Vandaag, de dag van nationale rouw als teken van medeleven met de slachtoffers van het vreselijke busongeval eerder deze week, werd om 11u een minuut stilte gehouden. Mijn leerlingen en ik hebben daar vanzelfsprekend ook aan deelgenomen. Vanzelfsprekend schrijf ik, hoewel ik aan uur tevoren er een discussie over had met een collega. Deze 50-jarige man, vader van drie zonen, vroeg zich luidop in de leraarskamer af waarom hij dit zou doen. "Als blijk van medeleven met de slachtoffers en hun nabestaanden", werd hem gezegd. Hij zag werkelijk niet in wat de nabestaanden daar kunnen aan hebben. "Wij kennen hen niet, zij ons nog minder. Hun kind of geliefde kwijt zijn door zo'n afschuwelijk ongeval mag ons dan wel raken, ons medeleven helpt hen geen zier vooruit." Tot daar zijn redenering. Ik probeerde hem niet echt op andere gedachten te brengen, maar wilde toch verrechtvaardigen waarom ik er wel wou aan deelnemen. Ik geloof oprecht dat dit eerbetoon een rol speelt in het leven. We blijven even stilstaan bij het verdriet van hen, met wie we als ouder, als broer of zus, als medemens enigszins kunnen meevoelen, omdat we allen op de één of andere manier geraakt zijn door het ongeval. Het herinnert ons ondermeer aan de broosheid van ons bestaan, aan de waarde van elke gegeven dag, aan het geluk van de liefde, aan de kracht van het medemens-zijn. En ook aan het belang van de verantwoordelijkheidszin, die elke weggebruiker in acht moet nemen. We denken ook aan onze geliefden en zijn wellicht ergens ook een beetje dankbaar omdat het hen of ons niet is overkomen. En natuurlijk wil je aan de getroffenen ook laten blijken dat je geen woorden hebt voor wat er is gebeurd. Dat je de overleden kindjes, de leerkrachten en begeleiders en de chauffeurs zo graag het leven had gegund. En dat het samen-zijn, welk we zo vaak zien als de evidentie zelve, een groot goed is en iets wat we moeten koesteren. De leerlingen verwittigden me om iets voor 11u, we hebben de live stream van de redactie.be opgezet, we gingen allemaal rechtstaan en hielden even halt. We stonden letterlijk stil, elk met z'n eigen gedachten. Sommigen probeerden zich in te beelden hoe de nabestaanden zich zouden voelen, anderen dachten aan hun eigen geliefde overledenen, enkelen herinnerden zich persoonlijke momenten van ontreddering. Allemaal dachten we ook minstens eventjes:"Waarom?" Daar hebben we verder over gepraat:"Waarom moeten mensen lijden?". Leerstof uit het 5e jaar godsdienst. De leerlingen zijn zesdejaars. Velen herinnerden zich nog dat uit vele gesprekken was geconsolideerd dat het lijden zinloos is. Maar dat gelovigen wel steun zoeken bij de gekruisigde en verrezen Heer. Ook al zeggen de meeste leerlingen dat ze niet gelovig zijn (wat wil je: 18-jarige post-moderne ietsisten, die eerder boos zijn op de Kerk, dan wel echt ongelovig zijn- maar dat onderscheid maken ze nog niet direct), toch erkenden ze dat rituelen hier op hun plaats zijn en dat de traditionele rouwrituelen troostend kunnen werken. En toen hebben we nog even gepraat over de zin van de gebedswakes en de kerkdiensten, die deze dagen werden gehouden. Ja: het geloof kan en mag aanwezig zijn op zulke momenten van intens verdriet. En troost kan worden geboden door stil en respectvol samen te bidden. Als er maar geen woorden worden gesproken in de zin van: "hij/zij is nu gelukkig: hij/zij is nu bij God". Enkele leerlingen vinden wel troost bij de gedachte dat ze zich verbonden voelen met hun geliefde overledenen als ze naar de sterren kijken. Sterren staan aan de hemel... Laten we hopen dat ons medeleven enigszins steun betekende voor de vele, vele getroffenen.