Je onthoudt wat je ziet. Wat je ziet is voor jou duidelijk aanwezig. Het
is belangrijk genoeg om je aandacht te trekken en te houden. Het moet als het
ware in tegenstelling zijn tot wat op dat moment door je hoofd gaat. Een
contradictie of een paradox. Ik blijft beide woorden vaak herhalen. (Ogenschijnlijke)
tegenstrijdigheid. In tegenstrijd met wat ik op dat moment verwacht. Heel
duidelijk en pertinent, en dat blijft ook zo, of eventjes tot herkenningspunten
opgehaald zijn. Een foto is ieders realiteit, maar in een andere tijd en
ruimte. Wanneer je in die context bent geraakt, begint herkennen, appreciëren
en reflecteren. Een foto... daar kan je ontzettend veel mee doen.
World Press Photo[i] probeert
al jaar en dag via een selecte en zeer strenge jury, die fotos te lauweren die
technisch zuiver gemaakt zijn én tegelijkertijd zon paradox doen ontstaan.
Voorbij verwondering. We raden aan de link te gebruiken om de fotos traag één voor
één te bekijken. Lees ook hierna enkele
passages van mevrouw Tessa Hetharia, Project Manager Exhibitions bij WPP.
Kijken is belangrijk.
De tijd nemen: Wanneer u
maar nieuwsgierig genoeg bent, zult u stoppen. U zult kijken naar de foto,
misschien iets nabij stappen om het beter te zien en wellicht de tekst lezen om
te ontdekken waar we zijn en wat we zien. In de weergaloze tred van de dag, is
het stoppen al heel wat...
Denk niet dat
je alles kunt begrijpen. Van poserende meisjes in een klein Spaans dorp weet
niemand waarom ze zo serieus en boos kijken ... niemand. Onthoud: ... de fotograaf (nodigt) uit om
dichterbij te komen. Om ondanks de chaos en onrechtvaardigheid de rust te nemen
als beschouwer. Het is de bedoeling van de fotograaf om om (ons) iets meer te
doen begrijpen van wat er gebeurt. En ze citeert een laureate: Photos can present empathy
that text and words cannot. Waarna ze besluit: Ik hoop dat u met precies dat gevoel hier
vanavond weggaat: dat u even stil bent blijven staan en iets van verbondenheid hebt
gevoeld.
Knokke-Heist heeft zo zijn/haar eigen kunststijl. Niet te moeilijk, met
een snuifje surrealisme, decoratief én pertinent, prijzig en met zicht op
tijdloosheid, als je wil sparen in de Zoute-stijl. Geen probleem, elk zijn
stijl (en portemonnee).
Het Cultuurcentrum Scharpoord geeft al jaar én dag kansen aan jonge
kunstenaars die los gaan van de traditionele paden en iets uitproberen. Vandaar
SEAS = kom het hier tonen en reflecteer samen over de appreciaties. Niet meteen
makkelijke kunst, maar een praatje met de kunstenaar helpt.
Momenteel is er Jill Vandorpe[ii] met een
presentatie: What about the things that Break?
Kijk eerste even naar haar werken via de website van Jill Vandorpe.
Daarna kan je best overweg met het tekstfragmentdat we uit een interessante blog gehaald
hebben:
In
mijn werk vertrek ik altijd vanuit mijzelf en mijn eigen wereld. Gevoelens,
gebeurtenissen, herinneringen en schrijfsels komen er in voor. Voor mij is
kunst een andere vorm van taal of communicatie. Ik wil beginnen waar de taal
niet meer kan en de poëzie het overneemt. Poëzie die een ruimte in taal creëert
voor de dingen die niet meer te verwoorden zijn. Poëzie laat plaats aan onze
interpretatie maar leidt ze bijna onmerkbaar door een spel van verbergen en
tonen, metaforen en symboliek. Mijn beelden construeer ik op deze manier.[iii]
Wat doe je met dingen die breken. Hou je ze weg, verstop je ze tot je meer
afstand hebt kunnen nemen of plaats je ze voluit in beeld zodat je in woorden
en lijnen afscheid kunt nemen. Het beeld wordt dan een herinnering en in de
massa van die gebeurtenissen een metafoor voor een herkenbaar gevoel. Wat moet
je in vraag stellen? In welk beeld staat iets dat jij herkent alsof het van
jezelf is? Waarom is een vinger nog geen hand? En als het breekt: waarom dan,
waarom dat? Was het gewicht van herinneren te zwaar? Moet iets vervagen,
verdwijnen, slechts een spoor van potlood, verf, stof, plaaster, ... nalaten.
Mijn werk speelt zich voor een groot deel af op papier. Ik maak
zowel tekeningen (met verschillende media) en grafisch werk. Steeds meer
introduceren zich ook kleine sculpturen. Deze laten de beleving van een werk op
een andere manier toe dan 2D werk. De opstelling van de werken vormt
uiteindelijk mee de inhoud van het werk.
Het vertrekpunt bij het maken van een beeld kan vaak iets heel klein,
onbenullig zijn (vandaar de titel van mijn vorige tentoonstelling Something of
nothing). Al te vaak projecteren wij als mensen onze wensen, hoop en
verlangens in kleine objecten (vb. souvenirs, talisman, ..). In mijn werk hou
ik ervan om deze dingen niet alleen af te beelden maar ook om het werk zelf als
iets symbolisch maar ook poëtisch te presenteren. Voor mij is het aan de
toeschouwer om het gevoel en de betekenis van een werk opnieuw in te vullen
zoals een woord in een gedicht een suggestie naar vele verhalen kan vormen.[iv]
Ik lees haar gedicht en denk eerder aan What about the
things YOU break? Iets dat uit zichzelf breekt, heeft iets in zich dat doet
breken. Met de klank van broosheid die in de ets, grafiek[v],
kleinsculptuur, setting opduikt. Neen: niet de broosheid van vrouw, maar de
broosheid van object en tijd, van feit en houdbaarheid, van omgeving en
aanvoelen.
Locatie: op café in Gent. Schuin over me: een man en een vrouw
lunch break? thema: over macht. Methodiek: woord/wederwoord. Vaak versterkt
door de mimiek die met de intensiteit van het gesprek ook grilliger wordt. Hàhà...
(afwijzend, laatdunkend)... Hoe is het mogelijk... (bevestiging van de
gesprekspartner.) Alles is goed verstaanbaar. Dit is een muziekloze
plaats.Ik heb begrepen... maar ik weet
het niet, hé ... maar allé... Kneukels op tafel tikken om iets daarvan te
bevestigen. Of om de bewering tot op een manier te bevestigen. Hoe dan ook,
een studioke aan zee zie ik wel zitten, ja. pauze Ja, wat wil je...
Thema was: zwembad in Oostende. En dat ze daar nogal wat aan het doen zijn.
Bouwen en afbreken.
Ondertussen geen verder nieuws meer. Ik denk dat we af en toe zullen
moeten polsen. Volg ondertussen de groei van de petitie http://www.petities24.com/zwembad-oostende.
Ondertussen een pertinente vraag gekregen: Wat is het standpunt van
DEMENT in dit dossier. Ik heb navraag gedaan maar (nog) geen antwoord gekregen.
Wel één en ander teruggevonden op hun site.
Dement wil in het dossier van het stedelijk zwembad een
genuanceerde positie innemen. Dit dossier onderscheidt zich immers van andere
bedreigde erfgoedpanden doordat het uitzonderlijk géén plaats moet ruimen voor
alweer een architecturaal banaal appartementsgebouw in de stad. Naar verluidt
zou er een publiek toegankelijk park ingericht worden. Het gaat dus voor één
keer niet om erfgoed dat moet wijken voor het winstbejag van een bouwpromotor,
maar wel om het algemeen belang, hetgeen de sloop van dit markant gebouw in een
ander perspectief plaatst. Daarenboven biedt de sloop een unieke kans om dit
stedelijk landschap, met enkele van onze meest beeldbepalende gebouwen zoals de
hippodroom, de Thermae Palace, en de Koninklijke gaanderijen die getuigen van
de urbanisatie onder Leopold II en het mondaine karakter dat Oostende ooit zo
kenmerkte, in zijn grandeur te herstellen door de aanleg van een
kwaliteitsvolle en publiek toegankelijke plaats.
Duidelijk. Dement trekt de kaart van de Belle (maar ook pauvre)
Epoque. Lees bij de commentaren van der petitienr. 85 eens. Combineer dat met het ellebogenwerk rond de verkoop van
Thermae Hotel en Koninklijke Gaanderijen plus de tegenstand binnen de
gemeenteraad en traagweg ontstaat een structuur, waarvan je achteraf zult
zeggen: zie je we: ik wist het! Met mimiek en kneukels op tafel.
In De Grote Klok (http://www.oostende.be/degroteklok)
van juni 2016 staat op p. 12 één en ander over de strandwandeling van het
Parijse Collectif Omne. (https://vimeo.com/164397277)
Maar ook een grandioze digitale maquette van de zeedijk ter hoogte van de
Venetiaanse, de Nieuwe en de Koninklijke Gaanderijen. Let op het vervangen van
de Nieuwe Gaanderij door een groene helling (vgl. oorspronkelijke toestand) en
een wandelstaketseltje vanaf de Drie Gapers. Maar daarachter staat het zwembad
van Felix en Tanghe al in zijn brutalistische naaktheid ingeperkt. Dat geeft
twee gevoelens. Eerst: oef: gespaard en een grandioze plaats voor overdekte
luister, zoals de stadshall in Gent. En: oei: zo levenloos, ontnomen van de
functie waarvoor het brutaal weg uitgetekend was. Maar toch: ja: het is
tastbaar, met een nieuwe functie én een cultuurhistorische waarde, contradictie
en paradox van een stad die niet weet (of begrijpt) hoe met mens én toerist om
te springen.
Naar halfjaarlijkse gewoonte: eerst HISK OPEN STUDIOS 2016, daarna de
eindpresentatie van de laatstejaars: dit is toekomst kijken want DAAR zie je de
kunstenaars die straks (en velen nu al) op internationale presentaties worden
meegenomen.
Wie zijn dat?
Buren (BE/NL), Lydia Debeer (BE), Ella de
Burca (IR), Kasper De Vos (BE), Vesna Faassen & Lukas Verdijk (NL), Aslan
Gaisumov (CE), Indrikis Gelzis (LV), Elias Ghekiere (BE), Minja Gu (KR),
Alejandra Hernández (CO), Lien Hüwels (BE), Pepa Ivanova (BG), Ola Lanko
(UA), Almudena Lobera (ES), Rebekka Löffler (DE), Ariane Loze (BE), William
Ludwig Lutgens (BE), Oleg Matrokhin (RU), Pedro Moraes (BR), Cadine
Navarro (FR/US), Jonathan Paepens (BE), Joke Raes (BE), Jura Shust (BY), Diana
Tamane (LV), Anne Van Boxelaere (BE), Wieske Wester (NL)
Belangrijk is ook dat alle geselecteerden opgenomen worden in een
alfabetische lijst (http://hisk.edu/mw/index.php/Artists), van waaruit je
een startidee hebt over deze jonge kunstenaar en in vele gevallen meteen een
link naar hun website. Als het Belgische kunstenaars zijn, kan je hen vaak
volgen via Kunstenpunt op Bamart: http://bamart.be/nl
We zijn er zoals altijd met een uitgesproken opgewekt gevoel van
teruggekeerd. Letterlijk bedoeld maar wel in de gietende regen. Meer verf dan
anders (Willy Van den Bussche PMMK - zou opgelucht snuiven), grote technisch
kunnen en verf, potlood, houtskool, zelfs spelen met de eigenschappen van
pertinente olieverf op transparant acryl. Video, foto, installatie, ... Alles
met de toon van een aanstekelijk begin, nopjes waar minstens straks grote
verwonderen en bewondering zal uitkomen (in sommigen gevallen barsten).
Uit de drup (het dak LEKT ontzettend iemand noemt het: een waterval op
zolder) voor we in de regen doken: nog dit genoteerd: Dit zijn de jonge
kunstenaars die één zijn met hun werk via de (auto)biografie en de anekdote.
Individueel in fotografie, film van zichzelf en door zichzelf, eigen leven als
inspiratie en als zichtbare context. De omgeving vastleggen als decor waarin
gebeurtenissen aanleding zijn tot nadenken. Uitnodiging, in-stappen, empathie.
Als acteur in een gefixeerde presentatie, de dramatiek van een land en wat dat
land (waaruit je komt) vanop afstand - als dat al mogelijk zoniet af te wenden
is met je doet.
Ps:
1. Stuur een mail naar info@hisk.edu om telkens uitgenodigd te worden op de
presentaties.
In de bijdrage Dialoog:
vluchten (kan niet meer) van 16 september 2015[1] waren we
op zoek naar hoe we nu precies moeten omgaan met het begrip vluchten, zeker
in het licht van de honderdduizenden vluchtelingen die aan en net over de grens
van de Europese Gemeenschap staan. We hebben daarbij verwezen naar het kort
maar krachtig artistiek moment van Vrijstaat O & Beaufort 2015: Troost en
Verzet, met link naar de film The March (https://www.youtube.com/watch?v=3BW83sHDCpc
= volledige versie met Duitstalige onderschrift)
Het gaat altijd over wie en
wat ze zijn. Over begrijpen of schrik. Over wat bij het gastcollege faculteit politiek
U.G. door de rector werd genoemd: politieke berekening. Dat is de andere
meetbaarheid. We nemen een aantal uitspraken van Martha C. Nussbaum mee als
suikertje bij bittere koffie.
Het is heel belangrijk te
weten dat een duidelijke woordkeuze de basis is van de goede argumenten in een
opbouwend gesprek. Filosoferen of proberen te begrijpen gaat over woorden en
waarden: Het is de meest verheven plicht van ons onderwijs en van journalisten
om deze waarden te koesteren: intelligent omgaan met informatie, principieel
consistent zijn, verbeelding cultiveren, samenwerken (met respect en
wederkerigheid zegt ze verder in het artikel) en hoop koesteren (Nussbaum, 2015) Ze verwijst
daarbij naar Kant: zelfs wanneer we geen reden tot hoop zien, hebben we de
morele plicht hoop te koesteren... terwijl we de hindernissen op ons pad
proberen te overwinnen.
Hoe overwinnen? De
verbeelding cultiveren is één van de belangrijkste taken van het
onderwijssysteem. Daarom moeten wij niet bezuinigen op programmas op het
gebied van de geschiedenis, de literatuur en de filosofie.(Nussbaum,
2015)
Dit zijn drie vakken die in
het middelbaar onderwijs onder vuur liggen, De meetbaarheid haalt het in de
leraarskamer te vaak van het inhoudelijk onderbouwd gesprek. Ik herinner me een
methodeschool die aan de wiskundelesgevers (en te snel benoemde jonge
lesgevers) ten onder is gegaan.
Geschiedenis
Van het standbeeld herinnert
men zich een koning op een paard. Geschiedenis dus. Waarom staat dat beeld op
die plaats? Waarom is er een grote waardering geweest door de optrekkers van
dat beeld? Wat met de lokale bevolking die slechts een illustratieve rol
speelt? Heeft de ruimte waar het stuk staat een invloed op de appreciatie van
het verhaal? Komt de waardering er door de plaats in de nabijheid van een
gerelateerd paleis, kazerne, slagveld? Wat met het ruim (literair en
historisch, zelfs reflectief dus filosofisch getint) verhaal? En hoe zit met de
dialoog tussen beeld en kijker, tussen kijker en doorgegeven informatie, tussen
informatie en duidelijke inschatting in tijd en ruimte?
Alles is informatie en
daaruit groeit een dialoog. Johan Idema heeft dat in How to visit an Art
Museum (Idema, 2014) voor de
kunst(en) aangetoond: neem méér tijd dan die 9 seconden. Doe een praatje met de
museumspeaker, de geïnformeerde suppoost, de (permanente) gidsen uiteraard. Ik
zet daar graag iets bij: maak voor jezelf een soort fotografisch essay i.p.v.
losse snapshots. Een kleine powerpoint waarin je toegelaten fotografische
opnames in een museum koppelt aan beelden uit de straat, jouw eigen omgeving.
Vastleggen van de contextualisering zodat je niet verstrikt in nostalgie. Context
is een omgeving waarin iets betekenis heeft of krijgt. Dat lijkt me zeer
veilig. Door die context te vatten krijgt de betekenis een soort
driedimensionale zichtbaarheid, een sculpturale vorm waaraan en waarin we andere
betekenissen kunnen vasthechten tot een, tot ons gefundeerd verhaal, een uitleg,
een standpunt. Is dat veilig. Ik dacht van wel, maar Rik Pinxten toonde aan dat
bijvoorbeeld personenbelasting betalen dus ik die me veilig voel betaal - een
controle-voorgeschiedenis heeft. Stel even dat men alleen een belasting op
goederen zou heffen en niet op arbeid, dan zou het zelfs niet meer relevant
zijn waar of bij wie je woont. (Teuwen, 2014) Toen begreep
ik dat contextualiteit zowel een eigen creatie als een inkapseling door een
ander kon zijn. Ben je dan nooit veilig?
En dan stuiten we op een
woord dat nu zò véél gebruikt wordt: veiligheid. Ik heb die veiligheid gevoeld
in de Javaanse en Balinese dorpen. Een familiale veiligheid.
Hong Kong
En
wat komt er dan in de postbus? Een kunstproject over A Living Space: The Homes of Pak Sha O of: What is
essential for a place to be considered Home? How can we create a living space
of our own? Plots valt alles samen: de
veiligheid die je zelf aanmaakt en die je om veilig te zijn en te blijven, op
een democratische manier bespreekbaar maakt. Through this book all these can be delivered to current and former
residents, the migrated descendants, the village head, politicians,
environmental carers, educators and the mass media. What makes a village a
wonderful living space, is how people manage to live here as a whole. What
makes an old Hakka house precious is the committing spirits to rehabilitate it
over and over again. We treat this Book Launch and Guided Tours an opportunity
to gather and to share, in this particular time and space, let us all redefine
the intimate relationship between ourselves and the surrounding environment.http://alivingspace.hk/en/
Geciteerde werken
Idema, J. (2014). How to Visit an Art
Museum. Amsterdam: Bis Publishers.
Nussbaum, M. C. (2015, september 12). Waarden voor de
toekomst: 5 opdrachten in tijden van angst. De Standaard Op Scherp .
Teuwen, L. (2014). "Het gezin als samenlevingsvorm is
een zeer recente ontwikkeling.". De Mens Nu .
Naast ons bed staat een
grote, zwarte, houten koffer met familienaam, adres in Oostende en de Belgische
driekleur op. Een beetje vervaagd. In de kelder een ander exemplaar in roestig
metaal met de naam van een ander familielid. Twee souvenirs de guerre. Maar
dan van een georganiseerde terugkeer naar huis waar thuis weliswaar
weggebombardeerd is, maar vele herinneringen, kennissen, vrienden nog zijn. Na
een oorlog opnieuw in vrede.
Herinnering aan een
metershoge draadmuur tussen de enclave van Ceuta en Marokko. We passeren met de
bus doorheen een mensenmassa. Niet in hun ogen kijken, zegt gids Ahmed, want
ze haten jullie rijkdom. Overal plastic zakjes. Aan elkaar geknoopt tot
bagage, in de luchtstroom van de bus, kleurvariaties aan de lange metalen
draadgrens. Even mooi als de installatie van Pascale Marthine Tayou buiten het
Arsenale van Venetië (2005) tegenaan het water.
Onlangs langs de steenweg
tussen autostrada en strand. Een groepje in lange broek, dikke korte vest, muts
en rugzakje. Donkere types zoals wij bleke types zijn. Je herkent het zeeblauw
in de lucht boven de stad die voor hen nog geen echte betekenis heeft. Daar is
het water tussen Europa en Engeland. Dat is het doel van vandaag. Daarna is het
wachten bij het strand. Alleen: die stad heeft geen schepen meer die naar de
overkant varen. Wat hebben ze hen wijsgemaakt? Ondertussen zijn ze hoopvol en
met de glimlacht in de graskant onderweg. Wie Europa eenmaal binnen is, laat
zich door het Kanaal niet afschrikken. (Van Baar, 2015)
Wat is vluchten eigenlijk?
Google houdt je tegen bij
scherm nà scherm vluchten naar exotische bestemmingen. Vaak bestemmingen van
waaruit anderen dan weer wegvluchten. Wegvluchten krijgt wel synoniemen:
ontkomen, ontsnappen, ontvluchten, uitwijken, vlieden, vluchten. Vluchten van
iets weg naar iets anders. Vluchten naar ergens wordt niet uitgelegd. De
oorzaak staat vooraan (weg), de toekomst of het doel is secundair (naar). De
berichtgeving staat daar wel bij stil. Vluchten naar beter klinkt anders dan
vluchten voor de oorlog. En dan is het nog belangrijk te kunnen bewijzen dat je
individueel en niet in groep vlucht(Vluchtelingenwerk Vlaanderen, 2013). We are all
individuals. [1]
Hoe moet ik reageren op deze
gebeurtenis die door nogal wat publicaties overspoelen en overrompelen wordt
genoemd. In essentie gaat dit om diepmenselijk lijden. In vergelijking met de
miserie in de regio van oorsprong, is dit voor ons geen onbeheersbaar probleem
dat het systeem gaat ontwrichten. (Vos, 2015) Daar
tegenover staat dat het officieel apparaat iets moet doen. Het verst van ons,
en dus het veiligste, is een militair ingrijpen. Een 100 jaar oude uitspraak
lijkt nu nog geldig: Winston Churchill over de naar Engeland gevluchte Belgen:
Ze hadden daar moeten blijven en continentale voeding opeten (...) Alles moet
gedaan worden om het militair verzet van België te ondersteunen maar dit is
geen moment voor liefdadigheid.(Dessin, 2015). Dat ruikt
ook naar zuiver economisch denken, zoals in de titel Economen over de
vluchtelingencrisis: Migranten zijn goed voor Vlaanderen als werkgevers meer
vrijheid krijgen.[2] Maar:
Spanje heeft een jeugdwerkloosheid van 50%... In België hebben we 600.000
werklozen. In Brussel bedraagt de jongerenwerkloosheid 35%. Zeggen dat we extra
arbeidskrachten nodig hebben, is cynisch.(Vermeersch, 2015)
De zwarte koffer naast ons
bed wijst op de terugkeer naar Oostende. Kunnen de vluchtelingen van nu ook
straks terug naar huis? De geschiedenis heeft het voordeel van overzicht tussen
begin en einde. Actualiteit is vaak gefundeerd denkwerk. En alleen maar dat.
Wat met die uitspraak: Organiseren we onze solidariteit (ook deze keer) op
tijdelijkheid? Of kiezen we vanaf dag één voor engagement en integratie?(Rutten & Dewael, 2015) Dit is de
vinger op de wonde: De belangrijkste les van de Eerste Wereldoorlog is dat aan
zon vluchtelingencrisis weinig vooraf te plannen of te organiseren valt.
Daarom toont de manier waarop politici ermee omgaan zich alleen in de
humanitaire praktijk, wanneer de crisis zich voordoet, en niet in de
verklaringen, inzichten of meningen vooraf.(Reynebeau, 2015)
Op donderdag 18 september
toonden Beaufort Buiten de Grenzen en Vrijstaat O, gratis, voor iedereen en op
diverse plaatsen in de openbare ruimte, de film The March[3].
Zeker kijken èn opiniëren (mooi woord!).
Over dat project later meer.
Bibliografie
Dessin, D.
(2015, september 1). De dunnen grens tussen martelaar en lafaard. De Belg van
1914 is niet de Syriër van 2015. De Standaard, Opinie & Analyse .
Reynebeau, M. (2015, augustus 24). Bed, bad en genadebrood.
Wat het vluchtelingenbeleid van vroeger kan leren. De Standaard .
Rutten, G., & Dewael, P. (2015, september 1). Willen we
migranten dan 'parkeren' aan de zijlijn? De Standaard .
Van Baar, D.-J. (2015, augustus 28). Europa kan niet zonder
afsluitbare grenzen. De Morgen, Opinie .
Vermeersch, E. (2015, september 5). 'Het is flauwekul om te
zeggen dat we die vluchtelingen nodig hebben.'. De Standaard, Binnenland
.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen. (2013, 11 12). Wat is een
vluchteling. Opgeroepen op 09 16, 2015, van Vluchtelingenwerk Vlaanderen:
www.vluchtelingenwerk.be
Vos, H. (2015, september 1). De ladder van de Beschaving. De
Standaard, Opinie & Analyse .
(Ondertussen nieuws van de uitbarsting van de Raung vulkaan op Bali. Problemen?) Zicht op gids, vader, moeder, tweeling. Vermoedelijk V.S. Moeder stelt vragen, 2 kinderen lopen zwetend trendy achteraan, ze praten tegen elkaar en luisteren niet naar de gids. Vader kijkt rechtuit vooruit, los van alle personages. Zijn en weten gaan samen, maar het omhulsel 'thuis' blijft. Zeker in de kledij, maar vooral in de vragen. Ik sta bij het paleis van de sultan. Te voet op weg naar zijn waterpaleis "om de hoek." Onderweg ondergronds, fris met enkele open ruimtes, waar ik voor de derde maar definitieve keer de zichzelf-aangeboden à opgedrongen gids kwijtraak. In de nissen van de gang zitten jonge meisjes, samen, die elkaar gsm-fotograferen. Of gewoon stil maar samen sms'en. Totaalbeeld tot nu sedert de tussenlanding in Kuala Lumpur Airport: iedereen (...) van Aziatische origine in een lange rij wereldlijk gedigitaliseerd. In alle ruimtes, in alle restaurants, soms met meerdere schermen. Zichzelf en af en toe een ander zonder zichzelf fotograferen. Het gegiechel is universeel. Een universele klank, een oerklank die misschien de som is van geluid maken, klankmogelijkheden en mondfysiologie. De maker van de platte schaduwpoppen in buffelhuid zegt dat je geen meester in twee dingen kan zijn. Je kan ofwel vormgeven ofwel inkleuren. Een andere spreekt dat hoofdschuddend tegen. Ik opteer even voor voorstel één. Om te excelleren moet er een verschil zijn tussen twee of meer handig-heden. Twee dingen even goed doen, moet kunnen maar zal gebaseerd zijn op kennis, kunde en op de mogelijkheid om zich af te sluiten van de andere kennis, zodat het ene niet in het andere insijpelt, noem het interfereert. Kan dat wel? Vredeburg (voordien Rustenburg). 'Rust' van rust bewaren tussen kolonisten en sultan. Kortweg: 17de en 18de eeuw is voor de V.O.C. en nadien geven ze het zaakje door aan Holland, lees (Noord-)Nederland. Dat vraagt om fortificaties. Zoals Vredeburg waar de gemberthee succulent is. Het nationaal gevoel wordt sterk uitgetekend en aangepord in dit museum. Let wel: de daden van de Nederlanders worden zwaarder aangekleed dan deze van de Japanse bezetter. In de diorama's stroomt het bloed alleen bij de Hollands militaire acties, niet bij de intrede van de Japanse soldaten. Die zijn wel 'veroveraars' maar worden nooit onderdrukkers genoemd. Ze leggen de Nipon Martiale Wet: directe invloed op het culturele. Kinderkopjes kaalscheren zoals de traditie in Japan dat wil, maakt je (visueel) misschien tot een ander mens. Maar er vloeit géén Javaans bloed. Is dit een ander 'kolonialisme?' Ik keer vaak terug naar de tentoonstelling 'Europese Spoken' in Mu.ZEE Oostende. Hoe kijk je als (hoe dan ook) ex-kolonisator naar ex-gekoloniseerden? Het gaat over mensen waarover iemand macht heeft, over hun soms kleine maar heel persoonlijke dingen waarvoor ze een soort strijd willen aangaan. De 'Natie', de eigen bevrijde begrensde ruimte, staat symbool voor het bereik van dat 'ongemak' en het uiterste dat ze willen en zullen gebruiken om die grenzen te vrijwaren van het actieve koloniale. De residu blijft in het woordje 'ex' dat aan zichzelf en de ander blijft kleven.
Op en af. Al het zoveelste vliegtuig tussen thuis en reizen. Inpakken is nazien wat je hebt en onthouden om te kunnen herinneren wat je na-laat. Materieel gezien zijn dat afval en centen. Ik had eigenlijk graag een dagje voor het raam van de hotelkamer willen schrijven over de mensen die ik zie (bewegen) en de put die vandaag in de straat gemaakt wordt. Vandaag in de zin van vorige nacht al. Over de werfkeet en de vele rustpauzes. Of de buswaybrug die hier straks voor het raam zal staan trillen onder de forensen. Over kleuren die betekenissen hebben in de helmen van huurbromfietsen, huurwagens, de metaalblauwe Skybird taxi's. Over hun warme kledij bij 30°. Ondertussen. Wat blijft is wat ik gelezen heb in een vreemde omgeving van verkeer, van een zoo, van vervagend Holland. Hoe kan je het ideeëngoed van een zeer streng Holland (Calvinisme met zwart) inplanten in het vierkant van Oud Batavia? Het nationaal Museum toont organisch gegroeide (paal)huizen. Midden daarin Europese bakstenen gebouwen met hardhouten meubels voor een hardbijbelse rechtspraak. Een kwartwereld onbekenden. Is dat een verkeerde interpretatie van een onderzoek naar de gelijkheden bij de wereldburgers. De mensen van de aarde. Aardbewoners. De mens als verzamelnaam van zoveel verschillen als er mensen en soorten zijn. Wanneer de ene iets inplant bij een ander, dan wordt daar op dat moment vaak niet diep over nagedacht. Mag vaak niet eens nagedacht worden. Over zuiverheden, bijvoorbeeld. Zuiver in de zin van nadien onzuiver worden, want zuiver staat voor de overgang van niets naar iets. Zijnde en nog moeten verder zijn. Worden. Altijd worden. Zijn = is, worden = bij-komen. Zoeken, zoeken, zoeken, ... Ik schrijf meestal vanuit het gevoel dat eens gezien en beschreven, dat iets onzuiver wordt omdat ik er iets aan toevoeg. Dat is onjuist. Omdat zuiverheid een eigen interpretatie is van iets dat al door anderen is waargenomen. Dat houdt in dat zuiverheid alleen bestaat in oorsprong. Gevonden oorsprong en oorsprong zelf. Alhoewel: vanaf één is er al iets. Een ander woord misschien: niets. Dat is niets anders dan het benoemen van wat niet benoemd kan worden. Aangezien iedereen wil benoemen, wordt met evenveel gemak gesproken van een god en vanaf dan wordt het iets. Zeg niet niets over een god. Nu even niet meer: de taxi van Endarto is er. Straks zoek ik de navel van de kosmos in het Kreaton van Yogyakarta. Iets dat centraal staat. En waarvan men dacht dat het begin daar begonnen is. Het begin dat begint, terwijl de navel eigenlijk slechts de rest is. De herinnering. Niet vergeten. Nooit te vergeten.
1 In de door Blog-Beaufort nooit gepubliceerde BLOG-30@30.6.2015 staat één en ander over Beaufort en Filosoferen. Ik haal dit er even uit: "'De voornaamste taak van filosofie bestaat erin ons gevoel van wat mogelijk is, te vergroten.' Uitspraak van Susan Neiman, opgetekend in De Standaard. (Sioen, 2014) De interviewer vraagt: "Het gaat om de balans tussen het besef hoe de wereld is, en de rationele overtuiging hoe de wereld zou kunnen zijn?" Antwoord: "Dat is wat Kant, de belangrijkste filosoof van de verlichting ons leert.... (hij) was de eerste die de twee (idee en materie) verzoende: filosofie kijkt naar de wereld zoals die is, maar met het oog op hoe die zou moeten zijn." Kunst doet zo-iets met je. Laten zien zoals het is met oog voor wat het ook zou kunnen of moeten zijn. Alleen: je moet er tijd voor nemen. Johan Idema n.a.v. het boek 'How to visit an Art Museum.' Zijn standpunten. (DM-Sofie Mulders, 2014) - Een verhaal vertel je niet in 9 seconden - Laat BV's een verhaal voorlezen, of een video van de kunstenaar die uitlegt. - Een kunstwerk komt veel meer binnen als je er gesprekken over hebt. - Gallery Guides en geef de suppoosten een rol. En bewust zijn van de wereld waarin en waaruit die kunst ontstaat. Heb ik je al vertelt van mijn Javaanse, Balinese en Lombokse (zeg je dat zo?) ervaring: ontzettend genoten en visueel totaal bevredigd. En dan plots vaststellen: er is geen kunst, alleen een organische versiering. Kunst lijkt plots 'artificieel', maar daarom in herinnering en uiteraard daarnà niet minder mooi. Dan ga je even op zoek naar de betekenis, los van wat en wanneer Kunst IS. Uit deSingel Maandkrant haal ik deze zinnen waarin 'nederigheid' t.o.v. de natuur - maar uiteindelijk ook voor het ontbreken van dat artificiële dat ik plots kunst noem - centraal staat. - "... onze planeet (is) een sintelgloeiende bal vol magma." (Jean Bernard Koeman, 2015) Dat geeft een gevoel van verminderde voetgreep. Je stelt je de vraag: hoe staat magma t.o.v. een zomerhitte van 35°C? De meetbaarheid van temperaturen is door de mens ingesteld, maar er is een soort gevoels-discrepantie tussen Magma-aardschil-35°C-voetzool. - "Godsdienst en ideologie gaan dikwijls uit van de gedachte dat een zinvolle betekenis ten grondslag ligt aan het universum, het menselijk bestaan en de geschiedenis. Al eeuwen plaatsen de kunsten en de filosofie daar vraagtekens bij... Albert Camus achtte het menselijk bestaan fundamenteel zinloos en dus absurd. Maar juist in de aanvaarding daarvan school volgens hem de menselijke vrijheid om het bestaan zelf zin te geven. Anders gezegd: de zinloosheid is de oerbron van de menselijke creativiteit, de levenskunst en de kunst... Wellicht is dat mede een verklaring voor de sterke afkeer die mensen van kunst kunnen hebben: het herinnert hen te veel aan de zinloosheid der dingen."(Jean Bernard Koeman, 2015) Ingrijpen in het zinloze, of het zinloze zin geven, via kunst bijvoorbeeld. Dit is evolutie. Is evolutie iets op zich? Kan evolutie zonder ingrijpen door de mens? Wat is het evenwicht tussen ingrijpen, aanpassen, onderhandelen en zelfs visie ontwikkelen, allemaal binnen die evolutiegedachte?
2. Dog Republic: "Natuur op de muur: de tuin van de toekomst zweeft in de lucht." (Sels, 2015) Het past bij het ideeëngoed van Yona Friedman om de natuur de vrijheid terug te geven. Dat gebeurt in de duinen van Knokke (Zwin) waar de ijzertekeningen een bos suggereren, in De Panne (Nachtegaal) waar bamboe de bewoonbare en meditatieve (oosterse) ruimte tekent en in Raversyde, kant Middelkerke, waar een iconoclast - ik noem het een onthouder van organische indrukken - beeldhouwwerk en architectuurschets is. Dat we dus de natuur als evenwaardige partner moeten zien. Vorige Beaufort deed het ook al met Casagrande (en in de zelfde lijn ouder werk van Arne Quinze) die naast zijn zandworm (Wenduine) ook boomhuisjes en woekerende natuur in interieur (Taiwan) creëert. Singapore heeft nu een 89m hoge groengevel: plant er wat sla, en je hebt een verticale boerderij. Enkele referenties: - Architectenbureau Woha: https://en.wikipedia.org/wiki/WOHA - Xaveer De Geyter Architects (XDGA): http://xdga.be/ ivm schipperskaai Gent. Zou dat dan 'mooi' zijn of behoren tot de reeks 'O Lelijk België" die in De Standaard van deze zomer verscheen? De smaak van de wandelaar is niet altijd/zelden die van de ruimdenkende architect. Wie heeft 'schuld?' (oud-christelijk woord). Bob van Reeth: "Als we ons land lelijk vinden dan is dat de schuld van architecten." (Vankersschaever, Eckert, 2015) En verder: "Koterijen zijn de volksmuziek van de architectuur... Een goed architect is iemand die erin slaagt om met hedendaagse materialen te bouwen waarbij het resultaat iets is wat er altijd al lijkt te hebben gestaan, namelijk banaliteit. Een goede architect streeft kortom naar verfijnde banaliteit, naar stille verbetering... Het is de taak van wethouders, stadsbouwmeesters en schepenen om te maken dat er consensus groeit rond openbare projecten, want de openbare ruimte is tenslotte van ons allemaal. Maar dat wil niet zeggen dat die consensus het ontwerp van bij de eerste pennenstreek moet bepalen." Neel dat mee wanneer je tijdens Beaufort langs/buiten de grenzen van het uitzicht wil gaan: de vorm is eerste een idee die nadien vaak door anderen 'bijgeschaafd' wordt. Het originele is boeiend. A Dog Republic toont originaliteit. Onthoudt dus dat dit een aanzet is, van waaruit realiseerbaarheid voortvloeit.
(PS: Er is nog hoop: "...onderzoek leert dat mensen zich net gelukkiger gaan voelen met ouder worden. Ze voelen zich wijzer, zelfverzekerder, genereuzer. - (Sioen, 2014)
Zaterdag 5 september van 10 tot 12u30 loopt in Mu.ZEE de maandelijkse wandeling Mu.ZEE in Dialoog. We concentreren ons op de Europese Spoken. Cultureel, bedoel ik.
De tentoonstelling "Europese Spoken" concentreert zich op (Belgisch) Congo, dit wil zeggen op het koloniale verleden van een koning en daarna door 'milde schenking' ook van zijn 'vaderland.' Ondertussen waren een paar honderd Congolese specimen naar de wereldtentoonstelling van Brussel 1897 verscheept, kreeg het stadspark van Oostende ook al een koloniaal tintje in een avonturieren-boot en een gouden leeuw en stierven tussen 1 à 2 miljoen zwarte 'landgenoten' (want dat zijn ze eigenlijk wel, niet?) onder druk van rubber en zwaard. Dat was België, zeg maar. Maar je zou bijna vergeten dat er waarschijnlijk een verband is tussen het koloniale en het xenofobe. Xenofobie: een woordje dat deze zomer heel regelmatig in columns en reportages werd aangehaald. De krant fulmineert over levend slachten en over IS die denkt Mohammed na te doen door zowel borstbeelden als mensen te 'onthoofden.' In Mu.ZEE zie je een groot jager een leeuwin schieten en (uiteraard precies daardoor pijnloos) onthoofden. Het hoofd er af omdat de geest zo sterk is? Het hoofd er af omdat het meest representatieve daarin schuilt?
Die tientallen duizenden vermoorde Congolesen zijn iets anders dan de 60 miljard dieren die per jaar voor ons op de slachtbank verzeild geraken. Maar die paar zinnen uit het artikel wil ik meegeven in de vergelijking mens/dier. Lees ze en zoek het verschil... als je het vindt: "Lijden komt voor alles. Het is dé universele subjectieve ervaring. Lijden komt voort uit wie we zijn." En over de politiek die daarrond huppelt: "Politieke recuperatie is van alle tijden. Het is een bekende tactiek: het eigen gelijk trachten te halen door een karikatuur van de tegenstander te maken." (beiden Tobias Leenaert, 2015) Wat doen we daarmee. Lijden en lijdzaamheid als thema voor Europese Spoken. Lijden is eerder fysisch, de psycholoog en psychiater zullen me tegenspreken; lijdzaamheid is een attitude, een houding aan beide kanten van het meemaken. Lijdzaam toezien en lijdzaam ondergaan. Hoe pas je dat in de actuele volksverhuizingen? Beiden lijden. De kranten becommentariëren dat uitvoerig. Er worden muren geplaatst. De langste staat onderaan de Verenigde Staten. De hoogste in het Palestijnse land dat door Israël 'geleend' wordt. Muren van terughoudendheid, van afschrikken, van verstoppen, van beveiligen, van conservatief. Muren van eigen gelijk, van bijbelse geo-posities, van historische slagvelden en na-besprekingen. Muren van 'geslonken veiligheidsgevoel' zoals Henk van Houtum door het NRC Handelsblad laat noteren. "In samenleving zie je altijd enerzijds een drang om naar buiten te gaan en grenzen te slechten en anderzijds een neiging om zich af te schermen en het bekende te conserveren." En 'Muren dienen vooral politieke en psychologische doelen.' (Wilmer Heck, 2015) In Congo geen muren. Alleen een lange rivier en heel veel bomen.
Mu.ZEE in Dialoog zoekt tijdens haar maandelijkse wandeling (zie www.muzee.be) naar wat er onder de eerste laag van elk kunstwerk ligt. Voor de wandeling van 22 augustus zoeken we enkele aanknopingspunten bij de werken van Lili Dujourie. Grasduinen in de documentatie levert een eerste 'triage' op. a. De eerste filosofen gaan ervan uit dat 'de geest', het bewustzijn, het alleenrecht heeft op alle vaststellingen. Is het niet in het nu, dan zeker in wat vooraf ging, a priori, want dat is nu eenmaal alleen 'be-denk-baar' in die geest. Het feit van het zijn - het zijnde - is een denkproces. Met de kleiwerken 'Initialen der Stilte,' 'Les illusions de la mémoire,' 'Memoires van de handen,' en 'Epigrammen' graaft Lili Dujourie in deze mooie modderpoel (klei, versta je ...) We kijken in twee richtingen: die van het ontdekken en die van het her-uitgeven, vrijgeven, van die ontdekking in de vorm van een abstracte of een naar de realiteit associërende vorm. La chair du monde (Merleau-Ponty), de huid, het lichamelijk zintuiglijke is de eerste ontvanger van de signalen van het object (de kleivorm) door het subject (de voelende en denken mens). En dan hebben we het over de kunstenares. En wij? Missen we de trein omdat we het kunstwerk niet mogen aanraken? Of kan je voelen met je ogen? Is dat voelen of denken dat je voelt? "La forme que nous avons sous les yeux, seule trace de la main qui l'a engendrée. (Dubois Colette, 2007). Meer: als je dan al iets ziet, is "wat niet zichtbaar is" dominant en stuurt de blik die over het landschap (...) glijdt. De leegte rondom... een spel van aan- en afwezigheid." (Philippe Van Cauteren & Phillip Van den Bossche, 2015) b. De tentoonstellingen van Lili Dujourie krijgen mooie (onder)titels of mee: Initialen der Stilte...een oeuvre dat het geruis van de vrolijke kunstwereld niet verdraagt. (Luc Lambrecht, 2007) en Plooien in de tijd (Mu.ZEE en S.M.A.K. 2015). Of omschrijvingen als 'rituele plechtigheid' (Christine Vuegen, 2007), retour aux sourcies: la main, les gestes et l'argile. (Colette Dubois, 2007). Maar wat doen we met 'een sfeer van melancholie.' (Luk Lambrecht, ...) c. De sculptuur. Minstens drie dimensies. Een object in de ruimte geplaatst (wat tijd vraagt). Onbeperkt in vorm, van blad over natuurlijke materie tot gebeeldhouwd (behandeld) in een omgeving rechtop, op sokkel of tafel, op de grond, tegen of aan de muur. En de tijd van plaatsen en kijken. Een totaalbegrip dat ver van de koning-op-paard beeldhouwkunst staat. Sculpturaal wordt landschappelijk door de plaatsing van elementen op een vlak. Het verhaal van meegaand kijken langs die lijnen van geruislose geschiedenis in handgrepen en meanders. Bij het recentste bezoek aan Mu.ZEE kon ik niet loskomen van het gevoel dat ALLES sculptuur is. ("une approche sculpturale évident..." C.L. 2007). De ruimte wordt bepaald door de setting van alle stukken. De los gekleefde veelkleurige reepjes papier achter glas of aan de muur, de plaatsing van projectoren of screens, de hoek van twee gesneden marmerplaten, zelfs de foto's die registraties zijn van dimensies. "... la scénographie précise. L'espace d'exposition est alors l'agencement des restes d'un décor; toujours actuel, toujours disposé à laisser la scène s'y rejouer. (Dubois Colette, 2007). En alles be-handeld: "Elk van jouw werken wordt getekend door de handen en handelingen van de maker. Of het jouw eigen lichaam is of de voorzichtige manipulaties van jouw eigen handen in wat voor materiaal ook, het gebeurt met de inertie van l'ennui." (Philippe Van Cauteren, 2015) d. (Kunst)Geschiedenis. Letterlijk vanaf haar ervaring met werken van Mark Rothko, Clyfford Still en Barnett Newman tijdens Expo '58, het minimalisme, arte povera, Fluxus, conceptualiteit. Naar de (Vlaams) barokke plooien, de grisailles in Videowerk en het geëngageerde van papier-maché uit financiële publicaties. "Bijna ben ik in de verleiding om te zeggen: 'Lili Dujourie is een hedendaagse Vlaamse oude meesteres.'" (Sabine Folie, 2015). Waar Lili Dujourie de tijd in de ruimte presenteert, of zichzelf laat presenteren via het kijktempo van de bezoeker, werkt ze zelf vanuit een opeenvolging van universele stijlen. Moet dat leesbaar zijn? "Alleen historici zoeken naar (en vinden dus ook altijd) referenties . Met kijken heeft dat uiteindelijk niet zoveel te maken, want men kijkt dan vanuit het perspectief van wat men al weet." (Phillip Van den Bossche, 2015) En: "Het betekent dat het gesedimenteerde geheugen van een historisch repertoire in verbinding wordt gebracht met het heden." (Sabine Folie, 2015)
Een Zoo, een dierentuin, is de perfecte illusie. Wat zegt me dat? De locatie, wat het doet voor de mens, met de mens, en in welke mate voor wie en wanneer. Gewone vragen. De wasem van uitlaten en het gebrek aan parkjes in Centrum Jakarta sturen ons even buiten de stad. Naar een Zoo. Zo'n locatie op zich kan 'natuurlijk' ontstaan zijn of door menselijke ingrepen. Vraag: is het maken van een nest een inbreuk van de natuurlijkheid van een locatie. Een Zoo is een nagebootste natuurlijkheid. In zo'n mate dat de natuurlijkheid zo dicht mogelijk benaderd wordt, terwijl het visueel duidelijk wordt dat er veiligheidsgrenzen zijn. Daarover ligt een vermoeden van zoeken naar perfectie, weerom in de mate dat iets uit de natuur perfect kan nagebootst worden. Een benadering van dat natuurlijke met uitsluiting van het schadelijke voor zij aan de andere zijde staan van het geïllusioneerde. Die illusie is vals, de natuurlijkheid is een valstrik. Omdat de ingrepen maken dat er zowel materiële veiligheid is als doorgedreven hygiëne, zorg, voedingsschema's, ... De leeuw van Sumatra is een opeenvolging van herkenbare houdingen, herkennen uit fotografische impressies uit bijvoorbeeld een boek. Poseren dus. Ik had in deze Zoo een Vlaamse koe verwacht, maar dat is een gedomesticeerd beest. Alhoewel: de geketende olifant van Sumatra met kind...
Hoe symbolisch dat beide gebedsplaatsen bij elkaar staan. De moskee en de kathedraal. Tegen het groen, wit en zwart van een gebedspaleis in volle Ramadan staat de grijze neogotiek van lijden. Een kerk in vol modernisme want het kantwerk van de spits is vervangen door een spits in staal en klinknagels. Brooklyn Bridge of Demey-sluizen. Dat maakt het grijze witter, mooier, oud-actueler. Binnen: zeer eenvoudig. Een Javaanse christen (denk ik dan) zit onder een schemerlamp bij de rotanstoelen en herstelt lijn per lijn het rieten zitvlak. Geen info over de stijl, wel over de god. Daarna de straat oversteken, schuinweg doorheen 4 drukke rijen bromfietsen. Blijft een beetje op weg naar onbewuste zelfdoding terwijl een politie - (polisi) - agent het verkeer probeert te temperen. Het blijft een kwestie van starten en niet stoppen. Om de hoek: de Protestantse kerk in een rotondo-gebouw. Somber in de houten luisterbanken, de ernstige stoelen, de loges. De gemeenschap in rijtjes van bijbelcijfers. Toch is er een verwijzing naar gemeenschappelijkheid, méér dan in de rijen kerkstoelen, minder dan op de bidtapijten. Gemeenschap die overal gelijk is maar anders ingebed wordt: lezen en luisteren. Uit een boek. Vaak een zwaar en donkergetint boek.
Bussen zijn een kwestie van 'yes' zeggen en verstaan. En wachten op een Hati Hati (let op, bijvoorbeeld bij het uitstappen). Yes naar het deeltje Koto, maar ze vergeten de overstap aan te geven. Yes, en zo kan je uren door de miljoenenstad bussen, en zie je vanuit de hoogte de wijken waar het jappenkamp van Jeroen Brouwers was. Nu zijn het kanalen die op regelmatige afstanden gebaggerd worden, langs sloppen die misschien door de vergelijking uit herinneringen sloppen worden, maar het niet zijn. Ze hebben een eigen leven van passanten praten onder elkaar, winkeltjes op iedere open plaats, vlaggetjes en wijkpoorten. Na een Nationaal Museum zie je geen historische palmdaken maar golfplatendaken, met rubberbanden of steenbrokken verzwaard. Dakpannen die verbrokkelen over verzakte balken. De intimiteit van gehurkte mensen onder een elektriciteitspaal waartegen hoge planten leunen en waarover een plastic zeiltje zon of regen tegenhouden. Eetkarretjes, aanschuiven met een praatje, wat wachten en gehurkt eten. Allemaal vriendelijk. Méér dan die knorpotten in het Den Haag van toen, van Couperus.
De zomerreis naar Java, Bali en Lombok heeft minstens één thema meegebracht: geen kunst gezien. Kan dat? Ja. Geen hedendaagse kunst, geen performances, geen affiches over tentoonstellingen, geen concert. Maar niet niets, uiteraard. Dat stukje Indonesië toont moskee-architectuur, groen met zwarte Arabische arabesken, neogotiek met staal/klinknagel spitsen, affiches voor de Ramadan, naturalia in alle Hindoeïstische altaarstukken, geel-goud en wit, bloemen, tempels met mythologische verhalen in donkere lava-tinten. Alles van een tijdloosheid waarover op andere plaatsen kunstwerken worden gemaakt. Waarop op andere plaatsen gereageerd wordt. Niet op batik, niet op buffelhuid, niet op handgeweven nappen.Of toch: de paar verf op karton stukjes die ik in de kelder van de Passar (markt) van Ubud vond, lijken de verticale kronkel van Spilliaert en Munch te kennen. Maar ze kennen hen niet: gelijktijdigheid bestaat. Kunst heeft er een andere naam. Misschien ritueel of vormelijke overgave. Misschien diep-menselijk en door die mens goed te begrijpen.
En dan kom je thuis, je rent de dag nadien naar de dichtstbijgelegen inzet van Beaufort en je verdrinkt onder een stroom kritieken die je al had voelen aankomen in de digitale krant, een grote kwart-wereld eerder. Onbegrip, omdat kunst uiteindelijk niet bestaat. Kunst is iets dat anderen niet begrijpen maar die wel centen kost. Kunst kost dus. En daar wil je iets tegenover zien. Niet houten stokjes of gebroken mosselschelpen, geen overschilderde Brusselmans of roestige metaaldraden. Dat is artificieel, mijnheer. Wij willen iets dat op zijn minst de waarde van het budget heeft, dat blijft nazinderen bij de toerist die het bij een pint en mosselen bespreekt. Kunst is een aanzet, een pauze, een aanleiding, ... Kunst is een deel van het economisch evenwicht, waarbij kost en opbrengst minstens gelijk moeten zijn, in het geval van kunstbeleving, en de opbrengst hoger moet uitstijgen in geval van toeristische receptie. Voila.
En dan kom je dus thuis, je rent de dag nadien naar de dichtstbijgelegen inzet van Beaufort, op zoek naar die uitgewerkte meerwaarde waarvan de basis zo mooi in dat oceanische wereldje lag, je ziet het, je hersenen beginnen opnieuw te kronkelen rond hun assen van kennis en fantasie en zie: kunst is geboren. Kunst bestaat dus niet op zich maar uit de mens. En dat kan je niet budgetteren. Uitleg geven is niet te becijferen. Is gratis. Maar hoe leg je dat uit? Eenvoudig: iedere kunst-gebeurtenis moet in de komende jaren aandachtig ingeleid en begeleid worden, zodat kijker en verkozen dus in-gestemde politicus mee kunnen gaan in dit zeer menselijke verhaal. Wij geven een aanzet. Zondag 23 augustus om 10 en 14 uur in Het Zwin, Knokke en zondag 30 augustus om 10 en 14 uur in de Nachtegaal, De Panne. Gewoon aansluiten, systeem vergeet-de-gids-niet.
Toerisme
is big business aan de kust... focus op restaurants... maar koken kost geld. (Hoste,
2015).
In datzelfde artikel zet Toerisme Oostende zich opnieuw in de analen van
vreemde uitspraken. Herinner u: schepen toerisme Dries Vermeersch: De
Oostendenaars zijn het decorum voor de toeristen. (mondelingen bron (1) en Peter
Craeymeersch - nog onlangs over: de intellectuelen die naar Mu.ZEE gaan,
verteren niet. Vandaar: De Zee. Na het
lijden van Hoet komt men nu bij het gebetonneerde graf van de Baron. Ensor in
affiches, visualisaties en daarna aan tafel. Zoiets als Vizit: Beaufort met
pannenkoek en suiker. En dan oreert ex-minister en burgemeester-in-spe Vande
Lanotte over hefboomproject, Oostende als product, attractie rond Ensor,
strandclubs, en ik ruik het verdwijnen van Beaufort ten voordele van een De ZEE
bis. Evolutie!
Evolutie?
Peter Sloterdijk noteert: Van Trotskis permanente revolutie en Stalins
permanente terreur tot de permanente innovatie van de neoliberale
bedrijfsadviseurs neemt elke nieuwe generatie de verworvenheden van de
voorgaande op de schop.(Roox, 2015) Dat is dus
wat ik doe: het vroegere gebruiken als mest voor het nieuwe. En wat het
instituut Oostende doet: met je voet in mest (als metafoor voor residu van het
verleden) stappen betekent geld verdienen.
Dat
wordt een grote denkoefening. Het fecalisch gebeuren als bron voor
(eet)cultuur. Wordt vervolgd!
Bibliografie
Hoste, H. (2015, juli 10). Commentaar:
Ensor. Krant van West-Vlaanderen .
Roox, G. (2015, augustus 7). De Sfinx Peter Sloterdijk:
Vallen we niet aan een stuk door? De Standaard Letteren - Filosofie .
Het Provinciaal Domein Raversyde presenteert naar aanleiding van Beaufort 2015 een drietal films die een duidelijke link hebben met kunst en/of oorlogscultuur. Vanavond Ministry of Fear van Fritz Lang, zijdelings gebaseerd op Graham Greens boek, en morgen perfect passend bij de kunstpresentatie: The Invader van Nicolas Provost. Gisteren werden deel 1 en 2 van Einddagen der Mensheid van Kevin D'Heedene getoond. Een project-opdracht van de provincie, waarbij over 4 jaar telkens één deel getoond wordt van wat uiteindelijk één film wordt. Ja: het lijksap van de Groote Oorlog laat prachtige boeketten bloeien. Wat niet meteen van Beaufort 2015 wordt gezegd: stemverzekerende lokale politici sluiten aan bij stemplichtige lokale bewoners in hun oeverloze kritiek op de vormgeving en de communicatie in en om Buiten de Grenzen. Herinner je: dat je een slechte toets had, was de schuld van de leraar. Betrokkenheid stopt niet bij het neertellen van een budget. Van zodra je gekozen hebt, moet je opvolgen. Moet je zelf opvolgen en niet alleen wachten op signalen. En ja: die signalen moet je natuurlijk ook krijgen. Wie zegt: nooit of niet meer, heeft ongelijk. Pas dan gaat je investering verloren, omdat je aan een nieuwgekomene geen doorgroei kansen geeft. Allen naar Raversyde dus.
Al heb je één en andere al gemist. Wat Kevin D'Heedene bracht, was een combinatie van chaos, poëzie, historische verslaggeving en denkopdrachten waar het vraagteken niet bijgezet wordt. Je voelt gewoon in de montage dat dit een patchwork ideeën is. Patchwork: vaak tegenstrijdige en precies daardoor aan elkaar klikkende elementen die maken dat je ieder moment in het scenario moet volgen en moet nemen voor wat het, op zich, aanbiedt. Daarna zet je alles aan elkaar, in een moment van bezinning of bij/na een bespreking. Honden die vechten (tot de dood), Griekse mythologie, interview met oorlogs-belevers, archiefmateriaal en hedendaagse opnames, muziek die meandert van klassiek naar filmisch, taal-rijke passages uit een oorlogsdagboek. De verwondering in woorden is vlak; de verwondering in filmbeelden is grandioos, niet eenvoudig opneembaar maar verrijkend verteerbaar. Op naar nummer 3 en hoe een wereldoorlog van toen eigenlijk net zo goed van nu kan zijn.
Waarom ga ik naar een Nationaal Museum op het Monas Vrijheidsplein? Musea in die aard zijn gedeeltelijk uit den boze: opstapelen van vondsten, gedocumenteerd tonen van de lokale geschiedenis. Nationaliteit en Soevereiniteit maar er zijn geen associaties gelegd tussen plaatsen. Alles staat en ligt afzonderlijk. Studiemateriaal voor specialisten. Kenners die hun gelijk of de bronnen van hun gelijk hier zullen vinden. De toerist op zoek naar de oorsprong van zijn duurste aankopen. Of de ontgoocheling van duur betaalde kitsch. Er zijn heel veel schoolgaande kinderen met een eenvoudig geluk, speels - wij zouden het naief noemen, maar wie is het dan? Ze zitten overal op de vloer. Ze zitten op Java altijd en overal gehurkt op een vloer, zonder schoentjes. Stil gelukkig en gedempt speels. Vaak stil. Op geen moment het gevoel van "moeten." Een Nationaal Museum in een oud koloniaal gebouw, neo-klassiek in Indonesië op Java, is een ver- of uitbeelding van een identiteit. De basis is uiteindelijk voor en bij iedereen van onze soort gelijk. Soort, dus een som van rassen of groepen met een etnische band, waarvan de eigenschappen heel vaak achteraf ingekleurd zijn naar de aard en 'moraal' van de tijd waarin die ontstaansgeschiedenissen zijn geschreven en voor die tijd leesbaar, verstaanbaar, hanteerbaar gemaakt. Het uniforme van iets uitleggen. De allereerste communicatie zal wel een vraag geweest zijn waarop een antwoord, uitleg volgde. Schittering als vraag of antwoord. Blinken doet stralen; stralen is een status voor jezelf en voor die andere die misschien bang is. Stralen is een teken geven waaraan de lezer/kijker zich vasthaakt. Er zijn altijd tekens die herkend worden of waarover we ons vragen stellen. Vaak wordt de fond van de tekst of van het teken een object van verering, omdat de schrijvers of teken-aars het behandeld hebben als iets dat boven-die-mens staat: hij of zij stelden geen vragen, dus 'geloofden.' Zoals wetten die ongeschreven geloofd worden. Een beetje anders op een andere plaats maar vanuit een zelfde bron. Vanuit een gelijklopende leefwijze, totdat groepjes binnen die grote groep een eigen, lijkende maar subtiel verschillende regelgeving maken die complexer wordt door toevoeging van geloven in iets, status van de verschillende leden en de economie van wat je in je handen hebt. Steen als teken, als inscriptie, als scriptie wordt beeldhouwwerk.
Jakarta doet iets met me. Het kan niet alleen aan een kwartdag verschil in tijd liggen. Ik heb het gevoel constant verplaatst te worden: door een bus, een trein, drie vliegtuigen, evenveel taxies. Zitten en kijken naar een omgeving die zeer nabij is. Gesmeten in een wereld waar ik geen herinnering aan kan hebben, en toch. De som van verticale stadsbomen, horizontale elektrische kabels, perspectief vanuit een (ontbijt)kamer over de bestofte terras en flitsen, flitsen, flitsen van wagens, bromfietsen, bussen, doorkruist door voetgangers die altijd (...?...) veilig door die dubbelstroom geraken. Schuinweg laveren en oogcontact. Geluid? Lawaai (in de wijk Melawai). Een continuo van motor met regelmatig opleven van rood naar groen verkeerslicht. Levenslijnen tussen huiskamers en werkplaats, plek van doen en wachten. Onderweg naar iemand die iets van je eist. Gelijktijdig overlopen, wat je tot nu goed of niet goed hebt gekund. Boven-over de winkelcentra zingt de moskeezanger de vrede van zijn god. Nergens symbolen, geen offers. Alleen passanten die elk in hun tijd, gezien door het lover voor de ontbijtkamer, traag of sneller zichzelf voor en bij een ander zijn. De stad doet momenteel iets met me. Als een lauwe stroom over de sporen van oude Hollanders. De geschiedenis vervaagt in straatstof en open rioleringen, in vaal exotische flora met afval van die passanten. Werken in spierkracht langs de havenlijn, mast na mast cementzakken optrekken, inladen, stof, bromfietsen om even om de hoek een rood plastiek tasje op te halen. En terug. Op en af passerende brommers brommen. Stamwoord voor Jakarta: brommen, brom. Veel meer dan mompelen. Met weinig véél bedoelen. Ondertussen lijnen die brommers in al hun volumes en kleuren naar dezelfde kruispunten om dan uiteen andere kruiselings kruispunten te maken in lijnen van ongelijke snelheid, van flitsen en brommen terwijl met het schuiven van het licht de zon in gesloten ramen weerkaatst. Brommen en walmen over de stad.
Bezoeken is oplijsten en schrappen. Neem nu Jakarta. Je wil het 'kamp' van Jeroen Brouwers in bezonken rood zien, het oude Batavia proeven, de Passar (mark) Ikan snuiven, door Kota (oude stad) slenteren, ... Om 11 uur en zonder jetlag sta je voor een lange oude haven van Sunda Kelapa waartegen de boegen van tientallen oude zeilers gepriemd liggen. Daarover de nevel van smog en cementstof. De geur van afval, bromfietsen en de warmte die je nu pas leert kennen. Bezoeken doe je niet meteen: je zoekt veiligheden door rond je te kijken. Naar de man op de verhoogde middenberm die zakjes noten verkoopt aan de doordrammende file. Achterop dicht tegenaan: zijn vrouw die permanent haar gsm hanteert. Eén vierkante meter middenstand tussen twee baanvakken. Gebouwen hebben hun geschiedenis verloren. Nu een pakhuis of een restaurant. Daarrond: puin en wachtende Jakartanen. Heel vriendelijk want een toerist zien ze hier niet zo vaak. De smog, mijnheer. Dan snel naar het oude plein en Café Batavia.
Even tellen: vertrek thuis 11 uur, vlucht 1 17 uur, aankomst 10 uur maar het is 15 uur... Tijd is niet altijd dat wat het volgens een uurwerk is. Kuala Lumpur Airport. Even uitstappen, paspoortcontrole en valies uitmesten. In de hall een computerhuls die nogal wat meegemaakt heeft. Huls van omhulsel. Idem voor de reistas: landschap van krassen vergrijzing, doorzakken. Wat doet die man? Schrijven? Eerst nadenken, natuurlijk. Het omhulsel is vaak een ander verhaal dan de inhoud. De laptop verraadt niet wat de zinnen betekenen.