In de "Keien van de Wetstraat" van 16 november kon Caroline Gennez niet kiezen tussen Cuba of Toscane. "De zon schijnt in allebei, maar het eten is beter in Toscane"...
In hetzelfde programma benadrukte ze tevens het belang om met duidelijke standpunten naar buiten te treden...
De kans is groot dat de universiteit van Leuven op weg is om een krachtig geneesmiddel te ontwikkelen tegen een aantal vormen van kanker. Het geneesmiddel blokkeert de PIGF-groeifactor in tumorcellen, zonder daarmee een negatief effect uit te oefenen op gezond weefsel (De Standaard. 2/11/2007).
Dit is uiteraard een bijzonder hoopvolle ontwikkeling. Tegelijk licht deze wetenschappelijke doorbraak een tip van de sluier op wat betreft het betaalbaar houden van onze gezondheidszorg. Universiteiten worden namelijk betaald met overheidsgeld. Het betreft hier dus het resultaat van wetenschappelijk onderzoek dat voornamelijk publiek gefinancierd werd. Het mag niet zijn dat straks private firmas de winsten zullen opstrijken van dit onderzoek, terwijl het geneesmiddel door zijn kostprijs misschien buiten het bereik zal blijven van mensen die er nood aan hebben. Iedereen moet de vruchten kunnen plukken van wetenschappelijk onderzoek, zéker wat de gezondheidszorg betreft.
In een eerste fase zou het publiek gefinancierde medisch-wetenschappelijk onderzoek moeten worden omgezet in een publieke participatie in en publieke medezeggenschap over de farmaceutische sector. Zo vermijden we bvb. bittere tragedies zoals bij Janssen Farmaceutica. En uiteindelijk zou ook de farmaceutische industrie een volledig publieke sector moeten zijn.
Inderdaad, De Bruyn wil alweer nationaliseren Maar het is net het privé-bezit van al deze essentiële productiemiddelen dat een politiek dogma is. Dat economische sectoren zoals energie, farmaceutica, banken en verzekeringen onder de publieke sector zouden moeten vallen en democratisch zouden moeten worden aangestuurd is niet dogmatisch maar louter rationeel. Zowel de kosten als de baten in deze sectoren moeten worden gedragen door de gemeenschap, en de prioriteiten ervan moeten gemeenschappelijk en democratisch worden gepland.
Er is nog een andere manier om de gezondheidszorgen betaalbaar te houden: preventie. Eén op 8 niet-rokende Vlamingen sterft aan kankers veroorzaakt door milieuvervuiling, in het bijzonder kankers veroorzaakt door fijn stof. Dat fijn stof wordt veroorzaakt door de industrie, maar ook door het verkeer. Het gaat over 10.000 dodelijke longkankers per miljoen inwoners. Als we dan zien dat het in een stad als Antwerpen anno 2007 nog altijd onbegonnen werk is om rond de autosnelwegen die dwars door de agglomeratie lopen geluidsschermen op te richten die tegelijk ook het fijn stof neerslaan, dan zien we waar de prioriteiten liggen in dit land. Het is wellicht belangrijker om het aandeel van de patiënten in het betalen van de ziekenhuiskosten verder op te drijven om op die manier van gezondheid een lucratieve business te maken i.p.v. een recht voor iedereen.
Ik hoorde op het SP.a congres afgelopen zondag talrijke oproepen om de eenheid te herstellen en voor een stevige oppositie tegen de oranje-blauwe regering die in de steigers staat. Ik hoorde ook verschillende oproepen om opnieuw één front te vormen met de vakbonden in het algemeen en met het ABVV in het bijzonder.
Een eerste gelegenheid voor de nieuwe voorzitster om de woorden van het congres (het hoogste orgaan in de partij) om te zetten in daden kondigt zich al zéér snel aan: vrijdag roept ACOD-Spoor op om één uur het werk neer te leggen tegen de plannen van oranje-blauw om het stakingsrecht in te perken en een minimumdienstverlening in de openbare diensten op te leggen.
Als we ons efficiënt willen verweren tegen het asociale beleid dat momenteel in de steigers staat dan zullen we de vakbonden hard nodig hebben. Die zullen voluit moeten beschikken over hun sterkste wapen: het stakingsrecht.
In het kader van de eenheid, de partijdemocratie én de strijd tegen de rechtse regering in de maak is het dan ook evident dat SP.a de staking van vrijdag voluit en openlijk zal steunen.
Sinds gisteren is het hek helemaal van mijn mailbox. De sympathiebetuigingen, steunmails en hoerakreten blijven maar binnenstromen. Ik wil jullie allemaal héél hartelijk danken daarvoor, de warmte van de open partij stroomt mij momenteel weldadig tegemoet
Het is bijna niet meer mogelijk om iedereen individueel te beantwoorden. Mijn verontschuldigingen daarvoor. Het kan wél zijn dat jullie de komende weken een mail krijgen van SP.a Rood om eens te polsen in hoeverre jullie willen meewerken. Vele handen en vooral hoofden zullen het socialisme weer op de agenda zetten in Vlaanderen!
De omvang van het politiek potentieel dat SP.a Rood met de campagne voor het voorzitterschap opbouwde is nauwelijks te overzien. Belangrijker nog dan de 34 procent van de stemmen voor Elke en mezelf is dat wij voor 66 procent de inhoud hebben bepaald van de tussenkomsten op het congres van 21 oktober. Ik hoorde er spreken over onbetaalbare woning- voedsel- en energieprijzen, over een democratische partij, over een front met de vakbonden, over het feit dat je niet alleen arbeiders op de lijsten moet plaatsen maar vooral hun eisen moet vertolken, over de overbodigheid van een kartel met Spirit en de noodzaak van solidariteit tussen Vlamingen en Walen. Als kroon op het werk was er Fred Patrie en zijn vurig pleidooi voor een vermogensbelasting. Allemaal themas die SP.a Rood in de campagne heeft gebracht. Als kersje op de taart noemen we elkaar terug kameraden, en noemen we onszelf opnieuw socialisten. Dit congres ging gelukkig niet over vrijheid en zekerheid, het ging gelukkig niet over genetisch gemanipuleerd socialisme maar over authentiek socialisme.
Rond dat authentiek socialisme zal SP.a Rood de komende jaren zélf actie voeren indien de partij het zelf niet doet. Want we zijn daartoe gelegitimeerd door een congres.
Yves Desmet tracht in zijn editoriaal van 22 oktober nog krampachtig de deur gesloten te houden. Maar het is te laat. Naast die ene gesloten deur gingen er de afgelopen weken honderden deuren open. De meest verzuurde hoofdredacteur van Vlaanderen is een beklagenswaardig man: hij ziet zijn ideaal van een socialisme van de derde weg op niets uitlopen maar moet nog door een rouwproces.
Maar dat geeft hem niet het recht om gewone mensen te beledigen. Dat hij mij verguist vind ik niet zo erg. Het omgekeerde zou me onrust baren. Maar beledigende flauwiteiten over toogtijgers en volkshuizen als beschermde werkplaatsen laat hij best achterwege. Als ik zie hoe de zaken die ik aan journalisten van De Morgen vertel steeds weer in een compleet verneukelde vorm in de paginas van die vrij marginale krant worden weergegeven, dan lijkt het mij daar veel méér een beschermde werkplaats te zijn dan de volkshuizen.
Het is volbracht. De campagne voor het voorzitterschap is ten einde. Het deed me deugd om zaterdag op de allerlaatste meeting in Brussel nog vele medestanders van het eerste uur te hebben teruggezien. Met dat eerste uur bedoel ik het einde van de jaren zeventig, toen ik scheikunde studeerde aan de Vrije Universiteit te Brussel, en waar ik ook mijn politieke activiteiten startte bij de Aktief Linkse Studenten (toen nog de studentenorganisatie van de SP, nu helaas in een klein links doodlopend steegje gesukkeld).
Het resultaat zal goed zijn, zoveel is zeker. Er staat opnieuw een linkervleugel op de kaart in de sp.a.
Het bedroeft me dan ook dat ik zaterdagochtend het overlijdensbericht van Jakke Schelfhout in de brievenbus vond. In Jakke en zijn vrouw Irma beiden lid van de partij in mijn afdeling Deurne- heb ik altijd strijders gevonden voor een linksere, socialistische koers voor de sp.a.
Jakke was een medewerker aan het weekblad Links in de jaren 70. Hij zette zich onder andere fel in voor de internationale solidariteit met Cuba en Nicaragua. Ik hoop dat Jakke in zijn laatste levensdagen nog gemerkt heeft dat het vaandel van de linkerzijde in de partij weer wordt opgenomen.
Ik wil hier ook hulde brengen aan twee sterke vrouwen. Eerst en vooral aan mijn vrouw Lin Van Rompaey die mijn logistieke steun en coach was, en die in die functie een half partijapparaat heeft moeten compenseren. En dat naast haar job én haar moeilijke taak als hoofdafgevaardigde voor de ACOD bij de stad Antwerpen, een bedrijf dat niet steeds een personeelsvriendelijk beleid voert.
En ten tweede aan Elke Heirman, die ondanks haar jeugdige leeftijd enorm gegroeid is in haar kandidatuur voor het ondervoorzitterschap. Elke moest deze campagne zien te combineren met de eerste maanden van haar eerste jaar als onderwijzeres in een basisschool te Hoboken, waar ze meteen met heel wat sociale achterstelling wordt geconfronteerd. Zonder haar moedige en bijna roekeloze beslissing in juli om er samen met mij voor te gaan was dit allemaal niet mogelijk geweest. In Elke herken ik de strijdlust, verontwaardiging en oprechtheid van een grote socialiste waarvan we nog veel zullen horen.