-Vanuit het sportcomplex ga je het bruggetje over en zo kom je op een stuk rijweg dat parralel loopt met de
ring van Mol. In de zone rond het overdekt zwembad, de sporthal, de sportterreinen, het jeugdhuis Tydeeh en kinderdagverblijf Molleke komen functies als wonen, wandelen, fietsen, ontmoeting en recreatie op de eerste plaats.
Links draaien richting rode lichten en je zit op de route richting KP 56
Tussen KP 56 en 55
Je doet twee deelgemeenten van Mol aan nl. Ginderbuiten en Gompel
Tussen 55 52 51 50 73
We rijden een lang stuk langs het kanaal Kwaadmechelen Dessel, langswaar we ook het
De stranden van Mol passeren ; het Zilvermeer,het Zilverstrand en ook het Ecocentrum De Goren
Een dagje uit, een hagelwit strand en een heldere, zuivere zwemvijver. Speeltuinen voor elke leeftijd, sportmogelijkheden, evenementen en een heleboel overnachtingsmogelijkheden. Dat is het Zilvermeer! het Zilverstrand : http://toerisme.gemeentemol.be/Het_zilverstrand/2778/default_toerisme.aspx?_vs=0_N&id=2074&pg=2618 Naast witte stranden en een zwemplas beschikt het Zilverstrand nog over een belangrijke troef: grote delen van het domein zijn gereserveerd voor rust en de natuur. Aan het gebied paalt een stukje ongerepte natuur dat je complete rust geeft en contact met bomen, bloemen en vogels biedt. Wandel erdoorheen, kijk naar al die prachtige stukken heide, snuif de geuren op in de bossen, kom hier met respect en kom om te genieten. Het Zilverstrand beschikt over een prachtige camping.
Ecocentrum De Goren: Sinds 1993 vormt ecocentrum het hart van de Molse Meren. Het kenmerkende gebouw is omgeven door waterplassen, natuurgebieden, campings en recreatiedomeinen. Deze bijzondere ligging geeft meteen ook aan wat het doel is van het ecocentrum: toeristen verzoenen meet de natuur. Deze poortwachtersfunctie vult het ecocentrum in door volop te werken rond natuureducatie en door de toerist te bedienen met een uitgebreide toeristische balie. Natuur- en milieueducatie is toegespitst op leerlingen van het basisonderwijs. Het Ecocentrum is gesitueerd aan het Provinciedomein Zilvermeer in Mol. Je kan er terecht voor wandel- en fietsroutes. Er is een ruime parking voorzien waardoor dit de ideale vertrekplaats is voor een dagje natuur. Een aanrader voor fietsers is alvast de Vaarketsroute (40 km), deze brengt je langs de twee kanalen van deze regio. Je maakt ook kennis met de zandontginning. Voor de wandelaars is het interessant om weten dat veel wandelingen vertrekken vanop de parking van het Ecocentrum. In totaal heeft Mol 400 km wandelplezier, inclusief wegwijzers om het noorden niet te verliezen.
Knooppunt 74 : Aan knooppunt 73 gaan we de brug over naar 74 en daar ligt hij dan , de pannekoekenboot.: http://www.pannenkoekenbootdendiel.be/index%204.htm Je kunt hier kiezen uit 250 - tweehonderd vijftig - ambachtelijk gebakken pannenkoeken! Terwijl in de kombuis je bestelling verwerkt wordt, neem je best eens opnieuw de kaart voor de geschiedenis van dit schip en zijn technische gegevens. Het totale gewicht bedraagt 350 ton ... zonder pannenkoeken
Knooppunt 75 : Den Diel : Het natuurwandelpark den Diel bestaat grotendeels uit loofbos waarin bewust een natuurlijk beheer wordt gevoerd. Omgewaaide bomen blijven liggen want dood hout is een bron van nieuw leven in het bos. Centraal in den Diel vinden we oude sprietputten die inmiddels geëvolueerd zijn tot vijvers en ondiepe vennen. In en langs deze vennen heeft zich een zeldzame plantengroei ontwikkeld. Nergens in Vlaanderen komen zoveel verschillende soorten libellen voor als hier. Ook de reptielen en amfibieën zijn goed vertegenwoordigd.
Knooppunt 260 : De Blauwe Kei :http://users.telenet.be/deblauwekei/ De Blauwe Kei in Lommel, sluis 1. De eerste transportverbinding voor de industrie waren waterwegen. De Zuid-Willemsvaart, voltooid in 1826, had weinig invloed op de Limburgse industrialisatie. Van grote betekenis was de aanleg van het Kempisch Kanaal of de verbinding van de Schelde met de Maas in 1846. De belangrijke verbinding met Hasselt kwam pas in 1858 tot stand. Het gehucht De Blauwe Kei ontstond na het graven van het Maas-Scheldekanaal (1843-1855) en ontleent haar naam aan een grote leisteenachtige, meer westwaarts gelegen grenssteen tussen Mol en Postel. Bij verbredingswerken van het kanaal in 1926 zou deze steen onder opgespoten zand terecht gekomen zijn. De Geografische Dienst van België heeft zonder succes getracht deze steen terug te vinden. De oorspronkelijke steen zou door de Maas zijn aangevoerd in de loop der ijstijden, toen rotsblokken uit het Zuiden werden meegesleurd door een machtige stroom van gletsjers en smeltwater.
Tussen knooppunt 260 - 267 - 268 - 266 Hier rijden we langs het kanaal naar Beverlo Het kanaal neer Beverlo is een verbinding op het kanaal Bocholt-Herentals. Met een lengte van 15 km, is dit slechts een klein kanaaltje dat de verbinding maakt met het dok van het kamp van Beverlo.
Tussen knooppunt 60 en 59: We fietsen door een zeer bekend gebied, De keiheuvel (natuurpark) http://www.keiheuvel.be/ De Keiheuvel is een stuifduingebied aan de ingang van het terrein Keiheuvel-De Most. Verspreid komen vliegdennen voor, die hier in een natuurlijke successie groeiden. Deze strook vormt een prachtige entourage bij het binnenrijden van het Natuur- en recreatiepark Keiheuvel.
We fietsen ook nog door de dorpen Balen - Olmen - Hulsen en komen zo terecht in het gehucht "Heidehuizen" vanwaar we terugkeren naar ons vertrekpunt als we de verkeerslichten bereiken Oversteken en direkt links aanhouden naar de startplaats "Den Uyt"
Vanaf de watermolen steven je naar knooppunt 93> 96.
Onderweg steek je de drukke N18 Geel-Retie over en tegelijk ook de Witte Nete.
Je fietst nu eventjes op het grondgebied van Dessel waar je voorbij de historische hoeve Boerentang komt.
Zo bereik je knooppunt 96 aan het Kempisch Kanaal
Je volgt het jaagpad naar rechts in de richting van knooppunt 95.
Bij sas 6 staat een bijzonder huis. Café Sas 6 is een vooroorlogs café in de stijl van een typisch Kempens hoevetje dat na de Eerste Wereldoorlog een ontmoetingsplaats was voor schippers die in de file stonden voor de sluis.
Maar naast een pint drinken maakten de schippers er ook afspraken met voermannen wier paarden de schuiten 'jaagden'. Jagen is het voorttrekken van een schip met een dik touw.
Ondertussen is de grote drukte op het Kempisch Kanaal lang verleden tijd en hoeven schepen niet langer aan te schuiven voor de sluis. Toch heeft dit sascafeetje de tijden overleefd en maakt het deel uit van ons kanalenerfgoed.
Bij sas 7 (knooppunt 95) steek je de sluisbrug over naar de andere oever.
Je komt voorbij Dekshoevevijver, een vijvergebied dat beheerd wordt door de stad Geel.
Een rondje rond het vijvergebied telt zo'n 2 km.
Na knooppunt 20 volgt 21 aan sas 8, waar je uitzonderlijk, . . . maar op eigen risico, mag oversteken over
de sluisdeuren ondanks de verbodsvermelding 'Art. 95 van het KB 15.10.1935'.
Je blijft het jaagpad volgen richting knooppunt 22 en passeert Ten Aard, het meest noordelijk gelegen kerkdorp van Geel.
Bij knooppunt 22 moet je het Kempisch Kanaal verlaten en ga je weer op zoek naar de loop van de Kleine Nete.
Je houdt richting knooppunt 30 aan en komt in een open weidelandschap terecht.
Deze natte Netevallei was oorspronkelijk een ruig en moerassig laagveen.
Kort na de Tweede Wereldoórlog werd het gebied ontwaterd door de aanleg van kaarsrechte dijkwegen en een web van afwateringen.
Zo ontstonden geschikte weilanden voor de veehouderij. Elke boerderij kreeg 15 ha weiland toebedeeld.
Je krijgt aan je rechterkant de Molen van 't Veld in het vizier.
Die standaardmolen van 1796 stond oorspronkelijk in Heist-op- den-Berg, maar verhuisde in 1823 naar Geel-Elsum. Sinds 1992 staat hij op de Zeggedijk in de buurt van de Worfthoeve, waar ook een bakkerijmuseum gevestigd is. Op Zondagnamiddag laat een gelegenheidsmolenaarje het binnenwerk van de windmolen zien.
Je blijft de Zeggedijk volgen; de sloot naast de weg is de Zeggeloop.
Zegge is een geslacht van taaie grassen die het goed doen in vochtige, moerassige gronden.
Maar De Zegge is ook de naam van het beschermde natuurgebied dat je links ziet liggen.
Het is een moerassig, bijna ondoordringbaar gebied, dat een verre herinnering is aan het oerlandschap.
Aan de brug over de Kleine Nete is er een aanlegplaats voor kajakkers.
Aan de overkant ligt De Ark van Noë, een dagrecreatiecentrum met een speeltuin en vijvers.
Bij het naderen van knooppunt 30 doemt de Kempische Heuvelrug van Kasterlee op.
Daar houd je richting Kasterlee aan, maar de beklimming van de heuvel wordt
nog even uitgesteld tot na knooppunt 31.
Veel stelt deze klim door het Koningsbos niet voor.
Aan de dorpsrand van Kasterlee staat Keeses Molen, een houten standaardwindmolen van 1650.
Je nadert het knooppunt, 88, en vandaar is het nog 1 km tot aan de Kleine Nete
Aan de brug over de Kleine Nete ligt knooppunt 87.
De Watermolen van Brustele in het Kásterlese gehucht Houtum is een onderslagmolen van de 13de eeuw.
In 1583, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, werd de molen helemaal verwoest en enkele jaren later heropge- bouwd.
Molen en sluis werden in 1921 grondig verbouwd. De molen bleef draaien tot in 1957. De laatste molenaar was Julius Josephus Biermans, van wie afstammelingen nu het Hotel De Watermolen uitbaten.
Naast het hotel is in de vroegere molenwerkplaats een taverne ingericht.
De weg naar knooppunt 26 loopt eerst parallel aan de rivier.
Je kunt eventueel met de fiets aan de hand het wandelpad naast.
het water volgen door na 200 m links wandelwegwijzer 70 te volgen.
Na 1 km sla je aan de tweede brug rechts af.
Je bent dan weer op het netwerk richting knooppunt 26.
Even verder steek je de Kleine Nete voor de tweede keer over in de richting van knooppunt 27.
Je steekt verderop twee zij beekjes van de Kleine Nete over: de Rode Loop ende Wamp.
Tussen knooppunt 27 en 91
klim je lichtjes uit de Netevallei en meteen verschijnen de eerste dennenbossen.
Op het grondgebied van Retie steek je eerst de Looi eindse Nete over en na knooppunt 91 de Kleine Nete.
Over kronkelende wegen bereik je de watermolen van Retie .
Al in 1633 stond er aan de Witte Nete een watermolen:
's Heren Corenwatermolen hoorde toe aan de heren van Retie.
De huidige stenen molen dateert van 1765. Deze onderslagmolen heeft een metalen waterrad met houten schoepen dat wacht op restauratie:
Aan de molenvijver ligt Taverne 't Meulezicht: op het zomerterras is het heerlijk verwijlen bij het geruis van vallend water terwijl je geniet van een hapje en een drankje...
Je kunt er een kano huren die je stroomafwaarts tot aan de watermolen van Brustele (Kasterlee) voert.
Of je kunt er vragen om de watermolen te bezoeken.
En deze locatie is een echte aanrader om deze prachtige route af te sluiten
Bewegwijzering : witte zeskantborden met rode tekst
.
.
Begijntjesroute
Een gemeentelijke fietsroute uitgestippeld door de dienst Toerisme van Begijnendijk..
Deze fietsroute slingert over Begijnendijks mooiste wegen, een ideale manier om het gebied tussen het Hageland en de Kempen te ontdekken
Deze volledig bewegwijzerde route loopt langs kleinere wegen. De tocht gaat langs de twee dorpskernen,
talrijke kapelletjes en molens, kastelen en meanders, langs veen- en kleiputten en plukjes heide, over de
oude tramzate en de Demerdijk. Wenst u er een dagje uit van te maken, dan kan dat, op de route liggen
een aantal bezienswaardigheden, leuke cafés en tavernes. U kan de route starten aan de kerk van
Begijnendijk of Betekom (parkeergelegenheid).
Kaart te bekomen bij de dienst Toerisme of op het gemeentehuis
Route :
Je verlaat de dorpskern en rijd aldra door de groene long De Merenvan Begijnendijk richting Pijpelheide,
een deelgemeente van Booischot.
Je doorkruist een gebied van boom- en perkplanten om langs landbouwgebied ten zuiden van Begijnendijk
te belanden.
Hier volg je een tijdje een oude tramlijn en beland je uiteindelijk in de bossen Meetshoven ten noordwesten
van Aarschot en passeer je een grot met zitbanken, een rustige, stille en ideale rustplaats.
Je bereikt de ring rond Aarschot en even verder volg je rechts de Demerdijk, die je tot vlak bij Betekom brengt.
Hier vind je via een holle weg de ruïne van een oude windmolen, opgetrokken in ijzerzandsteen, boven
op een heuvel, die tevens een natuurgebied is.
Akkerland en weiden glijden voorbij tot je de Balenberg met zijn motorcrosscircuit ziet liggen.
Eventjes bergop en dan gaat je in dalende lijn terug noordwaarts voor een rondje Pijpelheide alvorens
via de camping De Meren terug je startplaats te bereiken
Bezienswaardigheden
Begijnendijk heeft heel wat te bieden. Met een bonte mengeling van natuur en cultuur leent Begijnendijk zich uitstekend voor een daguitstap.
Sint-Laurentiuskerk Betekom
Het karakter van deze kerk wordt bepaald door enkele eeuwenoude voorwerpen zoals het hoofdaltaar in rococostijl uit 1767, de doopvont uit 1615, het doksaal met het beschermde orgel uit 1770 en de gebrandschilderde glasramen uit begin deze eeuw. Bouwstijl is de typische Demergotiek van het Hageland.
Sint-Luciakerk Begijnendijk
Modern-gotische kerk daterend van 1953-54. De kerkschat omvat liturgisch zilverwerk uit de 17e - 18e en 19e eeuw.
Ruïne van de windmolen: Molenberg 25
Molen uit de 14e eeuw in ijzerzandsteen met een basis van Gobertangezandkalksteen. Door de strategische ligging meermaals in brand gestoken, voor het laatst in 1914. Inlichtingen: 016/53 04 43 (conservator).
Ruïne van de windmolen: Putteberg, Pater Damiaanstraat
Type bergmolen van 1854, tijdens de eerste wereldoorlog werd met de molen electriciteit gemaakt.
Hof van Uythem: Remerstraat
Het oudste nog bestaande gebouw van Begijnendijk. Hier teelde men de eerste aardappelen van de streek.
Kasteel ter Rivieren: Gelroodsesteenweg
In de middeleeuwen werd het gebouwd door de heren van Rivieren. Het huidige kasteel dateert uit 1885.
Standbeeld De Begijn Kerkplein Begijnendijk
Bronzen beeld van een oud kloosterbegijntje uit de gemeente.
Natuurgebied De Raam
Natuurgebied De Meren
In de vorige eeuwen was het een uitgestrekt moerasgebied.
De putten werden gevormd door het uitturven van het Veen. De turf werd nadien gebruikt als brandstof.
Een route door de natuur van Noord Brabant, deze loopt via Geldrop naar de Achelse kluis,
(nog net geen Belgie) van hier richting de Malpi.
Een route door de natuur van Noord Brabant, deze loopt via Geldrop naar de Achelse kluis,
(nog net geen Belgie) van hier richting de Malpi.
Westerhoven
ligt in het beekdal van de riviertjes Keersop en Beekloop die net buiten de kern van het dorp door een fraai stukje natuur stromen. Reeds in de prehistorie vonden rondtrekkende nomadenstammen het gebied aantrekkelijk genoeg om zich te vestigen. De Heuvel, de verbindingsweg met buurdorp Riethoven, vond zijn oorsprong in de Romeinse tijd. Bij het rooien van een eiken wal aan de toenmalige Haverhof werd Frankischkeramiek gevonden. Westerhoven behoorde vanouds tot de heerlijkheid Bergeijk, maar in 1810 werd het een zelfstandige gemeente. Deze werd in 1997 bij herindeling samengevoegd met de gemeente Bergeyk (nu Bergeijk).
Langs Westerhoven stromen de riviertjes Keersop en de Beekloop. De Keersop is een beek die ontspringt in België bij Luyksgestel en uitmondt in de Dommel bij Dommelen. Het is een van de waardevolste beken binnen het gebied van Waterschap De Dommel. Dit komt door de hoge natuurwaarde van de beek als gevolg van de relatief goede waterkwaliteit. In deze beek komen vissen voor die een trekgedrag vertonen. Enkele voorbeelden hiervan zijn: bermpje, beekprik, kopvoorn en winde. Bij een voldoende hoge waterstand zijn de beekjes geschikt om met kano's te bevaren. Op enkele beschutte plekken aan de oevers van de Beekloop is de ijsvogel gesignaleerd.
Naast de beekdalen kent de omgeving van Westerhoven akkers en, meestal droge, bossen. Westerhoven en de omgeving van de kapel lenen zich bij uitstek voor het maken van kortere of langere wandel- fiets- en autotochten. De bewegwijzerde "Beekdalen" wandelroute van 5 km loopt door de fraaie natuur in de onmiddellijke omgeving van het dorp. Ook het Westerhovense bos en de Enderheide nodigen uit tot het maken van korte of langere wandelingen. Westerhoven is opgenomen in het fiets-knooppuntenplan van de Kempen en maakt ook deel uit van het Nordic Walking routenetwerk.
Aan de Keersop ter hoogte van het huidige Schut bevond zich de Westerhovense Watermolen. Hiervan zijn nog overblijfselen aanwezig.
Deze fietstocht werd "van Stroop en Jenever" gedoopt, omdat ze ons brengt van Hasselt naar Borgloon en weer terug naar Hasselt. De inwoners van Borgloon werden van oudsher de 'Strooplekkers' genoemd, want in de streek werd veelvuldig siroop bereid en verhandeld. Borgloon ligt immers midden in de fruitstreek. In de tijd dat het geoogste fruit niet kon bewaard worden in frigo's en de moderne bewaartechnieken nog niet bestonden was er maar één oplossing om de grote hoeveelheid appels en peren te gelde te maken. In de stroopfabrieken lagen de vruchten in hoge bergen op de binnenplaatsen. Het overvloedige fruit werd na de pluk gekookt en het ingedikte sap in potten bewaard en verkocht als siroop.
De vroegere siroopfabriek Meekers te Borgloon.
In de streek is er één siroopfabriek aktief gebleven tot 2006, en wel de "Vrolingse Stroopfabriek" van de familie Bleus aan de steenweg op Vrolingen nummer 45 te Wellen. Je kon er het productieproces van stroop meemaken. In 2007 zijn de activiteiten verhuisd naar de gebouwen van de voormalige Siroperie Wynants aan het station van Borgloon, je fietst er voorbij tussen knooppunt 136 en 152. Hier werd meer dan 100 jaar geproduceerd van 1878 tot 1988. Met de steun van monumentenstrijd zullen de gebouwen van de ondergang gered worden en de traditionele stroopproductie wordt nieuw leven ingeblazen. Wil je meer informatie over de geschiedenis van de stroop, de familie Bleus en monumentenstrijd, dan kan je kijken op de zeer opmerkelijk website; www.gebroedersbleus.be
Kapel van Hilst.
Deze kapel werd opgericht ter nagedachtenis van de talrijke, op 5 dec 1798, gesneuvelde boeren, die in opstand waren gekomen tegen het Frans bewind. Ieder jaar is er op de eerste zaterdag van december een herdenking van de Boerenkrijg in de schuur van een nabijgelegen hoeve.
We komen nog even terug op ons verhaal van "Stroop en Jenever". De Hasselaren zijn al enkele eeuwen bekend als vermaarde Jeneverstokers. Het distilleren was eigenlijk een uitvinding van de Arabieren. In de 14° eeuw verspreidde het distillaat 'aqua vita' of levend water zich als een geneesmiddel over Europa. Men diende het druppelsgewijs in te nemen. Het 'levend water' werkte niet alleen geneeskrachtig, het kon ook 'den mensche droefheid' doen vergeten en het maakte 'de herten vro ende oec stout ende coene'. Het zijn deze euforieverwekkende eigenschappen die het geneesmiddel in een eeuw tijd tot het genotmiddel 'brandewijn' maakten. Brandewijn werd niet langer druppelsgewijs gedronken, maar per 'druppel'. Dit en veel meer kan je ontdekken in het Nationaal Jenevermuseum gelegen binnen 'De Groene Boulevard' van Hasselt, aan de Witte Nonnenstraat. .
Nog dit. Wie Borgloon zegt, weet dat de hellingen niet veraf zijn. Maar deze zijn niet onoverkomelijk en nooit lang. Nog een gezellige tocht, en proost.
DE ROUTE De route loopt langs Bredene - Stalhille - kanaal Gent/Oostende - Oudenburg - Zandvoorde - Oostende
Tijdens deze route is water vaak erg dichtbij. Niet het zeewater, zoals je zou verwachten. De route loopt immers slechts even parallel aan de kust, en dan nog blijf je uit de buurt van het zeewater. Maar je passeert wel kilometers lang tussen het Noordgeleed en de Vaart (kanaal Gent-Brugge-Oostende). Je mag ook nog een eind langs de Passendalevaart en je kruist tweemaal de Noordede. Ook de Duiveketezwin ligt op je route. 't Paddegat situeert zich in de wijde omgeving van de Vaart ter hoogte van Stalhille. Diverse vogels voelen zich er thuis: patrijs, scholekster, steenuil, torenvalk, waterhoen, wilde eend?
't Paddegat is een zogenaamde multifunctionele ruilverkaveling. Dit houdt in dat er aandacht is voor drie belangrijke aspecten: de landbouw, de natuur en de zachte recreatie. In dit laatste aspect is behalve fietsen en wandelen ook hengelen begrepen.
Start : Kerkplein Gooreind (Kalmthout) Afstand : 57 km, verkortingen : 32 of 39 km
Het allereerste (1975) traject en ongetwijfeld één van de mooiste in de provincie Antwerpen.
Gewoonweg schitterend tijdens de maand augustus, wanneer de heide paars kleurt.
Dat dit traject de Kalmthoutse Heide doorkruist, zal je wellicht niet verbazen.
In Natuureducatief Centrum De Vroente leer je meer over dit enig stukje natuur.
Verder op het traject o.a. het Arboretum van Kalmthout met 6.000 verschillende planten,
de Kiekenhoeve-Karrenmuseum in Essen en de Napoleonshoeve in Wuustwezel.
Vertrokken aan de kerk in Gooreind, langs de duiventoren ( een vakatie-verblijf uit de jaren 1830 ) , militair domein Klein - Schietveld en Kalmthout - Heide ( Station en een monument ter nagedachtenis aan de Canadese soldaten in de tweede wereldoorlog ) naar Kalmthout . Even van de route om het natuureducatief centrum " De Vroente " te bezoeken , daarna verder langs het Arboretum en de Kalmthoutse heide met zijn vennen naar Essen .
Na een rust verlaten we Essen langs het station , een douaneloodsen de quarantaine stallen en fietsen we verder door de gemeentebossen langs Horendonck .
De Vredesroute vertrekt op de grote markt van Ieper aan de historische Lakenhallen.
Onmiddelijk na de start rijden we onder de Menenpoort, het gedenkteken bij uitstek van Wereldoorlog I.
Je maakt een korte lus rond Ieper langs de stadswallen.
Daarna rij je de stad buiten langs een oude spoorwegbedding.
Een schitterend paadje dat goed bolt want sinds kort volledig geasfalteerd.
Tussen kerkhoven en oorlogsmonumenten rij je rond Zillebeke en passeer je ondermeer het schitterende natuurdomein de palingbeek.
Je fietst door een lichtglooiende streek en ziet in de verte het pretpark Bellewaarde.
Na de brug over de A19 (Kortrijk-Ieper) ben je toe aan een welverdiende verfrissing in een van de tearooms aan het Doelbos of Polygoon in Zonnebeke.
Daarna kronkelt de vredesroute heerlijk verder tot in Langemark-Poelkapelle.
Van daaruit brengt alweer een oude spoorwegbedding je tot aan de sluis van Boezinge.
Deze keer niet geasfalteerd, maar vlotrijdende kiezelsteentjes.
Via het Ieperlee kanaal fiets je de laatste kilometers terug naar de grote markt van Ieper.
De frisse pint op de Grote markt van Ieper heeft u meer dan verdiend.
De route start in Ieper waar de gothische St-Maartenskathedraal (Grote Markt) een bezoekje waard is.
Dit imposante bouwwerk werd in 14-18 bijna volledig verwoest maar kerk en 102m hoge toren werden in 1922 1930 volledig terug gereconstrueerd.
Gelukkig konden de kerkschatten in 14 18 in veiligheid gebracht worden, zodat de kerk vandaag nog steeds heel wat fraais kan laten zien.
Helemaal vooraan ligt de grafsteen van Robrecht de Béthune, Leeuw van Vlaanderen
Een bezoek aan het Flanders Field Museum, ondergebracht in de Lakenhallen is warm aanbevolen.
De tentoonstelling legt vooral nadruk op de miserie die de oorlog met zich meebracht en toont aan de hand van fotos, filmmateriaal en enkele maquettes de zware verminkingen die de stad en zijn omgeving in 14-18 te verduren hebben gekregen.
Vandaag ligt deze lichtheuvelende streek met haar bossen en glooiende groene weiden er onder de stralende zon schilderachtig mooi bij. We passeren plaatsen met vreemde namen zoalsde Palingbeek, Langemark, Poelkapelle, Zillebeke, Boezinge, Zonnebeke Enkel de vele soldatenkerkhoven (vier jaar strijdgewoel resulteerde in een halfmiljoen doden!) houden de herinnering aan de Grooten Oorlog levendig.
Je ziet ze overal, ze duiken in het landschap op wanneer je het niet verwacht, verstopt in het weelderige groen.Ze worden nog steeds perfect onderhouden en het is er zeer rustgevend, de stilte wordt er enkel verstoord door het gekwetter van de vogels. De namen op de graven verwijzen naar Engelsen, Canadezen, Australiërs maar waar liggen de Belgen en de Duitsers ?
De Yzerroute is een erg ontspannende route van Nieuwpoort langs de Ijzer naar Diksmuide. De route brengt je via de Dodengang naar de IJzertoren. Daar kan je een bezoek inlassen aan Diksmuide. De terugkeer loopt over de Frontzate, de voormalige spoorberm tussen Diksmuide en De Panne. Dat betekent dat je op een bijna kaarsrecht traject terug naar het startpunt fietst. Het gebied waar je omheen rijdt, is dat deel van het front dat in de Groote Oorlog onder water werd gezet.
Dodengang Op de linkeroever van de IJzer, bij kilometerpaal 15, staat de naamsteen 'Petroleumtanks'. Daar had een Duitse eenheid een observatiepost die een bedreiging vormde voor de Belgische stellingen op dezelfde oever. Na verschillende veroverings pogingen werd in de Ijzerdijk een naderingsgang gegraven en versterkt, die uiteindelijk uitgroeide tot een gevechtsloopgraaf: de beruchte 'Boyau de la Mort', de Dodengang, met daarop de dwarse ruiterschans. De huidige site is een reconstructie uit 1927-1928 van dit verdedigingscomplex. Buiten de omheining staat een afgetakelde maar authentieke Duitse bunker.
IJzertoren.
Een ander monument dat herinneringen aan de Grote Oorlog oproept is de IJzertoren, waarvan het profiel de omgevende vlakte zo sterk markeert. Zijn voorgeschiedenis begint ook in de loopgraven van de eerste wereldoorlog. De gewone soldaten in het Belgische leger waren voornamelijk Vlamingen, maar ze werden gecommandeerd door een overwegend Franstalig officierenkorps.
Uit dat ongenoegen onstond de Frontbeweging die zich inzette voor de rechten van de Vlaamse soldaten. Ze werd door de legeroverheid verboden en moest in het geheim werken. Ze ijverden onder meer voor aparte Vlaamse regimenten, met een eigen officierenkorps. Na de oorlog wilden ze zelfbestuur voor Vlaanderen en een politiek voor vrede en verdraagzaamheid. In 1917 schreven ze een open brief aan Koning Albert, waarin ze hun eisen kenbaar maakten. Het was één van de meest ophefmakende uitingen van het Vlaamse ongenoegen. Wellicht vond het zijn krachtigste uitdrukking in de slogan die een soldaat schilderde op de sokkel van de dorpswaterpomp in het kapotgeschoten Merken: HIER ONS BLOED, WANNEER ONS RECHT?
FRONTZATE
De FRONTZATE is de bedding van de oude spoorlijn Nieuwpoort-Diksmuide. Dit tracé van Nr. 74″, de lijn Diksmuide-Nieuwpoort, was een aftakking van de lijn Gent-De Panne. 13,5 km Lang is deze spoorweg. Hij werd in het midden van de 19e eeuw gebouwd en lag mee aan de basis van de snelle ontwikkeling van Nieuwpoort tot toeristische badplaats. De eerste (toen nog STOOM)trein arriveerde al op 15.8.1869 in het station van Nieuwpoort-Aan-Zee.
Tijdens de 1e wereldoorlog was dit de FRONTLIJN waar de Duitse opmars in oktober 14 tot stilstand werd gebracht. Om strategische redenen werden in Nieuwpoort (aan de Ganzenpoot) op 31.10.1914 de sluizen opengezet en het hele gebied tussen deze spoorwegdijk en de IJzer stond blank. Hierdoor waren de Duitsers verplicht om hun ondergelopen loopgraven achter de spoorwegberm te verlaten
Gedurende het grootste deel van deze oorlog bleef de strook tussen de IJzer en de spoorwegbedding niemandsland in de stellingenoorlog met de Duitsers aan de ene, de Belgische troepen aan de andere zijde. Langs de spoorweg zijn er op tal van plaatsen dan ook nog resten van schuilkelders, bunkers, bakstenen abris of schuilplaatsen, uitkijkposten, geschutsstellingen. Want het spreekt vanzelf dat de spoorlijn Nieuwpoort-Diksmuide van enorm strategisch belang was als allerlaatste verdedigingslinie tegen Den Duits.
Afstand : 46 KM Vertrekplaats : Parochiekerk van Reningelst (Poperinge) Bewegwijzering : Zeshoekige rood-witte bordjes met de naam Schreveroute
Relief: Heuvelachtig, naar de Catsberg toe stevig klimwerk.
DE ROUTE :
De Schreve is e benoamienge die menschen uut de Westoek geevn an 't stik van de Frans-Belgsche grenze die de regio verdêelt in de Westoek en Frans-Vloandern. De Schreve noemn ze terplekke oek wel de frountiern.
Die grenze is e stoatsgrenze en gin etnische grenze. Z'is etrokkn in de 17stn êeuw, achter de Slag by Kassel. Ol weerskantn van de Schreve en de menschen nog joarenlank dezelfste toale eklapt, moa 't West-Vlams is e bitje mi eki achteruutegoan. Ollêne de styf oude menschen in Vrankryk klappn nog nunder Vlemsch.
D'r is e viloroute, de Schreveroute, van 46 kilomeiters daj ku volgen in 'n Vlamschen en 'n Franschn Westoek.
Schreve is een typisch Westvlaams woord, wat betekent dat woord nu eigenlijk? Schreve is een dialectische benaming voor de Belgische-Franse grens. Bij het fietsen van de Schreveroute gaan we kennismaken met die Belgisch-Franse grens het heuvelland met zijn weidse panorama's en heuvelrij.
Reningelst is de startplaats van deze route, ideaal is het niet, vanaf de eerste meters is het klimmen, zo'n anderhalve km klimmen we richting Westouter, na ons klimmetje wacht ons een stevige afdaling, raar dat die afdaling sneller voorbij is dan die klim.
We komen in het mooie dorp Westouter aan, we fietsen door dit schitterend dorp met zijn vele terrasjes, maar het is nog te vroeg om te stoppen, we fietsen verder richting schreve, iets buiten Westouter wacht ons een eerste stuk onverhard, liefst te doen bij droog weer.
Via deze onverharde weg en zonder het te weten fietsen we op Franse bodem, steeds krijgen we prachtige vergezichten op de Zwarte en Rode berg. Iets verder krijgen we voor de tweede maal een flinke afdaling te verwerken richting Berthen. Bij het begin van de afdaling is het even opletten, op een bepaald moment krijgt men een schitterend vergezicht op de Mont de Cats en zijn abdij boven op die Mont de Cats. Wanneer men op de grote baan aankomt in Berthen gaat de route rechtsaf, hier kan men ook kiezen om een ommetje te maken naar die Mont de Cats, aan de grote baan fietst men gewoon rechtdoor, wanneer men dit doet mag men een stevige klim verwachten tot boven op de Catsberg.
Boven neemt men de richting Boeschepe en men komt automatisch terug op de route. Na een helse afdaling fietst men Boeschepe binnen, even buiten de dorpskern wacht ons de prachtige Ondankmeulen met herberg de Vierpot op, hier even verpozen op het terras naast de molen met schitterend uitzicht op de Catsberg is een waar genoegen. We kunnen er niet genoeg van krijgen maar helaas moeten we terug de fiets op, we fietsen richting belgische grens met achter ons die prachtige molen. We fietsen nu via rustige wegen richting Watou. Het gezellige Watou nodigd ons weerom uit om een terrasje te doen, zou ik zeker doen want tot in Reningelst zijn nog weinig estamineetjes.
Vanuit Watou fietsen we richting Poperinge via rustige en niet al te vlakke wegen, niet dat het steile klimmetjes zijn maar het is niet vlak. Poperinge zelf doen we niet aan, we laten die links van ons liggen en fietsen verder richting Reningelst, even komen we rakelings langs de Schreve maar dat merken we niet, op onze route krijgen we nog even te maken met en stuk onverhard die er naar mijn mening wat beter kan bij liggen.
Pietermenneke verdient een nominatie voor de Grootste Palenaar omdat hij wellicht de meest gekende dorpsfiguur is van Paal. Hij heette eigenlijk Louis Petermans. Pietermenneke leefde tussen zijn beesten in een klein huisje vlakbij de steenweg op Beverlo Zijn geitenbok was legendarisch. Verder bezat hij een ezel, een hond, katten, kippen en zijn wijd en zijd bekende Guinese biggetjes (zeeratten). Heel het dorp en zeker alle kinderen kenden Pietermenneke. Met zn ezelskar vervoerde hij allerlei kleine vrachten, biggetjes bijvoorbeeld, naar Beringen en naar Diest.Van deze veelbesproken dorpsfiguur doen allerlei straffe en sappige verhalen de ronde. Ludo Laagland heeft Pietermenneke vereeuwigd in een enig mooi portret. Pietermenneke werd in Paal begraven maar meer dan 40 jaar lang moest hij het doen, als meest bekende Palenaar, zonder zerk of wat dan ook. Toen na de fusie het gemeentebestuur van Beringen ermee dreigde het kerkhof van Paal over te hevelen naar Koersels Kapelleke maakte Leon Meelbergs een houten kruiske voor Pietermenneke, het begin van een geplande actie voor het behoud van het kerkhof in Paal. Hier rust Pietermenneke stond er op. De transfer ging niet door.
Ietwat verder van de Dender af (in Okegem afslaan naar Pamel en dan de N8 oversteken naar Onze-Lieve Vrouw-Lombeek) vinden we het liefelijke dorpje OLV-Lombeek.
Hier start de Valleitjesroute. Al van in Pamel blijkt het waar de naam van deze route komt.
Het gaat hier op en neer, de verschillende beekjes hebben brede valleien gevormd.
Ondanks zijn «slechts »31 km is deze route een stevige rit, doch de inspanning wordt beloond met prachtige vergezichten soms vele kilometers ver.
Zeker in de lente, wanneer de vele boomgaarden in bloesem staan, is deze tocht een echte aanrader.
De route
Al bij het begin is het trappen geblazen. Via een kasseiweg hijsen we ons naar boven.
Van ver zien we de windmolen, voor de ouderen onder ons een herinnering aan het jeugdfeuilleton kapitein Zeppos. Eens boven kunnen we al van het eerste vergezicht genieten.
De kerk van Pamel torent ver boven de golvende weides uit en als je goed kijkt zie je aan de einder de Onze Lieve Vrouwekerk van Ninove.
Het gaat nu verder golvend langs de vele boerderijtjes met elk hun boomgaard tot aan de Woestijnkapel.
Deze kapel, eigenlijk de Heilig Kruis-kapel, doemt plots voor ons op.
Het geeft een eigenaardig gevoel hier deze kapel, zo afgelegen in de velden aan te treffen.
Het lieflijk gebouwtje nodigt uit tot even uitrusten. Daarna gaat het steil naar beneden toe.
Het molenaarshuis met de Terhagenmolen uit 1732 wat verder, is ook zon prachtig plekje dat deze fietstocht zo kleurt.
Zo ook het kasteeltje van Heetvelde of het Waterkasteel.
Dit beschermde gebouw was ooit een waterburcht en werd in de 17de eeuw zijn huidige vorm heropgebouwd.
Een beetje verder komen we aan de zwaarste kasseistrook van deze rit.
Over ruwe kasseien dobberen we naar de bergstraat , die haar naam alle eer aandoet en ons nog eens flink laat zweten.
Rechts kijken we uit op het mooie Steenhaultbos.
Inmiddels zijn we via de Vollezelestraat in Vollezele, een gehucht van Galmaarden, terechtgekomen en als je oplettend bent zie je rechts het plaatselijke kerkje.
Een kapel en valleitje verder duikt de radartoren van de Kesterberg(112m) op.
Deze toren in de streek «den ijzeren man » genoemd overheerste lang de streek, maar moet sinds een tiental jaren zijn meerdere erkennen in de immens hoge zendmast van de VRT in Sint-Pieters-Leeuw.
Genietend van het prachtige pajottenland (dat hier op zijn best is) slingeren we stijgend en dalend langs mooie natuurlandschappen verder naar Gooik.
Daar komen we via een klein ommetje in het centrum recht tegenover de Sint Niklaaskerk.
Voor deze kerk staat een bankje dat uitnodigt tot een verdiende rust na al die nijdige klimmetjes die de Valleitjesroute tot een stevige kuitenbijtersroute maakt.
Na een kleine pauze hijsen we ons weer int zadel en vervolgen onze tocht. Even buiten het centrum rijden we langs een begraafplaats verder richting Oplombeek (een gehucht dat hoger licht dan .Lombeek, juist vandaar dus )
Het kasteeltje dat we hier voorbijzoeven draagt ook de naam Oplombeek.
We zijn nu reeds ver gevorderd en algauw dient een van de laatste klimmetjes zich aan.
Wat verder en we zijn in Nelleken.
Onder enkele rode beuken staat er een pittoresk kapelletje en het geheel maakt dit gehucht één van de merkwaardigste pleisterplaatsen op deze tocht.
Nog eventjes licht stijgen, en dan laten we ons als slechtvalken, de vallei van de Moeliebeek, induiken.
Dan uitbollen tot aan de imposante kerk, de remmen dicht en dan naar een van de terrastafeltjes van de Kroon, geef hier die pint.
De Route : 217-36(NL)-38(NL)-216-213-201-220-224-218-217
Vanaf half augustus, staat de heide in volle bloei.
Die vind je hier nog volop, bijvoorbeeld in de Groote Heide net over de grens.
Er staan ook nog paarse dotjes in de Grote en Achelse Heide bij Achel.
De Beverbeekse Heide en Haarterheide werden lang geleden beplant met dennenbomen.
Even verpozen en genieten!
. De Achelse Kluis ligt pal op de grens met Nederland en is de brouwerij van de bruine of blonde Achelse trappist. Van het brouwproces zie je een en ander vanuit de gezellige herberg, die druk wordt bezocht door fietsers.
Er is ook een uitgebreide winkel met allerlei religieuze producten.
. De ambachtelijke kaasmakerij
Catharinadal vond onderdak in het voormalige franciscanessen klooster Catharinadal uit 1432.
De broers Bert en Peter Boonen verwerken er de melk van hun eigen vee tot heerlijke kazen en andere verse melkproducten.
Hun echtgenotes baten de winkel uit. In juli is er elke dinsdag om 17 uur een gratis rondleiding.
. Picknickbanken staan op de mooiste plekjes van de route, onder meer op het autovrije Jagerspad door de Grote Heide, in de bossen van de Haarterheide en langs het Kempisch Kanaal.
WAT KOMEN WE TEGEN :
. Tussen knooppunt 216 en 213: (ommetje van 500 meter)
Hoeve-ijs 't Mulke schept ambachtelijk gemaakt hoeveijs op een horentje of in een potje, om op stoeltjes buiten van te smullen (er is geen verbruikszaal). Molendijk, 3930 Hamont- Achel, 011-64 17 54 (open tot eind september).
. Tussen knooppunt 218 en 217:
De laren heeft een fietsmenu met verwerking van de Achelse trappist en Catharinadalkaas.
Start : Kasteel van Schoten Afstand : 33.4 km Bewegwijzering : knooppunten
De Kastelenroute is een van de populairste fietsroutes in het Antwerpse. Het decor zit daar voor heel wat tussen: statige kastelen tussen uitbundig groen. Mooie stukjes groen zijn o.a. het Peerdsbos, Provinciaal Domein Vrieselhof in Oelegem (Ranst), het Wandelbos Schildehof en Park Vordenstein. Nog enkele attracties op het traject: het sluizencomplex van Wijnegem, het fort van 's Gravenwezel en domein Iepenburg te Schoten.
Afstand : 65 km Vertrek : vrij te kiezen op de route. Bewegwijzering: gele zeshoekige borden met zwarte opdruk.
De Lus van het Zwarte Goud verkent per fiets de Limburgse Mijnstreek.
Fietsend langs rustige wegen maak je kennis met de Limburgse natuur en met de schatten van het Zwarte Goud. De eerste "Gordel van het Zwarte Goud" werd op 8 september 1990 georganiseerd op initiatief van VEHOG (Vereniging voor Hoofdopzichters en Gediplomeerden van de Koolmijn van Beringen). Het tweede jaar kregen de initiatiefnemers de medewerking van de sportdiensten van de verschillende mijngemeenten. 1992 werd het jaar van de grote doorbraak, omdat ook BLOSO, de provinciale sportdienst en de Belgische Wielrijdersbond het initiatief gingen ondersteunen. De "Gordel" werd "Lus". Sindsdien mogen de organisatoren op de jaarlijkse promotiedag steeds meer dan drieduizend fietsers, recreatiefietsers en wielertoeristen, verwelkomen.
Route omschrijving De Lus van het Zwarte Goud is een bewegwijzerde route (opgesplitst in 4 delen) langs rustige wegen, doorheen de Limburgse mijnstreek. Je maakt kennis met de rijke historiek en boeiende multicultuur van de mijnstreek en je krijgt een mooi overzicht van de opkomst en bloei van de kempische mijnbouw. Deze fietsroute doet de vijf Limburgse mijngemeenten Beringen, Heusden-Zolder, Houthalen-Helchteren, Genk en Maasmechelen aan. Je kiest zelf waar je vertrekt en of je al dan niet een stuk van de lange lus afknipt.
ONZE ROUTE
Vertrekpunt: De kerk van Zwartberg ligt vlak aan de kruising van de fietsroute en er is hier tevens een grote parking. Vlak naast de kerk vind je de tunnel onder de Torenlaan/Hoevezavellaan. Deze tunnel kiezen we voor het westelijk deel van "de Lus". Na de tunnel volgen we de Marcel Habetslaan en aan de Guillaume Lambertlaan rijden we links, zo bereiken we de koolmijn van Winterslag.
In Winterslag werd in 1917 de eerste Kempische steenkool geproduceerd. De mijn haalde in 1967 nog een jaarproductie van 1.635.514 ton. De maximale tewerkstelling werd genoteerd in 1953 en bedroeg 6.250 mijnwerkers.
Domein Bovy is een 34 ha. groot park dat van de 12° tot de 18° eeuw toebehoorde aan de abdij van Averbode. In de 19° eeuw kwam het domein in handen van Jozef Bovy, voormalig goeverneur van Limburg. Het domein herbergt een 18°-eeuwse vakwerkhoeve, waarin twee eetgelegenheden gehuisvest zijn. Verder kun je een bezoekje brengen aan de geitenboerderij, een dierenpark, een bijenhal en drie fraaie tuinen: de kruiden- en boerentuin en het rosarium Pierre-Joseph Redouté. Het park is gekend voor zijn bewegwijzerde themawandelingen. Het "beemdenpad" is een knuppelweg door het moerasgedeelte. Open van 1/1 tot 3/12 tussen zonsopgang en zonsondergang.
Mijnstreekmuseum in Beringen.
In 1907 werd de N.V. Kolenmijnen van Beringen opgericht. Pas in de jaren 20 kwamen de schachten klaar en kon de kolenwinning starten. De laatste kolenwagen werd bovengahaald op 28 oktober 1989. Het Streekmijnmuseum geeft enerzijds een overzicht van de oplkomst, de groei en de bloei van de Kempische mijnbouw en wil anderzijds een monument zijn voor de mijn werker, die door zijn reuzenarbeid de welvaart van zijn gezin en zijn streek bewerkstelligde. Open op zondag voor iedereen, op weekdagen enkel voor groepen na afspraak. Gesticht in 1907. Zoals in de andere mijnen, werden de eerste kolen bovengehaald in 1930, na 23 jaar voorbereidend werk. Zolder kreeg de uitbating van 2 concessies die samen 7060 ha bedroegen. De mijn van Zolder werd achtereenvolgens met Houthalen en later ook met Beringen ondergronds verbonden.
Koolmijn Houthalen.
Houthalen, dat pas in 1939 in productie ging, is de jongste mijn. De kolen werden er ontgonnen op een diepte van 700 tot 810 meter.
Het recreatiepark van domein Kelchterhoef bevat al de ingrediënten voor een heerlijke daguitstap voor het hele gezin. www.kelchterhoef.be
Pater van Clé, stichter van Sporta, kende de streek tussen Westerlo en Meerhout als zijn broekzak.
Hij koos de mooiste plekjes voor je uit. Westerlo, Geel en Meerhout: hier voelde sportpater Van Clé zich thuis.
Hij werd er geboren, hij studeerde en werkte er.
De route loopt via overwegend rustige en verharde plattelandswegen, weiden en dennenbossen. De norbertijnenabdij van Tongerlo (Westerlo) is een bezoek meer dan waard. Nog in Westerlo: de kastelen van de familie de Merode. In Zittaart (Meerhout) kan je de Haenvense molen bewonderen, een houten standaardmolen die nog geregeld maalt. Situering: Westerlo, Geel en Meerhout
Kasteel d' Aertrijcke, in neogotische stijl, heeft te midden van een erg mooi kasteeldomein een viersterren- hotel, een gastronomisch restaurant en een leuke bistro.
Het Vloethemveld is een militair domein met heide, graslanden en bossen.
Er groeien ook zeldzame planten zoals draadgentiaan, dwergbloem, dwergvlas en kleverige ogentroost.
Alleen het noordelijke deel is toegankelijk voor het publiek.
. Tussen knooppunt 40 en 39:
in het rustieke restaurant Jan Breydel staan er lekkere streekgerechten op de kaart.
Het ligt aan het kruispunt met de drukke Brugsesteenweg.
Wel even uitkijken bij het oversteken, dus!
Brugsesteenweg 108, 8460 Roksem, 059-26 82 97
. Vanaf knooppunt 38 een ommetje naar knooppunt 43:
De Abdijhoeve is een hotel. beautycentrum én gastronomisch restaurant onder één dak.
De gezellige taverne werd ondergebracht in de vroegere stallingen. Een waaier van snacks, dag menu's, gril- Iade, streekgerechten en streekbieren staat op de kaart.
In de namiddag kunt u er ook terecht voor een lekkere sneukelkoffie of een pannenkoek.
Het Kasteel Wijnendale is dé toeristische topper van de stad Torhout. Welkom in het Kasteel Wijnendale en haar roemruchte geschiedenis. Het bezoek neemt een aanvang bij het heden om te eindigen in 1085 bij de opbouw van de burcht voor Robrecht de Fries. U bent getuige van de interviews met de boswachter én het dramatische gesprek met Leopold III. Op de zolderverdieping duiken we verder de geschiedenis in. U bevindt zich in de tijd van de barok en staat oog in oog met Filips van Kleef, Maria van Bourgondië en hun feesten en jachtpartijen. Het is de site waar heden en verleden elkaar ontmoeten. Levensgrote afbeeldingen, interviews, touchscreens en een filmzaal zorgen voor een eigentijdse multimediale evocatie. Aan de hand van een spookjesspeurtocht beleven kinderen alle mysteries van het Wijnendale en zijn bewoners. Whooo, spook je mee? U komt dus zeker eens langs als u in de buurt bent?
Ook de basiliek van Dadizele en de kerk van Zonnebeke zijn geschikte startblokken.
Afstand: 39 km
Aard van de weg: Overwegend verkeersluwe, zelfs van gemotoriseerd verkeer gevrijwaarde wegen. Op de gewezen spoorwegzate fiets je op knispergrind, aarde en gras.
Geen wonder, want een leembodem staat al eeuwenlang bovenaan op het verlanglijstje van de boer.
Dus werden de bossen op leem het eerst gerooid, tot er nauwelijks nog een klad bos bleef.
Makkelijk wordt het niet om daar opnieuw wat bos in te planten. Bomenrijen, houtkanten, hagen en andere lijnvormige natuur maken echter een betere kans.
Je moet immers blind zijn om in die leemstreken de bodemerosie niet te merken.
Wetenschappers drukken boeren en bewindslieden met de neus op de harde feiten. Elk jaar spoelen tonnen leem voor altijd weg. Elk jaar wordt de bodem er dunner.
Vier jaar lang werd hier de bodem doordrenkt met het bloed van jonge mensen.
Miljoenen papavers kleurden de slagvelden van Wereldoorlog I rood.
En dan de devotie. Nergens in de Lage Landen bij de Noordzee zijn Maria en de heiligen zo tastbaar aanwezig als hier.
Aan de kapellen en kapelletjes, de kruislieveheren en uiteraard aan alles in en omheen de Dadizeelse Basiliek Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen.
WAT KOMEN WE TEGEN
Moorslede
Na de Eerste Wereldoorlog was Moorslede een grote puinhoop.
Verwacht hier en in de buurt dus geen oude gebouwen.
Vele zijn van rond 1922, de tijd van de grote heropbouw in de Westhoek.
Zo ook de driebeukige Sint-Martinushallenkerk. Het pronkstuk in de kerk is het 17de-eeuwse beeld van de Zwarte Onzelievevrouw van Loretto.
De aangrenzende marktplaats wordt beheerst door het ruiterstandbeeld van Pater Constant Lievens, Moors- ledes beroemdste zoon. Hij werd in 1856 geboren op de Koekuitwijk en studeerde aan het Roeselaarse Kleine Seminarie. Daar was hij, samen met onder andere Albrecht Rodenbach, een van de leerlingen uit 'de wonderklasse' van Hugo Verriest. Hij werd jezuïet en missionaris in India, nam het daar op voor de armsten en stierf in 1893 aan tbc, amper 37 jaar jong.
Kasteel Koekuit
Rond 1870 was de bewoner van het Koekuitkasteel ook burgemeester van Moorslede.
Nu is het kasteelpark eén groene rechthoek tussen de bietjes en de spruitjes.
Het Kezelberg Military Cemetery Op deze en intieme begraafplaats rusten, ver van het gewoel, 161 (vooral Britse) soldaten. Na de gruwel van de Eerste Wereldoorlog centraliseerden de Duitsers hun doden op een beperkt aantal grote begraafplaatsen, zoals die van Vladslo en Langemark.
De Britten lieten hun doden rusten in de buurt waar ze sneuvelden of in een veldhospitaal stierven.
Vandaar de vele, vaak kleine Britse begraafplaatsen.
Basiliek van Dadizele
De neogotische basiliek, toegewijd aan O.L.V. Onbevlekt Ontvangen, heeft een indrukwekkende voorgevel. Van de vele hoogstandjes in de basiliek zijn dit twee toppers: het I5 de-eeuwse albasten beeld van Maria met Kind en de marmeren graftombe ; van ridder Jan van Dadizele (+1481) en zijn eega Catharina Breydel.
Dat Dadizele een oud Bedevaartsoord is, bewijzen de bezoeken van Karel de Stoute in 1469 en Maria van Bourgondië in 1478 en 1479.
Aan de overzijde van de basiliek lokt de horeca hongerige en dorstige bedevaartgangers met uithangborden zoals 't Basiliekske en De Biechtstoel.
Ook het kasteelpark achter de basiliek is een wandeling waard.
* 18 km over beton- of asfaltwegen, 32 km over grindwegen
* heuvelachtig (bos)landschap met een paar hellingen
* route is niet bewegwijzerd
Startplaats
Station Groenendaal (Hoeilaart), aan de oostrand van het Zoniënwoud, vlakbij de Ring (R0) rond Brussel
Wegbeschrijving
1. Van Groenendaal tot de Bezemhoek in Bosvoorde (18,5 km)
Verlaat het stationsplein via de Ildefons Van Dammestraat. Fiets onder de spoorweg door. Steek de Terhulpsesteenweg over.
Volg het fietspad naast de rand van het bos tot de Steenbrugdreef. Sla de Steenbrugdreef in en fiets tot het kruispunt met de Kruistochtendreef. Sla hier links af. Neem bij de T-splitsing rechts de Koude Delleweg. Sla aan het volgende kruispunt links de Genoveva van Brabantweg in.
Neem rechtsaf de Wilde Duivenweg tot de Lange Staartdreef. Sla links af. Neem daarna rechts de Meutedreef. Sla enkele meters verder schuinlinks het fietspaadje in. Na talrijke sierlijke bochten bereik je een wegenkruispunt bij deBrussele Ring. Volg rechtsaf de Meutedreef. Sla vijfhonderd meter verder de Raafeikweg in. Neem de tunnel onder de ringweg en neem rechtsaf de Sint-Corneliusdreef. Eén kilometer verder sla je linksaf de Verdunningsdreef in. Die leidt je naar de Lorreinendreef die je rechtsaf volgt.
Volg de Lorreinendreef tot aan het kruispunt met de Puttendreef en de Fromontdreef. Sla de Fromontdreef in en neem enkele meters verder rechts de Kaasmansdelle. Klim zachtjes omhoog tot de Sint-Michielsdreef. Neem hier rechts.
Fiets tot aan de Duboislaan. Steek over en neem de Vanderheydenweg tot aan de tweesprong met de Tumuliweg. Sla links de Tumuliweg in. Na twee kilometer bereik je het kruispunt met de Sint-Hubertusdreef. Neem deze dreef rechts en sla na enkele meters links de Van Kermdreef in. Fiets over de spoorweg en steek de Vorsterielaan (Bosvoorde) over. Fiets aan de overzijde naar de kerk 'Koningin der Hemelen'.
2. Van de Bezemhoek in Bosvoorde naar Jezus-Eik (6,6 km)
Fiets voorbij de kerk rechtuit en neem enkele meters verder rechtsaf de Terhulpensesteenweg. Neem na een paar meter links de Roodborstjesstraat. Steek de Dennebosstraat over en fiets zo opnieuw het Zoniënwoud in. Steek even verder de Willeriekendreef over en volg rechtsaf het fietspad. Steek voorbij de Graaf van Vlaanderendreef opnieuw de Willeriekendreef over en volg verder het fietspad tot aan de Kapel van Welriekende.
Neem de Willeriekendreef terug in de richting van Bosvoorde. Sla vierhonderd meter verder rechts de Mezendreef in. Na een valleitje bereik je het kruispunt met de Tamboerdreef en de Blankedelleweg. Neem de Tamboerdreef rechtsaf. Rij via de tunnel opnieuw de Ring onderdoor. Volg de Wolvendreef. Neem zeshonderd meter verder linksaf het fietspad.
Neem aan het volgend kruispunt links het Mezendreefje en daarna rechts de Prinsendreef. Dwars via een tunnel de autostrade E411 Brussel-Namen. Zo bereik je Haagbeukendreef. Neem rechtsaf. Aankomst in Jezus-Eik.
3. Van Jezus-Eik tot Tervuren (5,6 km)
Volg vanaf het cultureel centrum 'De Bosuil' het fietspad aan de linkerkant van de Capucijnendreef. Steek driehonderd meter de Vlaktedreef over. Fiets rechtdoor het Capucijnenbos in. Sla aan het kruispunt met de Wolvenweg linksaf. Neem even verder het fietspad.
Fiets langsheen de rand van het Kapbos van Duisburg naar de Duisburgsesteenweg. Steek over en rijd via de Capucijnenpoort de Warande van Tervuren in. Fiets via de Capucijnenpoortdreef en Rijkunstdreef tot bij de Sint-Hubertuskapel. Tweehonderd meter verder ligt het Marktplein van Tervuren. Rijd er eens naartoe voor een leuk terrasje.
4. Van Tervuren tot Eizer (7,3 km)
Keer vanaf de markt terug naar het Warandepark en volg links de Rijkunstdreef. Sla bij het café-chalet 'De Bootjes' rechtsaf. Een rechte dreef brengt je naar de Vossemvijver. Fiets bijna de hele vijver rond en volg dan de Kleine Vaartdreef. Neem voorbij de Sint-Gertrudisvijvers links en sla onmiddellijk daarna de Grote Vaartdreef in. Je komt opnieuw aan de Capucijnenpoort aan de Duisburgsesteenweg.
Steek over en neem de Isabelladreef. Je bent opnieuw in het Kapbos van Duisburg. Sla aan het kruispunt met de Eizerdreef linksaf. Fiets rechtdoor tot de rand van het bos en verder tot Eizer. Neem aan de T-splitsing links de Eizerstraat. Neem onmiddellijk rechts deBekestraat tot aan de Maria Magdalenakerk van Eizer.
5. Van Eizer naar Overijse (4,2 km)
Volg tegenover de kerk de Lindaalstraat (aan de overkant van de Duisburgsesteenweg). Neem aan de T-splitsing rechts de Schapenstraat en daarna de Ballingstraat. Aan de IJse volg je rechtsaf de Dreef die parallel met het riviertje loopt.
Steek de Waversesteenweg over en volg aan de overkant even de Terhulpensesteenweg. Neem rechtsaf de Emiel Carelsstraat. Volg de J.B. Dekeyserstraat tot aan het postkantoor.
6. Van Overijse naar Groenendaal (7 km)
Aan de parking van het cultureel centrum De Blank sla je links af. Steek voorbij de Vuurmolen de Processiestraat over en volg de weg achter het busstation. Volg aan het einde van de straat rechts de Jean Tombeurstraat. Neem bij 'De Watermolen' links het fietspad naast de Molendreef. Vanaf de wijk Zorgvliet loopt het fietspad naast de verbindingsweg tussen Overijse en Hoeilaart. Blijf volgen tot in het centrum van Hoeilaart.
Steek de Henri Caronstraat over en volg de Willem Eggerickxstraat tot het Kasteel-gemeentehuis van Hoeilaart. Volg het fietspad verder. Na een tweetal kilometer bereik je via de Kasteelstraat en de Acacialaan het station Groenendaal.