Over het heelal heb ik diverse stukken staan, maar je vergeet altijd bepaalde dingen te vermelden.Vroeger werden planeten dwaalsterren of ook wel donkere hemellichamen genoemd. Het gaat hier om planeten die een vaste baan om de zon volgen. Van de zon uitgerekend zijn het achtereenvolgens Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. Pluto heeft een hele tijd buitenspel gestaan en werd min of meer niet meer als planeet beschouwd, maar is sinds kort weer als volwassen planeet aangenomen. Met het blote oog zijn de laatste vier planeten niet te zien, maar met de moderne apparatuur van tegenwoordig is bijna het hele heelalgebeuren te bekijken. Buiten al die planeten zien we aan de sterrenhemel ook staan planetoïden. Dit zijn als het ware miniplaneetjes. Zowel de planeten alsmede de planetoïden bewegen zich als ellipsen om de zon en zijn vooral druk in de ruimte die ligt tussen de Mars en Jupiterbaan. Die kleine planeetjes zijn voornamelijk ontstaan door het uiteenvallen van grotere planeten. Na 1957 heeft het ruimteonderzoek een enorme vlucht genomen en het waren kunstmanen en zeer kleine kunstmatige planeten die de ruimte ingestuurd werden, zoals de Mechta (Russisch: droom) en Pionier IV die in een baan tussen Aarde en Mars gelanceerd zijn. In de loop de jaren hierna zijn er heel wat verkenningen in het heelal geweest en zijn we van de bewegingen en de structuur van onze planeten veel te weten gekomen. Interessant voor mijn bezoekers is bv. de omlooptijd van onze planeten. Dit is de tijd die een planeet voor haar baan om de zon, of die een maan voor haar beweging nodig heeft. De omlooptijd van Mercurius is 88 dagen, van Venus 225 dagen, van de Aarde 365¼ dag, Mars doet er  687 dagen over, Jupiter 11 jaar en 315 dagen,  Saturnus 29 jaar en 167 dagen, Uranus 84 jaar en 4 dagen, Neptunus 164 jaar en 280 dagen en onze 'dwergvriend' met zijn korte 'beentjes' doet er  248 jaar en 315 dagen over.