De muzieksite voor de echte muziekliefhebber----------HOE MEER REAKTIES HOE MEER DE SITE WORD UITGEBREID----ALLE liedjes zijn als MP3 verkrijgbaar op aanvraag
VOOR MEER INFO MAIL ME
20-02-2010
Nr1 1956-1964 Deel 3 en 4
Alle Nr.1 Hits Uit De Nederlandse Hitparade 1956-1964 Deel 3 en 4.
De Village People was een Amerikaanse discogroep in de late jaren zeventig van de 20e eeuw.
In de oorspronkelijke bezetting bestond de groep uit David Hodo, Alex Briley, Felipe Rose, Victor Willis, Glenn Hughes (niet te verwarren met de gelijknamige hardrock-gitarist) en Randy Jones. De groep, die gemanaged werd door de Franse songschrijvers Jacques Morali en Henri Belolo, stond bekend om zijn aanstekelijke poppy melodieën en ironische teksten, maar vooral om het uiterlijk vertoon van de groepsleden die waren gekleed als respectievelijk bouwvakker, soldaat, Indiaan, politieman, motorrijder en cowboy. Hierdoor kreeg de groep bij wijze van camp een zekere plaats in de homoseksuele subcultuur.
De groep werd in 1977 bij elkaar gebracht en werd genoemd naar Greenwich Village, een grote uitgaansbuurt voor homo's in New York waar de groepsleden vaak kwamen. De grote populariteit van de groep kwam op een vreemde manier op gang: toen het lied In the Navy werd opgenomen bood de Amerikaanse marine aan een videoclip te financieren. Hiervoor werd groot marinematerieel gereserveerd. Toen de kranten er schande van spraken dat er zoveel overheidsgeld werd gespendeerd aan een videoclip, zag de marine van deze campagne af. Dit schandaal leverde de Village People zoveel publiciteit op dat het liedje meteen naar de top van de hitparade schoot.
Hoewel dit alles zich afspeelde in de tijd dat disco zijn belang als toonaangevende muziekstijl volledig had verloren (vanwege de Disco Sucks-actie), werden ook Macho Man, Go West en YMCA enorme successen. In 1980 speelden de leden van de Village People in de film Can't Stop the Music, die hen twee Golden Raspberry's "opleverde". Na 1981 nam hun populariteit snel af.
Nog altijd hoort men hun grootste hits vaak als feestmuziek. In 2004 traden ze op in het voorprogramma van Cher en Die Ärzte.
Op 12 september 2008 kreeg de groep een ster op de Hollywood Walk of Fame.
ABBA is de naam van een voormalige, megasuccessen boekende, Zweedse popmuziekgroep, die bestond uit de volgende vier vocalisten:
Agnetha Fältskog (geb. 5 april 1950 in Jönköping, Zweden);
Björn Ulvaeus (geb. 25 april 1945 in Göteborg, Zweden);
Benny Andersson (geb. 16 december 1946 in Vällingby (Stockholm), Zweden);
Anni-Frid Lyngstad (geb. 15 november 1945 in Ballangen, Noorwegen).
De naam ABBA was een acroniem van de voornamen van de leden. Toch wordt de naam vaak als Abba geschreven. Op hun albums wordt de eerste B in de naam vaak in spiegelbeeld geschreven.
Wereldwijd neemt ABBA, na The Beatles, de tweede plaats in qua aantal verkochte albums (ruim 350 miljoen stuks). Het succes begon toen ABBA in 1974 het Eurovisiesongfestival won met het nummer Waterloo. Manager van de groep was Stig Anderson. In 1983 werd een pauze ingelast, die echter zou leiden tot het uiteenvallen van de formatie.
In 1999 ging in Londen de musical Mamma Mia! van start (deze bevat de songs van ABBA maar heeft een verhaal, dat niet over de leden zelf gaat). Hij werd overal in de wereld, in verschillende talen, opgevoerd. In 2004 wees het viertal een aanbod van 1 miljard dollar af dat werd gedaan, voor een eenmalige reünie tour van 100 concerten
Peter Maffay, echte naam: Peter Alexander Makkay (Braşov, 30 augustus 1949) is een Duitse zanger. De zanger werd onsterfelijk met zijn hit Du.
In 1963 verhuisden Maffay en zijn ouders van Transsylvanië (zie: Transsylvanische Saksen) naar Duitsland. Datzelfde jaar startte hij zijn eerste bandje, The Dukes. Nadat hij zijn studie voltooid had begon hij op te treden.
Carrière
Zijn carrière begon in 1969 met de single "Du", de single werd in 1970 een groot succes en is één van de allergrootste hits uit de jaren 70. Het nummer stond 28 weken in de Duitse hitparade. Het lied werd in 1971 opnieuw uitgebracht, en stond in Nederland 5 weken en in België 4 weken op de eerste plaats in de hitlijsten.
Het album Steppenwolf in 1979 maakt van hem één van de grootste muzikale sterren uit die tijd. Het album ging 1,6 miljoen keer over de toonbank en was de best verkopende LP tot dan toe. Het opvolgalbum Revanche verbrak het vorige record en werd 2,1 miljoen keer verkocht. Ook latere albums van Maffay bleven goed verkopen.
Maffay heeft het Duitse record voor het meeste aantal nummer-één-plaatsen in de single- en albumhitparade, waaronder 12 albums. Al zijn albums bereikten ook de top 10. Hij heeft ook het Duitse record van meeste albums die meer dan één miljoen keer verkocht werden.
In totaal verkocht Maffay meer dan 35 miljoen platen. Sinds 1980 zijn zijn tournees altijd één van de drie meest bezochte attracties in Duitsland. Hij heeft dertien tournees gemaakt (ongeveer elke twee jaar) en negen van die tournees trokken het grootste aantal bezoekers dat jaar voor een attractie.
In 1995 werd hem de Paul-Lincke-Ring voor zijn buitengewone verdiensten voor de Duitstalige amusementsmuziek toegekend.
Peter Maffay - Du
Peter Maffay - Frei sein - Du bist anders Peter Maffay - Guitar Boy 1215
Peter Maffay - Ich Hab' Nur Dich 1215
Peter Maffay - Josie
Peter Maffay - Lieber Gott
Peter Maffay - Niemand ist allein 6219 Peter Maffay - So Bist Du
Peter Maffay - Über sieben Brücken mußt du geh'n
Peter Maffay - Und es war Sommer Peter Maffay - Wo bist du 6219
De George Baker Selection is een Nederlandse popgroep die in 1967 in de Zaanstreek werd opgericht als Soul Invention. Iets meer dan een jaar later werd dat veranderd in George Baker Selection.
De groep bestond uit Hans Bouwens ("George Baker", gitaar en leadzang), George Thé (gitaar), Jan Hop (drums), Jacques Greuter (orgel), Henk Kramer (saxofoon) en Martin Schoen (basgitaar). In 1974 werd de groep uitgebreid met zangeres Lida Bont.
Little green bag was hun debuutsingle en tevens de eerste grote hit. Ze krijgen op 2 juli 1970 hiervoor een gouden plaat. Ook Dear Ann haalde een top 10-notering. In 1975 werd Paloma Blanca de eerste wereldhit. De groep is met ABBA en de Beatles de enige popgroep die in Nederland met drie opeenvolgende singles de nummer 1-positie wist te behalen. In november 2009 bracht hij een nieuw album uit "Lonely boy", waarin hij terugblikt op zijn jeugd, liefdes en loopbaan als muzikant.
George Baker (pseudoniem van Johannes (Hans) Bouwens) (Hoorn, 8 december 1944) is een Nederlandse zanger van populaire liedjes.
Hans Bouwens werd geboren als zoon van een Nederlandse moeder en een Italiaanse soldaat die deel uitmaakte van het Duitse leger dat Nederland bezet hield. Zijn vader sneuvelde aan het eind van de oorlog, en Hans werd door zijn grootouders opgevoed. Hij ging al vroeg werken. In 1967 solliciteerde hij als zanger bij de Zaanse band Soul Invention. Hij werd aangenomen, en een jaar later werd de naam van de band gewijzigd in George Baker Selection.
Liedjesschrijver
Hans Bouwens schreef ruim 600 liedjes en heeft circa 25 miljoen platen verkocht. Met de groep George Baker Selection scoorde hij onder andere de hits Little green bag (1969) en Paloma blanca (1975). Voor BZN schreef hij de single's Sweet silver Anny, Rolling around the band en Love me like a lion. In april 1999 werd Little green bag opnieuw uitgebracht, nadat het onderdeel was geworden van de soundtrack van de film Reservoir dogs van Quentin Tarantino. In 2001 werkte Bouwens mee aan de One Day Fly-grap van het Kopspijkers-team. In 2005 werd Paloma blanca opnieuw uitgebracht als Una paloma blanca 2005 voor de film Vet hard. In 2007 schreef George Baker in opdracht van De Unie een strijdlied voor de medewerkers van ABN AMRO op de melodie van No woman, no cry van Bob Marley. Het nummer heet No people, no profit.
George Baker - African dream.mp3
George Baker - all my love 1576
George Baker - Alone.mp3
George Baker - As long the sun shine 6112
George Baker - Ay Ay Ay Maria (chacha)
George Baker - Baby Blue
George Baker - Baby come back.mp3
George Baker - Beautiful rose.mp3 1510
George Baker - Bella Maria.mp3
George Baker - Benjamin 1576
George Baker - Blue Eyes.mp3
George Baker - Bye bye my love.mp3
George Baker - Can tell.mp3
George Baker - Canta libre.mp3
George Baker - Cindy 6108
George Baker - Dear Ann
George Baker - Don't forget me.mp3
George Baker - Down by the riverside 1244
George Baker - Dreamboat 1390
George Baker - Drink Drink Drink 1244
George Baker - Fly away little paraquayo.mp3
George Baker - God bless the child.mp3
George Baker - Goodbye little boy.mp3
George Baker - Goodbye Miss Hapiness.mp3
George Baker - Goodmorning,morning 1556
George Baker - Have I stayed too long.mp3
George Baker - Have I.mp3
George Baker - Holy day.mp3
George Baker - I can't stop loving you.mp3
George Baker - I love You.mp3
George Baker - I'm on my way.mp3 8040
George Baker - I've Been Away Too Long
George Baker - It's allright.mp3
George Baker - Jane.mp3
George Baker - Jimmy 1510
George Baker - king size coca cola man George Baker - La Paloma Blanca.mp3
Jean-Michèl Delpech (Courbevoie, 26 januari 1946) is een Franse chansonnier, romanschrijver en acteur. Als artiest noemt hij zich eenvoudigweg Michel Delpech.
Geboren in een Parijse voorstad in een welgestelde familie had hij een gelukkige jeugd; zijn vader bezat een klein bedrijf. Op de middelbare school vormde hij, beïnvloed door de grote chansonniers van zijn tijd als Luis Mariano, Charles Aznavour en Gilbert Bécaud, met klasgenoten een klein orkestje.
Verder studerend aan de Petit Conservatoire de Mireille, waar ook Yves Duteil en Françoise Hardy waren ontdekt, maakte hij zijn eerste single, Anatole in 1963.
Hij ontmoet er Roland Vincent die zijn vaste componist wordt. Michels eerste hit is Chez Laurette komt het jaar erop uit de musical Copains-Clopant'waarin hij meespeelt. In 1966 verschijnt Inventaire 66, terwijl hij in het voorprogramma van Leny Escudero optreedt. Als Jacques Brel in 1967 in de Parijse muziekschouwburg Olympia een serie afscheidsoptredens geeft verzorgt Delpech het voorprogramma. Johnny Stark, de impresario van Mireille Mathieu, besluit hem daarna te begeleiden; Michel toert als supporting act mee met Mireille, tot in de VS en de USSR aan toe. In 1968 wint hij de Franse Grand Prix du Disque met Il y a des jours où on ferait mieux de rester au lit.
In 1969 componeerde hij het hippielied Wight is Wight in het Frans over het Britse Isle of Wight Festival van die zomer. Het werd een flinke hit in Frankrijk, en Sandie Shaw coverde het nummer het jaar daarop. In 1970 betreurt hij het uiteengaan van The Beatles in de song Et Paul chantait Yesterday, brengt het album Un coup de pied dans la montagne uit en breekt hij met Johnny Stark. In 1971 scoorde Delpech een Europese hit met Pour un flirt; zelfs in Groot-Brittannië haalde het de hitparades. Met Roland Vincent verbreekt hij het jaar erop de samenwerking. Verdere chansons van hem waren Que Marianne était jolie (1972) en Les divorcés (1974), Le Chasseur (1974) en Le Loir-et-Cher (1977).
In de jaren erna wijdt Delpech zich voornamelijk aan het componeren en tekstschrijven. Platen met oud materiaal komen uit maar optredens doet hij niet. Een comeback vindt plaats in 1983 met de single Animaux, animaux en zijn succesvolle album Loin d'ici in 1985, in 1989 gevolgd door J'étais un ange. In 1992 verenigt hij zich opnieuw met Roland Vincent en maken samen het album Les Voix du Brésil. Daarna neemt Delpech een vijfjarig sabbatical.
Vanaf 1997 is Delpech plots bijzonder productief. J'étais un ange is wederom de titel van een album in 2000 dat een tournee inluidt met muzikale vrienden als Alain Chamfort, Charlélie Couture, Claude Nougaro, Marc Lavoine en Pierre Richard leveren inspiratie op voor het album Comme vous (2004) en het live-album Ce lundi-là au Bataclan (2004).
The Rubettes waren een Britse glamrock- annex teenybopper popgroep; in latere jaren speelden ze countrymuziek. Hun eerste hit was meteen hun grootste: "Sugar baby love", een Nummer Eén-hit in de zomer van 1974. Ze traden op in teddybroeken, oversized jasjes en petten, alles in het wit en pastelkleuren.
De groep werd in 1973 bijeen gebracht door het producersduo Bickerton-Waddington. Dit duo had in de jaren zestig al eens samengewerkt met ex-Beatle Pete Best en liep in 1973 te leuren met diverse doo-wop-composities. Studiomusici die Barry Blue bijstonden bleken de besten om de liederen uit te voeren.
De leden waren:
Paul da Vinci (echte naam: Paul Prewer) - zang, beroemd om zijn falset. Hij vertrok voordat het door hem ingezongen "Sugar baby love" een hit was voor een solocarrière en keerde in de jaren negentig weer terug in een door Bill Hurd bij elkaar geraapte band die onder de Rubettes naam probeerde door Europa te touren. De Rubettes versie van Alan Williams met John Richardson en Mick Clark in de gelederen opereerden echter ook al onder die naam. Logisch gevolg was een rechtszaak. Tegenwoordig bestaat alleen de line up met Alan Williams nog.
Alan Williams - leadzang, piano, gitaar, klarinet(instrument)
Tony Thorpe - tenorstem
Bill Hurd - keyboards, achtergrondzang
Mick Clarke - basgitarist, achtergrondzang
John Richardson - drums, basstem
Pete Arnesen (echte naam: Hans-Peter Arnesen) - piano (vertrok op 23 november 1974).
De groep bestond tot in 1979; Alan Williams ging daarna solo verder. In 1983 kwam de groep bijeen omdat er in het gouwe ouwe circuit vraag was naar optredens van de originele Rubettes. Na hevige onderlinge ruzies moest een Britse rechter in 1998 beslissen wie het meeste recht had op de groepsnaam. Er kwam een compromis uit voort waarmee de kemphanen voort moesten: tegenwoordig is er een "The Rubettes feat. Alan Williams" en een "The Rubettes feat. Bill Hurd (maar mèt Paul da Vinci).
Van de eerste drie lp's "Wear its 'at", "We can do it" en "Rubettes" werden coverversies van songs hits voor andere artiesten uit de Bickerton-Waddington-stal: "Way back in the fifties" voor ex-Move-zanger Carl Wayne in juli 1975, "Don't do it baby" voor Mac & Katie Kissoon in mei 1975 en "I'm just dreaming" in februari 1976 voor hetzelfde duo.
Begin 1976 werd besloten van sound te veranderen na het tegenvallende succes van "Little darling". "You're the reason why" en de verdere singles en lp's werden geproduceerd door Alan Blakely (ex-lid van The Tremeloes).
Rubettes - Baby I Know
Rubettes - Cherie Amour
Rubettes - Don't Do It Baby
Rubettes - Foe Dee O Dee
Rubettes - Goodbye Dolly Grey
Rubettes - I Can Do It 1391
Rubettes - I Think i'm in love 1437 Rubettes - If you've got the time 1391 Rubettes - Juke Box Jive 1314
Rubettes - Julia
Rubettes - Little Darling
Rubettes - Made To Love
Rubettes - Medley_GersonBR
Rubettes - New Way Of Loving You
Rubettes - Ooh La La
Rubettes - Stuck On You
Rubettes - Sugar Baby Love 8013
Rubettes - The Sha Na Na Song
Rubettes - Tonight 8013
Rubettes - Under One Roof
Rubettes - You're The Reason Why 1437 Rubettes - When you're falling in love 1314
The Sweet was een Engelse glamrockband met hoogtijdagen tussen 1971 en 1978. De band werd opgericht in 1968 als Sweetshop, later afgekort naar Sweet. De succesbezetting bestond uit Andy Scott (gitaar/zang), Steve Priest (bas/zang), Brian Connolly (zang) en Mick Tucker (drums/zang), waarvan de eerste twee nu nog in leven zijn. Kenmerkend van deze band is de hoge samenzang (later gekopieerd door o.a. Queen).
The Sweet maakte begin jaren '70 bubblegummuziek onder toeziend oog van producersduo Nicky Chinn en Mike Chapman (Chinnichap, ook bekend van Mud, Smokie, Suzi Quatro, Hot Chocolate). Enkele hits waren Funny Funny, Poppa Joe, Wig Wam Bam en [Block Buster][1]!.
Na verloop van tijd ging de nadruk meer op glamrock en later zelfs op hardrock liggen. De samenwerking met Chinn/Chapman werd in 1974 verbroken en Sweet nam het heft in eigen handen. Met het zelfgeschreven nummer 'Fox on the Run' scoorden ze begin 1975 een grote hit. Daarna werd het stiller rond de groep en werden ze enigszins voorbijgestreefd door de Disco-, Punk- en New-Wave-rage. Toch scoorden ze nog een laatste internationale hit Love is like Oxygen begin 1978.
In februari 1979 verliet Connolly de band om een solocarrière te beginnen. Deze kwam echter niet van de grond. De resterende drie gingen tot 1982 door als trio onder de naam Sweet. Daarna gaven ook zij er de brui aan.
In 1986 werd de groep heropgericht met als enige originele leden Scott en Tucker. Priest woonde inmiddels in de Verenigde Staten en had geen zin om mee te doen. Drie jaar later verscheen een album Live At The Marquee met onder andere vier nieuwe studiotracks. In dezelfde periode vormde Connolly zijn eigen versie van The Sweet nl.: Brian Connolly and the New Sweet en daarna onder de naam BC Sweet.
In 1989 werd geprobeerd de oorspronkelijke vier weer samen te brengen. Er werden zelfs twee songs (opnieuw) opgenomen. Maar de chemie tussen de vier was weg en het project stierf een vroege dood. Scott en Tucker gingen door met hun versie en zo ook Brian Connolly.
In 1991 werd Tucker uit The Sweet gezet (opgegeven reden was: gezondheidsproblemen, maar boze tongen beweren een drankprobleem). Scott ging verder onder de naam Andy Scott's Sweet. Als in 2002 Tucker overlijdt, wordt deze naam weer veranderd in Sweet.
Mungo Jerry is de naam van een Engelse popgroep, die vooral in de vroege jaren 70 succes had. Hierna zijn ze nog jaren actief geweest, met een steeds veranderende line-up, maar met Ray Dorset altijd als voorman. Ze zijn vooral bekend door hun hits "In the Summertime", "Lady Rose" en "Alright alright alright".
Britse popgroep
De Britse popgroep Mungo Jerry werd in 1969 opgericht door Ray Dorset (zang en gitaar). De andere muzikanten van Mungo Jerry waren Mike Cole (bas). Paul King (gitaar en kazoo), Joe Rush (wasbord) en Colin Earl (toetsen). De naam Mungo Jerry was afkomstig uit een gedicht van T.S. Eliot.
De muziek van Mungo Jerry was een mengvorm van folk, blues en rock & roll.
In the summertime
In mei 1970 verscheen, na een succesvol verlopen optreden op het festival in Newcastle, het door Dorset geschreven "In the summertime" op single. "In the summertime" werd een wereldhit. Binnen twee weken stond het nummer bovenaan de Engelse hitlijst.
Debuutalbum
Later in de zomer van 1970 verscheen het haastig opgenomen debuutalbum. Na de verschijning bleken Rush en Cole reeds te zijn vertrokken en begon een periode van veel personeelswisselingen.
Singles
Het succes van "In the summertime" kon niet meer door Mungo Jerry worden verbeterd. De singles "Baby jump", "Maggie", "Johnny B Badde", "Mighty man" en "Lady Rose" werden alleen bescheiden hitjes in Engeland.
Mungo Jerry - Alright alright alright 1280 Mungo Jerry - baby jump Mungo Jerry - Baby Let s Play House Mungo Jerry - brand new car Mungo Jerry - Daddie s Brew Mungo Jerry - Follow me down 1085 Mungo Jerry - going down th Mungo Jerry - Gonna bop 'till i drop 1355 Mungo Jerry - hello nadin Mungo Jerry - In the Summer Time Mungo Jerry - Johnny B Badde Mungo Jerry - Lady Rose 1169 Mungo Jerry - Let's make it 1489 Mungo Jerry - Little miss hipshake 1280 Mungo Jerry - Long Legged Woman Dressed in Black 1355 Mungo Jerry - Maggie Mungo Jerry - Mighty Man Mungo Jerry - Milk cow blues 1169 Mungo Jerry - Mother Fucker Boogie Mungo Jerry - Movin Mungo Jerry - My Friend Mungo Jerry - Open Eyes Mungo Jerry - Peace in the Country Mungo Jerry - pushbike song Mungo Jerry - Sad Eyed Joe Mungo Jerry - San Francisco Bay Blues Mungo Jerry - See Me Mungo Jerry - Somebody Stole My Wife Mungo Jerry - Sugar Mama Mungo Jerry - sweet mary ja Mungo Jerry - We're ok 1489 Mungo Jerry - WILD LOVE Mungo Jerry - You Don't Have To Be In The Army
Artemios Ventouris Roussos (Grieks: Αρτέμιος Βεντούρης Ρούσος) (Alexandrië, 15 juni 1946) is een Grieks zanger.
Hij werd geboren in Egypte als zoon van Griekse ouders die alles verloren na de Suezcrisis en daarop naar Griekenland terugkeerden. In Griekenland was Roussos lid van een aantal groepen als The Idols, We Five en Aphrodite's Child alvorens een solocarrière te beginnen.
Roussos is als gast te horen op een aantal albums van Vangelis, een van de bandleden van Aphrodite's Child.
Zijn solocarrière vertoonde een piek in de jaren 1970-80 met een aantal hits waarvan de singles My Friend the Wind en Forever And Ever (1973) hoog genoteerd stonden in verschillende landen. Hij scoorde in december 1973 Nederland een nummer 1 hit met Schönes Mädchen aus Arcadia.
Dat Demis Roussos een getalenteerde zanger is valt niet te ontkennen. Zelfs al heb je moeite met zijn pompeuze en orkestrale schlagers, gedrenkt in Griekse melancholie (denk maar aan de hit Forever and Ever uit 1973), de stem van de baardige man klinkt als een klok.
Demis Roussos - Ainsi Soit-Il.mp3
Demis Roussos - Auf Wiederseh'n
Demis Roussos - Because(4)
Demis Roussos - Follow Me
Demis Roussos - For Ever And Ever.mp3
Demis Roussos - From Souvenirs To Souvenirs.mp3
Demis Roussos - Goodbye My Love Goodbye.mp3
Demis Roussos - Happy To Be On An Island In The Sun.mp3
Demis Roussos - Kyrila
Demis Roussos - Lost In Love.mp3 Demis Roussos - Lost in a dream 1249
Slinger Francisco, beter bekend als The Mighty Sparrow -of kortweg Birdie-, is de zelfverklaarde Calypso King of the World, met een carrière die al bijna 50 jaar en 70 albums beslaat. De zanger van 'Big Bamboo' en 'Jean and Dinah' speelde over de hele wereld, won elf keer de prestigieuze 'Trinidad's Calypso Monarch' en kreeg talloze onderscheidingen en awards.
In Nederland scoorde hij eind jaren zeventig een superhit met een ballad, die al in 1969 voor het eerst was opgenomen met Byron Lee and the Dragonaires: Only a Fool. Deze plaat stond meer dan 30 weken in de Top 40. (Byron Lee overleed op 4 november ).
The Mighty Sparrow heeft naast vele grappige en zeer schunnige liedjes (luister eens naar het beroemde 'Big Bamboo'!) vaak een sociale boodschap, van hoop en vertrouwen, vooral voor economisch zwakkeren. In augustus presenteerde hij nog een cd met calypso's aan senator Obama, speciaal voor Obama opgenomen en aan hem opgedragen.
De meest toonaangevende calypso-artiest van de 20e eeuw speelt in Paradiso met de Surinaamse soulband The Glenn Weisz Orchestra, waaronder ook de Nederlandse Otis Redding
Mighty Sparrow - Bongo.mp3
Mighty Sparrow - Carnival Woman.mp3
Mighty Sparrow - Congo Man.mp3
Mighty Sparrow - Dan Is the Man (in the Van).mp3
Mighty Sparrow - Doh Back
Mighty Sparrow - Dollar wine
Mighty Sparrow - Du Du Yemi.mp3
Mighty Sparrow - Idi Amin.mp3
Mighty Sparrow - Lion and Donkey (Rematch).mp3
Mighty Sparrow - Madam Dracula.mp3 Mighty Sparrow - Make the world go away 1143
Mouth & MacNeal was een zangduo dat bestond uit Willem Duyn (ook wel bekend als Big Mouth) en Maggie MacNeal (echte naam: Sjoukje van 't Spijker, na haar huwelijk bekend als Sjoukje Smit). Ze traden samen op in de periode 1971 tot 1974. Mouth & MacNeal scoorden in Nederland zeven top 10 hits, waaronder twee nummer één hits: How do you do en Hello-A.
Ook buiten Nederland was het duo succesvol. Het scoorde in heel Europa grote hits en zelfs in de Verenigde Staten bereikte How do you do een top 10-notering en een verkoop van meer dan een miljoen exemplaren. Dit resuleerde in een gouden plaat. In maart 1974 deden Mouth & MacNeal mee aan het prestigieuze songfestival van San Remo. Het nummer Ah lamore werd er elfde. Toen Mouth & MacNeal in 1974 mee deden aan het Eurovisiesongfestival 1974 behaalden zij achter ABBA en Gigliola Cinqquetti een derde plaats met I see a star. Ook dit nummer werd een grote hit in Europa met een nummer 8-notering in Engeland. Vele tours volgden met grote namen als Mud, The Sweet en Middle of the road. Na vele zilveren, gouden, platina platen en allerlei andere internationale prijzen, waaronder een Edison en de Gouden Leeuw, viel het duo eind 1974 uit elkaar.
Sinds november 2008 treedt Mouth & MacNeal weer op, maar nu met Arie Ribbens als vervanger van de oorspronkelijke Mouth, Willem Duyn die in 2004 overleed.
Mouth & MacNeal - Ah, L'amore.mp3
Mouth & MacNeal - Batteringram
Mouth & MacNeal - Bat-Te-Ring-Ram.mp3
Mouth & MacNeal - Do You Wanna Do It.mp3
Mouth & MacNeal - Do You Wanna Love Me.mp3
Mouth & MacNeal - Hello-a.mp3 6188
Mouth & MacNeal - Hey, You Love.mp3
Mouth & MacNeal - How Do You Do.mp3
Mouth & MacNeal - I Don't Wanna Be The Richest Man On The Cemetry.mp3
Mouth & MacNeal - I See A Star.mp3
Mouth & MacNeal - I Wanted To Be.mp3
Mouth & MacNeal - Ik zie een ster 8060
Mouth & MacNeal - Land Of Milk And Honey
Mouth & MacNeal - Minnie, Minnie.mp3
Mouth & MacNeal - Talk a little louder 6188 Mouth & MacNeal - Tell Me World.mp3
Ricky Gordon - A song for rosy 1302 Ricky Gordon - Bang Bang L45 Ricky Gordon - De laatste sigaret 5255 Ricky Gordon - Get Around 1302 Ricky Gordon - Hamburg Ricky Gordon - Ik hou zoveel van jou L45 Ricky Gordon - komm wieder, my love Ricky Gordon - Lieg nooit meer 5255 Ricky Gordon - Monika 5262 Ricky Gordon - Nooit ben jij boos op mij 5262 Ricky Gordon - O mijn suzanne 5269 Ricky Gordon - Somebody else 1329 Ricky Gordon - Such a Night 1329 Ricky Gordon - Thats nice Ricky Gordon - Weer zijn je ogen op mij gericht 5269
Ricky & The liberty band - Rozen uit mijn tuin L8001 Ricky & The liberty band - Monica L8001
De Soulful Dynamics Groep werd opgericht in het midden van de jaren 1960 onder de naam Dynamic Club en kwam uit Liberia. In 1969 kwam ze naar Hamburg en was verschenen in het begin van 1970 met de titel "Mademoiselle Ninette" hun grootste hit. Genoemd zijn de single-track "Saah-Saah-Kumba Kumba-" en "Kokosnoten uit Congoville", die landde op de voorstoelen van de grafieken van veel radio-grafieken.
Met het concept van "grappige pop songs van het zwarte continent" brachten ze verder succes in de Duitse hitlijsten. De band tourt nog steeds onder leiding van Andy Anderson, een andere lijn Oldie op verschillende evenementen in heel Duitsland.
Andy Anderson leidt ook sinds 1994 het evangelisch koor Pahlen in de deelstaat Sleeswijk-Holstein stad Pahlen
George McCrae (West Palm Beach, Florida, 19 oktober 1944) is een Amerikaanse discozanger. Hij is vooral bekend van zijn wereldwijde nummer 1-hit Rock your baby uit 1974, die één van de eerste grote discohits was. Van 1967 tot 1977 was hij getrouwd met zangeres Gwen McCrae. Sinds 1989 is hij getrouwd met de Nederlandse Yvonne Bergsma en woont hij op Aruba en in Geleen.
George McCrae werd geboren als tweede in een gezin met negen kinderen als zoon van een politieagent. Op zesjarige leeftijd zong hij, net als zijn moeder in het kerkkoor. Op de middelbare school zat hij in verschillende bandjes, waaronder The Fabulous Stepbrothers en The Jivin' Jets. In 1963 ging hij voor vier jaar bij de marine. In deze periode leerde hij toekomstige vrouw Gwen Mosley kennen. Na zijn dienstplicht richtte McCrae The Jivin' Jets opnieuw op en Gwen werd aan de bezetting toegevoegd. Niet lang daarna ging George en Gwen als duo verder. Ze trouwden en kregen een platencontract aangeboden. De opnames die ze maakten waren niet succesvol en George McCrae beëindigde zijn muzikale carrière om criminologie te gaan studeren en manager van zijn vrouw te worden, die solo verder ging. Na twee jaar kreeg hij toch weer interesse om in de muziek verder te gaan.
Harry Wayne Casey (KC) en Richard Finch van de toen nog onbekende KC & the Sunshine Band hadden in februari 1974 het nummer Rock your baby geschreven. Ze wilden het echter zelf niet opnemen, omdat ze net zelf een single hadden uitgebracht en het lied te hoog was voor KC's stem. Ze dachten eraan het nummer door Gwen McCrae of Jimmy Bo Horne te laten zingen, maar omdat George McCrae toevallig in de studio was werd hem de kans aangeboden.
Rock your baby werd een wereldwijde hit en stond in verschillende landen op de eerste plaats in de hitparade. In Amerika stond hij twee weken op nummer 1, in de Top 40 zeven, in de Nationale Hitparade acht weken en in Vlaanderen vijf weken. McCrae had niet op dit grote succes gerekend en had moeite met alle aandacht en waardering die hij kreeg. Rolling Stone verklaarde Rock your baby tot #1-song van 1974 en hij werd genomineerd voor een Grammy voor beste mannelijke R&B-zanger, die uiteindelijk gewonnen werd door Stevie Wonder. Na het plotselinge succes lukte het McCrae niet om met een geschikte opvolger te komen. In zijn eigen land had hij nog wel een aantal bescheiden hits, maar die bereikten geen van alle de top 30. In Europa, waar Rock your baby erg goed was aangeslagen, had McCrae nog wel een top 10-hit met I can't leave you alone, maar daarna nam ook daar het hitparadesucces af.
In 1975 scoorde Gwen McCrae een Amerikaanse top 10-hit met Rockin' chair. George bleef echter de grote ster die Gwen graag had willen zijn. In 1977 liep hun huwelijk op de klippen. Niet lang daarna hertrouwde hij en verhuisde hij naar Canada. McCrae raakte daar failliet en ook zijn tweede huwelijk mislukte. Begin jaren 80 verliet hij even de muziek en ging hij werken als portier in een hotel en had hij een baantje in een supermarkt. In 1984 pakte hij de draad weer op en bracht het album One step closer een een gelijknamige single uit. In Amerika bleef zijn come-back onopgemerkt, maar in Europa bereikte hij de onderste regionenen van de hitlijsten.
Door een misverstand kwam in januari 1986 in de media dat George McCrae zou zijn overleden aan kanker. De Amerikaanse media hadden hem echter verward met de zanger-acteur Gordon MacRae. Door de hardnekkigheid van het gerucht, werd hij minder vaak gevraagd voor optredens en werd soms gedacht dat hij een George McCrae-imitator was. Hierdoor en omdat hij in Europa meer waardering kreeg, ging hij vanaf dat jaar toeren door Europa. In 1988 verhuisde hij naar Nederland waar hij een jaar later trouwde met het Nederlandse model Yvonne Bergsma. Met haar is hij nog steeds getrouwd en woont hij afwisselend op Aruba, in Geleen en in West Palm Beach. In de jaren 90 heeft hij nog een aantal albums opgenomen en in 2003 verscheen zijn laatste album, die echter voor het grote publiek onbekend zijn gebleven. Wél heeft hij nog steeds succes met optredens.
In 2007 nam zijn dochter Marcella McCrae, die hij in 1988 had verwekt bij zijn toenmalige Italiaanse vriendin Rosanna Molignini, deel aan de Duitse versie van Popstars. Zij moest het voor het televotende publiek afleggen tegen de Nederlandse Tialda van Slogteren en liep zo een plaats in de popgroep Room2012 mis.
Tony Orlando and Dawn was een Amerikaanse popgroep uit de jaren zeventig. Van origine heette de groep simpelweg Dawn, en vervolgens werd de naam gewijzigd in Dawn, featuring Tony Orlando, toen bleek dat er al meerdere bands waren die zich Dawn noemden.
De groep ontstond in 1970 toen Tony Orlando het liedje Candida ontdekte. Orlando had als coverzanger in de zestiger jaren enkele Top-40 hits gehad, maar was inmiddels gestopt met zingen. Het nummer Candida werd door hem ingezongen, maar hij bracht het uit onder de artiestennaam Dawn zodat, als het zou floppen, hij niet met het nummer zou worden geassocieerd. Het achtergrondkoor werd gevormd door Sharon Greane, Jay Siegel en Toni Wine (die het nummer mede had geschreven).
Het nummer Candida bereikte een derde plaats in de Billboard Hot 100, en Orlando besloot zijn zangcarrière weer op te pakken. De bandnaam werd vastgesteld op Dawn, featuring Tony Orlando. In 1971 had de groep een nummer-1 hit met Knock three times, maar met zangpartners Telma Hopkins en Joyce Vincent Wilson had de groep in 1973 haar grootste hit: Tie a Yellow Ribbon 'Round the Ole Oak Tree.
In 1974 kreeg de groep een televisieprogramma, als opvolger van The Sonny and Cher Comedy Hour, dat tot 1976 zou worden uitgezonden. Onder de nieuwe naam Tony Orlando and Dawn had de groep in de jaren zeventig nog een aantal hits, en in 1991 kwam nog eenmaal een single uit: With Ev'ry Yellow Ribbon (That's Why We Tie 'Em).
Dawn - I can't believe how much i love you 1222 Dawn -Knock three Times
Dawn - Tie A Yellow Ribbon Round The Ole Oak Tree 1222
Dawn - Typical american love song 6058 Dawn - With all my heart 6058
Tony Orlando & Dawn - Candida
Tony Orlando & Dawn - Cupid
Tony Orlando & Dawn - he don't love you like i love you
Tony Orlando & Dawn - I Play And Sing
Tony Orlando & Dawn - Look in My Eyes Pretty Woman
Tony Orlando & Dawn - Morning Beautiful
Tony Orlando & Dawn - Say Has Anybody Seen My Sweet Gypsy Ro
Tony Orlando & Dawn - Steppin' out (Gonna Boogie Tonight)
Tony Orlando & Dawn - Summer Sand
Tony Orlando & Dawn - Sweet Gypsy Rose 1264
Tony Orlando & Dawn - The spark of love is kind'lin 1264 Tony Orlando & Dawn - What Are You Doing Sunday
Tony Orlando & Dawn - Who's In The Strawberry Patch With Sal
Amanda Lear (Hongkong, 18 november 1939) is een Franse zangeres
Amanda Lear begon in de jaren 1960 als mannequin. Ze werkte onder andere samen met o.a. Paco Rabanne. In dezelfde periode leerde ze de Spaanse surrealistische schilder Salvador Dalí kennen. Ze was tijdens de laatste 15 jaar van zijn leven zijn partner en zijn muze. Ze werd ook zijn lievelingsmodel.
In de jaren zeventig poseerde ze voor de hoes van het Roxy Music-album "For your pleasure". Ze begon eveneens een relatie met David Bowie. Deze laatste raadde haar aan zangeres te worden. Na een aantal geflopte projecten, kreeg ze een platencontract in Duitsland. Met behulp van haar producer Anthony Monn ontpopte ze zich in de tweede helft van de jaren zeventig tot de blanke "queen of disco".
In 1979 trouwde ze met de aristocraat Alain-Philippe Malagnac, de geliefde van de Franse schrijver Roger Peyrefitte. Bij een brand in hun huis in 2000 verloor hij het leven. Ook ging een groot aantal kunstwerken verloren, dat in het bezit van het paar was. Ondertussen was ze ook werkzaam als kunstschilder en schrijfster.
In 2001 maakte ze een come-back in de internationale muziekwereld met het in Frankrijk geproduceerde album "Heart". Opvallende singles waren "Love boat" en "I just wanna dance again".
Nadien volgden er verscheidene duetten (o.a.: "Beats of love" met Get Ready! uit België, "Martini disease" met Jet Lag uit Italië) en werden er enkele singles uitgebracht (o.a. : "Copacabana" en "Paris by night").
In 2005 scoorden The Housekeepers een clubhit met Go down, een bewerking van Amanda's Queen of Chinatown.
In 2006 bracht Amanda Lear een nieuwe cd uit met covers van o.a. Shirley Bassey, Sarah Vaughan, Nina Simone, Dalida, Juliette Gréco, Hildegard Knef, Eartha Kitt: "With Love". Een jaar later wordt de cd ook in Duitsland uitgegeven. Op deze Duitse release staat als bonustrack een live-versie van "Johnny".
In januari 2008 brengt Amanda Lear "With Love" ook in Italië uit onder de titel "Amour Toujours". Voor deze editie worden er twee nieuwe opnames toegevoegd : "Queen Of China-Town" en een salsa-versie van "Tomorrow".
In april 2009 opende Lear in de Museum Gallery Xpo Salvador Dalí in Brugge een tentoonstelling waar eigen werk naast werk van Dalí hangt.
Amanda Lear - Blood and honey.mp3
Amanda Lear - Blue tango.mp3
Amanda Lear - Comics.mp3
Amanda Lear - Follow me.mp3 LP161
Amanda Lear - Hollywood flashback.mp3
Amanda Lear - I am a photograph.mp3
Amanda Lear - Love Your Body
Amanda Lear - Mother look what they've done.mp3
Amanda Lear - Pretty boys.mp3
Amanda Lear - Queen of chinatown.mp3 LP161
Amanda Lear - Run baby run.mp3
Amanda Lear - These boots are made for walking.mp3
Boney M is een discogroep, die bijzonder succesvol was in de jaren zeventig
De groep werd gecreëerd door producer Frank Farian in 1975 en bestond uit vier West-Indische artiesten uit Engeland, Duitsland en Nederland: zangeressen Marcia Barrett en Liz Mitchell, model Maizie Williams en dj Bobby Farrell. Boney M is bekend van de mix van blanke en zwarte muziek; de producer Farian is blank en de zangers zijn zwart. Daarbij hebben veel nummers een zwarte (emancipatoire) achtergrond, zoals No more chain gang van het album Oceans Of Fantasy.
De eerste single die Farian onder de naam Boney M uitbracht, was Baby do you wanna bump? in 1975. De schaarse teksten in dit lied werden door hemzelf ingezongen. Het nummer werd een hit en Farian besloot een team van dansers en zangers aan te trekken.
De groep heeft vele wisselingen van leden gehad (Maizie Williams was het enige originele lid dat overbleef). Een van de leden, Claudia Barry, was niet tevreden met het enkel playbacken van Farians nummers en verliet de groep per direct in februari 1976, een paar dagen voor de groep een concert zou geven op een lokaal televisiestation in Saarbrücken. Op aanraden van Marcia Barrett werd Liz Mitchell, een voormalig lid van de Les Humphries Singers en op dat moment werkloos zangeres, als tijdelijke vervangster aangenomen. Farian was onder de indruk van haar optreden, en dus werkte zij ook mee aan de opname van Boney M's eerste lp, Take The Heat Off Me.
Farian had eerder al nummers opgenomen met Marcia Barrett, de andere zangeres van de groep. Een aantal nummers, Lovin' or leavin' en Daddy Cool stonden ook op de Take The Heat Off Me-lp. De reacties op het album waren lauw. Toch bleef de groep intensief optreden in disco's, clubs en zelfs op jaarmarkten om een reputatie op te bouwen. De lp Take The Heat Off Me ging toch beter verkopen en behaalde een 8ste plaats in de albumlijst. In o.a. Duitsland kwam de lp op nummer 1. De grote doorbraak van de groep kwam in de zomer van 1976, toen muziek- en televisieproducer Michael "Mike" Leckebusch van Radio Bremen de groep uitnodigde voor zijn programma "Musikladen". Boney M verscheen op 18 september in zijn liveprogramma. Tegen het eind van de daaropvolgende week stond Daddy Cool op nummer 1 in de Duitse hitlijsten. Het album had evenveel succes. In Duitsland werd de ene nummer 1-hit na de andere gescoord: Sunny (1976), Ma Baker (1977), Belfast (1977), Rivers Of Babylon (1978), Rasputin (1978), Mary's Boy Child/Oh My Lord (1978) en El Lute (1979). In Nederland bereikte ook Hooray! Hooray! It's A Holi-Holiday (1979) nummer 1. Wereldwijd scoorde Boney M 35 nummer 1-hits en verkocht zo'n 150 miljoen platen.
Behalve het succes met Boney M kreeg de oprichter van de groep, Frank Farian, te maken met veel kritiek. Maizie Williams en Bobby Farrell het mannelijke gezicht van de groep hadden weinig tot geen vocale inbreng bij de muziek van Boney M. Bijna alle mannelijke vocalen, evenals een aantal refreinen in nummers als Dancing in the streets en Bye bye bluebird, werden door Farian zelf ingezongen, maar dit werd lange tijd ontkend. Conflicten tussen Farrell en Farian waren het gevolg. In een interview in 2003 gaf Farian uiteindelijk toe dat hij Farrell slechts had gekozen wegens diens persoonlijkheid en bijzondere dansstijl. De enige nummers waarop Bobby Farrell te horen is, zijn Boonoonoonoos (1981) en Happy Song (1984). Bobby en Maizie zongen echter wel echt tijdens concerten. Daar had Farian geen vocale inbreng bij.
Farrell werd in 1982 vervangen door Reggie Tsiboe. Hij begon vruchteloos een solocarrière en kreeg tenslotte hulp van Farian die voor Farrell en Boney M de hit Happy Song produceerde en Farrell in 1985 weer terughaalde naar Boney M. In 1986 stopte de groep, om in 1988 weer bij elkaar te komen. In 1989 viel het doek opnieuw.
Rivers of Babylon, waarvan de tekst gedeeltelijk afkomstig is uit de Psalmen 19 en 137, werd de op één na best verkopende single aller tijden in Engeland in 1978, terwijl de tweede A-kant Brown girl in the ring veel werd gedraaid in radioprogramma's. Er werden rond de 2 miljoen exemplaren van verkocht. In de Nationale Hitparade stond de single 11 weken op #1. Door de verkoop van 400.000 singles was het in 1978 de bestverkochte single van Nederland.
De groep had een tweede miljoenensucces met hun versie van de calypso-klassieker Mary's boy child, oorspronkelijk van Harry Belafonte. In een lijst van de best verkochte singles in Engeland, uitgegeven in 2002, stond Boney M op een respectievelijk vijfde en tiende plaats met de twee bovenstaande singles. Het is de enige act die twee keer in de top 10 stond; iets dat zelfs The Beatles niet wisten te bereiken.
Boney M werd, samen met ABBA, een van de weinige westerse bands die ook succes behaalden buiten Europa en de VS, met name in landen als India en Sri Lanka. De groep kende diverse bezettingswissellingen en viel na 1992 uiteen in drie formaties die ieder rond een voormalig groepslid zijn geformeerd. Later zouden dat vier formaties worden. Hierbij mag worden aangemerkt dat de formatie met Bobby Farrell het meest succesvol is gebleken, dit mede door de herkenbaarheid en authenticiteit van de act.
Boney M - 10.000 Lightyears 1760 Boney M - Baby do you wanna bump.mp3
Boney M - Bahama mama.mp3
Boney M - Bahama.mp3
Boney M - Belfast.mp3
Boney M - Brown girl in the ring.mp3 LP161/6018
Boney M - Children of paradise.mp3 1575
Boney M - Consuela biaz 1645
Boney M - Daddy cool.mp3 Boney M - Dancin' in the street LP161
Boney M - El lute.mp3
Boney M - Felicidad.mp3
Boney M - Gadda-da-vida 1575 Boney M - Gotta go home.mp3
Boney M - Happy song.mp3
Boney M - Hooray! hooray! it's a holi holiday.mp3 1561
Boney M - I`m born again.mp3
Boney M - I See A Boat On The River
Boney M - Kalimba de luna.mp3 1760
Boney M - Ma baker.mp3
Boney M - Malaika.mp3 1645
Boney M - Mary's boy child oh my lord.mp3 LP161
Boney M - Mega mix.mp3
Boney M - My cherie amour.mp3
Boney M - New York City 1467 Boney M - Nightflight to venus.mp3
Boney M - No woman no cry.mp3
Boney M - Painter man.mp3 LP161
Boney M - Rasputin.mp3 LP161 Boney M - Ribbons of blue 1561/LP8004
Boney M - River of babylon.mp3 6018 Boney M - Still i'm sad 1072
Middle of the Road is een band uit Glasgow (Schotland) die in 1971 doorbrak met de hit Chirpy Chirpy Cheep Cheep. Deze plaat was op dat moment ook een hitsucces van Lally Stott.
De bezetting bestond uit zangeres Sally Carr (28 maart 1945) een voormalig kapster, Ken Andrew (drums) en de broers Eric (basgitaar) en Ian McCredie (gitaar).
De band ontstond halverwege de jaren zestig onder de naam Part Four. Later noemden ze zich Los Caracas. Pas in 1970 werd de naam van de band Middle of the Road.
Voordat Middle of the Road wordt opgericht, verdienen de leden hun brood als kapster (Sally), cameraman (Ken), vertegenwoordiger (Eric) en opzichter (Ian). Op uitnodiging van een Argentijnse manager - die zegt in zijn geboorteland te beschikken over belangrijke contacten met grote tv-maatschappijen - vertrekt de groep in het voorjaar van 1970 naar Italië met de bedoeling daar aan te monsteren op een cruiseschip naar Argentinië. Eénmaal in de haven van Genua beland, komt men tot de ontdekking dat er helemaal geen cruiseschip naar Argentinië vertrekt. Ook de Argentijnse manager is opeens verdwenen en, veel erger, met hem de laatste spaarcenten van de groep.
Om toch aan geld te komen, treedt Middle of the Road op in diverse lokale clubs in Florence en Rome. Het is in die laatste stad dat de groep bij toeval wordt ontdekt door een Italiaanse A&R-manager. Hij biedt de groep een platencontract aan en brengt hen in contact met producer Giacomo Tosti. Via hem wordt Middle of the Road gevraagd een duet op te nemen met Sophia Loren voor haar film "La Moglie Del Prete" (de vrouw van de priester).
In 1971 deed de band mee aan het San Remo festival in Italië. Door dit optreden kreeg de formatie een platencontract bij RCA. Hun eerste plaatopnamen vonden plaats in Studio One van RCA in Rome. Hun doorbraak kwam met "Chirpy chirpy cheep cheep" na een optreden in het televisieprogramma Top of the Pops van de BBC. In totaal worden er ruim tien miljoen exemplaren verkocht. Veel hits volgden waaronder Soley Soley, Sacramento en Talk of the USA. In de Daverende Dertig werd Sacramento de hit van het jaar. De belangrijkste albums voor RCA waren Acceleration en Drive on.
In 1973 verbrak de band het platencontract met RCA en sloot een overeenkomst met het Duitse label Ariola Eurodisc. Het eerste album onder dit label verscheen in 1973 onder de titel Music Music.
In 1976 nam de band haar laatste album op. In dat jaar vertrok ook zangeres Sally Carr uit de band en begon een solo-carrière. In 1978 verliet ook Ken Andrews de band. De overgebleven bandleden maakten een doorstart met een nieuwe zangeres, Linda Carroll.
De term middle of the road wordt gebruikt om een bepaalde muziekstroming aan te geven. Aan deze lekker in het gehoor liggende popmuziek heeft Middle of the Road een fantastische invulling gegeven. Vooral radiostations die deze mainstream-muziek draaien hanteren dit begrip, zoals Radio 2 en Radio 10 gold.
Middle of the road - Bottoms Up 6183
Middle of the road - Chirpy chirpy cheep cheep.mp3
Middle of the road - Give it time 6186 Middle of the road - Honey no.mp3
Middle of the road - I can't tell the bottom from the top.mp3
Middle of the road - Kailakee kailakoo.mp3
Middle of the road - Louise (my little ship).mp3
Middle of the road - Love sweet love.mp3 6184
Middle of the road - The Medley 1611 Middle of the road - Medicine woman.mp3
Middle of the road - Postcard 1611 Middle of the road - Queen bee.mp3
Middle of the road - Sacramento (a wonderful town).mp3 6184
Middle of the road - Samson and Delilah.mp3 6185
Middle of the road - See the sky 6183 Middle of the road - Soley soley.mp3
Middle of the road - The talk of all the USA.mp3 6185
Middle of the road - Try a little understanding.mp3
Middle of the road - Tweedle dee, tweedle dum.mp3 6186