Caroline Bonte zat de eerste vergadering van de nieuwe OCMW-raad voor. De verkozen raadsleden mochten bij haar de eed afleggen, onder het goedkeurend oog burgemeester Fournier en het voltallige schepencollege.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

Voorzitter Renaat Vandenbulcke mocht ook de zwart-gele sjerp omgorden en zijn eerste toespraak richten tot de raadsleden en de talrijk aanwezige familieleden en sympathisanten.

Geachte mevrouw de burgemeester, collega’s-schepenen (vanaf nu mag ik jullie collega’s noemen), collega’s-raadsleden, personeelsleden van het OCMW, beste aanwezigen,

De aanwezigheid van mijn collega’s van het schepencollege is voor mij heel belangrijk. Niet alleen voel ik me erdoor gesteund, hun aanwezigheid bevestigt ook ons voornemen om in de komende jaren de samenwerking tussen het OCMW en het stadsbestuur zo goed mogelijk te laten verlopen. Niemand is de laatste jaren immers gebaat geweest met de spanningen die er waren. Het heeft alleen enorm veel negatieve energie gekost. Vanaf nu moeten we vooruit kijken en er samen het beste van maken.

Ik hoop in de komende jaren te kunnen rekenen op eenieders steun om de vele grote uitdagingen die op ons afkomen aan te pakken. Ik denk daarbij ondermeer aan de realisatie van twee nieuwe woonzorgcentra en de bouw van het bezigheidstehuis Claude Vancoillie. Ik denk ook aan de blijvende inspanningen die moeten gebeuren om verder een spaarzaam beleid te voeren zodat alle rekeningen kunnen betaald blijven worden en de nodige investeringen niet in het gedrang komen. Inzetten op integratie via werk, onderwijs en kennis van het Nederlands wordt misschien wel de grootste uitdaging in de komende zes jaar. In de beleidsdoelstellingen van het nieuwe stadsbestuur krijgt het OCMW de belangrijke taak om mee te zorgen voor een warme stad met welvaart voor iedereen. Ik citeer: “Het sociaal beleid zal gedreven worden door activering van zij die kunnen werken en maximale zorg voor zij die het niet kunnen. Een streng maar rechtvaardig beleid kan hiertoe leiden”.
Anderzijds wil ik zeker ook benadrukken dat het OCMW een eigen specifieke missie heeft. Als voorzitter heb ik een grote verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat deze missie streng bewaakt wordt namelijk “dat het OCMW die dienstverlening verzekert die nodig is om elke persoon in de mogelijkheid te stellen een menswaardig leven te leiden, met extra aandacht voor wie het moeilijker heeft in de samenleving.”

We hebben in het OCMW veel bekwame personeelsleden die voor mij en mijn collega-raadsleden daarbij zeker van onschatbare waarde kunnen en zullen zijn.

Vooraleer we de vergadering beëindigen wil ik nog een dankwoord richten aan mijn voorgangster Heidi. Ik heb in de voorbije jaren nauw met haar kunnen samenwerken. De overgang van het voorzitterschap is dan ook heel vlot verlopen.