For peace and cooperation For peace and cooperation in the Horn of Africa
23-09-2021
Etno-nationalisme, imperialisme en de arbeidersklasse in Ethiopië
Etno-nationalisme, imperialisme en de arbeidersklasse in
Ethiopië
De relatie tussen strijd voor onafhankelijkheid en
klassenstrijd, een complex verhaal.
ROAPE September 21, 2021
Door Hibist Kassa
Sinds 4 november vorig jaar is Ethiopië verwikkeld in een verwoestende
burgeroorlog met het Tigray Peoples Liberation Front (TPLF), die werd
gekenmerkt door escalerende genocidale aanvallen op etnische minderheden in
Ethiopië. De omvang van de verkeerde informatie en desinformatie over de
oorlog, het schaamteloze gebrek aan context, de schaamteloze en ronduit
gevaarlijke pogingen om niet alleen onjuiste verhalen op te dringen, maar ook
een enge mensenrechtenagenda op te leggen die de schendingen door het Tigrayan
Peoples Liberation Front (TPLF) en zijn bondgenoten negeert, is zeer
verontrustend en alomtegenwoordig.
Momenteel wordt in de reguliere media en via netwerken een
gevaarlijk simplistisch en onjuist verhaal verspreid, waarin de federale
regering wordt afgeschilderd als een regering die absoluut centralisatie
nastreeft, in tegenstelling tot het TPLF, dat federalisme nastreeft. Dit is
gebaseerd op een over simplificatie van
de geschiedenis van de opbouw van het land en betwistingen daarvan, alsook de
aard van de verschillende culturen en talen en hun relatie tot de
klassenmaatschappij.
Dit jaar was het 125 jaar geleden dat in 1896 de Slag bij
Adwa plaatsvond, een historische nederlaag van Italië, een Europese
imperialistische macht door Afrikanen, samen met de eenwording van verdeelde
volkeren in het land Abessinië (het vroegere Ethiopië). Heren, lijfeigenen en
slaven, vrouwen en mannen, mobiliseerden een leger van ongeveer 100.000 man om
de Italiaanse troepen in enkele uren tijd te verslaan. De nasleep van de
overwinning legde ook de basis voor verdere consolidatie van het rijk en het
smeden van de moderne staat, een omstreden historisch proces dat in het huidige
conflict op de voorgrond is getreden. Er is een genuanceerde en historisch
gefundeerde benadering nodig om te analyseren hoe de spanningen tussen centrum
en periferie vorm hebben gegeven aan de autonomie in Tigray, om het brede
spectrum van debatten binnen het TPLF te begrijpen en om te zien hoe elites dit
hebben ingezet in het huidige conflict (ik onderzoek dit hier in detail in het
Agrarian South Bulletin).
Hoewel een goede analyse van de crisis belangrijk is om interventies
op te begrijpen, moeten we ook de aard van de verschillende strategieën van de heersende
klassen begrijpen, de tegenstrijdigheden in deze strategieën en waar dit de
arbeidersklasse en de vooruitgang van een progressief alternatief van onderuit teweegbrengt.
Wat zijn de concurrerende verhalen?
Op dit moment wordt bemiddeling voorgesteld, zoals onlangs
werd bepleit in een verklaring van Afrikaanse intellectuelen, die griezelig
genoeg de lijn van de Verenigde Staten en het TPLF ten aanzien van de crisis
volgde. In een krachtige reactie van het Global Ethiopian Scholars Initiative
en Jon Abbink wordt gewezen op de problematische aard van de verklaring en op
de noodzaak te begrijpen wat er werkelijk op het spel staat in de onstabiele
Hoorn van Afrika, waar een herschikking van de geopolitieke betrekkingen. De
solidariteit tussen Eritrea-Ethiopië-Somalië en Zuid-Soedan kan de Amerikaanse
overheersing in de regio doen verdwijnen en de neergang van het TPLF bezegelen.
Om de moeilijke en gecompliceerde context van de aan de gang zijnde
veranderingen te begrijpen, moet ook zorgvuldig aandacht worden besteed aan wat
in het dominante verhaal van de crisis wordt weggelaten.
Het was bijvoorbeeld schokkend om de pro-TPLF commentator
Martin Plaut, nu gastonderzoeker aan het Kings College Department of War
Studies, op 5 februari van dit jaar brutaal te horen verklaren dat, ook al was
het bloedbad in Mai-Kadra in West-Tigray verschrikkelijk, het me niet kan
schelen wie het heeft aangericht (zie 30:00-31:21). Dit was een genocide op
ongeveer 1000 mannen, bejaarden en kinderen die door jeugdgroepen van het TPLF als
etnische Amhara werden geïdentificeerd. Terwijl de mannen werden afgeslacht,
hoorden vrouwen hen zeggen dat zij de volgende keer voor hen zouden komen.
Zelalem Tessema, medevoorzitter van de Ethiopische Vereniging in het Verenigd
Koninkrijk, die deel uitmaakte van hetzelfde panel als Plaut, zei dat dit het Srebrenica-slachtpartijt
van Ethiopië was. De verantwoordelijkheid Plaut bij naar het onderzoek naar de
Amhara-milities, de Ethiopische federale troepen en de betrokkenheid van
Eritrea zonder de TPLF-milities en hun jeugdleden te onderzoeken. Zij zullen
ontsnapten om zich bij de vluchtelingen aan de Soedanese grens te voegen. Het
TPLF is doorgegaan met het begaan van wreedheden in zijn wrede expansie in de
Afar- en Amhara-regio's, waarbij tot 4 miljoen mensen ontheemd raakten.
Intussen heeft een samenhangende campagne van de VS, de EU
en de VN, met inbegrip van het IMF en de Wereldbank, die het TPLF gunstig
gezind is, zich geconcentreerd op de gebeurtenissen tijdens de crisis in Tigray
om de Ethiopische federale regering
onder druk gezet en hen te verplichten te bemiddelen met het TPLF. Zelfs toen
de regering een eenzijdig staakt-het-vuren afkondigde, bleef het TPLF andere
provincies in de provincies Amhara en Afar binnendringen, Lalibela tijdelijk
bezetten, burgers afslachten en historische kerken in Gondar vernielen. Er was
nog steeds geen werelwijde veroordeling van het TPLF, met uitzondering van het
geval waarin de directeur van USAID in Ethiopië melding maakte van de
wijdverbreide plundering van hulpgoederen door het TPLF.
Ook de moorden op etnische minderheden elders, die in
verband worden gebracht met het Oromo-bevrijdingsfront (OLF), dat openlijk
geallieerd is met het TPLF, hebben geen aandacht gekregen. In principe moeten
schendingen door alle overheids- en niet-overheidsactoren in Tigray en andere
delen van Ethiopië worden onderzocht, slachtoffers moeten worden verzorgd en de
schuldigen moeten ter verantwoording worden geroepen. Maar de geopolitieke
machtsstrijd die gaande is, heeft geen belang bij een dergelijke
verantwoordingsagenda. In plaats daarvan worden mensenrechtenschendingen, of
het nu gaat om genocide, wijdverspreide verkrachtingen, het ronselen van
kinderen als strijders of schendingen van de rechten van Eritrese
vluchtelingen, genegeerd wanneer de strijdkrachten van het TPLF als schuldigen
worden aangewezen. Praten over verantwoordingsplicht en mensenrechten is
slechts een spel in een groter geopolitiek slagveld.
Het is van essentieel belang dat de feiten kloppen!
Om deze uiterst complexe crisis te kunnen begrijpen, is het
van belang dat we ons richten op de volgende belangrijke feiten:
Op 4 november, nadat de federale regering van Ethiopië 281
miljoen dollar had overgemaakt aan de provinciale regering van Tigray, werd een
bliksem-slag, zoals omschreven door de woordvoerder van de TPLF, ontketend op
federale troepen die gezamenlijke operaties uitvoerden met de provinciale
troepen van Tigray. Ongewapende soldaten en generaals werden in hun pyjama
afgeslacht en hun lichamen werden achtergelaten om weg te rotten, terwijl
andere troepen als gevangenen werden meegenomen. Soldaten met een
gespecialiseerde opleiding werden later standrechtelijk geëxecuteerd, overreden
met vrachtwagens en vrouwelijke soldaten werden verkracht. Toen het nieuws van
deze schokkende aanval doorsijpelde, werd het grote publiek met afschuw vervuld
en kwam er een einde aan alle pogingen om de spanningen tussen de federale
regering en het TPLF te bemiddelen.
Voorafgaand aan de bovengenoemde aanval waren de spanningen
tussen de federale regering in Addis Abeba en het TPLF opgelopen. Het verlies
van de machtspositie van het TPLF in de federale regering, die bijna drie
decennia heeft geduurd, had de leden van de commissie gegriefd. Er zij aan
herinnerd dat het TPLF zelf een politieke partij was, met zijn eigen
hiërarchieën en leden afkomstig uit verschillende kiesdistricten in de
provincie Tigray.
De normalisering van de betrekkingen met Eritrea was een
zeer belangrijke verandering die premier Abiy Ahmed in 2018 heeft doorgevoerd.
Deze belangrijke verandering in het buitenlands beleid van Ethiopië werd
mogelijk gemaakt onder de Ethiopische Volksrevolutie Democratisch Front (EPRDF)
coalitie met nieuw leiderschap onder Abiy Ahmed als lid van de Oromo People's
Democratic Organization (OPDO). Dit was een beslissende breuk met het
buitenlandse beleid van het TPLF, die de Eritrese regering als een dodelijke
vijand had behandeld. Het TPLF in Addis-Abeba was een voor de uitbreiding van het
AFRICOM van de Verenigde Staten in de Hoorn van Afrika, en behield een zekere
schijn van soevereiniteit na nationale onafhankelijkheid. Deze voormalige
bondgenoten, die oorlog voerden tegen de Derg (het militaire regime dat van
1974 tot 1987 Ethiopië en Eritrea regeerde), werden al snel vijanden van de
etno-nationalistische agenda van de TPLF, die was verankerd in het Ethiopische
federalistische systeem vanaf 1992, waarbij provincies en het hele
bestuurssysteem opnieuw werden ingedeeld op basis van etniciteit. Elke
provincie vormde zijn eigen staande legers en verankerde het recht op
afscheiding in de grondwet.
De provincie Tigray ligt in het noordelijkste deel van
Ethiopië en deelt een grens met Eritrea, waarover oorlog werd gevoerd van
1998-2000, toen Abiy als soldaat in de frontlinie stond. Een vredesverdrag werd
pas in 2018 ondertekend toen de OPDO onder Abiy aan de macht kwam na een golf
van volksprotesten tegen de TPLF. Volgens Iqbal Jhazbay (voormalig ambassadeur
van Zuid-Afrika in Eritrea) bood dit Eritrea, een voorheen geïsoleerd regime
dat zich hardnekkig heeft verzet om door buitenlandse mogendheden om als pion
te worden gebruikt, sinds de ondertekening van het vredesverdrag een brug
waarmee het zijn invloed op het buitenlands beleid in de onstabiele Hoorn van
Afrika kan uitbreiden. Asmara heeft zich verzet tegen een agenda van regimeverandering,
een uitdaging waarvoor Ethiopië zich nu gesteld ziet onder de nieuwe
Vooruitgangspartij (PP) onder leiding van Abiy, die nu weerstand heeft moeten
bieden aan de druk van buitenlandse mogendheden om zijn betrekkingen met
Eritrea zelf te kunnen bepalen.
De succesvolle voltooiing van de Grote Ethiopische
Renaissance Dam (GERD) stuitte niet alleen op verzet van Egypte en Soedan, maar
ook op de tegenkanting van de VS en Israël. Hoewel de GERD werd bedacht en
geïnitieerd door voormalig premier Meles Zenawi, kon de succesvolle uitvoering
ervan niet rekenen op de volledige steun van zijn erfgenamen van het TPLF. De
Metal and Engineering Corporation, een grote parastatale onderneming, die
belast was met de verwezenlijking van sommige onderdelen voor de GERD, stelde de
normen op. Dit heeft het project vertraagd en had subversieve bedoelingen. Het
lag nietaan de incompetentie van de
kant van de parastatale onderneming. De samenwerking tussen Egypte en Soedan,
en de herschikking van belangen met interne actoren, zoals het TPLF (en nu
OLF), heeft een nieuwe dodelijke alliantie gecreëerd die de stabiliteit in de
Hoorn van Afrika bedreigt.
Ethiopië staat op het punt om binnen twee jaar
zelfvoorzienend te worden op het gebied van de tarweproductie. De regering Abiy
is ook bezig met het opzetten van broodfabrieken om ervoor te zorgen dat de
armen in de steden en de werkende bevolking zich brood kunnen veroorloven
(vooral in een tijd waarin de voedselprijzen de pan uit blijven rijzen). Naast
de GERD en zijn potentieel om hernieuwbare energiebronnen te leveren aan de
Hoorn van Afrika en daarbuiten, moeten deze ontwikkelingen worden gezien als
inspanningen om de productiecapaciteit in de regio te versterken en hopelijk
ook het energietekort aan te pakken dat op de schouders van vrouwen rust. Het
is ook een feit dat de investeringen in infrastructuur en de industrieparken,
met name in de kledingindustrie, grote belangstelling hebben gewekt bij wereldmerken,
maar ook een aanzienlijk beroep hebben gedaan op de mobilisering van
binnenlandse middelen. Dit zijn allemaal tekenen dat er in het land concrete
vooruitgang wordt geboekt.
Ondanks het engagement van de Ethiopische regering om te
liberaliseren, heeft t het bewind de VS en de Bretton Wood-Instellingen niet
kunnen overtuigen. Er zijn sancties opgelegd aan regeringsfunctionarissen die
naar de VS reizen. Aan leningen worden voorwaarden verbonden om bemiddeling met
het TPLF te waarborgen. De tussenkomst van het IMF, dat hoofdzakelijk onder
invloed van de VS staat, voor dit conflict is opmerkelijk.
De Bretton Woods-instellingen, met name het IMF, hebben
voorwaarden verbonden aan de steunverlening waardoor de regering wordt
verplicht concessies te doen aan het TPLF. Deze harde opstelling ten opzichte
van de Ethiopische regering is raadselachtig, aangezien zij het land open voor
het bedrijfsleven heeft verklaard, een van de laatste sterk gereguleerde
economieën van Afrika heeft geliberaliseerd en concurrentie heeft toegestaan
met staatsbedrijven, de elektriciteitssector en de telecommunicatiesector. De
regering Abiy is ook een zeer consequente partner geweest in de oorlog tegen
het terrorisme, vooral wat de operaties tegen Al-Shabab in Somalië betreft.
Dit wijst erop dat er meer op het spel staat bij het smeden
van bondgenootschappen van Ethiopië met Eritrea en Somalië en bij het streven om
de Hoorn van Afrika te stabiliseren op een wijze die niet in dienst staat van
Washington en zijn War on Terror. Lawrence Freeman (vertegenwoordiger van de
VS regering) betoogt in een panel op de Ethiopische televisie, Addis Dialogue,
dat een wereldwijde politieke macht die de neokoloniale controle over Afrikaanse
landen wenst te handhaven, elke actor die buiten de controle van de VS opereert
als een bedreiging van hun dominantie beschouwt en als een bedreiging moet
worden aangepakt. Diaken Yoseph Tafari, voorzitter van de Ethiopian American
Civic Council, is het daarmee eens en benadrukt dat de VS de regering Abiy aan
het begin van haar ambtstermijn aanvankelijk verkeerd hadden ingeschat en
geconfronteerd werden met de realiteit van haar meer autonome benadering van
het buitenlands beleid en haar volharding in door de staat geleide
ontwikkelingsinitiatieven, zoals de GERD. Het is deze politiek die aan de
grondslag ligt aan de agenda voor een regimewisseling.
Het TPLF, die de dominante kracht was in de vorige
coalitieregering, was in staat de veiligheidstaken en het bestuur van de staat
te controleren en aanzienlijke investeringen te doen in staatsbedrijven. Het is
een publiek geheim dat het TPLF over 30 miljard dollar aan buitenlandse
rekeningen beschikte. Op het hoogtepunt bedroeg de buitenlandse hulp 3,5
miljard dollar per jaar. Twee tot drie miljard dollar ging jaarlijks verloren
door onder- en over-facturering van de import. De parastatale bedrijven waren
effectieve middelen geworden voor de accumulatie van rijkdom door de top van
het regime, met verschillende vormen van relaties van het patronaat met machtige
actoren binnen het partijapparaat. De nabijheid van de macht had zijn
voordelen, maar die waren niet te vergelijken met de accumulatie van rijkdom en
de toenemende ongelijkheid die de afgelopen drie decennia zichtbaar was
geworden.
Vraag en antwoord tussen Munyaradzi Gwisai en Hibist
Kassa over de toestand van de arbeidersklasse in Ethiopië vandaag.
MG: De opkomende Ethiopische arbeidersklasse speelde een
sleutelrol in de revolutie van 1974 die uiteindelijk keizer Haile Selassie
afzette. De golf van stakingen inspireerde de volksprotesten van studenten,
boeren en de soldaten. Die grepen uiteindelijk de macht onder leiding van de
[marxistisch-leninistische] Derg, wat leidde tot een periode van burgeroorlog
en instabiliteit van bijna twee decennia.
Wat gebeurde er met de Ethiopische arbeidersklasse na deze periode, in de
gevechten die volgden... Werden klassenstrijd en -organisatie verpletterd door
repressie en oorlog?
HK: Zoals het geval van de parastatale Metal and Engineering
Corporation (MetEC) laat zien, hebben vakbonden in Ethiopië strijd geleverd, en
zijn zij dat blijven doen, om zich te organiseren. De Industrial All Federatie
heeft belangrijke interventies verricht, vooral in industrieparken. Er is
belangrijk analytisch werk verricht over de superuitbuiting van vrouwelijke
werknemers. Dit heeft de aandacht heeft gevestigd op de wijze waarop de
accumulatiestrategie van de staat, die berust op goedkope loonarbeid en het
scheppen van een gunstig klimaat voor directe buitenlandse investeringen, de
onderdrukking van georganiseerde arbeid vereist.
Als reactie op het grote verloop van de beroepsbevolking en
een golf van wilde stakingen zijn er enkele gematigde hervormingen doorgevoerd
om de werknemers een middel te geven om hun bezorgdheid kenbaar te maken via de
inspecteurs van het ministerie van Arbeid en de oprichting van
districtskantoren. Desondanks moeten vakbonden nog steeds in staat zijn om
werknemers op de werkvloer te organiseren. Hiertegen bestaat nog steeds
weerstand.
Bovendien staat de focus op grootschalige directe buitenlandse
investeringen als middel om industrialisatie mogelijk te maken, in
tegenstelling met de dynamische en gediversifieerde economische activiteiten
van kleine producenten in de landbouw, de huisnijverheid en de detailhandel.
Ethiopië kent een geschiedenis van coöperatieve verenigingen die teruggaan tot
het Derg-regime, maar deze werden ontbonden door het door het TPLF gedomineerde
EPRDF-regime.
MG: Ethiopië behoort tot de vijf best presterende
economieën in Afrika in de afgelopen tien jaar, met jaarlijkse groeipercentages
van meer dan 10%. Er moet dus een nieuwe, jongere en grotere arbeidersklasse
zijn ontstaan. Als de arbeidersklasse zich in deze periode heeft teruggetrokken
en deklein-burgerij de touwtjes in handen heeft gegeven, is er dan geen sprake
geweest van een aanzienlijke groei en her opstanding van de arbeidersklasse in
de periode na 1995? Kwantitatief en kwalitatief, vooral na 2000?
Wat is de graad van organisatie, klassebewustzijn en
strijdbaarheid van deze nieuwe uitgebreide klasse? Hoe verhoudt deze zich tot
de leidende rol die andere arbeidersklassen in de regio recentelijk hebben
gespeeld, bijvoorbeeld in Soedan, Egypte en Kenia, en vormt zij een tegenwicht
tegen de klein-burerij en hun op etniciteit op regio's gebaseerde politiek en
mobilisatie?
HK: Er is een nieuwe, jongere en grotere arbeidersklasse
ontstaan. Ze bestaat vooral uit vrouwen. De nieuwe laag werkers die voortkomen
uit de nieuwe industrialisatie zijn vooral de vrouwelijke werkneemsters, die in
het kader van de ontwikkelingsstrategie van het land overmatig worden
uitgebuit. Plattelands- en stadsmigratie, en nu met covid-19, stads- en
plattelandsmigratie, zijn belangrijk geworden.
Ik denk dat als we het voornamelijk informele karakter van
de arbeidersklasse of de werkers in ogenschouw moeten (zoals Issa Shivji zegt),
we verschillende benaderingen moeten gebruiken om de vormen van verzet tegen
het kapitaal en de staat te analyseren, en de manieren waarop mensen van
onderaf strijd. Deze verruimde benadering van verzet en klassebegrip helpt ons
beter de verbanden te leggen tussen de armen in de steden en de bezitloze
massa's, en de plattelandsgemeenschappen, die de last van de sociale
reproductie dragen terwijl van bovenaf een strategie van goedkope loonarbeid op
basis van geslacht wordt opgelegd.
De accumulatie van
welvaart door de elite en de geslachten van de arbeidersklasse
Het is van cruciaal belang om ook na te denken over de aard
van de corruptie die via illegale geldstromen wordt vergemakkelijkt en hoe dit
heeft bijgedragen aan de verrijking van elites in de door het TPLF gedomineerde
etnische coalitieregering, voordat deze in 2018 werd afgezet. Een goed
voorbeeld hiervan is de mega parastatale Metal and Engineering Corporation
(MetEC).
Met ongeveer zeventig staatsbedrijven, zeven entiteiten die
militaire hardware produceren en ongeveer 12.500 werknemers is MetEC een
belangrijke speler in de Ethiopische economie. Onder het TPLF heeft het met
succes de vakbondsorganisatie op de werkvloer verdreven. In 2014 voerden de
vakbonden campagne tegen de toenmalige CEO Knife Dangew. De syndicalisten werden
ontslagen omdat zij wilden onderhandelen over rechten en omdat zij vastzaten
aan de erfenis van de vorige marxistisch-leninistische militaire dictatuur. In
2018 bleek uit een parlementair onderzoek dat er op grote schaal sprake was van
omkoperij, waarbij de prijzen van binnenlandse en internationale aanbestedingen
tot 2 miljard dollar te hoog waren, in sommige gevallen 400% hoger dan de
marktprijzen. De CEO werd in november 2018 gearresteerd en aangeklaagd over de
aanbesteding van twee zeeschepen, twee hotels en een kunststoffenfabriek.
De beschrijving hieronder door Tim Hall van een
industriepark, in Hawassa, nu in de nieuw opgerichte provincie Sidama, geeft
ons een glimp van de situatie van voor de komst van de Covid:
Meer dan 17.000 jonge vrouwen uit overwegend rurale
gebieden en van diverse etnische afkomst zijn vanaf 2017 gemigreerd om te
werken in het Hawassa Industrial Park (HIP), dat bij volledige capaciteit werk
biedt aan ongeveer 120.000 voornamelijk vrouwelijke werknemers. Zij worden
geconfronteerd met lange ploegendiensten, lage lonen gezien de kosten van
levensonderhoud tussen 800 en 2000 BIRR per maand (US$27-68) en nieuwe
uitdagingen in een onbekende stedelijke context, die nog worden verergerd door
hun status en de ontwrichting uit familiale netwerken.
De korte beschrijving die Hall hierboven geeft is die van
vrouwen die zelfhulpgroepen vormen op basis van etniciteit en religie.
Hoewel er iets voor te zeggen is om etniciteit (of
verwantschap zoals Archie Mafeje stelt) te begrijpen in termen van hoe het een
organiserend element kan zijn in het arbeidsproces, mogen de starre en
ondoordringbare koloniale opvattingen over etniciteit die door het TPLF zijn
geïnstitutionaliseerd, niet worden onderschat. Hoe relevant dit ook is om de
reproductie van ongelijkheden te begrijpen, in het geval van Ethiopië is het
ook belangrijk om af te wegen hoe deze zijn verankerd als een organiserend
principe van de samenleving.
De mogelijkheid om bepaalde groepen kwetsbaar te maken,
zoals in het geval van de niet-Sidamo-vrouwen die migreren in Hawaasa of de
migrerende landarbeiders, moet ook met de nodige voorzichtigheid worden
behandeld. Het TPLF heeft als dominante kracht in de EPRDF-coalitie bijna drie
decennia lang een doeltreffend mechanisme gehad om dit te verankeren in de
alledaagse vormen van sociale, politieke en economische sferen van de
samenleving, van etnische ontwikkelingsbanken tot het hertekenen van
provinciale grenzen, zoals in Raya, om gebieden waar etnische
Amhara-minderheden van hun rechten kunnen worden beroofd, in te delen.
Daarnaast is er ook sprake van een gevaarlijke over-simplificatie
van lange perioden van de geschiedenis. De associatie van onderdrukte klassen
met specifieke taal- en culturele groepen heeft een gevaarlijke en verdeeldheid
zaaiende propaganda gevoed. Hierdoor worden bepaalde taalgroepen als uitbuiters
en onderdrukkers bestempeld en andere als slachtoffers van onteigening en
onderdrukking, zonder een gefundeerd begrip van complexe en veranderlijke
categorieën, naast complexe economische en historische processen. Deze
beweringen hebben ook het afschuwelijke geweld van de OLF tegen de Amhaars
sprekende bevolking gerechtvaardigd, zoals het verkrachten en vermoorden van vrouwen.
Progressieve intellectuelen en de arbeidersklasse en
Ethiopië
Progressieve geleerden moeten bruggen bouwen om in contact
te komen met de intelligentsia in Ethiopië, die de militaire dictatuur onder de
Derg in de jaren zeventig en tachtig en de 27 jaar van het door het TPLF gedomineerde
bewind hebben doorstaan. Ethiopische intellectuelen hebben hun stem laten
horen, zoals in deze toespraak van Mammo Muhcie in 1994 in Londen, die een
griezelig nauwkeurige analyse is van het TPLF zoals die nu is.
Te midden van dit conflict hebben Ethiopische intellectuelen
herhaaldelijk getracht hun stem te doen horen door de Ethiopische regering en
de internationale gemeenschap. De door Afrikaanse intellectuelen breed gedeelde
uitspraak (onder meer op roape.net) dat veronderstelde Ethiopische intellectuelen
niet voor zichzelf kunnen spreken, kwam dan ook zeer neerbuigend over. Als er
oprechte belangstelling bestaat voor steun aan Ethiopische wetenschappers om
hun perspectieven en analyses over de crisis te krijgen, en bruggen te slaan
voor zinvolle interventies, moet de eerste stap een serieus en weloverwogen
proces van betrokkenheid zijn.
Ook moet aandacht worden besteed aan de accumulatiestrategieën
van de heersende klasse en de wijze
waarop deze al dan niet passen binnen het imperialisme. In dit verband is er
behoefte aan een breder begrip van een de strategisch belangrijke rol van
vrouwenarbeid als bron van goedkope loonarbeid. Daarnaast is het nog steeds
belangrijk om niet uit het oog te verliezen hoe een liberale regering als de huidige
premier Abiy, bij het nastreven van haar eigen ambities om de soevereiniteit
over ons buitenlands beleid en onze natuurlijke hulpbronnen te doen gelden, uit
de gratie is geraakt en geconfronteerd wordt met de eeuwenoude
koloniale/imperialistische strategie van 'verdeel en heers'-tactieken, zowel op
nationaal niveau als op regionaal niveau via de TPLF, de OLF en externe actoren
als Soedan en Egypte.
Dit geeft ons ook inzicht in de accumulatiestrategie van het
vroegere EPRDF, die nog steeds werkt met een grondwet en een bestuurssysteem
die zijn opgezet door de door het TPLF gedomineerde regering. Hieruit kan een
bredere les worden getrokken met betrekking tot de uitdagingen die voortvloeien
uit een ambitieuze ontwikkelingselite in Afrika. Hoewel het TPLF de controle over
de federale regering heeft verloren, is hier nog steeds sprake van haar invloed.
Deze moet nader moet worden onderzocht.
Sommigen ter linkerzijde hebben bewondering voor het
vermogen van de heersende klasse in Ethiopië om ontwikkelingsgerichte ambities
na te streven, bijvoorbeeld met industrieparken als strategie. Maar de
beperkingen van deze strategie moeten ook worden benadrukt, omdat deze ook
afhankelijk is geweest van goedkope loonarbeid en vrouwelijke
migrantenarbeiders/sters, die het zich niet in vakbonden hebben kunnen
organiseren. Wilde stakingen en een groot verloop van arbeidskrachten hebben
ertoe geleid dat dit geen stabiele accumulatiestrategie is. Dit roept een
bredere vraag op: wat is de aard van een levensvatbare ontwikkelingsstrategie?
Een leefbaar alternatief vereist ook een breuk met de
bestaande imperialistische machtsarchitectuur om de controle over de
hulpbronnen te verzekeren. De mondiale financiële en geopolitieke regelingen destabiliseren
de betrekkingen tussen Eritrea-Ethiopië-Somalië. Als dit niet wordt ingezien, dan
kan dit rampzalige gevolgen hebben zoals de interventies in Libië, Afghanistan,
Irak en Syrië. Mogelijke interventies worden krachtig en luidkeels is afgewezen
door mensen als het Global Ethiopian Scholars Initiative en Jon Abbink.
Progressieven hebben de verantwoordelijkheid om het imperialisme
en de nationale kwestie te bestuderen om bruggen te bouwen met de radicale
intelligentsia en volksformaties in Ethiopië en de Hoorn van Afrika die zelf
een transformerende agenda willen opstellen. Een eerste stap moet zijn het
verwerpen van de etno-nationalistische, genocidale agenda van TPLF, OLF en hun
bondgenoten.
Hibist Kassa is senior onderzoeker bij het
Institute for African Alternatives in Kaapstad, Zuid Afrikaanse Studies en
leerstoel voor Land en Democratie in Zuid-Afrika.-Afrika. Zij is tevens
onderzoeksmedewerker aan het Centrum voor
Une lettre
ouverte du Premier ministre éthiopien Abiy Ahmed au Président Joseph Biden
17 septembre 2021
Cher Monsieur le
Président,
Je vous écris
cette lettre ouverte à un moment où des civils innocents, dont des femmes, des
enfants et d'autres groupes vulnérables des régions Afar et Amhara, ont été
déplacés de force, leurs moyens de subsistance perturbés, des membres de leur
famille tués et leurs biens et institutions de service délibérément détruits
par le TPLF.
Cette lettre
arrive à un moment où nos enfants de la région du Tigré sont utilisés comme
chair à canon par les restes d'une organisation récemment qualifiée de
"terroriste" par notre Chambre des représentants. Enfants d'une
génération d'après-guerre qui espérait vivement que leur vie serait nettement
différente de celle de leurs parents, dont la vie a été marquée par la guerre
sous le régime du DERG et par un conflit transfrontalier avec l'Érythrée à la
fin des années 1990, provoqué par le TPLF.
Alors que le
reste de leurs camarades du pays poursuivent leurs études et leur vie, nos
enfants du Tigré ont été pris en otage par une organisation terroriste qui a
attaqué l'État le 3 novembre 2020, les exposant à divers dangers. Bien que
l'utilisation d'enfants comme soldats et leur participation à des combats
actifs constituent une violation du droit international, l'organisation
terroriste TPLF a continué à exercer son agression sans relâche en utilisant
des enfants et d'autres civils. Les cris des femmes et des enfants déplacés
dans les régions Amhara et Afar, qui souffrent de l'impitoyabilité continue du
TPLF, se poursuivent sous le silence assourdissant de la communauté
internationale.
Alors que le
monde entier a tourné son regard vers l'Éthiopie et son gouvernement pour
toutes les mauvaises raisons, il n'a malheureusement pas condamné ouvertement
et sévèrement le groupe terroriste de la même manière qu'il a criminalisé mon
gouvernement. Les nombreux efforts du gouvernement éthiopien pour stabiliser la
région et répondre aux besoins humanitaires dans un environnement hostile créé
par le TPLF ont été constamment déformés. La pression croissante et injustifiée
exercée sur un pays africain en développement doté d'un potentiel illimité de
prospérité s'est accrue ces derniers mois. Cette pression injustifiée,
caractérisée par une politique de deux poids, deux mesures, trouve son origine
dans une déformation orchestrée des événements et des faits relatifs aux
opérations des forces de l'ordre éthiopiennes dans la région du Tigré.En tant que vieil ami, allié stratégique et
partenaire de sécurité, la récente politique des États-Unis à l'encontre de mon
pays n'est pas seulement une surprise pour notre fière nation, mais transcende
clairement les considérations humanitaires.
Depuis près de
trois décennies, les Éthiopiens des quatre coins du monde subissent des
violations généralisées des droits humains, civils et politiques sous le régime
du TPLF. Les différents peuples vivant sous le drapeau éthiopien ont été
exploités par une petite clique qui a usurpé le pouvoir au profit de son petit
cercle, aux dépens de millions de personnes, notamment les pauvres de la région
du Tigré. La répression des dissidents politiques, les violations flagrantes
des droits de l'homme, les déplacements de population, l'étouffement des droits
démocratiques et l'appropriation de l'appareil d'État et des institutions pour
l'enrichissement d'un petit groupe qui a dirigé un pays de 100 millions
d'habitants pendant 27 ans sans avoir à rendre de comptes n'ont rencontré que
peu ou pas de résistance de la part de plusieurs nations occidentales, dont les
États-Unis.
La période
2015-2018 qui a marqué le réveil de l'Éthiopie et vu le TPLF chassé du pouvoir
par un soulèvement populaire est révélatrice de la prise de position de
millions de résidents de ce grand pays contre une politique criminelle qui
soumettait les Éthiopiens à l'oppression et privait les citoyens de leur
parole. La politique du TPLF consistant à dresser un groupe ethnique contre un
autre pour sa survie politique ne s'est pas arrêtée en 2018, lorsque mon
gouvernement a pris le pouvoir. Il poursuit leur politique sous une autre
forme, le TPLF endossant le rôle de victime tout en déstabilisant les groupes
qui déstabilisent le pays.
Aujourd'hui, la
clique criminelle destructrice, adepte de la propagande et de l'utilisation des
droits de l'homme internationaux et de la démocratie à son avantage, hurle comme
un loup en ne négligeant aucune piste dans sa mission de destruction d'une
nation dont l'histoire remonte à plus de 3 000 ans. Bien que son rêve halluciné
ne se réalise pas, l'histoire montrera que la période de turbulence orchestrée
que traverse actuellement l'Éthiopie est justifiée par certains décideurs
occidentaux et institutions mondiales sous le couvert de "l'aide
humanitaire et de la promotion de la démocratie".
En témoignage de
l'engagement de mon peuple envers la démocratisation, comme jamais auparavant
dans l'histoire moderne de l'Éthiopie, près de 40 millions d'habitants de mon
pays se sont rendus aux urnes le 21 juin 2021, lors de la première tentative de
ce pays d'organiser des élections libres et équitables. Malgré les nombreux
défis et insuffisances auxquels sont confrontées les sixièmes élections
nationales, la détermination du peuple éthiopien à l'égard du processus
démocratique a été démontrée par son engagement en faveur d'élections
pacifiques. Dans le contexte des périodes électorales précédentes, au cours
desquelles le choix du peuple a été arraché par le régime précédent au moyen de
processus frauduleux, les élections de 2021 sont arrivées dans la foulée des
processus de réforme démocratique que nous avons initiés il y a trois ans. L'importance
des élections de 2021 réside dans leur issue pacifique, qui a permis à
l'Éthiopie de prendre un nouveau départ, alors que le monde entier s'attendait
à ce que les élections soient violentes.
Maintenant que le
peuple éthiopien s'est exprimé et a confirmé sa confiance dans le Parti du
bien-être pour le diriger pendant les cinq prochaines années après une victoire
électorale écrasante, mon parti et mon gouvernement, avec un grand sens des
responsabilités, sont encore plus déterminés à libérer le potentiel de
développement dont ce pays a été béni. Nous sommes encore plus déterminés à
donner à notre peuple la dignité, la sécurité et le développement qu'il mérite,
dans la limite des moyens dont nous disposons et sans céder aux divers intérêts
et pressions hostiles. Nous y parviendrons en faisant face aux menaces pour la
démocratie et la stabilité que représente toute entreprise criminelle
belligérante.
Alors que les
menaces pour la sécurité nationale, régionale et mondiale restent une partie
essentielle des intérêts américains dans de nombreuses régions du monde, la
question reste sans réponse quant à savoir pourquoi votre administration n'a
pas adopté une position ferme contre le TPLF - la même organisation qui a été
désignée comme organisation terroriste de niveau 3 par le département de la
sécurité intérieure des États-Unis dans les années 1980 en raison de ses
activités violentes.
Tout comme vos
prédécesseurs ont mené la "guerre contre le terrorisme" au niveau
mondial, mon gouvernement, soutenu par les millions d'Éthiopiens qui ont soif
et faim pour leur droit à la paix, au développement et à la prospérité, mène
également notre "guerre contre le terrorisme" nationale contre une
entreprise criminelle destructrice qui menace à la fois la stabilité nationale
et la stabilité de la région de la Corne de l'Afrique. L'Éthiopie est restée
l'alliée fidèle des États-Unis dans la lutte contre la menace terroriste Al
Shabab dans la Corne de l'Afrique. Nous attendons des États-Unis qu'ils
soutiennent l'Éthiopie alors qu'une organisation terroriste similaire, hostile
à la région, menace de déstabiliser la Corne de l'Afrique.
M. le Président,
Les Américains
qui ont soutenu les interventions mondiales du gouvernement américain sous le
couvert de la démocratisation auraient du mal à savoir qu'une petite nation
appauvrie mais culturellement, historiquement et naturellement riche d'Afrique
de l'Est s'est lancée dans sa propre démocratisation il y a trois ans.
Cependant, le peuple américain et le reste du monde occidental sont induits en
erreur par les rapports, les récits et les déformations de données émanant
d'entités mondiales dont beaucoup pensent qu'elles sont motivées par la volonté
d'aider des nations appauvries comme la mienne, mais qui, ces derniers mois, ont
présenté les victimes comme des oppresseurs et les oppresseurs comme des
victimes par le biais de récits partisans et de réseaux subventionnés par les
banques. L'histoire sourit toujours à ceux qui ont défendu la vérité. Je suis
donc certain que la vérité brillera sur cette fière nation qu'est l'Éthiopie !
De nombreux
Éthiopiens et Africains étaient optimistes lorsque vous avez remporté la
présidence au début de l'année. Cet optimisme était fondé sur la conviction que
les relations entre l'Afrique et les États-Unis prendront une nouvelle forme en
2021, et que votre présidence permettra de respecter la souveraineté des
nations africaines et d'entretenir des partenariats fondés sur la croissance
mutuelle et une lecture approfondie du contexte.
Les nations africaines
qui se sont libérées des chaînes du colonialisme à partir des années 1950
continuent de résister aux chaînes du néocolonialisme, qui se manifeste de
diverses manières, ouvertes ou cachées. Bien que l'Éthiopie se soit extirpée du
joug du colonialisme, elle est aujourd'hui aux prises avec sa mutation. En tant
que membre fondateur des Nations unies et de l'Organisation de l'unité
africaine (aujourd'hui Union africaine), l'Éthiopie reste une nation fière,
déterminée, grâce à ses fils, ses filles et sa parenté avec d'autres nations
africaines, à relever les défis actuels avec l'esprit résilient et indomptable
qui caractérise cette grande nation.
Les pays en
développement comme l'Éthiopie attendent une nouvelle orientation de la
politique étrangère américaine, qui s'éloigne de l'influence de ceux qui sont
enracinés dans la politique des autres nations. Une politique étrangère capable
de s'affranchir des décisions prises sur la base des amitiés des principaux
responsables politiques avec des groupes terroristes belliqueux comme le TPLF
et des déformations du discours des groupes de pression. Nous avons vu les
conséquences et les suites de décisions hâtives et irréfléchies prises par
diverses administrations américaines, qui ont laissé de nombreuses populations
dans le monde dans des conditions encore plus déplorables que celles que
l'intervention visait à corriger.
Il est essentiel
de souligner ici que l'Éthiopie ne succombera pas aux conséquences des
pressions exercées par des individus mécontents pour qui l'acquisition du
pouvoir est plus importante que le bien-être de millions de personnes. Notre
identité en tant qu'Éthiopiens et notre identité en tant qu'Africains ne
permettront pas que cela se produise. Les humiliations que nos ancêtres ont
endurées à travers le continent pendant des siècles ne seront pas ravivées dans
ce pays où les couleurs vert, or et rouge de l'indépendance ont inspiré de
nombreuses personnes à se battre avec succès pour leur liberté !