|
Onder het pseudoniem van 'de schoolmeester' schreef Gerrit van der Linde veelal lichtvoetige gedichten. In feite had Gerrit voor dominee geleerd, maar een oppervlakkig huwelijk met een voorkind van een andere vrouw bracht deze man in een verkeerd daglicht en in Nederland had hij met zijn gedichten en diverse sollicitaties geen succes. In 1834 is hij naar Engeland geëmigreerd en heeft daar zich verdienstelijk gemaakt met het oprichten van een Christelijke kostschool. Hieronder volgt een gedicht van en grafschrift van een aanspreker en iemand zonder neus en dan is er ook nog een gedicht dat gaat over een hond. Vele jongelui zullen zich afvragen wat een aanspreker is. In Huissen waar ik geboren ben, heette het aanzegger. Vroeger werden bij iemands overlijden geen rouwbrieven rondgestuurd en bestond er het beroep van aanzegger of aanspreker. Dit was iemand die bij het overlijden van een persoon dit droevige nieuws huis aan huis in de buurt kwam mededelen en ook zorgde hij ervoor dat familie, vrienden en kennissen daarover werden ingelicht. Tevens sprak hij bij deze aanzegging ook vaak een gebed uit wat door de toehoorder of aanhorenden meegebeden werd. Persoonlijk heb ik deze tijd nog meegemaakt en tevens de periode dat mensen door de plaatselijke timmerman gekist werden, waarbij het de gewoonte was dat de afleggers bij ons thuis in het café een paar borreltjes kwamen drinken zowel vooraf als hierna als preventie tegen besmetting van tuberculose, griep of lijkvergiftiging. Ook was er een aflegger die ik altijd een schoteltje met wat jenever erop moest aanreiken, waarmee hij zijn handen insmeerde. Het tweede gedicht (grafschrift) gaat over iemand zonder neus. Vroeger werden er veel ongelukkige kinderen geboren en mede debet hieraan was de drankzucht van pa en in hele zeldzame gevallen die van ma. Ja, zo'n gedichtje van die neus komt anno 2011 niet zo leuk over, maar in die negentiende eeuw werd er hartelijk om gelachen Het gedichtje over de hond behoeft geen nadere uitleg en spreekt voor zich.


|