In het verleden heb ik heel veel verhalen geschreven over de VOC- De Verenigde Oostindische Compagnie-en het Slavernijverleden van Nederland. Wat er allemaal in het verre verleden gebeurd is met betrekking tot de slavenhandel  is onvoorstelbaar en voornamelijk de elitaire lieden in Nederland hebben daar het meeste van geprofiteerd. Vertegenwoordigd in dit bestel waren onze regeringsleiders uit die tijd en ook het Koninklijke Huis had grote betrokkenheid met de hele zaak en alle escapades van de VOC en de handel in slaven. De gewone burger had er totaal niets mee te maken en mogelijk het enige voordeel was dat in de periode van de VOC we specerijen geleverd kregen uit onze Overzeese Gebiedsdelen uit die periode, maar de verdiensten daarvan kwamen voor het merendeel ten goede aan de handelaren en planters uit die tijd. Ik heb wat staatjes staan en vroeger als priesterstudent heb ik over die slavernij uitgebreide verhalen gehoord van onze missionarissen die  voornamelijk opereerden in de Afrikaanse missiegebieden. Voor de missie heb ik veel werk verricht en als herinnering ben ik in het bezit van het missiekruis. Bij mijn ouders hadden ze in het café een knikengeltje staan waar de bezoekers wat klein geld in kwijt konden en een pater uit Oosterbeek kwam twee keer per jaar langs om de verzamelde gelden in ontvangst te nemen.