De beschreven oordeelstijd in het Bijbelboek Openbaring
gaat over een periode van ongeveer zeven jaar plaatsvinden. Ik schrijf
ongeveer, omdat deze periode in de Bijbel aan maanden van elk dertig dagen
wordt uitgedrukt. De eerste helft van de zevenjarige oordeelsperiode bedraagt namelijk
1260 dagen wat een periode van drie en een half jaar betekend aan dertig dagen
per maand. De tweede helft gaat over 42 maanden wat eveneens een gelijke
periode van drie en een half jaar beslaat. De aanvang van de eerste helft van drie
en een half jaar vindt plaats met Jom Kippoer en loopt door tot Pesach in het
vierde jaar, waar met de Pesachweek de tweede helft begint om te eindigen met
Jom Kippoer in het zevende jaar, waarna de komst van de Gezalfde plaatsvindt.

De zeventigste jaarweek van de profeet Daniël, die ook een alsnog toekomstige tijdsperiode van
zeven jaar voorstelt, past exact in het eindtijd-kader van de Apocalyps.
Daniël 9:27
in de helft van de
week zal hij (de tegenstander) slachtoffer
en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een
verwoester komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten
is, dat zal zich uitstorten over wat woest is. (NBG Vertaling 1951)
Voor de goede orde volgt hierna
het volledige Bijbelgedeelte dat over de zeventig jaarweken handelt.
Negenenzestig weken hiervan zijn al geschiedenis.
Daniël 9:24 Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad,
om de overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de
ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen,
en om het gezicht, en den profeet te verzegelen, en om de heiligheid der
heiligheden te zalven. 25 Weet dan, en versta: van den uitgang des woords, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem
te bouwen, tot op Messias, den Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig
weken; de straten, en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden. 26 En na die
twee en zestig weken zal de Messias
uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hem zelven zijn; en een volk des vorsten, hetwelk komen zal,
zal de stad en het heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn met een
overstromenden vloed, en tot het einde toe zal er krijg zijn, en vastelijk
besloten verwoestingen. 27 En hij
zal velen het verbond versterken een
week; en in de helft der week
zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden, en over den
gruwelijken vleugel zal een verwoester zijn, ook tot de voleinding toe, die
vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort worden over den verwoeste. (Statenvertaling)

Het jaartal van de aanvang van de
zeventig jaarweken en de plaatsing op de tijdsbalk heb ik in mijn boek TIJD en TIJDEN, 2015, blz. 395-399,
behandelt. Negenenzestig jaarweken leiden ons exact tot 2 april 30 AD, toen
Jezus Christus in de Pesachweek Jeruzalem binnenreed. Met Goede Vrijdag, 7
april 30 AD werd de Messias op een Romeins kruis uitgeroeid. Veertig jaar
later in 70 AD werd Jeruzalem en de Tempel van Herodes door de Romeinen onder
leiding van Titus, vernietigd en de Joden in ballingschap weggevoerd, wat een
vervulling van Daniël 9:26 was. Ditzelfde vers leert ook de ondergang van het
Romeinse Rijk, als een gevolg van een overstromende vloed. De val van het
West-Romeinse Rijk vond inderdaad plaats door een onstuitbare vloed van
Germaanse volkeren die in de vierde eeuw na Christus de rivieren Rijn en Donau
overschreden, en het einde van het Beestrijk van de profeet Daniël: Rome,
betekende. Het Oost-Romeinse Rijk zou vanaf de zevende eeuw na Chr., als gevolg
van een Arabisch-Islamitische invasie, volgen.

Het Romeinse Rijk van de oudheid zal
in de toekomst in de vorm van een statenbond geleid door tien koningen of
leiders, opnieuw opkomen. Deze tien leiders geven uiteindelijk hun leiderschap over
aan een elfde heerser, die na hen opkomt. De hij van Daniël 9:27 stelt dan een nieuwe Titus voor die bij de
aanvang van de alsnog toekomstige zeventigste en laatste jaarweek het verbond
versterkt. Het negende hoofdstuk van Daniël, vers 27, leert dat tijdens de
eerste helft van de zevenjarige eindtijdperiode in Jeruzalem er opnieuw een
slachtoffer- en spijsoffer-dienst is ingesteld, want de Romein van de oordeelstijd zal in de helft van de jaarweek het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden.
Dit sluit aan bij het laatste
Bijbelboek Openbaring dat leert dat de HERE God tijdens de eerste helft van de
zevenjarige eindtijdperiode twee getuigen in Jeruzalem laat optreden die tegen
de herstelde offerdienst op de heilige plaats, de Tempelberg, zullen
profeteren. Zij worden door de hij van de profeet Daniël 9:27, die in de
Apocalyps 11:7 het beest wordt genoemd, gedood. Hierna volgt de vertreding
van de heilige stad Jeruzalem door heidenen voor een periode van tweeënveertig
maanden.
Openbaring 11:1 En mij werd een
rietstok gegeven, een meet roede gelijk; en de engel stond en zeide: Sta op, en
meet den tempel Gods en het altaar,
en degenen, die daarin aanbidden. 2 En laat het voorhof uit, dat van buiten den
tempel is, en meet dat niet, want het is den heidenen gegeven; en zij zullen de
heilige stad vertreden twee en veertig
maanden. 3 En Ik zal Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen
profeteren duizend tweehonderd zestig
dagen, met zakken bekleed. 4 Dezen zijn de twee olijfbomen, en de twee
kandelaren, die voor den God der aarde staan. 5 En zo iemand die wil
beschadigen, een vuur zal uit hun mond uitgaan, en zal hun vijanden verslinden;
en zo iemand hen wil beschadigen, die moet alzo gedood worden. 6 Dezen hebben
macht den hemel te sluiten, opdat geen regen regene in de dagen hunner
profetering; en zij hebben macht over de wateren, om die in bloed te verkeren,
en de aarde te slaan met allerlei plage, zo menigmaal als zij zullen willen. 7
En als zij hun getuigenis zullen geëindigd hebben, zal het beest, dat uit den afgrond opkomt, hun krijg aandoen, en het
zal hen overwinnen, en zal hen doden. 8 En hun dode lichamen zullen liggen op
de straat der grote stad, die
geestelijk genoemd wordt Sodoma en Egypte, alwaar ook onze Heere gekruist is. (En
zo verder
) (Statenvertaling)
Net zoals bij de zeventigste jaarweek van Daniël wordt de
oordeelsperiode van Openbaring of Apocalyps, ook in twee gelijke delen gedeeld
van drie en een half jaar.
De eerste helft van de zevenjarige oordeelstijd vangt in
het Bijbelboek Openbaring aan bij het uitrijden van de eerste ruiter, bij de
verbreking van het eerste zegel van de boekrol:
Openbaring 6:1 En ik zag, toen het Lam een van de zeven
zegels opende, en ik hoorde een van de vier wezens zeggen met een stem als van
een donderslag: Kom! 2 En ik zag, en zie, een
wit paard, en die erop zat, had
een boog en hem werd een kroon gegeven, en hij trok uit, overwinnende en om te
overwinnen. (NBG Vertaling 1951)

Beide zijn dezelfde persoon: de hij van het Bijbelboek
Daniël die in het jaar 70 AD Jeruzalem en de tempel vernietigde en de Joden in
ballingschap wegvoerde, én de ruiter met een boog op het eerste paard die een
kroon gegeven wordt en uitrijdt, overwinnende en om te overwinnen. Hij is de elders
in de Bijbel beschreven: Assyriër van de eindtijd, een soort gereïncarneerde
Nimrod, die op God s tijd opnieuw een kroon gegeven wordt. Over de Assyriër
van de eindtijd schreef ik al eerder op dit blog een artikel op 12.01.2015, zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1421017200&stopdatum=1421622000
De eerste ruiter van de Apocalyps brengt (schijn)vrede
over de gehele wereld en zal daarom alleen al, als een pseudo-messias aanzien
worden. Hoelang deze vrede zal aanhouden staat niet beschreven, maar we kunnen
aannemen dat het voor een hele tijd zal zijn. Het resultaat zal voorspoed voor
velen betekenen. Het huidige verscheurde Midden-Oosten zal zich
politiek/economisch verenigen in een Unie van vijf staten die aansluiting
zullen vinden bij de Unie van het West-Romeinse Rijk en zodoende het Romeinse
Rijk van weleer doen herrijzen. Tien leiders in totaal zullen aanvankelijk de
dienst uitmaken. De beschreven ruiter op het eerste paard is de elfde horen van
Daniël 7:8 waarover zo dadelijk meer uitleg.
Voor de herstelde slachtoffer- en spijsoffer offerdienst
op de heilige plaats te Jeruzalem, de tempelberg, heeft men een tempel of tent,
een altaar en (de) een ark van het verbond nodig.
Het is mogelijk dat een onverwacht tevoorschijn komen ergens
van een replica van de ark van het verbond, de aanleiding wordt tot het opnieuw
instellen van een offerdienst te Jeruzalem? De originele ark van het verbond
werd samen
met de Tempel te Jeruzalem in 586 v. Chr. door de Babyloniërs vernietigd (2
Koningen 25:8 en Psalm 74:1-4).
De oorsprong van de Ark van het
Verbond gaat terug tot het ontstaan van Israël als natie na de Exodus in 1483
v. Chr. bij het geven van de Tien Woorden aan Mozes. In het Bijbelboek Exodus
hoofdstuk 25:10-22 vinden we de opdracht tot het bouwen van de ark van het
verbond. De Ark van het Verbond heeft de Israëlieten op al hun tochten en belevenissen
vergezeld. Tot aan de bouw van de Tempel van Salomo was zij ondergebracht in
de Tent der samenkomst.
In het jaar 996 v. Chr. of anno
mundi 3000 ten tijde van Salomo werd zij in de Tempel in het Heilige der heiligen neergezet. Een vertrek van de tempel waar
met Jom Kippoer, de grote verzoendag, de hogepriester binnenging voor de
verzoeningshandelingen. Hier is de ark met zekerheid tot aan haar vernietiging gebleven. Deze vernietiging gebeurde ten
tijde van Zedekia, de laatste koning van Juda, door de hand van de Babyloniërs.
Na de verwoesting van Jeruzalem en van de tempel door
Nebukadnezar, de koning van Babylon in 586 voor Christus, horen wij nooit meer
iets over de ark. In de tempel van Zerubbabel na de Babylonische Ballingschap, en
in de tempel van Herodes de Grote bevond zich in het Heilige der heiligen geen
ark meer maar wel, volgens de Joodse overlevering, een steen waarop de
hogepriester op de grote Verzoendag het vat met reukwerk zette (Leviticus
16:12-14). Het is pas na de vernietiging van de tweede tempel in 70 AD dat de legendes
en het zoeken naar een verborgen ark een aanvang namen. De profeet Jeremia was
nochtans zeer duidelijk geweest: de ark zou niemand meer in de zin komen, men
zal aan haar niet meer denken en haar niet zoeken, en zij zal niet weder
gemaakt worden, Jeremia 3:14-18). Het apocrief (twijfelachtig niet
gezaghebbend) boek 2 Makkabeeën 2:1-21, dat de Roomse kerk aan haar Bijbel
heeft toegevoegd schept de verwachting in afwijking van de profeet Jeremia
3:14-18, dat de ark verborgen werd en op Gods tijd weer tevoorschijn zal komen
(2 Makkabeeën 2:1-19). Het verwachten van een tevoorschijn komen van een ark
van het verbond heeft echter alleen zin wanneer men een derde herstel van Israël verwacht, in het oude land der
vaderen. De Roomse kerk en een groot gedeelte van het christendom ziet zichzelf
echter als het geestelijke Israël en in de plaats gesteld van de Joden. De kerk
is in de plaats van Israël gekomen en de Joden werden in hun verwerping van de
Christus als heilsorgaan definitief in de eerste eeuw van de christelijk
jaartelling vervloekt, en voor altijd opzijgezet. Alle beloften die in het Oude
Testament handelen over het 'heil voor Israël' en de oprichting van een Messiaans
Vrederijk, past het christendom op zichzelf toe. Volgens deze exegese is met de
start van de Kerk in de eerste eeuw van de westerse jaartelling met Pinksteren
alle Oudtestamentische profetie vervuld. Het volk Israël als uitverkoren volk
van God heeft al twintig eeuwen voor hen afgedaan.
Alhoewel de ark zonder twijfel
vernietigd werd zijn er hoogstwaarschijnlijk in de oudheid replicas van de ark gemaakt, die tot nu toe ergens op aarde
verborgen zitten. Met zekerheid kan men bijvoorbeeld stellen dat in Ethiopië op
een geheime plaats te Axoem, zulk een replica van de ark van het verbond
vereerd wordt. Ethiopië betwist namelijk Arabië de roem van de koningin van het
Zuiden. De koningen van Ethiopië eisten afstamming voor zich op via Menelik,
een zoon volgens hen van de koningin van Scheba en Salomo. oogstwaarschijnlijk
bracht de koningin van Scheba een replica van de ark naar haar land mee. Enkele
jaren geleden bracht de BBC een overtuigende documentaire over de verborgen ark
te Axoem in Ethiopië. Volgens de documentaire wordt de ark op een geheime
plaats door een monnik bekend als de 'bewaarder van de ark' in de kerk van de
Heilige Maria van Sion, bewaard. Daarnaast zijn er Joodse
legenden die de ark van het verbond in een schuilplaats nabij de Dode Zee
plaatsen. Zij is dan verborgen in een van de vele grotten waar ook de bekende
Dode Zee-rollen gevonden werden. Een andere legende zoals in het boek 2
Makkabeeën beschreven leert dat de ark van het verbond bij de nadering van de
Babyloniërs op de berg Nebo in Jordanië, verborgen werd. Een hardnekkige
legende leert dat de ark verborgen werd 'in' de tempelberg en op Gods tijd bij
de herbouw van de tempel tevoorschijn zal komen. De Joodse legenden verhalen echter
niet over een replica maar leren de verwachting dat de oorspronkelijke ark
ergens verborgen zit.
Het tevoorschijn komen van een
replica van de Ark van het Verbond
past in het chronologische
eindtijdkader dat de profetische gedeelten van de Bijbel leren. Het
apocriefe boek 2 Makkabeeën zou in de toekomst aldus nog voor heel wat
misleiding kunnen zorgen.
Maar nu verder met het
chronologisch invullen van de vooraf geschreven geschiedenis van de toekomstige
zevenjarige oordeelsperiode.
Gedurende de eerste helft van de
zevenjarige oordeelstijd van Daniël namelijk zal een anti-Messias gepaard
gaande met nooit eerder geziene tekenen, de herstelde offerdienst leiden.
Openbaring 13:11 En ik zag een ander beest opkomen uit de aarde en het had twee horens als die van het Lam, en het sprak als
de draak. 12 En het oefent al de macht van het eerste beest voor diens ogen
uit. En het bewerkt, dat de aarde en zij, die daarop wonen, het eerste beest
zullen aanbidden, welks dodelijke wond genezen was. 13 En het doet grote
tekenen, zodat het zelfs vuur uit de
hemel doet nederdalen op de aarde ten aanschouwen van de mensen. 14 En het
verleidt hen, die op de aarde wonen, wegens de tekenen, die hem gegeven zijn te
doen voor de ogen van het beest. (NBG Vertaling 1951)
Dit alles sluit ook aan bij de
rede van Jezus Christus over de laatste dingen:
Matteüs 24:15 Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door
de profeet Daniël gesproken is, op de
heilige plaats ziet staan wie het leest, geve er acht op laten dan wie
in Judea zijn, 16 vluchten naar de bergen.
De heilige plaats is de
Tempelberg te Jeruzalem waar de tempel van Salomo stond tot 586 v. Chr. Na de
Babylonische Ballingschap werd de tempel door de teruggekeerde Joden opnieuw
gebouwd (535/515 v. Chr.). Dezelfde Tempel die onder het bewind van Herodes de
Grote tot een wereldwonder herbouwd werd (20 v. Chr.-27 AD). De Tempel die
uiteindelijk in 70 AD, veertig jaar na de verwerping van Messias Jezus, door
het Romeinse leger van Titus vernietigd werd.
De gruwel der verwoesting is
naar mijn mening de herstelde slachtoffer- en spijsofferdienst rond een replica
van de ark van het verbond. Tijdens de eerste helft van de zevenjarige
eindtijdperiode spreken twee getuigen van de HERE God tegen de herstelde
offerdienst.

Ik ben ook van mening dat er niet
absoluut een nieuwe Joodse tempel op de tempelberg gebouwd moet worden. De
toekomstige Tempel die de profeet Ezechiël voor het Messiaanse Vrederijk
profeteert (Ezechiël 40-48) wordt overigens noordelijk van Jeruzalem gebouwd en
niet op de Tempelberg.
Indien een replica van de ark in
de nabije toekomst tevoorschijn zou komen, dan kan de ark ook in een tent der
samenkomst op de tempelberg geplaatst worden. Het Bijbelboek Openbaring
hoofdstuk 11:2 veronderstelt dit overigens. Dit betekent ook dat er dan een
overeenkomst met de Islam mogelijk word. De Koran vermeldt de ark van het
verbond in de positieve zin. Hierna de betreffende Soera:
Soera 2:248 En hun profeet zeide
tot hen: het teken van zijn koningschap is, dat tot u zal komen de Ark, waarin
is een Godsrust van uw Heer en een nalatenschap, welke nagelaten hebben het
geslacht van Musa en het geslacht van Harun, (Aäron) en welke engelen dragen. Daarin is waarlijk een teken voor u, indien
gij gelovigen zijt. (De Koran volgens de vertaling van Prof. Dr. J. H.
Kramers)
De profeet waarnaar verwezen
wordt is de profeet Samuël en het koningschap dat van Saul van het Verenigd
Koninkrijk van het oude Israël. Het Arabische Musa is Mozes en Harun staat voor
Aäron.
Wat het teken zal zijn, weet ik
niet. Men kan vandaag alleen maar raden naar wat de reacties van de
verschillende religies op de mogelijke vondst van de ark zal zijn. Een ding is
zeker: de drie monotheïstische religies zouden haar kunnen claimen en
vermoedelijk een gezamenlijke rustplaats overeenkomen. En waarom niet op de
tempelberg voor de rotskoepel te Jeruzalem?
De rotskoepel werd in 691 AD door
kalief Abd al-Malik gebouwd. Het werd achthoekig gebouwd en heeft schijnbaar
geen Qibla of gebedsrichtpunt. Het werd blijkbaar in de eerste plaats als een
heiligdom gebouwd en het wordt binnen de moslimwereld als de derde heilige
plaats na Mekka en Medina beschouwd. Volgens de moslims werd de koepel gebouwd
om de hemelvaart van Mohammed te gedenken. Op de binnenmuren van het moslim
heiligdom staan Arabische Koranteksten die vooral tegen christenen gericht
zijn. Vooral het Zoon-schap van de God van de Bijbel wordt afgewezen:
Soera 112 Zeg: Hij Allah is één
Allah, de Eeuwige. - Niet heeft Hij verwekt noch is Hij verwekt. En niet is
één aan Hem gelijkwaardig.
Het evangelie zoals de Bijbel het
brengt zal afgevallen worden. De Heer Jezus Christus zal niet meer als de Zoon
van God beleden worden maar alleen nog als een profeet, zoals trouwens de Koran
ook leert. Hij heeft dan ook niet Zijn leven op het kruis van Golgotha afgelegd
en door Zijn bloed verzoening gebracht, maar is zoals iedere andere sterveling
gestorven en in een graf bijgezet. Geen opstanding, geen hemelvaart en geen
hoop.
De eerste drie en een half jaar
van de oordeelstijd is ook de tijdsperiode dat het nieuwe Babylon (Openbaring
17) alle religieuze macht zal hebben. Deze tijd zal aanvankelijk een periode
van vrede en vooral van religieuze eenheid worden. Waarschijnlijk zal het
tevoorschijn komen van een replica van de ark van het verbond de éénmaking van
alle religies waarmaken.
De leider en componist van dit
alles zal het beschreven genie van Openbaring hoofdstuk 13 zijn: het beest met
de horens als van het lam, de pseudo- of anti-messias, die in eigen naam komt
en Joden en Arabieren samenbrengt. Een utopie? Ik meen van niet! Stel je voor
dat degene die beschreven wordt als het beest uit de aarde als nieuwe
hogepriester in staat is om het eerste slachtoffer op het altaar gebracht, door
vuur vanuit de hemel te laten verteren, en dit vertoond naar de hele wereld toe
via alle huidige en nog toekomstige mediakanalen. Voor de meeste mensen van die
alsnog toekomstige generatie zal het ervaren worden alsof god zich opnieuw
geopenbaard heeft. Zij die altijd naar bewijzen vroegen worden hier op hun
wenken bediend. Degene die in zijn eigen naam komt zal hier voor zorgen.
Johannes 5:41 Eer van mensen
behoef Ik (Jezus) niet, 42 maar Ik ken u: gij hebt de liefde Gods niet in
uzelf. 43 Ik ben gekomen in de naam mijns Vaders en gij neemt Mij niet aan; indien een ander komt in zijn eigen naam,
die zult gij aannemen. 44 Hoe kunt gij tot geloof komen, gij, die eer van
elkander behoeft en de eer, die van de enige God komt, niet zoekt? 45 Denkt
niet, dat Ik u zal aanklagen bij de Vader; uw aanklager is Mozes, op wie gij uw
hoop gevestigd hebt. 46 Want indien gij Mozes geloofdet, zoudt gij ook Mij
geloven, want hij heeft van Mij geschreven. 47 Maar indien gij zijn geschriften
niet gelooft, hoe zult gij mijn woorden geloven? (NBG Vertaling 1951)
2 Korintiërs 11:4 Want indien
degene, die komt (= pseudo-messias), een anderen Jezus predikte (Isa de
profeet?), dien wij niet gepredikt hebben, of indien gij een anderen geest
ontvingt, dien gij niet hebt ontvangen, of een ander Evangelie, dat gij niet
hebt aangenomen, zo verdroegt gij hem met recht. (Statenvertaling) - (woorden
tussen haakjes door de auteur toegevoegd)
Het is aldus mogelijk dat de
replica van de ark van het verbond aanvankelijk het middel wordt tot verzoening
en samenbrengen van de godsdiensten. Een misleiding zonder weerga.
Dat de herstelde offerdienst op
de heilige plaats door de HERE God middels zijn twee getuigen wordt
afgewezen, lezen we ook bij de profeet Jesaja:
Jesaja 61:3 Wie een stier slacht,
verslaat een mens; wie een schaap offert, breekt een hond de nek; wie
spijsoffer brengt, (offert) zwijnenbloed; wie wierook ten gedenkoffer
ontsteekt, prijst een afgod
.17 Zij, die zich heiligen en
reinigen, om achter de ene man in het midden naar de hoven te gaan, die
zwijnenvlees eten, gruwelijke beesten en muizen, zullen tezamen verdwijnen,
luidt het woord des HEREN. (NBG Vertaling 1951)
Dat in de toekomst een genie de
eerste ruiter van de Apocalyps universele vrede brengt staat geprofeteerd.
Openbaring 6:1 En ik zag, toen
het Lam een van de zegelen geopend had, en ik hoorde een uit de vier dieren
zeggen, als een stem van een donderslag: Kom en zie! 2 En ik zag, en ziet, een
wit paard, en Die daarop zat, had een boog; en Hem is een kroon gegeven, en Hij ging uit overwinnende, en opdat
Hij overwonne! 3 En toen Het het tweede zegel geopend had, hoorde ik het tweede
dier zeggen: Kom en zie! 4 En een ander paard ging uit, dat rood was; en dien,
die daarop zat, werd macht gegeven den
vrede te nemen van de aarde; en dat zij elkander zouden doden; en hem werd
een groot zwaard gegeven.
De tweede ruiter van de Apocalyps
neemt de vrede van de aarde weg die de eerste ruiter gebracht had, wat ook
aansluit bij de woorden van Paulus in zijn eerste brief aan Thessalonicenzen
5:1-3.
5:1 Maar van de tijden en de gelegenheden, broeders! hebt gij niet van node, dat
men u schrijve. 2 Want gij weet zelven zeer wel, dat de dag des Heeren alzo zal komen, gelijk een dief in den nacht. 3
Want wanneer zij zullen zeggen: Het is
vrede, en zonder gevaar; dan zal een haastig verderf hun overkomen, gelijk
de barensnood een bevruchte vrouw; en zij zullen het geenszins ontvlieden;
.
De eerste helft van de zevenjarige oordeelstijd kent
aldus een misleiding zoals de wereld tot nu toe niet gekend heeft.
Tegen de nieuwe wereldmacht in een unie van tien staten
vanaf de Atlantische Oceaan tot aan de Indus in Azië, staan aanvankelijk in de
rand nog tegenstanders die zich verzetten. Het eerder geciteerde Bijbelgedeelte
uit Openbaring 6:1-4, leert dat de wereldvrede die bij het uitrijden van de
eerste ruiter een feit werd, bruusk wordt weggenomen bij het uitrijden van de
tweede ruiter van de Apocalyps
Openbaring 6:1 3 En toen Hij het tweede zegel opende,
hoorde ik het tweede dier zeggen: Kom! 4
En een tweede, een rossig paard, kwam, en hem, die erop zat, werd gegeven de
vrede van de aarde weg te nemen, en dat zij elkander zouden slachten, en hem werd een groot zwaard gegeven.
Scrol naar beneden voor deel 2