Als alles groeit, dan valt er heel wat onderhoudswerk op te knappen. Zo zien wij Hugo die de taxushagen aan de sporthal korter knipt, Stan en Mark die overtollige plantengroei aanpakken in de dreef naar de speelplaats terwijl Dré met zijn grasmaaier rondtoert.
François verwijdert in het wild groeiende takken naast de afsluiting en komt daarna helpen bij het opruimen van het haagknipsel. Dat doe ik trouwens ook, terwijl ik af en toe een foto trek van de activiteiten of van plotse bezoekers, zoals de twee ganzen die duidelijk geen zin in een zwempartijtje hadden (laatste foto). Ook de bomen die in het grasperk naast de sporthal groeien krijgen een (te late) snoeibeurt. Een gelegenheid om de eerste twee gedichten van 6 C te publiceren, zodoende...
Bomen
Bomen zijn heel klein tot heel groot.
Bomen vol leven of omgevallen en dood.
Bomen kaal en bomen vol groen blad.
Bomen: op elke hoek zie je dat.
Bomen zijn vol met dromen
Bomen die stromen
Door mijn dromen
En bomen zijn vol met pracht
En hebben heel veel kracht!
Geen vermelding van de auteurs van deze bomengedichten, onbekend dus.