lesideeën rond sociale vaardigheden voor kleuters en 1ste graad lager onderwijs.
22-11-2017
verwerking via tekenen
doelen
impressies uiten in een persoonlijke, authentieke creatie
kunnen via het tekenen in dialoog met een volwassene, beschrijven en vertellen hoe zij zich voelen
Kinderen moeten kunnen doen en ervaren. Daarmee krijgen ze de kans zich op hun manier uit te drukken. Sommige kinderen zijn gebaat bij het creatief omgaan met het gebeuren via tekenen en kleuren. Zolang ze het maar op hun manier kunnen verwerken is het doel bereikt.
fles van de tranenfee
Na het lezen van het boek Toverdruppels (auteur: Nathalie Slosse, uitgeverij: abimo) kunnen kinderen hun eigen flesjes vullen op papier.
Gebruik de kleurplaat (zie bijlage) van een lege Toverfles, zodat kinderen er hun eigen invulling aan kunnen geven.
Afhankelijk van de leeftijd kan het kind met veel kleurtjes toverdruppels in het flesje tekenen
of de reden voor het verdriet proberen weer te geven.
Ze kunnen het eigen verdriet op die manier in een flesje stoppen en meegeven aan de tranenfee.
een fijn plekje in de hemel
Het boek 'een fijn plekje in de hemel' (auteur: Brigitte Minne, uitgeverij: eenhoorn) nodigt kinderen uit om na te denken over wat er zou kunnen zijn na de dood.
Een jongetje verzint de favoriete plek voor zijn oma. Dit kan als inspiratie dienen om vorm te geven aan hun eigen hemel.
Op de afbeelding 'hemel' (zie bijlage) kunnen ze een tekening maken. Hoe ziet zijn/haar hemel eruit?
kleurplaat regenboog
Er was een Snuitertje dat rondliep in het woud
zijn verdriet was met een feetje weggevlogen
en wat ze daarmee deed dat had ze hem net toevertrouwd
en daarom hield hij zo van regenbogen.
Je kan de kleurplaat inkleuren, zo kan de tranenfee je verdriet meenemen en kan de zon weer schijnen.
chaostekening
Een andere methodiek om verwarring te verwerken is de chaostekening:
In je hoofd is het nu een wirwar van gevoelens en gedachten.
Die chaos gaan we op papier zetten.
Zoek een kleur uit, zet de punt van je potlood op papier en begin aan een lange kronkelige lijn.
Haal de punt niet van het papier. Rond en recht, hoeken en punten, bibberlijnen en golven,
allemaal dwars door elkaar heen, over het hele vel papier.
Nu staat de chaos in je hoofd op papier. Maar ook van chaos kan je iets moois maken.
Alle witte vakjes tussen de lijnen gaan we inkleuren.
De taalontwikkeling van je kleuter gaat nu hand in hand met zijn sociale en cognitieve ontwikkeling. Met behulp van taal probeert hij greep te krijgen op dingen in zijn werkelijke omgeving en in zijn fantasie.
Tussen 2.5 en 5 jaar vorderen kinderen met reuzenstappen in hun taalontwikkeling. Ze ontdekken heel veel nieuwe woorden die ze zo juist mogelijk willen gebruiken én hun zinnen worden steeds ingewikkelder.
Af en toe ontbreken er enkele woordjes. Maar wanneer de nodige kennis van de taalregels nog even tekortschiet, worden de zinnen met de nodige fantasie en een eigenzinnige logica aan mekaar geregen.
Eens ze een basiswoordenschat onder de knie hebben, krijgen kinderen vlug door dat al die woorden opgebouwd zijn uit verschillende klanken. Taalspelletjes zijn dan ook erg in trek bij kleuters.
De taalkoffer biedt activiteiten rond:
-Spreken
-Voorbereidend lezen
-Taalspelletjes zoals rijmen en spelen met klanken
de kinderen kunnen in concrete situaties verschillende manieren van omgaan met elkaar herkennen en erover praten.
ze kunnen bij anderen gevoelens van blij, boos en verdrietig zijn herkennen en kunnen meeleven in dit gevoel.
verschillende beeldende, technische middelen aanwenden en samen gebruiken om tot beeldend werk te komen.
inleiding: verhaal 'Kloddertje'
We kijken en luisteren naar het verhaal van kloddertje (zie bijlage)
Kloddertje is een figuurtje dat er niet zo mooi uitziet als de andere figuurtjes. Ze lachen kloddertje uit en willen niet met hem spelen.
Maar kloddertje kan kunstjes en toont dat hij ook bijzonder is. De andere figuurtjes willen leren wat kloddertje kan. Zo worden ze toch goede vrienden.
gesprek
De kinderen vertellen over hun eigen ervaringen over 'samenspelen'
verwerking: samen schilderen
duo's vormen: de leerkracht heeft een zakje met puzzelstukken (zie bijlage) de kinderen trekken om de beurt een puzzelstuk uit de zak.
Vervolgens gaan ze op zoek naar het kind met het passende puzzelstuk. Dit zijn de duo's voor de schilder activiteit.
materiaal: afbeelding van 2 silhouetten van kinderen (zie bijlage: vergroten naar A3 formaat)
De kinderen mogen samen met een vriendje deze silhouetten beschilderen.
Je kan de duo's ook vrij laten schilderen op een A3 blad. Zo kunnen ze samen een onderwerp en kleurkeuze bespreken.
aangeven naar wie of wat een gegeven verwijswoord verwijst
materiaal
- voor elke speler een speelbord
- 3X20 kaartjes met dierenfiguren: 2 om in de houders van het spelbord te plaatsen + 1 in een zakje waaruit het kind één afbeelding trekt (zie bijlage)
doel van het spel
De kinderen zitten per twee over elkaar.
Beide spelers trekken blind een kaartje met een dier uit het zakje. Ze plaatsen deze op hun bord. Bij aanvang van het spel zijn alle dieren op het bord bovenaan.
De speler stelt een vraag over het dier op het kaartje van zijn medespeler. Deze moet met ja of nee antwoorden. Indien de vraag met nee wordt beantwoord, klapt de vragensteller op zijn bord alle dieren met het gevraagde kenmerk naar beneden. Wordt de vraag met ja beantwoord, dan klapt de speler alle dieren waarop het kenmerk niet aanwezig is naar beneden. Nu gaat de beurt naar de andere speler.
Als een speler denkt te weten welk dier op het kaartje van zijn medespeler staat, mag hij dit raden.
stellen zich vragen bij en reflecteren over taal en taalgebruik in concrete situaties: discrimineren van klanken, woorden
beleven plezier in het gebruiken van taal en het spelen met taal in concrete situaties.
materiaal
- boek met een aantal letters uit het alfabet (zie bijlagen)
- afbeeldingen van voorwerpen of dieren met een verschillende beginletter (zie bijlagen)
doel van het spel
Bij iedere letter staan afbeeldingen van voorwerpen of dieren die met de aangegeven letter beginnen. De kleuter zoekt bij de losse prentjes een voorwerp of dier dat ook met de aangegeven letter begint.
beseffen dat mensen door middel van het schrift boodschappen kunnen vastleggen
beseffen dat bepaalde symbolen (pictogrammen, lettertekens, ...) dienen om boodschappen over te dragen.
materiaal
- alfabet kaart met voor iedere letter een andere achtergrond of 'code' (zie bijlage)
- de letters van het alfabet (te koop bij Action of AVA)
- opdrachtkaarten (zie bijlage)
- luciferdoosjes die per 8 aan elkaar zijn gekleefd om de letters van de woorden in te leggen
doel van het spel
De kleuters ontcijferen de code (a.d.h.v. de alfabet kaart) bij iedere afbeelding op de opdrachtkaart en leggen de letters in de juiste volgorde in de luciferdoosjes.
De kinderen kunnen zorg opbrengen voor iets of iemand anders De kinderen kunnen zich op een assertieve wijze voorstellen
De kinderen kunnen zich weerbaar opstellen naar leeftijdgenoten toe door signalen te geven die voor anderen begrijpelijk zijn
De kinderen kunnen zich discreet opstellen
De kinderen kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken
Axenspel massage: poes bever
Benodigdheden: lied masseren
De kinderen gaan per 2 achter elkaar staan. Het voorste kind is de poes, het achterste de bever.
Het lied: masseren wordt opgezet en de bever voert de opdrachten uit die in het lied gevraagd worden. Masseren van schouders, rug, haar, oren,
Na het lied draaien de rollen om en wordt de activiteit herhaald.
Axenspel modeshow: pauw wasbeer
Benodigdheden: hoedjes, boas, gekke brillen, lied ik vind je leuk
De groep verdeeld zich in 2. De ene helft is pauw, de andere bever.
De pauwen krijgen 2 minuten om een attribuut te kiezen waarmee ze zich mooi maken.
Als het lied start mogen ze over de bank, tafel, stappen. De bevers zijn toeschouwers en mogen applaudisseren.
Na het lied draaien de rollen om en wordt de activiteit herhaald.
Axenspel blikwerpen: steenbok havik
Benodigdheden: blikken of kegels, stoffen ballen of pittenzakjes, lied hip hop instrumental
De groep verdeeld zich in 2. De ene helft is steenbok, de andere havik.
Er worden torens van blikken klaargezet. De steenbokken gaan met de rug naar de torens staan, de haviken met het gezicht naar de torens op enkele meter afstand.
Terwijl de muziek speelt proberen de haviken met ballen (pittenzakjes)de torens omver te gooien. De steenbokken moeten de torens verdedigen.
Na het lied draaien de rollen om en wordt de activiteit herhaald.
Axenspel verstoppertje: uil schildpad
Benodigdheden: afbeeldingen van schildpadjes, lied vrolijk melodietje
De groep verdeeld zich in 2. De ene helft is schildpad, de andere uil.
De schildpadden krijgen ieder een afbeelding van een schildpad. De uilen sluiten de ogen. Tijdens het vrolijk melodietje gaan de schildpadden hun figuurtje verstoppen in de klas.
Daarna mogen de uiltjes met hetzelfde melodietje de schildpadden gaan zoeken.
Na het lied draaien de rollen om en wordt de activiteit herhaald.
Axenspel spiegelen: leeuw kameel
Benodigdheden: lied tji ki tsja, doe mij maar achterna
De kinderen gaan per 2 voor elkaar staan. Het ene kind is de leeuw, het andere de kameel.
De leeuw doet bewegingen en de kameel doet net als in een spiegel de bewegingen na terwijl het lied wordt afgespeeld.
Na het lied draaien de rollen om en wordt de activiteit herhaald.
De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine
Kunnen deelnemen aan vormen van samenwerking
Het kunnen samenwerken met anderen biedt een onvervangbare kans om van anderen te leren.
inleiding
Tijdens het lied: 'we maken een kringetje' (zie bijlage) vormen de kinderen een kring
spelvorm 1
De kinderen staan in een cirkel en geven elkaar handen. Ze mogen de handen tijdens het spel niet loslaten.
Tussen twee kinderen wordt een hoepel rond de armen gehangen.
Het is de bedoeling dat de hele groep doorheen de hoepel geraakt en dat de hoepel van kind tot kind verder gaat... (zie foto 1)
Tijdens deze activiteit kan het vrolijk liedje (in bijlage) worden opgezet.
spelvorm 2
Er worden 4 à 5 hoepels op de grond gelegd. Iedere hoepel is op één plaats voorzien van gekleurde tape.
Tijdens het lied 'We maken een kringetje' verdelen de kinderen zich over de verschillende hoepels
Het is de bedoeling dat de hoepels gedragen worden op de wijsvingers.
Als het vrolijk melodietje (zie bijlage) wordt opgezet, worden de wijsvingers bewogen zodat de gekleurde tape een toertje doet (zie foto 2)
spelvorm 3
De hoepels liggen verspreid over de ruimte. De kinderenlopen vrij rond zolang er muziek is (zie bijlage: vrolijk melodietje). Op het moment dat de muziek stopt, moeten de kinderen zo snel mogelijk in een hoepel gaan staan. Er wordt telkens één hoepel weggehaald. De kinderen moeten met zijn allen proberen om in de overblijvende hoepels te staan. Op het einde zouden alle kinderen in één grote hoepel moeten staan.
door de kleuteronderwijzer gegeven opdrachten, met betrekking tot activiteit begrijpen
een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen
de bereidheid vertonen om naar elkaar te luisteren en om zich in te leven in een boodschap
beleven plezier in het gebruiken van taal en het spelen met taal in concrete situaties
inleiding
Deze activiteit vraagt wel enige aandacht van de kinderen. Misschien kan je ter inleiding de picto's van 'luisteren doe je zo' (zie lesje bij afspraken en regels) introduceren.
Zo worden de kinderen er attent op gemaakt dat ze het verhaal goed moeten volgen om de activiteit te doen slagen.
sprookje: bezoek
voorbereiding:
druk het verhaal (zie bijlage) enkele keren af.
vul op voorhand de namen in van leerlingen bij de vier personages (ieder blad vier leerlingen, zodat iedereen aan bod kan komen)
Het is de bedoeling als een kind zijn naam hoort dat hij rechtstaat en weer gaat zitten. Zo kunnen medeleerlingen ontdekken welk kind bij welke naam hoort en zullen ze hun klasgenootjes sneller leren kennen.
mogelijkheid 1
Je kan het verhaal enkele keren na elkaar vertellen, zodat iedereen aan bod is geweest.
mogelijkheid 2
Je vertelt het verhaal gedurende de week iedere morgen na het onthaal. Zo is op het einde van de week iedereen aan bod geweest.
mogelijkheid 3
Je zoekt of verzint zelf andere verhalen die je op dezelfde manier aan bod laat komen tot iedereen aan de beurt is geweest.
kunnen in concrete situaties verschillende manieren van omgaan met elkaar herkennen en erover praten.
kennen en begrijpen omgangsvormen, leefregels en afspraken die van belang zijn voor het samenleven in een groep.
kunnen een onderscheid maken tussen geweldloze en gewelddadige oplossingen voor conflicten.
stap 1
Toon het filmpje van de olijfboom (zie bijlage).
Waar gaat het over?
Twee eekhoorns proberen om ter meeste olijven te eten. Omdat ze bang zijn dat de ander de olijven gaat nemen, beginnen ze te schrokken.
Ze stellen vast dat dat geen goede manier is om aan eten te komen en ze besluiten daarom de olijven te verzamelen en ze rustig één voor één uit de mand te halen.
stap 2
We gaan samen een olijfboom maken (sjabloon boom in bijlage). Zo kunnen we beter onthouden dat we moeten delen met elkaar.
De leerkracht legt een aantal papieren (half A4) in het midden van de kring. Zorg dat er 2 of 3 blaadjes minder liggen als er kinderen zijn.
Bij het papier staat een doos wasco's (of kleurpotloden, stiften, ...) en een zestal scharen.
De kinderen krijgen als opdracht een olijf te tekenen en uit te knippen om op onze olijfboom te kleven.
De leerkracht wijst daarbij op het materiaal in de kring en zegt dat ze mogen beginnen.
Observeer als leerkracht hoe de kinderen te werk gaan bij het verdelen van het materiaal:
- wie deelt uit aan anderen?
- wie pakt enkel voor zichzelf?
- worden er door de kinderen onderling afspraken gemaakt of doet ieder zijn eigen ding?
Ze zullen al snel merken dat er enkele blaadjes papier te kort zijn.
De leerkracht onderbreekt de activiteit en wijst de kinderen erop dat ... nog geen papier hebben.
Hoe gaan we dit oplossen? Komen de kinderen zelf tot een oplossing?
- papiertje in twee scheuren...
- samen op een blaadje tekenen...
De leerkracht bewondert de kinderen dat ze dit zo fijn hebben opgelost.
Ze besluit de olijfboom een plaatsje te geven in de klas (misschien een strategische plaats waar regelmatig conflicten voorkomen: vb bij de automat)
Zo worden de kinderen eraan herinnert dat ze speelgoed, ... moeten delen.