Door een eigenaardige kronkel in onze hersenen concludeerden we vandaag in de les dat ons mens-zijn zich vooral manifesteert in wat voor soort medemens we zijn. Sta je je plaats af op de bus voor een oudere persoon? Erger je je mateloos aan de gebrekkige rijkunsten van chauffeurs (in casu die van de allochtone vrouw mét hoofddoek) en hoe uit je dat dan? Ben je een prater of een luisteraar? Word je vooral boos als aan jouw vrijheden wordt geraakt of verdedig je ook de rechten van de mens wanneer een ander onrecht wordt aangedaan? Zet je je muziek loeihard, ook al weet je dat de bemoeizieke buurvrouw daar horendol van wordt? Wacht je netjes je beurt af als je op de trein moet stappen? ... De graad van je menselijkheid was volgens een van de leerlingen vooral meetbaar door de manier waarop je de ander centraal stelt in zulke dagdagelijkse situaties. Nee, zei aan ander: anderen houden ook geen rekening met jou. Als je zelf knoeit in de rijles, die je vader je geeft, dan zie je meer opgestoken middenvingers dan duimen. Diezelfde vader kijkt niet naar de goede punten op je rapport, maar zaagt je de oren van je hoofd om die ene 4/10. Akkoord: dat laatste voorbeeld kan je plaatsen omdat je vader je moet opvoeden en daarbij hoort ook streng zijn ten opzichte van de zoon, die zijn schoolwerk al te vaak verwaarloost. Maar toch ervaren vele jongeren dat niet iedereen de wereld wil verbeteren door met zichzelf te beginnen en dat doet hen dan weer meer inzetten op zelfontplooiing dan op naastenliefde. Een leerlinge merkte op dat ze het toch leuk vindt om iets goed te doen, zomaar, zonder er iets terug voor te verwachten. Het schenkt haar voldoening om goed mens te zijn, zegt ze. Ze wil niet alleen maar met zichzelf bezig zijn. Alhoewel: een groepswerk vindt ze dan weer heel vervelend, omdat ze er op voorhand zo van kan raden wie met het grootste werk of de vervelendste klussen zal opgezadeld worden. Er werden concrete voorbeelden gegeven en de geviseerde dader (of in dit geval: niet-doener) gaf het grootmoedig toe: hij had bij dat bepaalde groepswerk schandalig geprofiteerd van de huisvlijt van het meisje met wie hij moest samenwerken. Maar hij had haar achteraf uitgebreid bedankt en gezegd dat het dankzij haar was dat ze zo'n mooi cijfer hadden behaald. Toch voelde zij zich tekort gedaan. 'Hoe kan je een beter mens worden?", vroeg ik hen. "Door meer rekening te houden met de ander", klonk het. Niet jezelf in het centrum plaatsen, maar leren genieten van het goed gevoel dat je krijgt als je anderen zomaar gelukkig maakt. Mooi, hé.