|
Nucleïnezuren zijn ingewikkelde organische stoffen met verbindingen met zeer grote moleculen. Ze spelen een grote rol bij het overdragen van de erfelijke eigenschappen van levende wezens. De benaming nucleïnezuur is afkomstig van het latijnse woord nucleus, dat celkern betekent. Zij bestaan uit een suiker (ribose), diverse fosfaten en een aantal stikhoudende organische basisstoffen. Men onderscheidt hierbij enkele soorten, waarvan men de namen meestal afkort; deze afkortingen zijn aan het Engels ontleend. Het zijn DNA en RNA. DNA komt van desoxyribo-nucleic acid: Het Engelse woord acid betekent zuur. De Nederlandse naam is desoxyribonucleïnezuur, een naam die men zou kunnen afkorten tot DNZ, maar overwegend wordt de Engelse afkorting DNA gebruikt. DNA komt in de celkern in de chromosomen van mens en dier (erfelijke componenten) voor. RNA, afgeleid van het Engelse woord ribonucleic acid, dat in het Nederlands ribonucleïnezuur heet of afgekort RNZ, komt ook op andere plaatsen in de cel voor. Deze moleculen zijn te vergelijken met opgeslagen bestanden op de harde schijf van een computer met dien verstande dat op een harde schijf van de computer bestanden met een bepaalde techniek wel te wissen, doch de moleculen die in de celkern van mens en dier zitten nooit en te nimmer. Met een DNA-onderzoek op levende, dode of restanten van die wezens in of op andere voorwerpen kan men de erfelijke familieband vaststellen. Gisteren op tv kwam het bericht dat men restanten gevonden had van de Engelse koning Richard III die in 1485 bij de slag om het graafschap Bosworth gesneuveld is en ergens in de buurt van dit slagveld begraven. Alles wijst erop dat we te doen hebben met de restanten van de destijds gesneuvelde koning. Opgespoord heeft men nog een verre nazaat van Richard III. Als met een DNA-onderzoek aan het licht komt dat deze persoon dezelfde erfelijke eigenschappen heeft als deze vorst, dan kan men met zekerheid stellen dat de gevonden restanten van Richard III zijn. De ontdekte overblijfselen zullen hierna dan net als van alle andere Engelse koningen bijgezet worden in de grafkelder van de Engelse vorsten in de Westminster Abbey te Londen.
|