|
Geld doet zijn intrede bij het ontstaan van een volkshuisvesting die arbeidsverdeling en ruilhandel kent. Heel moeilijk is het om goederen tegen goederen te ruilen, b.v. een roeiboot tegen een koe. Hoe vaak zal men dan wel niet een tussenhandel moeten doen om tot het doel te geraken, dat men uiteindelijk beoogt. Op bescheiden niveau wordt er ook hier in Nederland aan ruilhandel gedaan en meestal tussen goede kennissen en familieleden.De ruihandel is voor bijna 100 procent naar een ander ruilgoed verhuisd en dat is het geld. In de loop van de tijd nam het geld achtereenvolgens de volgende vormen aan: 1. goederengeld, vee of zout b.v. werd als betaalmiddel gebruikt; 2. metaalgeld b.v. in de vorm van koperen, gouden of zilveren munten. Zij zijn gemakkelijker handelbaar, duurzamer en waardevaster; 3. het papiergeld, uitgegeven door de centrale bank (hier in Nederland de Nederlandse Bank) in de vorm van bankbiljetten of in omloop gebracht door de kooplieden; de wissel en de cheque; 4. het boekgeld: betaling vindt eenvoudig plaats door afboeking of bijboeking op een rekening; 5. Digitaal betalen met een bankpas, pinpas of anderzijds. Door al dat automatisme is er wel een geldwereld ontstaan die gevoelig is voor allerlei vormen van bedrog en het is onderhand zover gekomen dat je in bepaalde zaken je aankopen zelfs niet meer met contant geld kunt betalen. Wat ook toegenomen is, dat is het internet bankieren; ook hierbij worden veel malversaties gepleegd. Geleerd heb ik vroeger dat geld niet alleen een ruilmiddel is, maar ook een rekeneenheid, spaar-en betalingsmiddel. Het is een vergissing te menen dat de rijkdom van een volk bestaat uit zijn geldbezit. Het geld verleent slechts hulpdiensten en vergemakkelijkt het functioneren van de volkshuisvesting; Er moet wel een evenwichtige verdeelsleutel zijn om inflatie, deflatie en devaluatie tegen te houden. Het moet in samenwerking met alle landen onmogelijk gemaakt worden dat kapitalisten uit zogenaamde belastingsparadijzen opereren met de centen die ze hier in Nederland verdiend hebben en binnen de Staatshuishouding geen cent in de pot brengen om de economie gezond te houden. Bepaalde handelsvormen die de economie benadelen en nu op Wettelijke gronden niet bestreden kunnen worden dienen op korte termijn verboden te worden en dit in samenwerking met alle Europese bondgenoten binnen de EU.


|