Het Volkswagen busje
Jaren geleden kochten mijn ouders een tiendehands volkswagen busje. Pa timmerde een interieur en mama naaide kussens, gordijntjes en overtrok matrassen. Het busje diende namelijk om Europa mee rond te reizen. Vooral de onbekende oorden; het binnenland van Spanje, Joegoslavië, the Highlands.
In de jaren zeventig waren dat niet meteen de toeristenvallen.
Het was wanneer je het vermelde een beetje zoals nu zeggen dat je naar Siberië gaat voor de zomervakantie. Vergeet niet dat Franco en Tito nog aan de macht waren en Schotland, dat was al helemaal niet populair met zijn regen en muggen.
Tot vervelens toe hebben mijn zus en ik jaren lang verhalen moeten verteren over hoe ze in Spanje het bestaan van voeding in potjes en melkpoeder voor babys nog niet kenden in de tijd van Franco en dat ze onder Titos bewind in een restaurant na zeven uur s avonds niets meer wilden opdienen ook al had je twee van de honger blèrende kinderen bij. Over Schotland geen slecht woord, dat was mamas vaderland hoewel pa wel een boom kon opzetten over de muggen. Midgets zoals we ze daar kenden, minuscule muggetjes die zelfs door de mazen van muggengaas kunnen vliegen en die tienmaal venijniger prikken dan onze muggen.
Maar ons busje
Wanneer ik daar aan terugdenk, beleef ik meteen zeer intense zintuiglijke flashbacks.
Buiten de regen oorverdovend op het dak van het busje. (We zijn dus overduidelijk in Schotland in mijn herinnering.) Pa met zijn blauwe K-Way op zoek naar een garage voor één of ander wisselstuk omdat we alweer eens in panne staan met ons busje en mama die pannenkoeken bakt op het fornuis in het miniatuurkeukentje. Wij spelen met de Lego aan de tafel zoals alle kinderen in de jaren zeventig plachten te doen waar ook in Europa wanneer het regende.
En weer zat mama eens met haar lange haar in de vlam. De geur van verbrand haar gaat samen met de gedachte aan het VW busje. Net zoals die gehaakte spreien waar je tenen altijd in vast zaten als je eronder kroop en die ontegensprekelijk mooi waren maar vooral ook tochtig met de gaten erin.
Reizen dat was ook altijd een beetje buikloop voor mijn kleine zus. Haar darmen waren niet echt internationaal ingesteld maar dankzij dit karaktertrekje van haar ingewanden hadden we een draagbaar campingtoilet in het busje en dat was iets waar ik persoonlijk eigenlijk heel blij om was, vooral wanneer we door Frankrijk trokken waar ze die vreselijke gaten in de grond hadden met twee voetsteunen waarbij je eigenlijk als kind een spagaat moet uitvoeren om te kunnen naar het toilet gaan. Ooit al eens een spagaat proberen te doen op glad porseleinen voetsteunen met natte teenslippers aan?
Reizen en kilometers vreten aan wel tachtig kilometer per uur, want sneller ging het busje niet en maar best ook want we hadden nog geen veiligheidsgordels, noch op de voorbank, noch op de achterbank. Achterbank? We hadden niet eens een achterbank, we zaten op de grond met Lego te spelen of we lagen Donald Duck strips te lezen op de bedden.
Elke keer als mijn pa hard remde, vlogen we (de wet van de traagheid) als een raket naar voor in het busje losweg tegen het keukenmeubilair. Alleen een onmogelijk grote factor geluk heeft er al die zomers voor gezorgd dat geen van ons een gespleten schedel opgelopen heeft op de gemonteerde tafel die in het midden vooraan stond.
Een ritje in de Pyreneeën zonder remmen (uitgelopen remolie) eindigde wel over de rand van het ravijn maar gelukkig tegen een overhangende boom. Nooit vergeet ik het beeld van de diepte onder ons door de voorruit (ook al lag ik een halve seconde ervoor nog zalig te slapen achterin het busje), net zoals ik nooit de angstdroomkreten van mijn moeder zal vergeten die de nachten daaropvolgend de camping in rep en roer zette.
En steeds maar the Beegees op de cassettespeler, niet omdat we ervan hielden maar het was de cassette die in tweedehands speler zat en daarbij de enige die we hadden.
En in Portugal zagen we ons (slecht aangeschroefd) achterwiel ons inhalen in een afdaling vol bochten.
Dat waren nog eens tijden.
Reizen met ons VW-busje...