Zondag ben ik gestart in mijn eigen dorp De Klinge met de 9 km lange Tweelandenwandelroute.
Deze wandelroute loopt door de grensstreek van De Klinge die in de geschiedenis haar eigen plaats heeft verdiend. Niet alleen omdat er vroeger heel wat smokkelaars actief waren, maar ook om de aanwezigheid van de Spanjaarden die een fort hadden op het Spaans Kwartier. In de streek werd strijd geleverd tussen protestanten en katholieken, een strijd waardoor een grens werd getrokken tussen het Waasland en Zeeuws-Vlaanderen. Deze woelige tijden hebben plaats gemaakt voor rust en mooie natuur. Een mix van vroeger en nu is kort gezegd wat de Tweelanden Wandelroute te bieden heeft.
De wandeling van 9 km vertrekt aan de polyvalente zaal De Klingenaar in de Kieldrechtstraat. Daar is ook een ruime parking waar men zijn wagen kan parkeren. De wandeling loopt, zoals de naam doet vermoeden, door België en Nederland, door De Klinge en Clinge. Je wandelt door een ronduit prachtige streek met bossen, waterputten, dijken, en nog eens bossen, de Witte Bergen en rond de Kriekeputten, ook gekend als de Weelkens. Deze weelkens ontstonden in 1592 na een dijkbreuk. Aandachtige wandelaars zullen ontdekken dat er nu een hele habitat is voor zeldzame fauna en flora. Her en der leer je zelfs nog wat bij over de legende van Reynaert de Vos. Op de route passeer je vijf gietijzeren genummerde grenspalen, die in 1839 werden geplaatst. Die duiden de grens tussen het Waasland en Zeeuws-Vlaanderen aan.
De terugrit van Bordeaux naar huis was er eentje met hindernissen. De werking van de Franse spoorwegen lijkt ons op het eerste zicht nog chaotischer dan onze NMBS. We kwamen zo'n drie kwartier voor het vertrek van onze trein aan in het station van Bordeaux. Maar daar kon niemand ons vertellen op welk spoor onze trein zou vertrekken. We moesten de borden maar in de gaten houden. Ook wilde niemand ons vertellen of er een lift of een andere voorziening was waarmee we onze fietsen rustig en zonder veel gesleur met de bagage naar het voorziene perron konden brengen. Pas een kwartier !!! voor de trein zou vertrekken verscheen het perron op het bord. We hadden ondertussen in ons beste Frans zelf al uitgevist waar er een lift was en stonden daar te wachten. Ik zette snel de fiets in de lift en wachtte beneden Sandra op. Maar wie er niet kwam opdagen was Sandra. Zij had het boven aan de stok met een beambte die prioriteit eiste voor zijn supertrage hoogbejaarde passagiers die hij begeleidde naar de lift. Sandra moest maar gebruik maken van een hellend vlak. Alleen een klein detail: naar perron 12 was er helemaal geen hellend vlak. Sandra heeft dan maar de beste toneelprestatie van haar leven neergezet, jammerend dat ze haar trein zou missen zodat iemand haar toch kwam helpen. 2 minuten !!! voor de trein vertrok stonden we met pak en zak op de trein op de plaats die voorzien was voor onze fietsen. Alleen waren een heleboel reizigers die letterlijk te lui waren om hun zware koffer naar de voorziene bagagerekken te brengen in de wagon zo vriendelijk geweest om hun koffers op en door elkaar te gooien op onze fietsplaatsen. Met veel gedraai en gekeer met drie fietsen in een gangetje van de trein hebben we de bagage netjes gestapeld en geordend zodat onze fietsen toch een fatsoenlijke plaats kregen. Alleen moesten we na elke stopplaats van de TGV gaan kijken of onze fietsen nog recht stonden, want dezelfde luie passagiers namen natuurlijk geen moeite om hun bagage fatsoenlijk uit de berging te nemen en gooiden bagage die in de weg stond maar ergens neer en de fietsen ook. Jezus, wat een gebrek aan respect voor andermans materiaal werd daar alweer eens getoond ! En treinbegeleiders ? Die waren in de verste verte niet te bespeuren of ze deelden je mee dat het "interdit" was om je te helpen. De TGV leek trouwens ook bij momenten op een boemeltrein. De vertraging stapelde zich op. "Des travaux" werd als excuus ingeroepen, maar dat weet je toch op voorhand ! Verdere info ? Rien de knots ! Hoe laat we zouden aankomen in Lille ? Geen idee of misschien toch rond vier uur ? Via de hulplijn thuis kregen we de info door dat we om 16.08 uur een IC-trein hadden naar Sint-Niklaas. Indien we die niet haalden, moesten we drie uur wachten op de volgende. Want op een eurostar of TGV konden onze fietsen alleen maar ingepakt en gedemonteerd mee . Het zou krap worden. Om 15.50 uur stopten we met anderhalf uur vertraging in Lille Europe. Rennen en vliegen naar de overkant naar het station van Lilles Flandres. Voorsteken aan het loket na een eenvoudige vraag, zorgde ervoor dat we ons ticket snel konden kopen. En jawel ... We hadden nog vijf minuten over. Drie heel vriendelijke Vlaamse treinbegeleiders hielpen ons verder met onze fietsen en met alle mogelijke info. Dank je wel , NMBS. En zo stond ik om 17.45 uur in het station van Sint-Niklaas, klaar om de laatste kilometers te fietsen naar De Klinge. Sandra was ondertussen in Gent opgehaald door haar Tony. Thuis wachtte er een hartelijke verwelkoming. En dan ... even bekomen van deze toch wel stresserende dag.
Sandra en ik hadden heel veel zin in de vakantie. En we hebben ons prima geamuseerd. Het weer viel de eerste week heel erg tegen, maar daarna was het lekker warm. Als ik de route zelf overschouw is het de minst mooie en minst afwisselende van alle routes die ik al heb gedaan. We fietsten vele kilometers tussen de graanvelden en de zonnebloemen. We zagen mooie historische steden, maar enkel Poitiers is voor ons een stad die we nog wel eens zouden willen bezoeken. Onze conditie is flink verbeterd door de voortdurende glooiingen in het landschap. Maar echt zwaar was de route zeker niet. We hebben vaak heel lekker gegeten voor niet zo veel geld. Wat we een minder punt vinden aan Frankrijk is de staat waarin campings en hotelletjes zich vaak bevinden. Op vlak van hygiëne is er heel wat werk aan de winkel. We zijn geen veeleisende toeristen, maar een minimum aan service mag je toch wel krijgen voor je geld. We bewaren wel goede herinneringen aan de bed and breakfast in Doornik, Saintes en Salaunes. Ook de gite d'etappe in Chateudun was van uitstekende kwaliteit, net als ons hotel in Bordeaux en Poitiers. We hebben een fijne vakantie gehad, maar deze route zal niet opnieuw op het programma komen in de toekomst. Tot slot nog even dit:de foto's zullen zo snel mogelijk op de blog gezet worden.
Vandaag hadden we onze laatste fietsdag van deze fietsvakantie. Het werd een korte rit van 32 km. Via de voie verte bereikten we vlot het centrum van Bordeaux. Brede fietspaden geven de fietser een veilig gevoel in deze drukke stad. Ook de aanwijzingen zijn fantastisch goed zodat je in een mum van tijd op je bestemming bent. Voor ons was dat een hotel vlakbij het station zodat we morgen geen zoekwerk meer hebben en vlot de Tgv kunnen nemen. Rond de middag leverden we onze bagage af in het hotel en we trokken op verkenning door de stad. Het was een drukte van jewelste, iets wat we de voorbije 20 dagen niet meer ervaren hebben. Het was dus even wennen. De belangrijkste bezienswaardigheden hebben wij bekeken, maar het was veel te warm om nog grote inspanningen te leveren. We gingen dan maar even wat cadeautjes kopen voor de achterblijvers thuis. Na een deugddoende douche sloten we de vakantie af met een lekker etentje.
Na een nacht met weinig slaap en een heel pover ontbijt: 2 croissants en 2 stukjes brood met de gebruikelijke confituur, stonden we heel erg op scherp en gaven we de uitbater van het hotel zijn vet in ons beste Frans. Dit bracht geen zoden aan de dijk, maar we waren onze ergernissen toch even kwijt. We konden vlot de route opnemen, want ze passeerde vlak aan ons hotel. Toch maakten we met alle pistes cyclables die elkaar kruisten een fout en pas na 7 km hadden we door dat het niet klopte. Dus maar teruggekeerd en even gevloekt, want zo zouden we vandaag aan 100 km komen. Het werd een rit zonder geschiedenis. We bleven op rechte wegen door de duinbossen bollen. Af en toe moesten we ons stuur eens draaien voor een bocht, maar het grootste deel van de route liep over kaarsrechte wegen tot in Lacanau Ocean. Daar kwamen we snel op de voie verte naar Bordeaux. Dit is een oude spoorweg die in ongeveer kaarsrechte lijn over 62 km naar Bordeaux leidt. Wij volgden hem vandaag 35 "boring" kilometers tot in Salaunes. Daar kwamen we terecht in een ronduit schitterende bed and breakfast met een heel vriendelijke gastvrouw. Wat een verademing ! En morgen ? De laatste kilometers en dan zit onze trip er alweer op.
We waren gisteren echt met ons gat in de boter gevallen op vlak van logies. Toch stonden we reeds vroeg klaar voor de trip van vandaag, want we moesten een overzet nemen en 75 km afleggen. Met een stevige klim verlieten we Saintes via de kerk van St. Eutrope. De route bleef stevig klimmen, het dal van de Charente uit. Opnieuw fietsten we tussen de graanvelden en de zonnebloemen. Mooi qua kleuren in het landschap, maar soms is ook hier trop te veel. We hadden wel eens zin in iets anders en dat zouden we krijgen vandaag. We hadden nood aan inkopen, water en eten. In Saintes was echter nog niets open en de volgende 30 km tot in Royan waren geen voorzieningen, dus was het even zuinig omspringen met de drankvoorraad. Ook dat is Frankrijk op deze route : soms vele kilometers zonder winkels en/of bars . We bereikten vlot Royan, een stad aan de monding van de Gironde. Eeuwenlang werd hier de scheepvaart gecontroleerd vanuit een militaire vesting, afwisselend in handen van de Fransen en de Engelsen. Nu is het een gegeerde badplaats. Wij namen hier de overzet of bac naar Pointe de Grave. Een veelgebruikte ferry zo te zien. De weg er naar toe was gevaarlijk druk, dus meenden we slim te zijn en een binnenweg te nemen. 5 km extra fietsen kostte ons dit echter. Op 20 minuten stonden we al aan de overkant. De omgeving waar wij doorfietsten veranderde onmiddellijk. Duinbossen zorgden voor beschutting en schaduw. Gelukkig maar, want anders zou de temperatuur weer hoog opgelopen zijn. Door het uitgestrekte en mooie duinlandschap is het rustig fietsen op de vele pistes cyclables. De meeste paden zijn nieuw geasfalteerd en worden druk benut door toeristen en locals. Het is dus in de buurt van de badplaatsen goed uit de doppen te kijken. Op een vlotte wijze bereikten we Montalivet les bains, onze pleisterplaats voor vanavond. We hadden geboekt in een hotelletje vlakbij de hoofdstraat. Dit hotel was echter van hetzelfde bedenkelijke niveau als de jeugdherberg in Chartres. We hadden een kleine kamer met een piepkleine badkamer. Je kon niet recht op het toilet zitten, want daarvoor had je te weinig beenruimte. De lavabo was behoorlijk bezet met kalkaanslag en voorzien van een roeste nauwelijks werkende dop. Er was geen dekbedovertrek te bespeuren. Door de ramen kon je met veel moeite iets zien, zolang was het geleden dat ze nog een sopje hadden gekregen. Op het balkonnetje moest je de stoelen bedekken met een handdoek wilden je kleren enigszins proper blijven. Kortom we waren weer eens in de aap gelogeerd. Toch een heel verschil hoor de Franse logies tegenover België, Nederland, Duitsland, Denemarken en Tsjechie waar we de voorbije vakanties logeerden. Als we Frankrijk nog eens willen aandoen, zullen we onze prijsklasse moeten optrekken, want we hebben deze zomer veel vuiligheid gezien. En dan hebben wij het nog niet eens gehad over de staat waarin je de wc's aantreft als je iets gaat drinken in een bar. Elk toilet heeft al een poetsbeurt gekregen van ons. Om toch nog met een positieve noot af te sluiten: ons avondmaal in een plaatselijk restaurant was overheerlijk.
Dit was een van de mooiste dagen van de vakantie. We maakten vele kilometers, namelijk 85, maar het landschap was heel afwisselend. We fietsten ook heel wat klimmeters bij elkaar zodat 'avonds onze been - en armspieren behoorlijk moe waren. Maar het was de moeite waard. Het stadje Melle verlaten ging heel vlot en na enkele kilometers reden we door een smal en rijk begroeid dal om zo in een regionaal park uit te komen en in het fraaie landschap van het Foret Aulnay. Aulnay was onze eerste stopplaats. Het was er zondagse markt en we maakten van de gelegenheid gebruik om eens een Franse markt af te schuimen en enkele lokale producten te kopen om ' middags te nuttigen bij onze picknick. We vervolgden onze weg naar Nuaille - sur- Boutonne. Het Romaanse kerkje had alweer een schitterend gebeeldhouwde voorgevel, heel karakteristiek voor de oude kerkjes in deze streek. Nadat we vele klimmetjes achter de kiezen hadden, passeerden we een juweeltje van een kerk in het landschap in Fenioux. Naast deze kerk staat ook een 8 m hoge lanterne morte. Het is een toren met bovenin een kleine ruimte waarin een lamp hing. Ze symboliseerden de onsterfelijkheid van de ziel. In Taillebourg genoten we van een heerlijk, zonnig terrasje in de schaduw van de indrukwekkende stadsmuur aan de oevers van de Charente. Daarna bolden we vlot naar Saintes, onze bestemming voor vanavond. Het was even zoeken naar het juiste straatje waar onze chambre d'hote lag, maar behulpzame locals wisten ons te vertellen dat het in de buurt van de kathedraal was. Een prachtige kamer met een hele lieve gastvrouw wachtte daar op ons. Een lekker etentje en een wandeling naar het Romeinse amfitheater sloten onze dag af.
Toen we opstonden deze ochtend, was het grijs en regende het. Gelukkig konden we droog vertrekken, maar het was de hele dag "doef", zoals ze bij ons zeggen. Het zweet brak ons voortdurend uit en onze poriën waren flink geopend. Het was daarenboven ook een geaccidenteerd parcours zoals ze zeggen. Een hele dag monter et descendre. We voelden 's avonds dan ook onze strakker geworden dij- en kuitspieren van de 74 km. Poitiers uitrijden was een fluitje van een cent en via onze prima fietsgids zaten we onmiddellijk op het juiste traject. We hebben gekozen voor het alternatief van de kustroute. In Liguge werden we op de rotonde verwelkomd door een oude bekende, namelijk St. Maarten. We namen snel de tijd om de plaatselijke abdij te bezoeken. Daarna ging het richting Vivonne. Dit stadje ligt op de oevers van de Clain. De wekelijkse markt en een terrasje wekten hier onze interesse. Met een klim verlieten we de vallei van de Clain en we volgden een rustige weg door glooiend terrein, omzoomd door velden en bossen. In Lezay was het tijd voor een volgende tussenstop. Verschillende mensen toonden veel interesse en bewondering voor onze fietstocht. Na een vrij lange maar rustige klim en dito afdaling stonden we in Melle, onze eindbestemming voor vandaag. Het werd nog een kleine zoektocht naar ons hotel, maar uiteindelijk werden we door enkele locals op de juiste weg gezet. Een heerlijke douche en pizza sloot de dag af. En de man van Melle ? Die hebben wij hier gelukkig nog niet gezien .
Gelukkig was Sandra deze ochtend heel wat beter en was de temperatuur veel aangenamer dan gisteren. Vijf graden verschil en een bewolkte hemel zorgde voor een aangenamere start dan gisteren. We moesten wel 28 km meer fietsen dan wat normaal voorzien was, maar dat was slechts een detail. Dankzij onze gastheer kwamen we ook te weten dat de verre omleiding tussen Marcilly en Ports niet meer gold voor fietsers, dus dat scheelde ook nog een slok op de borrel. De route liep door het wijde dal van de Vienne, afwisselend maar redelijk gemakkelijk te fietsen. Zo bereikten we snel Ingrandes, het eerste stadje van de Poitoustreek. We kwamen nu geleidelijk aan zuidelijker in Frankrijk en dat merk je aan de toenemende Romaanse bouwstijl bij de kerken en een andere stijl van huizen. Daarna bereikten we Chatellerault. We reden de stad binnen via de site van de technische universiteit. Het was even zoeken naar de juiste weg doorheen dit industriepark. Zo kwamen we uit op een oude spoorbrug en van dan af volgden we zoveel mogelijk de kaden en de paden langs de Vienne. Een 10-tal km buiten de stad kwamen we een op een toren lijkende ruïne tegen in Vieux- Poitiers. Het is een restant van een oud Romeins amfitheater uit de eerste eeuw. Er konden toen 10000 toeschouwers in plaats nemen. Van hieruit volgden we een mooie route tot in Poitiers. Van ver zagen we de futuristische gebouwen van Futuroscope liggen, een pretpark met futuristische visuele technologie. En zo bolden we Poitiers binnen en konden we op zoek gaan naar ons hotelletje. Na een verkwikkende douche brachten we nog een bezoek aan het prachtige historische centrum. Vooral de schitterende romaanse kerken met prachtig versierde voorgevels lieten een diepe indruk op ons na. In dit knappe historische kader genoten we van een maaltijd die ook een echte lust voor het oog was.
Toen we deze morgen opstonden, stond de zon al te schitteren aan de hemel en de temperatuur was al behoorlijk opgelopen toen we rond half 9 vertrokken. Het werd een bloedhete dag. Rond half 12 gaf een thermometer in Veigne 42!!! graden aan. We moesten ons vocht op peil houden door heel veel te drinken. Ik denk dat we elk minstens 4 liter water naar binnen hebben geslagen. De plaatselijke magasins en bars zijn er goed mee geweest. Toch werd Sandra ondanks heel veel voorzorgsmaatregelen bevangen door de hitte en zijn we na 54 km moeten stoppen in een chambre d'hote in Rilly-sur-Vienne. Het ging echt niet meer om verder te rijden. Gelukkig vonden we als 1 oververhitte en 1 totaal bezwete zwerver onderdak bij dhr. en mevr. Raineau. Dankzij hun goede zorgen en een goede nachtrust kon Sandra de volgende dag gelukkig weer verder.
De rustdag in Tours heeft ons echt deugd gedaan. Tijd om de fietsbenen even te laten rusten en het hoofd op standby te zetten. We bezochten zoals het echte toeristen betaamt de belangrijkste historische gebouwen, maar flaneerden ook zoals echte vrouwen door de winkelstraten om te kijken of we nog konden profiteren van de laatste dagen van de solden hier in Frankrijk. Het historische centrum van Tours ligt op een zakdoek. We bezochten uiteraard de kathedraal van St. Gatien. Deze heilige was de eerste bisschop van Tours, opgevolgd door de voor ons veel bekendere Sint-Maarten. De bouw van de kathedraal duurde van de 13e tot de 16e eeuw. Dat zie je ook aan de verschillende bouwstijlen. Onderaan Romaans, daarboven gotiek en afgewerkt met Renaissance koepels en hoge torens van fijn kantwerk. Binnenin vind je schitterende gebrandschilderde ramen met afbeeldingen uit het leven van St. -Maarten. Deze bekende heilige heeft zijn eigen kerkin de vorm van een basiliek. Binnenin vind je een schrijn met de stoffelijke resten en de relieken van de heilige. Ook de middeleeuwse huizen in het centrum zijn de moeite waard om te bekijken. In dit historische kader sloten we de bloedhete rustdag dan ook af met een lekker etentje op een terrasje.
Een korte rit vandaag, dus een kwartiertje langer slapen dan anders. Net na het ontbijt een stevige klim verwerken, is toch wel even op de tanden bijten, maar het was de enige manier om Chateau - Renault uit te rijden. Daarna werd het wat rustiger en volgden we het dal van de Brenne, een heel rustige en schaduwrijke weg die uitzicht bood op vele landgoederen waar wijn wordt verbouwd. We fietsten dan ook snel tussen de wijngaarden van de val de Loire. Het mooiste landgoed was ongetwijfeld Chateau Valmer, dat in 1640 werd gebouwd door een raadsheer van koning Lodewijk XIII . Het ligt in een park van 80 ha met siertuinen op Italiaanse wijze. Je kan hier ook tijd uittrekken om wijn te proeven, maar als niet-wijndrinkers hebben we dit maar aan ons laten voorbijgaan. Via een hele steile afdaling bereikten we daarna Rochecorbon waar we genoten van een picknick in de schaduw van het pittoreske kerkje. Na dit intermezzo zagen we de contouren van Tours aan de horizon verschijnen. Over de smalle hangbrug over de Loire reden we op een indrukwekkende manier de stad binnen. We zagen al van verre de prachtige torens van de kathedraal van St. Gatien. We fietsten langs het schitterende hotel de ville en bereikten zo ons hotelletje voor de komende 2 nachten. Een lekkere maaltijd sloot ons eerste deel van onze tocht af in een restaurantje in het knappe oude centrum van Tours. Morgen genieten we hier van een welverdiende rustdag.
Vandaag hebben we onze zwaarste en langste fietsdag van deze vakantie achter de rug. 95 km stonden er deze avond op onze kilometerteller. Dit was niet ingecalculeerd, maar door een wegvergissing van onzentwege en een behoorlijke omleiding kwamen we aan dit totaal. Deze morgen konden we vertrekken onder een lichtgrijze hemel en al snel zou het een zonnige dag worden. Eindelijk, na al die nattigheid van de voorbije dagen ! We namen afscheid van de supervriendelijke dame in de gite. Sandra wenste haar : "Un bon anniversaire avec le jour national", iets wat tot het gebruikelijke gefrons van wenkbrauwen leidde , want als Sandra haar beste Frans bovenhaalt, is het steeds lachen geblazen. Of wat denk je ervan dat ze aan een Fransman vraagt hoe je merci in het Frans zegt ? Of dat ze verklaart dat haar reisgezel met haar 52 zomers ouder is dan 10 ? Toch worden deze pogingen om iets uit te leggen erg gewaardeerd door de Fransen, want iedereen is hier echt heel vriendelijk. Na dit intermezzo sprongen we vol goede moed op onze fietsen en reden we richting Cloyes-sur-Loir, de voorziene slaapplaats voor gisteren. We maakten ons wel de bedenking dat het goed was dat we gisteren vroeger waren gestopt, want er zaten heel wat klimmeters in dit traject. Ondertussen veranderde het landschap ook opmerkelijk omdat we lange stukken door het dal van de Loir de rivier volgden. En zo kwamen we rond de middag in Vendome terecht. Deze stad ontstond al in de Gallo- Romeinse tijd. We bereikten de stad langs een pittoreske voetbrug van waarop we een mooi uitzicht hadden op de historische gebouwen van dit stadje. We moesten snel nog wat inkopen doen want op le quatorze juillet was alles dicht in de namiddag. We verlieten het stadje via een indrukwekkende stadspoort en de brug over de Loir. Na Vendome verlieten we het dal van de Loir en kwamen we weer in de glooiende heuvels met de eindeloze akkers terecht. Bij het buitenrijden van Vendome moeten we een fout hebben gemaakt, waardoor we ineens op de N10 terecht kwamen. Gelukkig is de kaart in de gids duidelijk en vonden wij (2 vrouwen !) de route terug als een fluitje van een cent. Net voor Marcilly kregen we dan te maken met een wegomlegging. Drie stoere mountainbikers tilden hun fiets tweemaal over het hek en kropen er zelf ook over, maar dat zagen wij niet zitten, dus de deviation maar gevolgd, maar die wordt in Frankrijk even goed of slecht zoals je wil, aangeduid. Een behulpzame local zette ons op de goede weg. Doodmoe van de vele kilometers en de warmte probeerden we eerst de camping in Pruneau-Cassereau, maar daar waren we niet welkom , dus nog maar 15 km verder gefietst tot in Chateau-Renault. Daar vonden we een plaats op de zeer eenvoudige camping municipal. Na een verkwikkende douche en een heerlijke, maar veel te weinig qua hoeveelheid, maaltijd konden we ons neervlijen met onze vermoeide benen op onze slaapmat.
Overnachten in een jeugdherberg hebben we al regelmatig gedaan, maar het verblijf in Chartres is werkelijk niet aan te raden. Onze kamer leek wel in een bunker te liggen. Je werd omsingeld door deuren met een alarm op. In de keuken werkte slechts een van de 2 kookvuren en de borden, tassen en bestek waren echt vies. Lakens bestonden uit een flinterdun gaasje. Maar het ontbijt tartte elke verbeelding. Boven in de koelkast vonden we confituur. Je had de keuze uit aardbeien, aardbeien en aardbeien. Verder stond er nog wat boter en dozen fruitsap en melk die reeds geopend waren. Sinds wanneer ? Geen idee ! Bovenop de koelkast vond je cornflakes met een onbestemde kleur. De koffie was koud. Op de tafel lag een zak niet zo vers brood gegooid. Bij ons verpakt de bakker op die manier het oud brood voor de dieren. Van lekker ontbijten kwam dus ook niet veel in huis. Om de start van de dag nog leuker te maken, had men de hemelsluizen nog maar eens volle bak opengedraaid. Alweer de regenpakken aan en de fiets op. We konden Chartres vlot verlaten en zaten weer snel in het dal van de Eure voor een toch wel mooie rit van 65 km. Na een half uurtje regen draaide men boven het kraantje even toe en zo bereikten we droog Meslay-le-Grenet. In de 15e eeuwse dorpskerk kregen we samen met 3 anderen een gratis gidsbeurt van een dorpelinge. Zij toonde ons de prachtig geconserveerde muurschilderingen van een dance macabre. Ze gaf er ook een prima uitleg bij, zodat we heel goed het verhaal konden volgen. Hieruit bleek dat de katholieke kerk in die tijd ook in crisis verkeerde, tengevolge van de 100-jarige oorlog, de onenigheid in de katholieke kerk met 2 pausen en de grote epidemieën van pest. Na een 40-tal kilometers bereikten we de oude stadspoorten van het vestingstadje Bonneval aan de Loir. Hier kan je de middeleeuwse pelgrimssfeer nog even opsnuiven. De kerk in het centrum werd gebouwd in de 13e eeuw en is opgetrokken in primitief gotische stijl. Rondom de kerk liggen smalle straatjes met middeleeuwse woningen. Een zoveelste regenbui zorgde ervoor dat we maar al een lekkere warme maaltijd achter onze kiezen staken op het gezellige plein waar men alles al in gereedheid aan het brengen was voor het volksfeest van vanavond ter gelegenheid van le quatorze juillet . Na ons middagmaal sprongen we weer ons stalen ros op richting een andere prachtige plaats: Chateaudun. Onderweg moesten we nog schuilen voor een hevig onweer. Tijd genoeg om een babbeltje te slaan met twee Nederlandse vakantiefietsers. De man zag het duidelijk niet erg meer zitten om nog verder te fietsen, maar mevrouw hield er de moed in. We bereikten Chateaudun met nog meer gerommel van onweer op de achtergrond. Terwijl we het prachtige kasteel bewonderden, viel het water weer met bakken uit de hemel. We besloten dan ook snel om hier te stoppen voor vandaag en onderdak te gaan zoeken voor de nacht. Dit vonden wij in een gezellige gite d'etappe. Na ons avondmaal konden we dit mooie stadje op ons gemak helemaal doorkruisen en ontdekken. Wat een ongelooflijk mooie houten middeleeuwse huizen en gebouwen kan je hier bewonderen op een gebied zo groot als een zakdoek ! Morgen moeten we wel 10 km meer fietsen, maar de pracht van Chateaudun doet ons dit snel vergeten. Een praatje met twee vriendelijke Hollanders sloot onze avond af samen met het vuurwerk voor le quatorze juillet.
Vannacht, eindelijk een droge nacht en dus ook een opgedroogde tent . Yes! We hadden er heel veel zin in, want het zou een halve rustdag worden . Er moesten maar 45 km gefietst worden tot in Chartres. Onze vermoeide spieren konden dit toch wel even gebruiken. Onderweg reden we langs Maintenon. Na een gezapig praatje net voor de stad Maintenon, met een stel Franse ruiters die enorme interesse hadden in onze fietstocht en ook heel veel bewondering toonden voor onze exploten, bolden we dit prachtige stadje binnen. Het wordt beheerst door het fraaie Chateau dat Madame Maintenon liet bouwen aan het riviertje van de Eure. Zij sloot een geheim huwelijk met Lodewijk XIV. Achter het chateau overspannen begroeide boogresten van een aquaduct de vallei. Aan het hek werden we aangesproken door een moeder wiens dochter trouwfoto's liet maken in het kasteelpark en die in de namiddag zou trouwen. Opvallend was dat we hier door wel vier verschillende mensen ondervraagd werden over onze fietsreis. En iedereen was enthousiast. We kwamen ook nog andere vakantiefietsers tegen, zoals het meisje uit Parijs dat we 's avonds opnieuw zouden ontmoeten in de jeugdherberg. Hierna volgde de route het groene dal van de Eure. In Champhol zagen we reeds van ver de kathedraal van Chartres het landschap beheersen. Chartres is een oude Romeinse stad aan de Eure. Men begon al in de 12e eeuw aan de kathedraal te bouwen. Chartres kreeg een van de eerste gothische kathedralen. De linker- en rechterkant toont opmerkelijk verschillen in dikte en uitvoering vanwege verschillen in inzicht van de meester - metselaars. De twee torens zien er dan ook helemaal anders uit. De gebrandschilderde ramen zijn enorm indrukwekkend, samen met de reusachtige rozetten. In de kathedraal zijn er volop restauratiewerken aan de gang, waardoor je niet alles kunt zien, maar het blijft de moeite waard. Overnachten doen we in de eenvoudige jeugdherberg net buiten het centrum.
Na een kletsnatte nacht mochten we wat langer dan voorzien op onze slaapmatjes blijven liggen, want er was geen opstaan bij als de regen met bakken uit de hemel valt en je behalve een plastieken luifel niets anders van schuilplaats hebt. Na een vliegensvlug toiletbezoek speelde Sandra alweer de reddende engel voor onze kamperende buurman, want zijn tent was in de loop van de nacht gaan lekken. Sandra is echter een fietsende klusjesvrouw en heeft een oplossing voor al je problemen inclusief lekkende tenten. Rond half 8 stopte het met regenen en konden we gaan denken aan ons ontbijt en de opruim van de tent. En wonder boven wonder konden we droog vertrekken ! Meer nog, we zouden maar een half uurtje regen hebben over heel de dag ! Een record ! Onmiddellijk na Henonville liep ons traject door het Parc Naturel Regional du Vexin. Dit is een heuvelachtige streek van overwegend kalksteen, met heel wat pittige hellingen en dorpjes gedrapeerd in een prachtig landschap. Het was genieten ! Daarna reden we even Amerika binnen [een vondst van Sandra , de vrouw met de droogste humor] langs Us en Marines. Na een flinke afdaling , gelukkig staan die ook regelmatig op het menu, kruisten wij enkele malen de Seine. Hier is de rivier een stukje smaller dan in Parijs, hoewel we op een bepaald moment een wegwijzer zagen die aangaf dat we maar 58 km van de lichtstad verwijderd waren. Ons eindpunt kwam al snel in zicht. In Conde-sur-Vesgres moesten we nog wel een ommetje van 3 km maken om onze camping te bereiken. Zo stonden er aan het eind van de rit 79 km op onze teller. Het terrein was iets beter dan gisteren, maar zeker niet om reclame voor te maken. Nochtans had de camping gisteren drie sterren en was deze aangeduid als een park. Een lekkere warme maaltijd konden we ook op onze buik schrijven, want er waren enkel frieten met 2 saucisses te verkrijgen. Tijd dus om ons noodrantsoen aan te spreken. Onder een stekende zon smaakte dit toch wel.
Na een rustige nacht in een goed bed en een ontbijt dat oke was, moesten wij vandaag alweer met de regenpakken aan vertrekken. We zien het nog steeds zitten, maar de barometer van ons humeur staat niet elk moment van de dag meer op zonnig. Fietsen in de regen mat meer af en zorgt voor strammere spieren. Daarbij zorgen de steeds langere hellingen van 5 tot 10 procent voor een behoorlijk vermoeidheidsgevoel . Toch wordt de omgeving waar we doorfietsen steeds mooier. "Dit lijkt steeds meer op Frankrijk" , liet Sandra zich vandaag ontvallen. Dit klinkt misschien een beetje raar, maar ik begrijp het wel. Als je naar het zuiden rijdt, rijd je door de prachtige glooiende heuvels waar wij nu doorfietsen. Op onze route passeerden we vandaag Clermont, niet te verwarren met het veel bekendere Clermont-Ferrand . Het is een oud stadje, gelegen op een heuvel, ontstaan bij een burcht. Het centrum is beslist een bezoekje waard. Daarna ging het richting Mouy, een dorpje dat vele watermolens telde. Wij grepen deze stop aan om onze reserves aan te vullen met een heerlijke pasta. Op de langste en zwaarste helling van de dag werden we voorbijgefietst door een Nederlandstalige man. Op de top namen we de tijd om met hem een praatje te slaan. Zijn vrouw kwam zich even later ook puffend bij ons voegen. Zij kwamen van Puurs, niet zo ver bij ons vandaan en wilden naar Lourdes fietsen. Wat is de wereld toch klein ! Na de vele kilometers door slapende dorpjes moesten we dan toch even een drukkere plaats door, Meru. Dit is altijd weer even opletten. Je moet dan veel geconcentreerder bezig zijn met de andere weggebruikers. Niet altijd vanzelfsprekend als je de hele dag in de rust en de natuur fietst. De laatste kilometers van ons traject leiden ons naar Henonville. Daar hadden we een camping geboekt voor vannacht. Na 66 km hadden het behoorlijk koud en smachtten naar een warme douche. Maar wat een tegenvaller. De camping leek werkelijk nergens op ! Omdat we geen zin hadden in nog meer kilometers, zetten we de tent maar op en maakten er het beste van. Toen we een douche gingen nemen kwam onze Dendermondse fietsgezel de camping opgedraaid. We hadden nog een interessant gesprek over het deel van Frankrijk waar we tot nu toe zijn doorgefietst. We hadden alle drie het idee dat dit het armere deel van Frankrijk is met heel weinig voorzieningen voor toeristen. Je ziet de armoe ook aan de verwaarloosde huizen en de weinige moeite die wordt gedaan voor de toeristen die er toch passeren. Wie ooit de film : Bienvenue chez Chetis gezien heeft, weet waarover wij praten.
De nacht verliep vrij rustig. Slechts af en toe een klein buitje, maar voor de rest toch ruim voldoende slaap. Bij het opkramen van de tent viel er af en toe een spatje regen, maar we konden deze keer droog vertrekken. We bleven dezelfde vergezichten aan de horizon krijgen dan gisteren, maar de lucht werd met het kwartier dreigender. Om elf uur gingen de hemelsluizen weer open en de rest van de dag zou het niet meer ophouden met gieten, plenzen, oude wijven regenen enz. om maar aan te geven dat het een verschrikkelijke dag zou worden. Niets hebben we van de omgeving kunnen zien ! Enkel in Noyon hebben we even de tijd genomen om de imposante kathedraal te bezoeken en een middagmaal te nuttigen. Voor de rest hebben we alleen maar onze trappers rondgedraaid, de 84 kilometers afgemalen, hier en daar een kilometertje verkeerd gereden, gezongen van : "It's raining man" en gezorgd dat we veilig maar als verzopen kiekens op onze bestemming , Moyvillers zijn geraakt. Hopelijk sparen de weergoden ons de volgende dagen een beetje, maar de verwachtingen voor de komende twee dagen zijn helemaal niet goed. We maken er het beste van, maar een dag als vandaag is moeilijk te verteren. Er was zoveel moois dat op onze weg lag, maar het zal voor een volgende keer zijn.
"Als we met vakantie gaan, dan gaat het regenen" was de song van de dag bij Carine. Tijdens de nacht hadden we weinig oogjes dichtgedaan, want de regen trommelde een hele nacht op het dak van de tent. Carine leek dan vandaag de eerste uurtjes ook heel veel op Grumpy door het enorme slaapgebrek. Sandra hield er de moed in en ging al direct een gesprekje aan met onze buurman, een vrij jonge man die op de bonnefooi was vertrokken met zijn fiets vanuit Dendermonde en de schelpjes wilde volgen. Op die manier wordt de route naar Compostella aangeduid. Na een dag had hij al door dat hij het zonder boekje met de routebeschrijving niet zou redden. Wij speelden dan maar zijn reddende engels door ons boekje even uit te lenen zodat hij met zijn GSM foto's van de route kon nemen. We boden hem ook een tasje koffie aan want ook zijn vuurtje was thuis achtergebleven. Nadat de tent was ingepakt, sprongen we onze fiets op om te beginnen aan de 66 km van deze dag. Ons regenpak was ook weer van de partij want het hemelwater stortte zich dolenthousiast uit de hemel. Anderhalf uur is het slechts droog gebleven vandaag ! We verlieten vlotjes Cambrai tussen het drukke ochtendverkeer. De hellingen werden steeds langer, met golvende velden en afwisselende vergezichten. Vast prachtig als het zonnetje schijnt, maar onder een grijze hemel toch ook de moeite waard om te bekijken. Regelmatig ontmoetten we de Schelde, een smal stroompje in vergelijking met de rivier zoals wij hem kennen in het Waasland . Vandaag hebben we trouwens gepicknickt aan de bron van de Schelde . Een aangenaam plekje midden in een bos. Ook het kanaal van Saint-Quentin hebben we regelmatig overgestoken. Het was ook de bedoeling om deze stad een bezoek te brengen, maar het was op dat moment zo hard aan het gieten dat we het maar bij een drankje in een cafeetje hebben gehouden. We passeerden de abdij van Vaucelles. Van buiten af gezien een prachtig gebouw. Het bezoek aan de binnenkant viel echter dik tegen. De 7 euro per persoon was dik betaald ! Na Saint-Quentin volgde de route de groene zoom van de Somme, een historische rivier uit de eerste wereldoorlog. Aan dit riviertje lag de gezellige camping van Seraucourt-le-Grand. Gelukkig konden we de natte tent opzetten in droge omstandigheden.
Na een smakelijk ontbijt stond onze barometer op zonnig want na het grijs van de voorbije twee dagen was het zonnetje van de partij. Na Doornik werd de Schelde onze gids voor een deel van de voormiddag. We fietsten door het witte land. Sinds de Romeinse tijd werd in dit gebied kalksteen gedolven. Dat merk je nog steeds aan de vele industrie die je passeert. Maar aan de overkant van de rivier zagen we ook een torentje dat een beetje leek op het kasteel van Doornroosje . Dit hoort bij het kasteel van Ligne dat eeuwenlang een belangrijke positie heeft ingenomen. Onderweg kom je ook heel wat industrieel erfgoed tegen, waarbij de oude kalkovens ons het meest aanspraken. We passeerden ongemerkt de Franse grens. Even voorbij Saméon voerde de route ons door het bos van Marchiennes. Af en toe moesten we over een brug over een gekanaliseerde rivier zoals de Scarpe. Dit soort rivieren vormen een netwerk van vaarwegen doorheen Frankrijk tot aan de Middellandse Zee. De weg slingerde zich voortdurend op en af door een landschap met plattelandsdorpen afgewisseld met mijnbouwplaatjes. Dit stuk vonden we het minst mooie van de voorbije dagen. Op het einde van de rit kwamen we weer in een heerlijk glooiend landschap met prachtige kleuren door de afwisselende akkerbouw. Na 64 km stonden we in Cambrai. Alweer een historische stad met prachtige gebouwen. Vooral het stadhuis kon ons bekoren, net als het bisschoppelijk paleis. We zetten eerst onze tent voor de eerste keer deze vakantie op en gingen daarna nog een lekker hapje eten in het centrum van de stad.&