Mijn dochter en schoonzoon zijn vandaag naar een
familiefeest aan zijn kant. Een nieuwjaarsfeest met uitstel omdat de familie
een zodanige omvang heeft dat het niet haalbaar is om het feest op nieuwjaar
zelf te houden.
Er bekruipt mij dan altijd een lichte vorm van jaloezie
omwille van de gezelligheid die ik mij daarbij inbeeld.
In het gezin waar ik ben opgegroeid was affectie niet aan de
orde. Mijn ouders hadden geen tijd of zin om een warme sfeer te scheppen. Als
ik terugdenk aan warme momenten uit mijn jonge jaren, dan heeft dit dus niet te
maken met dit gezin. Mijn nostalgie gaat over het gezin van een vriendin van een
toenmalig klasgenootje waar ik af en toe ging spelen. Dit meisje, Gaby, had een
Nederlandse mama en een Aziatische papa. Haar ouders waren een stuk ouder dan
de mijne, maar deden er alles aan om haar en haar broer een leuke thuis te geven. Geloof het of niet, ik ben er ooit
maar één keer thuis geweest, maar het maakte zon indruk op mij dat het vandaag
na 30 jaar nog steeds vrij duidelijk op mijn netvlies gebrand staat. Het huis was
niet speciaal groot, maar het was er zo mooi ingericht en aangenaam warm, en
haar mama stond te koken/bakken in de keuken. Het is zelfs moeilijk te omschrijven
wat dan net maakte dat het mij is bijgebleven en dat ik het nog steeds
associeer met huiselijkheid.
Maar bon, terug naar het familiefeest.
Mijn gevoel zegt dat andersmans familiefeesten leuk zijn, dat de sfeer optimaal
is, dat het een Nigella Lawson Kerstgehalte heeft, dat het eten zo goed als
vanzelf op tafel komt, dat iedereen met iedereen door eenzelfde deur kan,
kortom dat het daar aan niets of niemand ontbreekt.
Natuurlijk is dat niet zo, want hoe vaak stond al niet te
lezen in damesbladen dat meer mensen tegen familiefeesten zijn dan ernaar
uitkijken.
Door wat er in het verleden gebeurd is, heb ik mij min of meer van mijn eigen
familie afgescheurd. Sinds een paar sta ik er neutraal tegenover. Ik kan gerust
zeggen dat ik ze niet nodig hebben om gelukkig te zijn.
Mijn schoonfamilie is eerder
vrij grijs en zal conflictueuze gesprekken uit de weg gaan. Elk gesprek
wordt op dezelfde toonhoogte gevoerd. Emoties zijn ook niet aan de orde. In het
begin was dit voor mij echt wennen, want ik ben zelf nogal uitbundig en spreek
in tal van toonaarden.
Het gezegde je eigen familie kan je niet kiezen, je schoonfamilie wel gaat
eigenlijk niet op, he. Want ook hier moet je doen met wat zich aandient.
Gesteld dat we allemaal vrije keuze zouden hebben, wie zou
dan mijn familie willen zijn? Wie zou met plezier aan onze tafel komen
mee-eten? Wie zou staat springen omdat de feestdagen er weer aan komen? Bij wie
zou ik mezelf zodanig comfortabel voelen dat er geen stress is om te koken of
de tafel sfeervol aan te kleden? Met welke mensen zou, op filmse wijze, ons
plaatje kloppen?
Het deeg
voor mijn broodje ligt momenteel een eerste keer te rijzen. Nog 15 minuten te
gaan en dan even platdrukken en in de juiste vorm een tweede keer laten rijzen.
Zo staat het
op de verpakking vermeld. Moeilijk is dat allemaal niet meer. Die kant-en-klaar
pakjes waar je enkel water moet bijdoen en kneden, meer is daar niet aan.
Maar de
gezelligheid van de geur die uit de over komt zodra het brood gebakken wordt,
is ongelofelijk.
Dat
gecombineerd met de geur van verse koffie....
Nu worden we
helemaal melig, maar er zijn momenteel dat ik me er helemaal laatdoor meeslepen.
En vandaag ga ik
all-the-way.
Na het brood
ga ik nog wortelsoep maken en als avondmaal nog een lekker licht stoofpotje.
Eentje van eigen hand, met kip en veel groenten. Zelfs de aardappelen gaan mee
in de stoofpot. In plaats van bier als saus, ga ik voor een lichte
kippenbouillon, wat currypoeder , en werk ik af met magere room.
En vanavond,
nadat al dat lekkers verorberd is, zet ik me voor TV in de zetel en brei ik nog
een sok.
Wie me niet
kent moet er nu steevast van overtuigd zijn dat de hippiestijl mij helemaal
eigen is, maar niets in minder waar. Nee hoor, ik ben het typemadame die nooit ongeschminkt buiten gaat, wiens
haar in de juiste plooi moet liggen, die graag elegant gekleed is en schoenen
met hakken draagt.
Mensen die
mij vaag kennen kijken vaak raar op als ik breien als één van mijn hobbys
vernoem. Het zal dus niet stroken met het beeld dat men van mij heeft.Maar als ik thuis in mijn coconne zit, dan is
dat meestal in een verlepte makkelijke broek en een warme fleece. Cocooning,
he!
En dan komt
het geitenwollensokkengevoel wel naar boven borrelen.
Zo, broodje
in nu voor de tweede keer aan het rijzen en mag over een half uurtje de oven
in.
Ik ben van
nature een persoon met een groot rechtvaardigheidsgevoel, altijd al geweest. Dat
maakt dat ik vaak steiger als ik onrecht zie of hoor, in de eerste plaats over
dingen die in eigen land gebeuren. En dat steigeren doe ik hoe langer hoe meer
in stilte of besloten kring, want als zelfstandige vind ik het niet gepast om
openlijk uiting te geven aan mijn mening. Je weet per slot van rekeningnooit helemaal hoe de andere over de kwestie
denkt en je wilt niet aanstootgevend zijn.
Wat ik
echter al te kras voor woorden vind, is de hele discussie over de
pensioenhervorming en het zogenaamd langer werken. Maar laat mij vooral van
start gaan over het fenomeen staken en
niet alleen bij de openbare diensten.
Ik heb vóór
mijn zelfstandige activiteit20 jaar in
loonverband gewerkt en ben steeds van mening geweest dat wanneer je niet langer
tevreden bent over de gang van zaken bij je werkgever, en je je niet meer kan
stellen in de beslissingen die daar genomen worden, dat je dan op zoek moet
naar een andere job, een andere werkgever. Je kan toch niet verwachten dat je
werkgever zich aan jou gaat aanpassen?
Wij hebben als
Belgen de mogelijkheid om zelf die keuze te maken? Waarom vinden mensen het dan
vaak nodig om hun werkgever (soms letterlijk) te gijzelen met stakingen?
Elk bedrijf
is ooit opgestart door mensen die een ideologie nastreefden. Die mensen hebben
hun persoonlijk kapitaal benut om iets op te starten, met wat geluk en hard
werken uit te breiden, en ze hebben mogelijkheden gecreëerd om personeel in
dienst te nemen. Om een lang leven beschoren te zijn moet elk personeelslid dat
in dienst komt rendabel zijn. Dat klinkt
hebberig, maar is het niet.
Als we in de
media horen dat er her en der een aantal ontslagen vallen, dan is men meestal niet
over één nacht ijs gegaan. Dan is dit het resultaat van dagenlang tellen en
cijferen, en het onderste uit de kan halen om het bedrijf niet over kop te
laten gaan.
Stel dat het
financieel slecht gaat in je huishouden, dan ga je in eerste instantie manieren
zoeken om te besparen. Maar als je dan in een fase komt dat besparen niet meer
helpt en dat je andere dingen moet vinden om overeind te blijven, dan moet je
soms drastische beslissingen nemen.Daar
maak je je niet populair mee, maar is op dat moment echt wel nodig.
En begrijp
me niet verkeerd. Met deze stelling neem ik het absoluut niet op voor al de
bedrijven die frauderen, belasting ontduiken, dikke bonussen uitdelen aan het
management terwijl het personeel ondergewaardeerd wordt. Rechtvaardigheid, weet
je nog?
Maar dan: de
pensioenhervorming en het langer werken.
Vorige week
stond er in het weekblad Humo een brief van een leerkracht lichamelijke
opvoeding die haar (kan ook een man geweest zijn) beklag deed over het feit dat
ze door de nieuwe regels niet vervroegd met pensioen kon gaan. De details over
leeftijd en nog te werken jaren herinner ik me niet meer. Wat wel blijft
nazinderen nadat ik dit gelezen had is het volgende:
Een
leerkracht LO heeft naar mijn gevoel de makkelijkste job in het lerarenwezen.
Geen huistaken na te kijken, geen examens voor te bereiden, laat staan te
verbeteren, en bovendien gezien het vak, in de beste conditie. Dus eigenlijk
weinig fysieke reden om er vervroegd een punt te moeten achterzetten.
Als we dan
toch toegevingen moeten doen in het toelaten van vervroegde pensionering, laat
ons dan mild zijn voor degene die in weer en wind buiten werken, voor degene
die fysiek zware arbeid leveren, voor degene wiens gezondheid niet meezit.
En voor alle
anderen, probeer blij te zijn met het feit dat je kan en mag werken, dat je
lichaam en geest het toelaat om arbeid te verrichten.
Wat is de
zin van een pensioenleeftijd als die voor bitter weinig mensen van toepassing
is? Waarom vinden zoveel mensen dat het aan de andere is om langer te werken en
niet zozeer zijzelf? Waarom moeten we het afschuiven op een handvol mensen? Das
toch niet fair ten opzichte van onze jongere generaties? Dat kunnen we hen toch
niet aandoen?