In Nederland hadden we vroeger te maken met overwegend christelijke gemeenschappen. De provincies Brabant en Limburg waren overwegend katholiek en sommige noordelijke provincies overwegend protestant. Hier is grote verandering in gekomen door de komst van vluchtelingen uit alle streken van de wereld, maar ook bepaalde gebeurtenissen op politiek en geestelijk terrein zijn debet geweest aan een grote teloorgang van geloof. Vooral het kerkbezoek onder de katholieken is hier sterk verminderd en al veel kerken zijn gesloten of hebben een andere bestemming gekregen. Van de ruim 9 miljoen gelovigen in Nederland gaat slechts 14% elke week nog ter kerke.  Tijdens het Pausschap van de Poolse priester Johannes Paulus II, die bijna de hele wereld afgereisd is om het katholieke geloof uit te dragen, is er wereldwijd toch iets fantastisch opgebouwd. Ook de door hem in het leven geroepen Wereldjongerendagen worden goed bezocht en terwijl hier in Nederland bij de meeste katholieken het geloof bijna niet uitgedragen wordt, komen er wereldwijd gezien jaarlijks 16 miljoen katholieken bij. Paus Johannes Paulus II was ook de paus die tijdens zijn pontificaat 500 mensen heilig verklaard heeft. Bij veel geloven zijn ook allerlei afscheidingen geweest. Bij de Christelijke geloven heb ik er 174 geteld en gaan we naar de Moslims, dan komen we op een aantal van meer dan 200 afscheidingen. Soms staan al die vertakte geloven in bepaalde streken zover uit elkaar dat men zelfs al overgegaan is tot een strijd onderling en dat is het kardinale punt dat deze wereld zo verdeeld maakt. Het is de taak van wereld-en kerkleiders om een dialoog op te bouwen dat al deze vertakkingen bij elkaar brengt. Hier in Nederland hebben we bijv. politieke geloofspartijen zonder echte christelijke inhoud die vaak aanschoppen tegen zwakke groeperingen in onze samenleving en dit allemaal louter  ter veraangenaming van hun eigen leefklimaat. Met deze manier van christelijke politiek bedrijven, jagen we onze eigen geloofsgenoten weg en  vervreemden we onze trouwe kiezers, die op de duur op een andere partij gaan stemmen.  Internet: We zien in veel plaatsen in Nederland hele winkelstraten leegstaan en technische vooruitgang is heel mooi, maar kan straks bij oorlog, natuurrampen en andere calamiteiten de hele infrastuctuur lam leggen. Zonder telefoon, tv, mobieltje en internet kunnen we tegenwoordig niets meer beginnen. Dat de aankopen op internet een grote vooruitgang geboekt hebben, merk ik hier in het appartementencomplex waar dagelijks pakketjes bezorgd worden met goederen die men via internet besteld heeft. Vroeger hadden we een driedubbel bedrijf, bestaande uit café, winkel en bakkerij. Tijdens de oorlogsjaren hebben we onze klanten vaak alle benodigheden nog kunnen leveren. Hier in Angeren had je vroeger een twintigtal zaken, nu nog één winkel waar je de wekelijkse boodschappen kunt halen. Velen gaan van hieruit over de grens winkelen of gaan naar de wat grotere supers, waarbij ze denken dat alles daar goedkoper is. Dat ze hierbij een tientje benzine verrijden en onderweg ook nog vaak wat gaan eten dat ook geld kost, wordt niet ingecalculeerd. Momenteel verkeert de hele wereld in een wankel economisch klimaat en er heerst ook grote oorlogsdreiging die tot op heden hier in onze contreien niet merkbaar is, maar wel dichterbij komt. Als het zover komt, dan komen we van de een op de andere dag in beroerde omstandigheden te verkeren en dan zullen er heel weinig mensen zijn, die opgevoed in deze moderne maatschappij, zichzelf nog in hun onderhoud kunnen voorzien.  Misschien ga ik, als het zover komt, dagdromen over ons bedrijf van vroeger waar in september en oktober 1944 zelfs nog gewerkt werd onder zwaar granaatvuur en bombardementen en waar in de 'Winkel van Sinkel' ook toen, ondanks inkwartiering van 250 Duitse soldaten, via onze keuken achterom de klanten die het granaatvuur durfden te trotseren bediend werden.