Een overlijden in de familie stemt tot nadenken en maakt dat je wat gemoedelijker over dingen gaat spreken dan in gewone omstandigheden. We hebben onlangs een tante ten grave gedragen. In de familie stond ze bekend om haar wat eigenzinnige visie en aparte mening op dingen. Dat werd haar niet altijd in dank afgenomen waardoor dat ze niet in de lijst van de meest geliefde familieleden voorkwam. Maar dan plots komt ze te overlijden en is iedereen opeens wat milder gestemd. En wat mij het meeste opvalt, en niet voor het eerst, dat je over de overledene dingen te weten komt die je helemaal niet bij die persoon gedacht zou hebben. Hoe lief, hoe sociaal, hoe geëngageerd, hoe meelevend, hoe trots, hoe strikt, hoe zichzelf wegcijferend ze tijdens haar hele leven geweest is. Het was zo verrijkend dat je bijna spijt moest gaan krijgen dat je haar niet beter gekend hebt en geen deelgenoot was van haar leven. Ook aan de koffietafel tijdens een korte babbel met de dochter ben ik een paar keren positief verbaasd geweest over de verhalen.
Een drietal jaar geleden, tijdens de begrafenisplechtigheid van een tante van mijn man werd er door haar kleinkinderen een pracht van een tekst voorgelezen waarin zij vertelden over hun oma en hoe zorgzaam zijn voor hen geweest was. Wat voor een fiere, kokette vrouw ze was geweest die nooit buitenkwam zonder een hoedje op. Hoe ze samen met hen koekjes bakte en leuke dingen met hen deed op woensdagnamiddagen. Hoe één van de kleinkinderen tijdens haar studententijd een lange periode bij de oma gelogeerd heeft om rustiger te kunnen studeren. Ook deze tante had de naam niet de gemakkelijkste te zijn, om niet te zeggen eigenwijs, maar dit valt toch allemaal gewoon in het niet als je dan mag ontdekken wat een warme en zorgzame persoonlijkheid ze was.
Deze beide dames, die elkaar helemaal niet kenden, hebben gewoon groot gelijk gehad. Ze hebben zich niets aangetrokken van de ranking van meest-geliefde-familielid en het beeld dat ze bij de ruimere familie achtergelaten hebben. Ze hebben zich volledig gegeven voor hun eigen gezin, hun kinderen en hun kleinkinderen. De rest was gewoon bijzaak.
Ik kan hier alleen maar uit concluderen dat familieleden de meest vreemde mensen kunnen zijn voor mekaar. In onze familie waar deze tante deel van uitmaakte, zagen we elkaar maximum 5 keer per jaar. Een gemiddeld jaar bestond uit een communiefeest, een voorjaarskermis, een najaarskermis, Kerstmis en Nieuwjaar. Dat is toch wel bitter weinig om daar dan zo'n negatief beeld over iemand aan op te hangen, niet? Mijn grootouders aan die kant hadden 10 afstammelingen die elk op hun beurt ook niet stilgezeten hebben. Een familiebijeenkomst was elke keer opnieuw een groot evenement. En zo lang ik mij kan herinneren was er een groep van de populaire tantes en nonkels, en dus ook een groep van de niet-populaire. Toeval of niet, maar ook de neven en nichten werden gelijk in de hun toegewezen categorie geduwd. En dat merk je vandaag nog altijd. Wanneer ik stel dat we elkaar 5 keer per jaar zagen, dan kwam dat voornamelijk omdat wij nooit op zondagmiddag afzakten naar mijn grootouders, wat anderen wel deden. (De neven en nichten hadden daardoor een goede band met elkaar en wij waren de buitenbeentjes.) Ik vermoed dat mijn ouders telefonisch gevoed werden door de andere populaire familieleden om zo hun negatief beeld over andere familieleden te vormen.
Totaal fout, dus, want deze tante werd door haar eigen kinderen op handen gedragen en ze hebben dat publiek gemaakt tijdens haar begrafenis, en dat doe je toch alleen maar als het echt zo is. Who cares wat de anderen dan ook denken? Groot gelijk gehad, tante! Het ga je goed.