De Kroatische kust is gewoonweg prachtig. Dit komt door de steeds meereizende eilanden die zon beetje losgezaaid over de hele kustlijn liggen. Alhoewel we het advies kregen om in Kroatië deze weg te blijven volgen , besluiten we vanaf Zadar de autostrade te nemen richting Sibenik. We zullen kamperen in een camping vlakbij het nationaal park van Skradin. Terwijl het weer slechter wordt zoeken we in Lovovac naar camping Marina. Wanneer ik een zeilhaventje zie hoop ik dat hier de camping gelegen is, Marina
haven
maar een bordje stuurt ons helemaal naar boven op een berg, waar we inderdaad camping Marina vinden. Een vrouw rent ons tegemoet en stuurt ons op de kampplaats. Ondertussen stormt het en ik kan me wel voor het hoofd slaan dat we bij zulk stormweer kiezen voor een slaapplek boven op een berg. De gastheer en gastvrouw Marina (zie de gelijkenis met de naam van de camping) zijn ontzettend aardig en doen alles om het ons naar de zin te maken. Een stel Finnen komt even later, en in tegenstelling van het beeld dat ik over Finnen meekreeg (wodka drinken en geen woord uit te krijgen) zijn deze mensen bepaald spraakzaam en vriendelijk en nuchter. De nacht gaat in met een zware stormwind en regen. Als ik s morgens wakker word ben ik allang blij dat er enkel nog regen op het dak klettert. Wanneer we verder rijden geeft Marina ons nog snel het adres mee van een bevriende camping vlakbij Dubrovnik. Een eindje na Split stopt de autostrade en zijn we gedwongen om de kustlijn te volgen. Het is prachtig in alle mogelijke gradaties. Omdat we over land, door Albanië , naar Griekenland zullen gaan, besluiten we om zo dicht mogelijk tegen de Monte-Negrijnse grens te overnachten. Maar om Dubrovnik te bereiken moeten we ter hoogte van het stadje Neum zon vijftal kilometer door Bosnië-Herzegovina, kompleet met twee keer een dubbele grenspost, je kan het stukje overbruggen als je ver kan pissen. Ik krijg spontaan een toekomstbeeld van België. Als we terug Kroatië binnenrijden komen we na een tijdje aan in Dubrovnik. Indrukwekkende vestingstad met de zee als belager. Zes kilometer verder beslissen we om in de camping te gaan overnachten die ons door Marina werd aanbevolen. Een prachtplaats, spotgoedkoop omdat het eigenlijk nog niet open is, vriendelijke eigenaar, een echte aanrader voor wie Dubrovnik of de Dalmatische kust wil gaan verkennen. Ik denk niet dat ik het reeds vermeld heb, maar de vriendelijkheid en de spontaniteit van de mensen zijn we nog niet eerder in Europa zo massaal tegengekomen. Na twee dagen Mlini en camping Kate, en wederom een ongelofelijk vriendelijk Fins koppel, besluiten we de doorsteek te maken door Monte-Negro naar Noord Albanië tot in Bushat bij Shköder. Ook in Monte-Negro valt de vriendelijkheid op We rijden het halve land achter een vrachtwagen die iedereen groet en claxoneert. Waar er in Kroatië moest betaald worden in Kuna maar ook de Euro een volwaardig betaalmiddel is, is de officiële munt van M-N de Euro.Dit in afwachting van het lidmaatschap dat hun ooit wel eens te beurt zal vallen. Aan het meer van Kotor beslissen we om niet rond het meer te rijden maar de Ferry te nemen die ons in tien minuten aan de andere kant brengt. Later krijgen we te horen dat dit ons een bergrit van een uur en honderd haarspeldbochten bespaard heeft, good hunch! In de buurt van de havenstad Bar rijden we verkeerd, maar na wat kilometers omrijden komen we toch terug op de juiste weg die ons uiteindelijk naar de grens met Albanië voert aan het stadje Murigan. Hier duurt de identiteitscontrole een beetje langer en wordt er na een tijdje naar ons paspoort gevraagd. De norse toon van de vrager wordt onmiddellijk gepareerd door een tweede douanier die met zijn hoofd en zijn getuite mond aangeeft dat het niet zo erg is als het klinkt. Hij blijkt zijn vak te kennen want vijf minuten later staan wij met onze gewone Europese identiteitskaarten in het land van voormalig dictator Hoxa. Het is een kleine schok voor mij. Ook een schok is de vriendelijkheid van de mensen die ons de hele weg tot in Bushat toewuiven. Ook een schok is de armoede die zo algemeen is dat ze zich niet zou kunnen laten verbergen, de paarden, ezels en karren, zelfgemaakte vrachtmotors. Zo komen we op 19 maart aan in camping Albania waar we ook bijzonder vriendelijk ontvangen worden.
|