Eerlijk gezegd kwamen leerlingen vroeger meer bij mij om hun problemen te bespreken. Tegenwoordig heb ik de leeftijd van hun moeder en gaan ze meer en meer bij jongere collega's te rade. Ik mis dat wel een beetje. Vroeger dacht ik wel eens:"Waarom komen ze toch altijd bij mij terecht?", terwijl ik nu wel eens denk:"Word ik te oud om als vertrouwenspersoon te worden gezien?". Ik ben niet echt oud, maar bevind me in de leeftijd waarop het enigszins gĂȘnant is als jongeren hun plaats aan jou willen afstaan op de bus. Ik blijf voorlopig staan. In een wankel evenwicht... "Het klaagmuurtje" noemde een lieve collega me ooit. Welnu: ik ben het steeds minder voor de leerlingen.
Enkele dagen geleden was er toch weer eentje die achterbleef (en ik stiekem opgelucht als ik zijn bezwaarde geweten in zijn blik ontdekte...foei!). Iets wat ik had gezegd in de les had hem geraakt. Ik had gezegd dat je een vriend niet in de steek laat. Zoiets wat godsdienstleerkrachten heel graag zeggen. Hij had dus een vriend in de steek gelaten. En hij was er behoorlijk van ondersteboven, nog steeds. Ook al was het alweer enkele weken geleden gebeurd en was hij niet helemaal nuchter toen het gebeurde, maar hij was alleen naar huis gegaan, zonder zich om zijn nog zattere vriend te bekommeren. En ik maar zeggen en herhalen in de voorbije les "Doe een ander niet aan wat je zelf niet wil worden aangedaan. Behandel de ander zoals je zelf wil worden behandeld. Hou van de ander, zoals je van jezelf houdt. Leer van jezelf te houden ook omdat je van anderen houdt." Ja, ik was flink tekeergegaan in het uitdragen van de gouden regel in deze les. En voor hem troffen mijn woorden zijn gemoed als een sneeuwbal in je kraag. Koud, nat en meedogenloos. Hij bleef dus hangen en deed zijn verhaal. Ik zei niet dat dit normaal was voor zijn leeftijd, ik zalfde niet met de verontschuldiging van zijn eigen benevelde brein, ik beweerde niet dat dit herstelbaar was. Eerst luisterde ik. Dan zei ik dat ik begreep waarom hij zich er slecht bij voelde. Ik vroeg hem of hij ook al aan zijn vriend zelf had verteld hoe hij zich voelde. Nee, dat had hij nog niet gedaan en hij wist eigenlijk ook niet goed hoe of wanneer hij dat kon doen zonder zich belachelijk te maken. "Je vriend is vast op dit moment teleurgesteld in jou of toch in jullie vriendschap. Wellicht had hij dit van jou niet verwacht. Je had het van je zelf niet eens verwacht. Reden genoeg om hem toch te laten weten dat het je spijt en dat je geen smoesjes wil verzinnen om je onverantwoorde gedrag goed te praten. Het feit dat je in deze les je zo slecht voelde bewijst dat je wroeging hebt. Het zou kunnen dat hij vindt dat je wat laat bent met je excuses, maar is laat niet beter dan nooit?" "Ach, ik weet het niet. Ik zal er eens over nadenken. Misschien dat ik het hem eens sms of op de chat vertel of zo. Bedankt, mevrouw." En ik heb me net kunnen inhouden om niet te zeggen dat ik het beter zou vinden als hij het persoonlijk zou vertellen tegen de jongen, die hij vrijwel dagelijks ziet. Had ik het wel gedaan dan was ik echt te oud om met hen te babbelen en ik wil dit graag blijven doen, als deel van mijn begeleidende taak.