zegt tegelijk: “dat de verkiezingen over het algemeen ordelijk en kalm verlopen zijn”. De EU besluit dat zij met veel belangstelling de samenwerking met de nieuwe regering wil verderzetten. Paradoxaal niet ?

Na de grappen van 2005 en 2010 hadden de Europese waarnemers gemeld dat ze het verkiezingsproces van 2015 niet zouden observeren. Ze wisten maar al te goed dat er geen opening naar democratie zou zijn. Ik vermoed dat de EU goed wist dat de toestand verslechtte en dat er risico’s voor opstanden waren.  Maar het heeft hen niet weerhouden om de verkiezingen te subsidiëren.  Wat een maskerade! Ook zien we dat de Ethiopische regering onbekwaam is om verkiezingen in eigen land te organiseren en beroep moet doen op buitenlandse financiële steun... gewoon ongelooflijk. Zou men zich kunnen inbeelden dat Iran of Rusland de verkiezingen in België of Frankrijk zouden financieren ?

In de ogen van de premier van Ethiopië is het economisch succes van het land het gevolg van de belangrijke projecten die het EPRDF ondernam. De voorbije jaren kende het land een groeipercentage met twee cijfers. Het land wordt door het IMF gecatalogeerd als vijfde meest actieve economie.

Maar in de feiten is het enkel de armoede die een indrukwekkende groei kende. De BNP cijfers verbergen die trieste realiteit. Een derde van de bevolking leeft nog steeds onder de armoedegrens. Meer dan de helft van de jongeren is analfabeet. Het sterftecijfer bij kinderen onder de vijf jaar  bedraagt 41%, de ondervoeding is de belangrijkste doodsoorzaak. Addis-Abeba is een open lucht bordeel geworden. Het is de stad met de sterkste groei van prostitutie in Afrika. Ook kinderen belanden in de prostitutie. Aids richt ravages aan. Als er dan al wat vooruitgang in de gezondheidszorg is gemaakt, dan is dit vooral te danken aan westerse NGO’s . De regering is niet in staat om de basisbehoeften van de bevolking te voldoen.

Ja, de economische groei was explosief, maar dit kwam niet ten goede van de bevolking. Heel onthullend voor deze luchtspiegeling is het monopoliseren van de landbouwgronden door de multinationals van de agrobusiness. Om investeerders aan te trekken verhuurt de regering de vruchtbaarste gronden aan buitenlandse firma’s. Zij telen er producten voor de uitvoer terwijl Ethiopië de voedselvoorziening niet kan waarborgen en de hongersnood regelmatig huishoudt. Als ze door die multinationals al niet uitgebuit worden voor een homp brood, worden de boeren gewoon weggejaagd en veroordeeld tot de bedelstaf.  Dat is de manier waarop de Ethiopische regering kapitaal aantrekt en de groei omhoog jaagt: de uitverkoop van de nationale rijkdommen in plaats van investeringen om de nationale economie te doen groeien en de gezondheidszorg, het onderwijs en de voedselvoorziening uit te bouwen.

En waar komen die maatschappijen vandaan ?

Van overal. En dat kan leiden tot enige terughoudendheid bij een groot deel van de bevolking. Een opiniepeiling toont dat de VS niet geapprecieerd wordt omdat ze  de regering ondersteunen. Ook tegenover China is er terughoudendheid. China hanteert het principe van politieke neutraliteit tegenover een ander land en zij werken met om het even welke regering. Maar als de bevolking de Chinese investeringen en leningen aan het TPLF ziet, vindt ze dat China het leven van een marionettenregering verlengt.

Ethiopië is nochtans het enige land dat niet werd gekoloniseerd. Hoe is het dan toch een karikatuur van een neo-kolonie kunnen worden ?

Een antwoord op deze vraagt vereist dat we teruggaan in het verleden. Het is door een samenloop van omstandigheden dat Ethiopië officieel niet werd gekoloniseerd.

In de 19e eeuw hadden de twee grootste koloniale mogendheden elk hun plan om Afrika te veroveren. Frankrijk wilde vanuit Dakar in het westen naar Djibouti in het Oosten van Afrika. De Britten ambieerden een verbinding tussen Kaïro in het Noorden en de Zuidkaap. Die beide plannen kruisten mekaar onvermijdelijk ergens in de hoorn van Afrika.

De regio was toen het toneel van bloederige twisten tussen plaatselijke monarchen die het imperium van de voorouders wilden herstellen.  Tewodoros I zette het éénmakingsproces tussen de verschillende koninkrijken in. Maar na zijn dood bevochten zijn opvolgers mekaar om de troon te veroveren.  Zo wist Menelik I op een handige manier de inter-imperialistische tegenstellingen uit te spelen en zo zijn slag thuis te halen. MeneIik was koning van de Shoa, historische provincie waar zich nu Addis-Abeba bevindt.  Hij dreef handel met de Europeanen en wist hun steun te winnen.  Van de Italianen en de Fransen kreeg hij zelfs moderne vuurwapens. Zo kreeg Menelik II (1889-1913) een onbetwiste voorsprong op zijn tegenstanders. Hij slaagde erin de provincies die nog niet waren onderworpen aan het centraal gezag onder de duim te houden en werd de koning der koningen, de keizer van Ethiopië.  Menelik II voltooide zo het eenmakingsproces dat zijn voorgangers in gang hadden gezet. In 1889 werd hij de Koning der Koningen, de Keizer van Ethiopië, Menelik II.

Konden de koloniale mogendheden zich hierin vinden ?

Jawel. Want zij wisten heel goed dat zij mekaar zouden tegenwerken in de Hoorn van Afrika. Zij wilden daar geen confrontatie. Trouwens, Ethiopië ging gebukt onder de interne tegenstellingen. De eenmaking door Menelik II kwam de Europese kolonialisten goed uit, temeer daar de nieuwe heerser openstond voor handel met het Westen. Zo werd een strategische spoorlijn tussen Addis-Abeba en Djibouti aangelegd. Het werd de piratenroute langs waar de Ethiopische goederen tot aan de kust werden gebracht om dan over zee Europa te bereiken. De eenmaking ging niet over een pad met rozen. In de gebieden die na hevige strijd werden veroverd, werden de beste landbouwgronden in beslag genomen en aan soldaten geschonken, en de boeren werden slaven. Zo was de slag om Wolaita, een zuidelijke provincie, bijzonder bloedig. Het verslag van een westers journalist hierover vermeldt : “Het was een bloederige slagveld, met stukken mensenvlees, levend of dood, uiteen gehakt door de dronken soldaten. In een dorp zag ik een marktplein vol met lijken, uitgekleed en afgrijselijk verminkt.” (2)

Ethiopië behield dus zijn onafhankelijkheid. Nog steeds fascineert dit velen. Maar we moeten relativeren. In feite koloniseerde Menelik II de regio in de plaats van de Europeanen.

 Hoe zag het Ethiopië van Menelik II er uit ?

Hij hanteerde drie principes: 1. De amharanisering. Dit begrip dekt in feite de ‘ethiopisering’ van het gebied tot een sterke centrale staat. Menelik II is zelf afkomstig uit de Amhara, christen-orthodoxe etnische groep uit het noorden.  Hij bouwde zijn rijk op door iedereen te verplichten de Amhara cultuur te aanvaarden. Zij die daartoe bereid waren, werden verplicht de cultuur van de keizer, zijn alfabet, zijn godsdienst en dikwijls een naamverandering te aanvaarden. “In de ogen van de Amhara van Choa waren wij geen mensen “, vertelt een Ethiopisch historicus “wij waren hoogstens vee. Zij zeggen dat zij ons onderwierpen omdat wij barbaren waren.”(3)

2. Ethiopië is een christelijk eiland in een oceaan van moslims. Zelfs al bedroeg de christelijk orthodoxe gemeenschap niet de helft van de bevolking en de moslim gemeenschap één derde van de totale bevolking, dan nog had de islam geen plaats in het rijk van Menelik II.

3. De vuurwapens. De keizer had nooit een centrale staat kunnen oprichten zonder de moderne vuurwapens, geleverd door de Europeanen. Meer algemeen was de steun van de koloniale machten van cruciaal belang voor Menelik II. Hij gebruikte de christelijke godsdienst om de gunsten van het Westen te winnen. Hij sprak van het christelijke eiland dat door sommigen “Het Rijk van de witte negers” werd genoemd. Het Hof van Menelik II liep vol met buitenlandse adviseurs. Hij was gepassioneerd door de geschenken die van de Europeanen kreeg.  Zo bracht hij bijvoorbeeld  de fiets in zijn land, tegen de wil van de kerk in. Voor de koloniale machten was dit onafhankelijk land een wingewest, een gebied dat openstond voor de handel.

De Europese steun was nochtans niet zonder haperingen. In 1896 probeerde Italië Ethiopië te veroveren maar liep een zware nederlaag op  in Adoua. Hoe zijn de Italiaanse aanspraken en het succes van Menelik II te verklaren ?

Frankrijk en Groot Brittannië konden samen het grootste deel van de koloniale taart verdelen.  Dat frustreerde natuurlijk Italië en Duitsland, met als climax de twee wereldoorlogen.

Als laatkomer in de koloniale koers moest Italië genoegen nemen met enkele kruimels. Italië kon Somalië innemen dank zij de steun van Groot-Brittannië dat erop uit was om de Franse ambities in te tomen nu Parijs Djibouti had veroverd. Rome probeerde vervolgens zijn invloed in Ethiopië te vergroten. Zij sloten een dubbelzinnig pact af met Menelik II, net de koning der koningen geworden. De keizer zocht de Italiaanse steun om zijn macht te versterken. Italië kreeg in ruil Eritrea, deze brede strook grond langs de Rode Zee, ten Oosten van Ethiopië.

Maar de Italiaanse versie van het pact maakte Ethiopië tot een Italiaans protectoraat. Dat was helemaal niet volgens de tekst van het pact.  Gevolg: een open conflict tussen Rome en Menelik II en Italië probeerde een doorgang te forceren. Omdat ze dachten  Menelik II snel te kunnen verslaan stuurde Rome een expeditiekorps van 20.000 goed uitgeruste soldaten onder de leiding van generaal  Baratieri naar Ethiopië . Hierop antwoordde  Menelik II met volgende oproep: “De vijand is bij ons binnengedrongen om het land te vernietigen en onze godsdienst te veranderen. (…) Met Gods hulp zal ik dat verhinderen. Ik roep iedereen op, de sterken om te strijden, de zwakken om te bidden”. Duizenden boeren kwamen met hun eigen wapens de troepen van Menelik II versterken. Zo kon de keizer rekenen op een leger van 100.000 man en ook had hij moderne vuurwapens die hij had bekomen van de koloniale machten, waaronder Italië! In de vroege ochtend van 1 maart 1896 startte de veldslag en het Ethiopisch leger versloeg het Italiaanse ! Enkele dagen nadien vroeg Rome officieel de vrede en verzaakte aan zijn veroveringsplannen. Deze veldslag had een enorme weerslag . Het leger van een Europees land werd verslagen door een onafhankelijk Afrikaans land?

Was het rijk van Menelik II dan zo machtig.

Het onverhoopte succes van zijn oproep en het bezit van moderne vuurwapens zit daar voor veel tussen. Italië had de sterkte van het Ethiopisch leger zwaar onderschat.  Maar het rijk bleef zwak want het centraliseringsproces had zijn grenzen. Hij slaagde er niet in een sterke natie-staat op te bouwen zoals in Europa. Zo’n staat kan zich enkel via het kapitalisme ontwikkelen. Italië, Frankrijk en Duitsland ontwikkelden zich onder impuls van de opkomende burgerij die in haar vooruitgang gestuit werd door de vele feodale koninkrijkjes met elk hun grenzen. Een natiestaat stelde hen in staat de grenzen te openen en de absurde tolmaatregelen af te schaffen.  Zo kon de burgerij grotere markten bereiken. Zij konden kapitaal accumuleren, de economieën groeiden en de modernisering deed haar intrede.

Waarom slaagt dit dan niet onder Menelik II ?

Ethiopië is een feodaal land gebleven. De aristocratie, het leger en de kerk profiteerden op de rug van de boeren.  De keizer veroverde de provincies rond Addis-Abeba met geweld. In deze staat, waar het Amhara chauvinisme heerste, was de meerderheid van de bevolking rechteloos. Een centrale efficiënte administratie oprichten in de verafgelegen provincies was dus uiterst moeilijk.

De Amhara en de Tigré van Abessinië werden uitgezonden om die administratie uit te bouwen.  In feite waren zij christelijke kolonisten in moslim gebied. Ze heten “neftenga”. Zoals historicus John Marlakis aantoont moest dit systeem wel problemen geven. “Kenmerkend voor de Abessijnse identiteit is  het politieke monopolie, het economisch privilege en het superieure sociaal statuut. Alle Abessijnen die zich in verafgelegen bergachtig gebied vestigden, werden bezitters van onteigende landbouwgronden. Ze buitten de boeren uit. Hun onderlinge band was die van de meester en de slaaf, de eigenaar en de huurder, de belastingontvanger en de belastingbetaler. Deze conjunctuur leidde tot een potentieel ontplofbare situatie  die zich enkele decennia later manifesteerde. (4)

Nochtans wekte dit feodaal land de interesse van de VS die er in 1903 hun eerste Afrikaans consulaat vestigde. Tot in 1970 ontving Ethiopië 60% van de VS hulp voor het Afrikaanse continent. Waarom ?

In het begin van de 20 eeuw, toen Europa geheel Afrika overheerste,  zag Robert Peet Skinner, Amerikaans gezant in Marseille, hoe schepen barstensvol geladen met goederen uit het Afrikaans continent binnen voeren. Hij zal hier wel begrepen hebben hoe Europa profiteerde van Afrika. Hij heeft hemel en aarde verzet om de interesse van het Witte Huis voor het Afrikaanse continent aan te wakkeren. In de ogen van de consul was Ethiopië de ingangspoort, als enig niet gekoloniseerd land, met een keizer die bereid was handel te drijven met buitenlandse mogendheden.

In die periode begon de VS het geweer van schouder te verwisselen. Voor hij werd vermoord zei president William McKinley dat “het isolationisme niet meer mogelijk noch gewenst” was. Skinner ijverde lange tijd om de toelating te verkrijgen Ethiopië te contacteren.  Het land dat een belangrijke rol zou spelen in de toekomst van Afrika. President Roosevelt stemde in met een officiële delegatie onder de leiding van Skinner. Vooraleer diplomatieke betrekkingen aan te knopen, sloten beide landen eerst een handelsakkoord. Skinner benadrukte dat hij in alle vriendschap kwam zonder enige territoriale pretentie. Menelik II waardeerde deze stappen. In zijn ogen kwamen de andere naties naar Afrika  “zoals een zoon naar zijn vader komt en hem vraagt: vader, maak je een testament waarin je ons iets nalaat ?”.

De VS volgde de methode van Skinner verder. Terwijl de staten in het oude continent Europa mekaar verscheurden tijdens Wereldoorlog I, probeerde VS President Wilson in het jachtgebied van de Europeanen vooruitgang te boeken. De Europese koloniale machten lieten hun economische concurrenten ver achter zich dank zij de rijkdom uit hun kolonies. De VS strategie bestond erin de macht van die koloniale rijken te verzwakken. Het Witte Huis bleef beweren dat de VS geen kolonies had en niet de ambitie had om er te veroveren. Integendeel, zij begonnen  het recht op zelfbeschikking en de dekolonisering van het Afrikaanse continent te verdedigen.

Naar het voorbeeld van de grote Afrikaanse revolutionairen verdedigde de VS dus het recht op zelfbeschikking en hebben ze de dekolonisering van het zwarte continent gepromoot ?

Niet echt. Wilson wilde enkel de Europese concurrenten verzwakken, want de VS, een opkomende jonge macht, had niet de gelegenheid gehad om een koloniaal rijk uit te bouwen. Hij hield heel mooie toespraken over de levensomstandigheden van de Afrikanen, wat heel hypocriet was, want in de VS zelf waren de zwarten rechteloos en werkten ze in de slechtste omstandigheden. Een anekdote om die hypocrisie te begrijpen: (6) het artikel 1 van het verdrag van 1903 tussen de VS en Ethiopië bepaalde dat burgers van beide landen konden reizen en handel drijven in de beide landen. Vijf jaar later kwamen handelaren uit Ethiopië naar Wall Street. Ze werden terstond geconfronteerd met segregatie. Wanneer ze wilden bidden in een kerk waren ze heel verrast toen men hen kwam zeggen dat ze achteraan in de kerk, op de banken voor zwarten moesten plaatsnemen. U ziet, de zelfbeschikking volgens Roosevelt was het recht voor de VS om handel te drijven; de gelijkheid van de volkeren interesseerde hen weinig. En voor die handel zou de VS een ideale bondgenoot vinden in Tafari Makonen, die na een korte overgangsperiode na het overlijden van Menelik II president werd. Hij was een jonge parvenu, heel zelfingenomen, omringd door buitenlandse raadgevers en totaal onbekwaam om een visie te ontwikkelen voor het land, de ideale cliënt dus voor het VS imperialisme.

Hoe werd Tafari Makonen president van Ethiopië ?

Eyassou, kleinzoon van Menelik II volgde zijn grootvader op. Maar de Ethiopische aristocratie meende dat de president teveel affiniteit vertoonde met de moslims. Hij beging namelijk de fout om zich te strak op te stellen tegenover de Europeanen. Essayou wordt verwijderd en Zewditou, dochter van Menelik II, neemt zijn plaats in. De neef van de keizerin, Tafari Makonen werd tot regent benoemd en gebruikte zijn positie om het debat te openen dat binnen de Ethiopische aristocratie modernisten en conservatieven tegenover mekaar stelde. Makonen wist de conservatieven te verzwakken en kreeg de steun van de modernisten, vooral dank zij zijn tijdschrift: “Licht en Vrede”. Dit tijdschrift stelde Makonen voor als een modernist die voor vooruitgang stond. Hij viel er de aristocratie aan, bekritiseerde het feodale Ethiopië en pleitte voor een onderwijssysteem naar het voorbeeld van Europa. Makonen versterkte zo aanzienlijk zijn populariteit.  Ook had hij het lidmaatschap van Ethiopië in de Verenigde Naties bekomen, voorloper van de UNO.  Deze grote diplomatieke overwinning werd toegeschreven aan Makonen. Dit lidmaatschap toonde een Ethiopië  dat niet zoals de andere Afrikaanse landen gekoloniseerd was.

Deze overwinningen brachten Makonen uiteindelijk op de keizerstroon in 1930. Sindsdien noemde hij  zich Haile Selassie. Maar snel werden de moderne ideeën van de jonge regent ondergesneeuwd door het autoritarisme van de keizer.  Meer dan cosmetische ingrepen waren zijn hervormingen niet. Bij zijn eerste verjaardag als keizer voerde hij een grondwet in die het bicameralisme instelde.  Maar beide kamers werden niet direct verkozen en hadden heel weinig macht. In feite nam hij zelf alle beslissingen.

Maar Selassie had toch een regering met ministers….

Het waren gewone lakeien.  De keizer zette alle goede zaken op zijn naam en alles wat fout ging was de schuld van de regering, die hij trouwens regelmatig herschikte. De opbouw van een modern leger werd eveneens een miskleun.  Hij kreeg hiervoor de hulp van Europa en nadien van de VS. Dat moest een grote stap vooruit worden voor het land.  In feite had hij alle milities onder de auspiciën van het nationale leger gebracht waardoor de keizer het gras onder de voeten wegmaaide van de vroegere koningen die de centrale macht zouden kunnen in vraag stellen. Sommigen onder hen waren gouverneur geworden van het nieuwe keizerrijk. De anderen moesten verzwakt worden.

Dit nieuwe moderne nationale leger toont zich zwakker dan de strijders verenigd door Menelik II. Na de nederlaag van Adoua viel italië in 1935 opnieuw Ethiopië binnen en won.  Waarom Ethiopië heroveren ?  Hoe overwon Italië Selassie ?

De Italianen stootten zich geen tweede maal aan dezelfde steen. Mussolini was toen aan de macht. Hij had zijn fascistische propaganda geconcentreerd op de haat voor de zwarten en op zijn ambitie om het Romeinse Rijk te herstellen.  Italië kon zich niet langer tevreden stellen met zijn positie in Somalië, Eritrea of Libië.  Hij wilde kost wat kost Ethiopië heroveren, wraak nemen voor het affront van Adoua en de eer van de blanke man redden. In tegenstelling tot zijn voorgangers heeft Mussolini de sterkte van het Ethiopisch leger niet onderschat.  Hij zette alle middelen in en heeft zijn overwicht in moderne wapens laten gelden.  De luchtmacht speelde hier een cruciale rol. Tegen de Italiaanse bombardementen was het Ethiopische leger machteloos. Ook gebruikte het Italiaanse leger gifgas, wat nochtans verboden was volgens de toen geldende internationale verdragen.

Ethiopië was lid van de Verenigde Naties. Was het land dan niet beschermd tegen koloniale invallen ?

Na deze militaire nederlaag vluchtte Selassie naar Londen.  Hij probeerde zijn zaak te bepleiten op de internationale scène, maar zonder succes. Sommigen verwijten Selassie zijn vlucht, vooral de legerleiders  die steeds hun wapens hebben opgenomen tot hun land bevrijd was. En wat een contrast met de vorige keizers! Menelik II streed zelf mee om de Italianen te verslaan.  Voor hem pleegde Tewodoros zelfmoord. Hij had zich teruggetrokken in zijn kasteel dat door een Engelse strafexpeditie werd veroverd. Maar Selassie was gevlucht. Op de tribune van de Verenigde Naties  heeft hij de Italiaanse agressie en de schending van het internationaal recht aangeklaagd.  Maar tevergeefs. Immers, Frankrijk en Groot-Brittannië vreesden een bondgenootschap tussen Italië en Duitsland. Men liet Mussolini dus begaan en hief de sancties tegen Italië op. Dit alles werd vastgelegd door de Verenigde Naties op 15 juli 1936. 49 landen keurden deze bepalingen goed. Er was één tegenstem, die van Ethiopië. Zuid-Afrika, Chili, Panama en Venezuela onthielden zich.

Slechte berekening dus van Frankrijk en Groot-Brittannië. Mussolini vervoegde Hitler toch…

Ja, maar dat was excellent nieuws voor Selassie. Vernederd en opzij geschoven toonde de keizer plots een grote belangstelling voor de Britten die Ethiopië terug wilden heroveren op de Italianen. Historicus Christophe Clapham schrijft hierover wat volgt:” Op de brede diplomatieke en op de internationale scene was het van essentieel belang om de nederlaag van Italië in Ethiopië voor te stellen als een bevrijding van   het fascistische juk en niet enkel als een Britse koloniale verovering, wat de rol van de keizer onmisbaar maakte”. (7)

Na hun overwinning op Italië hebben de Britten Selassie terug op de troon gezet.  Maar zij wonnen de erkenning door Selassie niet. Immers, wereldoorlog II had heeft het internationale evenwicht doen hellen in het voordeel van de VS.  Europa was onderuit gegaan. Die verzwakking ging niet voorbij aan Uncle Sam , die laat tussenkwam en zijn kastanjes uit het vuur wist te halen.  Selassie heeft de wind voelen draaien en zocht toenadering tot de VS, tegen de belangen van Londen in, die hem op de troon hadden gezet.

Wat de Italiaanse invasie betreft : jou vader was een Somalisch weerstander, tegen Selassie. Maar toen Mussolini Ethiopië aanviel vervoegde hij de troepen van de keizer.  Waarom vocht hij aan de kant van zijn vijand ?  Waarom heeft hij die voordelige toestand niet gebruikt tegen Selassie ?

Je moet weten dat Somalië opgedeeld werd door de koloniale mogendheden. Op een bepaalde manier is Somalië voor de hoorn van Afrika wat Koerdistan is voor het Midden-Oosten, want nu heb je verschillende Somalische gemeenschappen in verschillende landen maar die terug één staat willen vormen. Groot-Brittannië gaf een deel van de taart aan Selassie.  Vandaar dat je nog een belangrijk deel Somali vind in het zuiden van Ethiopië. Toen was dit gebied een militaire basis. De rijkdommen werden gestolen door de Ethiopische bezetter en het volk was rechteloos. Mijn vader verzette zich hiertegen, wat hem enkele jaren in de Ethiopische gevangenissen opleverde. Mijn vader was dus grondig tegen Selassie en, meer in het  algemeen, tegen dit spookregime dat hele volkeren bloedig had gekoloniseerd om zijn gezag en cultuur op te leggen.

Nochtans, toen Italië Ethiopië binnenviel sloot mijn vader zich aan bij Omar Samatar, Somalisch verzetsstrijder. Zij bestreden het Italiaanse leger dat de val van Selassie wilde. Het zou een slechte berekening zijn indien je uit opportunisme op de Italianen zou steunen om Selassie ten val te brengen. Maar deze tegenstelling (met Italië ???) belangde de volkeren van de Hoorn van Afrika aan en ze zou door hen alleen niet kunnen opgelost worden.  Hoe formeel ze ook was, de onafhankelijkheid van Ethiopië was internationaal erkend. Dus zou de val van Selassie een achteruitgang betekenen. Mijn vader zag het zo:  “De vijand die van ver komt is gevaarlijker dan mijn idiote buur”.

Keizer Haile Selassie

Na Wereldoorlog II richtte keizer Selassie zich naar de VS.  Welke relaties onderhielden zij ?

In Afrika was Ethiopië eigenlijk een voorafbeelding van het systeem van neo-kolonies waar de VS op uit was. De VS won de jackpot dank zij WO II. Zij namen de leiding dank zij de verzwakking van de Europese koloniale machten. Maar een beleid dat het kolonialisme verderzette was in Afrika onmogelijk. Want Washington had de vrijheidsbewegingen gesteund en het kolonialisme leek als systeem buiten adem.

 De VS was dus bereid om een kruis te maken over de grondstoffen van de Derde Wereld ?

Natuurlijk niet. Zij mikten op de plaatselijke leiders van officieel onafhankelijke staten, maar waarvan de economieën totaal open stonden voor de multinationals. Anders gezegd, de plundering van grondstoffen ging verder maar op een andere manier. Nkrhumah, pan-africanist uit Ghana, analyseert deze ontwikkeling in zijn boek “Het neokolonialisme, laatste stadium van het imperialisme”: “De essentie van het neokolonialisme bestaat erin dat de onderworpen staat theoretisch onafhankelijk is en alle uiterlijke kentekenen van soevereiniteit op internationaal vlak heeft. Maar op economisch gebied en dus ook politiek, wordt hij gemanipuleerd van buiten uit” (8). Ethiopië was dus zo’n staat, onafhankelijk op papier maar onderworpen op economisch en politiek vlak.

 

De Afrikaanse volkeren die het kolonialisme kenden, zullen de overgang van het ene naar het andere systeem van plundering niet graag zien.  Hoe dan verzekeren dat het neo-kolonialisme functioneert ?

Het kwam er dus op aan de marionettenregeringen aan de macht te houden, zodat de plundering kon verdergaan, terwijl de machtshebbers zich persoonlijk verrijkten.  Zo gaf het Westen steun aan een hele reeks corrupte dictators. Degene die weerstand boden werden geëlimineerd. Thomas Sankara, Patrice Lumumba, Amilcar Cabral, Mehdi Ben Barka… Allemaal hebben ze de honger van het imperialisme duur betaald.

Selassie behoorde echter tot de goede klanten. Zo steunden de VS hem door de zetel van de Organisatie voor Afrikaanse eenheid in Addis-Abeba te vestigen. Ze droegen ertoe bij om een mythe te vormen rond de keizer van Ethiopië. Selassie beweerde de afstammeling te zijn van Koningin Saba en koning Salomon.  Zijn land had eigenlijk het profiel van een absolute monarchie.  De macht, die enkel in zijn handen lag, vond zijn legitimiteit in een quasi goddelijke inspiratie. Zijn gezicht was overal afgebeeld, op munten en op portretten die overal in de burelen van de administratie en de klaslokalen hingen.  Selassie heeft veel scholen opgericht, dat is waar. Maar in plaats van er verlichte geesten te vormen vormde men er de toekomstige elite van de administratie, totaal toegewijd aan de keizer.

 Koning Tafari Makonen, de ‘ras tafari’ werd zelfs het voorwerp van een religieuze aanbidding. Waar komt die beweging van de rastafaris vandaan ?

 Het rastafarisme ontstond in Jamaïca en kende invloeden van Afrikaanse godsdiensten en van de baptistenkerken uit de VS. In de Bijbel vindt men op verschillende plaatsen verwijzingen naar Afrika en meer in ’t bijzonder naar Ethiopië. Dit land wordt een soort beloofde land voor de rastafaris.

Dit geloof werd trouwens door een “profetische” toespraak van de panafricaanse leider Marcus Garvey, van Jamaïcaanse oorsprong, benadrukt. Hij leidde de Universal Negro Improvement Association die verschillende miljoenen aanhangers telde in de VS en elders in de wereld. Zijn standpunten kenden veel bijval. Hij stond de superioriteit van de zwarten op de blanken voor en riep de afstammelingen van de slaven op om naar Afrika terug te keren. Garvey verwees dikwijls naar Ethiopië. In 1921 legde hij volgende verklaring af die een grote weerklank had bij de rastafaris: “Kijk naar Afrika, waar een zwarte koning zal worden gekroond, die het volk naar zijn bevrijding zal leiden.” Negen jaar later kwam Tafari Makonen op de troon, werd keizer en noemde zich Haile Selassie, Koning der Koningen, leeuw van Judea, verdediger van het christelijke geloof, van de heilige drie eenheid, uitverkorene van God. Garvey werd een soort profeet in de ogen van de rastafaris en Selassie werd gezien als zijn boodschapper.

Nochtans viel Garvey Selassie af toen die vluchtte naar Londen bij de inval van de Italianen.

  Inderdaad, naar het voorbeeld van legerofficieren die niet gecapituleerd hadden tegen Italië – en trouwens afzet werden toen de keizer terugkeerde – zei Garvey droogweg: “Voor de geschiedenis zal Haile Selassie van Abessinië gezien worden als een grote lafaard die zijn land ontvluchtte en miljoenen landgenoten aan hun lot overliet in de vreselijke oorlog die hijzelf veroorzaakte door zijn politieke onkunde en zijn ontrouw aan zijn ras.  Het is spijtig dat zo'n man met een beperkt politiek verstand en een zwak politiek karakter keizer werd van Abessinië op zo'n cruciaal moment in de wereldgeschiedenis.(...)  Elke neger die fier is op zijn ras moet beschaamd zijn over de manier waarop Haile Selassie zich overgaf aan de Europese blanke wolven. (...) Terwijl zwarte volkeren over de hele wereld baden voor het succes van Selassie was deze kleine keizer bezig zijn land te ondermijnen door de hansworst te zijn van zijn blanke adviseurs  en hij deed wat ze hem influisterden: hoe zich overgeven, hoe de overwinningen tegen Italië van zijn eigen koningen nietig verklaren . Ja, ze toonden hem hoe hij het vliegtuig kon nemen. Als een dom kind volgde hij hun raad en liet uiteindelijk zijn volk in de steek om naar Londen te vluchten." (9)

Deze felle veroordeling van hun profeet heeft de rastafari niet belet om Haile Selassie als hun idool te zien. In het raam van de dekolonisatie zagen zij hem als hun bevrijder. Nochtans zette hij de politiek van Menelik II verder, namelijk een eengemaakte staat vormen door de gedwongen amharisering van de verschillende volkeren van Ethiopië. Zich integreren betekende steevast de cultuur, de religie en het alfabet van de keizer overnemen. En zelfs uw naam veranderen. In de ogen van de meerderheid van het volk was Selassie geen bevrijder. Maar hij had een bedrieglijk imago. Bob Marley schreef een heel mooi anti-oorlogslied , zich steunend op de toespraak van Selassie voor de VN in 1963. Selassie deed immers vibrante anti-koloniale en anti-racistische uitspraken, voor de vrede en de gelijkheid. Maar hij stuurde Ethiopische troepen naar de oorlog in Congo en Korea op bevel van zijn imperialistische meesters. Ook al beweerde hij dat Afrika geen vrede zou kennen zolang er in bepaalde landen burgers van eerste en tweede rang bestonden. Maar in zijn eigen land kreeg ieder die niet behoorde tot de leidende Amhara klasse geen enkele erkenning.  De rastas hadden hun eigen ervaring nodig om de keerzijde van de medaille te leren kennen.  De leider schonk hen de stad Shashamané waar ze zich konden vestigen en hun droom van een terugkeer naar het beloofde land waarmaken. Maar ze werden er slecht ontvangen. Eerst door de Oromo’s die zich bevuild voelden. Ook door de orthodoxe kerk die de religieuze rastafaripraktijken niet kon waarderen. Vandaag blijft er nog een kleine groep over. Maar de ontgoocheling is groot.

  Marcus Garvey

Botste het Amhariseringsproces in Ethiopiê op weerstand ?

Vanzelfsprekend.  Je kan geen land besturen als je 60% van de bevolking als vreemdeling beschouwt.  Maar de reacties waren uiteenlopend.  Sommigen verwierpen het proces en bevestigden hun identiteit. Anderen probeerden zich aan te passen, wat tot pijnlijke toestanden aanleiding kon geven. Aan de universiteit van Addis-Abeba bijvoorbeeld, wilden de afgestudeerden uit de provincies niet dat hun ouders  zich op de diploma uitreiking vertoonden. Zo fel wilden ze als Amhara beschouwd worden.  De ouders zouden immers te veel opvallen als provincialen door hun houding en hun traditionele kledij.

Toen ik als student bij mijn familie in Addis-Abeba verbleef, had ik een eigenaardige ervaring. Mijn klasgenoten en voetbalvrienden noemden me “Mohamed de Somaliër”. Op een dag vroeg ik mijn vader of ik mijn naam mocht veranderen. “Hoor je Mohamed niet graag ?” vroeg hij me. Jawel, Mohamed is OK, maar ik hou niet van “Somaliër”. Mijn vader riep hierop de gezinsraad bijeen en zei: “Luister, luister, Mohamed heeft iets heel belangrijks te zeggen”. Ik legde mijn vraag voor, maar één van mijn oudere zussen las me de les “Je zou fier moeten zijn op je afkomst”. Daarna stuurde mijn vader me naar een generaal en gaf me een taak. Deze legerofficier was de beste vriend van mijn vader. Mijn opdracht was om te meten hoeveel tijd het kostte tussen het aanbellen en het openen van het hek. Ik begreep al gauw dat die taak een voorwendsel was om me een lesje te leren.

’s Anderendaags ging ik dus naar het huis van de generaal. Maar ik had niet eens de tijd om aan te bellen of het hek ging open om de weg vrij te maken voor de Mercedes van de officier. Ik maakte direct van de opening gebruik en ging behoedzaam naar binnen.  De poort stond nog open en ik kon zien dat er veel volk binnen was, voornamelijk mensen van het platteland. Ik begreep direct dat die familie niet van Amhara afkomst was. Het personeel had mij gezien, ze waren op hun ongemak en stuurden de genodigden direct naar binnen en sloten de deur.  Beschaamd ging ik terug weg. Ik kwam aan het hek waar de Mercedes me opwachtte. “Zeg Mohamed, heb jij familie op het platteland ? Als je familieleden naar de stad komen, laat je hen dan Addis-Abeba-Abeba zien en ga je mee winkelen ? “Ik knikte ja. “En houden uw tantes en nichten hun traditionele kledij aan ? En is dat geen probleem voor jou ? Ik knikte. Word je niet beschaamd ? Ik antwoordde nee. Hij gaf me dan een biljet “ Deze namiddag ga je met mijn idioot van een zoon naar de film en leg je hem uit dat hij niet beschaamd moet zijn over zijn afkomst.” Ik ging terug, blij dat ik naar de film kon. Na mijn terugkeer vroeg mijn vader of ik nog steeds mijn naam wilde veranderen. “Nee ik hou van mijn naam” zei ik onder het gelach van mijn familieleden.

Het voorbeeld illustreert goed de integratieproblemen in Ethiopië. Maar ik kan me indenken dat twee filmtickets niet alles oplossen….

  U moet zich indenken hoe rechteloos velen waren die niet tot de Amhara kaste behoorden. Het land bleef ook heel arm, ondanks de vele toespraken en beloftes van de keizer.  In de regio rond Addis-Abeba was het politieke en het economische leven geconcentreerd. Daarnaast  heb je alle provincies rond die regio, die ingelijfd waren tijdens het Amhariserings proces, maar de staatstructuren bestonden er amper. Slechts 7% van de bevolking was gealfabetiseerd, de helft van de scholen bevond zich in de regio rond de hoofdstad en in de Eritrese hoofdstad Asmara. In Addis-Abeba was er één hospitaalbed voor 222 zieken, in de Arsi provincie klom dit al gauw op tot 1% per 22.260 (10) inwoners. De levensverwachting bedroeg er 35 jaar.

Repressie en armoede….een explosieve cocktail

In 74 begon het straatprotest met belangrijke moslim betogingen in Ethiopië. Ik nam eraan deel onder de slogan “wij zijn geen vreemdelingen” en ook stapte ik mee op in de studentenbetogingen die de val van de keizer eisten. De universiteit van Addis-Abeba werd het centrum van de anti-imperialistische strijd. In de jaren 60 debatteerden we over de nationale vraagstukken op basis van het marxisme en de anti-imperialistische strijd. In 69 viel de keizerlijke garde de campus binnen en doodde een twintigtal studenten. Maar het verzet hield niet op, integendeel het groeide zo fel dat de keizer in 1974 de campus sloot. Die universiteit, naar hemgenoemd, die het uithangbord moest zijn van het moderne Ethiopië. Elk jaar poseerde de keizer echter met de afgestudeerden, de sluiting was dus symbolisch.

Hoe ontstonden de marxistische ideeën op de campus ?

De nationale onafhankelijkheidsstrijd in Afrika en de ontwikkelingen in China en Vietnam beïnvloedden de studenten. Het was dus onvermijdelijk dat progressieve ideeën hun weg vonden.  De keizerlijke autoritaire macht kwam in een scherper daglicht te staan. Ethiopië bleef een neo-kolonie maar het kapitalisme werd stapsgewijs binnengebracht. De basis voor een moderne economie was er en die bracht een urbanisatie meebracht. Ook ontstond er een embryonale arbeidersklasse. De klassentegenstellingen werden scherper. In die context werden vakbonden opgericht en groeiden studentenbewegingen. Ik herinner me dat er veel werd gediscussieerd en doorheen de debatten kwam een lijst van uitdagingen naar voor.  De eerste was het boerenvraagstuk. De landbouw was de belangrijkste sector van de Ethiopische economie. Maar die was verdeeld: enerzijds waren er de grondbezitters en anderzijds de vele fel uitgebuite arbeiders uit de provincie. Daarom eiste de progressieve beweging dat het land in handen kwam van hen die het bewerkten. Het nationaliteiten vraagstuk was de tweede grote uitdaging. Ethiopië moest erkend worden als een multinationaal land waar alle burgers gelijkberechtigd zijn.  En dan was er nog het Eritrese vraagstuk. Na WO II werd Eritrea, vroegere Italiaanse kolonie, geannexeerd door Ethiopië. Sindsdien voert het Eritrese volk een strijd voor onafhankelijkheid. Deze strijd beïnvloedde trouwens de progressieve bewegingen in Ethiopië.

 Hoe gebeurde de annexatie van Eritrea ?

Eritrea heeft een kuststrook aan de Rode Zee. Het land werd met goedkeuring van Groot-Brittanië door Italië gekoloniseerd. Na WO II en de nederlaag van Mussolini  en in de context van de dekolonisering van Afrika eiste Eritrea zijn onafhankelijkheid op. Maar de VS hadden er hun centrale communicatiesysteem geïnstalleerd. Zo konden ze - er waren toen nog geen satellieten - zien wat er gaande was in Afrika en in het Midden-Oosten en zelfs in bepaalde regio’s van de Sovjet-Unie.

Washington verhinderde dus de onafhankelijkheid van Eritrea  en drong erop aan dat Ethiopië Eritrea annexeerde. Met keizer Selassie was de VS er zeker van zijn zaak. Selassie van zijn kant zag de kans schoon om via Eritrea een doorgang naar de Rode Zee te hebben. John Foster Dulles, een belangrijk politiek figuur in de VS, leidde toen het bureau van Buitenlandse Betrekkingen . Toen Eritrea ter tafel kwam in de VN veiligheidsraad legde hij zijn wil op: “Vanuit juridisch oogpunt moet het standpunt van het Eritrese volk  in overweging worden genomen. Maar de strategische belangen van de VS in de regio van de Rode Zee en overwegingen van vrede en veiligheid in de wereld maken de annexatie van Eritrea door onze Ethiopische bondgenoten.”

Deze beslissing loopt uit op een langdurig conflict dat trouwens nog steeds niet volledig is opgelost. Waarom werkte de samenwerking tussen Eritrea en Ethiopië niet ?

In Ethiopië zagen we hoe de invoering van het kapitalisme leidde tot de opkomst van de progressieve portestbewegingen sinds de jaren 60. In Eritrea bestond dit fenomeen al sinds de kolonisering door Italië in de jaren 30. Na de oorlog was het contrast tussen het feodaal Ethiopië enerzijds en anderzijds Eritrea met een embryonale moderne economie, vakbonden en vrije pers heel scherp. Moderne en progressieve ideeën verspreidden zich in heel Eritrea. Zij bedreigden het gezag van Selassie en haalden zijn artificieel imago van verlicht leider onderuit.

In 60 leidde een jong legerofficier, Girmane Neway een staatsgreep, terwijl Selassie in Brazilië was. De staatsgreep mislukte en bij zijn terugkeer nam Selassie drastische maatregelen om zijn gezag te verstevigen. Eritrea werd

22-11-2020 om 09:52 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
21-11-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De einddagen van het TPLF-regime in Ethiopië… Het TPLF heeft zijn eigen graf gegraven
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De einddagen van het TPLF-regime in Ethiopië…
Het TPLF heeft zijn eigen graf gegraven

T.C. Montain in “The Nigerian Voice”

Het “Tigray Peoples Liberation” Front (TPLF) van Ethiopië was al bijna drie decennia aan de macht (1991-2018) en zoals we hier in de Hoorn van Afrika zeggen, “het groef zijn eigen graf”.

Het TPLF is de afgelopen 30 jaar het meest corrupte, brutale, zelfs genocidale regime ter wereld geweest. De vredesovereenkomst die de Verenigde Staten hebben gesloten in 2018, laat hen toe in hun thuisprovincie Tigray, een van de kleinste regio’s van Ethiopië, aan de macht te komen. Door deze criminelen een toevluchtsoord te bieden en vervolgens hen toe te laten agenten te betalen om in geheel Ethiopië de afgelopen twee jaar moorden te plegen en etnische chaos te creëren, heeft Het TPLF zijn best gedaan om het land te verwoesten, met andere woorden, “zijn eigen graf te graven”. De Ethiopiërs haten het TPLF. De bevolking heeft in minstens een half dozijn talen laten weten dat deze gangsters voor eens en altijd het zwijgen moet worden opgelegd. Het Ethiopische parlement stemde hier unaniem mee in, waardoor alle etnische groeperingen zich verenigd hebben achter de regering.

Terwijl de wereld werd afgeleid door de verkiezingen in de VS, lanceerde het TPFL een aanval op een logistieke basis van het Ethiopische leger in Tigray, blijkbaar in de hoop wapens te kunnen buitmaken. De aanval mislukte, maar Ethiopisch bloed werd vergoten en er gingen levens verloren. De wreedheid die het TPLF-heeft getoond ten overstaan van de Ethiopische soldaten, heeft heel Ethiopië geschokt. De soldaten die weigerden zich bij Het TPLF aan te sluiten werden in koelen bloede neergeschoten en de rest werd naakt en op blote voeten over de Eritrese grens gejaagd. Berichten over hyena's die de lichamen van Ethiopische soldaten opeten, schokten het hele land.

Dit was letterlijk de druppel die de emmer deed overlopen. De Nobel Vredeslaureaat P.M. Abiy Ahmed nam zijn verantwoordelijkheid en verklaarde de oorlog aan de TPLF-maffia. Iets wat de meerderheid van de Ethiopische bevolking al zeer lang vroeg.

Abiy was pijnlijk geduldig toen het TPLF in 2019 verschillende hoge Amhara generaals van het Ethiopisch leger vermoordde, in een poging om een etnische oorlog uit te lokken. Toen het TPLF begin 2020 de moord op de populaire Oromo-zanger organiseerde en haar agenten uitstuurde om te branden, te plunderen en te moorden, toonde Abiy geduld, terwijl hij tegelijk de strop rond de TPLF-bandieten aanhaalde.

Terwijl de druk met de dag toenam en de bewoners van Tigray steeds onrustiger werden, hield het TPLF nog een van haar “100%” verkiezingen, waarbij zij zelf alle zetels in hun zogenaamde Tigray-parlement veroverden.

Abiy is hen al een stap voor geweest sinds zijn regering in 2018 aan de macht kwam in Ethiopië. Hij de verving de oude Ethiopische munt Birrh door een nieuwe. Het TPLF wilde het oude waardeloze geld vervangen door de nieuwe munt omdat ze haar miljarden gestolen oude Birrh niet konden verantwoorden, waren ze plots al hun gestolen geld kwijt. Het TPLF werd geconfronteerd met een faillissement, waardoor ze niet in staat waren hun veiligheidstroepen te betalen en de controle over het Tigray-volk te behouden.

Daarna ging Abiy naar Soedan en regelde de veiligheid van de Soedanese grens om zo de achterdeur voor het TPLF te sluiten. Steeds meer ingesloten door hun traditionele vijanden de Afars in het zuiden en de Amharas in het westen en met de hermetisch gesloten Eritrese grens in het oosten en het noorden was de enige ontsnappingsroute naar Soedan afgesloten voor de TPLF-bandieten.
Het TPLF zat in een zelfgekozen val!

Het TPLF dreigt al maandenlang met een totale oorlog tegen de regering van Abiy Ahmed. Toen viel het TPL het leger aan in Tigray. Dat was een brug te ver en Abiy begon het Ethiopische leger te mobiliseren om een einde te maken aan de TPLF-gangsters.

Het TPLF reageert door overal etnische haat te zaaien. Het TPLF deed wanhopig pogingen om hun vroegere aanhangers in de EU, de VN en de AU, alsmede op de mensenrechtenorganisaties zoals de “International Crisis Group” (gefinancierd door de “National Endowment for Democracy-CIA” en George Soros), alsook “Amnesty International” en “Human Rights Watch” over te halen.

Vandaag beweren die criminelen dat ze worden vervolgd en oneerlijk behandeld. Het is een groteske komedie, ware het niet dat het TPLF zo gevaarlijk is. Het is een in het nauw gedreven hyena van het gevaarlijkste soort, bereid om zwaar uit te halen.

Toen in de nacht van 9 november het oprukkende Ethiopische leger voor de deur van een stad in het westen van Tigray bijeenkwam, organiseerden de terugtrekkende doodseskaders van het TPLF een bloedbad, waarbij ze letterlijk met machetes en messen zo'n 500 seizoenarbeiders uit andere regio’s afslachtten.

“Amnesty International” meldde dat de overlevenden van dit schokkende bloedbad met de vinger naar de TPLF-moordenaars wezen. In eerste instantie probeerden de westerse media de schuld van de moordpartij zowel aan het Ethiopisch leger als aan de TPLF-milities te geven om zo verwarring te creëren in de wereld. Maar het verslag van Amnesty was recht in de roos en de hele wereld kon zien wat een onmenselijke, barbaarse hoop moordenaars de TPLF-misdadigers in werkelijk zijn.

Dit was niet de eerste keer. Helemaal niet! Het TPLF heeft een lange bloedige geschiedenis van bloedbaden. Toen het Eritrea binnenviel toen ze in 2000 nog de macht had in Ethiopië[i] heeft het vrijwel alle burgers die ze konden vangen afgeslacht. De 1,5 miljoen Eritreeërs die in Ethiopië sinds mensenheugenis woonden, moesten vluchten met alleen de kleren aan en hun kinderen in de hand.

In het begin van de jaren 2000 werd het Anuak-volk van de Gambela[ii] streek (die rijk aan petroleum is en enkele van de rijkste landbouwgronden van Ethiopië bezit) het doelwit van een golf van etnische zuiveringen door TPLF-doodseskaders.

 

Eind 2006 stuurde het TPLF Ethiopiërs naar Somalië in opdracht van hun opperheren in Washington D.C. Tijdens hun twee jaar durende bezetting werden meer dan 50.000 Somaliërs afgeslacht.

In 2007 reageerden ze op een aanval van etnisch Somalische strijders[iii] in de Ogaden regio van Ethiopië door een volledige voedsel- en medische blokkade op te zetten. Deze moordende blokkade duurde tot de vreedzame revolutie van 2018. Terwijl droogte, hongersnood en ten minste twee cholera-epidemieën stuurde het TPLF bovendien nog doodseskaders naar de Ogaden om de weinige tarwe aan te slaan.

Het TPLF heeft talloze bloedbaden aangericht waarbij hun aanhangers de etnische spanningen ten top dreven. Waarbij honderden mensen werden afgeslacht en meer dan 1 miljoen Ethiopiërs in eigen land ontheemd raakten.

Naarmate het Ethiopische leger vandaag in haar offensief in Tigray op drie fronten oprukt in de richting van de TPLF-hoofdstad Mekelle, zijn de in het nauw gedreven hyena's van het TPLF steeds gevaarlijker geworden, of proberen ze dat in ieder geval te worden. Terwijl hun eigen “dienstplichtigen” zich overgeven aan de oprukkende Ethiopische regeringstroepen, lanceert het TPLF een raketaanval op Eritrea, die terecht kwam in een koeienweide aan de rand van de hoofdstad Asmara. Vervolgens verklaarden ze dat het TPLF “officieel in oorlog was met Eritrea”. Eritrea gaf geen krimp na deze doorzichtige provocatie.

Ethiopië heeft een groot modern leger met meer dan 20 geavanceerde Russische jachtbommenwerpers, terwijl Het TPLF in 2018 haar luchtmacht verloor. De TPLF- schurken met hun doodseskaders zijn niet in staat een conventionele oorlog te voeren met de Ethiopische regering.

Het TPLF is uit wanhoop begonnen met het gijzelen van Ethiopiërs, te beginnen met de Ethiopiërs die voor de VN-hulporganisaties werken als levend schild. In haar laatste vluchtoord, de hoofdstad Mekelle, zal het TPLF waarschijnlijk de burgerbevolking van de stad weerhouden te vluchten en ze eveneens als menselijk schild gebruiken. In de hoop zo het Ethiopische leger af te remmen en de luchtmacht te beletten uit te rukken.

Het militaire einde van het TPLF is niet ver weg meer. Het is een kwestie van dagen in plaats van weken. Maar zodra de gevechten voorbij zijn begint het echte harde werk. Het TPLF-regime is al bijna 30 jaar aan de macht in Tigray en ze hebben hun handhavers in elk dorp in de provincie. In elk dorp zullen waarheids- en rechtvaardigheidscomités moeten worden gecreëerd, die al degenen die misdaden tegen de Tigrayans hebben gepleegd, voor het gerecht brengen.

De Ethiopische regering zal het TPLF-onkruid met wortel en al uitrukken in geheel Tigray.
Dat zal veel leiderschap van premier Abiy Ahmed eisen. Maar zijn taak zal na het verdwijnen van het TPLF makkelijker worden om de vrede in Ethiopië te vestigen. Vrede die door de gehele wereld zal worden toegejuicht. (…)

Dat het TPLF “zijn eigen graf heeft gegraven” en op het punt staat om voor altijd begraven te worden, is een grote overwinning voor de Hoorn van Afrika en Oost-Afrika. Het kan een periode van vrede en rechtvaardigheid teweegbrengen. Alsook een welvaart gebaseerd op wederzijdse samenwerking van onze regio’s en tegelijk vrienden van de westerse bankiers en multinationale bloedzuigers naar de hel testuren. De dood van Het TPLF zal de CIA, die het TPLF vanaf het begin heeft gesteund, beroven van haar meest succesvolle crimineel project in Afrika in de afgelopen 40 jaar.

De auteur van het artikel is Thomas C. Mountain is een historicus die sinds 2006 in Eritrea woont en van daaruit verlag uitbrengt

https://www.thenigerianvoice.com/news/293785/digging-their-own-grave-the-end-days-of-ethiopias-tplf-reg.html

 



[i] Het TPLF had de macht in Ethiopië van 1991 tot 2018 toen het van de macht werd verdreven en naar Tigray moest vluchten.

[ii] https://nl.wikipedia.org/wiki/Gambela_(regio)

[iii] De Britten schonken op het einde van de 19de eeuw het oostelijk gedeelte van Somalië, waaronder de Ogaden aan de eerste keizer van (groot) Ethiopië.

21-11-2020 om 10:03 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - ( Stemmen)
Tags:Hoorn van Afrika, Ethiopië
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Les derniers jours du régime du TPLF en Ethiopie... Le TPLF a creusé sa propre tombe
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Les derniers jours du régime du TPLF en Ethiopie...
Le TPLF a creusé sa propre tombe

T.C. Montain dans "The Nigerian Voice"

Le Front de libération du peuple tigré (FPLT) d'Éthiopie était au pouvoir depuis près de trois décennies (1991-2018) et, comme on le dit ici dans la Corne de l'Afrique, "il a creusé sa propre tombe".

Le TPLF a été le régime le plus corrompu, le plus brutal, voire génocidaire du monde au cours des 30 dernières années. L'accord de paix signé par les États-Unis en 2018 leur permet de prendre le pouvoir dans leur province natale du Tigré, l'une des plus petites régions d'Éthiopie. En offrant à ces criminels un sanctuaire et en leur permettant ensuite de payer des agents pour commettre des meurtres et un chaos ethnique dans toute l'Éthiopie au cours des deux dernières années, le TPLF a fait de son mieux pour détruire le pays, en d'autres termes, "creuser sa propre tombe". Les Éthiopiens détestent le TPLF. La population a déclaré dans au moins une demi-douzaine de langues que ces gangsters devaient être réduits au silence une fois pour toutes. Le parlement éthiopien a donné son accord à l'unanimité, de sorte que tous les groupes ethniques se sont unis derrière le gouvernement.

Alors que le monde était distrait par les élections américaines, le TPFL a lancé une attaque sur une base logistique de l'armée éthiopienne au Tigré, espérant apparemment capturer des armes. L'attaque a échoué, mais le sang éthiopien a coulé et des vies ont été perdues. La cruauté dont a fait preuve le TPLF envers les soldats éthiopiens a choqué toute l'Ethiopie. Les soldats qui ont refusé de rejoindre le TPLF ont été abattus de sang froid et les autres ont été chassés nus et pieds nus à travers la frontière érythréenne. Les rapports faisant état de la présence d'hyènes mangeant les corps des soldats éthiopiens ont choqué tout le pays.

C'est littéralement la paille qui a fait déborder le seau. Le prix Nobel de la paix P.M. Abiy Ahmed a pris ses responsabilités et a déclaré la guerre à la mafia du TPLF. C'est ce que la majorité de la population éthiopienne demande depuis très longtemps.

Abiy a été douloureusement patient lorsque le TPLF a assassiné plusieurs généraux Amhara de haut rang de l'armée éthiopienne en 2019, dans une tentative de provoquer une guerre ethnique. Lorsque le TPLF a organisé le meurtre de la populaire chanteuse oromo au début de l'année 2020 et a envoyé ses agents pour brûler, piller et assassiner, Abiy a fait preuve de patience, tout en resserrant le noeud coulant autour des bandits du TPLF.

La pression augmentant de jour en jour et les habitants du Tigré devenant de plus en plus agités, le TPLF a tenu une autre de ses élections "à 100%", conquérant tous les sièges de son soi-disant parlement du Tigré.

Abiy a une longueur d'avance sur eux depuis que son gouvernement est arrivé au pouvoir en Ethiopie en 2018. Il a remplacé l'ancienne monnaie éthiopienne, le birrh, par une nouvelle. Le TPLF voulait remplacer l'ancien argent sans valeur par la nouvelle monnaie parce qu'ils ne pouvaient pas rendre compte de leurs milliards de vieux Birrh volés, ils ont soudainement perdu tout leur argent volé. Le TPLF a fait faillite, ce qui l'a empêché de payer ses forces de sécurité et de maintenir son contrôle sur le peuple du Tigré.

Puis Abiy s'est rendu au Soudan et a organisé la sécurité de la frontière soudanaise pour fermer la porte de derrière pour le TPLF. Enfermés par leurs ennemis traditionnels, les Afars au sud et les Amharas à l'ouest, et avec la frontière érythréenne hermétiquement fermée à l'est et au nord, la seule voie d'évasion vers le Soudan était fermée aux bandits du TPLF.

Le TPLF était dans un piège qu'il avait lui-même choisi !

Le TPLF menaçait depuis des mois de mener une guerre totale contre le gouvernement d'Abiy Ahmed. Puis le TPLF a attaqué l'armée dans le Tigré. C'était un pont trop loin et Abiy a commencé à mobiliser l'armée éthiopienne pour arrêter les gangsters du TPLF.

Le TPLF a réagi en semant partout la haine ethnique. Le TPLF a tenté désespérément de persuader ses anciens partisans de l'UE, des Nations unies et de l'UA, ainsi que des organisations de défense des droits de l'homme telles que l'"International Crisis Group" (financé par la "National Endowment for Democracy-CIA" et George Soros), ainsi qu'"Amnesty International" et "Human Rights Watch".

Aujourd'hui, ces criminels affirment être poursuivis et traités injustement. C'est une comédie grotesque, si ce n'était du fait que le TPLF est si dangereux. C'est une hyène acculée du genre le plus dangereux, prête à payer un lourd tribut.

Dans la nuit du 9 novembre, lorsque l'armée éthiopienne en marche s'est rassemblée aux portes d'une ville du Tigré occidental, les escadrons de la mort du TPLF, qui battaient en retraite, ont organisé un massacre, massacrant littéralement à la machette et au couteau quelque 500 travailleurs saisonniers d'autres régions.

"Amnesty International" a rapporté que les survivants de ce massacre choquant ont pointé du doigt les tueurs du TPLF. Au départ, les médias occidentaux ont tenté de rejeter la responsabilité du massacre sur l'armée éthiopienne et les milices du TPLF afin de créer la confusion dans le monde. Mais le rapport d'Amnesty était en plein dans le mille et le monde entier a pu voir quel tas de meurtriers inhumains et barbares sont réellement les criminels du TPLF.

Ce n'était pas la première fois. Pas du tout ! Le TPLF a une longue et sanglante histoire de massacres. Lorsqu'il a envahi l'Érythrée alors qu'il était encore au pouvoir en Éthiopie en 2000, il a massacré presque tous les civils qu'il a pu capturer. Les 1,5 million d'Érythréens qui vivaient en Éthiopie depuis des temps immémoriaux ont dû fuir avec seulement leurs vêtements et leurs enfants à la main.

Au début des années 2000, le peuple Anuak de la région de Gambela (qui est riche en pétrole et possède certaines des terres agricoles les plus riches d'Ethiopie) est devenu la cible d'une vague de nettoyage ethnique par les escadrons de la mort du TPLF.

 

Fin 2006, le TPLF a envoyé des Ethiopiens en Somalie sur ordre de leurs chefs à Washington D.C. Pendant les deux années d'occupation, plus de 50 000 Somaliens ont été massacrés.

En 2007, ils ont répondu à une attaque de combattants somaliens dans la région de l'Ogaden en Ethiopie en mettant en place un blocus alimentaire et médical complet. Ce blocus meurtrier a duré jusqu'à la révolution pacifique de 2018. En outre, alors que la sécheresse, la famine et au moins deux épidémies de choléra se poursuivaient, le TPLF a envoyé des escadrons de la mort dans l'Ogaden pour frapper les quelques blés.

Le TPLF a perpétré de nombreux massacres au cours desquels ses partisans ont exacerbé les tensions ethniques. Des centaines de personnes ont été massacrées et plus d'un million d'Éthiopiens ont été déplacés à l'intérieur du pays.

Alors que l'armée éthiopienne, dans son offensive au Tigré, avance aujourd'hui sur trois fronts vers la capitale du TPLF, Mekelle, les hyènes acculées du TPLF sont devenues, ou tentent de devenir, de plus en plus dangereuses. Alors que ses propres "conscrits" se rendent aux troupes gouvernementales éthiopiennes qui avancent, le TPLF lance une attaque à la roquette sur l'Érythrée, qui s'est soldée par un pâturage pour vaches à la périphérie de la capitale Asmara. Ils ont ensuite déclaré que le TPLF était "officiellement en guerre avec l'Erythrée". L'Erythrée n'a pas reculé après cette provocation transparente.

L'Ethiopie dispose d'une grande armée moderne avec plus de 20 chasseurs-bombardiers russes avancés, tandis que le TPLF a perdu son armée de l'air en 2018. Les voyous du TPLF avec leurs escadrons de la mort sont incapables de mener une guerre conventionnelle avec le gouvernement éthiopien.

Le TPLF a commencé à prendre des Ethiopiens en otage par désespoir, en commençant par les Ethiopiens travaillant pour les agences d'aide de l'ONU comme boucliers vivants. Dans son dernier refuge, la capitale Mekelle, le TPLF est susceptible de dissuader la population civile de fuir la ville et de les utiliser également comme boucliers humains. Dans l'espoir de ralentir l'armée éthiopienne et d'empêcher l'armée de l'air d'avancer.

La fin militaire du TPLF n'est pas loin. C'est une question de jours plutôt que de semaines. Mais dès que les combats sont terminés, le vrai travail commence. Le régime du TPLF est au pouvoir dans le Tigré depuis près de 30 ans et il a ses exécutants dans chaque village de la province. Des comités de vérité et de justice devront être créés dans chaque village, afin de traduire en justice tous ceux qui ont commis des crimes contre les Tigres.

Le gouvernement éthiopien va éradiquer l'herbe du TPLF dans tout le Tigré.

Cela exigera beaucoup de leadership de la part du Premier ministre Abiy Ahmed. Mais sa tâche sera plus facile pour établir la paix en Éthiopie après la disparition du TPLF. Une paix qui sera applaudie par le monde entier. (…)

Le fait que le TPLF ait "creusé sa propre tombe" et soit sur le point d'être enterré à jamais est une grande victoire pour la Corne de l'Afrique et l'Afrique de l'Est. Elle peut apporter une période de paix et de justice. Aussi une prospérité basée sur la coopération mutuelle de nos régions et en même temps tester les amis des banquiers occidentaux et des sangsues multinationales à l'enfer. La mort du TPLF privera la CIA, qui a soutenu le TPLF depuis le début, de son projet criminel le plus réussi en Afrique au cours des 40 dernières années.

L'auteur de l'article est Thomas C. Mountain est un historien qui vit en Erythrée depuis 2006 et qui rapporte

https://www.thenigerianvoice.com/news/293785/digging-their-own-grave-the-end-days-of-ethiopias-tplf-reg.html

 

 

21-11-2020 om 10:02 geschreven door Hope for the Horn  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Tags:Corne d'Afrique, Ethiopie


Inhoud blog
  • Abiy Ahmed fait face à une Éthiopie divisée et à une pression croissante
  • Abiy Ahmed wordt geconfronteerd met een verdeeld Ethiopië en toenemende druk
  • Ethiopië aan de rand van de afgrond: Waarom het zichzelf van de ondergang moet redden
  • Protesten in afgescheiden Somaliland vragen om hereniging met Somalië
  • Des manifestations au Somaliland appellent à la réunification avec la Somalie.
    Zoeken in blog

    Hope for the Horn of Africa

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Archief per week
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 16/01-22/01 2023
  • 14/02-20/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 27/12-02/01 2022
  • 13/12-19/12 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 21/12-27/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs