In het westen van Amerika, ingeklemd tussen het Rotsgebergte en de Siërra Nevada, ligt de grote Amerikaanse woestijn met als diepste punt de Vallei des Doods, een gat in de aardkorst ruim 80 meter onder zeeniveau, waar temperaturen die reiken tot het kookpunt niet vreemd zijn. Honderdvijftig miljoen jaren geleden was dit gebied bedekt met uitgestrekte wouden die door de regenrijke winden vanuit het westen werden besproeid. Toen kwam er een omslag en plooide de kust zich tot het Siërra Nevada-gebergte dat een soort schutting werd dat geen wind, regendrop of dies wat meer toeliet. Het land daarachter verdorde en de bomen verdwenen en versteenden onder dikke lagen woestijnzand. Er was een eenling die zich wel wist te handhaven en dat was de cactus! Hij transformeerde zich tot een wezen dat nauwelijks meer op een plant leek. Hij trok zijn jasje uit, bracht zijn takken naar de 'lommerd' en zijn bladeren verharddde hij tot stekelige doorns en haken waar hij zich aan kon opheisen. Zijn bloemen plantten hij op zijn stam, soms bloeiden ze nog maar eens in de tien jaar en dan nog slechts enkele uren. Er zijn zelfs cactussen bij die zijn geworden tot één enkele zuil met felle stekels en anderen zien eruit als stengels met een en al knoesten, die op grote wratten lijken, maar dat afgestompte doornige lichaam verbergt iets wat men in de hele woestijn niet vindt: water! In de lange, soms eindeloze lijkende droge periode teert hij daarop en schrompelt hij langzaam ineen, wachtend op het moment wat eens komen moet: het moment van de regen! Alle in het wild groeiende cactussen zijn erop voorbereid; een dicht netwerk van wortels ligt vlak onder het zand, volkomen uitgedroogd, versteend bijna zoals de bomen uit de oertijd. Zodra ze water bespeuren beginnen ze te slurpen en zuigen zich compleet vol. De reuzenzuilcactus die wel 15 meter hoog kan worden weegt na zo.'n buitje wel 10.000 kilogram. Met al dat water in zijn 'buik' kan hij wel vier jaar vooruit. Zijn grootste vijand is niet de droogte, maar wel een langdurige regenbui, want de cactus blijft maar doordrinken en op een gegeven moment is alles teveel van het goede en barst hij als een te vol geblazen ballon uit elkaar, of liever gezegd als een enorme tros ballonnetjes, want hij slaat zijn water op in sponsachtige cellen in zijn binnenste. Daartussendoor lopen ook weer cellen die met elkaar verbonden zijn en een geraamte vormen dat de topzware zuil overeind houdt. Om dat alles heen ligt een laag oppervlaktecellen die een soort gom produceren en de barsten en scheuren van de cactushuid weer repareren. Naast cactussen vinden we in deze woestijn aan cactussen verwante bomen en planten, zoals de Yucca, de alsem, de mormonentheeplant en de creosootstruik. Die Nevada-woestijn is de bakermat van de cactus en een Australische Amerika-bezoeker vond ze zo grappig dat hij er een aantal mooi geschoond en wel meenam naar zijn geboorteland. Nu is er één miezerig beestje dat een al te snelle vermeerdering van cactussen tegenhoudt en dat is de woestijnluis; daar had die Australiër geen rekening meegehouden en het gevolg was dat binnen de kortste keren heel Australië begroeid was met cactussen. Net als we tegenwoordig door import van exotische planten en ook mede door dat vele reisverkeer hier ongemerkt ook van allerlei vreemde dieren en insecten ons land binnenvoeren, heeft de cactus in de loop der jaren zich verspreid naar het dorre Afrika en zo langzaamaan hebben we deze plant ook ons land binnengehaald en gecultiveerd zien we ze in kleine 'maatpakjes' (zie inzet) bij onze bloemisten te koop staan en zelfs zijn er mini-cactusjes verkrijgbaar. Tevreden is zo'n cactus al met een druppeltje vocht in uw kamer, binnentuin of kweekkasje. Je hebt mensen die van cactussen houden en inderdaad is het wel zo dat de cactus als symbool van eeuwige glorie langer meegaat dan wat voor prachtig boeket rozen op een vaas of welke plant ook.




|