Meer dan 20 jaar lang stond ik op de eerste schooldag klaar om naar mijn werk te gaan. Maar morgen niet. Ik had niet gedacht dat het zo een pijn zou doen.
Het is de eerste keer dat ik het bewust meemaak. 2 Jaar geleden lag ik in het ziekenhuis, nog half verdoofd van de operatie. Vorig jaar stond ik wel klaar met mijn tas om te starten. Ik zie alle kinderen en collega's zich klaarmaken voor het nieuwe schooljaar. En ik sta aan de zijlijn verdwaasd te kijken. Ik vrees dat ik morgen een schim van mezelf zal zijn.
Ik hoop dat ik nu niet terug in mijn schelp ga kruipen. Ik ben nu net een stapje vooruitgegaan, het zou jammer zijn. Ik ken mezelf al een beetje: 'schuldgevoel omdat zij werken en ik niet, dus mag ik zeker geen leuke dingen doen. Geen uitstapjes meer of koffiepauzes'. Tja, ik hoop dat ik niet te hard zal zijn voor mezelf.
Maar morgen, morgen mag ik nog even terug in mijn cocon kruipen en wachten tot de dag voorbijgegaan is, om erna hopelijk terug verder te gaan.
'Ik draai rond op mijn kruispunt en heb elk gevoel van richting verloren. Ik zit op de grond en kijk om me heen. Ik zie andere mensen verder stappen en keuzes maken. En ik ben boos op mezelf omdat ik niet weet waar naartoe. Na 2 jaar zit ik nog altijd op de grond. En ik vraag me af of ik ooit de kracht vind om terug verder te gaan en mijn weg te zoeken. En het liefste zou ik nu een putje in de grond maken en me verstoppen voor de mensen en de wereld. '
Komt het door de cortisonekuur, of is het een natuurlijk proces, maar ik merk verandering. Een kleine verandering, maar toch.
Ik ben alerter, bemoei me af en toe met het huishouden en zet nu en dan een stap in die wereld rondom mij. Maar het blijft beperkt. Meerijden met G. naar een winkel of een uitstap naar een rommelmarkt. Een koffie gaan drinken of bij mijn ouders gaan. Ik kom de vermoeidheid nu meer tegen doordat ik meer beweeg en ook de revalidatie gaat nu wat minder vlot. Maar toch kruip ik minder vlug in mijn cocon dan in januari.
Januari 2013 Ik vraag me nog steeds af waarom ik me toen zo afschermde. Waar was ik dan bang voor? Ik weet het niet. Misschien voor het contact met de mensen met hun opmerkingen en oordelen. Misschien voor mezelf die steeds probeerde om zich beter voor te doen dan ze was en vooral opmerkingen en oordelen zag. Misschien uit schrik voor de uitputting, die plots over mij kon vallen. Misschien interesseerde het me gewoon niet omdat ik teveel achter mijn zorgenmuur zat. Of misschien had ik gewoon de kracht en energie niet meer. Maar heel af en toe kwam er iemand langs die me, met lichte dwang, meenam naar buiten. Zoals die keer toen ik met 2 vriendinnen naar Gent ging.
'Ik stap samen met N en A door de kleine straatjes. N. heeft me al een arm gegeven, want het stappen gaat wat minder vlot. Toch geniet ik van de sfeer, van de zon, van de gezelligheid. Ik was bang dat ze me een aansteller zouden vinden omdat ik zo vlug moe ben. Het is ook niet altijd zo simpel om het te begrijpen, want ziek zie ik er niet uit. Toch voel ik hun warme woorden. En dat doet deugd. Ze begrijpen dat ik niet meer verder kan en moet rusten. We bestellen koffies en 1 dessertenbord dat we delen. En we genieten. Wanneer we terug naar de auto stappen, zien we een poëziewinkel. We stappen binnen en ik voel een tinteling van geluk door mijn aders stromen, en alleen al het kopen van een agenda met gedichten voelt alsof ik iets heel kostbaars heb, om te koesteren. Ik krijg het gevoel dat mijn lichaam en ziel thuiskomen. En ik weet, die wereld, waarin ik mezelf vind, die zou ik moeten vinden. En iedereen van ons heeft zo een wereld.
Ik ben, lang geleden, mezelf kwijt geraakt. En ik blijf me dikwijls afvragen of dit de reden is dat mijn lichaam zich tegen me gekeerd heeft. En verkankerde. Ik ben het mezelf en mijn lichaam verplicht om hier verandering in te brengen. Maar verandering is moeilijk. Het zal een weg zijn met heel wat valkuilen en hindernissen, Maar ik moet blijven hopen dat het nog mogelijk is.'
Binnenin zit de kern te wachten Langzaam verdwijnt pel na pel zodat de essentie kan verschijnen en onbeschermd en kwetsbaar naar buiten kan
Ik ben een vrouw van 46 jaar. Ik ben getrouwd en heb 2 dochters.
In 2011 kreeg ik te horen dat ik eierstokkanker had. Mijn leven werd even op pauze gezet. Erna begon een zoektocht. Stap voor stap ging ik door de verschillende fases van ontkenning, verdriet en angst.
Nu, in 2013, kom ik tot het besef, dat de zoektocht nog maar net begonnen is. Een zoektocht naar mezelf en naar mijn nieuwe toekomst. Ik heb mijn gevoelens teveel opzij gezet en opgesloten in vaten. In deze blog ga ik stap voor stap terug van toen naar nu en ga ik op zoek naar mijn emoties.