lesideeën rond sociale vaardigheden voor kleuters en 1ste graad lager onderwijs.
12-11-2017
vriendjes zijn: kloddertje
doelen
de kinderen kunnen in concrete situaties verschillende manieren van omgaan met elkaar herkennen en erover praten.
ze kunnen bij anderen gevoelens van blij, boos en verdrietig zijn herkennen en kunnen meeleven in dit gevoel.
verschillende beeldende, technische middelen aanwenden en samen gebruiken om tot beeldend werk te komen.
inleiding: verhaal 'Kloddertje'
We kijken en luisteren naar het verhaal van kloddertje (zie bijlage)
Kloddertje is een figuurtje dat er niet zo mooi uitziet als de andere figuurtjes. Ze lachen kloddertje uit en willen niet met hem spelen.
Maar kloddertje kan kunstjes en toont dat hij ook bijzonder is. De andere figuurtjes willen leren wat kloddertje kan. Zo worden ze toch goede vrienden.
gesprek
De kinderen vertellen over hun eigen ervaringen over 'samenspelen'
verwerking: samen schilderen
duo's vormen: de leerkracht heeft een zakje met puzzelstukken (zie bijlage) de kinderen trekken om de beurt een puzzelstuk uit de zak.
Vervolgens gaan ze op zoek naar het kind met het passende puzzelstuk. Dit zijn de duo's voor de schilder activiteit.
materiaal: afbeelding van 2 silhouetten van kinderen (zie bijlage: vergroten naar A3 formaat)
De kinderen mogen samen met een vriendje deze silhouetten beschilderen.
Je kan de duo's ook vrij laten schilderen op een A3 blad. Zo kunnen ze samen een onderwerp en kleurkeuze bespreken.
De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine
Kunnen deelnemen aan vormen van samenwerking
Het kunnen samenwerken met anderen biedt een onvervangbare kans om van anderen te leren.
inleiding
Tijdens het lied: 'we maken een kringetje' (zie bijlage) vormen de kinderen een kring
spelvorm 1
De kinderen staan in een cirkel en geven elkaar handen. Ze mogen de handen tijdens het spel niet loslaten.
Tussen twee kinderen wordt een hoepel rond de armen gehangen.
Het is de bedoeling dat de hele groep doorheen de hoepel geraakt en dat de hoepel van kind tot kind verder gaat... (zie foto 1)
Tijdens deze activiteit kan het vrolijk liedje (in bijlage) worden opgezet.
spelvorm 2
Er worden 4 à 5 hoepels op de grond gelegd. Iedere hoepel is op één plaats voorzien van gekleurde tape.
Tijdens het lied 'We maken een kringetje' verdelen de kinderen zich over de verschillende hoepels
Het is de bedoeling dat de hoepels gedragen worden op de wijsvingers.
Als het vrolijk melodietje (zie bijlage) wordt opgezet, worden de wijsvingers bewogen zodat de gekleurde tape een toertje doet (zie foto 2)
spelvorm 3
De hoepels liggen verspreid over de ruimte. De kinderenlopen vrij rond zolang er muziek is (zie bijlage: vrolijk melodietje). Op het moment dat de muziek stopt, moeten de kinderen zo snel mogelijk in een hoepel gaan staan. Er wordt telkens één hoepel weggehaald. De kinderen moeten met zijn allen proberen om in de overblijvende hoepels te staan. Op het einde zouden alle kinderen in één grote hoepel moeten staan.
kunnen in concrete situaties verschillende manieren van omgaan met elkaar herkennen en erover praten.
kennen en begrijpen omgangsvormen, leefregels en afspraken die van belang zijn voor het samenleven in een groep.
kunnen een onderscheid maken tussen geweldloze en gewelddadige oplossingen voor conflicten.
stap 1
Toon het filmpje van de olijfboom (zie bijlage).
Waar gaat het over?
Twee eekhoorns proberen om ter meeste olijven te eten. Omdat ze bang zijn dat de ander de olijven gaat nemen, beginnen ze te schrokken.
Ze stellen vast dat dat geen goede manier is om aan eten te komen en ze besluiten daarom de olijven te verzamelen en ze rustig één voor één uit de mand te halen.
stap 2
We gaan samen een olijfboom maken (sjabloon boom in bijlage). Zo kunnen we beter onthouden dat we moeten delen met elkaar.
De leerkracht legt een aantal papieren (half A4) in het midden van de kring. Zorg dat er 2 of 3 blaadjes minder liggen als er kinderen zijn.
Bij het papier staat een doos wasco's (of kleurpotloden, stiften, ...) en een zestal scharen.
De kinderen krijgen als opdracht een olijf te tekenen en uit te knippen om op onze olijfboom te kleven.
De leerkracht wijst daarbij op het materiaal in de kring en zegt dat ze mogen beginnen.
Observeer als leerkracht hoe de kinderen te werk gaan bij het verdelen van het materiaal:
- wie deelt uit aan anderen?
- wie pakt enkel voor zichzelf?
- worden er door de kinderen onderling afspraken gemaakt of doet ieder zijn eigen ding?
Ze zullen al snel merken dat er enkele blaadjes papier te kort zijn.
De leerkracht onderbreekt de activiteit en wijst de kinderen erop dat ... nog geen papier hebben.
Hoe gaan we dit oplossen? Komen de kinderen zelf tot een oplossing?
- papiertje in twee scheuren...
- samen op een blaadje tekenen...
De leerkracht bewondert de kinderen dat ze dit zo fijn hebben opgelost.
Ze besluit de olijfboom een plaatsje te geven in de klas (misschien een strategische plaats waar regelmatig conflicten voorkomen: vb bij de automat)
Zo worden de kinderen eraan herinnert dat ze speelgoed, ... moeten delen.
Met dit spel laat je de kinderen met elkaar kennismaken op een andere, vrij lichamelijke manier.
Doordat het binnen een spel plaatsvindt, laten ze hun remmingen even gaan en zo leren ze elkaar pas écht goed kennen!
het spel
Zorg voor een open ruimte in je groep. De kinderen staan in het midden.
De leerkracht, draait aan het rad met getalbeelden van één tot vier, hand, arm, voet en been (zie bijlage). Ze benoemt het nummer en lichaamsdeel. Bijvoorbeeld: "vier, voeten". De kinderen moeten nu opbreken in groepjes van dat nummer en ervoor zorgen dat de lichaamsdelen elkaar raken. In ons voorbeeld dus groepjes van vier die elkaar met de voeten aanraken.
uitbreiding spel
Je kan het rad recto verso aan elkaar kleven. We draaien de schijf om (zie bijlage 2) Deze versie vraagt meer vertrouwen in elkaar.
De aan te raken lichaamsdelen zijn intiemer: buik, rug, hoofd en neus. Verder wordt het spel op dezelfde manier gespeeld.
ervan genieten om bezig te zijn met de dingen die hen omringen om hun expressiemogelijkheden te ontdekken
inleiding: film 'stomp'
We bekijken samen het fragment (zie bijlage)
De leerkracht stelt vragen:
Wat hebben we gezien?
Wat hebben we gehoord?
verwerking: muzikale blokken
materiaal: houten blokken, bel (of ander instrument door de leerkracht te bedienen)
voorbereiding: Alle tafels zijn tegen elkaar geschoven in één groot blok. Daarrond de stoelen.
In het midden van de tafel pijlen (zie bijlage, eventueel vergroten op A3)
Je kan deze activiteit met een halve klasgroep (wissel) of hele doen, als je voldoende stoelen hebt.
Zouden wij ook muziek kunnen maken met speelgoed uit onze klas?
Het oog van de leerkracht valt 'toevallig' op een doos houten blokken.
De kinderen nemen plaats aan de tafel en krijgen ieder één houten blok.
Ze mogen hier even vrij mee experimenteren...
Oei! Dit klinkt eigenlijk niet zo mooi als op het filmpje. Zullen we eens iets proberen?
De leerkracht legt uit: als ze het belletje laat horen, zetten de kinderen hun blok bij de linker buur (ze kunnen voor de richting naar de pijlen kijken)
We proberen dit een keer. Misschien lukt het niet van de eerste keer, dus we herhalen langzaam tot alle leerlingen het systeem begrepen hebben.
Als de activiteit vlot begint te lopen, kan de leerkracht door sneller op de bel te drukken, het tempo verhogen.
muzikale blokken voor gevorderden
Wanneer de vorige activiteit vlot loopt, kan je nieuwe opdrachten geven bv.:
De kinderen krijgen twee blokken, voor iedere hand één.
De kinderen tikken tweemaal voor eigen neus en op 'drie' doorgeven