Grenspark 'De Zoom - Kalmthoutse Heide' is een grensoverschrijdend natuurgebied dat verschillende biotopen (heide,vennen, stuifduinen, weilanden, bossen) herbergt.
De volledige oppervlakte van het gebied bedraagt 3750 ha. Vooral de ecologische en cultuurhistorische waarden maken het gebied uniek en de moeite waard om te behouden.
Het Grenspark wordt doorkruist door de Belgisch Nederlandse grens. Buiten de heide- en bosgebieden die beheerd worden door de Vlaamse en Nederlandse overheden, vinden we ook enkele (grote) privé-eigenaren, kleine landbouwpercelen, en verscheidene bospercelen van kleine eigenaren.
Deze diversiteit maakt dat het park zeker een bezoekje waard is.
Park van Brasschaat
Vordenstein maakt samen met het Peerdsbos en het Park van Brasschaat deel uit van de groene gordel ten noordoosten van de agglomeratie Antwerpen. Vordenstein is een oud kasteelpark met een merkwaardige dubbele structuur. Het bosgedeelte is ontworpen volgens de strakke Franse barokstijl met daarnaast open grasvelden, natuurlijke vijvers en boomgroepen in Engelse landschapsstijl. In het Peerdsbos vind je vooral zomereiken, berken en naaldbomen. Het meer dan 150 ha grote Park van Brasschaat biedt een boeiende mix van natuur, recreatie en cultuur.
Arboretum Kalmthout
Het Arboretum Kalmthout te Kalmthout is één van de oudste en meest gevarieerde bomen- en plantentuinen in Vlaanderen.
De kwekerij van Charles van Geert lag rond 1850 aan de basis van dit arboretum. Van Geerts opvolgers, Antoine Kort en Robert & Jelena de Belder zorgden voor een uitbreiding met vele zeldzame houtige gewassen.
De kracht van Arboretum Kalmthout is de eigenheid waarmee de wetenschappelijke plantencollectie in de architectuur van de tuin is opgenomen. De schikking van de bomen en planten is zo opgevat dat het gehele jaar door men geniet van een afwisseling van kleuren en geuren.
Het vroegere zomerverblijf van Van Geert, het Vangeertenhof, is een parkvilla die werd gerenoveerd en dienst doet als tentoonstellings- en evenementenruimte.
Villa VangeertenhofBinnen de rijke plantenverzameling zijn de toverhazelaars het meest beroemd. In januari en februari vinden de Hamamelisfeesten plaats om de unieke winterbloei van de oude en breed uitgegroeide toverhazelaars te vieren.
De botanische tuin is aangesloten bij Botanic Gardens Conservation International, een non-profitorganisatie die botanische tuinen samen wil brengen in een wereldwijd samenwerkend netwerk om te komen tot het behoud van de biodiversiteit van planten. Bron : Proviant
In 1901 werd de eerste steenkool uit de Kempische ondergrond gehaald. Na een lange aanloopperiode leidde deze ontdekking tot de oprichting van 7 steenkoolmijnen, Winterslag, Beringen, Eisden, Waterschei, Zwartberg, Zolder en Houthalen. De kolenproductie kende haar hoogtepunt na de tweede wereldoorlog en lag mee aan de basis van de economische ontwikkeling van België. Op het eind van de jaren vijftig moest steenkool evenwel concurrentie dulden van goedkopere energiebronnen..
Beringen Mijn KP 341 : Na een bezoekje aan het mijnmuseum vertrokken richting KP 341 langs de moskee en de Terril
De steenkoolnijverheid heeft in Limburg een uniek patrimonium achtergelaten. In Beringen is het grootste deel van dit patrimonium behouden en als monument beschermd. Van de schachtbokken, mijnterrils, douchezalen, kolenwasserij, tuinwijk, mijnkathedraal tot zelfs een moskee. Dit alles en nog veel meer kan je in Beringen bezoeken en beleven. Stap samen met een gids in de voetsporen richting ondergrond of wandel naar de top van de mijnterril
Verder op een prachtige asfaltbaantje door de bossen langs Koersel Fonteintje ( kapel , bronnen , recreatiepark en terrasjes ) naar de terril en mijnsite van Zolder
Het recreatieoord Koersel Fonteintje is gegroeid rond de kapel van O.L. Vrouw aan de Staak, een gekend bedevaartsoord dat ontstond in 1826. In dit zeer bosrijke gebied staat de uitkijktoren centraal: hij biedt een indrukwekkend panorama op het typisch Kempische landschap, met zicht op de grote vlakte van het militair domein en het mijnbekken
KP 307 kan men de mijnsite van Zolder bezoeken
De mijnsite van Zolder is de stille getuige van wat eens een van de meest bloeiende industrie van Limburg was. De mijnexploitatie in Zolder startte in 1923. Toen de mijn in 1992 haar deuren sloot betekende dit het einde van de laatste mijn in de Benelux. Enkele belangrijke gebouwen van de voormalige mijnzetel zijn als monument beschermd in 1993.
Van 307 naar 304 fiets je in een rechte lijn over een hoge berm .
Dat was vroeger de kolenspoorlijn van de mijn van Zolder naar de Lossing de vroegere kolenhaven aan het Albertkanaal .
In hun eerste productiejaren konden alleen Eisden, aan de Zuid-Willemsvaart, en Beringen, aan het kanaal Hasselt-Antwerpen, hun kolen per binnenschip laten vervoeren. In 1930 begon men te graven aan het Albertkanaal, de waterweg tussen het Luikse industriebekken, de Limburgse kolenmijnen en de Antwerpse haven. Dit kanaal werd in 1939 voltooid en betekende een grote verbetering voor het Limburgse kolenbekken. De binnenschepen konden met een grotere tonnenmaat worden geladen en de omwegen en overlaadplaatsen vielen weg, zodat er tijdswinst werd geboekt en kosten werden bespaard.
Na een ommetje langs het gehucht Eversel en de stad Beringen terug langs het Albertkanaal .
Kp 345 Beringen Mijn : Rechtsaf , en verder naar 341 tot aan de koolmijnen van Beringen
Bewegwijzering : zeshoekig bordje met de naam van de route
GPS: N 51.155743-E 2.760547
Startpunt: kruising van de Bassevillestraat met Strandjuttersdreef in Westende en Lombardsijde, hier is een beperkte parkeermogelijkheid.
Dit punt ligt vlak aan de Kompascamping- men kan dus rechtstreeks vertrekken van de camping.
De route is bewegwijzerd met bordjes, maar soms staan ze onrustbarend ver uit elkaar, een GPS brengt dan meer zekerheid.
Houd wel rekening met de wind!
DE ROUTE :
De fietsroute start aan het info-kantoor nabij de Sint-Theresiakapel, langs de Badenlaan in Westende-Bad. Het initiatief voor de route kwam van de gemeente Middelkerke, waarvan Lombardsijde een deelgemeente is. U maakt kennis met zowel een ruraal landschap als de kustduinen. Het is een route met opvallend veel rustbanken.
Freddy Maertens was een fameus wielrenner en werd wereldkampioen in 1976 en 1981. In de zomer van 2004 kreeg hij zijn eigen fietsroute in Middelkerke in West-Vlaanderen. De route is 42 kilometer lang en loopt voornamelijk over landelijke wegen.
Freddy Maertens (Lombardsijde, 13 februari 1952) is een voormalig Belgisch wielrenner, die beroepsrenner was van 1972 tot 1987. Hij won veel van zijn wedstrijden in de sprint en kon dankzij zijn uitzonderlijke kracht goed op het grote verzet rijden. De meeste zeges haalde Maertens dan ook in sprints en tijdritten. In drie deelnames aan de Tour de France won hij vijftien etappes en droeg hij negen dagen de gele trui. Driemaal won hij de groene trui voor het puntenklassement.
Freddy Maertens fietste een onwaarschijnlijk palmares bij elkaar. Twee wereldtitels en een Belgische driekleur, drie keer de groene trui in de Tour, eindwinnaar van de Vuelta, negen klassieke overwinningen, 102 etappezeges in diverse rittenwedstrijden. Na Freddy Maertens kan geen enkele Belg nog een dergelijke erelijst voorleggen. De wielrenner haalde zijn kracht uit de noeste arbeid, de bijna Spartaanse levenswijze die hij zichzelf als sporter oplegde. Als onvoorwaardelijke trainingsbeul scheurde hij dagelijks door het Westvlaamse landschap en trotseerde hij de zeewind. De basis voor zijn conditie legde hij in de winter, toen hij in de duinen of op het strand, langs de waterlijn de spieren hardde. Want voor alles was en is Freddy Maertens een jongen van de kust en polders. Tijdens deze fietsroute volgen we voor een deel het trainingsparcours van de tweevoudig wereldkampioen die opgroeide in Lombardsijde...
Start : Aan knooppunt 58 in de populierenstraat aan de zuid willemsvaart
Afstand : 43 km
Bewegwijzering : Knooppuntennetwerk Limburg
GPS : N50 55.282 E5 42.279
DE ROUTE :
58-63-61-62-65-66-59-54-58
Rekem
In het grafelijk stadje Oud Rekem wordt het stadsbeeld beheerst door het waterkasteel Aspremont-Lynden en de voormalige parochiekerk die tot 1956 functie was. Deze barokke kerk werd volledig gerenoveerd en is nu een concertruimte, een kijkkerk en een tentoonstellingsruimte.
Ook de aanpalende straten leveren fraaie gevels op. Oud-Rekem biedt niet alleen architectonisch interessante curiosa, je kunt er ook heerlijk genieten bij een drankje en of een hapje. Restaurant "De Oud God", "Het Poortgebouw" en "Onder de Linden" serveren zowel vanaf een kleine kaart als à la carte. Ook in het "Posthuis" kan je terecht voor een frisse pint. Oud-Rekem staat bekend voor haar culinaire specialiteiten, zoals het gebak de Misérable.
Opgrimbie :
Opgrimbie werd landelijk bekend door de laatste wilsbeschikking van Koning Boudewijn. Na zijn dood werd bekend dat hij een deel van het Koninklijk Domein in Opgrimbie waar hij een buitenverblijf had, wilde schenken aan de Monialen van de Monastieke Familie van Betlehem, Maria Ten-Hemel-Opgenomen en de Heilige Bruno, een congregatie van slotzusters die leven volgens de traditie van de kartuizers, om er een klooster te bouwen
Zutendaal :
Zutendaal is een van de meest groene gemeenten van Vlaanderen, en ligt dan ook voor een groot gedeelte in het Nationaal Park Hoge Kempen. Eén van de poorten van dit nationaal park is het bijenbevruchtings- en insectencentrum "De Lieteberg". Hier kan men terecht voor alle vragen in verband met bijen en insecten. Er is ook een vlindertuin met inlandse vlinders, een uitkijktoren en enig voor België; het blotevoetenpad.
Gellik :
In Gellik werden Romeinse vondsten gedaan. In de 12de eeuw werd de naam 'Gellick' al vernoemd in geschriften.
De huidige kerk (Sint Laurentiuskerk) van Gellik is na de Eerste Wereldoorlog gebouwd, bovenop de ruïnes van de kerk die tijdens die oorlog verwoest werd.
In de onmiddellijke omgeving van Gellik zijn op 12 mei 1940 een Engels gevechtsvliegtuig (RAF) en op 24 mei 1944 een Canadees gevechtsvliegtuig (RCAF) neergestort. Zij worden nog jaarlijks herdacht met een grote herdenkingsplechtigheid op het kerkplein.
Veldwezel :
Het dorp is gelegen vlak over de grens bij Maastricht, aan het Albertkanaal. Veldwezelt is geliefd onder (eerstejaars)studenten van de Universiteit Maastricht en de verschillende hogescholen in Maastricht. Er zijn dan ook verschillende studentenhuizen in het dorp
Lanaken :
De ongerepte beekvalleien en uitgestrekte natuurgebieden maken van Lanaken een toeristische pleisterplaats bij uitstek. Het landschap wordt doorkruist door vele wandel- en fietspaden. In en rond Lanaken ligt er een fietsroutenetwerk van maar liefst 1 800 km. Doe je het liever wat rustiger aan en ga je liever te voet? Kies dan voor onze wandelkaart met circa 70 km aan bewegwijzerde wandelroutes. Trek alvast maar de wandelschoenen aan. Avontuurlijk de Maas verkennen kan je het best per kajak. Of wil je liever inschepen voor een rustige rondvaart per boot ?
Neerharen :
Neerharen is een deelgemeente van Lanaken in de provincie Limburg in België. Het Maasdorp wordt door de Staatsbaan N78 in twee delen gesplitst. Zo is er het oude gedeelte oftewel het centrum van Neerharen en het gedeelte wat eigenlijk na de Tweede Wereldoorlog in volle ontwikkeling is gekomen. Dat deel staat in de regio ook bekend als de goudkust van het Nederlandse Maastricht. De gehuchten Herbricht en Hocht behoren eveneens tot Neerharen. Zicht op Oud - Rekem
De markt is klein maar compleet: een neogotische kerk, een imposant 18"" eeuws gemeentehuis, een paar terrasjes, de schandpaal, een grote beuk en sinds lang naast de kerkdeur weer een roepsteen.
Je fietst de Hoogstraat door. Op het einde rechtsaf, de Dijkstraat en vervolgens linksaf de Groenendijkstraat. Je bocht mee naar links, de Valkstraat in.
Aan de volgende splitsing hou je rechts.
In de verte verraadt industrie af en toe de ligging van het kanaal Gent- Terneuzen. Voor het overige: akkers met graan, bieten en aardappelen en het ruisen van het riet en de canadapopulieren.
Op het einde linksaf en een halve kilometer verder weer linksaf, de Oude Molenstraat. Nog een halve kilometer verder rechtsaf, de Gezustersstraat, ook LF39 B Gent-Breskens.
Je passeert een kreek, De Kleine Kil, uitgespoeld in 1808. Nog een plasje verder bocht de weg naar links. Even verder kan je drie kanten uit, je neemt de meest rechtse weg, het Zeestraat je (geen bord).
Op het einde rechtsaf, de Kapellestraat, naast een dijk, en een kilometer verder links de Trappistenstraat" Aan een kruispunt met een wat drukkere weg rij je rechtdoor. de Van Remoortere Polderstraat.
Op het einde rechtsaf, een met gras begroeide, verharde weg. Minder comfortabel, maar het duurt maar even.
Aan het eerste kruispunt linksaf en een kilometer verder rechtsaf, de Vogelschordreef.
Op het einde van deze weg, aan een paar dijkhuisjes, linksaf, de Nieuwe Vogelschorweg, een dijk met aan elke kant een dubbele rij canada's.
Aan het volgende kruispunt, linksaf, de Vogelschordijk.
Vervolgens rechtsaf onder weer een andere dijk. Daarna negeer je twee wegen rechts om dan weer rechts af te slaan, langs de Vergaertdijk.
Aan een splitsing blijf je langs de Vergaertdijk rijden. Rechts passeer je een nieuwe woonwijk van Philippine. Je eindigt in de Zandstraat en je slaat rechts af.
Niet veel verder sta je bij de mosselrestaurants waaraan Philippine zijn bekendheid ontleent. Ooit was dit dorp een vissershaven, tot de verbinding met de Westerschelde, de Braakman, in 1952 werd afgesloten. Etenstijd dus.
Daarna in dezelfde richting verder, tussen De Mosselbank en De Fijnproever. Even verder rij je Philippine uit en je zit weer tussen de boomgaarden en akkers. Anderhalve kilometer buiten het mosseldorp, voorbij nr. 13, neem je links een veldweg die je wat verder op een mooie dijk brengt. Je fietst voorbij een merkwaardige verzameling dijkhuisjes en je eindigt bij grenspaal 320.
Nog tussen beide wereldoorlogen lag hier de vissershaven van Boekhoute. Ook voor dit haventje was het uit in 1952.
Rechtsaf en na paal 321 nog eens rechtsaf. De naam van de weg: Haven. Je kruist wat verder de voormalige waterweg naar de Braakman en je neemt de eerste betonweg links. Een kleine twee kilometer rechtdoor, over het Leopold-afwateringskanaal, tot bij een grote miniatuurmolen.
Let ook op de rietgedekte schuur en het hofsteetje. Linksaf, het Meuleken.
Je fietst voorbij een krulbolterrein, je houdt aan een splitsing rechts en je slaat tenslotte linksaf om zo in Boekhoute-centrum te komen.
De belangrijkste attractie: de BOV 8, een hoogaars, ter herinnering aan het visserijverleden. Voor 1920 leefden nog achthonderd dorpelingen van de visserij.
Voorbij de kerk rechtsaf, richting Philippine. Zo kom je op de Posthoorndijk. Die volg je tot de Ka- pelledijk rechts, richting Assenede. Na ong. 1,7 km sla je links af, de Doornendijkstraat. Die brengt je recht naar de Rode en de Grote Geul, beheerd door Natuurreservaten. Een restant van stormvloeden in de 15"-16" eeuw.
Daar aangekomen neem je het mooie pad op de dijk, de Nicasiusdijk. Op het einde rechtaf en aan restaurant Den Hoek nog eens rechtaf, de lange Hollekesdijk, die je tot weer in Assenede brengt. Assenede kerk en parking
Van op de parking van C.C. De Wildeman (School straat) rijden we de Wilselsesteenweg op in de richting van de Omleiding.
Bij de verkeerlichten steken we het kruispunt over.
We volgen de Wilselsesteenweg (het ronde punt voorbij) langs de spoorweg en ruilen Herent even in voor een stukje Wilsele.
Wanneer we de grote E314-brug over de Leuvense kanaalzone in het zicht krijgen, nemen we de eerste zijstraat links. Dit is de François Demarsinstraat.
Even verder op komen we terug in Herent.
Het vervolg van de François Demarsinstraat heet nu de Langeveldstraat.
Zoals de straatnaam verklapt, kunnen we hier ruimschoots genieten van velden en weiden.
Bij het volgende kruispunt hoekt de Langeveldstraat naar rechts en vlak daarachter nemen wij rechts de Blauwe Stap.
Eerst komen we voorbij de nationale proeftuin voor witloof, asperges en aardbeien, daarna op het Henri Corbeelsplein.
We zijn nu weer in Wilsele en steken het pleintje over (voorbij het bushuisje naar rechts) en vervolgen onze richting in de Andre Emondstraat.
Aan de splitsing nemen we rechts de Nieuwe Bornestraat tot bij een van de oudste kanalen in ons land.'de vaart' of het kanaal Leuven-Rupel (Leuven-Mechelen)
We rijden in de richting van Wijgmaalbrug en blijven de Vaartdijk een heel eind volgen. Na ongeveer een km. komen we voorbij de grootste mouterij eenheid van Europa. De voormalige Dreyfusmouterij - nu 'Cargill' - produceert jaarlijks 105.000 ton mout voor verschillende brouwerijen, bij ons en in de rest van de wereld.
Een paar honderd meters verder komen we voorbij het kasteel Kerilenhof.
Nog wat verder kondigt de kleine neerwaartse helling het pittoreske Tildonk Sas aan.
Ongeveer 200m. na Tildonk Sas (voor de bocht die de vaart maakt) verlaten we de Vaart via de Terbankstraat (afhellend baante naar links).
Na het frisgeurige bos komen we in het gehuchtje 'Sussenhoek'.
Bij de splitsing slaan we links af en vervolgen de Oude Terbankstraat tot op de Tildonksesteenweg.
Even verderop in de richting van Herent verlaten we de Tildonksesteenweg en slaan rechts de Bosstraatin.
Nu rijden we pal op de grens tussen Herent (aan de linkerzijde) en Tildonk (Haacht) rechts.
Waar de Bosstraat naar rechts hoekt, rijden wij rechtdoor tussen de velden. We zijn nu 10 km ver.
De veldweg draait rechts en brengt ons over de Lipsebeek tot bij de geasfalteerde Ketelstraat. Die volgen we tot in de bebouwde kom van Tildonk (Mortelstraat).
Gaan we daar naar links, dan komen we langsheen het Esdoornhof weer in Herent.
Dit landgoed dankt z'n naam aan de talrijke esdoorns die destijd5 op het domein groeiden. De gevel draagt het jaartal 1731.
Voorbij het kerkhof en de voetbalvelden steken we bij de verkeerslichten de Mechelsesteenweg voorzichtig over.
Over de Potestraat (richting Winksele centrum) rijden we doorheen het landelijke Winksele-Delle. Achter de bocht nemen we rechts de Reikemstraat.
Al snel fietsen we terug tussen de velden en slaan - op het einde van de weg - rechts af, de Grote Spekstraat in. Deze blijven we volgen met de bocht mee tot op de Haachtstraat, die we oversteken.
We zetten onze weg verder in de Schoonstraat. Met een beetje voorzichtigheid kunnen we over de aarden strook langs de weg de kasseien vermijden. We rijden nu op de grens tussen Herent en Kampenhout en even verderop de grens tussen Kampenhout en Kortenberg.
De antieke wegwijzer op het einde van de rechte strook toont ons de richting die we moeten aanhouden (richting Nederokkerzeel).
Voor het brugje, bij het kapelletje van O.-L.-Vrouw van Scherpenheuvel kiezen we links de Balkenstraat.
We volgen het baantje doorheen een prachtig landschap tot aan het kruispunt met zicht op een brugje. Daar rijden we naar links tot op het Molenbeekplein.
Aan het kapelletje uit 1894 'Hier rust de moeder mei de 3 gezusters' nemen we Leuvenstraat in de richting van Veltem-Beisem.
We laten het bos achter ons en komen bij de Heersemmolen. We hebben nu 20 km in de benen en gunnen onszelf een blik op de binnenkoer van de oude watermolen.
Voor het bord dat de dorpskom van Veltem-Beisem aankondigt rijden we over het kasseiwegje (links) tot op de Haachtstraat.
We zetten onze tocht verder in de richting van het centrum van Veltem-Beisem. Net voorbij een bekende Veltemse meubelzaak rijden we links de Mastellestraat in.
Aan de rijkswacht slaan we links af en blijven de Groenstraat volgen. Ruim één km. verderop, aan het bord dat de grens met Winksele aanduidt slaan we rechts de Ellestraat in. Hier worden we verwend door het wijds zicht op het Kastanjebos en de aanleunende velden.
Aan het kapelletje van den Reuts tussen de twee linden kiezen we voor de Lipselaan (rechts). Net voorbij de waterwinning in het Kastanjebos zijn we 25 km onderweg.
Voor we bij de Vilvoordsebaan komen, nemen we links de tweesporige Sint-Jobsweg. Rechtsdraaiend gaat het straatje over in de Weitham, die we volgen tot aan het gerestaureerde kapelletje (1838).
We rijden over het fietspad langs de Vilvoordsebaan in de richting van Herent en slaan 50m verderop links de Duigemstraat in. De bochtige, verharde aardeweg brengt ons bij de Sint Benedictusstraat. Gaan we daar gaan we rechts, dan komen we over de Hogebeek en langs de Duigemhoeve weer op de Winkselsesteenweg. Via de Winkselsesteenweg rijden we Herent binnen. Ongeveer 10 m. voorbij het kruispunt met de Rijweg fietsen we links de Zandweg in. De kasseien van de Molenaarsweg (naar rechts) brengen ons tussen de huizen tot bij de kaarsrechte Van BladeIstraat.
We steken de Mechelsesteenweg over en rijden tot bij de Onze-Lieve-Vrouwkerk en het historische kerkplein van Herent.
Via de Blokweg en de Schoolstraat (rechts) komen we weer bij onze vertrekplaats, het Cultureel Centrum De Wildeman kerk van Herent Kanaal leuven - dijle
1. Richting Vreyshorring, bij T-kruising links af. U komt in de "Vreyshorring".
2. Steeds volgen (aan verkeerslichten rechtdoor) tot 50 m voor de ringlaan.
3. Rechtsaf, tunnel in en steeds rechtdoor.
4. Einde Vreyshorring -OPGELET hoofdweg - rechtsaf = Stationsstraat.
5. Spoorweg over - fietspad volgen richting Kattenbos.
6. :t 100 meter vóór de molen van Kattenbos - rechtsaf = Zandstraat.
7. Steeds rechtdoor, verharde weg wordt toeristisch fietspad "De Katterijen".
8. Einde fietspad terug op verharde weg tot T-kruising.
9. Hier rechtdoor :t 20 meter verbindingspad naar het verhard fietspad aan het kanaal en linksaf.
10. Steeds rechtdoor langs het "kanaal van Beverlo".
11. :t 30 meter voorbij de houten brug linksaf = Kanaalstraat.
12. Steeds rechtdoor tot T-kruising - OPGELET hoofdweg.
13. Oversteken en linksaf.
14. Derde straat rechtsaf = Pijnvenstraat - richting Eksel volgen.
15. U bent in de gemeente Hechtel - Eksel, links van u het staatsdomein PIJNVEN, wandelgebied met bosmuseum.
16. :t 200 meter voorbij "Camping de Lage Kempen" (rechts van u), linksaf = grintweg met wegaanduiding "Park der "Lage Kempen" en "Lommel - Kattenbos" - toeristisch fietspad op.
17. Steeds verhard fietspad blijven volgen.
18. Na:t 6 km. het Duits Militair Kerkhof, verhard fietspad langs het kerkhof blijven volgen tot T-kruising.
19. Einde fietspad - rechtsaf = ingang Duits Militair Kerkhof.
20. Voor ingang kerkhof verhard fietspad blijven volgen tot aan T-kruising = Oude Diestersebaan - linksaf.
21. Eerste straat rechtsaf = Oude Diestersebaan - richtingsaanwijzer "Holven" blijven volgen.
22. Juist voorbij het "dierenasiel" 1 ste straat rechtsaf - steeds richting Holven blijven volgen.
23. Na:t 3 km. linksaf - richtingsaanwijzer fietspad Lommel-centrum volgen = toer. fietspad en OPGELET na 70 me~er ONBEWAAKTE
SPOOROVERGANG over - fietspad steeds volgen - toer. fietspad wordt verharde weg = Hoeverdijk.
24. Deze volgen tot verkeerslichten - OPGELET RINGLAAN - oversteken en rechtdoor tot Y -splitsing.
25. Hier linksaf = Karrestraat.
26. Eerste straat rechtsaf = Onderwijsstraat - rechtdoor tot T-kruising.
27. Rechtsaf = Rustoordstraat en rechtdoor.
28. Na 70 meter rondpunt. - Hier linksaf.
29. OPGELET hoofdweg oversteken en linksaf.
30. In het centrum bij splitsing rechtsaf: Kerkplein en Kerkstraat. Bij de verkeerslichten rechtdoor.
31. Bij T -splitsing linksaf = Stadhuis
Pijnven
Het Pijnven is een 934 ha groot domeinbos waarin de Corsicaanse den nog altijd prominent aanwezig is. Dankzij een doordacht bosbeheer krijgt inheems loofbos stilaan meer voet aan de grond. Het Pijnven vormt een toegangspoort voor het grote bossencomplex van de Lage Kempen, dat zich uitstrekt over de gemeenten Hechtel-Eksel, Lommel en Overpelt. Het complex is tegenwoordig gekend onder de naam Bosland.
-Kasteel Marnix de Sainte Aldegonde bevindt zich aan de oever van de Oude Schelde, een sinds de 13de eeuw afgesneden arm van de Schelde.
Kasteel Marnix de Sainte Aldegonde werd eind 19de eeuw gerenoveerd door architect Hendrik Beyaert. Hij bewaarde de proporties van het prachtige middeleeuwse kasteel gerestaureerd door de Spaanse edelman don Pedro Coloma.
Het geleid kasteelbezoek spitst zich toe op de 16de eeuw en de prachtige historische schilderijen van Margaretha van Oostenrijk, Karel V en Filips II dompelen de bezoeker onder in deze verwarde maar opwindende periode uit onze geschiedenis.
Het kasteel is in het bezit van een collectie 18de eeuws meubilair, prachtige gravures van Pieter Breughel de Oude, een kantkamer en een kamer met antieke poppen. De opstelling van het geheel getuigt van de passie van de eigenaars om bezoekers in een uitzonderlijk kader te ontvangen.
Als afronding van het bezoek maakt u kennis met een permanente tentoonstelling over Filips de Marnix , rechterarm van Willem van Oranje. Zij brengt hulde aan de auteur van de Nederlandse nationale hymne en van de Biëncorf en daarnaast burgemeester en moedige verdediger van zijn stad Antwerpen tegen Alexander Farnese.
In de bijgebouwen is een charmant museum met een verzameling perfect onderhouden koetsen ondergebracht
Streekmuseum De Zilverreiger
Het museum bevindt zich in de voormalige gemeentelijke jongensschool van Weert en kwam in 1969 tot stand op initiatief van de VVV Klein-Brabant/Scheldeland en van de Vereniging voor Heemkunde in Klein-Brabant. Het is gewijd aan de oude ambachtelijke bedrijven in de regio, met name aan de mandenmakerij, de Scheldevisserij, klompenmakerij, kuiperij, brouwerij, weverij en vlasbewerking. Daarnaast omvat het een bibliotheek met werken over verdwenen ambachten, een gezellige binnenkoer met kruidentuin en allerlei informatie in verband met de plaatselijke flora en fauna en is ook het Centrum van de Vlaamse Volkssportspelen hier gevestigd. Een bezoekje aan het museum kan eventueel afgerond worden in de eenvoudige herberg, waar streekbieren en een 'slijkneuskoekje' kunnen worden uitgeprobeerd. Het museum ligt in een mooi fietsgebied en biedt daarom ook rijwielen te huur aan.
Kasteel d'Ursel
Het kasteel d'Ursel in Hingene is een nieuwe culturele instelling van de provincie Antwerpen. Omdat het gebouw een uniek voorbeeld is van een adellijke zomerresidentie, herwaardeert het provinciebestuur het kasteel als erfgoedcentrum. In de opmerkelijkste vertrekken zal u kunnen kennismaken met de wooncultuur en het dagelijks leven van de achttiende-eeuwse adel. In afwachting van de verdere restauratie van de bovenverdiepingen. Is het kasteel enkel toegankelijk tijdens evenementen, zoals tentoonstellingen, concerten, Erfgoeddag en Open Monumentendag. Daarnaast kan het kasteel ook door derden worden gehuurd voor de organisatie van bijvoorbeeld studiedagen, vergaderingen, ontvangsten, huldigingen en persvoorstellingen.
Onze Lieve-Vrouw & Leodegarius
De parochie is een van de oudste van Vlaanderen en gaat terug tot de jaren 600 à 700
Bestond tot voor 1603 uit 2 kerken, één voor de paters en één voor de parochianen, de scheidingsmuur werd in 1603 verwijderd, maar de twee namen zijn gebleven.
De meeste verering gaat naar O.L.Vrouw, wordt al 1000 jaar aanroepen als O.L.Vrouw van de Krocht. De Krocht is een romaanse krypte onder het hoogkoor van de kerk, uit de 12e eeuw en herbergt het beeld van O.L.Vrouw van de Krocht (1596).
de Havesdonckhoeve
Een kronkelende kasseiweg temidden van akkers, weiland en bos brengt u tot op het aloude gehucht Nattenhaesdonck, waar het groen nog overheerst. In de omgeving van de pastoor Huveneersheuvel ligt de Havesdonckhoeve.
Bij het ontstaan van het museum in 1979 koos het bestuur van Ons Klein-Brabants Boerenerf er voor om daar oud landbouwalaam en volkshuisraad uit eigen streek onder te brengen. Het in zijn eigen kader bewaren, beschermen tegen verder verval en voor de bezoeker tentoonstellen blijft de doelstelling.
Met de jaarlijkse Havesdonckhoevefeesten, telkens de zondag na 15 augustus, worden op de Havesdonckhoeve feestelijkheden georganiseerd die doen terugdenken aan het landelijk verleden.
In de houtoven van het bakhuis wordt nog regelmatig brood en speculaas gebakken. Het museum is dus geen doodse aangelegenheid. Ons Klein-Brabants Boerenerf Havesdonckhoeve vzw streeft er naar om het museum een zo volledig mogelijk geschiedkundige en educatieve waarde mee te geven. Op die manier reikt het initiatief verder dan een louter inspelen op een gevoel van nostalgie.
Start :Provinciaal Recreatiecentrum De Schorre - Boom
Afstand : 49 km
Bewegwijzering : zeskante bordjes met opschrift
GPS : N51 05.184 E4 22.996
Kapelstraat 83
2850 Boom
DE ROUTE :
Deze fietsroute doorkruist de Rupelstreek met de gemeenten Hemiksem, Schelle, Niel, Boom en Rumst. Hier lag het zwaartepunt van de baksteenindustrie. Zeven eeuwen kleiontginning resulteren in een uniek landschap en de vroegere kleiputten zijn nu pareltjes van fauna en flora. De diverse steenbakkerijmusea op het traject vertellen je het verhaal van klei tot baksteen.
Deroute vertrekt aan het recreatiedomein De Schorre in Boom .
Langs het jaagpad van de Rupel via Terhagen naar Rumst ( Museum 't Geleeg ) . Hier vloeien de Dijle en de Nete in elkaar en vormen samen de Rupel . Door het centrum en een klimmetje verlaat men Rumst .
Verder langs Reet ( het Laarhof ) Kontich ( langs de autostrade E19 ) , domein Groeningenhof . en de molen van het Heiken naar Aartselaar .
Na een rust oversteken van de A12 ( oppassen gevaarlijk kruispunt ) en verder langs Boerenhoek en Hemiksem ( Kasteel en golfterrein Cleydaal ) naar de Schelde .( Callebeek )
Op het jaagpad van de Schelde langs de St .Bernardusabdij . en links zicht op Schelle ( kerkje met scheve toren ) .
Verder langs het kasteel Laerhof( Schelle ) en terug naar de Rupel . Op het jaagpad ( Rupel ) langs Hellegatnaar de wijk Noeveren ( Niel) met zijn openlucht steenbakkerijmuseum .
Nog een ommetje rondBoom ( park ) en door het recreatiedomein De Schorre naar de parking .
De Schorre te Boom
is één van de jongste recreatiecentra in Vlaanderen.
Gelegen in een oude kleiput vormt het domein een groene oase van rust in de stedelijke drukte tussen Antwerpen, Mechelen en Brussel.
Het centrum beslaat 75 ha met een eigen specifiek karakter.
In maart 1993 werd de basisinfrastructuur zoals wandelwegen, een roeivijver, een helling voor initiatie deltavliegen, een avontuurlijke minigolf, een speeltuin, e.a. aangelegd.
Op het domein bevinden zich veel visvijvers, ideaal voor hengelaars.
Ongeveer één derde van het domein werd behouden als natuurzone.
Hier vind je de pioniersvegetatie die spontaan gegroeid is nadat de steenbakkers hun activiteiten in de kleiput hadden stopgezet. Een rijke schakering aan vogels, insekten en dieren allerlei vonden hier een onderkomen.
Uniek is het vlonderpad. Een houten wandelpad op een halve meter boven de grond doorheen het prachtige gebied, waar men plots op een pareltje van industriële archeologie stuit: een authentieke kleibagger, midden in het groen.
GPS : N51 13.201 E5 10.950 De Goren in Mol: Postelsesteenweg 71
DE ROUTE :
75-74-72-77-22-23-24-231-230-260-75
Het grensgebied rond Mol staat bekend als 'De Zeven Heerlijkheden', En deze route verdient zeker het label van 'de achtste heerlijkheid'. 't Is heerlijk als je 80 % van de afstand over vrij liggende paden kan fietsen, niet gestoord door autoverkeer. En het is helemaal een zaligheid als de kans zeer reëel is dat je op die overige 20 % van het parcours niet één auto tegenkomt. Behalve dan bij enkele kruisingen en in de buurt van de abdij van Pastel, waar het gevaarlijk druk kan zijn, vooral in het weekend. Maar dat is slechts 300 meter van de 42 kilometer! Bovendien toont het Kempens landschap zich hier zeer gevarieerd - met heide en bossen, plassen en kanalen - en is er op de paden zelf weinig aan te merken. Dit is zonder meer een juweel van een fietslus.
Bij het Postelkanaaltje, dat in de eerste helft van de 20ste eeuw werd gegraven, en bij het 'Russendorp', één van de kleinste en meest afgelegen wijken van Mol, ligt de Steen der Zeven Heerlijkheden. Dat is een eind van deze route en je hoeft er niet naartoe, want hij is heus geen bezienswaardigheid. Zijn betekenis is vooral symbolisch. Hij ligt op het punt waar drie provincies (Limburg, Antwerpen en Noord- Brabant) mekaar raken, en volgens verscheidene documenten zou hij ook liggen in een zone waar zeven 'heerlijkheden', zeven dorpen, aan mekaar grensden: Eersel, Bergeijk en Luyksgestel in Nederland, Mol, Dessel, Pastel en Lommel in België.
Aan Sas 1 van het Kempisch Kanaal kom je wel voorbij de 'Blauwe Kei', Dat was een mid- deleeuwse grenssteen tussen Mol en Lommel. Als naam van het gebied is hij voor Kempenaars en schippers nog steeds een begrip, maar de steen zelf verdween spoorloos bij graafwerken aan het kanaal.
Cruisen. met de Zander
De aanlooproute vanuit De Goren is een breed fietspad richting Postel. Je wordt er al snel geconfronteerd met de gaten die de witzandwinning in het Molse landschap heeft geslagen. links zie je enkele zandputten die plassen geworden zijn: soms zijn het boeiende biotopen met zeldzame planten, soms zijn ze ingericht voor watersporten.
Na ca. 2,5 km sta je bij knooppunt 75 voor een Baileybrug, een. restant van de Tweede Wereldoorlog. Je slaat links af en volgt even het Kempens Kanaal (Bocholt-Herentals), tot bij knooppunt 74. Hier stap je best van de fiets, want vanop de brug kijk je uit over een unicum in ons land: een kruising van drie kanalen: Herentals-Bocholt Dessel- Turnhout-Schoten en Dessel-Kwaadmechelen. Constant varen schepen voorbij en mogelijk zijn ook de watersporters van de surf-, waterski- of kajakclubs in de buurt in actie. Je kan het eventueel allemaal bekijken vanop de Pannenkoekenboot die hier vast aangemeerd ligt naast de aanlegsteiger van de rondvaartboot Zander.
Is het geen leuk idee deze fietslus te combineren met een cruise op de Kempense kanalen? In de zomer zijn er individuele tochten en kan je 'cruises' naar je wensen laten uitwerken. Groepen tot 25 fietsers kunnen combi-tickets bekomen voor trips waarbij er zowel gevaren als gefietst wordt.
Abdij van Postel
Vanaf 74 naar 72 fiets je 4,5 km langs het kanaal Schoten- Turnhout-Dessel, tot aan het 'wipbrugske'. Vanaf 72 gaat het tot 77 over een asfalt- en betonlint door de Postelse bossen, eigendom van de familie de Broqueville.
"Pastel is een plaats, die waardig is bezocht te worden, zowel om zijn ligging als om zijn machtig en prachtig godshuis", schreef Guicciardini al in 1589. Dat ze er in de 21ste eeuw net zo over denken, merk je vlug. In het weekend lijkt Postel zelfs bezet gebied: de Nederlandse dagjesmensen komen er dan proeven van het Postelbier, het Postelbrood met abdijkaas of hesp, een puntje Postelvlaai...
Maar ook op weekdagen geven toeristen een eigentijdse invulling aan de doelstelling uit 1138: hier zou een klooster gesticht worden 'dat werkte aan de zedelijke en stoffelijke ver- heffing van de arme streekbewoners, en dat tevens een rust- en schuilplaats zou zijn voor reizigers en behoeftigen'...
Van het consumptiefeest naar de kloosterlijke rust is maar 10 meter. Aan de andere kant van de abdijpoort is de binnenkoer in een verkeersvrij wandelpark herschapen. Slenter er even rond tussen de H. Nicolaaskerk, het Gasthof De Beiaard en het Contactcentrum, tussen de boerderijhoeve en de kaasmakerij.
Watertrappen
De strook tussen 77 en 22 is een ruim 3 kilometer lang, kaarsrecht pad naar de Nederlandse grens. In Bergeijk (Ned.) kom je in een grootschalig landbouwgebied terecht. Je fietst er in een meer open landschap tussen enorme velden met aardappelen, maïs en andere granen. Maar van 24 naar 231 hobbel en kronkel je weer tussen de bomen. Via deze wat avontuurlijker strook bereik je het Kempisch Kanaal in de buurt van de hangende wandelbrug. Je fietst langs het kanaal naar links, naar brug 12 aan de Vossemeren en de Gestelse Dijk, naar de knooppunten 231 en 230.
Je zou nu van 231 tot 232 6 kilometer langs het kanaal kunnen fietsen, maar wij bevelen je het ommetje 230-260 aan, omdat je daar rond en door de Lommelse Sahara en de Maatheide kronkelt. en toch nog langs het kanaal eindigt. Je passeert dan ook de indrukwekkende evenementenhal De Soeverein, en - net voor je naar het kanaal duikt - de breekinstallatie, waar puin verpulverd wordt tot grondstof voor onder meer de paden waar je over fietste.
Het Kempisch Kanaal stroomt in Limburg met een zeer klein verval langs de rand van het Kempisch Plateau en daalt vanaf de Blauwe Kei (260) naar de Kempense laagvlakte in Antwerpen. Over een afstand van amper 4 kilometer moeten de schepen hier 4 sassen passeren. In totaal zakken ze meer dan 20 meter! En dat voelt ook de fietser
Bron : GVA 2005 Ecocentrum De Goren Het Ecocentrum is gesitueerd aan het Provinciedomein Zilvermeer in Mol. Je kan er terecht voor wandel- en fietsroutes. Er is een ruime parking voorzien waardoor dit de ideale vertrekplaats is voor een dagje natuur. Een aanrader voor fietsers is alvast de Vaarketsroute (40 km), deze brengt je langs de twee kanalen van deze regio. Je maakt ook kennis met de zandontginning. Voor de wandelaars is het interessant om weten dat veel wandelingen vertrekken vanop de parking van het Ecocentrum. In totaal heeft Mol 400 km wandelplezier, inclusief wegwijzers om het noorden niet te verliezen.
-Ter hoogte van de Oostpoort nemen we het rijwielpad aan de linkerzijde, richting Aardenburg, en laten ons langs de oude stadswallen leiden naar Korenmolen De Brak (nr. 1).
Aan het einde van het fietspad, ter hoogte van de Zuidpoort, steken we de weg over en volgen het fietspad langs de wallen en de ruïne van de Stenen Beer.
We bereiken de Parmabrug die we oversteken. Onmiddellijk daarop draaien we linksaf het jaagpad langs de Damse Vaart (Napoleonkanaal) op.
We volgen de Damse Vaart tot bij het viaduct. We rijden onder dit kunstwerk door en gaan direct rechtsaf. We fietsen nu evenwijdig aan de Rondweg die we bij de kruising voorzichtig oversteken. We zetten onze weg verder in de Sint Annastraat.
Voor een pauze in Sint Anna ter Muiden heeft gasthof d'Ouwe Schuure u veel te bieden. We nemen de tweede straat links, Haven, en rijden het liefelijke polderdorpje Sint Anna ter Muiden binnen.
We verlaten Sint Anna ter Muiden door aan het einde van het Marktplein rechts te gaan in de Jonkvrouw Geillstraat. Bij de driesprong fietsen we naar rechts en direct daarna draaien we linksaf de Graaf Jansdijk op. We wijken niet van de Graaf Jansdijk af en houden steeds links aan. Bij grenspaal nr. 361 gaan we rechtsaf de Dikke Dijk op. Deze blijven we rechts aanhouden. De weg gaat over in de Burkeldijk. Bij de T-splitsing slaan we rechtsaf de Retranchementstraat in. Deze rijden we helemaal uit en fietsen bij de kruising rechtsaf de Kanaalweg op. Bij de eerstvolgende T-splitsing slaan we linksaf de Zeedijk op. Deze loopt over in de Killedijk. We rijden de Killedijk uit tot de kruising, waar we linksaf de Dorpsstraat
inrijden, Retranchement doorkruisen en aankomen bij de Standerdmolen (nr. 2).
Bij de Markt steken we rechtdoor de Noordstraat in. Aan het einde gaan we de voetbrug over en volgen het fietspad richting Cadzand. Spoedig komt het Uitwateringskanaal ons op links opnieuw gezelschap houden. Aan de eerstvolgende voetbrug steken we het Kanaal en de Kanaalweg over en volgen het fietspad rechtdoor. We blijven steeds onze weg aanhouden, komen voorbij het Zomerdorp Het Zwin en rijden verder langs de duinen over de Duinweg tot bij het bezoekerscentrum Het Zwin. Voorbij het bezoekerscentrum komen we via de Noorddijk spoedig weer op de Kanaalweg uit. We gaan naar links en trappen richting Cadzand-Bad. Bij de brug steken we het kanaal over en gaan onmiddellijk naar links Boulevard de Wielingen op. We rijden Boulevard de Wielingen af en gaan aan het einde rechtsaf, de Ringdijk Noord op richting Cadzand, alwaar Molen Nooitgedacht (nr. 3).
Na een bezoek aan Cadzand rijden we rechts de Ringdijk Noord weer op aan het eind op de T-splitsing rechtsaf een stukje Zwartepolderweg en daarna linksaf de Dwarsdijk op, stukje rechts de Zeedijk op, daarna links de Zeedijk oversteken en het fietspad richting Nieuwvliet-Bad volgen. Richting Natuurgebied De Verdronken Zwarte Polder. Wanneer we de bewegwijzerde route volgen, dalen we hier meteen het rijwielpad rechtsaf af, steken vervolgens voorzichtig de Zeedijk over en gaan dan rechts het fietspad op, dat onderlangs de Adornisdijk ligt.
Na een kleine kilometer komen we bij een wegsplitsing, waar we de Adornisdijk naar rechts blijven volgen. Deze gaat over in de Lampzinsdijk. Aan het einde hiervan slaan we linksaf. Hier kunt u afstappen voor een smakelijke stop bij Restaurant De Vijf Weeghen. Op de kruising gaat u direct rechtsaf. We komen nu op de St. Bavodijk. Dan nemen we de eerste straat rechts: de Molenweg. Hier staat de Molen van Nieuwvliet (nr. 4).
Aan de T-splitsing gaan we naar links de Mettenijedijk op. We bevinden ons in de dorpskern van Nieuwvliet. Na ongeveer 500 meter rijden we de tweede straat links in, de Dorpsstraat.Bij de kruising fietsen we vervolgens naar rechts de St. Bavodijk op tot aan de rotonde. We nemen de rotonde voor de helft en steken daarbij voorzichtig de Provinciale weg over. We komen uit op Ter Moere en slaan rechtsaf. Op de eerstvolgende wegsplitsing gaan we even linksaf en direct daarna rechtsaf. Vrij snel komen we op een T-splitsing, waar we linksaf gaan.De weg heet nog steeds Ter Moere. Op de T-splitsing gaan we linksaf en aan het eind van Ter Moere gaan we even linksaf en direct daarna rechtsaf: Antwerpen polderweg. Aan het eind hiervan komen we weer op een T-splitsing. We slaan linksaf en komen op de Molenweg, die we geheel afrijden. We komen zo in de dorpskern van Zuidzande. Als u bij de kerk rechtsaf gaat en 300 m rechtdoor fietst, komt u bij Atelier de Test. Hier treft u een expositie aan van pottenbakkers en kunstenaars/ambachtslieden uit Nederland en België. U kunt hier tevens een hapje of drankje gebruiken op het gezellige binnen- en buitenterras. We vervolgen onze weg vanaf het Dorpsplein. We steken voorzichtig over en gaan rechtdoor de Sluissestraat in. Buiten het dorp gaat deze over in de Sluisse Dijk; langs deze dijk ligt deMolen Zuidzande (nr. 5).
Bij de eerstvolgende driesprong laten we de Terhofstededijk rechts liggen. We rijden langs het gehucht Slikkenburg. Op de volgende driesprong nemen we links het Pompedijkje. Op het eind krijgen we een T-splitsing. We gaan rechtsaf de Loodijk op, die we bij de eerste mogelijkheid links verlaten. We komen nu op de Austerlitzdijk. Na het passeren van de Oude Zeedijk slaan we rechtsaf de Diomedeweg in en even voorbij een haakse bocht naar links, het Uitwateringskanaal over. Daarna draaien we rechtsaf op de Boomgaardweg, die overgaat in de Zuiddijk. We vervolgen onze weg verder op de Zuiddijk, richting Sluis.
Met dank voor de routebeschrijving aan de Vereniging De Hollandse Molen Sluis
-Aan Kasteel van Rivieren verlaten we de demer en gaan links richting vertrek
Betekom (Begijnendijk)
Betekom is een dorp in de Belgische provincie Vlaams-Brabant en een deelgemeente van Begijnendijk. Betekom ligt in de Zuiderkempen aan de Demer.
Bezienswaardigheid :
De Sint-Laurentiuskerk in Demergotiek met een gotische toren uit de 14e eeuw en neogotische zijbeuken uit de 19e eeuw.
Betekom heeft een veel oudere oorsprong : vondsten uit de prehistorie bewijzen dat er gedurende verscheidene periodes bewoning was. Na de val van het Romeinse Rijk 800 werd het een vaste nederzetting. Reeds in het Karolingische tijdvak waren er 2 woonkernen: Betekom-dorp en Moorsem.
Vanaf 1243 bestaan er geschreven bronnen over de Betekomse parochie en haar Sint-Laurentiuskerk.
De toren, het oudste bestaande gedeelte van de kerk, dateert van rond 1300. Het koor (niet te zien op de afbeelding) werd rond 1400 gebouwd in "Demergotiek". Typisch voor deze stijl zijn de speklagen : afwisselend bruine ijzerzandsteen en witte Gobertangesteen.
In 1855/56 werd de kerk vergroot. Hiervoor werden de zijkapellen langs de zuidkant afgebroken en vervangen door de zijbeuken. Vanaf toen heeft de kerk haar huidige uitzicht. De kerk van Betekom DIjle en Demer in Werchter
Met de naam Rodelandroute wordt de herinnering bewaard aan de nu ingeslapen maar eertijds zo belangrijke en karakteristieke baksteenindustrie. Twee routes voeren door deze streek, nl. de Rodelandroute 1 ende Rodelandroute 2.
De Rodelandroute 1 start in het centrum van Merelbeke en doet eerst Melle aan. Via Gontrode kom je in een licht heuvelend gebied op de grens tussen Oosterzele en Merelbeke. Langs de dorpjes Landskouter, Moortsele, Munte, Baaigem en Dikkelvenne gaat het richting Gavere. Daarna fiets je door de typische Scheldevallei terug naar het startpunt. Weiden, akkers, kleine bossen, molens en vergezichten typeren deze route.
De route is een aaneenschakeling van kleine en rustige dorpen waar we doorheen fietsen. In ieder dorp is het zo rustig dat men zou denken dat iedereen aan zijn siësta bezig is. Verder fietsen langs rustige wegen en langs fraaie boerderijen, de een wat properder dan de andere. Makenbos, Bruinbos, Makkegembos en Harentbeekbos zijn de bossen die we langs en doorfietsen rond Munte. Langs het traject ziet men de Rodelandroute 2 een tijdje in omgekeerde richting lopen.
We naderen stilaan Gavere en zakken af richting Scheldeboorden, we fietsen langs een onverhard boerenpad die goed berijdbaar is, ter hoogte van Semmerzake verlaten we het pad en fietsen we via een steile klim naar de kerk. We zien aan onze linkerzijde de fietsers fietsen langs de Schelde, wij blijven er op enkele meters van en fietsen langs Vurste, Melsen en Schelderode richting Merelbeke. We houden dit fietspad aan tot we Merelbeke bereiken, nog eventjes door de woonwijken om ons eindpunt te bereiken aan de sporthal.
De gemeente Merelbeke is vooral in 's lands geschiedenis bekend omwille van 2 felle bombardementen op het Vormingsstation Merelbeke. Op 10 april 1944 en op 3 mei 1944 hebben de geallieerden met een bommentapijt de landing van Normandië voorbereid (en dus het einde van Wereldoorlog II door de bevoorrading per spoor van de Duitse stellingen aldaar "lam te leggen". Dit is hen ook gelukt (hoezeer de Duitsers ook poogden om dit te verhullen door vrij snel al één spoor terug beschikbaar te maken voor sporadisch verkeer).Helmut Lotti is trouwens ook een inwoner van Merelbeke geweest
Buiten de Smedepoort Greinschuurstraat en lane Bevrijdingslaan MV Bourgondielaan Karel de Stoutelaan- Houtkaai Kolenkaai Door het park en de Komvest Zuidervaartje KV Manderstraat Polderstraat Aardenburgseweg Gemeneweideweg noord Brieversweg Pelderijnstraat Holleweg fietspad door het bos Lorreinestuk Weidestraat GR 129 Kortrijkstraat St Michielstraat Lijsterbeekstraat Boudewijnlaan Fabioalaan Molenwalstraat Kortrijkstraat Larestraat Nieuwburgstraat Hogendaledreef Waterstraat Rooiveldstraat -
De Knok Terluchtestraat Hillestraat Zedelgemsestraat N 368 Halfuurdreef Huitstraat
Vlasaardstraat -door het bos Merkemveldweg Wilgenlaan De Arend Fietsweg Wellewaarde en de aankomst
Zedelgem is een gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt ruim 21.500 inwoners. Zedelgem (in de volksmond Zillegem) bestaat uit de deelgemeenten Aartrijke, Loppem, Veldegem en Zedelgem zelf.
BESCHERMDE MONUMENTEN, DORPSGEZICHTEN EN LANDSCHAPPEN
gerestaureerde St. Laurentiuskerk met prachtige 14de-eeuwse toren; in de kerk is de Romaanse doopvont een heel bijzonder kunstwerk (Zedelgem dorp)
De Platsemolen (ook Dorpsmolen of Lievensmolen genoemd) behoort tot het type bergmolen of beltmolen. Deze molenromp vormt het laatste restant van het Zedelgemse molenpatrimonium. De molen werd gebouwd in 1866, ter vervanging van een houten standaardmolen die daar al stond in de 16de eeuw. Burgemeester Joseph Lievens (1801-1883) was er nog molenaar. De molenkap en wieken werden in 1953 verwijderd, maar de molen werd nadien ingericht als mechanische maalderij. De aandrijving gebeurde door een zeldzaam geworden horizontale monocylinder dieselmotor Claeys-Zedelgem, die nog altijd ter plaatse staat. De molen werd in 1995 beschermd als monument.
Wegdek: Beton en asfaltwegen houden ons grotendeels gezelschap, langs de blauwe route af en toe een stukje kasseien.
Logistiek:Het best wat ik ooit tegenkomen heb, honger of dorst kan men zeker niet lijden, tijdens de week zijn er wat meer herbergen of cafétarias gesloten.
De Zwalmstreek is voor wandelaars en fietsers een schitterende streek in ons land.
Als fietser kan men er de Watermolenroute fietsen en nu ook De AVS Zwalmroute.
De AVS Zwalmroute is een initiatief van toerisme zwalm en de Oost Vlaamse Televisie.
Dat ze er iets van af weten om routes uit te stippelen in deze streek bewijst de AVS Zwalmroute. De route bestaat uit twee delen, men kan kiezen voor een trip van 25km of een trip van +/-50km.
De 25km heeft relatief weinig klimwerk en blijft hoofdzakelijk in de Zwalmvallei, wanneer men kiest voor de 50km moet men al eens een tandje bijsteken en is het gebied wat heuvelachtiger.
De route is volledig bewegwijzerd, de bordjes van de 25km hebben een groene opdruk, de bordjes van de uitbreiding is Blauw. Wie dus start voor de 50km volgt de groene bordjes en net voorbij de Biestmolen splitst de route zich en volgt men vanaf daar de blauwe, na 25km kan men terug aansluiten op de groen bordjes, beter en duidelijker kan het niet.
Wanneer wij langs de sporthal van Munkzwalm fietsen rijden wij al snel op een mooi afgelegen fietspad achter de dorpskern, aan de grote baan gaat de route naar links en iets verder naar rechts op een vrijliggend fietspad langs de Zwalm, men voelt al onmiddellijk de kriebels. Aan het einde van het pad komt men aan de Zwalmolen terecht. Vanaf nu gaat de route langs zeer rustige wegen en door verschillende dorpjes, we doen achtereenvolgens Roborst, Hundelgem, Dikkele, Beerlegem, Meilgem en Nederzwalm aan, allemaal heerlijke en rustige dorpjes. In Nederzwalm valt de Ter Biestmolen direct op door zijn schoonheid en eenvoud, het terrasje schenkt eveneens veel aandacht, maar ik heb pech, dinsdag en woensdag is het sluitingsdag.
Bij deze molen is eveneens een prachtig wandelpad voorzien.
Helaas zonder terrasje fietsen we verder en komt de splitsing, ondertussen gaat de route weerom langs rustige wegen en fraaie dorpjes, opeens staat men ervoor De Molenberg bekent in de Omloop het Volk (het nieuwsblad) en de Ronde van Vlaanderen
We fietsen verder door St Blasiusboekel en Rozebeke, af en toe zit er nog een heerlijk klimmetje in langs goed berijdbare wegen. Ondertussen fietsen we terug een paar keer over de Zwalm en zien enkele schitterende molens.
Wanneer we Munkzwalm terug voor ons zien maken we nog een ommetje langs de spoorweg en pikken we terug de groene route in om zo het dorp te bereiken.
Bij aankomst aan de sporthal voelen we ons moe en voldaan, een heerlijke mooie route heeft ons een aangename dag geschonken.
Start : Fietsonthaal- en servicepunt Alken, laagdorpstraat zin, 3570 Alken
Afstand : 34 km
Bewegwijzering : Knooppunten Haspengouw
GPS : N50 52.532 E5 18.448
De Knooppunten :
146-173-180-171-170-162-153-148-121-145-144-146
Deze fruitige fietsroute voert je langs prachtige plekjes in de gemeenten
Alken Wellen Borgloon Sint-Truiden
Fruitige locaties:
lousbergh, stroopstokerij Vrolingen, Provinciaal fructuarium van Ruilingen
Onderweg kom je het volgende tegen:
Openirnitbedriji Lousbergh
Nachtegaalstraat 101, Sint-Truiden (Kortebos)
In april openen heel wat fruitbedrijven hun deuren voor bezoekers.
Zo ook fruitbedrijf lousbergh. Dit familiaal fruitbedrijf heeft een loods met koelcellen en sorteerruimte met sorteermochine. Elke zaterdag in april krijg je een gratis rondleiding om 14 u., 15u. en 16u.
Stroopstokerij Vrolingen
Steenweg naar Vrolingen 45, 3830 Wellen, ivo.bleus@telenet.be, www.stroopvanvrolingen.be
Deze ambachtelijke stroopstakerij werd opgericht in 1843 en is een van de laatste in Vlaanderen. De stokerij bevindt zich in een geklasseerd gebouw en maakt nog altijd gebruik van de authentieke apparatuur. Vandaag staat de vijfde generatie aan het roer. Het productieproces duurt 24 uur en gebeurt nog grotendeels manueel. Het resultaat is een authentieke appel- en perenstroop zonder kleurstoffen of additieven.
Gratis rondleidingen: 1 januari t.e.m. 31 december 2009
Info en reservatie (verplicht voor rondleidingen): + 32 12 74 56 01 of + 32 472 57 17 65
Provinciaal Fructuarium van Ruilingen
Het Provinciaal Fructuarium van Ruilingen heeft een indrukwekkende collectie van 502 hoogstamfruitbomen. Je ontdekt er kersen., pruimen- en perenbomen van verschillende variëteiten.
Gratis rondleidingen: 1 januari t.e.m. 3' december 2009
Reservering verplicht: +3212673653 of +3212673654. Start: aan de slagboom die toegang geeft tot het domein.
Fietsvriendelijke cafés
-Forellenvijver de kluis in Alken (1)
-Cafe Sportwereld in Alken (2)
-De Baron in Borgloon (33)
-Taverne restaurant De Klee Borgloon (34)
-T Labierint in Wellen(207)
-De oude Brouwerij in Wellen(208)
-De Vroling in Wellen (209) MET DANK AAN DE KRANT "HET NIEUWSBLAD"
Wieze, Een dorp dat via een oude rivierarm met de Dender verbonden is, blijkt bewoond te zijn sinds de Gallo-Romeinse periode (vondst van een glazen wijnkruik, in een brandgraf uit de 1e of 2e eeuw en overblijfsels van bewoning, op de site Blaesveld
Het heeft een zeer pittoresk dorpsplein, dat wordt gedomineerd door de gotische Sint-Salvatorkerk en het vroegere café "'t Oud Gemeentehuis". De hele dorpskern is sinds 1981 beschermd als waardevol dorpsgezicht. Er staat ook een merkwaardige, oude zomereik, bekend als "den dikken eik".
Daarnaast heeft Wieze nog andere bezienswaardigheden, zoals het kasteeldomein met zijn ijskelders, de oude herberg "Het Neerhof", een prachtige 17e eeuwse pastorie en het Molenkappeltje.
In de streek is Wieze vooral bekend omwille van zijn Oktoberhallen, waar in de periode 1957 - 1987 dertig keer de Oktoberfeesten van de brouwerij Van Roy plaatsvonden. Vandaag worden deze Oktoberhallen gebruikt voor verschillende evenementen.
Buggenhout
lag van de karolingische tijd tot de elfde eeuw in de Brabantgouw . Van de elfde eeuw tot het einde van de achttiende eeuw maakte het deel uit van het kwartier Brussel van het hertogdom Brabant. In de late Middeleeuwen moest een soort gemengde Brabants-Vlaamse commissie er geregeld de (grens)palen controleren.
De Fransen deelden Buggenhout in 1796 in bij het Scheldedepartement, dat in 1815 werd omgevormd tot provincie Oost-Vlaanderen.
Buggenhout kwam in 2004 in het televisieprogramma "Het Rob-Rapport" van Rob Vanoudenhoven als 'meest gemiddelde Vlaamse gemeente' uit de bus: van alle statistieken over de Vlaamse gemeenten leunde Buggenhout het dichtst bij het gemiddelde. Deze gingen over het aantal vrouwen, mannen, kinderen, cafés per inwoner, e.d.
Stoomspoorlijn Dendermonde-Puurs (dikwijls afgekort tot SDP) is een toeristische spoorweg in de Belgische provincies Oost-Vlaanderen en Antwerpen, die na de sluiting van de lijn door de vzw BVS (Belgische Vrienden van de Stoomlocomotief) uitgebaat wordt.
Camping Zilverstrand ligt in de Antwerpse Kempen, niet ver van de Nederlands-Belgische grens. Een gebied met bossen, heide en veel water: riviertjes en kleine meren. Een ideale plek om er even met het hele gezin tussenuit te gaan, ook voor een lang weekend of een korte vakantie!
Het hele jaar door is het overdekte, subtropische zwembad geopend, met kinderbadjes, whirlpool, bar, stroomversnelling en een waterglijbaan van maar liefst 65 m lengte! En anders is er nog bij mooi weer de recreatieplas met zandstrand en glijbaan voor de nodige waterpret.
Ecocentrum
Sinds 1993 vormt ecocentrum het hart van de Molse Meren. Het kenmerkende gebouw is omgeven door waterplassen, natuurgebieden, campings en recreatiedomeinen. Deze bijzondere ligging geeft meteen ook aan wat het doel is van het ecocentrum: toeristen verzoenen meet de natuur. Deze poortwachtersfunctie vult het ecocentrum in door volop te werken rond natuureducatie en door de toerist te bedienen met een uitgebreide toeristische balie. Natuur- en milieueducatie is toegespitst op leerlingen van het basisonderwijs. Al zijn er mogelijkheden voor elke bevolkingsgroep. En zowel de Mollenaar als de (inter) nationale toerist vindt wel zijn gading aan de balie. En dan is het gebouw ook nog eens perfect geschikt voor bepaalde groepen om er zowel binnen als- het kan hier ook mooi weer zijn buiten te vergaderen.
Domeinbos De Most
In Balen, nabij de grens met de gemeente Lommel, ligt domeinbos De Most. Op het Gewestplan Herentals-Mol zijn grote delen ingetekend als natuurgebied en ecologisch waardevol agrarisch gebied. In het kader van de Europese Habitatrichtlijn is De Most zelfs aangeduid als speciale beschermingszone
De Most is sinds de eerste aankoop door het Vlaams Gewest uitgegroeid tot een gebied van ruim 132 ha. Vliegveld De Keiheivel Het Zilverstrand
Deze lus start aan Toerisme Maaseik (knooppunt 24) Grote Markt 1, 3680 Maaseik
Tel. +32 (0)8981 9290
Parkeerplaats (gratis) bij het cultureel centrum Achterolmen (Van Eycklaan 72,3680 Maaseik).
OPGEPAST: de veerponten zijn niet altijd open zeker wel van mei tot en met september
Van hieruit kan je naar de Grote Markt fietsen.
Je tocht start in Maaseik, hét culturele hart van het Maasland. Hier kan je fietsen doorheen honderden jaren cultuur en geschiedenis in het stadscentrum.
De architecturale hoogstandjes vormen als het ware een levend museum waarbij de Maaslandse Renaissance, Barok, Rococo en het Neoclassicisme zegevieren.
Ook aan gezelligheid hier geen gebrek.
Op het volledig vernieuwde marktplein geniet je met volle teugen van een Bourgondisch terrasje terwijl de gebroeders Van Eyck met fiere blik over het plein uitkijken.
Bijzonderheden
Met deze route ontdek je waarom het Maasland een regio is om van te watertanden!
Je fietst niet enkel langs de Maas, maar ook langs de vele grindpIassen die het Maasland rijk is. Vanuit de startplaats in Maaseik vertrek je richting Aldeneik. Dit romantische dorpje was ooit de wieg van Maaseik tijdens de vroege middeleeuwen en straalt nog steeds een authentiek karakter uit.
Even verderop neem je het voetveer in Ophoven (Kinrooi). Dit stukje van de Maas is het enlge plekje in het Maasland waar de Maas bevaarbaar is voor schepen. Je kan hier dan ook genieten van de vele zeilbootjes en luxeschepen die er langs varen.
Langs Nederlandse zijde fiets je voorbij het dorpje Ohé en Laak, een klein idyllisch dorpje dat samen met Stevensweert op een eiland ligt in de Maas. Hier fiets je voorbij het prachtige kasteeltje 'Hasselholt'. Dit kasteeltje heeft een mooie Renaissancegevel uit 1651. Hasselholt wordt nu bewoond door Baron Van Hövell tot WestfJier.
In Roosteren waan je je in een echt openluchtmuseum, want nergens anders in de verre omgeving vindt men nog zo een groot aantal bewaarde artistieke boerderijen!
Bij knooppunt 27 zet je de tocht verder langs Belgische zijde via een oversteek met het veerpont. Stap zeker eens van je fiets bij Maascentrum De Wissen. Je ontdekt er het leven rondom de Maas en de nijverheid die van Stokkem een belangrijke stad maakte, de rietvlechtkunst.
Van hieruit zet je de tocht verder langs grind plassen en de Maas. Na een laatste halte bij het druk bezochte bedevaartsoord Heppeneert, spring je een laatste maal op de fiets om te eindigen op de Grote Markt van Maaseik.
Hier kan je na een lange tocht genieten van een welverdiend terrasje!
Dat beseft ook de Raad voor Toerisme in Ranst, die met een gloednieuwe fietslus uitpakt:
de Drie kanalenroute.
Deze route slingert zich door een groot stuk van het Land van Plàysantië, zoals de Voor- en Noorderkempen worden genoemd.
Je doet daarbij stukjes van Oelegem, Ranst, Broechem, Emblem, Lier, Kessel, Viersel, Pul der bos, Halle, Zoersel en Schilde aan.
De afstand bedraagt ruim 47 kilometer..
Het traiect werd uiltgestippeld volgens het knooppuntensysteem van Toerisme Provincie Antwerpen (TPA).
Vertrekken kan je overal, maar wij verkozen de parkeerplaats van het Provinciedomein Vrieselhof in Oelegem.
Van daaruit rijd je makkelijk naar het knooppunt 57 aan het Fort van Oelegem, nu een reservaat voor vleermuizen.
Tegelijk maken we kennis met het eerste kanaal: de Antitankgracht.
Daarna volgen het AIbertkapaal en even verderop de rivier Kleine Nete en het NetekanaaI.
Felix Timmermans beschreef deze omgeving als een Aard Paradijs.
En of hij gelijk had!
De drie kanalen zitten erop als we via de groene omgeving van Massenhoven en Pulderbos het Zoerselbos induiken.
Erg interessante 'trekpleisters' tijdens onze laatste kilometers zijn het Boshuisje (café) in Zoersel en de Dobbelhoeve (boerderij bekend voor zijn ecologische teelt) in Schilde.
Start : Aan de kerk van Tessenderlo of Aan de abdij van Averbode Afstand : +/- 30 km Bewegwijzering : Geen Een gedetailleerde kaart van deze route op : http://nl.wikiloc.com/wikiloc/view.do?id=212667
ROUTE : De route flirt met de provinciegrens van Antwerpen en brabant maar loopt toch grotendeels op Limburg de weg is goed berijdbaar met een paar gevaarlijke oversteken
WAT KOMEN WE TEGEN : -Aan de start de kerk van tessenderlo -Berg - Molenhuizen -Humberg -SOK en de voetbalpleinen van Deurne-diest -Genevenne -Lapse heide -Natuurreservaat "Groot Asdonk" -Prinsenbos -Eikelenberg -Kraanrijk -over de Uilenkoploop naar het Zichems veld -De Lekdreef -de luikerdreef -Natuurreservaat "Gerhagen" -Gerhees -Schoterse bossen -Liebroek -Langs Rijt naar tessenderlo centrum
WAT KOMEN WE TEGEN : - Sas 7 : KP 95 één van de vele sassen op het kempisch kanaal start- en eindpunt waar tevens een mooie taverne gelegen is
- Langs het kanaal rijden we de gemeentelijke visvijvers aan de linkerkant langs
- Geel Ten-Aard ,over de brug naar de andere kant van het kanaal
- Het Bakkerijmuseum en de zeggeloop Bakker Goossens was lange tijd een begrip. Maar echt afscheid nemen van de stiel lukte hem niet. Sinds jaar en dag verzamelt hij allerhande bakkersmateriaal. Van bakkersvormen tot toestellen allerhande voor de bereiding van banket, suikergoed, ijs, chocolade en hosties. Een collectie die je kan bewonderen in het bakkerijmuseum dat onderdak kreeg in de Worfthoeve, op een steenworp van de Molen van t Veld. In de schuur bevinden zich een aantal oude voertuigen en karren die vroeger gebruikt werden voor het vervoer naar de bakkerij en de molen. Op zon- en feestdagnamiddagen, tijdens de maanden april t/m september te bezoeken. Een gids is altijd aanwezig.
- Natuurreservaat "De Zegge" De Zegge ligt op het grondgebied van Geel, tegen de gemeente Lichtaart in het valleigebied en het vroegere overstromingsgebied van de Kleine Nete. Op 26 november 1984 werd het reservaat door een ministerieel besluit als waardevol landschap geherschikt. Door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd De Zegge officieel als natuurreservaat erkend op 22 april 1985 met vernieuwing van de erkenning op 25 juli 1995.
- Isotopolis http://www.isotopolis.be/nl/index.asp Een ontdekkingstocht door de wereld van radioactieve afvalstoffen NIRAS en Belgoprocess hebben een informatiecentrum over radioactieve afvalstoffen ingericht, Isotopolis genoemd, vlakbij de plaats waar radioactieve afvalstoffen verwerkt worden.
WAT KOMEN WE TEGEN : -We vertrekken op de grens van Prov.Antwerpen en Brabant, in de achtertuin van de Abdij van Averbode
- Aan knooppunt 18 draai je een onverharde weg in die bij regenweer nogaleens slijkerig kan zijn aan de overkant heb je vroegere drukkerij van de Abdij "de goede pers", en ook het Maria park We rijden nu door het gebied 'de weefberg"
Bijzonder aan de Dijlevalleiroute: je fietst bijna de hele tijd langs water.
De fietsroute is lusvormig en bewegwijzerd met zeshoekige bordjes. Men kan starten in Werchter aan de samenvloeiing van Demer-en Dijle. Volg de bewegwijzeringsbordjes van de Winge-en Demerroute tot aan het kanaal Leuven-Dijle. Vanaf hier volg je het kanaal tot in het Zennegat in Mechelen om vervolgens langs de Dijleoever terug te keren naar Werchter.
Deze route combineert de historische rijkdom van de Mechelse binnenstad met de Sint-Romboutstoren als blikvanger en de rust van de Dijleboorden en de fietspaden langs het Kanaal Leuven-Dijle. Liggen ook op het traject: het mooie Zennegat, Provinciaal Sport-en Recreatiecentrum De nekker, Dierenpark Planckendael, het BLOSO-domein in Hofstade en het Tremelo van Pater Damiaan
vanaf Werchter, rode tekst op wit zeskantbord, (Winge en Demerroute) tot aan Leuvense Vaart in Tildonk, vanaf Tildonk blauwe tekst op wit zeskantbord (Dijlevalleiroute) tot in Werchter.
DE ROUTE :
We volgen de Dijle even stroomafwaarts om dan door een landbouwgebied te fietsen en via Wakkerzeel de Leuvense Vaart in Tildonk te bereiken.
Vanaf Tildonk volgen we de Leuvense Vaart,onderweg passeren we de achterkant van dierentuin Planckendaal, tot aan het Zennegat (Zenne, Leuvense Vaart en Dijle komen hier samen).
Nu volgen we de Dijle en net achter Muizen kiezen we voor de alternatieve, niet verharde route.
Dit is eerst boskiezel en later zeer fijne steenslag, en zeer goed bereidbaar.
De kronkelende Dijle voert ons dan door een prachtig natuurlandschap terug naar Werchter.
Fietsen langs kanalen in alle rust is een zaligheid,
Opmerking van een fietser : Beste,sinds de zomer van 2010 is de Dijlevalleiroute volledigbewegwijzerd met blauwe bordjes van de Dijlevalleiroute. Dus je moet de bordjes van Demer en Winge route niet meer volgen , je komt automatisch op de Leuvensevaart uit groetjes Paul
Bewegwijzering : zeskante bordjes met de naam van de route
De route kreeg de naam van de in 1595 overleden 'Prins der Dietse Dichteren altegaeder', Jonker Jan van der Noot. De route doorkruist de omgeving van Brecht. Synoniem voor rust, landelijkheid en natuurschoon. Mogelijke haltes op het traject zijn de Sint-Leonarduskerk, de 'kathedraal van de Kempen' en de trappistinnenabdij O.-L.-Vrouw van Nazareth.
Jan Van der Noot (°1539-1595) was van adel, schepen van Antwerpen en geboren in Brecht. Hij vocht tegen Spanje en Rome,was balling in Londen en een gerenomeerd dichter om ten brode, in die hoedanigheid doorkruiste hij Europa.
Omschrijving:
Dit is voor ons het voornaamste fietspad. Het is een eigen uitgave van de VVV Brecht en de route loopt door alle drie de deelgemeenten. Er werd gekozen voor een parcours met zo weinig mogelijk verkeer en zoveel mogelijk natuurschoon. Op deze route ziet men duidelijk het verschil in landschap tussen het oostelijk deel en het centrum van onze gemeente waar men vooral een open weidelandschap en landbouw aantreft en het westelijke en zuidelijk deel waar men meer bos maar ook een dichtere bebouwing aantreft. Het Jan van der Nootpad is de beste manier om een indruk van onze gemeente op te doen in al zijn verscheidenheid.
DE ROUTE :
De route geeft een getrouw beeld van de gemeente Brecht en deelgemeenten Sint-Lenaarts en Sint-Job-in-t-Goor.
Het centrum en het oosten is overwegend een landbouwgebied terwijl het zuid-westen rijk is aan bossen.
We passeren de abdij van OLV van Nazareth en volgen een hele tijd het Antitankkanaal, alle facetten komen aan bod, landbouw, woonkernen, waters en bossen.
Eén klein nadeel echter, er zitten lange rechte stukken in, die bij ongunstige wind je het aardig lastig kan maken.
De Wastineroute verkent de zachtglooiende streek ten noordwesten van Tielt.
Rustige veldwegen met kruidenrijke bermen, mooie vergezichten en landelijke rust begeleiden de fietser op zijn tocht.
Ooit was dit een immens bos- en heidegebied, verdeeld in 'velden' of 'wastines'.
De routenaam verwijst trouwens naar dit historische landschap.
Vertrekkend vanuit de Pittemse deelgemeente Egem leidt de route vooreerst door de gronden van het voormalige Bulskampveld naar Koolskamp (Ardooie).
Vervolgens wordt richting Lichtervelde gefietst, waar de historische Huywynschbossen worden aangedaan.
Via het aloude Heerenveld en het middeleeuwse Vrijgeweed voert de tocht naar Wingene.
De terugweg doet o.m. de Lakebossen en de Munckebossen aan.
Langs uitgestrekte akkers en weiden, die ooit deel uitmaakten van middeleeuwse Heerlijkheden wordt het eindpunt bereikt.
Het Bulskampveld is nu het grootste aaneengesloten bosgebied in West-Vlaanderen. Je vindt er homogene naaldbossen en gemengde naald- en loofhoutpercelen. In de struik- en kruidlaag vind je braam en adelaarsvaren, maar ook lijsterbes, valse salie en mooie mospaketten. Sporen van de vroegere heidebegroeiing vind je vooral in de dreefbermen, op kapvlaktes en in het 17ha tellende natuurgebied Heideveld-Bornebeek, beheerd door Natuurpunt vzw afdeling Beernem. Het bosgebied is ook de woonplaats van grote bonte, groene en zwarte spechten en van de boomklever. Je hoort er talrijke zangvogels waaronder de nachtegaal en aan de rand van het bos zelfs de boomvalk, torenvalk en havik. Met een beetje geluk van je zelfs een glimp op van een schuwe vos of ree.
Startplaats: Reo Veiling Roeselare aan de Oostnieuwkersesteenweg
Route omschrijving
Deze route doorkruist het landelijk gebied rond Roeselare. In het hart van West-Vlaanderen ontmoeten zandstreek en zandleemstreek elkaar. Variatie en reliëf in het landschap zijn hiervan het resultaat.
Vertrekpunt vormt de Roeselaarse Reo-Veiling waarna je na enkele kilometers fietsen door het charmante Vijverbos rijd. Dit halfnatuurlijk bos is 9 ha groot en werd in 1985 aangekocht door de Vlaamse Gemeenschap.
De vruchtbare grond maakt de streek tot een uitgelezen land- en tuinbouwgebied. Vooral groententeelt domineert vaak het landschapsbeeld. . Via de dorpskern van Westrozebeke bereiken we de voet van de Stadenberg (45 meter hoog). Na deze heuvel fiets je voor de eerste maal over de spoorlijn Torhout-Ieper en gaat het opnieuw in stijgende lijn op de Parnassusberg (42 meter hoog). Enkele kilometers verder passeer je het Hoogleedse gehucht De Geite'. De volgende deelgemeente die deze route aandoet is het bloemendorpje Gits waar je de derde beklimming van de dag voorgeschoteld krijgt: De Gitsberg (45 meter hoog). Tussen Gits en Hooglede bevindt zich een Duitse militaire begraafplaats voor gesneuvelden uit de eerste Wereldoorlog. Via Hooglede rijden we langzaam maar zeker terug richting Roeselare en komen we terug bij het uitgangspunt.
Het gehucht De Blauwe Kei ontstond na het graven van het Maas-Scheldekanaal (1843-1855) en ontleent haar naam aan een grote leisteenachtige, meer westwaarts gelegen grenssteen tussen Mol en Postel. Bij verbredingswerken van het kanaal in 1926 zou deze steen onder opgespoten zand terecht gekomen zijn. De Geografische Dienst van België heeft zonder succes getracht deze steen terug te vinden. De oorspronkelijke steen zou door de Maas zijn aangevoerd in de loop der ijstijden, toen rotsblokken uit het Zuiden werden meegesleurd door een machtige stroom van gletsjers en smeltwater.
Op 22 mei 1981 werd een andere, tweede grenssteen in ere hersteld door de gemeentebesturen van Lommel en Mol. Hij noemt "de steen der Zeven Heerlijkheden" omdat er aan deze grenssteen in 1648 drie staten en zeven dorpen aan grensden, namelijk : Brabant of de Spaanse Nederlanden (met Balen, Dessel en Mol), het prinsbisdom Luik (met Luyksgestel) en Holland (vroeger Bergeyk, Eersel en Lommel).
Sas 1 of Blauwe Kei is vanuit Antwerpen het laatste verschepingspunt van de sassen op het Kempens Kanaal. Het is ook de eerste sluis van het gebied Bocholt-Lommel. Hier daalt het Maas-Scheldekanaal van het Kempens Hoogplateau trapsgewijs af naar de Belgische Noordelijke laagvlakte. Het Maas-Scheldekanaal verbindt Antwerpen met de Kempen en sluit in Lanaken op het Albertlaan aan, dat uiteindelijk naar Luik leidt.
WAT KOMEN WE TEGEN :
- Het gehucht De Blauwe Kei (zie hierboven)
- Lommelse Sahara
- Kanaal Bochelt-Herentals
Na de onafhankelijkheid van België (1830) kwamen in de Kempen landbouw en industrie tot ontwikkeling. Een kanaalverbinding met Antwerpen zou deze groeiende industrie en de economische ontwikkeling in de hand werken. Opnieuw werd er gedacht aan het graven van een kanaal... Het ontwerp werd terug opgevist in 1839. In 1843 werd bij wet besloten om het Kanaal Bocholt-Herentals te graven. In 1846 was deze verbinding al een feit, met eveneens een aansluiting naar de gekanaliseerde Nete. Het kanaal Bocholt-Herentals, met een afstand van 58,8 km, was toen al geschikt voor schepen tot 300 ton.
Kattenbosserheide geeft je een idee van de vroegere uitgestrekte 'woeste gronden' van de Kempen en vormt een echte heideparel, midden in het bos. Vroeger werd de heide gebruikt om de koeien en schapen te laten grazen. Maar ook kinderen werden begin vorige eeuw nog 's morgens op de heide achtergelaten met een kapmes. 's Avonds haalde vader ze met een berg heideplagsel weer op met een kar... De mest van de dieren was kostbaar en werd zorgvuldig bijgehouden. Vermengd met afgeplagde heide, was dit broodnodige bemesting voor de akkers op de voedselarme zandgronden. Door de opkomt van kunstmest was dit intensieve werk niet meer nodig en verloor heide grotendeels zijn functie. Veel heide werd daarom beplant met grove den als stuthout voor de mijnen.
- Kristalpark Het aantrekken van nieuwe investeerders is een constante betrachting van het stadsbestuur. Sinds het einde van de jaren tachtig is Lommel opgenomen in de lijst van gemeenten die in aanmerking komen voor Europese steunmaatregelen, het zogenaamde Doelstelling-2-gebied. Ook in de toekomst zullen investeerders in Lommel nog van Europese steunmaatregelen kunnen genieten.
- Lommel-Werkplaatsen
- Waaltjes
- Kanaal naar Beverlo
Een tweede verbinding, vertrekkend van het kanaal Bocholt-Herentals, was het Kanaal naar Beverlo. De werken voor het graven van dit kanaal vingen gelijktijdig aan met de graafwerken van het kanaaltraject Turnhout naar Schoten (1854). De werken duurden tot eind 1857. Met een lengte van 14,8 km, is dit eerder een klein kanaal dat de verbinding moest maken tussen het Kanaal Bocholt-Herentals en het dok van Beverlo. Het kanaal had voornamelijk militaire doeleinden, zoals het vervoeren van militair materiaal.
Startplaats : Grote markt in Tienen (voor gratis parkeren dan aan t' station)
Afstand : 25 km, 35 km of 55 km.
Bewegwijzering : Zeskante bordjes wit met rood
De Suikerroute is een bewegwijzerde fietsroute in Tienen (Vlaams-Brabant, België).
Het fietsparcours start op de Grote Markt van Tienen, en loopt door de deelgemeenten Bost, Goetsenhoven, Hakendover, Oplinter, Sint-Margriete-Houtem, Vissenaken, Kumtich, Oorbeek, en terug naar het centrum van Tienen.
De route loopt overwegend over beton- of asfaltwegen. In het algemeen is het een vlak parcours met enkele zeer lichte hellingen.
In de kernen van de deelgemeenten zijn kerken in verschillende bouwstijlen te bewonderen. Het landschap bestaat overwegend uit boomgaarden, weiden en akkers.
Hoe bereik je Tienen?
Het station van Tienen ligt op ongeveer 10 minuutjes wandelen van de Grote Markt.
Tienen ligt vlak naast de snelweg E40 Brussel-Luik en is dus ook makkelijk bereikbaar met de wagen of autobus. Neem afrit 25 Tienen/Hoegaarden en volg richting Tienen.
Gratis parking
Station1200 plaatsen
Kazerne centrum700 plaatsen
Alexianenweg77 plaatsen
t Hoekske63 plaatsen
Electrabel60 plaatsen
De route vertrekt op de Grote Markt van Tienenmet als bezienswaardigheden de O.L.-Vrouw ten Poelkerk, Heldensquare, stadhuis en de stadshallen met het suikermuseum.Al vlug komen we tussen de graan- en bietenvelden en ontdek je op de glooiende hellingen kleine bosjes : "haagjes in het landschap" - vandaar de naam Hageland.De route loopt verder langs Vissenaken, in de vallei van de Velpe, Kumtich en Oorbeek in de Menevallei.
WAT KOMEN WE TEGEN :
- De grote markt in Tienen is al een belevenis op zich
- Groot Overlaar
- Ast met zijn astveld waar ook een vliegveld ligt
- Goetsenhoven
- Ramshoven
- Hakendover
- Bosselhoeve
- Langs het wissebosover de Sitterbeek en de Ganzendriesnaar oplinter
- St.Huibrechtskapel
- Stok
- Sint-Margriete-Houtem
- Sint-Martens
- Vissenaken Sint-Pieters
- Breisem
- Kumtich met zijn St-Barbarakapel en het kratelbos
- Langs de Zegelberg, over rivier de Pomp terug baar Tienen
Koksijde, Veurne, Ghyvelde, Les Moëres, Wulpendamme, Kerkepanne, Oosthoek, De Moeren, Koksijde-Bad, Adinkerke, Witte Burg, Galopen, Oostduinkerke, Bulskamp, De Zeepanne, Noordveldhoek, Bewesterpoort
Deze route start aan de hoofdkerk halverwege tussen Oostduinkerke-Bad en Oostduinkerke-Dorp.
We volgen eerst een 5-tal km één van de mooiste trajecten uit de kustfietsroute tot in St. Idesbald (Koksijde) Vandaar trekken we richting de polders naar Adinkerke.
In Adinkerke fietsen we een heel eind langs de oudste duinen van de Belgische kust: De Cabourg-duinen.
We steken zelfs de Belgisch-Franse grens over naar Ghyvelde.
We rijden tot voorbij de autostrade naar Calais en draaien hier het unieke landschap van de Moeren in.
De Moeren werden pas in de 17de eeuw drooggelegd.
Het gebied ligt nog steeds onder de zeespiegel en overtollig water wordt opgepompt naar hoger gelegen gebieden en afgevoerd.
Het landschap wordt getypeerd door rechte verbindingswegen afgezoomd met bomen en door vierkante of rechthoekige percelen. Hier en daar staat nog een oude windmolen of de resten ervan waarmee water werd opgevijzeld (via de schroef van Archimedes).
Na een heel stuk van dit landschap te hebben doorkruist komen we aan bij De Barke: het enige openluchtcafé van Vlaanderen, waar we verwelkomt worden door de immer gastvrije kastelein.
Je moet er zeker een Moerduvel proeven. Een plaatselijke cocktail van bier met picon die smaakt naar meer.
Maar ook niet teveel; we hebben nog een 14-tal km voor de boeg door het prachtige landschap van Veurne-Ambacht tot aan ons vertrekpunt in Oostduinkerke. Met dank aan GPS-Tracks
De Cabourduinen zijn met hun 5000 jaar de oudste duinen aan de Belgische kust. Ze danken hun naam aan de eerste eigenaar Charles Cabour, een reder uit Duinkerke. Tijdens WOII werd het gebied gebruikt om het lokale Belgische leger van vers drinkwater te voorzien. Er bevinden zich nog 5 bunkers op het domein, die nog getuigen van de aanwezigheid van het leger.
De Cabourgduinen - hun vorm is eigenaardig met een lengte van 13 kilometer bij hooguit 400 meter - langs Adinkerke zijn de oudste van de Belgische kust. Daar zijn ook de oudste archeologische vondsten weergevonden. Die gaan terug naar de prehistorie, het steentijdperk. De duinen zelf zijn fossielen, waren ooit - ruim 5.500 jaar terug - pal aan zee gelegen, maar na die lange verwijdering van de zee is de grond er totaal ontkalkt en groeien er de meest merkwaardige en zeldzame planten. De naam Cabour wijst op de naam van de vroegere eigenaar, die er in 1906 ook een kasteel liet bouwen
De Romeinen noemden het Atuatuca Tungrorum. Nu is Tongeren de oudste stad van België, een internationaal trefpunt voor liefhebbers van cultuur, kunst en antiek. U ontdekt het wanneer u de stad met de fiets verkent.
Tot ver buiten de Tongerse stadswallen lieten de Romeinen duidelijke sporen na. Fietsend door het zuidelijke deel van Haspengouw, met zijn holle wegen en beeldige kerkdorpjes, ontdekt u keer op keer nieuwe bewijzen van de Romeinse aanwezigheid en invloed.
De Tongriafietsroute, in het zog van de Oude Belgen.
De Tongriafietsroute leidt u door de oude stadskern, langs rustige binnenwegen en met extra aandacht voor archeologie en het Gallo-Romeins verleden.
DE ROUTE :
De route loopt over Piringen Zammelen Overrepen Neerrepen Sint Huibrechts Hens sHerenhelderen
- Burcht van Kolmont De burcht was een onderdeel van de gordel van versterkingen aangelegd door de graven van Loon. De donjon is het belangrijkste overblijfsel.
- Kasteel van s Herenelderen Het u-vormige waterkasteel was de residentie van de heren van s Herenelderen. Aan de rechterkant van kasteel staat een gesloten 17de eeuwse kasteelhoeve met poortgebouw en duiventil, rond het kasteel bevindt zich een park in landschapsstijl.
Deze kerk staat opvallend op een heuvel. Ze heeft een Romaanse oorsprong. Het middenschip, en de onderbouw van de toren en het dwarsschip dateren van rond 1100. In het interieur zijn de arcadebogen nog origineel en Romaans. Ook het portaal in de noorderbeuk is nog origineel.
Het gros van de toren is waarschijnlijk in de 13e eeuw opgebouwd, en werd in de 18e eeuw nog verhoogd.
- Kasteel Scherpenberg Scherpenberg was een belangrijk leengoed met kasteel dat afhankelijk was van het leenhof Hamal te Rutten. Een lid van de familie van Scarpenberh was in 1285 schout te Tongeren. Slechts een toren van de oude bucht bleef bewaard. Herman Vaes bouwde er in 1579-1580 een huis met schuren en een brouwerij. Het woongebouw werd tijdens de Franse Revolutie door brand vernield. In de 19de eeuw werd een nieuw woonhuis gebouwd en werd er ook een vleugel bijgebouwd. Boven het poortgebouw dat midden 17de eeuw werd gebouwd, staat een verweerde steen ingemetseld met de wapens van Vaes en Schroots (André Vaes huwde in 1685 met Jeanne Schroots). De steen werd aangebracht in 1697 omdat het goed toen terug in het bezit kwam van de familie Vaes
- Kasteel Rosmeulen : Het kasteel Rosmeulen vertoont kenmerken van de Jugendstil. De ronde koepel is eerder een Oosters element.Het kasteel is omheind door een prachtig smeedijzeren traliehek.Op de toegangsbrug staan een reeks eigenaardige figuren,o.a. leeuwen met meisjeskoppen. In het prachtige park staat de buste van de heer Roismeulen bouwer van dit kasteel.
- Kasteel van Hamal Van de oorspronkelijke burcht is enkel een Romaanse donjon overgebleven. De huidige residentie werd in 1770 gebouwd in opdracht van Baron de Haxhe. Het interieur is rijkelijke versierd met stucwerk en Italiaanse muurschilderingen met trompe loeil. Tip: rond het kasteel bevindt zich een goed bewaard landschapspark
- Hoeve Mot in Rutten
- Burchtruïne van RuttenVan de met mergelstenen gebouwde woontoren resten enkel nog de buitenmuren.
- De Daalmolen : De Dalemolen werd ook wel Schaliemolen, Moulin al Xhaille of Siversteenmolen genoemd. Hij is stroomafwaarts van de dorpskern van Lauw gelegen. Hij hoorde in het begin van de dertiende eeuw aan het Sint-Kruiskapittel van Luik toe, dat tevens grondheer van Lauw was. Door ruiling verwierf prins-bisschop Hendrik van Gelder in 1247 deze heerlijke rechten en de molen. Hij deelde het dorp Lauw toen bij de stadsvrijheid Tongeren in. Zijn opvolger Jan van Vlaanderen, schonk de Dalemolen echter in 1288 aan de abdij van Beaurepart te Luik.
- De Beukenberg Domein BeukenbergDe Beukenberg is een mooi wandelgebied vlakbij het centrum van de stad. Het domein is een kunstmatig aangelegde heuvelrug welke in de Romeinse tijd fungeerde als onderbouw van een aquaduct. De plaatselijke wandelroutes leiden je door een mooi landschap.
EN BEZOEK ZEKER DE STAD TONGEREN WANT DEZE MENEER MOET JE GEZIEN HEBBEN
De route loopt van Stekene naar Klein-Sinaai Wullenbos groene put naar en langs de Nederlans-Belgische grens naar Prekeke en de E34 Kluizemolen Kemzeke Sint-Pauwels Stekene
WEETJES :
De Schandpaal
Deze schandpaal waaraan vroegere schurken weren ten toon gezet dateerd uit 1774, en werd vervaardigd door de steenhouwer J.E. De Lateur. De schandpaal is gesitueerd op het marktplein waar het vroegere kerkhof is geweest. De schandpaal heeft tijdlang op de hoek van de Bormte gespaan, verdween en werd opgevist door de Koninklijke Oudheidkundige kring van het Waasland en belandde zo in de tuin van het Museum van Sint-Niklaas. In 1975 werd de schandpaal opnieuw in eigen midden gebracht. Het heraldisch leeuwtje bovenaan is van de beeldhouwer Werner Heyndrickx en dus van recentere datum.
De Fait-divers uit 1637 hadden Hans (Jan)Van Steene, woonachtig nabij de Wildernis, van duivelskunstenarij beschuldigd en deze zou, veroordeeld door het kasteel van Rupelmonde,naar de brandstapel worden geleid te Stekene. De schandpaal aan de Bormte werd ter zijner nagedachtenis opgericht. die plek noemde men in Stekene 'Hanske van Steenes Kerkhof'. Tevens werd er in 1986 een massaspel georganiseerd tr ere van Jan Van Steene. Net over de grens is er trouwens nog het dorp met de naam St-JansSteen.
Het Reynaertbeeld
Albert de Smedt en Arnoud Heyse bij de inwijding van de Stekense Vos nabij het marktplein eind 1988.
Stekene is steeds verbonden geweest met het dierenepos 'Van den Vos Reynaerde' Om deze verbondenheid te benadrukken werd dit monument van de beeldhouwer A. De Smedt opgericht
De route loopt van Sint-Niklaas over Sint-Gilles Waas - Nieuwkerken Waas - Recreatiepark "De Ster" - Velle - Industriepark Noord - Steenbakkerij
WEETJES :
De stad Sint-Niklaas is een moderne centrumstad met bijna 70.000 inwoners, waar er op elk vlak wat te beleven valt. Als hoofdstad van het landelijke Waasland heeft ze een belangrijke regionale aantrekkingskracht.
Sint-Niklaas wordt als hoofdstad van het Land van Waas aanzien. De stad is ook gekend om zijn marktplein, het grootste van België.
Met de markt wordt vaak de traditionele concrete markt bedoeld die op een plein wordt georganiseerd, en waar marktlieden in stalletjes waar aan de man proberen te brengen. Het woord markt is afgeleid van het Latijnse woord mercatus, hetgeen markt en handel betekent
Een algemene markt waar alle soorten producten worden aangeboden wordt aangeduid als een warenmarkt, maar er zijn ook gespecialiseerde markten. Zo spreken we ook bijvoorbeeld over een groentenmarkt, een vismarkt, een textielmarkt, een eiermarkt, et cetera. Ook kan een markt genoemd worden naar een gebeurtenis die plaatsvindt of gevierd wordt ten tijde of omstreeks het tijdstip waarop de markt plaatsvindt. zoals: de kerstmarkt en de nieuwjaarsmarkt.
Panorama Grote Markt
Het Waasland wordt in het noorden begrensd door de staatsgrens met Nederland, in het oosten door de Schelde, in het zuiden door de Schelde en de Durme, en in het westen door de Durme.
Het was oorspronkelijk een overwegend agrarisch gebied, bekend door zijn typische panorama's van bolle velden begrensd door knotwilgen.
In het wapenschild van het Waasland is een raap terug te vinden.
In het bekende Middelnederlandse dierenepos 'Van den Vos Reynaerde' komen tal van plaatsnamen uit het Waasland voor, bijv. Daknam en Belsele.
In de Middeleeuwen vormde het Waasland de noordoosthoek van het graafschap Vlaanderen.
Grote delen waren dunbevolkt. Een groot bosgebied strekte zich uit van west naar oost, het zogenaamde Koningsforeest. In het gebied kwamen in de Middeleeuwen geen steden tot ontwikkeling.
De zandgronden in het centrum van het Waasland zijn weinig vruchtbaar, in tegenstelling tot de zandleemgronden in het zuiden, vandaar ook veel schapehoeders
Het noordoosten was aanvankelijk veengebied, dat in de late Middeleeuwen intensief afgegraven werd. Bij overstromingen in de zestiende eeuw raakte het volledig onder water. Later is het weer ingepolderd.
Opitter is een dorp in de Belgische provincie Limburg en de grootste deelgemeente van Bree. Het heeft een brouwerij, Sint-Jozef genaamd, die vooral bekend is om haar streekbieren zoals Ops-Ale, Pax Pils, Bokkereyer en vele andere. Het heeft ongeveer 1500 inwoners. Sinds 1977 is het een deelgemeente van Bree. In Opitter vind je ook de Pollismolen, een tot hotel/restaurant verbouwde watermolen
Een route die de twee gemeenten Meeuwen en Gruitrode en de omliggende gebieden ontdekt
Solterheide is een gebied met een oppervlakte van 835 ha. Het is een gebied van naaldbossen, afgewisseld met hooilanden, akkers, houtwallen en kastanjedreven. Solterheide maakt deel uit van een uitgestrekt en bijzonder waardevol landschap: 'De Hoge Kempen'. Het betreft een kleinschalige afwisseling van eiken en dennenbossen met landbouwpercelen. De bosoppervlakte overweegt op het landbouwgedeelte. Het gebied grenst tevens aan de vallei van de Itter- en Eetsevelderbeek.
Tussen KP 35 en KP 34
- Het Gruitroderbos
- Het staatsbos Ophovenerheide
Tussen KP 33 en KP 04
- We rijden langs het schietterrein
- De Meeuwerheide
Tussen KP 04 en KP 03
- De Gielisheide en de Berenheide
Tussen KP 03 en KP 02
- Erpekom en Elikom
Tussen KP 02 en KP 31
- de bunders
- de Zoetebekerheide
- de Muizendijk
- Het Kopshof
- De brandheide
Beschermd natuurgebied in Voorshoven (Neeroeteren) In de brand, een onderdeel van de Vallei van de Itterbeek, tref je zowel een landbouw- als een bosgebied aan. Het bosgebied (het Sustje) bestaat voornamelijk uit populieren, sparren, eidken en haagbeuken. De weilanden zijn relatief vochtig. De Brand heeft een bijzondere vogelrijkdom. In de vallei van de Itterbeek kun je vrij wandelen. Er is een uitgestippeld wandelpad van 8,5 km dat vertrekt aan het bezoekerscentrum aan de kerk van Voorshoven.
Tussen KP 31 en KP 36
- Het Itterdal Aan de oostzijde van het Kempense plateau verloopt de overgang naar de Maasvallei erg bruusk. Van een hoogte van ongeveer negentig meter duikt de rand van het plateau opeens veertig meter dieper. Meteen weet u hoe Opitter en Neeritter, beide langs de Itterbeek, aan hun naam kwamen. Er borrelt trouwens flink wat water op uit de verborgen diepten van het plateau. Een handvol beken dat uit de bronnen ontstond, schuurde diepe valleien uit het plateau. De Itterbeek is ongetwijfeld één van de mooiste voorbeelden. Langs weerszijden van de beekvallei ontstonden er steile hellingen. Het is geen toeval dat net langs dit deel van de beek heel wat watermolens werden gebouwd. Het water krijgt er immers plots een groot verval.
De Nete is een rivier in België in het Stroomgebied van de Schelde. Lier ligt aan de samenloop van de Grote Nete en de Kleine Nete.
Zoals Felix Timmermans het uitdrukt: "waar de drie kronkelende Nethen een zilveren knoop leggen". Stroomafwaarts vanaf Lier heet de rivier gewoon Nete of ook wel Beneden Nete. Deze vloeit bij Rumst samen met de Dijle en vormt zo de Rupel, die uiteindelijk uitmondt in de Zeeschelde. Tot aan Grobbendonk op de Kleine Nete is de getijdewerking merkbaar.
De Grote Nete is een zijrivier van de Nete in het stroomgebied van de Schelde.
De Grote Nete ontspringt nabij Hechtel-Eksel. Vanaf Lier stroomt ze samen met de Kleine Nete en vormt ze de Nete of de Beneden Nete, soms daar ook verder Grote Nete genoemd.
Haar voornaamste zijrivieren zijn de Wimp en de Grote Laak.
De Kleine Nete is een zijrivier van de Nete in het stroomgebied van de Schelde.
De rivier ontstaat uit vele door regen gevoede beekjes in het gebied tussen Arendonk, Retie en Mol-Postel in de Belgische Kempen, en bevat veel in Vlaanderen zeer zeldzame vissen. Vanaf Lier stroomt ze samen met de Grote Nete en vormt ze de Nete of de Beneden Nete.
Haar voornaamste zijrivieren zijn de Molenbeek, de Aa en de Wamp.
De Kleine Nete stroomt door volgende gemeenten : Retie, Kasterlee, Geel, Olen, Herentals, Vorselaar, Grobbendonk en Nijlen.
Deze route loopt over Hombeek Laar Tisselt Willebroek Rumst Leest - Heffen
We rijden langs o.a. De Zenne Willebroekse vaart De Rupel
WAT KOMEN WE TEGEN :
- Kasteel van Relegem
Net voorbij de provinciegrens met Brabant komen we langs het park en de gebouwen van het kasteel van Relegem (1760). Het open landschap biedt hier mooie vergezichten, sporadisch onderbroken door enkele boerderijen. http://genk.com/028/
- Kasteel Ekspoel
- Hoeve De Vleug
Hoeve De Vleug is een 18de eeuwse abdijhoeve uit 1783, met een oudere oorsprong. De hoeve is een unieke getuige van het vroeger agrarische Willebroek. De bewaarde gebouwen met woonhuis, stalling en schuur vormen de karakteristieke bestanddelen van een hoevebedrijf. Het omliggende jachtgebied met onder meer een deels verdwenen toegangsdreef, strekt zich uit tot aan de Willebroekse vaart. Hoeve de Vleug werd in 1998 omwille van zijn historische waarde als monument beschermd
- Provinciaal domein Broek-De Naeyer
Het broek De Naeyer is een provinciaal domein met eveneens een unieke fauna en flora. In het gebied loopt een wandelpad langs vijvers, moerassige gronden en een oude spoorwegberm met typische plantengroei. Een deel van het gebied wordt beheerd als reservaat en is enkel toegankelijk op afspraak.
- Sportwaterbaan Hazewinkel De roeibaan werd in 1978 uitgegraven met als bedoeling de verlaten kleiputten te dempen in het kader van de sanering van de Rupelstreek. De Olympische watersportbaan van het Bloso centrum Hazewinkel is gelegen tussen de groot-steden Brussel en Antwerpen. Deze ideale watersportbaan ligt centraal in Europa. Het BLOSO centrum is één van de belangrijkste topsportcentra in Vlaanderen.
Het Zennegat is de plaats in Battel in Mechelen waar verschillende waterlopen samen lopen. De Zenne komt er samen met de Kanaal Leuven-Dijle (Leuvense vaart) en de Dijle, die enkele honderden meters verder dan weer samen met de Nete uitmondt in de Rupel. Het stukje Dijle tussen het Zennegat en de monding in de Rupel wordt in de volksmond de Koestaart genoemd
Rijden we langs het Albertkanaal en de gevangenis van Hasselt
HASSELT - Nieuwe gevangenis
Op 20 december 1996 besliste de ministerraad om een nieuwe gevangenis in Limburg te bouwen.
De voorkeur ging naar de Herckenrodesingel omwille van de ligging, de vlotte bereikbaarheid, de oppervlakte, de afmetingen van het terrein, de gesteldheid van het oppervlakte en de ondergrond, de synergie met de omgeving en de stedenbouwkundige randvoorwaarden.
De werken startten in april 2002. In oktober 2004 was de gevangenis voltooid.
bestaan hoofdzakelijk uit aangelegde visvijvers en weilanden. De aanvoer van water dat verrijkt is met talloze meststoffen heeft de rijke flora geen goed gedaan. We krijgen immers een toenemende verruiging van de begroeiing.
Dit reservaat is echter vooral gekend voor zijn grote vogelrijkdom. Talrijke soorten vinden hier een geschikte pleister- en broedplaats. De meeste binnenpaadjes zijn dan ook afgesloten voor het publiek omdat de vogels anders te veel gestoord zouden worden.
Kiewit is een openbaar natuurdomein van de stad Hasselt met een oppervlakte van meer dan 100 ha. De wandelaar vindt er bewegwijzerde wandelpaden van verschillende lengtes die langs de mooiste hoekjes van ons domein leiden, ook kan je via deze wandelpaden naar domein Bokrijk wandelen.
De voor ons land unieke natuurtuin is zeker ook een bezoek waard. In deze tuin, die op een natuurlijke wijze geëvolueerd is, vind je haast al de wilde planten die vroeger in Limburgse weiden voorkwamen.
Tussen 91 en 71
Provinciaal domein Bokrijk,
Het Domein Bokrijk heeft een grote fun-factor! Naast het Openluchtmuseum staan er nog tal van andere dingen op het programma in Het Domein Bokrijk.
Met de grootste speeltuin van het land, Het Bokrijk Adventure Park, de groene oase van rust met de wandelroute Bokrijk Kiewit en nog veel meer heeft het domein alles in huis voor een geslaagde daguitstap. En dit voor jong en oud!
In Bokrijk gaat het leven zijn gangetje, op het ritme van de natuur. De ochtendzon priemt doorheen het weelderig groen bladerdak en tovert een kleurrijk lichtspel op het Kempens plein. De kerkklokken luiden en de windmolen komt traag op gang. De pastoor maakt zich klaar voor de donderpreek. En terwijl de boer en de boerin zich opwarmen aan het haardvuur patrouilleert de champetter met waakzame blik door het dorp. De heerlijke geur van versgebakken brood bij de lokale bakker doet de kinderen, op weg naar school even talmen. Benieuwd wie de strenge onderwijzer vandaag de ezelsoren zal opzetten?
Tussen 71 en 72
Boxbergheide, Winterslag
De parochiekerk van Boxbergheide is toegewijd aan de heilige Jan Baptist de la Salle. De kerk werd in 1966-1967 gebouwd naar een ontwerp van de Hasseltse architect Van de Vondel. Tussen 1952 en 1967 had men diensten gehouden in een noodkerk.
De wijk wordt doorsneden door de spoorlijn Hasselt-Genk, maar de stopplaats die een tijdje bestond leverde te weinig reizigers op om deze open te houden. Vanaf Boxbergheide liep een aftakking van de spoorlijn naar de vroegere mijnen Winterslag, Zwartberg en Waterschei.
Tussen 70 en 82
Natuurreservaat De Maten, het diepenbekerbos
De Maten Diepenbeek sluit aan bij het 300 ha. grote reservaat De Maten Genk.
Een moerassig gebied met duinkammen, vijvers, dijken, moerasbosjes, droge en natte heide. Er lopen verschillende wandelpaden doorheen. De grootste omloop "Het Augustijnerpad", bedraagt zowat 6 km, vertrek is in de Sluisstraat.
Tussen 98 en 97
Het golfterrein in Godsheide en de Japanse tuin
De aanleg van de Japanse tuin is een gezamenlijk initiatief van de steden Hasselt en Itami(Japan) dankzij de jumelageband die op 5 april 1985 werd ondertekend. De Japanse tuin is ontworpen door de meest vooraanstaande Japanse ontwerpers en dat met respect voor historisch bepaalde regels. De 2,5 ha grootte tuin is zijn kinderschoenen ontgroeid. Hij werd aangelegd in 1992. Bomen en heesters hebben de tijd genomen om volop uit te groeien en het vormbepalende decor van rotsen, waterpartijen en gebouwen verder aan te kleden. Via de westelijke tuin komt de bezoeker in de centrale tuin met de twee fraaie gebouwen. De oostelijke tuin is uitgevoerd als kerselarenpark en uitgerust met banken om te genieten van het uitzicht. FOTO HLN
ARGUS, vzw Kempens Landschap, Natuurpunt en VLM laten je al fietsend kennis maken met het prachtige gebied van de Merode, het gebied tussen Nete en Demer, het land van de Witte van Zichem.
ROUTE 3
Demerbroekenroute
Vertrek : Je start aan Huize Ernest Claes in Zichem
Ernest Claesstraat 152, 3270 Scherpenheuvel-Zichem (open: mei, juni en september:
dinsdag en woensdag van 13u tot 17u, zon- en feestdag van 13u tot 18u - juliaugustus:
dinsdag tot en met vrijdag van 13u tot 17u, zon- en feestdag, van 13 tot
18u - oktober tot april: dinsdag en woensdag van 13u tot 17u).
Afstand :16,1 km Als je de uitloper naar de Heimolen meeneemt, rijd je 22,1 km.
Bewegwijzering :
fietsknooppunten, herkenbaar aan de wit/groene bordjes met omcirkelde cijfers.
De tocht loopt door de Demervallei. Blikvangers onderweg:
De Maagdentoren en de ijzerzandstenen kerk van Zichem, de watermolen van Testelt, de Heimolen in Langdorp, Averbode Bos & Heide en de abdij.
De wegen zijn vaak onverhard, fietsen met dikke banden zijn eenaanrader.
Neem bij warm weer voldoende drank mee. Enkel in de dorpscentravan Testelt, Averbode en Zichem zijn er horecagelegenheden. Aan de abdijstaan er ijsjesventers. Picknicken kan je in het speelbos
DE ROUTE :
- Sla de Ernest Claesstraat rechtsaf, en rij naar knooppunt 58
aan de spoorwegovergang. We rijden dan verder naar knooppunt 59, aan de Oude
Demer. Net voor het water slaan we linksaf, richting knooppunt 93. Rij naar de
Maagdentoren.
- Keer terug naar knooppunt 59, waar de Oude Demer de Ernest Claesstraat kruist.
Daar ga je linksaf, richting knooppunt 57. Net voor de Nieuwe Demer (zo heet de
volgende Demerarm) sla je rechtsaf, nog altijd richting knooppunt 57. Je fietst nu
evenwijdig met de Nieuwe Demer. Aan het einde van de fietswegeltjes kom je uit
aan de watermolen van Zichem.
- Volg opnieuw knooppunt 57. Na een vijftigtal meter rij je rechts de hoofdweg, de
Pater R. Van De Wouwerstraat, in (aan je linkerkant zie je de kerk van Zichem).
Recht tegenover de hoofdingang van de kerk sla je rechts Ter Elzen in. Aan de eerste
bocht ligt het oude klooster. Nu even opletten! Even voorbij die bocht - net
achter de kloostermuur - sla je rechts een smal aarden pad in. Na nog wat bochtenwerk
fiets je op een lang pad, dat de Hamerstraat verbindt met de Van
Thienwinkelstraat. Aan je rechterkant ligt een grote open ruimte. Er staat een
alleenstaande boom, een huis en - in de verte - een jachtkansel. Waar het aarden
pad uitkomt op de Van Thienwinkelstraat is het tijd om even op adem komen...
- Rij verder tot knooppunt 57. Daarna volg je knooppunt 56. Zo nader je de dorpskern
van Testelt. Rij de brug over de Demer over en sla linksaf naar de watermolen
- Rij verder naar knooppunt 56. Je rijdt eerst even naast de spoorweg. Op het
moment dat de weg de spoorweg naar links verlaat even opletten. De weg van het
knooppuntennetwerk maakt na 50 meter een haarspeldbocht van 180° naar
rechts, maar die volgen we nu nog niet. Je verlaat dus even het knooppuntennetwerk
en rijdt gewoon verder rechtdoor de aarden weg op, met aan de linkerkant
een rij prachtige bomen. Waar de rij bomen eindigt, maak je straks rechtsomkeer
- Maak rechtsomkeer en fiets wat verder door de tunnel onder de spoorweg. Trek
verder richting fietsknooppunt 56. Wie graag de uitbreiding naar de Heimolen wil
volgen (5 km extra) volgt aan knooppunt 56 verder richting knooppunt 19 tot aan
de Heimolen. Keer later langs dezelfde weg terug. Wie niet naar de Heimolen wil,
volgt verder de routebeschrijving op blz.15.
- Terug naar knooppunt 56. Daarna volg je knooppunt 18.
In dit gebied moeten de bestaande dennenbossen volgens de richtlijnen van een
Natuurontwikkelingsplan evolueren naar gemengd bos en naar een meer open
landschap met hoge natuurwaarde.
De weg gaat stilaan stijgen. Als je dicht bij knooppunt 18 bent, merk je aan de
rechterkant een speelbos met een zitbank en andere houten constructies. Even
uitblazen.
- Fiets verder richting knooppunt 18 en later 25. Tussenin vind je de abdij van
Averbode.
- Rij verder naar knooppunt 25 en verder naar 58. Zo kom je opnieuw uit op de
ARGUS, vzw Kempens Landschap, Natuurpunt en VLM laten je al fietsend kennis maken met het prachtige gebied van de Merode, het gebied tussen Nete en Demer, het land van de Witte van Zichem.
ROUTE 2
Averbode Bos & Heideroute
Vertrek : Afspaning Den Eik
Grensstraat 45, 2430 Laakdal (1 april - 30 september: alle dagen open vanaf 10 u /
Schoolvakanties: alle dagen open / 1 oktober - 31 maart: maandag gesloten - open
vanaf 11 u).
Afstand : 14.6 km
Bewegwijzering :
fietsknooppunten, herkenbaar aan de wit/groene bordjes met omcirkelde cijfers.
Langs het natuurgebied Averbode Bos & Heide en het natuurgebied Gerhagen.
Blikvangers: het Bosmuseum Gerhagen, de autovrije Luikerdreef en de abdij van Averbode.
DE ROUTE :
- Rij naar knooppunt 18 en volg dan 25. Aan je linkerkant vind je de abdij.
- Rij recht tegenover de abdij de dreef in (voorzichtig, gaat snel bergafwaarts), tot
knooppunt 25. Sla na zowat 300 m links af, volg knooppunt 334.
- Rij tot knooppunt 334, waar je nog eventjes 150 m rechtdoor rijdt (i.p.v. onmiddellijk
naar 15). Daar sla je rechts af (volg de bordjes Bosmuseum, VVV-toren, enz).
Aan je linkerkant zie je een bezoekerscentrum met een grote uitkijktoren. Allen
daarheen!
- Fiets even terug naar knooppunt 334 en rij nu richting knooppunt 15.
Zowat 1 km verder ligt de Peerdenposterij
- Rij naar knooppunt 15 en dan richting 14. Op een bepaald ogenblik steek je de
drukke Turnhoutsesteenweg over. Je rijdt een aarden weg in. Aan het einde ervan
is een T-splitsing. Er achter ligt een weide. Vaak staan daar ezeltjes, in de schaduw
van een grote, trotse eik.
- Rij verder tot knooppunt 14 en volg dan 17.
Als je op de openbare weg komt, wijk je even af van deknooppuntenroute.
Je volgt dan de pijl VEERLE-HEIDE tot aan het dorpsplein.
De dorpskern van Veerle-Heide werd niet lang geleden heraangelegd.
- Verlaat de dorpskern op dezelfde manier als je gekomen bent. Rij naar knooppunt
17. Daar draai je naar links, richting knooppunt 18. Je rijdt nu opnieuw op een
mooie weg tussen de bossen, namelijk de Grensstraat. (Deze naam geeft aan dat
we ons hier op de grens Scherpenheuvel-Zichem/Laakdal en provincies Antwerpen
en Vlaams-Brabant bevinden.) Na een honderdtal meter zie je houten paaltjes in
het midden van de weg, die verder alleen fietsers (en voetgangers) doorlaten.
Onmiddellijk daar achter heb je een wegeltje naar links. (We fietsen dit wegeltje
niet in). Daar is het weer tijd om even uit te blazen.
- Fiets verder richting knooppunt 18 en zo kom je terug uit op de startplaats Den Eik.
ARGUS, vzw Kempens Landschap, Natuurpunt en VLM laten je al fietsend kennis maken met het prachtige gebied van de Merode, het gebied tussen Nete en Demer, het land van de Witte van Zichem.
ROUTE 1
Kempenroute
Vertrek : Afspaning Den Eik
Grensstraat 45, 2430 Laakdal (1 april - 30 september: alle dagen open vanaf 10 u /
Schoolvakanties: alle dagen open / 1 oktober - 31 maart: maandag gesloten - open
vanaf 11 u).
Afstand : De korte tocht is 17,2 kmlang. De lange tocht (tot Westerlo) bedraagt. 22,5 km.
Bewegwijzering :
fietsknooppunten, herkenbaar aan de wit/groene bordjes met omcirkelde cijfers.
De tocht loopt door de Kempense bossen langs Hertberg en Bergom tot
aan het kasteel van de Prins de Merode in Westerlo.
Via landelijke wegen keer je terug naar Den Eik.
DE ROUTE :
-En dan nu: de fiets op! Als je het terras van Den Eik verlaat en over de parking
richting straat rijdt, vind je aan je rechterkant een fietspad tussen de bomen dat je
naar fietsknooppunt 17 leidt. Daar start de tocht!
-Vanaf knooppunt 17 volg je richting knooppunt 88.
Je rijdt eerst door bossen en later langs landelijke gebieden met weidelanden. Op
een bepaald ogenblik fiets je langs de Degstraat en draai je rechts de Poedertoren
in. Je bevindt je nu in een dreef met eiken.
-Rij verder naar het knooppunt 88. Je rijdt een poosje op een fietspad langs een steenweg.
Aan knooppunt 88 (met aan de overkant de taverne Mie Maan)
-Wie voor de korte fietstocht (17 km) kiest, rijdt nu naar knooppunt 13,
Wie verder naar Westerlo wil, volgt knooppunt 84.
Dit is zeker een aanrader! Ofheb je vandaag misschien al een kasteel gezien?
We rijden nu over het grondgebied van Bergom. Op de onverharde weg aan de
Mariagrot kunnen we even op adem komen
-Rij nu verder in de richting van knooppunt 84. Zo kom je aan een rivier met een brug
erover. Neem het zandweggetje vóór je de brug opgaat naar links. Dan kan je na 200
meter een blik gooien op de achtergevel van het kasteel van de prins de Merode.
-Als je het kasteel bewonderd hebt, keer dan terug naar de brug en hou daar even
halt aan de Grote Nete.
-Rij nu verder naar fietsknooppunt 84. Let goed op de fietsknooppuntbordjes zodat
je de rustige wegen niet verlaat!
-Rij nu verder naar knooppunt 89. We fietsen nu over het grondgebied van de
gemeente Herselt. Volg de weg verder naar knooppunt 13 en volg dan nog eventjes
knooppunt 14. Hou even halt bij het kruisen van de Herseltseweg.
-Volg daarna opnieuw knooppunt 14.
Langs de Peirenstraat, als je links de Schransstraat gepasseerd bent mag je eventjes op adem komen.
-Fiets verder naar knooppunt 14.
Van hieruit volg je opnieuw knooppunt 17 en even knooppunt 18.
In het laatste stuk bos van onze tocht zal je opvallend veel varenszien.
-Volg verder knooppunt 18 tot aan Den Eik.
Hier eindigt onze fietstocht. Misschien met een drankje op het terras of een bezoekje aan het klompenmuseum?
-Vanuit het sportcomplex ga je het bruggetje over en zo kom je op een stuk rijweg dat parralel loopt met de
ring van Mol. In de zone rond het overdekt zwembad, de sporthal, de sportterreinen, het jeugdhuis Tydeeh en kinderdagverblijf Molleke komen functies als wonen, wandelen, fietsen, ontmoeting en recreatie op de eerste plaats.
Links draaien richting rode lichten en je zit op de route richting KP 56
Tussen KP 56 en 55
Je doet twee deelgemeenten van Mol aan nl. Ginderbuiten en Gompel
Tussen 55 52 51 50 73
We rijden een lang stuk langs het kanaal Kwaadmechelen Dessel, langswaar we ook het
De stranden van Mol passeren ; het Zilvermeer,het Zilverstrand en ook het Ecocentrum De Goren
Een dagje uit, een hagelwit strand en een heldere, zuivere zwemvijver. Speeltuinen voor elke leeftijd, sportmogelijkheden, evenementen en een heleboel overnachtingsmogelijkheden. Dat is het Zilvermeer! het Zilverstrand : http://toerisme.gemeentemol.be/Het_zilverstrand/2778/default_toerisme.aspx?_vs=0_N&id=2074&pg=2618 Naast witte stranden en een zwemplas beschikt het Zilverstrand nog over een belangrijke troef: grote delen van het domein zijn gereserveerd voor rust en de natuur. Aan het gebied paalt een stukje ongerepte natuur dat je complete rust geeft en contact met bomen, bloemen en vogels biedt. Wandel erdoorheen, kijk naar al die prachtige stukken heide, snuif de geuren op in de bossen, kom hier met respect en kom om te genieten. Het Zilverstrand beschikt over een prachtige camping.
Ecocentrum De Goren: Sinds 1993 vormt ecocentrum het hart van de Molse Meren. Het kenmerkende gebouw is omgeven door waterplassen, natuurgebieden, campings en recreatiedomeinen. Deze bijzondere ligging geeft meteen ook aan wat het doel is van het ecocentrum: toeristen verzoenen meet de natuur. Deze poortwachtersfunctie vult het ecocentrum in door volop te werken rond natuureducatie en door de toerist te bedienen met een uitgebreide toeristische balie. Natuur- en milieueducatie is toegespitst op leerlingen van het basisonderwijs. Het Ecocentrum is gesitueerd aan het Provinciedomein Zilvermeer in Mol. Je kan er terecht voor wandel- en fietsroutes. Er is een ruime parking voorzien waardoor dit de ideale vertrekplaats is voor een dagje natuur. Een aanrader voor fietsers is alvast de Vaarketsroute (40 km), deze brengt je langs de twee kanalen van deze regio. Je maakt ook kennis met de zandontginning. Voor de wandelaars is het interessant om weten dat veel wandelingen vertrekken vanop de parking van het Ecocentrum. In totaal heeft Mol 400 km wandelplezier, inclusief wegwijzers om het noorden niet te verliezen.
Knooppunt 74 : Aan knooppunt 73 gaan we de brug over naar 74 en daar ligt hij dan , de pannekoekenboot.: http://www.pannenkoekenbootdendiel.be/index%204.htm Je kunt hier kiezen uit 250 - tweehonderd vijftig - ambachtelijk gebakken pannenkoeken! Terwijl in de kombuis je bestelling verwerkt wordt, neem je best eens opnieuw de kaart voor de geschiedenis van dit schip en zijn technische gegevens. Het totale gewicht bedraagt 350 ton ... zonder pannenkoeken
Knooppunt 75 : Den Diel : Het natuurwandelpark den Diel bestaat grotendeels uit loofbos waarin bewust een natuurlijk beheer wordt gevoerd. Omgewaaide bomen blijven liggen want dood hout is een bron van nieuw leven in het bos. Centraal in den Diel vinden we oude sprietputten die inmiddels geëvolueerd zijn tot vijvers en ondiepe vennen. In en langs deze vennen heeft zich een zeldzame plantengroei ontwikkeld. Nergens in Vlaanderen komen zoveel verschillende soorten libellen voor als hier. Ook de reptielen en amfibieën zijn goed vertegenwoordigd.
Knooppunt 260 : De Blauwe Kei :http://users.telenet.be/deblauwekei/ De Blauwe Kei in Lommel, sluis 1. De eerste transportverbinding voor de industrie waren waterwegen. De Zuid-Willemsvaart, voltooid in 1826, had weinig invloed op de Limburgse industrialisatie. Van grote betekenis was de aanleg van het Kempisch Kanaal of de verbinding van de Schelde met de Maas in 1846. De belangrijke verbinding met Hasselt kwam pas in 1858 tot stand. Het gehucht De Blauwe Kei ontstond na het graven van het Maas-Scheldekanaal (1843-1855) en ontleent haar naam aan een grote leisteenachtige, meer westwaarts gelegen grenssteen tussen Mol en Postel. Bij verbredingswerken van het kanaal in 1926 zou deze steen onder opgespoten zand terecht gekomen zijn. De Geografische Dienst van België heeft zonder succes getracht deze steen terug te vinden. De oorspronkelijke steen zou door de Maas zijn aangevoerd in de loop der ijstijden, toen rotsblokken uit het Zuiden werden meegesleurd door een machtige stroom van gletsjers en smeltwater.
Tussen knooppunt 260 - 267 - 268 - 266 Hier rijden we langs het kanaal naar Beverlo Het kanaal neer Beverlo is een verbinding op het kanaal Bocholt-Herentals. Met een lengte van 15 km, is dit slechts een klein kanaaltje dat de verbinding maakt met het dok van het kamp van Beverlo.
Tussen knooppunt 60 en 59: We fietsen door een zeer bekend gebied, De keiheuvel (natuurpark) http://www.keiheuvel.be/ De Keiheuvel is een stuifduingebied aan de ingang van het terrein Keiheuvel-De Most. Verspreid komen vliegdennen voor, die hier in een natuurlijke successie groeiden. Deze strook vormt een prachtige entourage bij het binnenrijden van het Natuur- en recreatiepark Keiheuvel.
We fietsen ook nog door de dorpen Balen - Olmen - Hulsen en komen zo terecht in het gehucht "Heidehuizen" vanwaar we terugkeren naar ons vertrekpunt als we de verkeerslichten bereiken Oversteken en direkt links aanhouden naar de startplaats "Den Uyt"
Vanaf de watermolen steven je naar knooppunt 93> 96.
Onderweg steek je de drukke N18 Geel-Retie over en tegelijk ook de Witte Nete.
Je fietst nu eventjes op het grondgebied van Dessel waar je voorbij de historische hoeve Boerentang komt.
Zo bereik je knooppunt 96 aan het Kempisch Kanaal
Je volgt het jaagpad naar rechts in de richting van knooppunt 95.
Bij sas 6 staat een bijzonder huis. Café Sas 6 is een vooroorlogs café in de stijl van een typisch Kempens hoevetje dat na de Eerste Wereldoorlog een ontmoetingsplaats was voor schippers die in de file stonden voor de sluis.
Maar naast een pint drinken maakten de schippers er ook afspraken met voermannen wier paarden de schuiten 'jaagden'. Jagen is het voorttrekken van een schip met een dik touw.
Ondertussen is de grote drukte op het Kempisch Kanaal lang verleden tijd en hoeven schepen niet langer aan te schuiven voor de sluis. Toch heeft dit sascafeetje de tijden overleefd en maakt het deel uit van ons kanalenerfgoed.
Bij sas 7 (knooppunt 95) steek je de sluisbrug over naar de andere oever.
Je komt voorbij Dekshoevevijver, een vijvergebied dat beheerd wordt door de stad Geel.
Een rondje rond het vijvergebied telt zo'n 2 km.
Na knooppunt 20 volgt 21 aan sas 8, waar je uitzonderlijk, . . . maar op eigen risico, mag oversteken over
de sluisdeuren ondanks de verbodsvermelding 'Art. 95 van het KB 15.10.1935'.
Je blijft het jaagpad volgen richting knooppunt 22 en passeert Ten Aard, het meest noordelijk gelegen kerkdorp van Geel.
Bij knooppunt 22 moet je het Kempisch Kanaal verlaten en ga je weer op zoek naar de loop van de Kleine Nete.
Je houdt richting knooppunt 30 aan en komt in een open weidelandschap terecht.
Deze natte Netevallei was oorspronkelijk een ruig en moerassig laagveen.
Kort na de Tweede Wereldoórlog werd het gebied ontwaterd door de aanleg van kaarsrechte dijkwegen en een web van afwateringen.
Zo ontstonden geschikte weilanden voor de veehouderij. Elke boerderij kreeg 15 ha weiland toebedeeld.
Je krijgt aan je rechterkant de Molen van 't Veld in het vizier.
Die standaardmolen van 1796 stond oorspronkelijk in Heist-op- den-Berg, maar verhuisde in 1823 naar Geel-Elsum. Sinds 1992 staat hij op de Zeggedijk in de buurt van de Worfthoeve, waar ook een bakkerijmuseum gevestigd is. Op Zondagnamiddag laat een gelegenheidsmolenaarje het binnenwerk van de windmolen zien.
Je blijft de Zeggedijk volgen; de sloot naast de weg is de Zeggeloop.
Zegge is een geslacht van taaie grassen die het goed doen in vochtige, moerassige gronden.
Maar De Zegge is ook de naam van het beschermde natuurgebied dat je links ziet liggen.
Het is een moerassig, bijna ondoordringbaar gebied, dat een verre herinnering is aan het oerlandschap.
Aan de brug over de Kleine Nete is er een aanlegplaats voor kajakkers.
Aan de overkant ligt De Ark van Noë, een dagrecreatiecentrum met een speeltuin en vijvers.
Bij het naderen van knooppunt 30 doemt de Kempische Heuvelrug van Kasterlee op.
Daar houd je richting Kasterlee aan, maar de beklimming van de heuvel wordt
nog even uitgesteld tot na knooppunt 31.
Veel stelt deze klim door het Koningsbos niet voor.
Aan de dorpsrand van Kasterlee staat Keeses Molen, een houten standaardwindmolen van 1650.
Je nadert het knooppunt, 88, en vandaar is het nog 1 km tot aan de Kleine Nete
Aan de brug over de Kleine Nete ligt knooppunt 87.
De Watermolen van Brustele in het Kásterlese gehucht Houtum is een onderslagmolen van de 13de eeuw.
In 1583, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, werd de molen helemaal verwoest en enkele jaren later heropge- bouwd.
Molen en sluis werden in 1921 grondig verbouwd. De molen bleef draaien tot in 1957. De laatste molenaar was Julius Josephus Biermans, van wie afstammelingen nu het Hotel De Watermolen uitbaten.
Naast het hotel is in de vroegere molenwerkplaats een taverne ingericht.
De weg naar knooppunt 26 loopt eerst parallel aan de rivier.
Je kunt eventueel met de fiets aan de hand het wandelpad naast.
het water volgen door na 200 m links wandelwegwijzer 70 te volgen.
Na 1 km sla je aan de tweede brug rechts af.
Je bent dan weer op het netwerk richting knooppunt 26.
Even verder steek je de Kleine Nete voor de tweede keer over in de richting van knooppunt 27.
Je steekt verderop twee zij beekjes van de Kleine Nete over: de Rode Loop ende Wamp.
Tussen knooppunt 27 en 91
klim je lichtjes uit de Netevallei en meteen verschijnen de eerste dennenbossen.
Op het grondgebied van Retie steek je eerst de Looi eindse Nete over en na knooppunt 91 de Kleine Nete.
Over kronkelende wegen bereik je de watermolen van Retie .
Al in 1633 stond er aan de Witte Nete een watermolen:
's Heren Corenwatermolen hoorde toe aan de heren van Retie.
De huidige stenen molen dateert van 1765. Deze onderslagmolen heeft een metalen waterrad met houten schoepen dat wacht op restauratie:
Aan de molenvijver ligt Taverne 't Meulezicht: op het zomerterras is het heerlijk verwijlen bij het geruis van vallend water terwijl je geniet van een hapje en een drankje...
Je kunt er een kano huren die je stroomafwaarts tot aan de watermolen van Brustele (Kasterlee) voert.
Of je kunt er vragen om de watermolen te bezoeken.
En deze locatie is een echte aanrader om deze prachtige route af te sluiten
Bewegwijzering : witte zeskantborden met rode tekst
.
.
Begijntjesroute
Een gemeentelijke fietsroute uitgestippeld door de dienst Toerisme van Begijnendijk..
Deze fietsroute slingert over Begijnendijks mooiste wegen, een ideale manier om het gebied tussen het Hageland en de Kempen te ontdekken
Deze volledig bewegwijzerde route loopt langs kleinere wegen. De tocht gaat langs de twee dorpskernen,
talrijke kapelletjes en molens, kastelen en meanders, langs veen- en kleiputten en plukjes heide, over de
oude tramzate en de Demerdijk. Wenst u er een dagje uit van te maken, dan kan dat, op de route liggen
een aantal bezienswaardigheden, leuke cafés en tavernes. U kan de route starten aan de kerk van
Begijnendijk of Betekom (parkeergelegenheid).
Kaart te bekomen bij de dienst Toerisme of op het gemeentehuis
Route :
Je verlaat de dorpskern en rijd aldra door de groene long De Merenvan Begijnendijk richting Pijpelheide,
een deelgemeente van Booischot.
Je doorkruist een gebied van boom- en perkplanten om langs landbouwgebied ten zuiden van Begijnendijk
te belanden.
Hier volg je een tijdje een oude tramlijn en beland je uiteindelijk in de bossen Meetshoven ten noordwesten
van Aarschot en passeer je een grot met zitbanken, een rustige, stille en ideale rustplaats.
Je bereikt de ring rond Aarschot en even verder volg je rechts de Demerdijk, die je tot vlak bij Betekom brengt.
Hier vind je via een holle weg de ruïne van een oude windmolen, opgetrokken in ijzerzandsteen, boven
op een heuvel, die tevens een natuurgebied is.
Akkerland en weiden glijden voorbij tot je de Balenberg met zijn motorcrosscircuit ziet liggen.
Eventjes bergop en dan gaat je in dalende lijn terug noordwaarts voor een rondje Pijpelheide alvorens
via de camping De Meren terug je startplaats te bereiken
Bezienswaardigheden
Begijnendijk heeft heel wat te bieden. Met een bonte mengeling van natuur en cultuur leent Begijnendijk zich uitstekend voor een daguitstap.
Sint-Laurentiuskerk Betekom
Het karakter van deze kerk wordt bepaald door enkele eeuwenoude voorwerpen zoals het hoofdaltaar in rococostijl uit 1767, de doopvont uit 1615, het doksaal met het beschermde orgel uit 1770 en de gebrandschilderde glasramen uit begin deze eeuw. Bouwstijl is de typische Demergotiek van het Hageland.
Sint-Luciakerk Begijnendijk
Modern-gotische kerk daterend van 1953-54. De kerkschat omvat liturgisch zilverwerk uit de 17e - 18e en 19e eeuw.
Ruïne van de windmolen: Molenberg 25
Molen uit de 14e eeuw in ijzerzandsteen met een basis van Gobertangezandkalksteen. Door de strategische ligging meermaals in brand gestoken, voor het laatst in 1914. Inlichtingen: 016/53 04 43 (conservator).
Ruïne van de windmolen: Putteberg, Pater Damiaanstraat
Type bergmolen van 1854, tijdens de eerste wereldoorlog werd met de molen electriciteit gemaakt.
Hof van Uythem: Remerstraat
Het oudste nog bestaande gebouw van Begijnendijk. Hier teelde men de eerste aardappelen van de streek.
Kasteel ter Rivieren: Gelroodsesteenweg
In de middeleeuwen werd het gebouwd door de heren van Rivieren. Het huidige kasteel dateert uit 1885.
Standbeeld De Begijn Kerkplein Begijnendijk
Bronzen beeld van een oud kloosterbegijntje uit de gemeente.
Natuurgebied De Raam
Natuurgebied De Meren
In de vorige eeuwen was het een uitgestrekt moerasgebied.
De putten werden gevormd door het uitturven van het Veen. De turf werd nadien gebruikt als brandstof.
Een route door de natuur van Noord Brabant, deze loopt via Geldrop naar de Achelse kluis,
(nog net geen Belgie) van hier richting de Malpi.
Een route door de natuur van Noord Brabant, deze loopt via Geldrop naar de Achelse kluis,
(nog net geen Belgie) van hier richting de Malpi.
Westerhoven
ligt in het beekdal van de riviertjes Keersop en Beekloop die net buiten de kern van het dorp door een fraai stukje natuur stromen. Reeds in de prehistorie vonden rondtrekkende nomadenstammen het gebied aantrekkelijk genoeg om zich te vestigen. De Heuvel, de verbindingsweg met buurdorp Riethoven, vond zijn oorsprong in de Romeinse tijd. Bij het rooien van een eiken wal aan de toenmalige Haverhof werd Frankischkeramiek gevonden. Westerhoven behoorde vanouds tot de heerlijkheid Bergeijk, maar in 1810 werd het een zelfstandige gemeente. Deze werd in 1997 bij herindeling samengevoegd met de gemeente Bergeyk (nu Bergeijk).
Langs Westerhoven stromen de riviertjes Keersop en de Beekloop. De Keersop is een beek die ontspringt in België bij Luyksgestel en uitmondt in de Dommel bij Dommelen. Het is een van de waardevolste beken binnen het gebied van Waterschap De Dommel. Dit komt door de hoge natuurwaarde van de beek als gevolg van de relatief goede waterkwaliteit. In deze beek komen vissen voor die een trekgedrag vertonen. Enkele voorbeelden hiervan zijn: bermpje, beekprik, kopvoorn en winde. Bij een voldoende hoge waterstand zijn de beekjes geschikt om met kano's te bevaren. Op enkele beschutte plekken aan de oevers van de Beekloop is de ijsvogel gesignaleerd.
Naast de beekdalen kent de omgeving van Westerhoven akkers en, meestal droge, bossen. Westerhoven en de omgeving van de kapel lenen zich bij uitstek voor het maken van kortere of langere wandel- fiets- en autotochten. De bewegwijzerde "Beekdalen" wandelroute van 5 km loopt door de fraaie natuur in de onmiddellijke omgeving van het dorp. Ook het Westerhovense bos en de Enderheide nodigen uit tot het maken van korte of langere wandelingen. Westerhoven is opgenomen in het fiets-knooppuntenplan van de Kempen en maakt ook deel uit van het Nordic Walking routenetwerk.
Aan de Keersop ter hoogte van het huidige Schut bevond zich de Westerhovense Watermolen. Hiervan zijn nog overblijfselen aanwezig.
Deze fietstocht werd "van Stroop en Jenever" gedoopt, omdat ze ons brengt van Hasselt naar Borgloon en weer terug naar Hasselt. De inwoners van Borgloon werden van oudsher de 'Strooplekkers' genoemd, want in de streek werd veelvuldig siroop bereid en verhandeld. Borgloon ligt immers midden in de fruitstreek. In de tijd dat het geoogste fruit niet kon bewaard worden in frigo's en de moderne bewaartechnieken nog niet bestonden was er maar één oplossing om de grote hoeveelheid appels en peren te gelde te maken. In de stroopfabrieken lagen de vruchten in hoge bergen op de binnenplaatsen. Het overvloedige fruit werd na de pluk gekookt en het ingedikte sap in potten bewaard en verkocht als siroop.
De vroegere siroopfabriek Meekers te Borgloon.
In de streek is er één siroopfabriek aktief gebleven tot 2006, en wel de "Vrolingse Stroopfabriek" van de familie Bleus aan de steenweg op Vrolingen nummer 45 te Wellen. Je kon er het productieproces van stroop meemaken. In 2007 zijn de activiteiten verhuisd naar de gebouwen van de voormalige Siroperie Wynants aan het station van Borgloon, je fietst er voorbij tussen knooppunt 136 en 152. Hier werd meer dan 100 jaar geproduceerd van 1878 tot 1988. Met de steun van monumentenstrijd zullen de gebouwen van de ondergang gered worden en de traditionele stroopproductie wordt nieuw leven ingeblazen. Wil je meer informatie over de geschiedenis van de stroop, de familie Bleus en monumentenstrijd, dan kan je kijken op de zeer opmerkelijk website; www.gebroedersbleus.be
Kapel van Hilst.
Deze kapel werd opgericht ter nagedachtenis van de talrijke, op 5 dec 1798, gesneuvelde boeren, die in opstand waren gekomen tegen het Frans bewind. Ieder jaar is er op de eerste zaterdag van december een herdenking van de Boerenkrijg in de schuur van een nabijgelegen hoeve.
We komen nog even terug op ons verhaal van "Stroop en Jenever". De Hasselaren zijn al enkele eeuwen bekend als vermaarde Jeneverstokers. Het distilleren was eigenlijk een uitvinding van de Arabieren. In de 14° eeuw verspreidde het distillaat 'aqua vita' of levend water zich als een geneesmiddel over Europa. Men diende het druppelsgewijs in te nemen. Het 'levend water' werkte niet alleen geneeskrachtig, het kon ook 'den mensche droefheid' doen vergeten en het maakte 'de herten vro ende oec stout ende coene'. Het zijn deze euforieverwekkende eigenschappen die het geneesmiddel in een eeuw tijd tot het genotmiddel 'brandewijn' maakten. Brandewijn werd niet langer druppelsgewijs gedronken, maar per 'druppel'. Dit en veel meer kan je ontdekken in het Nationaal Jenevermuseum gelegen binnen 'De Groene Boulevard' van Hasselt, aan de Witte Nonnenstraat. .
Nog dit. Wie Borgloon zegt, weet dat de hellingen niet veraf zijn. Maar deze zijn niet onoverkomelijk en nooit lang. Nog een gezellige tocht, en proost.
DE ROUTE De route loopt langs Bredene - Stalhille - kanaal Gent/Oostende - Oudenburg - Zandvoorde - Oostende
Tijdens deze route is water vaak erg dichtbij. Niet het zeewater, zoals je zou verwachten. De route loopt immers slechts even parallel aan de kust, en dan nog blijf je uit de buurt van het zeewater. Maar je passeert wel kilometers lang tussen het Noordgeleed en de Vaart (kanaal Gent-Brugge-Oostende). Je mag ook nog een eind langs de Passendalevaart en je kruist tweemaal de Noordede. Ook de Duiveketezwin ligt op je route. 't Paddegat situeert zich in de wijde omgeving van de Vaart ter hoogte van Stalhille. Diverse vogels voelen zich er thuis: patrijs, scholekster, steenuil, torenvalk, waterhoen, wilde eend?
't Paddegat is een zogenaamde multifunctionele ruilverkaveling. Dit houdt in dat er aandacht is voor drie belangrijke aspecten: de landbouw, de natuur en de zachte recreatie. In dit laatste aspect is behalve fietsen en wandelen ook hengelen begrepen.
Start : Kerkplein Gooreind (Kalmthout) Afstand : 57 km, verkortingen : 32 of 39 km
Het allereerste (1975) traject en ongetwijfeld één van de mooiste in de provincie Antwerpen.
Gewoonweg schitterend tijdens de maand augustus, wanneer de heide paars kleurt.
Dat dit traject de Kalmthoutse Heide doorkruist, zal je wellicht niet verbazen.
In Natuureducatief Centrum De Vroente leer je meer over dit enig stukje natuur.
Verder op het traject o.a. het Arboretum van Kalmthout met 6.000 verschillende planten,
de Kiekenhoeve-Karrenmuseum in Essen en de Napoleonshoeve in Wuustwezel.
Vertrokken aan de kerk in Gooreind, langs de duiventoren ( een vakatie-verblijf uit de jaren 1830 ) , militair domein Klein - Schietveld en Kalmthout - Heide ( Station en een monument ter nagedachtenis aan de Canadese soldaten in de tweede wereldoorlog ) naar Kalmthout . Even van de route om het natuureducatief centrum " De Vroente " te bezoeken , daarna verder langs het Arboretum en de Kalmthoutse heide met zijn vennen naar Essen .
Na een rust verlaten we Essen langs het station , een douaneloodsen de quarantaine stallen en fietsen we verder door de gemeentebossen langs Horendonck .
De Vredesroute vertrekt op de grote markt van Ieper aan de historische Lakenhallen.
Onmiddelijk na de start rijden we onder de Menenpoort, het gedenkteken bij uitstek van Wereldoorlog I.
Je maakt een korte lus rond Ieper langs de stadswallen.
Daarna rij je de stad buiten langs een oude spoorwegbedding.
Een schitterend paadje dat goed bolt want sinds kort volledig geasfalteerd.
Tussen kerkhoven en oorlogsmonumenten rij je rond Zillebeke en passeer je ondermeer het schitterende natuurdomein de palingbeek.
Je fietst door een lichtglooiende streek en ziet in de verte het pretpark Bellewaarde.
Na de brug over de A19 (Kortrijk-Ieper) ben je toe aan een welverdiende verfrissing in een van de tearooms aan het Doelbos of Polygoon in Zonnebeke.
Daarna kronkelt de vredesroute heerlijk verder tot in Langemark-Poelkapelle.
Van daaruit brengt alweer een oude spoorwegbedding je tot aan de sluis van Boezinge.
Deze keer niet geasfalteerd, maar vlotrijdende kiezelsteentjes.
Via het Ieperlee kanaal fiets je de laatste kilometers terug naar de grote markt van Ieper.
De frisse pint op de Grote markt van Ieper heeft u meer dan verdiend.
De route start in Ieper waar de gothische St-Maartenskathedraal (Grote Markt) een bezoekje waard is.
Dit imposante bouwwerk werd in 14-18 bijna volledig verwoest maar kerk en 102m hoge toren werden in 1922 1930 volledig terug gereconstrueerd.
Gelukkig konden de kerkschatten in 14 18 in veiligheid gebracht worden, zodat de kerk vandaag nog steeds heel wat fraais kan laten zien.
Helemaal vooraan ligt de grafsteen van Robrecht de Béthune, Leeuw van Vlaanderen
Een bezoek aan het Flanders Field Museum, ondergebracht in de Lakenhallen is warm aanbevolen.
De tentoonstelling legt vooral nadruk op de miserie die de oorlog met zich meebracht en toont aan de hand van fotos, filmmateriaal en enkele maquettes de zware verminkingen die de stad en zijn omgeving in 14-18 te verduren hebben gekregen.
Vandaag ligt deze lichtheuvelende streek met haar bossen en glooiende groene weiden er onder de stralende zon schilderachtig mooi bij. We passeren plaatsen met vreemde namen zoalsde Palingbeek, Langemark, Poelkapelle, Zillebeke, Boezinge, Zonnebeke Enkel de vele soldatenkerkhoven (vier jaar strijdgewoel resulteerde in een halfmiljoen doden!) houden de herinnering aan de Grooten Oorlog levendig.
Je ziet ze overal, ze duiken in het landschap op wanneer je het niet verwacht, verstopt in het weelderige groen.Ze worden nog steeds perfect onderhouden en het is er zeer rustgevend, de stilte wordt er enkel verstoord door het gekwetter van de vogels. De namen op de graven verwijzen naar Engelsen, Canadezen, Australiërs maar waar liggen de Belgen en de Duitsers ?
De Yzerroute is een erg ontspannende route van Nieuwpoort langs de Ijzer naar Diksmuide. De route brengt je via de Dodengang naar de IJzertoren. Daar kan je een bezoek inlassen aan Diksmuide. De terugkeer loopt over de Frontzate, de voormalige spoorberm tussen Diksmuide en De Panne. Dat betekent dat je op een bijna kaarsrecht traject terug naar het startpunt fietst. Het gebied waar je omheen rijdt, is dat deel van het front dat in de Groote Oorlog onder water werd gezet.
Dodengang Op de linkeroever van de IJzer, bij kilometerpaal 15, staat de naamsteen 'Petroleumtanks'. Daar had een Duitse eenheid een observatiepost die een bedreiging vormde voor de Belgische stellingen op dezelfde oever. Na verschillende veroverings pogingen werd in de Ijzerdijk een naderingsgang gegraven en versterkt, die uiteindelijk uitgroeide tot een gevechtsloopgraaf: de beruchte 'Boyau de la Mort', de Dodengang, met daarop de dwarse ruiterschans. De huidige site is een reconstructie uit 1927-1928 van dit verdedigingscomplex. Buiten de omheining staat een afgetakelde maar authentieke Duitse bunker.
IJzertoren.
Een ander monument dat herinneringen aan de Grote Oorlog oproept is de IJzertoren, waarvan het profiel de omgevende vlakte zo sterk markeert. Zijn voorgeschiedenis begint ook in de loopgraven van de eerste wereldoorlog. De gewone soldaten in het Belgische leger waren voornamelijk Vlamingen, maar ze werden gecommandeerd door een overwegend Franstalig officierenkorps.
Uit dat ongenoegen onstond de Frontbeweging die zich inzette voor de rechten van de Vlaamse soldaten. Ze werd door de legeroverheid verboden en moest in het geheim werken. Ze ijverden onder meer voor aparte Vlaamse regimenten, met een eigen officierenkorps. Na de oorlog wilden ze zelfbestuur voor Vlaanderen en een politiek voor vrede en verdraagzaamheid. In 1917 schreven ze een open brief aan Koning Albert, waarin ze hun eisen kenbaar maakten. Het was één van de meest ophefmakende uitingen van het Vlaamse ongenoegen. Wellicht vond het zijn krachtigste uitdrukking in de slogan die een soldaat schilderde op de sokkel van de dorpswaterpomp in het kapotgeschoten Merken: HIER ONS BLOED, WANNEER ONS RECHT?
FRONTZATE
De FRONTZATE is de bedding van de oude spoorlijn Nieuwpoort-Diksmuide. Dit tracé van Nr. 74″, de lijn Diksmuide-Nieuwpoort, was een aftakking van de lijn Gent-De Panne. 13,5 km Lang is deze spoorweg. Hij werd in het midden van de 19e eeuw gebouwd en lag mee aan de basis van de snelle ontwikkeling van Nieuwpoort tot toeristische badplaats. De eerste (toen nog STOOM)trein arriveerde al op 15.8.1869 in het station van Nieuwpoort-Aan-Zee.
Tijdens de 1e wereldoorlog was dit de FRONTLIJN waar de Duitse opmars in oktober 14 tot stilstand werd gebracht. Om strategische redenen werden in Nieuwpoort (aan de Ganzenpoot) op 31.10.1914 de sluizen opengezet en het hele gebied tussen deze spoorwegdijk en de IJzer stond blank. Hierdoor waren de Duitsers verplicht om hun ondergelopen loopgraven achter de spoorwegberm te verlaten
Gedurende het grootste deel van deze oorlog bleef de strook tussen de IJzer en de spoorwegbedding niemandsland in de stellingenoorlog met de Duitsers aan de ene, de Belgische troepen aan de andere zijde. Langs de spoorweg zijn er op tal van plaatsen dan ook nog resten van schuilkelders, bunkers, bakstenen abris of schuilplaatsen, uitkijkposten, geschutsstellingen. Want het spreekt vanzelf dat de spoorlijn Nieuwpoort-Diksmuide van enorm strategisch belang was als allerlaatste verdedigingslinie tegen Den Duits.
Afstand : 46 KM Vertrekplaats : Parochiekerk van Reningelst (Poperinge) Bewegwijzering : Zeshoekige rood-witte bordjes met de naam Schreveroute
Relief: Heuvelachtig, naar de Catsberg toe stevig klimwerk.
DE ROUTE :
De Schreve is e benoamienge die menschen uut de Westoek geevn an 't stik van de Frans-Belgsche grenze die de regio verdêelt in de Westoek en Frans-Vloandern. De Schreve noemn ze terplekke oek wel de frountiern.
Die grenze is e stoatsgrenze en gin etnische grenze. Z'is etrokkn in de 17stn êeuw, achter de Slag by Kassel. Ol weerskantn van de Schreve en de menschen nog joarenlank dezelfste toale eklapt, moa 't West-Vlams is e bitje mi eki achteruutegoan. Ollêne de styf oude menschen in Vrankryk klappn nog nunder Vlemsch.
D'r is e viloroute, de Schreveroute, van 46 kilomeiters daj ku volgen in 'n Vlamschen en 'n Franschn Westoek.
Schreve is een typisch Westvlaams woord, wat betekent dat woord nu eigenlijk? Schreve is een dialectische benaming voor de Belgische-Franse grens. Bij het fietsen van de Schreveroute gaan we kennismaken met die Belgisch-Franse grens het heuvelland met zijn weidse panorama's en heuvelrij.
Reningelst is de startplaats van deze route, ideaal is het niet, vanaf de eerste meters is het klimmen, zo'n anderhalve km klimmen we richting Westouter, na ons klimmetje wacht ons een stevige afdaling, raar dat die afdaling sneller voorbij is dan die klim.
We komen in het mooie dorp Westouter aan, we fietsen door dit schitterend dorp met zijn vele terrasjes, maar het is nog te vroeg om te stoppen, we fietsen verder richting schreve, iets buiten Westouter wacht ons een eerste stuk onverhard, liefst te doen bij droog weer.
Via deze onverharde weg en zonder het te weten fietsen we op Franse bodem, steeds krijgen we prachtige vergezichten op de Zwarte en Rode berg. Iets verder krijgen we voor de tweede maal een flinke afdaling te verwerken richting Berthen. Bij het begin van de afdaling is het even opletten, op een bepaald moment krijgt men een schitterend vergezicht op de Mont de Cats en zijn abdij boven op die Mont de Cats. Wanneer men op de grote baan aankomt in Berthen gaat de route rechtsaf, hier kan men ook kiezen om een ommetje te maken naar die Mont de Cats, aan de grote baan fietst men gewoon rechtdoor, wanneer men dit doet mag men een stevige klim verwachten tot boven op de Catsberg.
Boven neemt men de richting Boeschepe en men komt automatisch terug op de route. Na een helse afdaling fietst men Boeschepe binnen, even buiten de dorpskern wacht ons de prachtige Ondankmeulen met herberg de Vierpot op, hier even verpozen op het terras naast de molen met schitterend uitzicht op de Catsberg is een waar genoegen. We kunnen er niet genoeg van krijgen maar helaas moeten we terug de fiets op, we fietsen richting belgische grens met achter ons die prachtige molen. We fietsen nu via rustige wegen richting Watou. Het gezellige Watou nodigd ons weerom uit om een terrasje te doen, zou ik zeker doen want tot in Reningelst zijn nog weinig estamineetjes.
Vanuit Watou fietsen we richting Poperinge via rustige en niet al te vlakke wegen, niet dat het steile klimmetjes zijn maar het is niet vlak. Poperinge zelf doen we niet aan, we laten die links van ons liggen en fietsen verder richting Reningelst, even komen we rakelings langs de Schreve maar dat merken we niet, op onze route krijgen we nog even te maken met en stuk onverhard die er naar mijn mening wat beter kan bij liggen.
Pietermenneke verdient een nominatie voor de Grootste Palenaar omdat hij wellicht de meest gekende dorpsfiguur is van Paal. Hij heette eigenlijk Louis Petermans. Pietermenneke leefde tussen zijn beesten in een klein huisje vlakbij de steenweg op Beverlo Zijn geitenbok was legendarisch. Verder bezat hij een ezel, een hond, katten, kippen en zijn wijd en zijd bekende Guinese biggetjes (zeeratten). Heel het dorp en zeker alle kinderen kenden Pietermenneke. Met zn ezelskar vervoerde hij allerlei kleine vrachten, biggetjes bijvoorbeeld, naar Beringen en naar Diest.Van deze veelbesproken dorpsfiguur doen allerlei straffe en sappige verhalen de ronde. Ludo Laagland heeft Pietermenneke vereeuwigd in een enig mooi portret. Pietermenneke werd in Paal begraven maar meer dan 40 jaar lang moest hij het doen, als meest bekende Palenaar, zonder zerk of wat dan ook. Toen na de fusie het gemeentebestuur van Beringen ermee dreigde het kerkhof van Paal over te hevelen naar Koersels Kapelleke maakte Leon Meelbergs een houten kruiske voor Pietermenneke, het begin van een geplande actie voor het behoud van het kerkhof in Paal. Hier rust Pietermenneke stond er op. De transfer ging niet door.
Ietwat verder van de Dender af (in Okegem afslaan naar Pamel en dan de N8 oversteken naar Onze-Lieve Vrouw-Lombeek) vinden we het liefelijke dorpje OLV-Lombeek.
Hier start de Valleitjesroute. Al van in Pamel blijkt het waar de naam van deze route komt.
Het gaat hier op en neer, de verschillende beekjes hebben brede valleien gevormd.
Ondanks zijn «slechts »31 km is deze route een stevige rit, doch de inspanning wordt beloond met prachtige vergezichten soms vele kilometers ver.
Zeker in de lente, wanneer de vele boomgaarden in bloesem staan, is deze tocht een echte aanrader.
De route
Al bij het begin is het trappen geblazen. Via een kasseiweg hijsen we ons naar boven.
Van ver zien we de windmolen, voor de ouderen onder ons een herinnering aan het jeugdfeuilleton kapitein Zeppos. Eens boven kunnen we al van het eerste vergezicht genieten.
De kerk van Pamel torent ver boven de golvende weides uit en als je goed kijkt zie je aan de einder de Onze Lieve Vrouwekerk van Ninove.
Het gaat nu verder golvend langs de vele boerderijtjes met elk hun boomgaard tot aan de Woestijnkapel.
Deze kapel, eigenlijk de Heilig Kruis-kapel, doemt plots voor ons op.
Het geeft een eigenaardig gevoel hier deze kapel, zo afgelegen in de velden aan te treffen.
Het lieflijk gebouwtje nodigt uit tot even uitrusten. Daarna gaat het steil naar beneden toe.
Het molenaarshuis met de Terhagenmolen uit 1732 wat verder, is ook zon prachtig plekje dat deze fietstocht zo kleurt.
Zo ook het kasteeltje van Heetvelde of het Waterkasteel.
Dit beschermde gebouw was ooit een waterburcht en werd in de 17de eeuw zijn huidige vorm heropgebouwd.
Een beetje verder komen we aan de zwaarste kasseistrook van deze rit.
Over ruwe kasseien dobberen we naar de bergstraat , die haar naam alle eer aandoet en ons nog eens flink laat zweten.
Rechts kijken we uit op het mooie Steenhaultbos.
Inmiddels zijn we via de Vollezelestraat in Vollezele, een gehucht van Galmaarden, terechtgekomen en als je oplettend bent zie je rechts het plaatselijke kerkje.
Een kapel en valleitje verder duikt de radartoren van de Kesterberg(112m) op.
Deze toren in de streek «den ijzeren man » genoemd overheerste lang de streek, maar moet sinds een tiental jaren zijn meerdere erkennen in de immens hoge zendmast van de VRT in Sint-Pieters-Leeuw.
Genietend van het prachtige pajottenland (dat hier op zijn best is) slingeren we stijgend en dalend langs mooie natuurlandschappen verder naar Gooik.
Daar komen we via een klein ommetje in het centrum recht tegenover de Sint Niklaaskerk.
Voor deze kerk staat een bankje dat uitnodigt tot een verdiende rust na al die nijdige klimmetjes die de Valleitjesroute tot een stevige kuitenbijtersroute maakt.
Na een kleine pauze hijsen we ons weer int zadel en vervolgen onze tocht. Even buiten het centrum rijden we langs een begraafplaats verder richting Oplombeek (een gehucht dat hoger licht dan .Lombeek, juist vandaar dus )
Het kasteeltje dat we hier voorbijzoeven draagt ook de naam Oplombeek.
We zijn nu reeds ver gevorderd en algauw dient een van de laatste klimmetjes zich aan.
Wat verder en we zijn in Nelleken.
Onder enkele rode beuken staat er een pittoresk kapelletje en het geheel maakt dit gehucht één van de merkwaardigste pleisterplaatsen op deze tocht.
Nog eventjes licht stijgen, en dan laten we ons als slechtvalken, de vallei van de Moeliebeek, induiken.
Dan uitbollen tot aan de imposante kerk, de remmen dicht en dan naar een van de terrastafeltjes van de Kroon, geef hier die pint.
De Route : 217-36(NL)-38(NL)-216-213-201-220-224-218-217
Vanaf half augustus, staat de heide in volle bloei.
Die vind je hier nog volop, bijvoorbeeld in de Groote Heide net over de grens.
Er staan ook nog paarse dotjes in de Grote en Achelse Heide bij Achel.
De Beverbeekse Heide en Haarterheide werden lang geleden beplant met dennenbomen.
Even verpozen en genieten!
. De Achelse Kluis ligt pal op de grens met Nederland en is de brouwerij van de bruine of blonde Achelse trappist. Van het brouwproces zie je een en ander vanuit de gezellige herberg, die druk wordt bezocht door fietsers.
Er is ook een uitgebreide winkel met allerlei religieuze producten.
. De ambachtelijke kaasmakerij
Catharinadal vond onderdak in het voormalige franciscanessen klooster Catharinadal uit 1432.
De broers Bert en Peter Boonen verwerken er de melk van hun eigen vee tot heerlijke kazen en andere verse melkproducten.
Hun echtgenotes baten de winkel uit. In juli is er elke dinsdag om 17 uur een gratis rondleiding.
. Picknickbanken staan op de mooiste plekjes van de route, onder meer op het autovrije Jagerspad door de Grote Heide, in de bossen van de Haarterheide en langs het Kempisch Kanaal.
WAT KOMEN WE TEGEN :
. Tussen knooppunt 216 en 213: (ommetje van 500 meter)
Hoeve-ijs 't Mulke schept ambachtelijk gemaakt hoeveijs op een horentje of in een potje, om op stoeltjes buiten van te smullen (er is geen verbruikszaal). Molendijk, 3930 Hamont- Achel, 011-64 17 54 (open tot eind september).
. Tussen knooppunt 218 en 217:
De laren heeft een fietsmenu met verwerking van de Achelse trappist en Catharinadalkaas.
Start : Kasteel van Schoten Afstand : 33.4 km Bewegwijzering : knooppunten
De Kastelenroute is een van de populairste fietsroutes in het Antwerpse. Het decor zit daar voor heel wat tussen: statige kastelen tussen uitbundig groen. Mooie stukjes groen zijn o.a. het Peerdsbos, Provinciaal Domein Vrieselhof in Oelegem (Ranst), het Wandelbos Schildehof en Park Vordenstein. Nog enkele attracties op het traject: het sluizencomplex van Wijnegem, het fort van 's Gravenwezel en domein Iepenburg te Schoten.
Afstand : 65 km Vertrek : vrij te kiezen op de route. Bewegwijzering: gele zeshoekige borden met zwarte opdruk.
De Lus van het Zwarte Goud verkent per fiets de Limburgse Mijnstreek.
Fietsend langs rustige wegen maak je kennis met de Limburgse natuur en met de schatten van het Zwarte Goud. De eerste "Gordel van het Zwarte Goud" werd op 8 september 1990 georganiseerd op initiatief van VEHOG (Vereniging voor Hoofdopzichters en Gediplomeerden van de Koolmijn van Beringen). Het tweede jaar kregen de initiatiefnemers de medewerking van de sportdiensten van de verschillende mijngemeenten. 1992 werd het jaar van de grote doorbraak, omdat ook BLOSO, de provinciale sportdienst en de Belgische Wielrijdersbond het initiatief gingen ondersteunen. De "Gordel" werd "Lus". Sindsdien mogen de organisatoren op de jaarlijkse promotiedag steeds meer dan drieduizend fietsers, recreatiefietsers en wielertoeristen, verwelkomen.
Route omschrijving De Lus van het Zwarte Goud is een bewegwijzerde route (opgesplitst in 4 delen) langs rustige wegen, doorheen de Limburgse mijnstreek. Je maakt kennis met de rijke historiek en boeiende multicultuur van de mijnstreek en je krijgt een mooi overzicht van de opkomst en bloei van de kempische mijnbouw. Deze fietsroute doet de vijf Limburgse mijngemeenten Beringen, Heusden-Zolder, Houthalen-Helchteren, Genk en Maasmechelen aan. Je kiest zelf waar je vertrekt en of je al dan niet een stuk van de lange lus afknipt.
ONZE ROUTE
Vertrekpunt: De kerk van Zwartberg ligt vlak aan de kruising van de fietsroute en er is hier tevens een grote parking. Vlak naast de kerk vind je de tunnel onder de Torenlaan/Hoevezavellaan. Deze tunnel kiezen we voor het westelijk deel van "de Lus". Na de tunnel volgen we de Marcel Habetslaan en aan de Guillaume Lambertlaan rijden we links, zo bereiken we de koolmijn van Winterslag.
In Winterslag werd in 1917 de eerste Kempische steenkool geproduceerd. De mijn haalde in 1967 nog een jaarproductie van 1.635.514 ton. De maximale tewerkstelling werd genoteerd in 1953 en bedroeg 6.250 mijnwerkers.
Domein Bovy is een 34 ha. groot park dat van de 12° tot de 18° eeuw toebehoorde aan de abdij van Averbode. In de 19° eeuw kwam het domein in handen van Jozef Bovy, voormalig goeverneur van Limburg. Het domein herbergt een 18°-eeuwse vakwerkhoeve, waarin twee eetgelegenheden gehuisvest zijn. Verder kun je een bezoekje brengen aan de geitenboerderij, een dierenpark, een bijenhal en drie fraaie tuinen: de kruiden- en boerentuin en het rosarium Pierre-Joseph Redouté. Het park is gekend voor zijn bewegwijzerde themawandelingen. Het "beemdenpad" is een knuppelweg door het moerasgedeelte. Open van 1/1 tot 3/12 tussen zonsopgang en zonsondergang.
Mijnstreekmuseum in Beringen.
In 1907 werd de N.V. Kolenmijnen van Beringen opgericht. Pas in de jaren 20 kwamen de schachten klaar en kon de kolenwinning starten. De laatste kolenwagen werd bovengahaald op 28 oktober 1989. Het Streekmijnmuseum geeft enerzijds een overzicht van de oplkomst, de groei en de bloei van de Kempische mijnbouw en wil anderzijds een monument zijn voor de mijn werker, die door zijn reuzenarbeid de welvaart van zijn gezin en zijn streek bewerkstelligde. Open op zondag voor iedereen, op weekdagen enkel voor groepen na afspraak. Gesticht in 1907. Zoals in de andere mijnen, werden de eerste kolen bovengehaald in 1930, na 23 jaar voorbereidend werk. Zolder kreeg de uitbating van 2 concessies die samen 7060 ha bedroegen. De mijn van Zolder werd achtereenvolgens met Houthalen en later ook met Beringen ondergronds verbonden.
Koolmijn Houthalen.
Houthalen, dat pas in 1939 in productie ging, is de jongste mijn. De kolen werden er ontgonnen op een diepte van 700 tot 810 meter.
Het recreatiepark van domein Kelchterhoef bevat al de ingrediënten voor een heerlijke daguitstap voor het hele gezin. www.kelchterhoef.be
Pater van Clé, stichter van Sporta, kende de streek tussen Westerlo en Meerhout als zijn broekzak.
Hij koos de mooiste plekjes voor je uit. Westerlo, Geel en Meerhout: hier voelde sportpater Van Clé zich thuis.
Hij werd er geboren, hij studeerde en werkte er.
De route loopt via overwegend rustige en verharde plattelandswegen, weiden en dennenbossen. De norbertijnenabdij van Tongerlo (Westerlo) is een bezoek meer dan waard. Nog in Westerlo: de kastelen van de familie de Merode. In Zittaart (Meerhout) kan je de Haenvense molen bewonderen, een houten standaardmolen die nog geregeld maalt. Situering: Westerlo, Geel en Meerhout
Kasteel d' Aertrijcke, in neogotische stijl, heeft te midden van een erg mooi kasteeldomein een viersterren- hotel, een gastronomisch restaurant en een leuke bistro.
Het Vloethemveld is een militair domein met heide, graslanden en bossen.
Er groeien ook zeldzame planten zoals draadgentiaan, dwergbloem, dwergvlas en kleverige ogentroost.
Alleen het noordelijke deel is toegankelijk voor het publiek.
. Tussen knooppunt 40 en 39:
in het rustieke restaurant Jan Breydel staan er lekkere streekgerechten op de kaart.
Het ligt aan het kruispunt met de drukke Brugsesteenweg.
Wel even uitkijken bij het oversteken, dus!
Brugsesteenweg 108, 8460 Roksem, 059-26 82 97
. Vanaf knooppunt 38 een ommetje naar knooppunt 43:
De Abdijhoeve is een hotel. beautycentrum én gastronomisch restaurant onder één dak.
De gezellige taverne werd ondergebracht in de vroegere stallingen. Een waaier van snacks, dag menu's, gril- Iade, streekgerechten en streekbieren staat op de kaart.
In de namiddag kunt u er ook terecht voor een lekkere sneukelkoffie of een pannenkoek.
Het Kasteel Wijnendale is dé toeristische topper van de stad Torhout. Welkom in het Kasteel Wijnendale en haar roemruchte geschiedenis. Het bezoek neemt een aanvang bij het heden om te eindigen in 1085 bij de opbouw van de burcht voor Robrecht de Fries. U bent getuige van de interviews met de boswachter én het dramatische gesprek met Leopold III. Op de zolderverdieping duiken we verder de geschiedenis in. U bevindt zich in de tijd van de barok en staat oog in oog met Filips van Kleef, Maria van Bourgondië en hun feesten en jachtpartijen. Het is de site waar heden en verleden elkaar ontmoeten. Levensgrote afbeeldingen, interviews, touchscreens en een filmzaal zorgen voor een eigentijdse multimediale evocatie. Aan de hand van een spookjesspeurtocht beleven kinderen alle mysteries van het Wijnendale en zijn bewoners. Whooo, spook je mee? U komt dus zeker eens langs als u in de buurt bent?
Ook de basiliek van Dadizele en de kerk van Zonnebeke zijn geschikte startblokken.
Afstand: 39 km
Aard van de weg: Overwegend verkeersluwe, zelfs van gemotoriseerd verkeer gevrijwaarde wegen. Op de gewezen spoorwegzate fiets je op knispergrind, aarde en gras.
Geen wonder, want een leembodem staat al eeuwenlang bovenaan op het verlanglijstje van de boer.
Dus werden de bossen op leem het eerst gerooid, tot er nauwelijks nog een klad bos bleef.
Makkelijk wordt het niet om daar opnieuw wat bos in te planten. Bomenrijen, houtkanten, hagen en andere lijnvormige natuur maken echter een betere kans.
Je moet immers blind zijn om in die leemstreken de bodemerosie niet te merken.
Wetenschappers drukken boeren en bewindslieden met de neus op de harde feiten. Elk jaar spoelen tonnen leem voor altijd weg. Elk jaar wordt de bodem er dunner.
Vier jaar lang werd hier de bodem doordrenkt met het bloed van jonge mensen.
Miljoenen papavers kleurden de slagvelden van Wereldoorlog I rood.
En dan de devotie. Nergens in de Lage Landen bij de Noordzee zijn Maria en de heiligen zo tastbaar aanwezig als hier.
Aan de kapellen en kapelletjes, de kruislieveheren en uiteraard aan alles in en omheen de Dadizeelse Basiliek Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen.
WAT KOMEN WE TEGEN
Moorslede
Na de Eerste Wereldoorlog was Moorslede een grote puinhoop.
Verwacht hier en in de buurt dus geen oude gebouwen.
Vele zijn van rond 1922, de tijd van de grote heropbouw in de Westhoek.
Zo ook de driebeukige Sint-Martinushallenkerk. Het pronkstuk in de kerk is het 17de-eeuwse beeld van de Zwarte Onzelievevrouw van Loretto.
De aangrenzende marktplaats wordt beheerst door het ruiterstandbeeld van Pater Constant Lievens, Moors- ledes beroemdste zoon. Hij werd in 1856 geboren op de Koekuitwijk en studeerde aan het Roeselaarse Kleine Seminarie. Daar was hij, samen met onder andere Albrecht Rodenbach, een van de leerlingen uit 'de wonderklasse' van Hugo Verriest. Hij werd jezuïet en missionaris in India, nam het daar op voor de armsten en stierf in 1893 aan tbc, amper 37 jaar jong.
Kasteel Koekuit
Rond 1870 was de bewoner van het Koekuitkasteel ook burgemeester van Moorslede.
Nu is het kasteelpark eén groene rechthoek tussen de bietjes en de spruitjes.
Het Kezelberg Military Cemetery Op deze en intieme begraafplaats rusten, ver van het gewoel, 161 (vooral Britse) soldaten. Na de gruwel van de Eerste Wereldoorlog centraliseerden de Duitsers hun doden op een beperkt aantal grote begraafplaatsen, zoals die van Vladslo en Langemark.
De Britten lieten hun doden rusten in de buurt waar ze sneuvelden of in een veldhospitaal stierven.
Vandaar de vele, vaak kleine Britse begraafplaatsen.
Basiliek van Dadizele
De neogotische basiliek, toegewijd aan O.L.V. Onbevlekt Ontvangen, heeft een indrukwekkende voorgevel. Van de vele hoogstandjes in de basiliek zijn dit twee toppers: het I5 de-eeuwse albasten beeld van Maria met Kind en de marmeren graftombe ; van ridder Jan van Dadizele (+1481) en zijn eega Catharina Breydel.
Dat Dadizele een oud Bedevaartsoord is, bewijzen de bezoeken van Karel de Stoute in 1469 en Maria van Bourgondië in 1478 en 1479.
Aan de overzijde van de basiliek lokt de horeca hongerige en dorstige bedevaartgangers met uithangborden zoals 't Basiliekske en De Biechtstoel.
Ook het kasteelpark achter de basiliek is een wandeling waard.
* 18 km over beton- of asfaltwegen, 32 km over grindwegen
* heuvelachtig (bos)landschap met een paar hellingen
* route is niet bewegwijzerd
Startplaats
Station Groenendaal (Hoeilaart), aan de oostrand van het Zoniënwoud, vlakbij de Ring (R0) rond Brussel
Wegbeschrijving
1. Van Groenendaal tot de Bezemhoek in Bosvoorde (18,5 km)
Verlaat het stationsplein via de Ildefons Van Dammestraat. Fiets onder de spoorweg door. Steek de Terhulpsesteenweg over.
Volg het fietspad naast de rand van het bos tot de Steenbrugdreef. Sla de Steenbrugdreef in en fiets tot het kruispunt met de Kruistochtendreef. Sla hier links af. Neem bij de T-splitsing rechts de Koude Delleweg. Sla aan het volgende kruispunt links de Genoveva van Brabantweg in.
Neem rechtsaf de Wilde Duivenweg tot de Lange Staartdreef. Sla links af. Neem daarna rechts de Meutedreef. Sla enkele meters verder schuinlinks het fietspaadje in. Na talrijke sierlijke bochten bereik je een wegenkruispunt bij deBrussele Ring. Volg rechtsaf de Meutedreef. Sla vijfhonderd meter verder de Raafeikweg in. Neem de tunnel onder de ringweg en neem rechtsaf de Sint-Corneliusdreef. Eén kilometer verder sla je linksaf de Verdunningsdreef in. Die leidt je naar de Lorreinendreef die je rechtsaf volgt.
Volg de Lorreinendreef tot aan het kruispunt met de Puttendreef en de Fromontdreef. Sla de Fromontdreef in en neem enkele meters verder rechts de Kaasmansdelle. Klim zachtjes omhoog tot de Sint-Michielsdreef. Neem hier rechts.
Fiets tot aan de Duboislaan. Steek over en neem de Vanderheydenweg tot aan de tweesprong met de Tumuliweg. Sla links de Tumuliweg in. Na twee kilometer bereik je het kruispunt met de Sint-Hubertusdreef. Neem deze dreef rechts en sla na enkele meters links de Van Kermdreef in. Fiets over de spoorweg en steek de Vorsterielaan (Bosvoorde) over. Fiets aan de overzijde naar de kerk 'Koningin der Hemelen'.
2. Van de Bezemhoek in Bosvoorde naar Jezus-Eik (6,6 km)
Fiets voorbij de kerk rechtuit en neem enkele meters verder rechtsaf de Terhulpensesteenweg. Neem na een paar meter links de Roodborstjesstraat. Steek de Dennebosstraat over en fiets zo opnieuw het Zoniënwoud in. Steek even verder de Willeriekendreef over en volg rechtsaf het fietspad. Steek voorbij de Graaf van Vlaanderendreef opnieuw de Willeriekendreef over en volg verder het fietspad tot aan de Kapel van Welriekende.
Neem de Willeriekendreef terug in de richting van Bosvoorde. Sla vierhonderd meter verder rechts de Mezendreef in. Na een valleitje bereik je het kruispunt met de Tamboerdreef en de Blankedelleweg. Neem de Tamboerdreef rechtsaf. Rij via de tunnel opnieuw de Ring onderdoor. Volg de Wolvendreef. Neem zeshonderd meter verder linksaf het fietspad.
Neem aan het volgend kruispunt links het Mezendreefje en daarna rechts de Prinsendreef. Dwars via een tunnel de autostrade E411 Brussel-Namen. Zo bereik je Haagbeukendreef. Neem rechtsaf. Aankomst in Jezus-Eik.
3. Van Jezus-Eik tot Tervuren (5,6 km)
Volg vanaf het cultureel centrum 'De Bosuil' het fietspad aan de linkerkant van de Capucijnendreef. Steek driehonderd meter de Vlaktedreef over. Fiets rechtdoor het Capucijnenbos in. Sla aan het kruispunt met de Wolvenweg linksaf. Neem even verder het fietspad.
Fiets langsheen de rand van het Kapbos van Duisburg naar de Duisburgsesteenweg. Steek over en rijd via de Capucijnenpoort de Warande van Tervuren in. Fiets via de Capucijnenpoortdreef en Rijkunstdreef tot bij de Sint-Hubertuskapel. Tweehonderd meter verder ligt het Marktplein van Tervuren. Rijd er eens naartoe voor een leuk terrasje.
4. Van Tervuren tot Eizer (7,3 km)
Keer vanaf de markt terug naar het Warandepark en volg links de Rijkunstdreef. Sla bij het café-chalet 'De Bootjes' rechtsaf. Een rechte dreef brengt je naar de Vossemvijver. Fiets bijna de hele vijver rond en volg dan de Kleine Vaartdreef. Neem voorbij de Sint-Gertrudisvijvers links en sla onmiddellijk daarna de Grote Vaartdreef in. Je komt opnieuw aan de Capucijnenpoort aan de Duisburgsesteenweg.
Steek over en neem de Isabelladreef. Je bent opnieuw in het Kapbos van Duisburg. Sla aan het kruispunt met de Eizerdreef linksaf. Fiets rechtdoor tot de rand van het bos en verder tot Eizer. Neem aan de T-splitsing links de Eizerstraat. Neem onmiddellijk rechts deBekestraat tot aan de Maria Magdalenakerk van Eizer.
5. Van Eizer naar Overijse (4,2 km)
Volg tegenover de kerk de Lindaalstraat (aan de overkant van de Duisburgsesteenweg). Neem aan de T-splitsing rechts de Schapenstraat en daarna de Ballingstraat. Aan de IJse volg je rechtsaf de Dreef die parallel met het riviertje loopt.
Steek de Waversesteenweg over en volg aan de overkant even de Terhulpensesteenweg. Neem rechtsaf de Emiel Carelsstraat. Volg de J.B. Dekeyserstraat tot aan het postkantoor.
6. Van Overijse naar Groenendaal (7 km)
Aan de parking van het cultureel centrum De Blank sla je links af. Steek voorbij de Vuurmolen de Processiestraat over en volg de weg achter het busstation. Volg aan het einde van de straat rechts de Jean Tombeurstraat. Neem bij 'De Watermolen' links het fietspad naast de Molendreef. Vanaf de wijk Zorgvliet loopt het fietspad naast de verbindingsweg tussen Overijse en Hoeilaart. Blijf volgen tot in het centrum van Hoeilaart.
Steek de Henri Caronstraat over en volg de Willem Eggerickxstraat tot het Kasteel-gemeentehuis van Hoeilaart. Volg het fietspad verder. Na een tweetal kilometer bereik je via de Kasteelstraat en de Acacialaan het station Groenendaal.
Bezienswaardigheden: voormalig station "Leireken", Steenhuffel, valleien van de Grote en de Kleine Molenbeek, kasteel Diepensteyn, brouwerij Palm, Merchtem
Staat van de weg, aard van het landschap : voornamelijk beton- of asfaltwegen, enkele veldwegjes en onverharde stukjes, vlak met enkele lichte hellingen
Welkom in het land van Palm! Deze route heeft de brouwerij en het kasteeldomein 'Diepensteyn' - waar het Brabantse trekpaard wordt gefokt - als centrale punten. Vertrekken doe je aan het 'Leireken', het voormalige spoorwegstation van Steenhuffel en nu een oergezellig cafeetje. Voor de rest is het genieten en nog eens genieten van wijdse landschappen, meanderende beekjes, robuuste hoeven en goed bewaarde watermolens. En na de inspanning, de ontspanning bij een heerlijk glas Palm.
Korte Beschrijving
De Grote Molenbeek ontspringt uit een bron te Kobbegem op een hoogte van 70m boven de zeespiegel. Ze daalt vrij snel tot 50 meter Mollem(Merchtem), 20 meter in Merchtem, 15 meter in Londerzeel , 7 meter te Lippelo en komt samen met de Vondelbeek-Klaverbeek in Oppuurs.
Vanaf daar verandert de naam in de Vliet. Ze mondt uiteindelijk uit in de Rupel te Eikevliet.
Het is een snel stromende beek waarvan dankbaar gebruik werd gemaakt met verschillende watermolens.
Maar in de winter zet deze beek nog steeds gebieden als, de plas (Steenhuffel), Herbodin (Malderen), Sneppelaar(Londerzeel) onder water.
Zo haalt ze daarmee zelfs de nieuwsberichten. Je mag de Molenbeek niet verwarren met de Kleine Molenbeek waarop zich de Koevoetmolen bevindt.
De route voert ons langs de Herbodinnenmolen, Marselaermolen en Koutermolen(wind).
Langsheen de kastelen "DrieTorens", "Diepensteyn" en "Groenhof".
Tevens rijden we rakelings langs " 'sGravenkasteel" en "Hof-te-Melis". De Robbroekhoeve, Brandewijnhoeve en Het Kasthof doen ons dromen van lang vervlogen tijden.
Elke beek van enige betekenis telde vroeger wel enkele watermolens langsheen haar loop. Zoals de naam laat vermoeden, was dat ook het geval met de Grote Molenbeek, een waterloopje dat ontspringt te Zellik ten noorden van Brussel. De Molenbeekroute is 31 km lang en leidt ons vanuit Steenhuffel langs het kasteeldomein Drietoren te Londerzeel, over het koutergebied tussen Merchtem door de Meuzegemsehoek en langs het dorpje Rossem. FOTO : DE TWEEZAME FIETSER
Provinciedomein Het Vinne (tussen knooppunt 191 en 48), Ossenwegstraat 70, 3440 Zoutleeuw, 011-781819. Open van zonsopgang tot een uur voor zonsondergang.
Met Bistro Het Vinne en een leuke houten speeltuin en zandbak.
Op een steenworp van Het Vinne ligt de Pottekaashoeve, Pottekaasstraat 7, 3440 Zoutleeuw, 011-588985, gsm 0494-47 5888, www.depottekaashoeve.centerall.com
. Bij knooppunt 50:
Fietscafé De Smid is een gezellige taverne met 40 soorten bier en populaire snacks zoals stoofvlees, scampi's, spareribs en pasta.
Hoewel de zaak op het Stationsplein ligt, zul je er geen station of treinen aantreffen: die werden een halve eeuw geleden afgeschaft. Stationsplein 15, 3250 Linter, 011-70 76 16 .
Tussen knooppunt 50 en 58:
De watermolen van Drieslinter was vroeger een van de grootste molens in deze streek.
Het kleine molenhuis dateert uit 1747, het grote is van het eind van de 19de eeuw.
Tussen knooppunt 50 en 45:
De lichte klim tot Ransberg wordt beloond met een prachtig vergezicht over bossen, boomgaarden. kastelen en weiden met Vlaamse trekpaarden.
Rij eens langs het net gerenoveerde kasteel A Speculo, gelegen achter de watertoren op een indrukwekkend terrein van 11 hectare (niet open voor bezoekers).
Tussen knooppunt 40 en 192 (ommetje richting Budingen):
In het eetcafé Statiehof Klauterland kun je een lekkere oer-Vlaamse biefstuk friet eten.
Klauterland? Inderdaad. want deze taverne heeft ook een ruime binnenspeeltuin voor de kleintjes. Terweidenstraat 12, 3440 Budingen. 011-58 73 93, http://users.skynet.be/ klauterland.
Aard van de weg: Verharde wegen, behalve op een aantal stroken met aardeweg.
Het is al eeuwenlang goed om leven in Haspengouw.
De Kelten hadden zich hier al goed genesteld. Toen de Romeinen dit lekkere brokje wilden inpalmen, stond Ambiorix in de weg. Later vonden de Merovingers hier een thuis.
De heerschappij van het Land van Loon ging niet onopgemerkt voorbij.
De Duitse Orde zag ook wel wat in Haspengouw.
Zij lieten het indrukwekkende Alden Biesen na.
NIET TE MISSEN
Landcommanderij Alden Biesen
De gronden van Alden Biesen waren al in 1220 in het bezit van de Duitse Orde, een militaire ridderorde die er een commanderij uitbouwde. Toen in 1543 werd begonnen met de bouw van het waterslot, stond er al een kerk, waarvan de fundamenten nog zichtbaar zijn. In 1566 was het kasteel klaar. Ingrijpende verbouwingen gebeurden omstreeks 1700-1720.
Vanaf de 19de eeuw raakte het kasteel in verval, maar het zou tot 1971 duren voor de laatste eigenaar het kasteel aan de staat wilde verkopen.
Alden Biesen groeide uit tot een multifunctioneel cultuurcentrum van de Vlaamse Gemeenschap met internationale uitstraling.
Het wijn kasteel van Genoelselderen
Dit kasteel werd in 1407 door de inwoners van Tongeren platgebrand en later weer opgebouwd.
Het huidige classicistische gebouw dateert uit de l4de eeuw. Het wordt nu uitgebaat als wijnkasteel.
Waterburcht in Millen
Al in de 12de eeuw was er sprake van een versterkte woontoren op de site van de waterburcht in Millen, maar de eigenlijke burcht kwam er pas in de 14de eeuw.
Het huidige uitzicht ontstond na verbouwingen in de 17de en l8de eeuw. In het oostelijke deel van de Waterburcht is een gezellig fietscafé ondergebracht.
Op de site ligt het EuregionaaI Bezoekerscentrurn dat je informatie verstrekt over fiets- en autoroutes langs versterkte burchten en ruïnes.
In het bijbehorende museum kun je wat opsteken over het adellijke leven in de 16de en 17de eeuw.
De kasteelhoeve naast de burcht, die al wordt vermeld in de 14de eeuw, is nog steeds actief.
De Kevie Natuurreservaat
De Kevie, dat wordt beheerd door Natuurpunt, is wegens haar flora, fauna en ligging in de Jekervallei een van de belangrijkste natuurgebieden van Haspengouw.
Meer dan 300 planten komen er voor, waaronder orchideeën. waterviolier en pijlkruid.
Tongeren
Onder leiding van Ambiorix dienden de Eburonen in 54 voor Christus de Romeinen de zwaarste nederlaag toe tijdens hun veroveringstocht door Gallië.
In zijn huidige versie, een werk van beeldhouwer Jules Bertin, bereikt Ambiorix in 2006 de eerbiedwaardige leeftijd van 140 jaar. Als Ambiorix even om het hoekje kijkt, ziet hij het stadhuis uit 1750. Het meest opvallende bouwwerk is de gotische Qnze-Lieve-Vrouwebasiliek, die werd gebouwd van 1240 tot 1544. Eveneens een bezoekje waard is het begijnhof, het oudste van Limburg, en de bijbehorende Sint-Catharinakerk.
Kasteel van Renesse
De 15de eeuw was een drukke tijd voor ambachtslui in 's Herenelderen.
Toen werd ook begonnen met de bouw van het kasteel van Renesse, de werken zouden uitlopen tot in de 17de eeuw.
De Laak- en Neteroute slingert zich doorheen het stroomgebied van Laak- en Nete op de grens van de Kempen en het Hageland. Het gehele gebied kenmerkt zich door een afwisseling van natuur- en landbouwgebieden en je passeert talrijke aanwezige kapelletjes. Het is een bonte afwisseling van verharde en niet verharde wegen, bospaadjes en zelfs een stukje Parijs-Roubaix. Ook worden er drie provincies aangedaan nl. Antwerpen, Limburg en Brabant. Startend vanuit Westerlo kom je meteen langs in het groen verscholen Kasteel de Merode en fiets je door het Provinciaal Domijn Hertberg naar het wat verder gelegen plaatsje Vorst waar enkele mooie 19de eeuwse herenhuizen staan op het dorpsplein. Het voormalige gemeentehuis in Vlaamse renaissancestijl van 1910 op dit plein heeft een sierlijke toren de Abdij van Averbode, een Norbertijnenabdij, welke ook te zien zijn in Tongelo en Postel. Op het kerkhof van deze Abdij is de Vlaamse schrijver Ernest Claes, geboren in Zichem, begraven. Wie kent niet zijn beroemde boek De Witte
Het Land van Waas is het land van Reynaert de Vos. De fietsroutes zijn genoemd naar belangrijke personages of locaties uit dit roemruchte dierenepos. De haan Canteclaer neemt ons mee naar de streek van Stekene en Sinaai. We fietsen ook door het stemmige dorpje Daknam, waar Canteclaer zijn beklag kwam doen bij koning Nobel over de snode daden van de schalkse vos. Een groot deel van de route loopt over een oude spoorwegberm.
De Canteclaerroute biedt u de gelegenheid het centrum van het Land van Waas te ontdekken of te herontdekken. Het is een van die zeldzame streken waar je op zo'n kleine oppervlakte zo'n grote variatie vindt.
De Canteclaerroute laat u vanuit Klein-Sinaai afwisselend tussen bossen en weidse akkerlanden richting Stekene fietsen. Vervolgens gaat het via het residentiële Puivelde en de prachtige Dries van Sinaai tot aan de rand van Lokeren. Langs een oude spoorwegberm loopt de route in alle rust over het pittoreske Daknam naar Eksaarde en Moerbeke. Vanaf hier brengt de dijk van de Moervaart ons terug richting Klein-Sinaai. De naam Canteclaerroute verwijst naar het dierenverhaal "Van den Vos Reynaerde" dat in de Wase regio speelt. De haan Canteclaer is een van de personages.
Tweemaal op korte tijd moet de Maas een gedeelte van haar water afstaan: eerst aan het
Albertkanaal, dan aan de Zuid-Willemsvaart.
Slechts een fractie van het Maaswater volgt dus de oorspronkelijke bedding.
De Maas is een onrustige regenrivier, die grote niveauverschillen vertoont, afhankelijk van de neerslag in haar brongebied en op haar traject door de Ardennen. Het debiet kan schommelen van 10 m3/ sec (in heel droge zomers) tot 3.000 m3/sec (winter 1993). Op een groot deel van de Limburgse Maas is scheepvaart onmogelijk, met uitzondering van de veerboten, waarmee je op enkele plaatsen van Vlaanderen naar Nederland kunt en vice versa.
Tijdens deze fietstocht ontdek je een mooi stukje Maasland tussen twee Maaswaterwegen, de Maas en de Zuid- Willemsvaart.
Onderweg is ook wat te merken van het 'bronsgroen eikenhout', dat hier groener is dan elders. .
NIET TE MISSEN
Markt van Maaseik De markt is een heel gezellige plaats om te starten, onder het toeziende oog van Jan en Hubert Van Eyck, die hier werden geboren op' het einde .van de 14de eeuw.
Onder de 94 lindebomen wachten talrijke uitnodigende terrasjes. Rond de Markt, maar OOk elders, staan huizen in Maaslandse renaissancestijl.
Bewonder De Vrede (nr. 14), Het Vosken (nr. 30), De Leliën (nr. 33), De Stadt Arnsterdam (nr. 37) en Den Swaen (nr. 40). In het huis Imet nummer 46 is de oudste apotheek van het
land ondergebracht. Tussen de 15de en 19de eeuw was de Maas belangrijk voor het i vrachtvervoer.
Nu is de stroom hier onbevaarbaar voor vrachtschepen, die tegenwoordig de Zuid-Willernsvaart gebruiken.
Vlooienkoning De Vlooienkoning of 'de Vloeejekuning' in Maaseik is een kunstwerk van Jan Praet dat in 1994 door de carnavalsvereniging Het Heilig Wanunes geschonken werd aan de bevolking.
Sint-Gertrudiskerk De Sint-Gertrudiskerk in Heppeneert bevat enkele mooie beelden uit de 16de eeuw. Ze is gewijd aan Gertrudis van Nijvel, geboren in 626 als dochter van Pepijn van Landen. Sinds 1883 is dit een bedevaartskerk ter ere van Onze-lieve-Vrouw van Rust.
Je ziet er trouwens ook een oud beeld van Maria in rusthouding.
Grindgroeve De grindgroeve van NV Bichterweerd is een natte groeve. Het grind werd met behulp van een kraan uit het water gehaald. Een transportband voerde het grind daarna naar de sorteermachine.
't Veerke Het voet- en fietsveer 't Veerke kun je overzetten naar Grevenbricht. Tussen 1 mei en
30 september vaart het veer tussen 11 en 20 uur, tussen 1 juli en 15 augustus zelfs tussen 10 en 21 uur.
Een overzet kost 0,70 euro (volwassenen) of 0,25 euro (kinderen).
Dilsen-Stokkem Dilsen lag aan de Maas, tot de rivier zich verplaatste in 1740. Vanaf dat jaar was het plaatsje alleen nog bereikbaar over water via de Oude Maas.
In de winter van 1816 werd ook die toegangsweg afgesneden, toen de Maas zich een weg zocht naar het gehucht Boyen, omdat de stroomgeul naar Dilsen tijdelijk was afgesloten door drijfijs.
Bunkers In de jaren dertig van de vorige eeuw werden bunkers gebouwd als onderdeel van de verdedigingslinie langs de Zuid-Willemsvaart. In 1940 vlogen Duitse zweefvliegtuigen geruis- loos over de bunkers en zo vielen de schuilplaatsen in vijandelijke handen.
Natuurgebied Bergerven Waar ooit een grindwinningsgebied was naast de Zuid-Willems- vaart strekt zich nu het natuurgebied Bergerven uit.
Uiteenlopende soorten watervogels voelen zich thuis op en naast de drie grote vijvers. De Vlaamse Landmaatschappij werkt hier aan de versterking van de ecologische functie van het gebied.
't Eilandje 't Eilandje is letterlijk een eiland en ontstond bij het rechttrekken van de Zuid-Willemsvaart. Er ontwikkelde zich een recreatiegebied waar waterliefhebbers en andere recre- anten aan hun trekken komen.
Nu je toch in Neeroeteren bent, kun je een boekweitpannenkoek bestellen met spek en stroop.
De Solterheide De Solterheide maakt deel uit van het boscomplex ten noorden van de Bos- beek, samen met het Gruitroderbos en het Op- hovenerbos.
Den Brand Dit natuurreservaat wordt beschouwd als een van de mooiste kIeinscha1ige natuurgebieden in Vlaanderen. Het lijkt net een mozaïek van kleine weilandpercelen, omgeven door houtkanten en bossen.
Het Leugenbrugje Dit brugje in Aldeneik verwijst naar een van de legendes rond de heilige zussen Harlindis en Relindis.
Bewegwijzering: Je fietst op het fietsroutenetwerk Limburg Volg de fietsknooppunten 68-85-84-69-64-62-65-66-67-68.
Vertrekpunt: Landcommanderij Alden Biesen. U komt er via de E313 afrit 31, Bilzen. Vanaf hier is Alden Biezen duidelijk bewegwijzerd.
Aard van de weg: Heuvelend (een fiets met versnellingen is wenselijk), overwegend verharde landbouwwegen met enkele niet verharde gedeelten. Deze fietuitstap is niet aangeraden bij nat weer.
We vertrekken aan de Landcommanderij van Alden Biesen in Rijkhoven. Er is voldoende parkeerruimte, een toeristische infodienst, fietsenverhuur, je bent onmiddellijk op het fietsroutenetwerk en het ligt op een boogscheut van Bilzen en het NMBS-station (waar je ook fietsen kunt huren). Je fietst naar fietsknooppunt 85. De stijgende Kasteelstraat brengt je via de dalende Reekstraat en de Biezenweg direct naar Bilzen. Links en rechts fiets je langs boomgaarden waar de appelen en peren tantaliserend over de hagen hangen. Aan de Borreberg is een uitkijktoren waar je van een mooi uitzicht op het Demerstadje en omgeving kunt genieten. Langs een holle weg die later overgaat in een hoge dijk steek je voor de eerste keer de Demer over. Het riviertje is hier amper drie meter breed en stroomt enkele meters lager door een parkje. Onmiddellijk hierna fiets je Bilzen binnen. De route loopt over de Markt met het vroegere stadhuis - nu toeristische dienst - en de Sint-Mauritiuskerk. Achter de kerk heeft men het standbeeld van Camille Huysmans (1871 1968) geplaatst. De socialistische voorman - ooit nog burgemeester van Antwerpen - staat er wat verweesd bij, hij had blijkbaar een beter plaatsje gewenst.
Nu fiets je naar de knooppunten 84-69-64-62 en 65. Je verlaat het centrum van Bilzen door de Genutstraat. Aan het tweede kruispunt steek je schuin naar rechts in de Hasseltsepoort die overgaat in de Spurkerweg. Zo kom je in een open beemdenlandschap. Over een hogergelegen spoorwegtalud fiets je voor de tweede keer over de Demer. De spoorweg wordt alleen gebruikt voor goederenvervoer, onder meer voor Ford Genk. Aan de derde spoorwegbrug fiets je naar rechts, even links en dan weer rechts. Nu ben je op de Weg naar Diepenbeek. Aan het kruispuntje fiets je linksaf in de Genkerbaan en aan het volgende kruispunt fiets je rechts de Taunusweg op. Aan het einde van de Taunusweg kom je aan de Bilzerweg waar je linksaf fietst naar het Albertkanaal en richting Zutendaal. In de verte torenen de koeltorens van de elektriciteitscentrale van Genk hoog boven het landschap uit. Over het Albertkanaal fiets je de tweede weg rechts in, dit is de Watermolenweg. Dan links meevolgen door de Broekmolenweg. Autovrije wegen, uitgestrekt coniferenbos, struikheide, de Roelerheide en de Gellikerheide vormen nu de hoofdingrediënten van onze tocht door Zutendaal naar Gellik. Sommige gedeelten lijken wel groene tunnels waar slechts hier en daar een spat zonlicht doorkomt, soms onderbroken door een doorkijkje op een steil stukje hellingbos of een blikkerende waterpoel. In de dorpskom van Gellik ben je terug de bewoonde wereld ingefietst. Op het kerkplein kan je op een terrasje met een natje en een droogje bekomen van de geleverde inspanning.
Fiets nu over knooppunt 66, 67, en 68 terug naar het vertrekpunt. In Gellik fiets je richting Eigenbilzen. Je fietst de kleine dorpskom uit via de Wijerdijk. Aan het kruispunt over de brug van het Albertkanaal fiets je rechtsaf naar Eigenbilzen waar je dan de richting Hoelbeek neemt. Net buiten de dorpskom van Eigenbilzen brengt een onverharde weg je in de vallei van de Krombeek en langs het natuurreservaat De Hoefaert. In Hoelbeek kan je een klein ommetje maken om de Site Jonckholt te bezoeken. De ruïne van de ridderburcht ligt goed verscholen en geheel verlaten in een overwoekerde uithoek van de gemeente. Men heeft over de volledige omtrek de burchtmuren tot ongeveer een meter heropgebouwd. De hoektorens zijn duidelijk herkenbaar, de omtrekken van de gebouwen binnen de burcht zijn door houten palen aangegeven. De hofgracht is gedeeltelijk verland en begroeid met waterplanten. Na Hoelbeek volgen nog Waltwilder en Sint-Martenslinde. Hier en daar kun je, tussen de vierkanthoeves, nog pareltjes van vakwerkbouw ontdekken. De dorpjes rijgen zich als een paternoster aan elkaar. Als je de lange stijgende notelarendreef infietst kun je er Rijkhoven nog bij aanrijgen. Op het einde van de dreef fiets je door het poortgebouw - de vroegere hoofdingang - de landcommanderij binnen. Tijd voor een welgekomen verfrissing op het terras van het Apostelhuis
MET DANK AAN / Vakantiegenoegens (Tekst door André Maes),
Startplaats : hasselt KP 96 (vlak aan de japanse tuin)
Afstand :39.8 km
Domein Kiewit
Natuurrecreatie en natuureducatie gaan hier hand in hand.
Kiewit is een openbaar natuurdomein van de stad Hasselt met een oppervlakte van meer dan 100 ha. De wandelaar vindt er bewegwijzerde wandelpaden van verschillende lengtes die langs de mooiste hoekjes van ons domein leiden, ook kan je via deze wandelpaden naar domein Bokrijk wandelen.
De voor ons land unieke natuurtuin is zeker ook een bezoek waard. In deze tuin, die op een natuurlijke wijze geëvolueerd is, vind je haast al de wilde planten die vroeger in Limburgse weiden voorkwamen.
Het domein is toegankelijk elke dag van 8u30 tot de zon ondergaat.
Openingsuren secretariaat: maandag tot vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur en zondag van 13.30 tot 17.00 uur.
Secretariaat Domein Kiewit Stedelijk Natuurcentrum Hasselt Kiewitdreef 7 - De parking is gelegen in de Putvennestraat. B-3500 Hasselt -telefoon 011 21 08 49 -telefax 011 23 12 97 e-mail: kiewit@hasselt.be
Kiewit is een naam die terug te vinden is in de internationale luchtvaartgeschiedenis. Het was in 1909 onder meer dat Blériot zijn beroemde vlucht over het Kanaal naar Dover maakte. Eveneens dat jaar werden de eerste schikkingen getroffen voor de aanleg van het vliegveld van Kiewit; de officiële opening volgde op 9 mei 1910. Dit is het oudste vliegveld van België. Tegenwoordig wordt het voornamelijk door zakenlui aangevlogen, ook luchtdopen zijn alle dagen mogelijk. De ingang van het vliegveld ligt in Hasselt, het veld zelf is Zonhovens grondgebied.
Op zondag 1juni kunnen de fietsliefhebbers van 8 tot 14uur starten voor de jaarlijkse Drieprovinciënroute. De startplaats is de VVV-toren in Gerhagen. De tocht is 56km lang, maar er is een verkorte route van 30km. -- http://www.drieprovincienroute.be/
Geniet van een ontspannende fietstocht doorheen de gemeenten Meerhout, Ham, Beringen, Diest, Tessenderlo en Laakdal. Fiets doorheen een zeer afwisselend en ontspannend landschap dat tal van merkwaardige pleisterplaatsen bevat. Zo kom je ondermeer langs de Prinskensmolen in Meerhout, het "sas van Ham, het fietsrinrijpunt Paalse Plas met het aanpalende golfterrein, de Schaffense windmolen, de VVV-toren in Gerhagen en het Schollaertskasteel in Vorst-Laakdal.
De kruierroute voert je langs de mooiste plekjes en interessante trekpleisters van Balen; korte weggedeelten overschrijden de grens met Mol en Lommel. Je kan genieten van de prachtige natuur langs kilometers rustige wegen, paden of dreven met afwisselende landschappen van dennenbossen, loofbomen, weiden, velden en kanalen. Verder passeer je verschillende woonkernen, lichte en zware industrie en ontmoet je talrijke riviertjes en waterlopen; de streek behoort immers tot het brongebied van de Grote Nete, die van oost naar west door Balen stroomt. De officiële startplaats is het Recreatie- en Natuurpark Keiheuvel. Eventueel kan echter ook op een ander punt worden vertrokken.
Kruiermuseum
In het kruiermuseum krijgen we een beeld van het leven in een Kempens dorp, zoals Balen, tijdens het Interbellum. ( periode 1920-1937).
De nadruk werd gelegd op datgene wat belangrijk was in het dagelijkse leven van de Balenaar: Het gemeentehuis dat hem officieel begeleidde voor allerlei administratieve geplogenheden: Geboorte, militie, huwelijk en dood. De leefkamer waarin hij na noeste arbeid geborgenheid vond bij zijn gezin. Het klaslokaal waar hij leerde lezen en schrijven. - De herberg: De ontmoetingsplaats met anderen, waar hij s avonds op adem kon komen.
De gemeenten Mol, Dessel en Retie nodigen je uit voor een aangename fietstocht langs Kanalen en witzandontginning zijn prominent aanwezig. De schepen die op de kanalen voeren, werden lange tijd door paarden voortgetrokken. De hoefijzers van de paarden ketsten af op de grindkeien van het jaagpad en zorgden voor een typisch "kets"geluid. Je kan niet alleen genieten van de prachtige Kempense natuur, ook kunst en cultuur krijgen de nodige aandacht.
Deze route loopt voor een groot gedeelte langs de kanalen. Deze route ligt grotendeels op Dessels grondgebied, maar bestrijkt ook de Molse kanaaloevers. Vroeger werden de binnenschepen getrokken door mensen en paarden. Het geluid van de hoeven op de oeverkeien heette ketsen. Vandaar de naam Vaartketsersroute.
Bink" is de bijnaam van de Turnhoutenaars en betekent "baas, meester, vent, kerel, lomperd, botterik, knoeier". De Binkenroute slingert zich in een lus om Turnhout en doet de gemeenten Beerse, Vosselaar, Kasterlee, Oud-Turnhout, Ravels en Weelde aan. De Binkenroute loopt o.a. door het militair domein op het grondgebied van Ravels en Weelde: een mooi brok natuur, waarin de menselijke ingreep minimaal was. Het "Bels Lijntje" vormt een belangrijk deel van de route.
Je fietst door het glooiende landschap tussen Leie en Schelde, in de zuidoost-hoek van West-Vlaanderen. Imposante hoeven en pittoreske dorpjes domineren dit van oudsher rijke landbouwgebied. Brede heuvelruggen zorgen voor afwisseling en reliëf; ze bieden je vaak verrassende vergezichten. Het kanaal Kortrijk-Bossuit, dat de Leie met de Bovenschelde verbindt vormt de hoofdas. Via dit kanaal is ook een aansluiting voorzien naar het provinciedomein De Gavers Het kanaal Kortrijk-Bossuit verbindt de Leie met de Schelde. De Leie-Schelderoute blijft in de buurt van dit kanaal en trekt door een uitgesproken landelijk gebied, waar imposante hoeves en lieflijke dorpjes het meest in het oog springen. Langs het parcours vind je ook een aantal van de zeldzame West-Vlaamse bossen.
Start: toerismebureau Koksijde-dorp (Zeelaan) of Veurne
fietsen langs uitgestrekte landbouwgebieden met kleine dorpskernen zoals Steenkerke, Oeren, Alveringem, Zoutenaaie met terugweg langs de duinen van de Doornpanne en de Hoge Blekker.
De fietsroute verkent het open landschap van het Blote en de eeuwenoude Kasselrij Veurne-Ambacht. Uitgestrekte akkers en weiden, doorsneden van waterloopjes, verspreide oude abdijhoeven en kleine, geborgen dorpskernen bepalen hier het landschap. Vertrekkend vanuit Koksijde leidt de tocht o.m. naar Veurne, het polderdorp Steenkerke, de Oerenbroeken, Alveringem en Zoutenaaie, tot in 1970 België's kleinste gemeente. De terugweg voert door de beboste duinen van het natuurreservaat De Doornpanne en het natuurgebied De Hoge Blekker.
De Veurne-Ambachtroute kadert in het Provinciaal Fietsrouteplan, dat de uitbouw voorziet van een vijfentwintigtal toeristische routes. De realisatie van deze fietsroute was mogelijk dankzij de steun van de Provincie West-Vlaanderen, het Vlaams Commissariaat-Generaal voor Toerisme, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, de stad Veurne en de gemeenten Alveringem en Koksijde.
startplaats Streekmuseum De Zilverreiger in Weert (Bornem
Afstand :42.6 km
Een oksel van de Schelde is groot genoeg om Klein-Brabant af te schermen van de wereld daarbuiten. Het hoekje van de provincie Antwerpen dat Klein-Brabant heet, omvat drie gemeenten: Bornem, Puurs en Sint-Amands. De Schelde en de enigszins verborgen ligging hebben er ongetwijfeld toe bijgedragen dat Klein-Brabant zo'n fraaie natuur heeft en die nog grotendeels kon behouden. Vooral in de omgeving van de Oude Schelde is de natuur op haar mooist. Je fietst nagenoeg langs de volledige loop van de Oude Schelde en schakelt daarna over op het gezelschap van de eigenlijke Schelde. Door (daarna) om Bornem heen te fietsen, maak je de cirkel rond. Dat de route haar naam dankt aan de aspergeteelt wordt je onderweg wel duidelijk.
De eetbare asperges was reeds een gewaardeerde vrucht bij de Egyptenaren, Grieken en Romeinen. In onze streken werd deze wortelstokspruit reeds geteeld in de Middeleeuwen. In Klein-Brabant (het zuidwestelijk deel van de provincie Antwerpen) deed zij omstreeks 1885 haar intrede en dit in navolging van de Brabantse Kempen. Asperges worden in grondbermen geteeld om te voorkomen dat de vlezige witte spruiten of loten groen worden. Deze loten worden geoogst juist voor ze het grondoppervlak doorbreken. Men merkt het omhoog komen ervan aan kleine barstjes in de aarde. Al is de aspergeteelt hier op zijn retour toch kun je in elk restaurant nog genieten van deze heerlijke groente.
MEER INFO . -http://www.deleukefietser.be/Aspergeroute.htm -http://users.skynet.be/fietsroutes-charel/asp.html -http://blog.seniorennet.be/snellebirthy/archief.php?ID=41
De Bulskampveldroute verkent de ruimere omgeving van het Bulskampveld, een door bossen en landgoederen gedomineerd parklandschap ten zuidoosten van Brugge. Oorspronkelijk werd het gehele gebied beheerst door heide. In de vorige eeuw zette men die heide grotendeels om in bos. Slechts enkele relikten van de heide bleven bewaard. Uitgangspunt voor deze tocht vormt het provinciedomein Lippenspoed-Bulskampveld, een 300 ha groot groen en recreatieoord. Andere domeinen die op de route woorden aangedaan zijn het Hooggoed te Aalter en het Kampveld met het Nieuwenhoevebos te Oostkamp. De oevers van het kanaal Brugge-Gent vormen het landschapskader op de terugweg
MEER INFO / -http://www.deleukefietser.be/Bulskampveldroute.htm -http://www.beernem.be/Pdf/toerisme/bulskampveld%20fietsroute.pdf -http://blog.seniorennet.be/rio/archief.php?ID=25
Toeristische bezienswaardigheden Wie denkt dat Genk alleen maar de natuurliefhebber aanspreekt, heeft het mis! Temidden van het groen vindt de bezoeker nog getuigen van het rijke mijnverleden; mijngebouwen, schachtbokken, mijnterrils, mijncités De mijngebouwen van Winterslag kunnen op bepaalde data bezocht worden: raadpleeg hiervoor de locale pers of de website van de stad Genk. De steenhoopberg of mijnterril van Winterslag is vrij toegankelijk. Het uitzicht boven op de terril is spectaculair. De klim naar de top is de moeite waard! De mijnwerkers woonden in speciaal aangelegde wijken of cités. Ze zijn intussen uitgegroeid tot dynamische wijken waar de minaretten en koepeltorens naast de Vlaamse kerktorens staan.
Genk is ook bekend omwille van het openluchtmuseum Bokrijk. Hier wordt het Vlaanderen van zo'n 150 jaar geleden tot leven gebracht. Bezoekers kunnen er 'beleven' hoe hun voorouders woonden, leefden, werkten en zich amuseerden.
Voor een aangename en leerzame namiddag kan de bezoeker ook terecht in het Europlanetarium met zijn volkssterrenwacht. Hier kan je alle aspecten van de sterrenkunde, de ruimtevaart en de meteorologie ontdekken en bestuderen. Aan het Europlanetarium vind je eveneens een natuur- en planetenpad, een taverne, een minigolfbaan, een speeltuin, een kunstskipiste, het BLOSO-sportcentrum en een sporthotel.
Is een tocht van 47 km die makkelijk door het hele gezin kan gefiets worden. De route leidt je door de gemeenten Sint-Katelijne-Waver, Putte, Bonheiden en Mechelen en heeft uiteraard als thema tuinbouw. In de Mechelse regio is dat nog steeds één van de belangrijkste economische activiteiten. De Tuindersroute brengt je o.a. langs talrijke grote hoeven en oude en hoogtechnologische serres. Ondanks de drukke bedrijvigheid, is het toch de stilte die overheerst.
Zoals de naam aangeeft, verkent deze route de vallei van de Krekebeek, die samen met de Handzamevallei een oostelijke uitloper van het Ijzerbekken vormt.
Drie geografische streken ontmoeten hier elkaar : de polders, de zandstreek en de zandleemstreek.
WAAR KOMEN WE =
De tocht start in Diksmuide en verkent vooreerst een stuk broekland.
Wouwen, Houthulst en Klerken.
Kortemark wordt het Krekedal weer opgezocht.
Namen van vergeten zeehaventjes herinneren aan de belangrijke rol die de vallei in het middeleeuwse handelsleven speelde.
Koekelare waar, op de grens met het Torhoutse Houtland, de Ruidenberg wordt bereikt.
Vertrek: watersportcentrum De Spaanjerd te Kinrooi.
Dit fietsmenu laat u kennismaken met de vijf kerkdorpen van de gemeente Kinrooi en gidst je langs lyrische plekjes en de belangrijkste bezienswaardigheden. De tocht loopt overwegend langs rustige, verharde en vaak autovrije wegen. Blikvangers zijn o.a. Kasteel Borgitter, de Keijersmolen, de Zorgvlietmolen en de Lemmensmolen.
Alle routes gaan in enkele richting,en zijn goed bewegwijzerd!
- Grote BOKKERIEJER (rode pijlen)= 105 km . Veel kleinere lussen zijn mogelijk,vanaf 14km tot gemiddeld 35km.
Zoek op het kaartje vanwaar je wil starten! De vertrekplaats bepaalt de mogelijke lussen! Bij inschrijving ontvang je een tabel met al de afstanden die mogelijk zijn vanuit je vertrekpunt, hetgeen de keuze gemakkelijker maakt.
Laat in elke bokkenstal je inschrijfkaart afstempelen : op het einde van de rit geeft deze recht op een bokkeriejersspeldje 2008 .
- "BETRAP DE MAASVALLEI " (blauwe pijlen) = 55 km of 67 km(via Eisden)
Voor deze route werkt Bokkerieje samen met de natuur- en landschapsorganisaties Regionaal Landschap Kempen en Maasland vzw (B), Ark Natuurontwikkeling (NL) en Natuurmonumenten (NL). Vorig jaar waren de deelnemers uitermate tevreden over het parcours. Dit jaar leidt Bokkerieje u opnieuw langs de Grensmaas en door het aantrekkelijke plaatsje Elsloo. Een pareltje in het Maasland. Kortsluitroute is mogelijk via het veerpont van Berg: Zo kan je de Maaslus in 2 helften verdelen :de Noordlus en de Zuidlus.
Eisden ligt op het knooppunt van de Maaslus met de Bokkeiejerlus,en is goed te bereiken van afrit 33 (E 314).De C. M. zal hier een massagestand opzetten. ALLE INFO OP : http://www.bokkerieje.org/Hoe.htm
Fietsen door Affligem, Liedekerke, Roosdaal en Ternat
Deze 45 km lange route langs Affligem, Liederkerke, Roosdaal en Ternat brengt u via aangegeven pijltjes op een fietskaart bij de speciale plekjes van de streek.
Lengte van de route: 45 km (verkortingen: 25 of 30 km)
Bezienswaardigheden: BLOSO-centrum, de Dender, de Bellemolen, Ternat, Brouwerij De Troch, Wambeek, Onze-Lieve-vrouw-Lombeek, de Hertboomwindmolen (Zepposmolen)
Staat van de weg en aard van het landschap: voornamelijk beton- of asfaltwegen, enkele veldwegjes; heuvelachtig met enkele kleine hellingen
Routebeschrijving:
Deze route loopt langs Affligem, Liedekerke, Roosdaal en Ternat. De vlakke loop van de Dender wordt afgewisseld met het heuvelachtige Pajottenland. en op het gemeentehuis. In Wambeek kan men kiezen tussen de ofwel volledige grote route of de afkorting ervan. Wie kiest voor het minder lange pad zal ook heel wat klimmertjes moeten doen.
De route passeert 't Sluis, de Bellemolen en het Hof ter Brempt en volgt rechts het fietspad (Bellestraat) richting Essene. Aan het Y-kruispunt volgen we rechts de Lombeekstraat om terug over de autosnelweg richting Ternat te rijden.
Reliëf:
Het reliëf is heuvelend, enkele van die bultjes hebben zelfs niveau. De wegen zijn goed berijdbaar, een enkele keer een paar meters onverhard.
Veiligheid:
Voornamelijk verkeersarme wegen waarvan zelfs een 5-tal km autovrij langs de Dender.
langs de Dender.
Bewegwijzering: Uitstekend, in wijzerzin.
Folders: Gratis te verkrijgen bij de Toerisme Dienst van Affligem. website: www.affligem.be
Bezienswaardigheden in Affligem: (zie ook menu "Kaart") t Sluis Dit gebouw staat in de Stationsstraat en was vroeger een buitengoed van de abdij Affligem. Het werd reeds vermeld in 1660, o.a. aan het "huysken op Sluysdamme". Het jaartal 1751 in het anker wijst op de komst van de eerste monniken. Dit gebouw is geflankeerd door twee overluifelde inrijpoorten. De ingang van de Sluis is afgelijnd met zandstenen muurbanden met een rondboogvenster en een houten fronton.
Bellemolen Watermolen, gerestaureerd door de Hekelgemse zandschilder Pieter Van Ransbeeck. Deze watermolen, waardoor ongeveer in het midden de Bellebeek zich een weg baant, werd in 1149 door de monniken van de abdij van Affligem gebouwd. Hij had een tweeledig doel en deed dienst als stamp- en korenmolen.
Voor zijn tijd was hij heel modern en uit het ganse Brabantse land dat tot de abdij van Affligem behoorde brachten boeren hun vlas en raapzaad om het te laten bewerken.
Het molencomplex met de bijhorende landerijen werd in 1798 als "zwartgoed" verkocht aan de familie Van de Putte die, plaatselijk en nadien ook in Hekelgem, steeds een niet onbelangrijke rol innam in het sociale en politieke leven.
Penitenciërshof Hof te Brempt of "Penitenciërshof" dateert van 1768. Volgens oude bronnen is de naam "Penitenciërshof" afkomstig van het feit dat gestrafte monniken van de abdij Affligem in deze hoeve moesten komen werken voor hun penitentie
Postel - Kp 17 : Start abdij van Postel naar de grens ( Nederland ) , de autostrade over . Kp 17 - Kp 92 : Verder richting Reusel . Kp 92 - Kp 15 : Rechtsaf richting de Groote Cirkel . Kp 15 - Kp 14 : Door de Peelse Heide , langs de Reuselse Kei. Kp 14 - Kp 16 : Door de Hapertse Heide , terug de autostrade over . Kp 16 - Kp 12 - Kp 11 : Door de Cartierheide . Kp 11 - Kp 19 : Grenspark " De Kempen " Kp 19 - Kp 20 : Naar Weebosch . Kp 20 - Kp 25 : Richting Kp 24 , afslaan centrum Luyksgestel , langs de windmolens
Den Deen en de Grenswachter met zijn Bakkerijmuseum , verder naar Kp 25 langs de Vlieterdijk . Kp 25 - Kp 226 : Langs de Hutten en Kolken ( Lommel ) Kp 226 - Kp 227 : Door de bossen ( Kolken ) naar het kanaal . Kp 227 - Kp 230 - Kp 231 - Kp 232 : Over het jaagpad langs het Kempisch Kanaal. Kp 232 - Kp 76 : Door de bossen en langs het Russendorp . Kp 76 - Postel : Verder naar Kp 77 ( Postel ) en links naar de parking .
De Aardbeienroute is de streek van de zomerkoninkjes. Weer een verrassend stukje grensgebied. Mooi, vlak Kempens land waar de Mark in alle rust meandert richting Nederland. Met in haar dal weelderige flora en fauna. Niet te geloven dat de Vikingen hier ooit landinwaarts voeren.
Je trapt langs kapelletjes en aardige dorpjes zoals Meersel-Dreef waar Mariapark en Lourdesgrot graag tot afstappen uitnodigen. Is het niet om een stukje rijk rooms leven te ondergaan dan wel om een verfrissing. Opvallend baken onderweg is de 105 meter hoge toren van de St.Catharinakerk in Hoogstraten. De toren is het hoogste in baksteen opgetrokken bouwwerk ter wereld. Maar in Hoogstraten stop je ook voor het luisterrijk gerestaureerde 14e eeuwse begijnhof, opgenomen op de Unescolijst van werelderfgoed.
DE MENING VAN DE FIETSER
Relief:Vlak
Wegdek:Afwisselend Asfalt en betonwegen.
Veiligheid:Mag zeggen dat dit een van de rustigste routes is die ik ooit gereden heb, dus is de veiligheid optimaal, bij de oversteek van een drukke rijksweg is het opletten geblazen, maar dit komt men bij iedere route tegen.
Bewegwijzering:Goed, geen enkel bordje ontbrak, soms mocht er wel eentje meer staan.
Logistiek:Niet zo goed, vanaf Hoogstraten tot Meersel komt men niets tegen, bij warm weer is het aan te raden drinken mee te nemen.
Vind jij aardbeien ook onweerstaanbaar lekker? Dan valt de Aardbeienroute vast bij je in de smaak ! Met een jaarlijkse productie van niet minder dan 14.000 ton mag Hoogstraten zich hét centrum van de aardbeienteelt noemen. De Hoogstraatse koninginnen gelden als de mooiste en lekkerste van het land. De Aardbeienroute geeft je een idee hoe belangrijk de land- en tuinbouw zijn in deze regio. Ze combineert de opmerkelijke monumenten van Hoogstraten met mooie natuurgebieden en idyllische plekjes. Vooral het traject langs de rivier de Mark is prachtig. Trakteer jezelf onderweg op een heerlijk aardbeientoetje. Situering: Hoogstraten en deelgemeenten Meer , Meersel - Dreef en Meerle
Start is in Hoogstraten , aan de Kathedraal van de Kempen .De sint - Catharinakerk uit de 16de eeuw met zijn 105 meter hoge toren . Langs landelijke en rustige wegen gaat de route over de autostrade rond Meer . De aardbeien krijgen we niet te zien , ze zijn verstopt in plastieken tunnels en serres . Terug over de autostrade aan de zes moderne windmolens fietsen we even van de de route om de innerlijke mens te voldoen . Na de rust verder naar het riviertje de Mark , van Kp 13 tot Kp 43 , een zalige trip langs de Mark . Soms rijden we links en dan weer rechts van het water , de bruggetjes zijn niet breed dus oppassen . We volgen de Mark tot de Nederlandse grens , grenspaal 218 . Nu een ommetje langs Meersel - Dreef (Mariapark , watermolen en terrasjes ) . Verder door de open velden en langs boerderijen een lus rond Meerle , daarna nog een stukje door Nederland ( Castelre ) . Terug in België ( Wortel ) zien we in de verte de Kathedraal van de Kempen terug . Nu nog een bezoek aan dewatermolen en hetbegijnhof en als afsluiten : IJs met aardbeien en slagroom
Vertrek : Kortessem aan de kerk (parking) Afstand : 30 km Bewegwijzering : Knooppuntenkaart Haspengouw
De route : 122-121-145-144-143-141-142-126-125-122
KORTESSEM
Poort van Haspengouw
Kortessem ligt op de scheiding van Kempen en Vochtig Haspengouw en centraal tussen Hasselt, Tongeren, Genk en Borgloon.
De gemeente is sinds 1976 een fusie van de gemeenten : Guigoven, Kortessem, Vliermaal, Viermaalroot en Wintershoven.
De landbouwsector blijft een belangrijke bron van plaatselijke tewerkstelling, hoewel het agrarisch bodemgebruik niet eens meer de helft van de gemeentelijke oppervlakte vertegenwoordigd. Het is een aaneenschakeling van weilanden, akkers, boomgaarden en fruitplantages.
Het areaal van de hoogstamboomgaarden is na de Tweede Wereldoorlog geslonken tot enkele tientallen hectaren. De Nationale Boomgaardenstichting( www.boomgaardenstichting.be )tracht te voorkomen dat deze waardevolle landschappen verdwijnen.
Historisch behoorde Kortessem tot aan de Franse Revolutie tot het Graafschap Loon en later tot het Prinsbisdom Luik. Wintershoven was dan weer de bakermat van de kerstening van onze streek met Landoaldus, Lambertus, Vinciana en vele anderen
De sterke troeven van Kortessem liggen dan ook voornamelijk op het gebied van de zachte recreatie : wandelen en fietsen. Meer hierover vind je op www.kortessem.be
Mocht je meer interesse hebben kan je ook altijd je licht even opsteken op www.geogidsen.be
Verdere informatie kan je tijdens de kantooruren krijgen bij :
Prinsenroute Start :Het Prinsenpark" te Retie , prov : Antwerpen Afstand : 48 km G.P.S. 46.210 km
Deze fietsroute ong. 48 Km start aan het Provincié domein "Het Prinsenpark" te Retie. Dit was vroeger 1854 een domein van 400 ha dat eigendom was van Koning Leopold 1, later werd dit door de Graaf van Vlaanderen aanzienlijk uitgebreid tot ong. 4000 ha...
Er zijn 3 verkortingen mogelijk. Een lus rond Kasterlee (1) van 32 km, een verkorting rond Kasterlee en Retie (2) van 42 km en een zuidelijke lus (3) van 28 km. Route :
Koningen en prinsen kwamen graag wandelen in hun landgoed te Retie.
De Prinsenroute voert je naar deze voormalige koninklijke domeinen. Vandaag is het Antwerps Provinciebestuur de trotse eigenaar van het Prinsenpark 190 ha, dat er in elk seizoen betoverend bijligt.
Nog meer moois op dit koninklijk traject: de Molen van t Veld in Geel en zijn collega De Heerser in Retie, natuurreservaat De Tikkebroeken en de Priorij van Corsendonk. Situering: Geel, Kasterlee, Oud-Turnhout en Retie.
-Natuurgebied De Zegge en de speeltuin Ark van Noë aan de Kleine Nete . -Tielen ( jeugdkamp De Hoge Rielen )) ,
-Kasterlee ( Kleine en Grote Rees ) ,
-Oud - Turnhout ( natuurdomein De Tikkebroeken en priorij Corsendonck ) . -Centrum van Retie langs de gehuchten Kinschot en Schoonbroek en de molen De Heerser . -Rust in de vacantiecentrum De Linde aan het kasteel van Rethy . -De watermolen en het Prinsenpark naar het Kempisch Kanaal
Deze bloesemfietslus vertrekt in het Limburge Alken. In het centrum van de gemeente is er ruime, gratis parking achter het recreatiepark 'de Alk', aan de sporthal en op parking Kapittel . Het kindvriendelijke park, dat ook gratis toegankelijk is, bevat naast een speeltuin ook een verkeerspiste, een plonsbad, een roei- en visvijver en een minigolf.
Deze fietslus volgt de blauwe borden van het fietsnetwerk. In de fruitstreek werd aan deze borden een bloesembord toegevoegd.
WAT KOMEN WE TEGEN
KP 146 ALKEN
Alken. De Alk, recreatiedomein, Sint-Aldegondekerk met 15e-eeuwse doopvont,
Brouwerij Alken-Maas. Hier werd in 1928 het eerste Belgische Pilsje gebrouwen.
TUSSEN KP 173-149
Ulbeek. Uniek dorpsplein. Kapel van Oetslerhoven met 15e-eeuwse piëta.
KP 171
Rijkel. 16e-eeuws kasteel.
TUSSEN KP 170 - 162
Hoepertingen. 17e-eeuws waterkasteel Mariagaarde.
KP 153
Rullingen. Kasteel en fructuarium met 5 ha oude hoogstamfruitbomen.
TUSSEN KP 153-148
Berlingen. 14e-eeuws bedehuis, water- en korenmolen langs de Herk.
De knooppunten :135-188-187-358-186-359-183-182-184-185-134-135
WAT KOMEN WE TEGEN
Deze Haspengouwse fietslus tussen Sint-Truiden, Gingelom en Borlo vertrekt natuurlijk in de fruitstad en we volgen de blauwe borden van het Limburgs fietsroutenetwerk. Gratis lang parkeren kan aan het Speelhof op de Veemarkt of aan het station.
De geschiedenis van de stad is nauw verbonden met de Frankische edelman Trudo, zoon van Wicbolde, graaf van Hesbania (Haspengouw). Omstreeks 650 trok de jonge Trudo naar Metz voor zijn priesteropleiding. Bij zijn terugkomst in zijn geboortestreek bouwde hij een kerk en schaarde een gemeenschap van geestelijken rond zich. Na zijn dood in 693 en heiligverklaring groeide de abdij uit tot een welvarend bedevaartsoord. Vandaag is Sint-Truiden vooral bekend als cultuurstad en centrum van de fruitstreek. De stad is met 196 beschermde monumenten de grootste monumentenstad van Limburg.
We vertrekken aan knooppunt 135. Dit is vlak onder de abdijtoren van het voormalige seminarie, om de hoek ligt het stadhuis op de grote markt. We steken de markt over, rijden voorbij de fruitfontein over en nemen richting 188 naar Wilderen.
Perfecte en duidelijke bewegwijzering.
De abdijtoren biedt een zeer mooi uitzicht over Haspengouw.
Langs de Volmolenweg naar Wilderen.
In Velm kruisen we de oude Romeinse Heerweg van Maastricht naar Tienen.
Kasteel van Gingelom. Hier woonde Baron Erasme Louis Surlet de Ckokier. Bij de onafhankelijkheid van België vervulde hij de functie van eerste Regent tot 21 juli 1831, de dag waarop Leopold I aangesteld werd als eerste Koning der Belgen.
Afstand :Met devolledige fietsroute heb je ongeveer 36 km in de wielen.
De verkorte lus laat je afkloppen op 25 km.
De route loopt op knooppunten :
122-121-148-153-152-136-139-120-130-119-123-122
Dezefietsroute laat je eindeloos kijken naar het witte bloesemtapijt van laag- en hoogstammen in het voorjaar ,en de tonnen lekker fruit in het najaar, en een landschap bezaaid met kastelen.
Je fietst door typisch Haspengouwse dorpjes,het historische hart van Borgloon en het
Haspengouw mag er dan vredig uitzien, in de 18de eeuw werd deze streek onveilig gemaakt door Bokkenrijders, een bende die zich eerst toespitste op het stelen van kerkelijke rijkdom, maar al snel ook gewone mensen ging bestelen en chantage pleegde door middel van brandbrieven en brandstichting. In Wellen alleen al werden 116 personen genoemd als bokkenrijder of veertig procent van de volwassen mannelijke bevolking.
StroopfabriekVrolingen
Stap in Vrolingen af bij het stamcafé van boer Vandeput en ontdek de nog enige stroopstokerij van de streek.
Vijf generaties lang al stookt de familie Bleus appels en peren tot heerlijk broodbeleg. Laat u verbazen door 200 jaar oude kookketels waarin meer dan 1000 kg vruchten sudderen en voor alles proef van deze unieke stroop.
Kasteel van Rullingen
Het 17de eeuwse kasteel van Rullingen straalt vruchtbaarheid en onbekommerd leven uit. Waar nu de Franse geometrische tuin ligt stond vroeger een bij het kasteel horende Haspengouwse hoeve. Rond het kasteel werd door het provinciebestuur een arboretum en een fructuarium aangelegd met 142 verschillende hoogstamfruitvariëteiten.
Borgloon
Om Borgloon te bezoeken moet u klimmen. De graven van Loon bouwden deze versterkte stad op een heuveltop. De glasramen in het elfde eeuwse gravenhuis, nu stadhuis, laten u kennismaken met het leven en werken in het oude graafschap. Verscholen achter de bibliotheek ligt de burchtheuvel, 118 meter boven de zeespiegel. Van daaruit kijkt u uit op de verre omgeving.
Kortessem
Kortessem is de poort vanHaspengouw en de ideale startplaats voor een fietsontdekking van Haspengouw. Er is gratis parking voor autos aan de kerk en achter het administratief centrum. Voor extra inlichtingen kan u aankloppen bij het infokantoor, CC Mozaïek, Kerkplein 14.
Gors-Opleeuw
Tussen de glooiende boomgaarden en akkers ligt Gors-Opleeuw. De grootte van de vierkanstshoeven laat zien dat deze streek erg welvarend was. De ruim bemeten pastorie is ingericht als B&B. Ze wordt uitgebaat door mensen die minder mogelijkheden hebben in het gewone arbeidscircuit. Het terras in de gezellige pastorietuin is toegankelijk voor fiets- en wandeltoeristen.
Neerrepen en Overrepen
Tussen Overrepen en Neerrepen is het landschap erg weids en gunt het een blik op Tongeren, de oudste stad van België. De Onze-Lieve- Vrouwbasiliek markeert duidelijk haar aanwezigheid. In Neerrepen is de kerk heel
wat meer bescheiden. Haar toren heeft een Romaanse onderbouw en is verder laatgotisch. In het kerkgebouw staan mooie grafzerken van de vroegere heren van Repen. Van hun kasteel is enkel de grote toren en de zuidelijke puntgevel overgebleven. De kasteelhoeve is 18de eeuws en nog één van de weinige bedrijven waar alle stallen binnen het vierkant van de vierkantshoeve zijn gelegen.
Vertrek :op de parking van het domein "Molenheide".
De vertrek coördinaten zijn N51°04.710' - E5°23.705' .
Bewegwijzering :
Het is een mooie fietsroute, maar bij warm weder er wel voor zorgen dat men genoeg drinken bij heeft voor de eerste 20 km.
Er word gefietst in een schaduw rijke omgeving en een redelijk autovrij parcour.
WAT KOMEN WE TEGEN :
Domein "Molenheide
Het park Molenheide werd vele jaren terug opgericht door vader Van Herck.
Vroeger was Molenheide samen met Bokrijk, Hengelhoef en Kelchterhoef de toeristische troef inLimburg. De drie andere attracties waren overheidsinitiatieven terwijl Molenheide 100%
privé-kapitaal was.
De Kolveren :
Op de Kolveren te Zonhoven kronkelt de Laambeek zich tussen wei- en hooilanden, langs bos en vijvers. De naam verwijst naar een nat terrein waarin de lisdodde (ditsekolf) goed gedijt
De Route :5-7-84-82-86-88-83-81-16-18-17-19-98-48-2-3-4-9-11-13-6-5
We volgen de Leie stroomopwaarts en belanden in Machelen, waar het Roger Raveelmuseum onze aandacht trekt, met een greep uit het werk van de grootste hedendaagse schilder die de streek rond Deinze rijk is. Roger Raveel werd in 1921 geboren in Machelen en is er nog steeds actief. Even verderop verlaten we de Leieoever en belanden we in vlasdorp Gottem. Hier houden we halt om een Sint-Canarus Tripel te proeven, een stevig biertje van de Gottemse huisbrouwer Piet Meirhaeghe.
Oorlogsverleden
Via Grammene rijden we verder naar Vinkt, een dorp met een bloederig oorlogsverleden. Tijdens de Achttiendaagse Veldtocht in mei 1940 richtte het Duitse leger hier een slachtpartij aan onder de burgerbevolking. Het oorlogs- memoriaal nabij de Sint-Bartholomeuskerk herinnert aan deze gruwelijke episode uit de vaderlandse oorlogsgeschiedenis. Ook in Meigem, onze volgende doortocht, maakte de Tweede Wereldoorlog veel burgerslachtoffers. De ambachtelijke pottenbakkerij 't Hoveke is beslist een tussenstop waard.
Kunstenaarsdorp Voorbij Meigem fietsen we langs het Schipdonkkanaal richting Deinze. Even verderop steken we het kanaal over en maken we rechtsomkeert. We knopen weer aan bij het stroomgebied van de leie en passeren Bachte- Maria-leerne. Voor het romantische kunstenaarsdorp wijken we graag even van onze route af: we treffen er een stemmige Mariagrot, jeneverstokerij Filliers, en niet te vergeten kasteelOoidonk, een van de mooiste kastelen van het land.
Uitblazen
We groeten de zwemmers aan Vosselareput en rijden verder richting Astene. Het beschermde sas op de leie is misschien wel het mooiste plekje langs onze route. Het ophaalbrugje wordt nog met de hand bediend. In het sas- meestershuis zijn een schipperscafeetje en een scheepvaartmuseum gevestigd. Via het stadsbos in Astene belanden we opnieuw in Deinze. Uitblazen doen we in het 35 ha grote natuur- en recreatiedomein Brielmeersen, met zijn mooie wandelpaden, siervijvers, dieren- park, speeltuin, ligweide en jachthaven.
Bewegwijzering ; met bordjes,rood met witte achtergrond
De naam 'Corsendonk' staat voor een eeuwenoude priorij, heerlijk bier en dito kaas én een mooie fietsroute.De Corsendonkroute passeert weiden, bossen, gehuchten, monumenten, enkele residentiële wijken en bovenal veel groen. Ze situeert zich op het grondgebied van de gemeenten Oud-Turnhout, Arendonk, Retie en Kasterlee. De voornaamste bezienswaardigheden op het traject zijn de natuurreservaten De Tikkebroeken en Landschap De Liereman en uiteraard de priorij van Corsendonk. Situering: Oud-Turnhout, Arendonk, Kasterlee en Retie.
Route : De route vertrekt aan de parking van Corsendonks Hof vlakbij de priorij Corsendonck , nu een congrescentrum met hotel
Priorij Corsendonk is een volledig gerestaureerd klooster dat in 1395 werd gebouwd. Het ligt als een parel in de stille Kempen, temidden van ongerepte bossen en weilanden Wat we vandaag nog op Corsendonk aantreffen is de oorspronkelijke noordvleugel van het klooster. Hoe de priorij eens geweest is, kunnen we uit het grindpad opmaken, dat precies de vorm weergeeft van het vroegere klooster. Op de begane grond bevindt zich de vroegere warmzaal (Kapittelzaal), de ruimte waar de kanunniken hun handschriften vervaardigden. Verder bevonden zich op de etages de eetzalen van de broeders. Ook de kelderruimte, met zijn prachtige gewelven, is vrijwel geheel intact gebleven. Verder vinden we op het terrein naast het Vrouwenhuis en het Lekenhuis nog het Gastenhuis, dat vroeger dienst deed als verblijfplaats voor reizigers, die bij het vallen van de avond nog geen verblijfplaats hadden gevonden. Zo ziet men dat de huidige functie van Corsendonk zijn oorsprong eigenlijk al vindt in een ver verleden.
Eerst een ommetje langs het natuurreservaat de Tikkebroeken langs velden en weiden .
De Tikkebroeken is een beschermd landschap met een langwerpige vorm. Als overstromingsgebied van de Rode Loop resulteert dit in een rijke planten- en dierenwereld. Ondanks de verbreding en uitdieping van de loop begin van de jaren '70 is het nog steeds een waardevol natuurgebied. Vooral de overgang van de arme heidegronden naar vochtige heide over gagelstruwelen naar het wilgen-elzenbroek is uniek. De Tikkebroeken is vooral een vogelreservaat waar talrijke zang- en moerasvogels een onderkomen vinden
Over de brug van de autostrade en door een villawijk richting Zwaneven ( Oud - Turnhout ) . Langs de autostrade , de drukke baan Oud - Turnhout - Mol oversteken en door de residentiële wijk De Lint en langs het natuurreservaat De Liereman . Verder door een open landschap richting Arendonk .
De Liereman : Het gebied is meer dan 300 ha groot en één van de oudste beschermde natuurgebieden in België. Het bestaat uit een afwisseling van natte en droge heide, gagelstruweel, elzen- en wilgenbroek, eikenberkenbos, dennenbos, stuifduin, heischraal grasland en weidevogelgebied. Heel wat soorten planten en dieren vinden hier een leefgebied. De bekendste plant van het Landschap De Liereman is ongetwijfeld de wilde gagel. Even van de route om Arendonk centrum te bezoeken ( terrasje ) Verder langs de Toremansmolen en de kapel op de Wampenberg naar het kanaal Schoten - Dessel , waar we aan brug 5 terug langs de route verder fietsten.
Arendonk als grensdorp , maar ook als centrum van wat eens Groot-Brabant was, kan deze nu meer dan 775-jarige 'Stad en Vrijheid' bogen op een woelig en trots verleden, beschreven in diverse werken.Tot aan de Franse Revolutie was er in Arendonk valkeniersactiviteit: vangen, opleiden en verkopen van vogels en de daarbij nodige jachtattributen. Verschillende Arendonkse valkeniers verbleven zelfs aan de Middeleeuwse Europese hoven Na 1800 veranderde er veel in Arendonk, mede door de opbloeiende nijverheid, o.a. kousenweverijen, het graven van het kanaal(1845), de sigarenindustrie, de werkzaamheden van een dynamietfabriek . De Arendonkenaars hebben als bijnaam " De Teljorenlikkers "
Vertrek : Aan de abdij van Herkenrode Afstand : +/- 30 km Bewegwijzering : Geen
Met de openstelling van de kruidentuinen en kruidenkamers op het domein van Herkenrode in Hasselt is donderdag het officiële startschot gegeven voor de opening van het deels gerestaureerde domein. Het domein met abdij moet de nieuwe toeristische trekpleister bij uitstek in Limburg worden. De kruiden, het culturele erfgoed en het nabijgelegen natuurgebied van ruim honderd hectare staan hierbij centraal. De kruidentuin telt meer dan 400 soorten kruiden en geneeskrachtige planten. De kruiden staan alfabetisch gerangschikt in opeenvolgende kamers. Er zijn in twaalf kruidenkamers. Gediplomeerde herboristen zullen er rondleidingen voor geïnteresseerden geven. De opening van het domein voor het grote publiek is gepland op zondag 25 juni. De restauratie van het domein zit intussen op kruissnelheid. De tiendschuur is volledig vernieuwd, evenals het Vissershuis. Op dit ogenblik wordt het poortgebouw nog gerestaureerd. In de nabije toekomst wordt er ook gestart met de verbouwing van de hoofdvleugel tot een tentoonstellingsruimte rond water, architectuur, kruiden, landbouw, veeteelt en energie.
De naam Herkenrode is een samenstelling van het Keltische woord arika, verkleinwoord van ara dat rivier betekent en rode dat open, ontgonnen plaats betekent. Het is dus de open plaats bij de beek.
De abdij werd rond 1182 door Gerard, een graaf van Loon gesticht. Hij verkocht een deel van zijn domein aan een broeder uit Aulne, die er een klooster voor Cisterciënzerinnen stichtte. De verkoop was bedoeld om zijn deelname aan de kruistocht te financiëren. Daarnaast gaf hij een aantal tienden als onderpand voor een lening. Aangezien de graaf overleed bij het beleg van Akko, kon hij zijn lening niet terugbetalen en verwierf het klooster aanzienlijke rijkdommen. Het was het eerste en werd het grootste en rijkste vrouwenklooster van die orde in de Nederlanden. In 1217 werd de abdij opgenomen in de orde van Cîteaux.
De graven van Loon waren enkele jaren voordien verhuisd van Borgloon naar Kuringen. Zij waren verwikkeld geraakt in een strijd met enkele andere machtsblokken. Hun hoofdburcht in Borgloon werd in 1179 vernield en ze weken uit naar de burcht in Kuringen (het Prinsenhof). Vanaf graaf Gerard I werden alle graven in de abdijkerk van Herkenrode begraven. Enkel de laatste graaf, Diederik van Heinsberg, werd hier niet begraven, omdat de abdis zijn begraving weigerde nadat hij in de ban van de kerk was geslagen. Ze wist niet dat die ban al was opgeheven. Uiteindelijk vond de graaf in een Hasseltse kerk zijn laatste rustplaats. Na het overlijden van de laatste graaf ging Loon, na jaren van strijd en discussie, over in handen van het Prinsbisdom Luik. Ook met de prins-bisschoppen had de abdij goede relaties in het bijzonder met Everhard van der Mark die regelmatig verbleef in het
Prinsenhof in Kuringen ten tijde van abdis Mechtildis de Lechy. Zijn wapenschild prijkt in het poortgebouw van de abdij.
Van het twaalfde-eeuwse klooster is niets bewaard gebleven. De onderbouw van de molen aan de Demer kan nog uit de vroege fase dateren. Onlusten, vooral in de 15e eeuw, zorgden voor een sterk verval. Vanaf omstreeks 1500 kende de abdij een heropbloei. De gebouwen die nu nog te zien zijn, waaronder het monumentale poortgebouw, de watermolen op de Demer, de infirmerie (ziekenhuis), de hoevegebouwen, de tiendenschuur en de residentie van de abdissen, dateren allen uit de 16de-18de eeuw.
In de abdij resideerden twee soorten zusters: koordames en conversen of werkzusters naast enkele mannelijke religieuzen, de pachter van de abdijhoeve, gasten en pelgrims en ambachtslui van allerlei slag.
De Fransen sloten de abdij in 1797. Na de verkoop aan Claes en Libotton takelden de gebouwen langzaam af. In 1826 verwoestte een brand grote delen van de kerk en de kloostergebouwen. In 1844 werd tot de afbraak van deze ruïnes overgegaan. Een deel van de kunstschatten uit de kerk, onder andere het hoofdaltaar en de grafmonumenten van twee abdissen, waren reeds overgebracht naar de Virga-Jessebasiliek in Hasselt, terwijl de glasramen nu de Lady Chapel in de kathedraal van Lichfield (Engeland) sieren. Een monumentale majolica-tegelvloer is te bewonderen in het Jubelparkmuseum in Brussel.
In 1972 kochten de Kanunnikessen van het Heilig Graf een deel van het domein en vestigden er een klooster en een bezinningscentrum. Bescherming van domein en gebouwen volgden in 1974. De kanunnikessen bouwden in 1984 in hedendaagse architectuurstijl een kloosterkerk en woonvertrekken geïntegreerd in de resten van het 16de eeuwse abdissenkwartier. In 1998 werd het andere deel van het domein, 105 ha groot, met het poortgebouw, de molen en de hoevegebouwen verworven door het Vlaams Gewest. Er is een omvangrijke restauratie van de gebouwen aangevat. De tiendenschuur, met een oppervalkte van 1000 m² en 15 m hoog, is sinds 2002 gerestaureerd. Grote tentoonstellingen, concerten en allerlei evenementen vinden er plaats.
Opgravingen begonnen in 2004 op de plaats waar de kerk en een aantal kloostergebouwen stonden. De volledige kerk en het herenhuis werden blootgelegd. Resten van het omvangrijke grachtensysteem werden teruggevonden. In de overblijfselen van het gastenverblijf werd een kleine laat 16de eeuwse beerput opgegraven. Het kloosterpand kan nu volledig worden in beeld gebracht aan de hand van de opgravingen (oa. kapittelzaal, refter, sacristie, ...).
Het landschap rondom de abdij wordt heringericht, inclusief de waterlopen, met de toestand van 300 jaar geleden als model. Een appelboomgaard van een honderdtal verschillende appelsoorten (hoogstam) en een kersenboomgaard zijn reeds aangelegd.
Bewegwijzerde wandelpaden werden ingericht en een kruidentuin wordt aangelegd en zal in 2006 geopend worden voor het publiek.
De restauratie van de abdijsite Herkenrode, de inrichting ervan voor nieuwe bestemmingen, de aanleg van de tuin en de opgravingen worden beheerd door Erfgoed Vlaanderen. Het omliggende landschap wordt beheerd door de Afdeling Natuur Limburg, een Vlaamse overheidsdienst. De exploitatie en animatie ter plaatse is in handen van Herkenrode vzw en haar talrijke vrijwilligers.
De abdij van Herkenrode maakt deel uit van het Europese charter van cisterciënzer abdijen en sites
Fietsknooppuntennetwerk Hageland heeft zijn kaart uitgebracht. Fietsen langs 600 km bewegwijzerde routes.We waren er uiteraard als de kippen bij om dit netwerk te verkennen Het is een tocht geworden die heel toeristisch is met veel bekende plaatsen
Vertrekpunt : Aan de abdij van Averbode Afstand : 40.5 km Bewegwijzering : knooppuntennetwerk Hageland Route :18-25-58-59-93-38-34-33-32-31-331-334-15-14-17 KP 18 : Averbode : bijna overbodig om daar nog iets over te vertellen
KP 59 :Zichem , waar we nog een zeer mooi dorpsplein hebben met een oude kiosk
KP 93 :Scherpenheuvel , devotie en handel liggen heel dicht bij mekaar
KP 33 :Diest: Een stad met een rijk verleden en heden,denken we maar aan het begijnhof het fort,de vesting,de halve maan en veel meer
KP 331 : Engsbergen :
Sint-Luciakerk In 1663 werd in het gehucht Engsbergen een kapel gebouwd, waarvan het koor bewaard bleef. In 1806 werd de parochie onafhankelijk en in 1840 werd de huidige kerk gebouwd. Het interieur bevat waardevol meubilair, zoals: Het orgel: De befaamde Geelse orgelbouwer Jacob Verbuecken vervaardigde in 1752 een klein en groot orgel dat in de Aarschotse begijnhofkerk werd geplaatst. Bij de afbraak van die kerk in 1853 kocht de kerkfabriek van Engsbergen het orgel aan. Sindsdien siert het de kerk. Op 4 november 1976 werd het instrument beschermd en behoort sindsdien tot het orgelpatrimonium in ons land. Het orgel met niet minder dan 1310 pijpen biedt een prachtig esthetisch uitzicht De orgelkast en balustrade zijn in rococo. Blikvanger is het centrale beeld van koning David met de lier.
KP 334 :Gerhagen : bekend van het bosmuzeum, zijn VVV toren en speeltuin,zijn diverse eethuizen
En zo rijden we verder in de natuur naar 15 en 14 en 17 naar Averbode
Afstand: 40 km Bewegwijzering: geen Vertrekpunt: Markt in Lo Aard van de weg: meestal verhard, goed berijdbaar
U bereikt het vertrekpunt via de N8 (Veurne-Ieper). Volg de wegwijzers naar Lo-Reninge
WAT KOM JE TEGEN
Lo-Reninge, Luilekkerstad van Vlaanderen, kan bogen op een rijk historisch verleden. De gastronomie van het Luilekkerstadje is erg vermaard. De rust, midden in het weidse Polderlandschap, is er verzekerd.
kapel van O.-L.-Vrouw-van-de-IJzer verscholen onder een boom
't Vleterhof Kruisboomstraat 4, 8640 Oostvleteren Tel. 057/40 02 46 - 0494/81 84 86 Eethuis en landelijke herberg met feestzaal. Specialiteit: Schelle van de Zeuge, smoutstutten, konijn, e.a. .... Kindvriendelijk, mogelijkheid tot gratis ponyritjes, overdekte speelplaats in de winter, tevens huifkartochten. 't Vleterhof is iedere dag open
Stavele : heeft een aantal gerenomeerde restaurants en eetcafe's, met o.a. het hof van commerce , daar moeten we ook over de wipbrug den ijzer oversteken
Startplaats: Provinciaal Domein Den Blakken, Wetteren
Bewegwijzering: Zeshoekige bordjes, met de naam van de route in rode letters
De Rozenroute doet in hoofdzaak de drie deelgemeenten van Wichelen aan: Schellebelle, Serskamp en Wichelen en voert u langs landelijke en verkeersarme wegen door de rozenstreek. Je kunt onderweg genieten van de kleur en geur van alle mogelijke rozenvarieteiten.
De Rozenroute start aan het Provinciaal Domein Den Blakken, een promotiecentrum voor rozen, sierteelt en parkbomen in de Wegvoeringsstraat in Wetteren, niet zo ver van de grens met Schellebelle. Rond villa Les Mélèzes kun je wandelen in een park, in thematuinen, door een arboretum en langs een vijver.
Toeristische bezienswaardigheden:
--De neogotische Sint-Denijskerk van Serskamp, waar zich nog enkele meubelen bevinden van een Norbertinessen klooster.
--De Potjesmarkt van Schellebelle op de tweede zondag na Pinksteren
Het vertrek- en eindpunt van deze fietstocht is voorzien in het centrum van Veldwezelt, kort aan knooppunt 59. Veldwezelt ligt bij het kruispunt van de N2 en N78 ten zuiden van Lanaken, vlak aan het Albertkanaal en de grens naar Nederlands-Limburg.
Bewegwijzering: We volgen in België de blauwe borden en in Nederland de witte bordjes met groene cijfers van het fietsnetwerk Zuid-Limburg.
In het centrum van Veldwezelt zien we snel de blauwe borden van het fietsnetwerk. We volgen richting 59 en vandaar rijden we over het Albertkanaal naar Maastricht.
In Nederland is het opletten want de genummerde bordjes hebben niet altijd hetzelfde formaat en kunnen zowel links als rechts en hoog of laag hangen.
Als je het spoor kwijt raakt, vraag dan de weg naar de Sint-Servaasbrug aan de Maas. Hier is knooppunt 01. De route gaat nu verder door de stad tot aan het stadhuis. Voorbij het stadhuis rijden we rechts en verlaten de stad via de Boschstraat. Als we onder de Frontensingel doorrijden volgen we de Boscherweg naast de Zuid-Willemsvaart tot aan knooppunt 10, hier rijden we weer over de grens. We bereiken nu Hochter-Bampd. Door de aanleg van de Zuid-Willemsvaart ontstond het gebied als een spie tussen de Grensmaas en de Zuid-Willemsnvaart. In dit gebied van 52 ha, vlak langs de Maas, kun je de ontwikkeling ervaren van een natuurlijk rivierlandschap. De aanwezige waterplassen zijn het gevolg van een oude ontgrinding tussen 1950 en 1966.
We blijven de Maas volgen tot knooppunt 53 te Uikhoven en steken nu de Zuid-Willemsvaart over naar Oud-Rekem. Hier rijden we richting 63. Vóór we echter dit knooppunt bereiken volgen we de pijl naar nummer 54. Onderweg fietsen we door het mooie kasteelpark Slot- Pietersheim.
Leopoldsburg : Het kamp dat in 1835 op de Grote Heide van Beverlo verrees, was in de eerste plaats een zuiver militaire aangelegenheid. Maar het is ook een oeroude historische wet dat legerplaatsen aantrekkingspolen zijn voor burgers die graag hun graantje willen meepikken.Van bij het begin waren er contacten met de burgers van Beverlo. Zij mochten, tussen de verschillende oefeningen in, op de heide turf steken en weidegrond gebruiken. Veel belangrijker waren echter de burgers die zich vanaf mei 1835 in de nabijheid van het kamp gevestigd hadden. Ze kwamen van bijna overal: uit Diest waar ze zich reeds vroeger bij het militair kamp hadden gevestigd, uit Venlo, waar sedert 300 jaar een militair garnizoen was, uit Langdorp, Geel, uit de rest van Belgie en zefs uit Frankrijk.
Hechtel-Eksel : Hechtel-Eksel heeft heel wat te bieden op toeristisch vlak. Vooreerst zijn er de historische bezienswaardigheden. De geschiedenis van Hechtel-Eksel herken je nu nog aan de windmolen, de prachtige teutenhuizen uit de 18de en 19de eeuw, de laatgotische St.- Trudokerk, het bevrijdingsmonument, enz
Het belangrijkste? Het gigantisch overdekt speelparadijs en het unieke zwemparadijs met kabouterbad, supersnelle glijbanen en sportbad. Verschillende mogelijkheden om dorst en honger te stillen, tesamen met de uitgebreide gourmetboulevard zorgen ervoor dat elke dag iets nieuws kan beleefd worden.
KP : 308 : Helchteren : In 1977 werden de twee gemeenten Houthalen en Helchteren verenigd tot de fusiegemeenteHouthalen-Helchteren. Elk van deze gemeenten had voordien een mooi eigen wapenschild waarop zij fierwaren. Een nieuw wapenschild moest dus zowel de goedkeuring van de Houthalenaren als van de mensen van Helchteren krijgen. Daarom werd het nieuwe wapenschild een mix van de twee oude wapenschilden.
Van Helchteren herken je de Heilige Trudo met palmtak en kapel in de hand en van Houthalen is het gouden schild met de leeuw in zwart (sabel) overgenomen
Koersel-Fontijntje ; Het recreatieoord 't Fonteintje in Koersel is gegroeid rond de kapel van O.L. Vrouw aan de Staak, een gekend bedevaartsoord dat ontstond in 1826. In dit zeer bosrijke gebied staat de uitkijktoren centraal: hij biedt een indrukwekkend panorama op het typisch Kempische landschap, met zicht op de grote vlakte van het militair domein en het mijnbekken. Het recreatieoord omvat een speeltuin, minigolf, trick-pinbanen, een fit-o-meter en talrijke oergezellige kampeerplaatsen.
KP : 307 : Lindeman :O.L.-Vrouwkerk Lindeman : Gelegen in de Galgenbergstraat. In 1972 werd Lindeman officieel erkend als een zelfstandige parochie. De kerk werd gebouwd op grond van de gemeente. Op 27 december 1973 werd de annex van de kerk van Lindeman in erfpacht overgedragen aan de kerkfabriek van O.L.Vrouw Lindeman voor 27 jaar.
Vertrekpunt:De jeugdherberg Broeder Bertus in Zutendaal. Neem afrit 32 van de E314. Je gaat de N75 op en daar wordt Zutendaal meteen al aangegeven. Dan ga je rechts de N744 op. Bij een rotonde draai je helemaal rond naar links en rijd je over de N77 naar Zutendaal-centrum. In dat centrum rechtdoor, richting Lanaken en Gellik. Bij de tweesprong die richting blijven volgen, door het gehucht RoeIen. In een bocht vind je aan je linkerkant Broeder Bertus.
Aard van de weg:Goed lopende wegen. Geen intensiefklimwerk, maar zeker geen vlak parcours. Soms maakt een helling het je even lastig.
Kaarten : Fietsgids voor Limburg
Route : Een zoete rit door bossen en weiden, dat is deze Zoetemoerroute. Moeren of moerassige gebieden zijn er niet veel meer, maar je ziet er toch een paar. De route heeft er in elk geval haar naam aan te danken. Ook aan 'de zoete Moeder Maria' want 'moer' is afgeleid van 'moeder'. Zutendaal is altijd een druk bewchte bedevaartplaats geweest.
De bossen wedijveren met de weilanden en iedereen mag scheidsrechter spelen en bepalen wie er wint. Maar er is ook veel water: het Albertkanaal, schansgrachten en Papendaalheide, een waterrecreatie- centrum.
De route doet alle gehuchten en bezienswaardigheden van Zutendaal aan en loopt alleen langs rustige wegen. Een betere kennismaking met deze gemeente kan bijna niet.
WAT KOM JE TEGEN :
-Temidden velden en bossen in volle natuurschoon ligt de O-L-Vrouw van Lourdesgrot. Op dezelfde plaats waar hij reeds in 1907 een O-L-V-beeldje liet plaatsen richtte Mathijs Thijssen in 1925 in de richting van Terboek (Genk) deze lourdesgrot op als blijvend ex-voto van de devotie tot Onze-Lieve-Vrouw. Die niet alleen uit dank voor bekomen gunsten maar ook om Maria's bescherming te vragen tegen de dreigende ontkersening, die de toen opkomende industrie in Limburg meebracht. Het geheel is door de jaren heen uitgegroeid tot één van de schilderachtigste hoekjes van Zutendaal
-Broekmolen : Van de watermolen in de Daal is er reeds sprake in de geschriften uit het begin van de 16de eeuw. Volgens pastoor-historicus Theo Vandebeeck werd de molen opgericht in het jaar 1616. In de 17de eeuw werd zij samen met acht andere boerderijen in de Daal platgebrand door plunderende soldaten. Zij werd heropgebouwd en in de tweede helft van diezelfde eeuw werd ze eigendom van de Heren van Aldenbiesen die de molen verpachten
-Stalkerschans : Om zich te beschermen tegen roversbende en plunderende legertroepen werden te Zutendaal vanaf de 16de eeuw verdedegingswerken, zgn.<< Schansen >> opgericht. Op een terrein, gelegen langs een beek, werd een brede gracht gegraven, deze gracht werd gevuld met water en een ophaalbrug gaf dan toegang tot het eilandje, waar in tijden van gevaar de inwoners met hun hebben en houden een toevlucht vonden. De huidige eigenaars hebben er een familiebedrijf van gemaakt, maar de omgeving werd zeer natuurgetrouw behouden. Het is één der best bewaarde natte schansen uit onze streken.
Route KPvanaf het kerkplein naar N° 32-34-33-04-03-01-02-32
EEN PUUR TOERISTISCHE ROUTE MET HEEL VEEL BEZIENSWAARDIGHEDEN
Deze fietsroute van ongeveer 28 km leidt doorheen de mooie vallei van de Abeek. Die beek ontspringt aan het Broekvenin een natuurdomein van heide en vennen. Samen met de vele zijbeekjes maakt de Abeek van Meeuwen een lichtgolvend landschap. Tijdens het fietsen kanu kennis maken met onze rustige, landelijkegemeente. Alle bezienswaardigheden van dedeelgemeenten Ellikom en Meeuwen zijn in deze route opgenomen.
A. St.-Martinuskerk. De gotische St.-Martinuskerk van Meeuwen dateert uit de tweede helft van de 15de eeuw.
Buiten domineert vooral de slanke, massieve westertoren van 45 m hoog. Het kunstpatrimonium bestaat o.a. uit een eikenkruisbeeld (16de eeuw).
B. Monument Rampsalighe St.-Niklaesdagh. Op 6 december 1648 werd de zwartste bladzijde uit de geschiedenis van Meeuwen-Gruitrode geschreven. Ruim 1500 huisliedenen schutters uit Meeuwen en omstreken trokken op tegen de Lorreinse troepenmacht, die de omgeving terroriseerde en plunderde. Het bloedige treffen, dat minder dan één kwartier duurde, was meedogenloos en eiste een hoge tol: ongeveer
400 doden en hetzelfde aantal gewonden bleven achter op het slagveld. De 27 dorpen die bij de strijd betrokken warenverloren in die korte tijd meer inwoners dan tijdens de ganse Eerste Wereldoorlog.
Vlak tegenover het monument in de Hoogstraat, 67 vindt u een fietsenhersteller. Tel. 011-79 30 43
C. St.-Antoniuskapel. Deze kapel zou al in 1550 gebouwd zijn. St.-Antonius werd vereerd tegen zwijnenziekten. Zijn feestdag wordt hier nog steeds gevierd in januari met de verkoop bij opbod van varkenskoppen en kleinvee. Op de knooppunten 32 en 34 kan u aansluiten op deGeuzenbaanroute..
D. Zwartven en Turfven. Deze vennen zijn ontstaan door zandverstuivingen. Zij worden uitsluitend gevoed door regenwater.Doordat het regenwater geen kalk of voedingsstoffen bevat, zijn de vennen verzuurd en is de plantengroei éénzijdig. De naam Turfven schijnt wel misplaatst want volgens geologen kan hier geen sprake zijn geweest van turfontginning. Zowel Zwartven als Turfven liggen in een natuurgebied. De omgeving van beide vennenzijn rijke pleisterplaatsen van waterwild en doortrekkende vogels. Beide vennen zijn ook drink- en rustplaatsen voor kraanvogels
E. Blauwe steen. De blauwe steen vormt de grens tussen Wijshagen, Gruitrode en Opglabbeek. In de volksmond wordt dit het Driedorpenpunt genoemd. Deze steen betekende tevens het einde van de ondergrondse mijnconcessie van de Kempische Steenkoolmijnen.
Aan knooppunt 33 kan u eventueel de fietsroute verlaten richting Opglabbeek (volg 39).
F. Donderslag. In de nabijheid van knooppunt 33 kan u, via een mooie dreef, een bezoek brengen aan het gebied Donderslag. Dit domein en de vroegere, nu verdwenen, hoeve hebben een rijke geschiedenis die teruggaat tot 1117. Het is een rustig wandelgebied met eeuwenoude eiken en beuken .
G. Bron Abeek. De Abeek ontspringt in het zuiden van de gemeente, op het militair domein, aan het Broekven. Het brongebied is een heidevlakte met vennen en venen. Vanaf de Gestelstraat heeft de Abeek zijn eigenlijke loop gevonden en stroomt ze als een zuivere beek door een moerassig gebied. Ze verlaat Meeuwen
in het uiterste noorden van de gemeente. Zo stroomt ze verder over Reppel en Bocholt naar Molenbeersel. Van daaruit vloeit ze verder over de Nederlandse grens waar ze uitmondt in de Maas. Van oorsprong tot monding is de Abeek ongeveer 30 km lang. De vele landschappen en afwisseling ervan zorgen voor een zeer rijk gebied. Elke plaats die anders is, maakt ze wellicht interessant voor één of ander dier, plant, insect of amfibie. Op de zeer moerassige gronden van de Abeekvallei tref je elzen en wilgen, rietkragen of een typische kruidenvegetatie aan: Paar- en Verspreidbladig goudveil, Speenkruid, Bittere veldkers, Moerasspirea, Klokjesgentiaan, Waterdrieblad en diverse andere zeldzame planten. In dit zeer natte en zure milieu is er turfvorming. Er staan
nog 4 watermolens op de Abeek: twee in Meeuwen en twee in Ellikom. Zoals vrijwel overal worden ze als dusdanig niet meer gebruikt..
M. Hoogmolen. Gelegen op de Abeek . In deze watermolenwerd vroeger graan gemalen en werden lakens gevold. Vollen isvullen, d.w.z. de uitstekende vezels in het laken doen dringen involkuipen (zwierders) die door de molen werden aangedreven.De molen dateert van vóór 1500. Het is een onderslagmolen(zie Dorpermolen). Beschermd op 05/12/1995. Hij is gelegen aande Hoogmolenweg, 15 in Ellikom. Hij is herbouwd en hersteld.Alleen toegankelijk langs de Hoogmolenweg. Hij ligt op 200 mvan het fietsroutenetwerk.
Aan knooppunt 02 kan u afslaan richting Wijshagen en Neerglabbeek (volg 31).
N. Berenheidemolen. In de vallei van de Abeek ligt de Berenheidemolen op 800 m van de route. Deze molen en het domein zijn niet toegankelijk. Toch heeft men vanop de weg een goed zicht op het molengebouw en het molenrad dat nog regelmatig draait. De oorspronkelijke molen dateert uit 1717. Het was een koren- en boekweitmolen en hij werd eveneens gebruikt als olieslagmolen. In de volksmond wordt hij ook Achterste Molen genoemd, in tegenstelling met de Dorpermolen. Hij is gelegen op Berenheide 8 in Meeuwen. Het is eveneens een "onderslagmolen" (zie Dorpermolen). Hij is niet beschermd.
O. Dorpermolen. Alle molens op de Abeek zijn zogenoemdeonderslagmolens,d.w.z. zij worden aangedreven
Door water dat tegen de bladen drukt aan de onderzijde van het molenrad. De Dorpermolen is de eerste watermolen op de Abeek en is zeker veel ouder dan de inscriptie van 1758 op de muurankers in de achtergevel. Het was vroeger een koren- en boekweitmolen.Hij wordt in de volksmond de Voorste Molen genoemd. In 1976
is de laatste molenaar met de uitbating gestopt. De molen doet nu dienst als taverne-restaurant waarin het maalmechanisme nog vrijwel volledig en werkzaam is. Ook het typisch Limburgs houten rad draait nog. Hij is beschermd op 11/01/1994. Hij is gelegen in de Molenstraat 5 in Meeuwen. Steeds te bezoeken, behalve op
donderdag (van mei - aug.) en op woensdag en donderdag (van sept. - april). Tel. 011-79 29 69.
75
H. Museum "'t Karrewiel". In dit heemkundig museum worden oude landbouwwerktuigen en huishoudelijke gebruiksvoorwerpen tentoongesteld. Het museum is erg leerrijk, daar het de jongeren confronteert met een quasi onbekende wereld en de ouderen met een zo herkenbare wereld die ze gedeeltelijk zelf beleefden.
Geopend van Pasen tot oktober, maandag en woensdag gesloten. Het museum is gelegen in de Gestelstraat 79, tel. 011-79 28 83.Het museum is gelegen op 100 m van het fietsroutenetwerk.
I. Kolisbergen. Typisch voor de Hoge Kempen zijn de landduinen, ontstaan door zandophoping. Vanop de top heeft men een mooi vergezicht over het militair domein. Aan de andere kant van de weg bemerk je op de achtergrond de mijnterrils van Genk. Deze landduinen zijn ontstaan na de laatste ijstijd (ruim 10.000 jaar
geleden) toen noordenwinden over het onbegroeide land grote hoeveelheden grof zand meevoerden. Kolisbergen is een onderdeel van een duinengordel die zich uitstrekt van Hechtel over de Kolisbergen (Meeuwen) langs de Oudsberg (Gruitrode) tot Neeroeteren. Een typische en tevens mysterieuze vogel die enkel
in duingebieden voorkomt is de Nachtzwaluw. Aan knooppunt 04 kan u de fietsroute verlaten en verder fietsen richting
Peer, via Linde (volg 05). Aan knooppunt 03 kan u eveneens naar Peer fietsen (volg 05).
J. Tabaksmuseum. Bij het oversteken van de Weg naar Helchteren, tussen knooppunt 04 en 03, vind je op 1500 m richting Meeuwen, het tabaksmuseum. Het museum stelt zowat alles tentoon dat de wereld van de echte roker prachtig illustreert. Het museum ligt langs de Weg naar Helchteren 32, tel. 011- 79 17 18.
K. Gedenktekens Melsens. Dit gedenkteken werd opgericht ter nagedachtenis aan Sgt. Melsens die sneuvelde op 10 september 1944 bij de bevrijding van Meeuwen-Gruitrode en omstreken.
K. Erperheide. Gekend vijfsterren bungalowpark van CenterParcs. Aan knooppunt 01 kan u de fietsroute verlaten in de richting van Peervia Grote Brogel (volg 06). Vlak bij de brug over de Abeek nabijEllikom ziet u in de tuin enkele grote beelden. Hier woont en werktbeeldhouwer Leo Camps. Een bezoekje kan u enkel brengen na afspraak(Brogelerweg, 10 tel: 011/63.39.56).
L. Kerk St.-Harlindis en Relindis. Genoemd naar de patroonheiligen van Ellikom. Deze neo-klassieke kerk werd in gebruik genomen in 1960. Het kunstpatrimonium bestaat o.a. uit een eiken beeldengroep (apostelenbank) uit de 16de eeuw, enkele houten beelden en een doopvont uit hardsteen.
De Gemperoute is een bewegwijzerd fietstraject in het Hageland (Vlaams-Brabant, België).De fietsroute is 30lang en loopt langsheen de gemeentegrenzen van Tielt-Winge.Het heeft de gerenoveerde Gempemolen, gelegen aan de Molenbeek, als vertrekpunt. Doorgaans loopt de fietsroute doorheen boomgaarden, weiden en akkers.
De Gempemolen is een watermolen op de Molenbeek in het gehucht Gempe (Tielt-Winge, Vlaams-Brabant, België).
Geschiedenis
Hendrik I, Hertog van Brabant, schonk in 1229 een lap grond met een watermolen te Gempe aan het klooster van Gempe. Het klooster kreeg eveneens rechten op de grote Gempevijver, die water leverde om de molen aan te drijven tijdens droge zomers. In het begin van de 17de eeuw kreeg het klooster de toelating om de Molenbeek over meer dan 600 meter te verplaatsen om het verval aan de molen te vergroten. Het klooster heeft de molen lange tijd verpacht aan een maalder. Bij de afschaffing van het klooster door de Franse revolutie kwam de molen definitief in privéhanden. Hij werd vrijwel altijd als graanmolen gebruikt tot omstreeks 1950. Sinds 1944 is de molen geklasseerd als monument.
Renovatie
In de loop der jaren werd de molen verwaarloosd en raakte vervallen. In 1991 werd de molen aangekocht door Brouwerij Haacht. Het molenhuis werd gerenoveerd en omgevormd tot taverne. Er werd een volledig nieuw eikenrad gebouwd, het sluiswerk en de molengoot werden vervangen.
Toerisme
De molen bevindt zich op de Molenbeek, vlakbij de samenvloeiingen met de Sassenbeek, de Kraaiwinkelbeek en de Wingebeek. De vallei is een drassig, mooi wandelgebied dat aansluit bij het voor wandelaars vrij toegankelijke Troostenbergbos. De uitgestrekte Gempevijver lokt vele soorten watervogels aan.
De Gempemolen is een rustpunt voor de wandelaars en fietsers die ofwel voor het GR-wandelpad kiezen of gewoon willen wandelen of fietsen tussen De Moedermeule in Gelrode, het kasteel van Horst of langs de Jan-Primusroute. Het bewegwijzerd fietstraject "de Gemperoute" heeft de Gempemolen als startpunt
De Route : 151-152-136-139-128-117-118-127-133-157-158-160-164-
163-161-162-153-152-151
LAUHUN :
Loon is afgeleid van het Germaanse Lauhun dat beboste heuvel betekent. Het verschijnt voor het eerst in 1078 in teksten. Vanaf de 12e eeuw is ook de Romaanse vorm Looz bekend. Borgloon betekent dus burcht op een beboste heuvel en de plaats lag binnen het woongebied van de Eburonen.
WAT KOMEN WE TEGEN :
KP 151: Borgloon :Bezienswaardigheden
-Het stadhuis
-De romaans-gotische Sint-Odulfuskerk, een kruisbasiliek met vijf beuken. In deze kerk legden de graven van Loon, en na 1366 de prins-bisschoppen van Luik de eed af bij hun troonsbestijging
-de burchtheuvel van de burcht van Loon
-de kapel van Helshoven
Kerniel - Borgloon
Cisterciënzerinnenabdij Mariënlof
Op vraag van Maria van Kolen vestigen de paters kruisheren zich in 1438 in Borgloon. Het klooster krijgt de naam 'Maria Laudes' of 'Mariënlof'. Na de opheffing tijdens de Franse Revolutie wordt de abdij overgenomen door cisterziënzerinnen. Ze is in het bezit van buitengewoon waardevolle kunstvoorwerpen waaronder het oudste schilderwerk op doek in de Nederlanden
Cafetaria: Ter Poorte, zaterdag en zondag van 10.00 tot 18.00 u.
Andere bezienswaardigheden
Fruitstreekmuseum: bezoek zaterdag en zondag van 13.00 tot 17.30 u. (ipv 10.00 tot 17.30 u.)
KP 128Piringen:
- In Piringen vind men nog dassenburchten
Eten en drinken: Café bij Mariella: Piringenstraat 4, 3700 Piringen-Tongeren, tel. 012 23 60 50, do. gesloten, geopend vanaf 10.30 u, zo. vanaf 9.30 u, specialiteiten: spareribs, scampis, mosselen (seizoen), ijs en pannenkoeken.
KP 133Vechmaal :
Wegens de zeer vruchtbare gronden vormt Vechmaal een typisch landbouwdorp. Ongeveer 68% der oppervlakte is bestemd voor landbouwteelten en strekt zicht uit op de dalflanken rondom het dorp. Het dorp zelf ligt te midden van boomgaarden en weilanden en vormt ongeveer 29% van de totale oppervlakte. Nog enkele bosjes 2% herinneren ons aan de vroegste tijden van Vechmaal.
KP 158Heers :
het Kasteel uit de 13e eeuw, één van de merkwaardigste uit Limburg is een voorbeeld van bijzondere architectuur, is een van de zeldzame vestigingen en was een belangrijke burcht waarrond meerdere gevechten plaats vonden. Daaraan verbonden de indrukwekkende boerderij met zijn tiendenschuur. Merkwaardig nog de zwarte kapel in de dreef bij het kasteel. Ook de woning Moers, met vroeger een torentje op het dak. Evenals enkele oudere boerderijen, waarvan de bekendste, de hoeve Missotten naar Bokrijk (ingang van het domein) werd overgebracht.
KP 164Gelinden :
Gelinden heeft weer zijn linde. Afgelopen maanden werd aan de hoek van de Steenweg en Schepenbank een jonge linde geplant. Het boompje vervangt zijn beroemde voorganger, die in 1990 moest worden omgehakt. Het café ,,De Linde'' staat niet meer alleen om de herinnering aan het verleden levendig te houden.
KP 163Klein-Gelmen : heeft 't Doolhof
En verder ligt de route bezaait met kastelen ,waarvoor je echt tijd moet voor reserveren
- Ken je Hendrik Conscience nog? De auteur van De Leeuw van Vlaanderen leerde zijn volk lezen. Een ander bekend boek van Conscience, De Loteling, speelt zich af in het Boshuisje in Zoersel. De oude hoeve in het Zoerselbos is vandaag ingericht als taverne. Je kunt er bijna honderd verschillende bieren proeven.
Wie vandaag de bierkaart vraagt in 't Boshuisje in Zoersel en het hele rijtje afgaat, mag zich een kenner noemen. Of een zatlap. Toch heeft de uitbater niet de ambitie om zijn volk te leren drinken. Wel prijst hij zijn klanten spontaan het bier van Conscience aan: Loteling. ,,We hebben lichte en donkere Loteling'', zegt hij. ,,Het gaat om een soort trappistenbier dat exclusief voor ons gebrouwen wordt bij brouwerij Huygen in Oost-Vlaanderen.''
't Boshuisje ligt midden in het Zoerselbos. Met de auto kun je er alleen geraken via een smalle asfaltweg in Zandhoven, vlakbij afrit 20 van de autoweg E34. De meeste bezoekers komen daarom te voet, met de fiets of per paard. ,,Ruiters kunnen hun paard hier aan een boom vastbinden of in de wei zetten'', zegt Donald.
Vooral als je te veel Loteling hebt gedronken, blijkt een paard een verstandig transportmiddel. Zo herinnert Donald zich een klant die zodanig diep in zijn Loteling-glas had gekeken dat hij niet meer wist hoe hij thuis was geraakt. ,,De man werd 's anderendaags 's morgens wakker in zijn paardenstal, op de zadel van zijn paard. Het dier kende blijkbaar blindelings zijn weg naar huis'', lacht Donald.
Het is de streek waar het verhaal van de Loteling zich afspeelt
De Loteling was iemand die zich ingeloot had om dienst te nemen bij het leger
Hetwaren meestal arme boerenzonen die zich voor betaling de dienst overnamen van een
meestal begoede persoon
Wel ,deze route leid ons langs deze ,toch nog zichtbare arme mensen streek,en als je dan langs het
boshuisje,waar de schrijver zijn verhaal noteerde,fietst waan je jezelf terug in de tijd van toen
Het gemeentewapen van Kapellen werd ontworpen door de Brusselse kunstenaar Pol Van Houtte. Bij Ministerieel Besluit van 13 oktober 1993 werd het als volgt goedgekeurd : "in lazuur drie akers van goud. Het schild geplaatst voor een Sint Jacob de Meerdere als pelgrim, houdend een kapel in de linkerhand, alles van goud".
Kapellen was een deel van de gemeente Ekeren tot 1801. De "akers" op het Kapelse schild werden overgenomen uit het gemeentewapen van Ekeren, dat bestond uit drie gouden brouwerij-akers op een blauw veld. Het Ekers schild is geplaatst voor de heilige Jacobus de Meerdere, patroonheilige van de parochiekerk, die in de linkerhand een kapel houdt; dit is de kapel van de Hoogenschoot die aan hem is toegewijd en waar de parochiekerk van Sint Jacobus de opvolgster van is. Het feest van onze patroonheilige wordt op 25 juli gevierd, een feestdag die tot vandaag de datum van onze jaarlijkse kermis bepaalt.
KP 39 Hoogboom ,Een gemeente met 7000 inwoners
Tussen KP 38 en 73de Uitlegger
Sinds 1992 geniet het domein bijzondere bescherming door de rangschikking van heel "De Oude Gracht", "De Uitlegger" inbegrepen, als beschermd Landschap. In de toegankelijke zone werd een bosleerpad omheen de vijver ingericht.
KP 79 : Mastenbos ,Antitankkanaal
Antitankkanaal : Lengte 33 km en circa 18 meter breed en 2 meter diep . Het is een geklasseerd natuurgebied en hierdoor een prachtig viswater . Door gebrek aan onderhoud is het kanaal echter op veel plaatsen overwoekerd en moeilijk toegankelijk . Er is geen scheepvaart . Oevers op de meeste plaatsen natuurlijk , maar op sommige plaatsen versterkt met hout of in beton . Er mag gevist worden gedurende de paaitijd en 's nachts
Sinds 1999 is er in Kapellen een wandelgebied bijgekomen. Het werd in twee delen aangekocht door het Vlaams Gewest. De afdeling Bos en Groen kreeg het beheer toegewezen. Het Mastenbos is met zn 150 hectare een afwisselend gebied met bos, zandige heivlaktes, ruige grasvlaktes, bosranden en resten van vroegere boomaanplantingen. Je wandelt deels ook door oude bomendreven van een vroeger landschapspark.
KP 14 : TRood
Het Rood is gelegen op de grens van Kapellen met de buurgemeente Hoevenen aan het kruispunt van de Streepstraat met de Parijse Weg. Het vormt een natuurlijke buffer tussen beide dorpskernen.
KP 77 : Mariaburg
De Mariaburgse Feestenwordenelk jaaraangeboden door de Vzw De Weyngaert op het plein voor de kerk , een denkpiste is oa dit nog ooit te kunnen verwezelijken in de tuin van het voormalig bankgebouw Antverpia.
Wij zoeken steeds vrijwilligers om de Mariaburgse Feesten ieder jaar te kunnen laten doorgaan , zonder Uw hulp zullen de feesten niet kunnen plaatsvinden. ZIE OOK -- http://schoss.web-log.nl/schoss/2005/11/gnoproute.html
Route : Van de markt van Aarschot zoek je ofwel de demer KP 03 ofwel richting Rillaar KP 04
04-02-01-57-59-58-25-18-56-03- Aarschot
Langs deze route verkennen we de vallei van de demer.
Het is een zeer rustige route met verassend mooie panorama's
De Demervallei
De Demervallei is een moerassig gebied dat zich profileert als een groene zone met broekbossen , vochtige weilanden op de iets hogere delen, en grote zones met populierenaanplantingen. In de natste delen van de vallei is de bodem zeer vochtig en venig: er is een zwarte moerassige laag waardoor de vallei ongeschikt is voor de landbouw. Langs de Demer en oude meanders vinden we langgerekte rietvelden en bosjes. De ecologische waarde is hoog: verschillende zeldzame planten- en diersoorten kunnen er gevonden worden.
Zoals bij andere dorpen in de vallei, heeft de Demer als belangrijke verbindings- en handelsweg ook hier een vitale rol gespeeld bij het ontstaan van de dorpsnederzetting en de ontwikkeling van de latere gemeenschap.
De eerste dorpskern is ontstaan op het snijdingspunt van de rivier met de oude landweg die de verbinding maakte tussen Kempen en Hageland. Zij kwam tot stand op de zuidelijke flank van de Voortberg, die in tijden van overstroming de bewoners meer veiligheid verschafte dan de drassige Demeroevers
Vermelden we tenslotte ook nog de bedrijvigheid van de scheepvaart op de Demer. Vooral in de 16de eeuw nam het vervoer op de Demer aanzienlijk toe. Dagelijks trof men er schepen aan die haring of zout, lakens van Diest of Zoutleeuw of bouwmaterialen voor de plaatselijke kerken vervoerden. In de 16de eeuw werd het scheepstrekkersambacht opgericht; de scheepstrekkers van Testelt en Messelbroek namen de lijnen over van de trekkersgezellen van Aarschot aan de Hanenberg en trokken de schepen tot aan de sluis van Zichem. Nog in de 19de eeuw voeren tot bijna 200 schepen per jaar over de Demer.
Thema- fietstocht langsheen een gedeelte van de historische weg die de hondenopkopers volgden
Afstand : 52 km
Inkorting :geen inkortingen voorzien
Vertrek en aankomst : Grote Markt - Boom (O.-L.-Vrouwkerk)
duur fietstocht :ca 4 uur (afhankelijk van de rustpauzes)
parkeermogelijkheid : rond de Grote Markt
Bewegwijzers : geen wegwijzers
Rustpauzes : taverne "De Hoorn" op ± 11 km te Leest op ± 40 km
Horeca rond Grote Markt
De Bomenaars worden in de volksmond "de hondenfretters" genoemd.Vreemd misschien, maar ze zijn er fier op.Hoe ze aan deze naam komen, is een verhaal dat maar weinigen kennen.
Om deze geschiedenis op te frissen, besloot de geschiedkundige studiegroep "Ten Boome" samen met het Boomse Gemeentebestuur het "Hondenfretterspad" uit te geven.Deze brochure is het resultaat van heel wat opzoekingswerk.Ze beschrijft een fietsroute vanuit Boom naar Grimbergen, zijnde een gedeelte van de historische weg die de hondenopkopers regelmatig aflegden en ze bevat eveneens een woordje uitleg over de plaatsen die je onderweg tegenkomt.
Fietsroutebeschrijvingxml:namespace prefix = v ns = "urn:schemas-microsoft-com:vml" /> xml:namespace prefix = w ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:word" />
Vertrekpunt : Grote Markt - Boom
Colonel Silvertopstraat - eerste straat rechts Emile Vanderveldestraat tot aan de lichten
- rechts richting Willebroek - over Rupelbrug
- voor kanaalbrug aan lichten linksaf naar Klein-Willebroek
- over het bruggetje naar rechts langs het kanaal tot aan brug van Willebroek (4 km)De baan oversteken en fietspad volgen
- aan de burelen Zeekanaal linksaf
- aan het einde rechtsaf (2de straat) Molenweg
- rechts meedraaien tot einde weg
- linksaf het kanaal volgen tot aan de brug van Tisselt (7,5 km)
De baan oversteken en het kanaal volgen tot aan de taverne "De Hoorn" (11 km)
- het kanaal verder volgen tot aan de brug van Humbeek (15,5 km)
- nog steeds het kanaal blijven volgen tot aan de Verbrande Brug (19 km)
Rechts de brug oversteken - de Verbrandebrugsesteenweg inrijden
- aan de splitsing rechts meedraaien en verder volgen tot aan de lichten
- rechtsaf de Humbeeksesteenweg inslaan
- 3de straat linksaf de Oyenbrugstraat inrijden
- deze loopt over in de Tommenmolenstraat - deze straat volgen tot aan de Tommenmolen (22 km)
We rijden terug in de tegenovergestelde richting
- Tommenmolenstraat - Oyenbrugstraat
- aan het einde rechtsaf de Humbeeksesteenweg volgen tot aan de lichten
- linksaf de Verbrandebrugsesteenweg inslaan
- volgen tot aan de Verbrande Brug en deze oversteken
Linksaf vlak naast het kanaal richting Humbeek
- aan de brug rechtsaf de Kanaalstraat inslaan
- links meedraaien en volgen tot einde
Rechtsaf de Mechelstraat/Humbeeklaan inrijden
- links meedraaien en volgen tot einde
- rechtsaf naar Hombeek
- de spoorweg oversteken en volgen tot aan de Zenne (36 km)
Voor de Zenne linksaf de dijk oprijden
- deze volgen tot in Leest
De Zenne volgen tot Heffen
- de baan oversteken
- de Zenne verder volgen tot Klein-Willebroek
- over het bruggetje rechtsaf richting Rupeloverzet
De dijk oprijden en linksaf volgen tot aan de Rupelbrug
Ten zuidoosten van Antwerpen fiets je langs kastelen, villa's en hoeven. Kers op de taart is Lier, het gezellige stadje aan de samenvloeiing van de Grote en de Kleine Nete.
EVEN AFSTAPPEN?
hoven en kastelen: Geelhandhof (Hove), Hof van Moretus (Boechout) en Duwijkhof, Hagenbroekhof, Hof van Ringen en Hof van Lachenen (Lier); behalve het Geelhandhof (nu gemeentehuis Hove) zijn ze alle in privé-handen en dus niet toegankelijk!
voormalige spoorweg lijn Kontich-Duffel: vandaag een natuurreservaat, broedplaats voor tientallen vogelsoorten
modelhoeve (Lint, in de buurt van knooppunt 12): model van een hoeve anno 1900
De Modelhoeve, gelegen aan de Lintsesteenweg 531 is geklasseerd als beschermd monument om reden van industrieel-archeologische waarde. Eind 19de - begin 20ste eeuw werden heel wat initiatieven genomen om de landbouw nieuw leven in te pompen en te laten profiteren van de industrialisering. Zo werden heel wat vervallen hoeven vervangen door modelhoeven.
paarden melkerij 'Het Brabanderhor (Lier, tussen knooppunten 13 en 11)
Paardenmelk is lichaamsversterkend, weerstandsverhogend en zorgt voor vitaliteit en energie. Door zijn unieke samenstelling en lichte verteerbaarheid geeft het bijzondere ondersteuning tijdens een herstelperiode.
Kortom, paardenmelk is een zeer gezond voedingsmiddel dat vele klachten kan verminderen en voorkomen of gewoon ter preventie gedronken wordt om op natuurlijke wijze fit en gezond te blijven:http://paardenmelk.be/pages/hofframe.html
Lierse Polder: met zijn 156 ha een van de kleinste polders in Vlaanderen
De Lierse polder paalt vlak aan het centrum van de stad. Dit beschermd natuurverbindingsgebied is met 156 ha een van de kleinste polders van België.
Polders zijn openbare besturen die zorgen voor het waterbeheer in de streek. Zij onderhouden en verbeteren de grachtkanten door het heraanbrengen van verdwenen berm- en veldbloemen. Bovendien maakt de aanplanting van streekeigen bomen en struiken, zoals knotwilgen, de habitat weer aantrekkelijker voor diverse vogelsoorten.
PIME (Lier): provinciaal instituut voor milieu-educatie; de tuin is vrij te bezoeken tussen zonsopgang en zonsondergang
Fiets zeker even tot in het centrum van Lier. Je kan er slenteren door de talloze sfeervolle straatjes en het fotogenieke begijnhof (Unesco Werelderfgoed!), binnenkijken in de Sint-Gummaruskerk en de astronomische snufjes in de Zimmertoren bewonderen. Bovendien liggen de Lierse terrasjes er steeds héél uitnodigend bij! De ideale plek voor een lekker tussendoortje: een kop koffie met een Liers vlaaike of een fris Caves-biertje..
De Bilzenroute omdat jekomt door Bilzen Munsterbilzen - Eigenbilzen
Afstand: 37 km.
Bewegwijzering: Je fietst een deel op het fietsroutenetwerk Haspengouw en een stuk op het fietsroutenetwerk Kempen en Maasland. Verkeerd of verloren rijden is uitgesloten. Volg de fietsknooppunten 68-85-84-69-64-62-65-66-67-68.
Vertrekpunt: Landcommanderij Alden Biesen. U komt er via de E313 afrit 31, Bilzen. Vanaf hier is Alden Biezen duidelijk bewegwijzerd.
Aard van de weg: Heuvelend (een fiets met versnellingen is wenselijk), overwegend verharde landbouwwegen met enkele niet verharde gedeelten. Deze fietuitstap is niet aangeraden bij nat weer.
Kaarten: Fietsenroutenetwerk Limburg,
1 /We vertrekken aan de Landcommanderij van Alden Biesen in Rijkhoven. Er is voldoende parkeerruimte, een toeristische infodienst, fietsenverhuur, je bent onmiddellijk op het fietsroutenetwerk en het ligt op een boogscheut van Bilzen en het NMBS-station (waar je ook fietsen kunt huren). Je fietst naar fietsknooppunt 85. De stijgende Kasteelstraat brengt je via de dalende Reekstraat en de Biezenweg direct naar Bilzen. Links en rechts fiets je langs boomgaarden waar de appelen en peren tantaliserend over de hagen hangen. Aan de Borreberg is een uitkijktoren waar je van een mooi uitzicht op het Demerstadje en omgeving kunt genieten. Langs een holle weg die later overgaat in een hoge dijk steek je voor de eerste keer de Demer over. Het riviertje is hier amper drie meter breed en stroomt enkele meters lager door een parkje. Onmiddellijk hierna fiets je Bilzen binnen. De route loopt over de Markt met het vroegere stadhuis - nu toeristische dienst - en de Sint-Mauritiuskerk. Achter de kerk heeft men het standbeeld van Camille Huysmans (1871 1968) geplaatst. De socialistische voorman - ooit nog burgemeester van Antwerpen - staat er wat verweesd bij, hij had blijkbaar een beter plaatsje gewenst.
2 /Nu fiets je naar de knooppunten 84-69-64-62 en 65. Je verlaat het centrum van Bilzen door de Genutstraat. Aan het tweede kruispunt steek je schuin naar rechts in de Hasseltsepoort die overgaat in de Spurkerweg. Zo kom je in een open beemdenlandschap. Over een hogergelegen spoorwegtalud fiets je voor de tweede keer over de Demer. De spoorweg wordt alleen gebruikt voor goederenvervoer, onder meer voor Ford Genk.Aan de derde spoorwegbrug fiets je naar rechts, even links en dan weer rechts. Nu ben je op de Weg naar Diepenbeek. Aan het kruispuntje fiets je linksaf in de Genkerbaan en aan het volgende kruispunt fiets je rechts de Taunusweg op. Aan het einde van de Taunusweg kom je aan de Bilzerweg waar je linksaf fietst naar het Albertkanaal en richting Zutendaal. In de verte torenen de koeltorens van de elektriciteitscentrale van Genk hoog boven het landschap uit. Over het Albertkanaal fiets je de tweede weg rechts in, dit is de Watermolenweg. Dan links meevolgen door de Broekmolenweg. Autovrije wegen, uitgestrekt coniferenbos, struikheide, de Roelerheide en de Gellikerheide vormen nu de hoofdingrediënten van onze tocht door Zutendaal naar Gellik. Sommige gedeelten lijken wel groene tunnels waar slechts hier en daar een spat zonlicht doorkomt, soms onderbroken door een doorkijkje op een steil stukje hellingbos of een blikkerende waterpoel. In de dorpskom van Gellik ben je terug de bewoonde wereld ingefietst. Op het kerkplein kan je op een terrasje met een natje en een droogje bekomen van de geleverde inspanning.
3/Fiets nu over knooppunt 66, 67, en 68 terug naar het vertrekpunt. In Gellik fiets je richting Eigenbilzen. Je fietst de kleine dorpskom uit via de Wijerdijk. Aan het kruispunt over de brug van het Albertkanaal fiets je rechtsaf naar Eigenbilzen waar je dan de richting Hoelbeek neemt. Net buiten de dorpskom van Eigenbilzen brengt een onverharde weg je in de vallei van de Krombeek en langs het natuurreservaat De Hoefaert. In Hoelbeek kan je een klein ommetje maken om de 'Site Jonckholt' te bezoeken. De ruïne van de ridderburcht ligt goed verscholen en geheel verlaten in een overwoekerde uithoek van de gemeente. Men heeft over de volledige omtrek de burchtmuren tot ongeveer een meter heropgebouwd. De hoektorens zijn duidelijk herkenbaar, de omtrekken van de gebouwen binnen de burcht zijn door houten palen aangegeven. De hofgracht is gedeeltelijk verland en begroeid met waterplanten. Na Hoelbeek volgen nog Waltwilder en Sint-Martenslinde. Hier en daar kun je, tussen de vierkanthoeves, nog pareltjes van vakwerkbouw ontdekken. De dorpjes rijgen zich als een paternoster aan elkaar. Als je de lange stijgende notelarendreef infietst kun je er Rijkhoven nog bij aanrijgen. Op het einde van de dreef fiets je door het poortgebouw - de vroegere hoofdingang - de landcommanderij binnen. Tijd voor een welgekomen verfrissing op het terras van het Apostelhuis.
Bilzen is een charmant stadje aan de bovenloop van de Demer in het hart van Limburg, aan de E313 Hasselt-Luik en op korte afstand van Genk, Tongeren en Maastricht. Bilzen is vooral bekend voor het machtige kasteel van Alden-Biesen in de deelgemeente Rijkhoven, maar ook het centrum van Bilzen heeft enkele mooie monumenten bewaard. Op het grondgebied van Bilzen bevinden zich meerdere natuurreservaten, parken en een drietal bosgebieden.
Bilzen ontwikkelde zich in de Middeleeuwen tot een bloeiend handelsstadje dankzij haar gunstige ligging aan een knooppunt van wegen. In de 11de eeuw werd Bilzen bij het graafschap Loon gevoegd, later komt het stadje in de invloedssfeer van het prinsbisdom Luik. Vanaf de 14de eeuw zou de stad de naam Beukenbilzen dragen, om haar te onderscheiden van gemeenten zoals Eigenbilzen en Munsterbilzen. Tijdens de 16de en 17de eeuw werd de stad herhaaldelijk geplunderd. Met de steun van de landcommandeur van Alden Biezen werd de kerk heropgebouwd. De aanleg van een spoorverbinding in de 19de eeuw gaf Bilzen een nieuw elan.
Start: parking aan de Sint-Pieterskerk in Rotselaar-centrum.
Van daaruit rijden we (volg eerst de bordjes die naar het knooppuntennetwerk leiden) naar knooppunt 72 en rijgen de volgende nummers aan elkaar:
26, 27, 28, 29 en 20.
Daarna rijden we richting 94, maar slaan via Sasbrug Boortmeerbeek af naar Boormeerbeek-centrum. We pikken er de draad van de knooppunten weer op aan de kerk en volgen de nummers 21,22,23,25,71,67,66, 30 en terug 72.
Let wel op dat je tussen 30 en 72 tijdig de richting Rotselaar-centrum kiest (volg de bordjes "Centrum").
Verkorting: je kunt het traject een beetje inkorten door in Werchter niet voor de Demer te kiezen, maar aan knooppunt 67 richting 72 en 30 te nemen en zo naar Rotselaar-centrum te fietsen.
Uitbreidingen: steeds mogelijk via de knooppunten. Raadpleeg de kaart Fietsknooppuntennetwerk Hageland.
Relief: vlak, de (lichte) glooiingen zijn te verwaarlozen. Je rijdt wel op enkele korte en langere (langs de Dijle) onverharde stroken.
Veiligheid: rustige wegen, vooral langs de waterlopen. In de respectieve dorpscentra, die je doorkruist, moet je wel rekening houden met het autoverkeer.
Bewegwijzering: in orde. Toch opletten aan de Leuvense Vaart, waar je vanaf knooppunt 20 richting 54 moet rijden in plaats van naar 91 zoals op de kaart staat vermeld (komt het op hetzelfde neer, maar je moet het wel weten).
Logistiek: er zijn voldoende herbergen waar je je dorst kunt lessen en je komt ook diverse rustbanken tegen.
Bijzonderheid: de rust van het water.
Blikvangers: de kerken van Rotselaar, Wakkerzeel, Boortmeerbeek en Werchter, alsook enkele kapelletjes; de Toren Ter Heide en de watermolen in Rotselaar.
Te bereiken: met de wagen: via A2/E314, afrit 21 nemen en richting Rotselaar rijden; ook op de weg Aarschot-Leuven (N19) kun je afslaan in de richting van Rotselaar.
Vertrek : kan aan het fort in Wommelgem of op het hele traject Aantal km : Doe je de brialmontroute op de bordjes is het 40 km Doe je de alternatieve route op knooppunten is het +/- 53 km Bewegwijzering : goed
Elegante kastelen, fraaie groengebieden en imposante forten: dat zijn de blikvangers op
dit traject.
Je passeert kastelen in allerlei stijlen: de rococo kastelen Sorghvliedt of Boekenberg, demachtige waterburcht Cleydael in Aartselaar of het classicistische kasteel Middelheim.
Je kan je fiets even aan de kant zetten en een wandeling maken in het Nachtegalenpark
(verzamelnaam voor de parken Vogelzang, Den Brandt en Middelheim),
Boekenbergpark, natuurgebied Hobokense Polder of provinciaal domein Rivierenhof.
Je kan een tentoonstelling meepikken in het Zilvermuseum Sterckshof Provincie
Antwerpen of het Openluchtmuseum voor beeldhouwkunst Middelheim.
De forten 2 (Wommelgem), 4 (Mortsel), 6 (Wilrijk) en 8 (Hoboken) zijn restanten van de
19de-eeuwse verdedigingsgordel rond Antwerpen. Indrukwekkende staaltjes van
militaire architectuur! Wie interesse heeft voor het militaire erfgoed, moet beslist de
bewegwijzerde Brialmontroute uitproberen.
P.S. Voorbij knooppunt 33 kan je een ommetje maken naar het Schoonselhof, waar heel
wat prominente Antwerpenaren begraven liggen.
Brialmontroute De geniale fortenbouwer Brialmont was vorige eeuw ook in Antwerpen actief. Fiets langs enkele indrukwekkende staaltjes van militaire architectuur. Een traject langs en door vier forten van de 19de-eeuwse verdedigingsgordel rond Antwerpen (Edegem, Mortsel, Wilrijk en Borsbeek), aangevuld met o.a. kastelen, parken, de architectuurwijk Zurenborg en een openluchtmuseum voor beeldhouwkunst: dat is in een notendop de Brialmontroute. De meeste forten zijn nu groene eilandjes, ideaal voor passieve en actieve recreatie. Situering: Antwerpen, Borsbeek, Edegem, Mortsel en Wommelgem. Afstand: 40 km, verkortingen van 17 en 25 km.
Geen fietsroute om met een groepje te fietsen vanwege de drukte, want het is veelal goed uitkijken, maar met z'n tweetjes is het geen probleem. De routebordjes zijn allemaal aanwezig alhoewel sommige wat verdekt zijn aangebracht en ons een enkele keer op een dwaalspoor zette
Vroeger heel spannend, vandaag lekker ontspannend: fietsen in de grensregio met Nederland, een populair smokkelgebied.
De naam van deze route ligt voor de hand: het is een tocht in het Belgisch-Nederlandse grensgebied van Baarle, over Weelde tot Poppel. Met elke pedaalslag kom je als het ware in een ander land terecht. De route leidt je voornamelijk langs rustige landbouwwegen. Heel apart is Baarle met zijn enclaves.
Gevolgen van het smokkelen!
De smokkelaars die tegengehouden werden door de douaniers, verloren de spullen die ze gesmokkeld hadden. Ze werden in beslag genomen en de douaniers hielden sommige spullen voor zichzelf. Sommige smokkelaars kregen een proces-verbaal. Voor de kleine goederen werd een boete aangerekend en voor de grotere goederen werden de smokkelaars naar de gevangenis gebracht.
Alken - Herk de stad - Stevoort - Sint Lamberchts Herk.
Vertrek: Fietsenrijpunt De Alk, Laagdorpstraat in Alken.
Omschrijving
Herk - De Herk is op en top Haspengouws. Hij vertrekt in Heers, ontvangt in Kuttekoven de Herkebeek, kronkelt door Wellen en Alken, ontvangt in Sint- Lambrechts-Herk de Mombeek, stroomt door Stevoort en Herk-de-Stad, en stort zich dan met de Getein de Demer. In het noordelijke deel van deze route (van 194 tot 174)volgt u de Herk stroomopwaarts. In een brede vallei meandert hij zich een weg tussen broeken, populieren- en fruitaanplantingen.
Zandleem - De Kempen reikt tot aan de Demer. In de Herkvallei gaat hij aarzelend over in Haspengouw. Nee, nog geen imposante vierkanthoeves in het noordelijke deel van de route, wel veel vakwerkhuisjes. Deboerderij1jeswijzen op kleinschaligheiden dus op minder vruchtbare grond. Van noord naar zuid, van zandleem naar leem ziet u de grond vruchtbaarder en de boerderijen groter worden.
Populair - Van populieren werden lucifers gemaakt Hebben ze in de eeuw van de aansteker dan nog een economische betekenis? Ja, de populier is nog populair, dat merkt u wel aan de jonge aanplantingen.
Fruit neemt snel de geur van het hout op, en populier geeft bijna geen geur af, vandaar dat het hout gegeerd is voor de productie van fruitkratten. De nieuwe soorten groeien ook sneller en zijn resistenter. Vroeger werden ze geveld na 50 jaar, nu zijn ze al kaprijp na 15 à 20 jaar
De Herkvallei bestaat uit twee deelgebieden. Het zuidelijke gedeelte, de Broekbeemd, ligt in het centrum van Wellen. Het noordelijke deel, de Grote Beemd, ligt eveneens in Wellen en voor een klein stuk in Alken. De gebiedsnamen verwijzen naar natte terreinsituaties: een broek is een moerasgebied, een beemd een hooiland in een beekvallei. Toen Limburgs Landschap er samen met de plaatselijke vereniging t Bokje een werking startte, waren vele terreinen sterk verruigd en/of beplant met populieren.
De Herk is een zijriviertje van de Demer. De Herk stroomt ten zuiden van Hasselt en geeft zijn naam aan de dorpskern Sint-Lambrechts-Herk en aan Herk-de-Stad. Aan de grens tussen Herk-de-Stad en Halen stroomt de Herk samen met de Gete in de Demer. Dank zij het waterzuiveringsstation in Alken (1998) is de waterkwaliteit behoorlijk, wat vroeger anders was, toen de Brouwerij van Alken het water van de Herk gebruikte voor koeling en het riviertje ook als afvoerkanaal gebruikte.
De Herk ontspringt in Rukkelingen-Loon (gemeente Heers) nabij de grens tussen de provincies Limburg en Luik. Tal van kastelen zijn gevestigd in de vallei van de Herk, onder andere het kasteel van Rullingen. Ook de plaatsen Wellen, Alken en Stevoort en een aantal watermolens liggen aan de Herk.
De naam Herk komt van het Keltische woord arika, verkleinwoord van ara dat rivier betekent. Herk betekent dus kleine rivier of beek.
Vertrek : In Bree aan het toeristisch kantoor Contact: Toerisme Bree Markt z/n 3960 Bree 089 84 85 61 fax 089 47 31 41 toerisme@bree.be
Route : Bewegwijzerde themaroute in Limburg
WAT KOMEN WE TEGEN :
BREE :
Het stadhuis van Bree is het voormalig Augustijnerklooster (1659) dat volledig werd gerenoveerd en gerestaureerd. Het werd een pareltje van moderne technieken gecombineerd met respect voor het historische karakter van het gebouw. In het stadhuis werden oude muurschilderingen blootgelegd en onder andere in het bureel van de burgemeester en de schepenzaal werd prachtig stukwerk teruggevonden.
Het oorspronkelijke Vrijthof werd vroeger gedeeltelijk ingenomen door een ommuurd kerkhof (sporen van de kerkhofmuur zijn bij de graafwerken voor de fontein gedeeltelijk teruggevonden). In 1850, toen een nieuw kerkhof buiten de stad werd ingericht, verdween het kerkhof op het Vrijthof. De naam Vrijthof verwijst nog steeds naar het kerkhof. De zone tussen het huidige stadhuis en het kerkhof werd ingenomen door een beboomd plein. Op dit plein lag met zekerheid vanaf 1532 een waterput die in de loop van de 18de eeuw door een waterpomp werd vervangen. Water, en dan vooral drinkbaar water, was voor het overleven van een stad van essentieel belang en kreeg dan ook een plaats in het hart van de stad. De stadspomp is ondertussen al jaren verdwenen, maar water is en blijft de bron van alle leven.
Vandaag brengen we opnieuw het water naar het centrum van de stad in de vorm van een waterstraat die de Sint-Michielskerk en het Stadhuis verbindt, twee plaatsen van ontmoeten in het centrum van de stad. De cirkel, met de fonteinkoppen in het midden van de waterstraat, verwijst naar de oude waterput die zich eens op dit plein bevond.
De waterstraat is uitgevoerd in lage schuimkoppen terwijl de cirkel is voorzien met hogere waterstralen die savonds verlicht zijn. Ook muzikale waterbegeleiding wordt in een latere fase aangebracht. Als de fontein wordt uitgeschakeld zal ze nauwelijks merkbaar zijn in het profiel van het Vrijthof. Ondanks het sobere uitzicht op het plein bevindt zich een hele technische uitrusting ondergronds en in de kelders onder het Vrijthof.
Opitter
Sint-Trudokerk met 16de eeuws Antwerps retabel
Het Passieretabel van Opitter dateert van ca. 1540 en is geplaatst in de Sint-Trudokerk. Het is vervaardigd in een Antwerps atelier. Hiervan getuigen de merktekens, die zowel op de bak als op verscheidene gebeeldhouwde groepjes werden aangebracht. Het werd gerestaureerd in 1994-1996. Het retabel van Opitter werd als topstuk tentoongesteld in de kathedraal van Antwerpen tijdens Antwerpen, culturele hoofdstad in 1993.
Tongerlo
Tongerlo is de geboorteplaats van de romanschrijver Jaak Langens.
Sint-Pieterskerk
De geklasseerde Gotische St Pieterskerk uit de 15de eeuw bezit merkwaardige beelden en grafstenen.
Sint-Antoniuskapel
Een der weinige St Antoniuskapellen ligt in Solt aan de rijksweg Bree-Maaseik.
Galdermansmolen & Keyartmolen
Op de Itterbeek vinden we enkele goed bewaarde watermolens: de Galdermansmolen (1770) en de Keyartmolen (1139).
Beek
Sint-Martinuskerk
De Sint-Martinuskerk uit 1450, bezit een Romaanse toren uit 1007 opgebouwd met veldstenen. In de kerk vind je een aantal merkwaardige beelden van de laatgotische beeldsnijkunst. Het orgel dateert uit de 16de eeuw.
Gerdingen
Kerk met vroeg-romaanse toren en gotisch schip
Kapel van Sint-Jan
OP AANVRAAG VAN DE 50 PLUSSERS VAN BREE ---- VEEL PLEZIER
Vertrek : aan het gemeentehuis van Aalter Aantal km: 45 Reliëf: Vlak Wegdek: Meestal asfalt, iets buiten Aalter een stuk onverhard die er naar mijn mening iets beter kan bij liggen. Veiligheid: Rustige route Logistiek: Voldoende aanwezig. Bewegwijzering: Goed
Een landelijke fietsroute van 45 km op bijna uitsluitend verharde wegen;
De Woestijneroute verwijst naar het grensgebied tussen Aalter en Knesselare dat Woestijne noemt.
De naam wijst ons op de heidegronden die hier van oudsher liggen met stukjes bos en stukjes braakliggend terrein. Dit gebied was vroeger ook bezaaid met waterplassen en kleine meertjes waarvan de Kraenepoel nog een schitterende overblijver is.
De fietser maakt kennis met de dorpen van Knesselare, Ursel en Bellem.
Het Centrum van Aalter is de uitvalsbasis naar verschillende kastelen en ook stukken onbemind natuurgebied zoals de kanaalbermen langs het Kanaal Gent-Brugge, Blekkersbos, het Konijntje en de Markettebossen tussen Aalter en Bellem.
De route kan ook makkelijk gestart worden vanaf de Drongengoedhoeve van waar een korte aanlooproute ligt.
De nieuwe Woestijneroute ligt mooi tussen de Drongengoedroute, de Lieveroute, de Nevellandroute, de Poekebeekroute en de Beverhoutsroute en vult daarom perfect een gat in de markt voor Toerisme Oost-Vlaanderen op.
Dat er steeds nieuwe routes bijkomen is positief. De toeristische dienst van Oost Vlaanderen heeft mooi werk geleverd en een route toegevoegd in hun provincie. De Woestijneroute is officieel ingereden op 28 Mei 2004 en start aan het gemeentehuis van Aalter die zeer makkelijk bereikbaar is vanaf de autosnelweg en een ruime parking voorziet. We zijn nog niet ver weg of we moeten voor de eerste keer van onze fiets, de route gaat onder de spoorweg door, en een bordje maant ons aan af te stappen. Wanneer we voor de 2é keer aan de spoorweg komen moet we niet afstappen, hier fietsen we over de sporen en fietsen onmiddellijk rechtsaf een onverharde dreef in. Iets verder fietsen we rond het Blekkerbos en moeten voor de 2é keer van de fiets om onder de spoorweg door te gaan. Bij aankomst aan het kanaal Brugge Gent fietsen we linksaf tot aan de brug waar we over fietsen om direct rechtsaf terug langs het kanaal te fietsen richting Knesselare. Kleine landelijke wegen houden ons vele kms gezelschap tot Knesselare en Ursel. In Ursel draaien we rond de kerk een onverhard paadje in, iets verder ontmoeten we nog zon heerlijk fietspaadje, weerom houden rustige wegen ons gezelschap tot Bellem. Wanneer we aan de spoorweg aankomen buiten Bellem moeten we voor de 3é keer van de fiets aan de spoorweg. We komen in een stuk groengebied terecht waar we aan onze rechterzijde de beschermde vijver de Kraenepoel zien, een waar broedparadijs voor de vogels. Na de Kraenepoel fietsen we door Loveld met zijn residentiele wijk. Wanneer we het groengebied verlaten zien we voor ons Aalter liggen die we dan ook snel binnenrijden,bij het marktpleintje met zijn verschillende terrasjes kunnen we niets anders dan onze fiets aan de kant zetten om te genieten van een heerlijke koffie. ZIE OOK -- http://www.deleukefietser.be/Woestijneroute.htm - http://www.fietsenmoetkunnen.be/54/54%20Woestijne.htm
Wat? Deze themaroute loodst je door de uitgestrekte fruitboomgaarden van Haspengouw,
langs statige kastelen, vierkantshoeven, kapelletjes en stille dorpjes.
Afstand: 32 km.
Praktisch: golvend landschap, rustige wegen (een uitbreiding van 59 km is mogelijk). Je volgt de knooppunten: 68- 89-86-87-114-112-111-110-109-108-68
Vertrekpunt: de landcommanderij van Alden Biesen, Kasteelstraat 6, Bilzen-Rijkhoven.
Haspengouw en fruitbomen: het zijn haast synoniemen. Tientallen boomgaarden geven de toon aan in het heuvelachtige landschap. En waar rijkdom aan de bomen groeit, rijzen kastelen als paddestoelen uit de grond. Want niet alleen de blozende appels, ook de statige kastelen geven de streek een bijzondere charme.
Dé parel van Haspengouw is de Landcommanderij van Alden Biesen, meteen ook het startpunt van de route.
Dit kastelencomplex is één van de grootste en mooiste waterkastelen ten noorden van de Loire. Vergeet niet dat er bij terugkomst nog heel wat te bekijken valt. En Tongeren vraagt ook om een uitgebreide stop. Een goede raad? Op tijd vertrekken!
Eerst fiets je richting Genoelselderen, waarje je in de Bourgogne- of Bordeauxstreek waant.
Het kasteel Genoelselderen staat immers aangeduid als wijnkasteel en is het grootste wijndomein van ons land. Jammer dat je het kasteel niet individueel kunt bezoeken.
In het eet- en kunstcafé 't Poorthof tegenover het domein kun je wel een glaasje Limburgse wijn proeven. Volgende halte is de Waterburcht van Millen. In de 17de eeuw werd deze burcht omgebouwd tot een Maaslands residentieel kasteel. Het werd recent gerestaureerd en samen met de boomgaard en de kerktoren op de achtergrond levert dit een mooi plaatje op.
De route kronkelt nu door Eist, een pittoresk gehucht van Millen met slechts 40 huizen, waarvan enkele typische vierkantshoeven. Even later duikt het volgende kasteel al op.
Het Kasteel Rosmeulen in Sluizen is een neo-rococo-gebouw uit het begin van de
20ste eeuw. Hier woonde de directeur van de chocolade- fabriek.
Een fraai en eenzaam fietspad op een voormalige spoorwegbedding loodst je nu naar Tongeren.
Je rijdt de stad binnen door de middeleeuwse Moerenpoort.
De fietstocht is nu net over de helft,dus hier kun je uitblazen in het gezellige stadscentrum rond de basiliek of in het stille begijnhof. Ook het Galio-Romeins Museum is een bezoek waard. Eigenlijk is de stad zelf één groot archeologisch museum, maar in dit moderne museum wordt alles wat onze voorouders in de Tongerse bodem achterlieten in zijn context geplaatst en verduidelijkt.
Na Tongeren buigt de route terug naar Alden Biesen. Onderweg zul je zeker genieten van de vele boomgaarden en bij aankomst kun je het knagende hongergevoel verjagen met een lekker streekgerecht. Wedden dat fruit het basisingrediënt is?
pittoreske hoekjes van de Leiestreek tussen Gent en Deinze.
Je volgt de 'Gouden Rivier' die talloze kunstenaars wist te inspireren.
Afstand: 55 km, de route kan ook ingekort worden: Gent-Deurle-Gent
(37 km) en Gent-Astene-Gent (48 km).
Praktisch: hoofdzakelijk rustige, landelijke en vlakke wegen. De route is bewegwijzerd.
Vertrekpunt: Sint-Pietersstation in Gent.
Het mooiste gedeelte van de Leiestreek ligt tussen Gent en Deinze: een vlak en groen landschap
en een traag stromende, slingerende Leie die rust uitstraalt. Haar bijnaam 'Golden River' kreeg
ze vanaf de 16de eeuw door haar functie in de vlasindustrie. Het vlas lag erin te roten en het leek alsof er edelmetaal glinsterde in het water.
Ook nu nog doet de Leie haar naam alle eer aan, want aan de oever vind je enkele van de mooiste hoekjes van de provincie.
Je vertrekt in Gent aan het station en na enkele kilometers zit je al volop in de velden. Rustige
landwegen voeren je op de grens van De Pinte en Sint-Martens-Latem richting Deinze.
Het valt op hoe vlak het landschap hier is en hoe groen en weelderig de weiden er bijliggen.
Wie de volledige route te lang vindt, kan kiezen uit twee verkorte trajecten. Op de grens met Nazareth sla je dan rechts af (richting Deurle) of je draait in Astene, aan het kruispunt met de Krekelstraat, de Parijsestraat in.
Ga je voor de volledige tocht dan is Deinze niet ver meer. En daar is een bezoek aan het 'Museum van Deinze en de leiestreek' de moeite waard. Dit stedelijk museum herbergt een merkwaardige collectie van de beroemde leiekunstenaars.
Iets verderop ligt het recreatiedomein 'De Brielmeersen', een 40 hectare groot recreatiepark met sportvelden, dierenpark, speeltuin en wandelpaden.
Eenmaal het centrum voorbij buigt de route terug naar Gent.
Je passeert de ambachtelijke jeneverstokerij Filliers, maakt nog een ommetje langs de oude Leie-arm en even verder duikt het KasteelOoidonk op, ongetwijfel.d één van de mooiste kastelen van Europa. Eén van de meest schilderachtige Leiedorpen is dan weer Deurle.En dat merkje.
Binnen één kilometer liggen drie musea met schilderijen en beeldhouwwerken: het museum Dhondt- Dhaenens, het museum Leon De Smet en het museum, Gustaaf De Smet.
Dat de streek zoveel met beeldende kunst te maken heeft, dankt ze aan een groep kunstenaars (de Latemse school) die zich eind 19de - begin 20ste eeuw vestigde in St.-Martens- Latem, een paar kilometer verderop.
Het is er ideaal om te fietsen: smalle, rustige straatjes en dreven onder bomenrijen. Daarna rijd je weer richting E40. De flatgebouwen verderop verraden dat Gent in de buurt komt, maar voor je de stad bereikt, wacht je nog een heerlijk stukje Leiestreekroute, langs Afsnee.
Daar brengt de veerpont je naar de overkant van de Leie.
Over een jaagpad rijd je nu naar Drongen, je laat het centrum àchter je en vanaf de brug heb je een heel mooi uitzicht: rechts de Watersportbaan waar vissers en roeiers hun hart ophalen, en links het natuurreservaat Bourgoyen-Osse- meersen.
wat? De route zoekt het glooiende landschap op in de zuidoost-hoek van West-Vlaanderen,
een streek die zo vaak beschreven werd door Stijn Streuvels.
Afstand: 49 km.
Praktisch: landelijke, licht golvende wegen. De route is bewegwijzerd.
Vertrekpunt: de kleuterschool in de Schoolstraat in Bossuit (Avelgem).
Aan de voet van de Vlaamse Ardennen en grenzend aan het Waalse Henegouwen ligt het dorpje Bossuit, het startpunt van de route.
Al vrij snel zoek je het lommerrijke jaagpad van het kanaal Kortrijk-Bossuit op, dat de Leie met
de Boven-Schelde verbindt. Je rijdt langs het kasteel van Bossuit, het kasteel park en het hof van Bouvrie. Deze laatste is een sprekend voorbeeld van gesloten hoevebouw, waarvan je op deze route nog meerdere zult zien. Daarna gaat het over landelijke wegen en kun je kilometers ver genieten van verrassende vergezichten.
Opvallend, in dit toch wel bosarme gebied, zijn de verschillende kleine bosfragmentjes die je verspreid over het traject tegenkomt, zoals het Kooigembos, het Grandvalbos, het Beerbos en het Kraaibos. Eenmaal terug aan het kanaal Kortrijk-Bossuit (je bent nu ongeveer halfweg) ,
kunnen moedige fietsers een omweg maken naar het Provinciaal Domein de Gavers in Harelbeke, een 155 ha openluchtrecreatiegebied: toch wel zo'n 13 kilometer extra trappen.
Zet je de tocht verder aan het kanaal dan zie je even later op een heuvettop het 22 ha grote Banhoutbos. Je passeert de historische hoeve Diesvelt. Ooit was in de 14de-16de eeuw een versterkte plaats, een leén van de Kasseirij van Kortrijk.
Een eikendreef, dwars door de kouters, zorgde voor een directe verbinding met het naburig kasteel van Vichte. Vandaag blijft enkel nog de omwalde hoeve over.
Onmiddellijk daarna dwars je de gemeentegrens met Ingooigem, het dorp waar Stijn Streuvels leefde en werkte. Op het hoogste punt van de gemeente liet de Vlaamse romancier in 1904-1905 zijn woonhuis 'Het Lijsternest' bouwen. Nu is het een museum. Onderweg merk je bij verschillende hoeven een merkwaardig hoog bouwwerk. Ooit zijn de befaamde 'asten', de vooroorlogse
cichorei drogerijen waaruit Stijn Streuvels inspiratie putte voor zijn roman 'Leven en dood in den Ast'. Otegem alleen al telde vroeger 28 asten. Vandaag is er bijna geen enkele meer in werking.
Je nadert Avelgem, laat de dorpskern links liggen en vrij snel dwars je de oude beddingen van de spoorlijnen Kortrijk-Ronse en Avelgem-Heestert.
Beide spoorlijnen werden eind jaren '50, begin jaren '60 afgeschaft en doen nu dienst als recreatieweg. De bermen van deze gewezen spoorlijnen zijn dan ook ideale wandel- en fietspaden. De fietsroute kronkelt over de gemeentegrenzen van Avelgem en Zwevegem en brengt je weer in Bossuit.
Wat? Een ontdekkingstocht van de polderstreek rond Diksmuide, centrum van het 'Boterland'. Een thema dat onvermijdelijk steeds weer opduikt is dat van de Eerste Wereldoorlog.
Afstand: 44 km.
Praktisch: hoofdzakelijk rustige, landelijke wegen over asfalt of beton, op enkele strookjes aardweg na. De route is bewegwijzerd.
Het Toerismecentrum is hét ideale vertrekpunt voor een boeiende ontdekking van deze streek.Het is ondergebracht in de geres- taureerde bloem molens van Diksmuide, en de twee torens vormen een symbolische toegangspoort tot de Westhoek. De eerste Diksmuidse VIP die je ontmoet, op weg naar de markt, is het Manneke uit de Mane, het symbool van de West-Vlaamse humor. Je fietst de Ijzerlaan in en rijdt over de brug de Ijzerdijk op. Rechts van je liggen de Pax- poort, het Heldenhuldekruis en de nieuwe Ijzertoren. De route verlaat nu Diksmuide en brengt je naar de dorpskern van Sint- Jacobskapelle, die in 1974 als waardevol landschap werd geklasseerd.
De volgende vier kilometer moet je genoegen nemen met het gezelschap van de Ijzer. Af en toe ontmoet je een fietser, een jogger of een wandelaar. Aan de overkant van de Ijzer liggèn de Ijzerbroeken, een typisch West- Vlaams landschap: Je passeert Villa Marietta waar de soldaten moeder Mevrouw Tack woonde. Tijdens de Eerste Wereld- oorlog reed ze regelmatig op haar ezel naar de loopgraven om de soldaten wat snoep of sigaretten te geven en een hart onder de riem te steken. Het eerstvolgende punt is de Knokkebrug, een unieke ophaalbrug aan de samenvloeiing van de Ijzer en het Ieperlee- kanaal.
Daarna gaat het verder over de Oude Zeedijk, die werd aangelegd na overstromingen in de 11 de eeuw. Als je goed oplet zie je hier en daar een hoogteverschil tussen de weiden en akkers aan de linker- en de rechterkant van de weg.
De route loopt door het vlakke, open landschap en via enkele stemmige dorpjes beland je in Lampernisse, een nederzetting die in de 9de eeuw op een smalle zandrug stond. Rond de dorpskom strekt zich een gaaf komgrondgebied uit van weiden, sloten en grachten. Als je hier even stil bent, ervaar je goed de sfeer van het landschap. In Pervijze beland je op de oude spoorwegbedding Diksmuide-Nieuwpoort. Tijdens de Eerste Wereldoorlog fungeerde de spoorwegberm als Belgische verdedigingslinie bij de Duitse opmars naar Frankrijk. De oorlogsrestanten
langs de lijn zijn hier getuigen van: schuilplaatsen, bunkers, monumenten en gedenktekens. Enkele kilometers verder ga je via de Schoorbakkebrug opnieuw de Ijzer over. Ook deze brug speelde een belangrijke rol in de oorlog. Langs de Vladslovaart en de Ijzer gaat het nu richting Diksmuide. Twee kilometer voorbij de hoeve 'het Tempelhof' zie je aan de overkant de Dodengang, en nog wat verder, de Calvarieberg. De Dodengang, een netwerk van loopgraven en bunkers, vormde één van de gevaarlijkste vooruitgeschoven stellingen van het Belgische leger. Hij bevond zich op amper 50 meter van de Duitse bunker.
Wat? Een natuurrijke fietstocht door de holle wegen van de deelgemeenten van Tervuren. Prachtige vergezichten over het Brabants plateau en merkwaardige historische gebouwen wisselen elkaar af.
Afstand: 33 km.
Praktisch: een heuvelig parcours, hoofdzakelijk over rustige wegen. De route is bewegwijzerd met oriëntatie- paddestoelen.
Vertrekpunt: Markt van Tervuren.
Nieuw in het Dijleland is het driehonderd kilometer lange fietsroutenetwerk. Het loopt door veertien gemeenten, over holle wegen, voorbij akkers en weilanden en langs de oevers van de Demer, Dijle, Voer en Ijse. Het netwerk is bewegwijzerd met oriëntatiepaddestoelen, waarop plaatsnamen en een kilometeraanduiding staan.
Zo laat het aan jou de keuze waar je naartoe wilt en hoe lang of kort je de tocht maakt.
De lus die we uitkozen, is een originele rit op het fietsroutenetwerk en vormt een ideale kennismaking met het nieuwe systeem. De route loopt ten westen van de Dijle. Het Brabantse leemplateau is er vrij diep doorsneden, niet alleen door de Dijle, maar ook door haar bijrivieren. Dat levert prachtige vergezichten op, maar ook pittige hellingen en afdalingen. Check daarom of je remmen goed in orde zijn.
Het startschot klinkt in Tervuren, gelegen aan de rand van het Zoniënwoud. Hertogen, gouverneurs, prinsen en koningen hebben het uitzicht van Tervuren voor een groot deel bepaald. Naast natuurschoon valt hier dus ook heel wat kunst en cultuur te beleven.
Het Africa Museum is prachtig.
Je verlaat het centrum van Tervuren door het park de Warande. Onderweg zullen heel wat vreemde oude hoeven de aandacht trekken. Op het historische dorpsplein van Vossem pronkt de 12de-eeuwse Sint-Pauluskerk, een voorbeeld van Maasromaanse stijl.
Je fietst nu richting Neerijse, dat aan de benedenloop van deljse ligt. Deze rivier mondt een paar kilometer verderop uit in de Dijle. Het samenvloeiingsgebied vormt 'De Doode Bemde', een natuurreservaat waar het heerlijk wandelen is.
De route maakt een ommetje langs Kasteel van Neerijse, dat nu is ingericht als hotel-restaurant. Tussen Loonbeek en Huldenberg fiets je langs het Margrijsbos. Hier heeft de Ijse zich 40 tot 50 meter diep in het Brabantse leemplateau ingesneden. Opvallend is dat de oostelijke vallei helling, in tegenstelling tot de westelijke, erg steil is. Vandaar dat deze bebost bleef. Op het plateau tussen Huldenberg en Duisburg geniet je van mooie vergezichten.
Hier is de bodem erg vruchtbaar en geschikt voor akkerbouw met vooral granen en bieten. Ook worden hier druiven geteeld.
De route loopt nu terug naar Tervuren. Voor je het centrum bereikt, rijd je nog door het Kapucienenbos en over de Tervurenlaan. Op het marktplein kun je nog een terrasje meepikken.
Vertrek : Sint-Antoniuskerk Brasschaat; in Kapellen kan je ondermeer op de route inpikken op het kruispunt van de Hoogboomsesteenweg met de Bosdreef en de Leeuw van Vlaanderenstraat (in de nabijheid van het kerkje van Hoogboom).
Afstand : 38 km
Route :
-Het Kapittelpad doorkruist het Peerdsbos en loopt langs riante villa's, gedeeltelijk naast de anti- tankgracht en langs groene wegen. In Kapellen loopt het pad o.a. door de Bernard De Vadderlaan waar men nog enkele houten huizen aantreft, een overblijfsel van een krijgsrichtlijn
-Kapittelmakers is de spotnaam van de inwoners van Brasschaat.
De Kapittelroute loodst je dan ook door deze parkgemeente.
Ooit was Brasschaat een arm gehucht van Ekeren. Vele mensen sprokkelden toen takken, maakten er brandhout of kapittelhout van en verkochten het aan de meer gegoede Ekerse bevolking. Vandaar de spotnaam Kapittelmakers. De fietsroute slingert zich door het parklandschap en de diverse groendomeinen van Brasschaat en Kapellen. Deze parkgemeenten tellen bovendien heel wat fraaie kastelen en landhuizen. Situering: Brasschaat en Kapellen .
Dit is een route voor personen , die graag langs grote villa's, parken en bossen fietsen .
Brasschaat wordt met wel reden de parkgemeente genoemd. Een van de mooiste parken uit de gemeente is De Mik, gelegen tussen de villawijken van Maria-ter-Heide, de bossen van De Inslag en Sanatorium de Mick.
Park De Mik is ongeveer 35 ha groot. Het park vormt een deel van het domein Mikhof, rond 1785 aangelegd midden in de Brasschaetse heye. Tijdens de Franse overheersing aan het einde van de 18e eeuw vluchtte de eigenaar naar Amerika, om enkele jaren later terug te keren met in zijn bagage zaden en loten van verschillende exotische boomsoorten. Later werd het park heringericht in romantische Engelse stijl, met een grote vijver en een geheimzinnige poorttoren
ROUTE-AANDUIDING Zeshoekige borden voor elk van de drie samengevoegde routes: 'Langdorp' (18 km), 'Gelrode' (15 km) en 'Rillaar' (14 km).
AARD VAN DE WEG Op deze route rijd je door een Bekaflaan en bekaf
word je wel op en tussen de heuvels van het Hageland. Maar wie iets moois wil zien, moet zweten. Je klimt de steile Gelrodeweg op en je ziet Aarschot voor je opdoemen. Dat is echt mooi. Veel afwisseling: kalme landwegen, enkele drukke punten. Maar de rust overheerst, vooral in de bossen. Een paar zandwegen en enkele kasseistroken moet je maar voor lief nemen. Voorzichtig tijdens de afdalingen!
AANBEVOLEN VERTREKPUNT De parkeerplaats Demervallei in Aarschot. Vanaf de autoweg Al Leuven-Hasselt neem je uitrit 22. Je volgt de richting Diest. Aan de ring vind je wegwijzers naar de sporthal. Daar biedt de parkeerplaats meer dan voldoende ruimte. Naast de sporthal zie je drie bordjes: 'Langdorp 18', 'Gelrode 15' en 'Rillaar 14'. Alleen fietsers en bromfietsers mogen op dit pad. Je begint dus veilig.
FIETSENVERHUUR In het station van Aarschot, tel. 016/ 56 60 12.
HAGELANDSE RUGGEN EN KEMPENSE VELDEN
Aarschot was ooit een van de belangrijkste steden van het hertogdom Brabant. Bombardementen hebben in 1914 en in 1940 vele historische gebouwen vernield.
Het is een fietsvriendelijke gemeente. Niet minder dan drie bewegwijzerde routes bezorgen de trappers puur fietsgenot. Als je de drie lussen samenvoegt, krijg je een uitstekend traject van 47 km. Boven Aarschot steekt de zeer herkenbare toren van de gotische Onze- Lieve-Vrouwekerk uit. Die piekt 85 m hoog de lucht in, een baken voor de streek. Het stadje, dat ook nog met een begijnhof mag pronken, ligt in de vallei van de Demer. Deze rivier was heel belangrijk voor Aarschot: voor de visserij, voor het transport van eigen goederen en voor de doorvaart van goederen, zoals de ijzerzandsteen uit de streek.
Niet alleen de Demer, maar ook de Herseltseloop en de Motre bepalen het uitzicht van deze streek, met zijn heuvels van het Hageland en de velden van de Kempen. De overgang van het Hageland naar de Kempen ervaar je het beste op de eerste lus, die naar Langdorp.
De rit
Waarom niet de langste afstand het eerst? Je kiest dus voor de bordjes van de Langdorp-rit. Die sturen je onder de brug door, daarna naar links en zo kom je op de oostelijke ring. De stad ligt links. Aan de verkeerslichten en de speeltuin rijd je de Bekaflaan op. Bekafkun je nu nog niet zijn. De naam moet dus een andere oorsprong hebben.
Als je een legende gelooft, heb je de verklaring: Julius Caesar schoot hier tijdens een jacht de bek van een arend af. Die bek viel op de grond en die plek noemde men 'bek-af. De arend siert ook het wapenschild van de stad.
Je rijdt langs een school, een voor Duitse herdershonden, en je bent onmiddellijk ver van het stadscentrum. Je klimt naar de kapel 'Toevlucht der wijngaren', ook Craenenskapel genoemd. De kapel staat nog hoger dan je dacht, want er loopt een trap naar toe.
De kapel kreeg een straatnaam. 'Stad Aarschot' staat op het ene straatnaambordje, maar op het andere niet meer. Aan de overkant van de steenweg kom je in de Godshertogestraat, nog steeds in een nieuwe woonwijk.
Je bent al in Langdorp. Het dorp ligt tegen de noordelijke helling van de Demervallei, tussen twee waterlopen, de Demer en de Herseltseloop. Langdorp vormt de overgang tussen het Hageland en de Kempen. Dat merk je aan de zandgrond en de dennenbossen. Langs de wegrand in de Capittelstraat zie je eikvaren.
Je rijdt een zandpad op, de bossen in, en je moet zachtjes klimmen, ook nog een beetje in de Wandeleerstraat. Je blijft tussen de bomen. Een snelle afdaling, dus rem op tijd. Je rijdt langs de spoorweg. Dan ga je links over de brug, over de spoorlijn Leuven-Hasselt. De Gijmelsesteen- weg is genoemd naar Gijmel, een van de drie gehuchten van Langdorp. De andere twee zijn het centrum van Langdorp en Wolfsdonk.
Je slingert van straat naar straat. Je volgt de lange Vennestraat. Het woordje 'ven' is al even typisch Kempens als 'heide'. Beide woorden vind je hier in straatnamen terug, alweer een bewijs dat je in een grensgebied van de Kempen en het Hageland fietst.
Links een boerderij met een waterput, daarachter een moderne kerk. De Vennestraat wordt Goorstraat en rechts duikt de spoorweg weer op. Op de Oude Mechelsebaan gaat het vennenwoordspel verder. Aan het GasthofTer Venne sla je de Diepvenstraat in. Voorbij een manege staat links, verscholen onder de bomen, de kapel van de 'Heilige Maria': 'Wees alle Christenen gedachtig'.
In de Windmolenstraat vind je natuurlijk een prachtige molen: de Heirnolen. 'Hei' komt van heide en struikheide groeit dan ook overvloedig op de droge zandgrond van de Kempen. De graanmolen is gebouwd in 1660. Driehonderd jaar later werd hij gerestaureerd.
Van de Hei{de)molen naar de Molenheidestraat. Je moet gewoon de twee woorden omdraaien. Rustig fiets je door de bossen. Een wit kapelletje, de Kiekopkapel, in een bocht van de weg, wordt versierd door een jeneverstruik. Je glijdt langs een rijtje oude knoestige knoteiken. Het bos uit, een woonwijk in, voorbij een hoefsmid. De Elsleukenstraat maakt een wijde bocht. Je mag het bos weer in. Nu ben je dicht bij het gehucht Wolfsdonk.
Daar is de Oude Mechelsebaan terug. Als je die hebt overgestoken, volg je door het bos de Mertenheenstraat. De brug over de spoorweg ga je voorbij en je blijft naast de spoorlijnen fietsen, in de Weegstraat. Dan kom je toch weer op de Oude Mechelsebaan. In het bos aan de overkant zie je 'landduinen'. Dat zijn grote hopen zand die de wind ooit bijeenblies; de planten zorgden voor een vaste ondergrond.
In de Opperstraat ga je over de al bekende spoorweg. De klimmende betonweg voert naar de T esteltsesteenweg. Het laatste stukje loopt over kasseien. Afdalen en klimmen moet je hier. In de Wilgenputstraat ga je weer het bos in. Houd aan het einde van de straat je remmen klaar, als je over deze zandweg met kuilen naar beneden suist.
In de Winterstraat staat links een langgerekte hoeve, hoger dan de weg. Op en vooral af gaat het in deze straten. Uitbollen is leuk. Op de Testeltsesteenweg moet je echt afremmen, want anders mis je de reuzegrote eik die voor de school staat, vermoedelijk de oudste boom van de gemeente. De St.-Pieterskerk zie je natuurlijk wel staan, gebouwd in 1357 en verbouwd in de 18de eeuw. De huizen van Langdorp staan verspreid over het dorp.
In de Franse Liniestraat zou men tijdens de Franse bezetting een linie hebben opgetrokken. Links heb je een mooi uitzicht op de Demervallei. Dit is weer meer het Hageland dan de Kempen. Een forse klim en dus lekker lang uitbollen. Op het einde van de Franse Liniestraat kom je op bekend terrein: de Bekaflaan.
Wil je de tocht beëindigen, dan ga je over de oostelijke ring terug naar de sporthal. Wil je naar Rillaar, dan volg je diezelfde ring tot aan de Diestsesteenweg. Voor het volledige traject ga je bij het stoplicht rechts. Zo start je de route van Gelrode. Als je er bij de sporthal aan begint, is die 15 km lang.
Links schuift de stad voorbij. Tweemaal ga je bij verkeerslichten rechtdoor. GijmeI kan niet ver zijn want je rijdt na de Gijmelsesteenweg de GijmeIstraat in. Het gehucht GijmeI ligt nu rechts. Eerder, op de eerste lus, lag het links. Je ziet de bekende spoorweg Leuven- Hasselt terug. Links staat de Witte Molen. Op een scherpe hoek vind je het kapelletje voor O.-L.- V. van de Koorts. Je klimt gestaag, dan even steil en dus kun je je fiets lang laten uitrijden. Beneden een andere kapel: voor 0.- L.- V. van Bijstand. Bijstand voor de koorts?
Je rijdt weer over de Oude Mechelsebaan en dat moet wel een lange weg zijn, om die hier weer aan te treffen. Van spoorlijn naar spoorlijn, van de oude bedding Aarschot-Herentals naar de lijn Aarschot-Anrwerpen. Links zie je de wieken van de Witte Molen terug.
De Liersesteenweg is een grote weg en die moet je oversteken. Van de ene verwijzing naar een stad naar een andere. Nu kom je op de Mechelbaan. Als de weg niet meer verhard is, ben je in het gehucht Meetsho- ven. Je rijdt over een breed zandpad en al snel ben je alleen in de Meets- hovenbossen, die vooral uit naaldbomen bestaan. Op deze voedselarme zandgrond groeit ook veel struikheide.
Het domein is genoemd naar het kasteeltje van Meetshoven, dat men ook wel Wit Toreke noemt. Daarnet een Witte Molen, nu een Wit Toreke. Dat krijg je pas te zien aan het einde van een rechte beukendreef. Langs beide kanten velden en weilanden, zeer kenmerkend voor het noordwesten van Aarschot. Vroeger zag de hele streek er wuit. Je ziet echt een wit torentje, maar het gebouw is nu een taverne. Je staat nu voor een paar lastige maneuvers. Bij een bosje verkeersborden en wegwijzers valt het plaatsnaambord 'Betekom-Begijnendijk' het meest op. Daar kom je terecht op de westelijke ring rond Aarschot. De stad ligt links. Over de Demerbrug rijd je rechts het grindpad naast de Demer op. Prettig en vooral rustig fietsen is het hier. Geniet van dit rivierlandschap. Kijk uit naar rwee kastelen aan de overkant van het water. Het eerste is het kasteel van Nieuwland, met de driehoekige frontons. In het gebouw is nu een hotel-restaurant gevestigd: De Postiljon.
Het kasteel Rivieren ligt verscholen achter de bomen. Vroeger stond op deze plaats de burcht van de heren van Rivieren, vaak genoemd als een
belangrijke vesting bij de Demer. Bij de volgende brug over de rivier draai je links de steenweg op. Je hebt zo'n 3 km naast het water gefietst. Je komt in Gelrode. Links grenst aan deze Begijnendijkse Steenweg het natuurreservaat Vorsdonkbroek. Een broek is een moerassig gebied. Dit broek lag ingesloten in een meander, een grote bocht van de rivier.
Bij een rondpunt stoot je op een andere fietsroute, de Rock- Werchter- route. Je gaat nu naar Leuven toe, tot aan de Leuvensesteenweg. Onderweg moet je over een spoorweg. Je rijdt het dorp Gelrode in langs de Pastoor Dergentstraat. Gelrode spreidt zich uit over vier Hagelandse heuvels: de Eikelberg, de Hondsheuvel, de IJzerenberg en de Gelrodeberg.
Je maakt een kleine omweg om een molen te bekijken. Je rijdt daarvoor richting Nieuwrode en komt langs de Rillaarsebaan, die inderdaad naar Rillaar loopt. Boven op de Hondsheuvel staat de Moedermeule, in Mechelen gebouwd in 1670 en in 1839 naar Gelrode overgebracht. De molen maalt nog altijd.
Opnieuw in de Pastoor Dergentstraat vind je een standbeeld voor de pastoor. Pieter Jozef Dergent werd op 27 augustus 1914 door de Duitsers doodgemarteld. Rechts een kapel met foto's van de missionarissen van Gelrode.
Op de plaats waar nu de St.-Corneliuskerk staat, vond je vroeger een kapel voor deze heilige. Cornelius is een beschermheilige tegen kinderziekten. Elk jaar gaat hier op de eerste woensdag na 16 september een processie uit.
Fietsend langs de Dorpstraat zie je rechts op een heuvelrug auto's over de A2 rijden. De Gelrodeweg loopt door een bos met verschillende boomsoonen. Dit is misschien wel het mooiste stuk van de route, maar zeker ook het steilste. Op de top van de heuvel rijst Aarschot uit de grond omhoog. Je hebt hier een panoramisch uitzicht over de stad.
Bergaf gaat het nu, naar de Steenweg op St.- Joris- Winge. Aan de Geetstraat staat links de Aurelianustoren, nog een hoektoren van de vroegere stadsvesten rond Aarschot, gebouwd in de 16de-17 de eeuw. Aan de Brakepoon zie je nog een stuk van de stadswallen. Daarboven een beeldje van de 'Zeeldraaier' van Tony Blick. Zeeldraaien (het vervaardigen van banden of riemen van touw) was in Aarschot een veel beoefende huisarbeid.
Wil je hier je fietstocht beëindigen, dan fiets je schuin rechts langs de Vestingstraat naar beneden, een steile afdaling. Aan de Diestsestraat ga je rechts. Dan de eerste straat links en zo terug naar het venrekpunt.
Wil je het volledige traject afwerken, dan kun je hier aan de lus van Rillaar beginnen. Start je die bij de sponhal, dan heb je 14 km voor de boeg. De bordjes laten je langs de Diestsesteenweg rijden, tot je rechts de Heikenstraat ingaat. Nog een paar straten en je komt bij de kerk van O.-L.-V. van Zeven Smarten.
Bij die kerk moet je ook komen als je vanaf de Brakepoort het traject wilt afmaken. Je klimt de weg op naar de kapel toe, 'Maria verbleyd alle volck'. Het gaat verder omhoog. Links heb je een mooi uitzicht over de heuvels. Dan een lange afdaling over de ellenlange Tieltsebaan. Zo be- reik je de kerk van O.-L.- V. van Zeven Smarten, de wijkkerk van het gehucht Haterbeek.
In de Droogebroodstraat geniet je van het golvende landschap. Met een beetje geluk hoor je hier de kievit en de leeuwerik. Over kasseien rijd je in de richting van de Al. Vlak bij de autoweg ligt achter een afsluiting een grote kuil. Daar bloeit de grote lisdodde, een waterplant die soms gebruikt wordt voor een alternatiefwaterzuiveringssysteem.
Langzaam loopt de weg naast de autobaan omhoog. Bij de brug draai je van het autogeraas weg. Aan de Leuvenseweg, de volgende betonweg rechts, ligt links het land wijd open. Je zult niet klagen over de lange afdaling.
Rechts zie je het domein van de Tuinbouwstichting, een vereniging die de fruitteelt met wetenschappelijk onderzoek wil stimuleren. Het bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van de KV Leuven, de provincies Brabant en Limburg en de Boerenbond. De faculteit van de landbouw- wetenschappen van de KV Leuven begeleidt de werkzaamheden. Men onderzoekt onder meer de barstgevoeligheid bij zoete kersen, de teelt van steenfruit op laagstam, de fruitrijping en nieuwe teeltwijzen.
Je rijdt Rillaar in, met aan de horizon een mooi uitzicht op de Bosberg van Langdorp. Daar ben je vandaag al geweest. Rillaar ligt ten zuiden van de Demer, in de vallei van het riviertje Motte. Aan deze waterloop is het dorp ontstaan en gegroeid.
Op het einde van de Leuvenseweg kom je in het centrum en over kasseien aan de St.-Niklaaskerk. Opvallend is de venstertoren. De bovenbouw is achthoekig versierd met acht galmgaten en vier uurwerken. Aan de overkant van de Diestsesteenweg kom je in Kortakker. Je gaat een vallei tegemoet, een mooi natuurkader. Pals is een korte en krachtige straatnaam. De weg kruist de Motte, die bronnen heeft in Houwaart, Onze-Lieve- Vrouw- Tielt en Bekkevoort. De beek is een van de minst vervuilde waterlopen van het Hageland.
Van Pals in Rommelaar. Rechts ligt de Demervallei, voor het grootste gedeelte weiland of akker. Je merkt het al, je moet nog eens klimmen. Bovenaan op de helling volg je enkele bochten en dan mag je zeer lang dalen, tot in een bos. Je blijft slingeren, over kalme landwegen. Een zaligheid.
Je volgt de Mottebeek tot aan een bruggetje waar je scherp naar links gaat. De Diestsesteenweg betekent het einde van je landelijke dromen. Deze weg werd rond 1778 aangelegd op kosten van de hertog van Aren- berg, wegens de niveauverschillen een aardige klus. Als je bijna terug bij de vertrekplaats bent, zie je de resten van een meander van de Demer, afgesneden van de huidige waterloop. Dit is een geliefd vissersoord.
Langs de oostelijke ring gaat het terug naar de sponhal, onder de brug door.
KORTER KAN OOK De drie lussen van deze route kun je natuurlijk ook
apart rijden. Dan kies je uit drie afstanden: 14 km (Rillaar), 15 km (Gelrode) en 18 km (Langdorp). Twee van de drie combineren kan ook al. Iedereen vindt zijn zin wel.
AANSLUITINGEN 1. Als je in Langdorp uit de Menenheenstraat komt, kom je op de Testeltse Steenweg. Volg die, naast de spoorlijn, naar Testelt. In dat dorp kun je op de De Witte-route (33 km) aansluiten. 2. Op de Begijnendijksesteenweg ontmoet je de Rock- Werchterrou- te. Die is 45 km lang, maar je kunt er ook een lus van 12 km van rij- den. Bekijk de kaartjes.
TOERISTISCHE INFO Toeristische dienst van Aarschot, Demervallei 14, 3200 Aarschot, tel. 016/ 56 97 05, van maandag tot vrijdag van 9.00 tot 12.00 u en van 13.00 tot 17.00 u.
Voor de GPS-liefhebbers : de route op GPX-formaat is verkrijgbaar
Het vertrek en eindpunt van onze fietsroute is voorzien op de kleine ring rond Hasselt aan de kanaalkom. Deze kleine ring of promenade wordt gevormd door een reeks pleinen en brede lanen, die grotendeels het tracé van de vroegere stadswallen volgen. Het werd aangelegd in 1846-1855 naar ontwerp van de Brusselse architect Spaak. Een voorbeeld van geplande stadsaanleg, waarin ruime burgerhuizen afwisselen met monumentale complexen. Deze promenade verloor echter in de loop der tijd haar karakter door het steeds toenemende verkeer. In 2000 werd de ring rond Hasselt volledig heringericht. Rond de stad werd éénrichtingsverkeer ingevoerd, zo ontstond de groene boulevard, die het centrum van de stad weer omsluit met zijn 400 bomen. Wandelaars en fietsers kunnen er flaneren en langs de verschillende invalswegen "de stad van de smaak" ontdekken.
Tot voor enkele jaren was deze vlakke route langs de deelgemeenten van groot-Hasselt nog bewegwijzerd. Door deze registratie gaat een van de oudste Limburgse fietsroutes misschien niet verloren.
WAT KOMEN WE TEGEN
1.Kanaalkom,met op de achtergrond de schooorsteen van de vroegere gelatinefabriek.
2. Prinsenhof te Kuringen. Kuringen was reeds in de vroege middeleeuwen een belangrijke gemeente. Prinsenhof bestaat uit resten ven het waterslot van prinsbisschop Erard van de Marck (1515).
3. Herkenrode-abdij. Deze voormalige cisterciënzerinnenabdij werd gesticht in 1182 door graaf Geraard van Loon. Zij was DE Loonse abdij bij uitstek en tevens de oudste vrouwenabdij van deze orde in de Nederlanden. Ze is in de loop der eeuwen uitgegroeid tot één van de grootste gebouwencomplexen in Limburg. Nu nog bestaande bebouwen zijn; poortgebouw, neerhof met woonhuizen, stallingen en de enorme tiendeschuur, de oude abdijmolen, infirmerie, brouwerij, de kloostergebouwen, het nieuw abdisverblijf en de Tuiltermolen die iets verderop ligt.
4. "van Veldeke"-molen te Kermt.Dit is een voormalige waterradmolen op de Demer, gelegen in de buurt genoemd "Veldeke", eertijds afhankelijk van de abdij van Sint-Truiden. De molen bestaat reeds eeuwen, maar werd in 1917 verbouwd na een hevige brand. Ze heeft een grote historische waarde omdat ze herinnert aan Hendrik van Veldeke (ca.1182-1200), de eerste dichter die in de Dietse (Nederlandse) taal heeft geschreven.
5. Kapel van Wideux te Sint-Lambrechts-Herk
6. Het kapelleke van Hilst. Op 5 december 1798 omsingelde het Franse leger Hasselt en het boerenleger, dat de dag voordien de stad had ingenomen. Na hardnekkige weerstand vluchtte het boerenleger in de richting van Sint-Truiden, maar werd ter hoogte van Hilst afgeslacht. Dit was het einde van de Boerenkrijg; een opstand van de plattelandsbevolking tegen de Franse bezetters. Op de eerste zaterdag van december heeft ieder jaar, kort bij deze kapel, in een grote schuur een herdenkingsplechtigheid plaats.
7. Kasteel van Mombeek Dit neoclassicistisch herenhuis is door de Mombeekdreef met de Lukersteenweg verbonden. Het ligt op een voorheen omgracht domein met vijver. Het huidige gebouw, symmetrisch opgebouwd en wit bepleisterd, dateert uit de 19° eeuw.
8. Provinciehuis.
9. Ethias en grenslandhallen.
10. De Japanse Tuin
11. Sluizen van het Albertkanaal te Godsheide.
12. Borggrave-vijvers. Het geheel van de Borggravevijvers is een afgesloten en beschermd gebied, dat een beetje verder aansluit bij de vijvers van het Provinciaal Domain van Bokrijk. In feite vormen deze twee gebieden één groot vijvercomplex, bevloeid door de Kloosterbeek.
13. Gezinsboerderij. Stedelijk domein Kiewit met de Kinderboerderij. Het domein is na de 2° W.O. eigendom geworden van de stad Hasselt. Uit de voorgeschiedenis onthouden wij dat het domein zich bevindt te midden van een gebied dat eeuwenlang twistappel was tussen Hasselt en Zonhoven.
14. Vliegveld AERO-Kiewit. Kiewit is een naam die terug te vinden is in de internationale luchtvaartgeschiedenis. Het was in 1909 onder meer dat Blériot zijn beroemde vlucht over het Kanaal naar Dover maakte. Eveneens dat jaar werden de eerste schikkingen getroffen voor de aanleg van het vliegveld van Kiewit; de officiële opening volgde op 9 mei 1910. Dit is het oudste vliegveld van België. Tegenwoordig wordt het voornamelijk door zakenlui aangevlogen, ook luchtdopen zijn alle dagen mogelijk. De ingang van het vliegveld ligt in Hasselt, het veld zelf is Zonhovens grondgebied.
SUNPARKS FIETSROUTE 2: Vleermuizen en schipperscafés
Lengte: 23 en 36 km
Zwaarte: gemakkelijk of gemiddeld
Vervelen is er bij deze knooppuntenroute niet bij. De bezienswaardigheden variëren van een konijnenmarkt tot vijftien antiek kappellen. En dan...sta je opeens op een spierwit strand!
De fietsroute is al interessant voordat we ook maar een meter hebben gefietst! Tegenover het startpunt Sunparks Kempense Meren ligt namelijk gelijk al Ecocentrum De Goren! Daar is een expositie over 'fladdermussen' (vleermuizen)
Via knooppunt 75 volgen we het fietspad langs het Kanaal van Herentals richting Achterbos. Eerst arriveren we bij 'Sas' 6 (een sas is een sluis). Daar ligt, weggedoken onder reusachtige lindebomen, een antiek s chipperscafeetje. Vol overgave genietenop het terras van een verkoelende frisdrank.
'Neem gerust een kijkje binnen', gebaart de eigenaar. Nieuwsgierig als we zijn laten we ons dat geen twee keer zeggen. Wat een nostalgie!
Een paar kilometer verderop staan we bij de Vijftien Kapellekes in Achterbos. Deze kruisweg wordt nog geregeld bezocht door grote groepen gelovigen. Vandaag is er niemand. Als witte schimmen staan de negentiende-eeuwse minikerkjes in het lommergroen.
Wat we verder nog tegenkomen op de route? Het gezellige stadje Mol met z'n historische panden, gave winkels en nogal aparte Konijnenmarkt op zondag.
En - even verderop - de spierwitte stranden van de zandputten van De Maat. Alsof we in de tropen zijn!
Fietsen door Galmaarden, Viane, Sint-Pieters-Kapelle, Herne, Tollembeek en Vollezele
AANBEVOLEN VERTREKPUNT
Gemeentelijk Trefcentrum Baljuwhuis, op het Marktplein van Galmaarden
LENGTE : 45 km (verkorting: 34 km)
BEWEGWIJZERING
Zeshoekige bordjes met blauwe letters. Je volgt vanaf Tollembeek (na 32 kilometer) de ingekorte versie van deze route. Op het twee kilometer lange traject tussen Tollembeek en Galmaarden is er geen bewegwijzering, maar je fietst bijna altijd rechtdoor
Bezienswaardigheden: Galmaarden, vallei van de Mark, Viane, Bever, Sint-Pieters-Kapelle, Herne, Tollembeek, Vollezele
Staat van de weg, aard van het landschap: grotendeels betopn- of asfaltwegen, golvend met enkele behoorlijke hellingen
Alhoewel het riviertje de Mark slechts 28 kilometer lang is, heeft het in de loop
der jaren, samen met zijn bijriviertjes, toch een fraai en licht heuvelachtig landschap geboetseerd, met tal van liefijke valleitjes.
Je fietsroute loopt evenwijdig met de grote bocht die de Mark in het Pajottenland beschrijft, op weg van en naar de Waalse provincie Henegouwen.
De Mark begint en eindigt haar loop als Marcq: de bron situeert zich in Enghien
(Edingen) en het riviertje mondt uit in de Dender in de buurt van Deux-Acren
(een deelgemeente van Lessines). De voornaamste bijriviertjes van de Mark op
het traject van de fietsroute zijn de Rasbeek, Onscallebeek, Hemebeek, Elfkens-Meersbeek, Beverbeek, Plasbeek en Wijzenbeek. Galmaarden geniet natuurlijk
ook bekendheid om zijn folkloristische Pauwelviering, op de zondag van of na 25 januari.
VEILIGHEID
Je fietst meestal over smalle, landelijke wegen met weinig gevaarlijke kruispunten.
AARD VAN DE WEG
Bijna overal goede asfalt- en betonwegen. Nergens verkeersvrij.
GPS coordinaten : 50.84247 - 5.12276 Afstand : 33 km
Bezienswaardigheden: Provinciedomein Het Vinne, stadscentrum Zoutleeuw, Drieslinter, Ransberg, Budingen, Kapel van de Ossenweg
Staat van de weg, aard van het landschap: voornamelijk beton- of asfaltwegen, enkele onverharde stukken, redelijk vlak met een paar kleine hellinkjes en een grotere helling (Ransberg)
doorheen de valleien van de Kleine en de Grote Gete, tussen Zoutleeuw, Drieslinter, Ransberg en Budingen. De route loopt door het brede valleigebied, waar Grote en Kleine Gete samenvloeien. Hier merk je waar het Hageland zijn naam aan dankt. Langs het parcours vind je ook heel wat boomgaarden en aardbeienvelden, want dit is de fruitstreek van Vlaams-Brabant. De Walsberghoeve, de watermolen van Drieslinter, de kapel van de Osseweg en talrijke pittoreske kerktorens, zijn bakens in het landschap.
Route ontwikkeld door Toerisme Vlaams-Brabant.
Het vertrek- en aankomstpunt van deze fietsroute door de valleien van de Kleine en de Grote Gete is het Provinciedomein "Het Vinne" aan de Osseweg te Zoutleeuw.
WAT KOMEN WE TEGEN
Het Stadhuis van Zoutleeuw (1530-1538) werd in een stijl gebouwd die het midden houdt tussen de laatgotiek en de vroegrenaissance. Hoogstwaarschijnlijk was Rombout Keldermans II de architect ervan. Het stadhuis werd feestelijk ingehuldigd op Pinksterdag van het jaar 1538, de bordestrap, gehouwen door Jan Casseloy kwam een jaar later klaar.
De Sint Leonarduskerk in Zoutleeuw (13de - 16e eeuw) werd gebouwd ter vervanging van een romaanse kapel die hier in 1125 door Benedictijnen uit Vlierbeek werd opgetrokken. Met de bouw van de kerk werd in 1231 gestart. Het grootste deel is opgetrokken in de gotische stijl, de oudste delen zijn romaans (raam in de westgevel). De twee torens zijn met elkaar verbonden via een galerij over de middenbeuk.
Het elegante kruisingstorentje bevat een klokkenspel met 24 klokken. Deze kerk met haar torens behoort sinds 1999 tot het Werelderfgoed van de UNESCO
Ransberg ligt in België, provincie Vlaams - Brabant op 50°52 NB en 05°02 OL.
Het ligt in het oosten van het Hageland ( streek tussen Aarschot, Diest en Tienen )
Het vormt de waterscheidingslijn tussen de vallei van de Velpe, in t NW en de vallei van de Gete int ZO.De top ligt op 81 m boven de zeespiegel.Er is ook een weerstation
Budingen : Gemeente in de provincie Vlaams Brabant, aan de samenvloeiing van de Grote en de Kleine Gete op 4,5 km van Zoutleeuw en op 33km van Leuven. Hoogte: 30m aan de kerk en 81m op het hoogste punt
Het Vinne was ooit het grootste natuurlijk meer van Vlaanderen. Maar in de negentiende eeuw werd het drooggelegd. Toch zijn er nu nog altijd restanten van een interessante vegetatie die herinneren aan het vroegere meer.
Start: Sluizen (dicht bij de kerk) of op GPS N50 45920 E5 31892
Afstand : 40.5 km
De route kan je ook fietsen langs de knooppunten 114-407-405-402-80-87-114
Een fietslus op het fietsroutenetwerk Haspengouw-Oost naar de monding van de Jeker in de Maas met een paar stevige hellingen,maar prachtige panoramas
Aanknooppunt 114, op de rand van Sluizen, fietsen we de taalgrens over, Wallonië binnen. Sinds maart 2005 zijn er enkele knooppunten bijgekomen of van nummer veranderd.
De nummers 407, 405, 402 en 401 leiden naar Kanne. Het gaat doorheen 6 Luikse dorpen,
Glons is eerst aan de beurt. Op een hoogte ligt de ruïne van een door brand geteisterde kasteelboerderij. Bij de kerk staat een mooi bronzen monument van een soldaat die herinnert aan de strijd die hier geleverd is in WO 2.
Via Boirs kom ik in Roclenge. Voor het stadhuis staat een paviljoen op een, met oude bomen beplant, plein.
In Bassenge staat een Lourdesgrot. Deze exacte kopie van het origineel heet hier dan ook het Kleine Lourdes. Hiervoor moet wel eventjes van het parcours worden afgeweken.
De grotten en rozentuin van Wonck zijn een volgende bezienswaardigheden. Een recent aangelegd fietspad, door vochtige weiden, komt voorbij het café van de, op een hoogte gelegen, mysterieuze toren van Eben-Ezer.
Het fort van Eben-Emael is de volgende curiositeit. Langs de natte gracht van dit fort stoot de fietsweg op het Albertkanaal. Het zicht op het, in een mergelberg uitgekapte, kanaal is indrukwekkend.
Nog even omheen een jachthaventje en het Limburgse Kanne ligt voor ons. De Parel der Jekervallei. De mergelgrotten zijn tot ver over de grens bekend. Eén grot herbergt zelfs, in houtskool gemaakte kopieën van bekende schilderijen en uitgehakte monumenten, zoals een fragment uit het Alhambra van Granada. Hier wordthet Belgische voor het Nederlandse fietsnetwerk gewisseld.
Fietsnaar knooppunt 402 aan de brug over het Albertkanaal in Kanne en verlaat de Jekervallei via de Slingerberg. Deze bevindt zich net achter de brug. Waren het nu 5, 6 of meer haarspeldbochten die op het Haspengouws plateau voeren.
Het parcours verloopt over het glooiende landschap van de gemeente Riemst naar knooppunten 80 en 87. De dorpen Zichen-Zussen-Bolder en Valmeer worden achter ons gelaten.
Net voor de brug over de autoweg staat wat verder het eeuwenoude Beure Beumke, ook galgenboom of Larbre du Gibet genoemd. Hij bevindt zich op het kruispunt van 3 dorpsgrenzen: Millen, Roclenge en Boirs. Hier ontplooit zich een mooi uitzicht op de Jekervallei. Net achter deze brug, bij een communicatiepyloon van het leger ligt het hoogst punt van Limburg, 150 m boven de zeespiegel.
Knooppunt 87 bevindt zich enkelhonderden meters verder in het gehucht Elst. De afdaling in de Jekervallei naar Sluizen heeft nog enkel prachtige panoramas in petto. Bij knooppunt 114 bevinden wij ons terug voor de voormalige spoorlijn van daarstraks.
De brochure, uitgegeven over de fietslus Via Jecore, volgt het tracé terug over de spoorlijn. Een alternatieve, 6 km langere, route via de knooppunten 115 en 116 is een aanrader. Deze leidt naar een spoorwegbrug. Een "must" hier is zeker naar de 200 m, rechts liggende Lourdesgrot uit te wijken. Deze bevindt zich op een splitsing van 2 holle wegen. ZIE OOK -- http://www.gpstracks.nl/fietsroutes-be-limburg.php?id=1179
Je kan deze route starten in de Lippelostraat te Malderen.Daartoe vertrek je op de Dries en rijd je achter de kerk de Houten Molenstraat in.Op het einde neem je links de Spiedamstraat en onmiddellijk terug rechts de Kruisheide.Op het einde draai je naar rechtsde Lippelostraat richting Malderen.Na 50 meter steek je over, de Broekstraat in.
Streek: De Groene Gordel en Scheldestreek
Deze bewegwijzerde route dankt haar naam aan het witbier van Brouwerij STEENDONK.
Steendonk werd opgericht door een samenwerking tussen Brouwerij Moortgat en Brouwerij Palm.
Palm in STEENhuffel en Moortgat in BreenDONK, maken STEENDONK.
Beide brouwerijen zijn hoog gespecialiseerd in het brouwen van hoge - gistingsbieren. en zijn nog steeds onafhankelijke ondernemingen die kunnen terugblikken op een familiale Brabantse traditie van ruim twee eeuwen.
Met deze tocht van 39 km kunt u langs de landelijke wegjes het mooie Klein-Brabant bewonderen tussen STEENhuffel en BreenDONK.U kan het fort van Breendonk en van Liezele bezoeken. U fietst door natuurgebieden en komt verschillende, voor deze streek typische, hoeves tegen.
Wat? U maakt kennis met een typisch Kempisch landbouwlandschap, bosrijke natuurgebieden en een aantal meesterwerken van de Limburgse brouwkunst.
Afstand: 35 km.
Praktisch: vlakke, verharde wegen.
U volgt de knooppunten01-02-31-36-12- 11-07 -08 (afslag Bocholt-centrum volgen) -06-01
Vertrekplaats: kerk van Ellikom
(ook de Pollismolen in Bree-Opitter en het centrum van Bocholt zijn ideale startpunten).
Limburg ontdek je het beste met de fiets. Het heeft dan ook een fietsroutenetwerk dat nu al meer dan 1 000 km lang is en haast de hele provincie doorkruist. Alle fietspaden zijn met elkaar verbonden door een genummerd knooppuntensysteem.
Je fietst van nummer naar nummer. Op de fietskaartkun je dus onmiddellijk zien waar je bent en de rit naar hartelust inkorten of verlengen.
Noteerje de nummers van de knooppunten vooraf op een papiertje, dan moet de kaart zelfs niet meer uit de rugzak. Het systeem is niet alleen flexibel maar ook kindvriendelijk. Liefst veertig procent van de fietspaden is autovrij en loopt over brede, verharde
paden. Ook op andere trajecten zul je meer fietsers dan auto's tegenkomen.
De Brouwerijroute vertrekt aan de kerk van Ellikom en op weg naar Opitter rij je door de schilderachtige, groene vallei van de Itterbeek en de Baatsbeek.
Je doorkruist het natuurgebied Solterheide, waar nog zeldzame vogelsoorten en planten leven: het
blauwborstje ende nachtegaal en planten met klinkende namen als snavelzegge en gevlekte orchis.
Een verzameling van al dat moois vind je in het bosmuseum Pollismolen.
Je nadert Opitter en meteen ook de eerste brouwerij op deze route.
In brouwerij Sint-Jozefwordt onder meer de Limburgse Witte gebrouwen. Een bezoek kan jammergenoeg alleen in groepsverband, maar deterrasjes onderweg bieden voldoende gelegenheid om kennis te maken met deze Witte.
Van daaruit gaat het richting Bree. Je fietst langs de dijk van de Zuid-Willems- vaart waar je rustig kunt genieten van een typisch open Kempisch landbouwlandschap, afgewisseld met bosrijke natuurgebieden.
In Bree kun je even afstappen om de grootste kruiden- tuin of de kleinste koffie- branderijvan het land te bezoeken.
In buurgemeente Bocholtknoopje dan weer aan bij het thema 'bier'. Hier vind je dé hoofdattractie van de route: het Bocholter Brouwerijmuseum.
De familie Martens brouwt hier al sinds 1758 bier en het museum heeft één van de grootste collecties brouwerijoldtimers ter wereld. Nog niet genoeg gefietst?
Van hieruit kun je verder naar Achel,waar je inspanning beloond wordt met een nieuw soort trappist sinds kort gebrouwen in de Achelse kluis. Hou je deze uitdaging liever voor een volgende tocht, dan fiets je terug naar Ellikom, langs rustige wegen door het Kempisch landschap, dat zich eindeloos lijkt te herhalen.
Reactie van een fietser : Hallo, Wij hebben deze route ook al gefietst, en geproefd- niet vermeld in je artikel maar wel bijzonder lekker is dat de Brouwerij Sint Jozef ook een héél lekker Bosbiertje maakt - met bosbessen dus- lekker koel geschonken smaakt het zeker! maar dan wel na je fietstocht anders voel je het zo in je beentjes zitten! Groetjes uit Bosbier-liefhebster uit Zutendaal, Hilde
Start : bij Leireken, Brouwerijstraat 29, 1840 in Steenhuffel
Deze prachtige fietsroute voert u over rustige landelijke wegen door de gemeenten langs de Brabantse Kouters en de Maalbeek. U fietst langs de mooie watermolens in Grimbergen. De route is uitgestippeld door het Leireken vzw vanaf het Oude Station in Steenhuffel.
Watermolens
De fietsroute De Grimbergse molens is 36 km lang. Het is een prachtige - niet bewegwijzerde - route langs Imde, Eversem, Coppendries, Daalstraat tot aan het kanaal Brussel-Willebroek aan de Verbrande Brug. U volgt dan de Maalbeek stroomopwaarts en passeert de indrukwekkende, oude watermolens van Grimbergen. Hier is altijd wat te beleven: één of andere tentoonstelling is zo meegepikt. Terugkeren gebeurt langs Beigem, St-Brixius en Imde.
Parcours
U start bij Leireken, Brouwerijstraat 29, 1840 in Steenhuffel. U fietst over rustige wegen, soms verhard met grind. De A-12 wordt via de brug in Wolvertem tweemaal overgestoken. Het parcours is in het algemeen vlak met hier en daar toch wel een paar flinke hellingen. Ongeveer halverwege ligt de 'Tommenmolen', waar u eventueel iets kunt eten en drinken
Bezienswaardigheden.
Tijdens uw fietstocht komt u de volgende bezienswaardigheden tegen: Kasteel van Imde Coppendries Lintkasteel Sint-Niklaashoeve Willebroekse Vaart Tommenmolen Charleroyhoeve Liermolen Den Diepen Boomgaard
Grensoverschrijdende fietsroute van. Ze vertrekt in Maaseik en leidt je verder langs de mooie Maasstadjes Thorn en Stevensweert.
Dit is een route met start op het Marktplein van Maaseik.
Deze route gaat deels door Belgie deels door Nederland langs de Maas.
Wie legende route zegt en volksverhalen bedoelt, die met een korreltje zout moeten genomen worden, zit bij deze route - letterlijk en figuurlijk - op het verkeerde spoor.
De route is een synthese van vele werken, van licentiaatsverhandelingen, van comercieel gerichte uitgaven en van verhalen van de weinige echte Maaslandse vertellers, die de sagen en legenden van de Maaskant tot onderwerp hadden. De dorpen, gehuchten en boerderijen aan beide zijden van de Maas hebben een gemeenschappelijke legendebron: de Maas.£
WAT KOMEN WE TEGEN
Maaseik :
De stad Maaseik ligt in de noord-oost hoek van de Belgische provincie Limburg en grenst aan de Nederlandse gemeente Susteren-Echt (Roosteren). Duitsland is slechts 10km verwijderd.
Maaseik telt ongeveer 23.500 inwoners op een oppervlakte van 7.692ha en bestaat uit de deelgemeenten Maaseik, Neeroeteren en Opoeteren.
Maaseik eert bijna 600 jaar na hun dood nog steeds zijn schilders Jan en Hubert Van Eyck. Het resultaat: een prachtige tentoonstelling.
Deze van Eyck-tentoonstelling is te bezichtigen op een nieuwe lokatie, en dit enkel voor groepen.Ze hebben trouwens een standbeeld op de markt.
Kessenich :
Is het meest noordoostelijke dorp van België, en grenst zowel in het noorden als in het oosten aan Nederland. In het oosten i s de Maas een natuurlijke grens, in het noorden liggen de dorpjes Thorn, Ittervoort en Neeritter. In 2003 werd het Oud Limburgs Schuttersfeest in Kessenich gehouden.
We gaan de grens over naar Nederland en komen in
Thorn :
Thorn staat bekend als het witte stadje vanwege de huizen met witte muren in het centrum.
Op 1 januari 2007 werd de gemeente Thorn samengevoegd met de gemeenten Maasbracht en Heel tot de nieuwe gemeente Maasgouw.
Het witte stadje is omsloten door natuur. De Vereniging Natuurmonumenten heeft het gebied Koningssteen in beheer. Het beheer van dit gebied is gericht op natuurontwikkeling. Periodieke overstromingen van de Maas en het graasgedrag van hier uitgezette grote grazers als Galloway runderen en Konikspaarden zorgen voor het ontstaan van een gevarieerd natuurlandschap, waar het ook voor mensen goed toeven is.
Maasgouw :
Gemeente Maasgouw heeft vooral veel monumenten van oudere datum. Met bijna tweehonderd rijksmonumenten kent Maasgouw zelfs de meeste rijksmonumenten van Noord- en Midden-Limburg. In de 20e eeuw is het l andschap van Maasgouw veranderd door de vele infrastructurele werken en ontgrindingen. Inmiddels bestaat d e gemeente voor 25% uit water
Maasbracht :
Maasbracht wordt ook door veel binnenvaartschippers gekozen als zogenaamde "thuishaven", of domicilie (een postadres), omdat men toch een vast adres aan wal moet hebben om schriftelijk bereikbaar te zijn. In Maasbracht ligt ook een van de grootste elektriciteitscentrales van Nederland. De Clauscentrale, genoemd naar Prins Claus levert ruim 8% van de Nederlandse energiehoeveelheid.
Stevensweert :
Stevensweert ligt samen met Ohé en Laak op een eiland dat door twee armen van de rivier de Maas gevormd wordt. De hoofdstroom van de rivier, waaraan Stevensweert ligt, vormt hier de natuurlijke markering van de grens met België en wordt daarom ook wel Grensmaas genoemd. Er is daar ook een pracht van een jachthaven te bewonderen en op het dorpsplein Met zijn ludieke terrasjes is het goed toeven .
Ohé en Laak : ligt samen met Stevensweert gelegen op het Eiland in de Maas, vlak ten westen van het stadje Echt. Door zand- en grindafgravingen op diverse plaatsen op het eiland zijn er rondom het dorp verschillende plassen ontstaan, waaronder de Dilkensplas, de Schroevendaalse plas en de Teggerse plas. Tegenwoordig worden deze gebruikt voor waterrecreatie, waardoor de plaats vele toeristen trekt
Roosteren : ligt aan de Maas, tegenover het Belgische stadje Maaseik. Langs de oostelijke zijde van het dorp is het Julianakanaal aangelegd met parallel daaraan de autosnelweg A2. Bij het dorp horen twee kastelen, Kasteel Terborch en Kasteel Eyckholt, waarin tegenwoordig horeca is gevestigd.
Vanuit Roosteren gaan we richting grens en terug naar ons startpunt Maaseik en onze
De route verbindt Antwerpen-Linkeroever met het Oost-Vlaamse Land van Waas. Het Sint-Annabos is erg populair bij wandelaars en fietsers. In het Oost-Vlaamse landschap domineren vooral fruit- en veeteelt. De gerestaureerde waterburcht in domein Cortewalle (Beveren) spreekt tot de verbeelding en ook het Fort van Zwijndrecht imponeert.
Deze route vertrekt aan de voetgangerstunnel , Linkeroever Antwerpen
De voetgangerstunnel in Antwerpen is zeker een bezoekje waard.
Ze verbindt Antwerpen linkeroever (Frederik Van Eedenplein)met de Sint-Jansvliet op de rechteroever (vlakbij de Hoogstraat en op een boogscheut van de Grote Markt en Onze-Lieve-Vrouwetoren).
De tunnel werd in de jaren dertig van vorige eeuw (van 1931 tot 1933) gebouwd en is 572 lang.
De tunnel werd als monument beschermd in 1997 (ook de twee toegangsgebouwen
en de technische uitrusting - denk daarbij aan de houten roltrap).
Officieel heet de tunnel "Sint-Anna-tunnel",maar iedereen noemt hem nog steeds de "voetgangerstunnel".
Langs de Schelde via de jachthaven naar het St Annekensstrand . Hier een ommetje langs de molen en het strand van St. Anneke
Sint-Anneke,van bedevaartplaats tot oord van plezier.
De benaming Sint-Anna is afkomstig van de patroonheilige van de 12 de eeuwse Sint-Annakapel die toen als bedevaartplaats fungeerde. Als parochiekerk was dit kleine bedehuis middenin het Zwijndrechtse gehucht Vlaams Hoofd tot ca 1905 in gebruik tot ze door een grotere kerk werd vervangen. Deze kapel stond ongeveer op de plaats waar zich nu het gebouw van de Sint-Annatunnel bevindt
Na een terrasje kunt U kiezen , of door het St. Annabos onverhard of langs het St. Annabos langs een drukke baan . Verder op een veilige fietspad langs een drukke N49 , rechts het natuurreservaat Blokkersdijk
Het gebied is op het gewestplan ingekleurd als natuurreservaat, het is gerangschikt als
waardevol landschap, het is Europees Vogelrichtlijngebied en het werd door de Vlaamse
overheid erkend als natuurreservaat. Het is eigendom van de Vlaamse gemeenschap (Aminalafdeling natuur) en het wordt beheerd door Natuurpunt-WAL.
Via een brug in Zwijndrecht de autostrade over , dan door de polders langs de Halve Maan naar de kapel van Gaverbeek via een prachtige beeweg .
Verder door een fruitstreek naar Beveren ( centrum , kasteel Cortewalle )
Kasteel Cortewalle
Prachtige waterburcht gelegen in een uitgestrekt park van 9 ha. Het oudste gedeelte van deze parel in het bouwkundig patrimonium van Beveren dateert uit het begin van de 15e eeuw. De verbouwingen zijn zeer talrijk geweest.
Het kasteel werd tot 1960 bewoond, achtereenvolgens door de families Triest, Goubau en van Brouchoven-de Bergeyck. In 1966 werd het aangekocht door de gemeente Beveren en in 1971 werd het beschermd als monument. Het kasteel werd gerestaureerd en maakt nu deel uit van het cultuurcentrum Ter Vesten.
Test je klimmerscapaciteiten in Heist-op-den-Berg. Of valt het allemaal best mee? De Berg- en Neteroute vormt de ideale manier om op een sportieve manier Heist-op-den-Berg en dedeelgemeenten Booischot, Schriek, Hallaar, Itegem en Wiekevorst te verkennen. Onderweg kan je halt houden bij o.a. heemmuseumDie Swane, miniatuurtreinmuseum Pieter Nombluez, het statige Hof van Riemen, de Kaasstrooimolen en Provinciaal Domein De Averegten. Fit genoeg voor een tweede klim? Trek dan naar de uitkijkgaanderij van de Water- en uitkijktoren. Situering: Heist-op-den-Berg en deelgemeenten
Route :Starten aan deze route kunt U best aan de kerk in Itegem ( meer plaats voor de auto ) .
De Nete oversteken en langs weiden , velden , boerderijen en de Vallei van de Wimp en de Maesbeek naar Wiekevorst . Hier kunt U het park " Klein Scherpenheuvel " bezoeken .
Dit bedevaartsoord werd in 1842 opgericht. De Mariakapel is een imitatie van de centraalbouw van de basiliek van Scherpenheuvel. Rond de kapel is een openluchtkruisweg en in de prachtige geometrische tuin bevindt zich een H.-Hartbeeld. Op het domein kan je ook nog kuieren in het Engels parkje met calvarieberg en openluchtaltaar of langs het wandelpad dat het gebied omsluit. Klein Scherpenheuvel is vrij toegankelijk en bevindt zich langs de Kapellekesdreef in Wiekevorst
Verder langs de Kaasstrooimolen met de Pandoerenhoeve .
We kruisen een tweede maal de Nete
In Heist-op-den-Berg kronkelt de Nete kilometers langs prachtige natuurgebieden en landbouwgronden. Trek er eens heel vroeg op uit en ontwar tussen de ochtendnevels de natuurrijkdom van de Netevallei. Wie het hele traject wil afleggen, trekt best een volledige dag uit voor zo'n tocht. Je kan op verschillende plaatsen de Netedijken bereiken; in Itegem-centrum, langs de Yzerenweg in Booischot en in Heist aan de Herentalsesteenweg. Aan de kerk van Hallaar volg je het natuurwandelpad dat je naar de Nete voert.
Verder naar het centrum van Heist-op-den-Berg , met een zware klim in de Onvredestraat en langs het kerkhof .Het meest typische kenmerk in het landschap van Heist is, hoe kan het anders, de 48 meter hoge berg. Het ontstaan van deze berg situeert zich in de IJstijden, zowat een miljoen jaar geleden. Vandaag is de berg, vooral in de weekends, een oase van rust en stilte, verheven boven alle rumoer en lawaai.Eeuwenlang werd en wordt nog steeds Heist bestuurd van op diezelfde berg .
Na een rust aan het vernieuwde kerkplein , verder met een afdaling en langs een dreef naar een pittoreskeplaats " het Hof van Riemen . Verder langs de route met een landelijk karakter via het gehucht Zonderschot , Booischot en Pijpelheide . Een rondje rond Schriek en verder langs het Pelgrimhof , een prachtig kasteeldomein .
Het oorspronkelijk 14de eeuwse landgoed is gelegen op de grens van Heist en Beerzel en omgeven door een brede hofgracht en prachtige dreven. Het pelgrimhof dankt zijn naam aan één van zijn eerste bewoners. Het huidige uitzicht wordt gevormd door een 16de eeuwse kern met 17de eeuwse aanbouwen. Langs de Heiststeenweg zie je nog de sierlijke smeedijzeren toegangspoort uit de 18de eeuw. Het kasteel en zijn park zijn respectievelijk beschermd als monument en landschap
Daarna verder door de Perendreef en langs rustige wegen naar en door het proviciaal domein De AveregtenDe Averegten gelegen in de deelgemeente Hallaar is sinds einde 1993 een proviciaal domein . Het bos werd in 1905 aangelegd als onderdeel van het kasteel Isschot . Dit wandelbos is zowat 80 hectare groot en bezit een grote verscheidenheid aan bomen en planten . Ook voor de vogels is dit een paradijs . Aan de rand van het domein bevindt zich het Natuureducatie Centrum .
Verder op weg naar ons parkeerplaats in Itegem passeren we nog de kastelen Isschot en La Garenne ,
Traject: Langs de route vindt men de landbouwactiviteiten van een 12-tal boerderijen.
Uitgestrekte velden wisselen af met mooie bossen en het natuurgebied De Tikkebroeken
Bewegwijzerde themafietsroute
Met boerderijen en het landschap als centraal thema is Speurreroute een vrij unieke landbouwroute. Een 38 km lange tocht langs boerderijen en waardevolle landschappen. Langs de route staan bij een twaalftal land-en aanverwante bedrijven verklarende borden opgesteld met illustraties over de werkzaamheden van de landbouwer. De route loopt bovendien langs mooie bossen en uitgestrekte velden, zodat we van het landschap, de weiden en de landbouw, kortom onze kostbare natuur kunnen genieten. De volledige route is bewegwijzerd met zeshoekige bordjes.
Langs de oevers van de Rode Loop
In de streek van Corsendonck in Oud-Turnhout en Kasterlee stroomt de Rode Loop door een vallei die van oudsher bij zware regenval volledig overstroomt. Hier ontwikkelde zich een karakteristiek Kempens laagveen, de Tikkebroeken genaamd. Ook vandaag nog overstroomt de Rode Loop dit natuurgebied zodra de hemelsluizen open gaan. Het natuurgebied is toegankelijk via 2 bewegwijzerde paden. Tijdens het broedseizoen is een beperkt gedeelte van het natuurreservaat afgesloten voor het publiek Kasterlee is opgedeeld in drie verschillende natuurlijke structuren. In het noorden vormen de valleien van de Aa, de Rode Loop en de Kaliebeek een natuurlijke grens met de omliggende gemeenten, in het uiterste zuiden domineert de Vallei van de Kleine Nete het landschap. Precies daartussen bevindt zich de Kempense Heuvelrug, een langgerekte duinenrug die ongeveer heel de Antwerpse Noorderkempen doorkruist
De Kempische Heuvelrug, die ligt tussen Herentals en Retie, is nu een natuurgebied, dat een overblijfsel is van landduinen, die ontstonden toen de zee zich terugtrok. Uitgestrekte bossen, bestaande uit grove den en Corsicaanse den op zandgrond domineren het beeld. Verder treffen we hier nog heidevelden aan, vennen, open stuifzanden, holle wegen, waterlopen en loofbossen. Deze landschapelementen brengen diversiteit in het gebied, waarmee de biologische rijkdom sterk toeneemt. Naast habitatfunctie, speelt de heuvelrug een belangrijke rol als tijdelijke verblijfsplaats of foerageergebied voor overwinteraars en zwerf- en trekvogels. In dit bosgebied met zijn vele zijwegen en paadjes zijn niet alleen talrijke wandelingen bewegwijzerd, maar ook mountainbike-routes en paden voor ruiterij.
Leuke weetjes over Kasterlee
Een inwoner van Kasterlee is een Kasterleenaar
Voertaal = Kasterlees
Etymologische betekenis: in 1135 Castelra, 1244 Castrele; cast, gaast, g(e)est = zandige heuvel, en el re = reeksaanduidend
Route : Aanvankelijk rijd je door een landelijk gebied met kleine akkerbouw en veeteelt. In Blauwberg ga je rechts rond het dorp en vind je meer dennenbosen en stukjes heide. De weg stijgt lichtjes en je bereikt de heuvelrug Kipdorp Drei Eiken. Je daalt af om door de rand van Herselt te rijden. Via het containerpark beland je terug in een landbouwgebied met de nadruk op veeteelt. In Houtvenne daarentegen vallen je de vele boomkwekerijen op. Pijpelheide, de naam zegt het zelf, biedt terug wat bossen en heide. Je rijdt iets verder door meer en meer loofbossen en in Baal trek je rond de Balenberg, bekend voor zijn motorcross. Rustige wegen door afwisselend wei- en akkerlanden brengen je via een fietspad op een oude spoorwegbedding (Herentals Aarschot) in Ramsel. Restanten van kleiputten en straatnamen herinneren je eraan dat hier vroeger steenbakkerijen stonden. Van hieruit is het nog maar een boogscheut naar de bossen aan je vertrekpunt
Verborgen tussen Tongeren en Sint-Truiden ligt, in het vruchtbare Haspengouw, het middeleeuws aandoend stadje Borgloon. Sinds 1976 gefusioneerd met 12 gemeenten tot een kern van 5.111 ha en 10.118 inwoners. Een enig, levenskrachtig stadje, aangelegd bovenop een heuvel, eens een versterkte stad van waaruit de Graven van Loon regeerden over hun Graafschap dat op z'n hoogtepunt de huidige provincie Limburg in grootte evenaarde.
Zet de klok even stil, ontvlucht de drukte van het jachtige leven en geniet in Borgloon van het prachtige groene centrum van de fruitstreek. Waar glooiende vruchtbare akkers, prachtige kasteelparken en niet te vergeten, in de lente, bloeiende boomgaarden een streling zijn voor het oog.
We beginnnen onze fietstocht in het centrum van de stad, aan het stadhuis, of even hogerop op de parking van het Speelhof.
Deze fietsroute is perfekt bewijzerd, geen bordje ontbreekt. Proficiat. Wel even opletten in Rijkel. Na 'n bezoekje aan het kasteel moet je even terug in de richting van waar je gekomen bent en de eerste straat links afslaan.
Bezienswaardigheden onderweg.
Kerniel. Abdij Mariënhof Colen. Met het Sint-Odiliaschrijn (1292) en de koorstoel van de H. Lutgart (1100), het oudste meubelstuk van West-Europa.
Gors-Opleeuw. Kasteel Haagsmeer, Kasteel Bellevue, Kasteel van Gors, Kasteelhoeve, waterpomp, Kasteel van Opleeuw
Jesseren.
Groot-Loon.
Bommershoven. Kasteel ter Hove. De rode winning, kasteel van Bommershoven, kasteel van Heks, het Manshovenhof en het Biezenhof, vroeger eigendom van de Ridders van Alden Biezen.
Broekom.
Hendrieken. Kasteel de Hulsberg
Voort. Kasteel de Tornaco, kapel van Helshoven-Hoepertingen (1254).
Gotem. Fonteinhof.
Rijkel. Kasteel van Rijkel.
Hoepertingen. Kasteel de Mariagaarde en het Paanhuis.
Kuttekoven. Oude molen, Widdingen, kasteel van Rullingen, kasteel de Clee.