herkennen en zoeken naar vormen van waarderend reageren op een ander
beseffen dat sommige kinderen een andere levenswijze hebben dan zijzelf
Zij beseffen dat bepaalde symbolen (complimentenkaartjes) dienen om boodschappen over te dragen.
inleiding
Vaak heb je in de klas 'het kind van de week'. Dit kind staat de hele week in de kijker: mag iets vertellen over zichzelf, mag eerst staan in de rij,...
Het is fijn dat medeleerlingen mee zoeken naar positieve eigenschappen van dit kind. Hoe doen we dat?
stap 1
Geef bij het begin van het schooljaar het lesje: 'een complimentje doet geen zeer' (categorie: ik en de ander)
Zo leren kinderen wat het is om een compliment te krijgen of te geven.
stap 2
materiaal
fotokader met een foto van het kind van de week.
Onder de kader een spaarpot in de vorm van een cadeau.
Deze twee dingen moet je wel zelf knutselen. (eventueel sjabloon in bijlage)
Op maandag wordt 'het kind van de week' gekozen.
De medeleerlingen krijgen de taak om gedurende de week eens op te letten waar dit kind goed in is.
Aanvankelijk zal je dit als leerkracht moeten aanmoedigen,
maar gaandeweg het schooljaar zullen de kinderen dit spontaan beginnen doen.
stap 3
Op vrijdag verzamelen we in de kring.
Terwijl op de achtergrond het complimentenlied speelt (zie bijlage) wordt de doos met complimentenkaarten doorgegeven.
De kinderen kiezen om de beurt de dikke duim die zij toepasselijk vinden en stoppen deze in de spaarpot bij de fotokader.
Afhankelijk van hoeveel tijd je hieraan wil besteden kan je de kinderen laten vertellen wat ze gekozen hebben en waarom.
stap 4
Het kind van de week mag zijn cadeautjes spaarpot openen en kijken wat de medeleerlingen voor hem/haar gekozen hebben.
tonen een toenemende bedrevenheid in basisbewegingen met betrekking tot de kind-eigen bewegingscultuur.
kunnen een gepast bewegingsantwoord geven op eenvoudige bewegingsopdrachten, afspraken en regels.
tonen in diverse bewegingssituaties een variatie aan innerlijk beleven.
zich inleven in personages en dingen uit de omgeving en deze uitbeelden.
nachtwaker in het museum
De kinderen gaan vandaag aan het werk als standbeeld in een beeldenmuseum. Vertel de kinderen wat voor museum dit is. Een museum met dieren, een museum over het circus, een filmmuseum... Overdag moeten de standbeelden ontzettend goed stil staan. Ze mogen niet eventjes krabben of een voet verzetten, maar 's nachts, als de bezoekers naar huis zijn, komen de standbeelden tot leven. Er is alleen één probleem... de chagrijnige nachtbewaker.
Alle kinderen gaan als standbeeld in de ruimte staan. De nachtbewaker gaat naar de gang. Wanneer iedereen goed staat, komt de nachtbewaker binnen en loopt door de ruimte. Aan de standbeelden de opdracht om zich te bewegen, een andere houding aan te nemen, even te ontspannen, een stukje te lopen, zónder dat de nachtbewaker dit ziet. Wanneer de nachtbewaker een kind ziet bewegen, is dit kind af en moet aan de kant gaan zitten. Wie houdt dit het langst vol?
een eenvoudige bewegingsopdracht met een ander kind uitvoeren
verschillende lichaamshoudingen en bewegingen nabootsen
inleiding: verhaal Sneeuwwitje
De leerkracht vertelt het verhaal aan de hand van een power point (zie bijlage: volgende prent na muisklik)
spiegeltje, spiegeltje
De leerlingen krijgen een spiegeltje. Ze mogen op ontdekking gaan in de klas en houden de spiegel in allerlei standen.
Gaan de kinderen samenwerken of individueel aan de slag?
Zijn er leiders en volgers?
Na een afgesproken signaal, verzamelen de leerlingen terug in de kring. Ze bespreken wat ze allemaal gezien hebben.
Wat hebben ze allemaal gezien in hun spiegel?
verwerking: spiegelspel
De kinderen gaan per twee over elkaar staan. De één doet een beweging, de ander is het spiegelbeeld en probeert de bewegingen zo precies mogelijk na te doen.
Begin met eenvoudige bewegingen op muziek (zie bijlage)
Halverwege het lied worden de rollen omgekeerd.
De leerkracht kan ook opdrachten geven zoals: we zijn in het restaurant, we gaan naar de dierentuin, we zijn heel blij, ...